B.V. (2002-2003) - Nr. 7
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD GEWONE ZITTING 2002-2003
BEKNOPT VERSLAG
van de plenaire vergadering van
DONDERDAG 14 NOVEMBER 2002 (namiddagvergadering)
Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
INHOUD
ARBITRAGEHOF
RAAD VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
INDIENING VAN ONTWERPEN VAN ORDONNANTIE
VOORSTEL VAN ORDONNANTIE - VERZENDING NAAR EEN COMMISSIE
AFVALPLAN 1998-2002
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN
DRINGENDE VRAGEN van mevrouw Marie-Rose Geuten (aankoop van terreinen door de GOMB en de terbeschikkingstelling ervan aan Volkswagen) en antwoorden van de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, namens de heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek en de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting; van de heren Jean-Pierre Cornelissen en Erik Arckens (betaalstaking bij de MIVB) en antwoord van de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp; van de heer Sven Gatz (Rode Beuk van Jette) en antwoord van De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen; van de heer Dominiek Lootens-Stael (beslissing van de gemeente Molenbeek om het gebruik van een deel van het wegennet te ontraden aan de bestuurders van motorvoertuigen tijdens de negende maand van de moslimkalender) en antwoord van de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, namens de heer de heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek; van de heer Denis Grimberghs (stedenbouwkundige vergunning betreffende woningen in de Hofbergstraat) en antwoord van de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen.
INOVERWEGINGNEMINGEN
SAMENGEVOEGDE INTERPELLATIES
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting 2001-2002
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
3
van de heren Sven Gatz en Michel Moock en mevrouw Geneviève Meunier (onrust bij het MIVB-personeel en moderniseringsplan) tot de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Sprekers: de heren Sven Gatz, Michel Moock, mevrouw Geneviève Meunier, de heren Denis Grimberghs, Jean- Pierre Cornelissen, Erik Arckens, Christos Doulkeridis en de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp)
INTERPELLATIE van de heer Benoît Cerexhe (herwaardering van de achtergestelde wijken en verlies van de Europese medefinanciering ingeval de verwezenlijking van de gesubsidieerde projecten vertraging oploopt) tot de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (Sprekers: de heer Benoît Cerexhe, mevrouw Françoise Schepmans, de heer Alain Daems, mevrouw Isabelle Emmery, mevrouw Danielle Caron en de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting)
MONDELINGE VRAGEN van mevrouw Julie de Groote (toekomst van de ex- werknemers van Sabena) en antwoord van de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting; van de heer Joël Riguelle (plannen om de oproepen via de nummers 100 en 101 samen te behandelen) en antwoord van de heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp; van mevrouw Geneviève Meunier (betere informatie voor de Brusselaars over hun elektriciteits- en gasfacturen) van de heer Alain Daems (sociale verhuurkantoren) en antwoorden van de heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie.
NAAMSTEMMINGEN over de gemotiveerde motie ingediend tot besluit van de samengevoegde interpellaties van de heer Marc Cools, de heer Denis Grimberghs, de heer Bernard Ide, de heer Jean-Pierre Cornelissen, mevrouw Isabelle Emmery en de heer Dominiek Lootens-Stael tot de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en de heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp; over de eenvoudige motie ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Benoît Cerexhe tot de heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
4
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
INHOUD
en over de eenvoudige motie ingediend tot besluit van de samengevoegde interpellaties van de heer Dominiek Lootens-Stael en mevrouw Brigitte Grouwels tot de heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek.
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting 2001-2002
5
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Voorzitter : Mevrouw Magda DE GALAN - De vergadering wordt geopend om 14.45 uur.
ARBITRAGEHOF De Voorzitter.- Verscheidene mededelingen worden door het Arbitragehof aan de Raad gedaan.
Op 29 oktober 2002 werden volgende ontwerpen van ordonnantie ingediend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: - Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van het Wetboek der successierechten (nr. A-360/1-2002/2003). - Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten (nr. A-361/12002/2003).
Zij zullen in het Beknopt verslag en in het Volledig verslag van deze vergadering worden opgenomen.
- Verzonden naar de Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken.
RAAD VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
VOORSTEL VAN ORDONNANTIE
De Voorzitter .- Bij brief van 18 okotober 2002 brengt de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie ons ter kennis dat hij zich ter vergadering van die dag heeft geconstitueerd.
INDIENING VAN ONTWERPEN VAN ORDONNANTIE De Voorzitter .- Op 25 oktober 2002 werden volgende ontwerpen van ordonnantie ingediend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: - Ontwerp van ordonnantie houdende instemming met de Europese Conventie inzake landschappen, gedaan te Firenze op 20 oktober 2000 (nr. A-356/1 - 2002/2003).
Verzending naar een commissie De Voorzitter.- Mevrouw Danielle Caron heeft een voorstel van ordonnantie ingediend betreffende een retributie voor het gebruik van het openbaar domein, dat oorspronkelijk verzonden is naar de Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken tijdens de plenaire vergadering van 5 juli 2002. Ik stel voor de verwijzing van dit voorstel te wijzigen en het te verwijzen naar de Commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met de Lokale Besturen en de Agglomeratiebevoegdheden (Instemming). AFVALSTOFFENPLAN 1998-2002
- Ontwerp van ordonnantie houdende instemmming met het Verdrag tot oprichting van de Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn, gedaan te Parijs op 3 april 2001 (nr. A-357/ 1-2002/2003). - Ontwerp van ordonnantie houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie, enerzijds, en de Regering van het Koninkrijk Thailand, anderzijds, inzake de wederzijdse bevordering en bescherming van investeringen, opgemaakt te Brussel op 12 juni 2002 (nr. A-358/1- 2002/2003). - Ontwerp van ordonnantie houdende instemming met de Euro-Mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds, met de Bijlagen 1 en 2, met de protocollen 1, 2, 3, 4 en 5 en met de Slotakte, gedaan te Luxemburg op 17 juni 2002 (nr. A-359/12002/2003). - Ontwerp van ordonnantie houdende instemming met het Aanvullend Protocol tussen het Koninkrijk België en de Toezichthoudende Autoriteit van de Europese Vrijhandelsassociatie, ondertekend te Brussel op 6 juli 2001 (nr. A-362/1-2002/ 2003). - Verzonden naar de Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken.
De Voorzitter.- Bij brief van 12 november 2002 zendt de heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met het Leefmilieu en het Waterbeleid, het Natuurbehoud, de Openbare Reinheid en de Buitenlandse Handel, de balans over van de realisatie van het afvalstoffenplan 1998-2002. - Verwijzing naar de commissie voor leefmilieu. REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN De heer Alain Daems (in het Frans) .- De dringende vragen van de heren Cornelissen en Arckens gaan over een onderwerp dat al op de agenda is ingeschreven onder het punt interpellaties. Artikel 105.5 van ons reglement stelt echter dat dergelijke vragen geen betrekking mogen hebben op een onderwerp dat op de agenda is geplaatst. Het risico bestaat dat dit probleem zich telkens zal voordoen wanneer een parlementslid niet de tijd heeft gehad om een interpellatieverzoek in te dienen. De Voorzitter (in het Frans) .- Onze diensten hebben dat probleem aandachtig onderzocht en waren veeleer geneigd u gelijk te geven. Een in casu door u geschapen precedent heeft ons echter ertoe aangezet in te stemmen met het op de agenda
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
PLENAIRE VERGADERING VAN DONDERDAG 14 NOVEMBER 2002
plaatsen van die twee dringende vragen, op voorwaarde dat zij uitsluitend betrekking hebben op de recentste ontwikkelingen in het dossier en niet op het hele conflict binnen de MIVB. De heer Alain Daems (in het Frans) .- Het precedent waarnaar u verwijst, is niet geldig. Het betrof toen het dossier over de samenwerkingsakkoorden met Israël. Mijn dringende vraag en mijn interpellatie werden tijdens twee opeenvolgende vergaderingen voorgelegd. De Voorzitter .- Wij menen nochtans dat de vragen mogen worden gesteld. Mevrouw Alain Daems (in het Frans) .- In dat geval zullen ook wij in de toekomst interpellaties via dringende vragen boycotten. De Voorzitter.- De heer Tomas heeft mij uiting gegeven aan zijn ongenoegen over het feit dat hij de dringende vraag van mevr. Geuten niet ontvangen heeft (De heer Tomas staat op en wilt de vergaderzaal verlaten) De heer Jan Béghin (in het Frans) .- Mijnheer Tomas, als u het niet eens bent met het Parlement, kunt u evengoed uw ontslag aanbieden. (Verder in het Nederlands) Het is een schande zoals de minister zich hier gedraagt. Hij is verantwoordelijk ten opzichte van het parlement en moet dus terug plaats nemen. De Voorzitter.- Dat is een terechte vraag van mevrouw Geuten aan de minister-president, die overigens had laten weten dat hij niet aanwezig zou zijn en de heer Chabert had gevraagd in zijn plaats te antwoorden. De heer Tomas, die grotendeels bevoegd is voor dit dossier, werd niet op de hoogte gebracht van deze vraag, hoewel de minister-president ze hem moest doorgeven. Er is dus geen enkele reden om deze vraag in te trekken. Bovendien kent de heer Thomas het onderwerp vast goed genoeg om het zonder nota’s te kunnen stellen. Die mogen trouwens niet worden gebruikt voor antwoorden op dringende vragen. DRINGENDE VRAGEN
6
Voldoet het Volkswagen-project aan de criteria van de GOMB? Welke waarborgen heeft de Minister-President van het bedrijf verkregen met betrekking tot de toekomstige indienstneming van Brusselaars? De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (namens de heer François-Xavier de Donnea) (in het Frans) . - De GOMB heeft de terreinen in kwestie, die eigendom zijn van de MIVB en de NMBS, niet gekocht. Zij pacht ze en overweegt om ze aan Volkswagen te verhuren. Momenteel wordt onderhandeld over de huurprijzen. Tijdens zijn bezoek aan de maatschappij heeft de heer de Donnea ervoor gepleit om, in geval van gelijke bekwaamheid, zoveel mogelijk voorrang te geven aan Brusselaars. De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans) .- Wij wensen Volkswagen alle troeven aan te reiken opdat het bedrijf zich verder kan ontwikkelen in het Brussels Gewest. Dit houdt ons al twee jaar bezig. Wij zullen dus al het mogelijke doen om dit bedrijf en zijn onderaannemers de terreinen ter beschikking te stellen die het nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. We hebben de MIVB gevraagd tijdelijk een terrein ter beschikking te stellen. Aan de andere kant dient opgemerkt dat het niet de bedoeling is duizend banen te scheppen, maar wel voor duurzame banen te zorgen. Volkswagen is lid van het Verbond van de Ondernemingen van Brussel en onderschrijft het sociaal pact voor de werkgelegenheid, dat maatregelen bevat tegen discriminatie bij de indienstneming en het aantrekken van Brusselaars stimuleert. Mevrouw Marie-Rose Geuten (in het Frans) .- Ik heb geen enkel duidelijk element gehoord ten gunste van de indienstneming van Brusselaars. De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting .- Dit wordt besproken in het raam van de uitvoeringsmaatregelen van het sociaal pact.
Aankoop van terreinen door de GOMB en de terbeschikkingstelling ervan aan Volkswagen
De Voorzitter .- Het is niet gemakkelijk om af te wijken van de strikte regels voor de indienstneming.
Mevrouw Marie-Rose Geuten (in het Frans).- De GOMB zou terreinen hebben aangekocht en zou op het punt staan die ter beschikking van Volkswagen te stellen.
Betaalstaking bij de MIVB op 12 november
Dat bedrijf zou uitbreidingsplannen hebben waardoor duizend banen zouden worden geschapen. Heeft de Minister-President hierover contacten gehad met Volkswagen? De meeste werknemers van dat bedrijf komen uit Vlaanderen en Wallonië. Overeenkomstig het Brussels werkgelegenheidspact, dat in juli jongstleden werd ondertekend, moet er meer werkgelegenheid voor Brusselaars worden gecreëerd.
De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- Vorige dinsdag hebben de gebruikers van ons openbaar vervoer automatische biljettenverdelers gezien die niet werkten en zowat overal niet-ondertekende affiches waarop stond : tarif zéro, gratis. Het is niet mijn gewoonte mij tegen de vakbonden af te zetten. In dit geval vind ik de formule evenwel niet ideaal, aangezien de controleurs van dienst waren. Naar verluidt steunde de directie hun activiteit.
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
7
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Die dag hebben veel mensen het openbaar vervoer genomen. Blijkbaar waren het er zelfs meer dan gewoonlijk.
gebouwen te dicht bij de genoemde boom op te trekken. Omwonenden vrezen daarom dat hij het niet zal overleven.
Heeft men zich ervan vergewist dat degenen die op die dag zonder geldig vervoerbewijs reisden, niet als zwartrijders werden beschouwd?
Is de regering hiervan op de hoogte? Erkent de staatssecretaris mijn voorstelling van de feiten? Worden de nodige stappen gezet om ervoor te zorgen dat de promotor zijn plannen kan uitvoeren met respect voor de levensruimte van de Rode Beuk?
De heer Erik Arckens .- Ik zal kort zijn. Op 12 november 2002 was er een vakbondsactie van de MIVB. Voor de gebruikers van de MIVB waren niet alle faciliteiten voorzien. Zo konden zij bijvoorbeeld geen vervoerbewijs aanschaffen. In De Standaard verscheen een artikel dat er toch één of twee controleploegen op tram en metro aan het werk waren geweest. Zij zouden, zonder goedkeuring van de directie, boetes hebben uitgeschreven. Wat zal er met deze boetes gebeuren? Welk gevolg wordt hieraan gegeven? Het principe van de billijkheid dat in de administratie toch algemeen wordt toegepast, wordt daardoor immers ondergraven. De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.- Ik zal op beide vragen tegelijk antwoorden. Ik heb vernomen dat alle controlediensten tijdens de staking van dinsdag normaal hebben gewerkt. Er zouden controles zijn uitgevoerd, maar er werden geen processen-verbaal opgesteld. Er konden immers geen vervoerbewijzen worden aangekocht. De media hebben hierover verkeerd bericht. De MIVB had zelf richtlijnen uitgevaardigd. De veiligheid moest worden gewaarborgd en de klanten werden aangespoord om hun vervoerbewijzen te ontwaarden. De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- Uw antwoord stelt me gerust wat de gevolgen van de actie betreft. De maatregel van de MIVB is toe te juichen omdat hij veeleer stimulerend dan repressief is. De heer Erik Arckens .- Als zich in de toekomst nog gelijkaardige acties zouden voordoen en reizigers geen vervoerbewijzen kunnen aanschaffen, vraag ik mij af of hetzelfde procédé zal worden toegepast. De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp .- Ik antwoord hier met een algemeen principe: elke dag kent zijn problemen. De problemen die zich in de toekomst voordoen, zullen op dat ogenblik worden geëvalueerd. Rode Beuk te Jette De heer Sven Gatz .- Twintig jaar geleden ging op de grens van Jette en Wemmel de fameuze Grote Beuk ter ziele. Hij overleefde het beton niet dat hem in de vorm van wegen en gebouwen omsingelde. Vandaag dreigt hetzelfde te gebeuren met de Rode Beuk in de woonwijk De Tuinen van Jette. De gemeente heeft namelijk plannen om in die buurt nieuwe appartementen en huizen te bouwen, wat op zich natuurlijk een goede zaak is. Maar nu blijkt dat de promotor zinnens is de
De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen .- De heer Gatz vraagt of de regering bereid is om een beschermd monument blijvend ruimte te geven tot overleving in het kader van een bouwproject aan het Jetse Gabinplein. Welnu, ik heb mijn administratie gelast bijzonder attent te zijn ten aanzien van dit probleem en erop toe te zien dat de overleving van de beschermde beuk wordt gewaarborgd. Desnoods moeten daartoe voorwaarden worden opgelegd in de stedenbouwkundige vergunning. De heer Sven Gatz .- Mag ik daaruit afleiden dat de staatssecretaris de voorkeur geeft aan een pro-actief boven een remediërend optreden en dat hij de bouwheer via de vergunning te kennen zal geven waaraan hij zich te houden heeft? De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen .- Ja.
Beslissing van de gemeente Molenbeek om het gebruik van een deel van het wegennet te ontraden aan de bestuurders van motorvoertuigen tijdens de negende maand van de moslimkalender De heer Dominiek Lootens-Stael .- In La Capitale van 6 november mochten wij een perscommuniqué van de Molenbeekse politie lezen, waarin die de bevolking oproept tijdens de negende maand van de islamitische kalender de Gentsesteenweg en de straten die toegang geven tot het Sint-Jan-deDopervoorplein te mijden. Als motief wordt de drukte vanwege de ramadan opgegeven. Is de Brusselse regering op de hoogte van deze beslissing? Wie nam haar en wanneer? Hoe wordt zij gemotiveerd? Werd de heer Chabert, die als minister bevoegd is voor de gewestwegen, vooraf geconsulteerd? Werd hij al dan niet betrokken bij de beslissing? Welke maatregelen neemt de Brusselse regering om deze inbreuk op het vrij verkeer en op het grondwettelijk recht om zich vrij te verplaatsen op de openbare weg, ongedaan te maken? De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.- Ik antwoord mede in naam van de minister- president. De diensten van de minister-president laten weten dat zij geen kennis hebben genomen van de beslissing die door de heer Lootens wordt aangekaart. Als minister van Verkeer werd
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
PLENAIRE VERGADERING VAN DONDERDAG 14 NOVEMBER 2002
ik evenmin betrokken. Ook ik heb een en ander pas vernomen in uw vraag. Overigens vormen beslissingen van de politie een aangelegenheid waarvoor uitsluitend de politieraden en -colleges bevoegd zijn. Die vallen dan weer onder de directe controle van de minister van Binnenlandse Zaken. Ik raad het lid dan ook aan verdere uitleg te vragen aan de federale overheid.
8
In het kader van het samenwerkings- akkoord tussen de federale staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is voorzien in een uitbreiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken op de plaats van de kazerne van de grenadiers. Tevens zullen de opbrengsten van de verkoop van de percelen worden besteed aan de renovatie van het nabijgelegen Paleis voor Congressen.
De heer Dominiek Lootens-Stael .- Het zou kunnen dat het om een beslissing van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Molenbeek gaat. In dat geval is de minister-president wel bevoegd voor het toezicht.
De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- Ik zal de concretre verwezenlijking van dit heuglijke nieuws van nabij volgen.
Hoe dan ook moet de Brusselse Hoofdstedelijke Regering hierover nadenken. Wat moeten de Brusselaars niet van deze zaak denken? Zij hebben inmiddels miljarden opgehoest om integratieprojecten van niet-Europese vreemdelingen te financieren en moeten vandaag vaststellen dat zij diegenen zijn die zich moeten aanpassen aan hen die zich weigerden aan te passen. Men is geen baas meer in eigen land.
INOVERWEGINGNEMINGEN
Is de Molenbeekse beslissing niet in tegenstrijd met de genoemde projecten? De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.- Ik heb gezegd wat ik gezegd heb. Stedenbouwkundige vergunning voor woningen in de Hofbergstraat. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- Het project voor heraanleg van de Hofbergstraat met de bouw van woningen gaat teruyg tot vr de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het gaat hier evenwel om een actueel onderwerp en ik ben blij te kunnen vaststellen dat een VLDminister zijn beloften nakomt. Het gerucht doet de ronde dat de minister-president of uzelf instructies zou hebben gegeven om de bouwvergunning te weigeren ten voordele van een concurrerende aanwending van de vrijgekomen ruimte. Het openbaar onderzoek voor dit project loopt nog, maar het zou niet de eerste keer zijn dat men tijdens een openbaar onderzoek laat uitschijnen dat de zaak reeds is afgesloten. Heeft een openbaar onderzoek dan nog zin ? De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen (in het Frans) .- Neen, de zaak is nog niet rond. Dit dossier wordt volgende dinsdag door de overlegcommissie van de Stad Brussel behandeld. Voor zover ik weet, is er een klacht ingediend door de conservator van het Museum voor Moderne Kunst, die zich zoregen maakt omtrent een eventuele uitbreiding van het museum in de toekomst. Ik heb de voorgeschiedenis van dit dossier onderzocht alsook het GBP, waarin op die plaats een woonzone staat ingekleurd. Het GBP maakt het project mogelijk dat door de Regie der Gebouwen werd gevraagd.
De Voorzitter .- Aan de orde is de inoverwegingneming van het voorstel van ordonnantie van de heer Stéphane de Lobkowicz strekkende tot een billijke berekening van de rechten van successie en van overgang bij overlijden op alle ter beurze genoteerde effecten (nr. A-349/1-2001/2002), van het voorstel van ordonnantie van de heer Stéphane de Lobkowicz tot afschaffing van de ongelijke behandeling van samenwonenden inzake successierechten door de gewestelijke wetgever (nr. A-350/1-2001/2002), van het voorstel van ordonnantie van de heer Benoît Cerexhe en mevrouw Béatrice Fraiteur tot wijziging van de artikelen 9 en 98 van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijksgestelde belastingen (nr. A-351/1-2002/2003), en van het voorstel van ordonnantie van de heer Benoît Cerexhe en mevrouw Béatrice Fraiteur tot wijziging van artikel 98 van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen (nr. A- 352/1-2002/2003), en van het voorstel van ordonnantie van de heer Benoît Cerexhe en mevrouw Béatrice Fraiteur tot wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen teneinde de motorfietsen met een cilinderinhoud van maximum 250 cm vrij te stellen van de belasting op de inverkeerstelling. (nr. A- 353/1-2002/2003). Aangezien niemand het woord vraagt, worden de voorstellen in overweging genomen en verzonden naar de Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken.
INTERPELLATIE VAN DE HEER SVEN GATZ TOT DE HEER JOS CHABERT, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET OPENBARE WERKEN, VERVOER, BRANDBESTRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP, betreffende "de onrust bij het MIVB - personeel".
TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE VAN DE HEER MICHEL MOOCK
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
9
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
betreffende "het moderniseringsplan van de MIVB, de staking van 5 november en de recente verklaringen van de directeur-generaal van de MIVB".
TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE VAN MEVROUW GENEVIEVE MEUNIER betreffende "de staking bij de MIVB". De heer Sven Gatz .- Bij wijze van inleiding wens ik te stellen dat de relatie tussen de VLD en de vakbonden niet echt vanzelfsprekend is. De VLD is immers een voorstander van een sterk middenveld maar ook van het primaat van de politiek. In verband met de recente twee stakingsacties wens ik echter de vakbonden volledig bij te treden. Bij de MIVB is er sprake van een fundamentele vertrouwenscrisis. Er liggen een aantal zaken aan de grondslag van dit gebrek aan vertrouwen tussen de basis en de top van dit bedrijf. Vooreerst is er de vrees voor een sluipende privatisering. Op dit ogenblik wordt enkel de schoonmaak uitbesteed. Er leven echter nog altijd gevoelens dat dit maar de voorbode is van een verdere privatisering. Persoonlijk ben ik geen principieel tegenstander van privatiseringen. Men moet elders beducht zijn dat men niet afglijdt naar Engelse toestanden. Verder roept het Erasmusplan ook veel vragen op. Als buitenstaander kan ik niet oordelen over dit plan dat onderverdeeld is in vijf grote delen. Alhoewel dit plan voorlopig afgevoerd werd, moet het gezien worden in een meer algemeen klimaat. Een aantal leden van het directiecomité van de MIVB zouden immers wat meer diplomatie mogen aan de dag leggen wanneer zij in overleg treden met de basis. Indien het correct is dat het Erasmusplan ontworpen werd om kosten te besparen, moet ook de politiek haar verantwoordelijkheid nemen. Ik heb dan ook een aantal vragen. Is het Erasmusplan bedoeld om besparingen te kunnen doorvoeren? Indien men deze vraag positief beantwoordt, hoe verklaart men dan de honderden recente aanwervingen? Is het inderdaad de bedoeling om de MIVB of delen ervan te privatiseren? Om welke delen gaat het en welke tijdslimiet wenst men te hanteren? Waarom werd de aankoop van een aantal metrostellen uitgesteld? Ik wil dat de minister zijn verantwoordelijkheid neemt, de verschillende partijen terug aan tafel brengt en het vertrouwen tussen de vakbonden en de directie herstelt. De heer Michel Moock (in het Frans).- Ik kan mij best terugvinden in de interpellatie van de heer Gatz, die het probleem goed heeft bestudeerd. Met een ding ga ik evenwel niet akkoord, want ik ben uiteraard gekant tegen privatisering. Er wordt veel gesproken over de slechte sfeer bij de MIVB. Er is voordurend sprake van de liberaliserings- en privatiseringsplannen en er zal ooit duidelijkheid moeten komen.
Op 5 november zegde de heer Alvin van de MIVB in een interview met ’La Libre Belgique’ dat niet alles in het plan moet worden gedemoniseerd en dat hij voornemens is de maatschappij klaar te stomen voor de Europese markt. Gaat het niet om een verhulde privatisering? Daar hebben wij niet voor gestemd. Ondertussen ziet het ernaar uit dat de toestand in positieve zin is geëvolueerd voor het personeel van de MIVB. Iedereen weet dat de algemeen directeur bij zijn plan blijft. In verband met de lonen van het personeel en de loopbaanontwikkeling is in het hoofdstuk "Statuten" van het Erasmusplan sprake van een loonschaalregeling op basis van "functieklassen". Elke klasse zou bestaan uit loonschalen die zich ontwikkelen naar gelang van de prestaties. De prestaties zelf worden gemeten aan de hand van geregelde evaluaties en vergelijkende bevorderingsexamans. Vanaf bepaalde functieklassen zouden overeenkomstig de prestaties bonusvergoedingen worden toegekend, maar zonder terugwerkende kracht. De frequentere en grondigere evaluaties hebben tot doel de loopbaan van de personeelsleden te doen voor- of achteruitgaan. Hoe kan een werknemer van de MIVB nu aanvaarden dat zijn loon elk jaar wijzigt? Hoe zal een systeem van prestatiemeting en wedijver onder het personeel bijdragen tot een betere openbare dienstverlening? Waarom zouden die bonussen slechts voor bepaalde functieklassen gelden en waarom kunnen ze niet voorgoed worden verworven? Het hoofdstuk "Bonussen" is erop gericht sommige sociale voordelen zoals pensioen en gezondheidszorg te wijzigen. In het nieuwe plan wordt gekozen voor een persoonlijke financiële bijdrage voor groepsverzekering en gezondheidszorg. De vergoeding bij arbeidsongeschiktheid zou bijvoorbeeld de eerste twee jaar van 100% op 85% worden gebracht, en daarna op 75%. Is het wel zinvol om de vergoedingen voor gezondheidszorg en pensioen te verminderen om in de plaats een fitnesscentrum op te richten, zoals in het plan wordt voorgesteld? De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans) .- Zeker als er al een sportcentrum bestaat. De heer Michel Moock (in het Frans) .- Op het vlak van opleiding en interne communicatie wordt in het hoofdstuk "Janus" een verbetering voorgesteld van de opleidingen op alle niveaus. Hierbij zouden de kwaliteit van de dienstverlening, de versterking van de managersfunctie, en de veiligheid en de ontplooiing van het personeel centraal staan. Het verbetereb van het opleidingssysteem is van kapitaal belang. Maar hoe zit het met de meer technische opleidingen die samenhangen met de ontwikkeling van de beroepen? Heeft de Algemene Directie met dit verzuim niet een totale en spoedige uitbesteding van die diensten op het oog? En wanneer zullen die opleidingen worden gegeven? Voor of na de werktijd? Wat de verloven en de recuperatiedagen betreft, wil men een voltijds, flexibel en geprogrammeerd arbeidssysteem invoeren. Volgens de Algemene Directie zorgen het verlofoverschot en het deeltijds werk voor een daling van de pro-
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
PLENAIRE VERGADERING VAN DONDERDAG 14 NOVEMBER 2002
10
ductiviteit. In het plan wordt daarom voorgesteld om het aantal deeltijders te beperken tot 15% en de recuperatiedagen af te schaffen en te vervangen door een dagelijkse vermindering van de werktijd, waarbij werknemers met schoolgaande kinderen zouden worden bevoordeeld.
men ongetwijfeld vlugger de kloof tussen beide partijen had opgemerkt, want elke partij is overtuigd van haar gelijk.
Waartoe dient het om op personeelsniveau ongelijkheid te creëren? In hoever zal het schrappen van sociale voordelen de dienstverlening verbeteren?
Nu blijkt dat dit plan volledig onaanvaardbaar is voor de vakbonden, want het zou gepaard gaan met de afschaffing van een rist verworven rechten, zoals de compensatiedagen, de mogelijkheid van halftijds werk, de wijziging van de loonschalen of de aanvullende verzekering in geval van ziekteverlof. De werknemers zijn zeer ongerust en begrijpen niet waarom men het op hen heeft gemunt, alhoewel de financiële toestand van de MIVB niet catastrofaal is. Werd dit plan aan het beheerscomité voorgelegd en heeft het zijn goedkeuring gekregen? Zo niet, kan men dan ervan uitgaan dat dit plan van de onderhandelingstafel is geveegd?
(Voorzitter : de heer Jan Béghin) Ik wil het nu even hebben over de staking van 5 november. Een actie van die omvang heeft de MIVB sinds jaren niet meer meegemaakt. Hoe heeft de Algemeen directeur de dialoog dan kunnen weigeren? Hoe bestond hij het in de pers te verklaren dat hij het niet is die een zo onverantwoorde staking heeft beslist en dat het hem spijt voor de klanten, maar dat hij niet zal wijken"? Getuigt dit niet van een zekere incompetentie op het vlak van sociale dialoog? De minister van zijn kant heeft getracht de zaak weer vlot te krijgen. In dezelfde verklaring zegt de Algemene Directie vastbesloten te zijn op eigen houtje te handelen als het plan wordt verworpen, alleen te beslissen over het lot van een overheidsbedrijf met maar liefst 6.000 werknemers en, erger nog, "schulden te maken als de zaak vierkant draait". Hoe kan een ambtenaar van een pararegionaal bedrijf openlijk en officieel niet alleen het personeel het mes op de keel zetten maar ook de regering en alle gebruikers en belastingbetalers van ons Gewest? Ons inziens moet de regering hierop ondubbelzinnig reageren. Is het niet gepast de positie van de Algemene Directie te herbekijken, wanneer zij met zo’n schokkende officiële verklaringen uitpakt? (Applaus van alle fracties) Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans) .- De staking van 5 november is een gevolg van het Erasmusplan, dat weinig duidelijk blijkt. De werkgevers willen de openbare onderneming moderniseren, betere resultaten boeken met de bestaande middelen zonder de verworven rechten op de helling te plaatsen. Volgens de vakbonden worden er besparingen gerealiseerd p de rug van het personeel door te raken aan de vakantiedagen, de uitkeringen wegens ziekte of de loonschalen. Aan dit plan was geen enkele financiële doelstelling gekoppeld. Verkeert de MIVB in een dusdanige toestand dat zij zich verplicht ziet de sociale verworvenheden te herzien? Het is evident dat men hier niet anders kan dan machteloos toezien bij een krachtmeting tussen de directie en de vakbonden, dat de dialoog zoek is en dat de onderhandelingen zelfs nog niet zijn aangevat. Op 23 oktober zou een stakingsaanzegging zijn ingediend. De Ecolo-fractrie is dus verwonderd over de passieve houding van de minister van Verkeer. U hebt twee dagen na de staking gezegd dat u als bemiddelaar wilde optreden, maar waarom hebt u twee weken gewacht alvorens u met de vakbonden in verbinding te stellen? Ecolo meent dat u sneller contact had moeten nemen met de twee partijen afzonderlijk, waardoor
De MIVB verstrekt een essentiële openbare dienst aan de bevolking en die openbare dienstverlening kan alleen met de steun en de instemming van de werknemers.
Het beheerscontract voorziet in de uitwerking van een bedrijfsplan waarover vooraf moet worden onderhandeld met de sociale gesprekspartners. Er is nog steeds geen bedrijfsplan. Op voorwaarde dat dit plan vergezeld gaat van een duidelijke begrotingsnota, zou het ervoor kunnen zorgen dat de twee partijen opnieuw rond de tafel gaan zitten om via onderhandelingen tot een akkoord te komen. Deze vennootschap is een aloude overheidsdienst (meer dan één eeuw oud) met een door de jaren heen sterk verankerde bedrijfscultuur en het is dan ook verkeerd om ze als een privéKMO te behren. De directie moet daarmee absoluut rekening houden en het is de taak van de toezichthoudende minister om dat punt te beklemtonen. Anderzijds is men bevreesd voor een verdoken privatisering van de maatschappij, waardoor arbeidsplaatsen verloren dreigen te gaan. De MIVB is één van de grootste werkgevers in de streek en werkt vooral met Brussels laaggeschoold personeel. Er wordt tersluiks meer een beroep gedaan op onderaanneming. Dat was zo voor het onderhoud van de stations en nu gebeurt dat ook voor het leggen van de tramsporen. Morgen zal het dan misschien de beurt zijn aan het onderhoud van het nieuw rollend metromaterieel, want het bestek voorziet in de mogelijkheid voor de contractant om ook het onderhoud voor zijn rekening te nemen. Wie legt vandaag de tramsporen? Luxemburgse firma’s met Luxemburgse werknemers. Gezien de dramatische werkloosheidssituatie in Brussel, kan men zich geen jobverlies onder het Brussels laaggeschoold personeel meer veroorloven. Ecolo heeft van de werkgelgenheid één van haar prioriteiten gemaakt en wij zullen bijgevolg ook minister Tomas over dat onderwerp interpelleren. Er is dus een grote behoefte aan opleiding voor dit laaggeschoold personeel vooral op het niveau van de exploitatie. Het zou maar al te gemakkelijk zijn om nadien te stellen dat het personeel niet bekwaam is voor het onderhoud van het materieel en dat het onderhoud bijgevolg in onderaanneming aan een privé- firma wordt toevertrouwd. Een ander strijdpunt voor ECOLO is een groter marktaandeel voor het openbaar vervoer, dat dus aantrekkelijker moet worden gemaakt dan de auto. De vakbonden hebben dan ook
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
11
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
gelijk wanneer zij wijzen op de eindeloze verkeersproblemen waarmee het autoverkeer wordt geconfronteerd. Een grotere reissnelheid zou de productiekosten kunnen drukken zonder dat aan de loonmassa wordt geraakt. Maar dat behoort niet tot de verantwoordelijkheid van de MIVB, maar van u, als Gewest, die uw programma inzake reissnelheid niet toepast. De Charleroisesteenweg is een triestig voorbeeld van een gebrek aan politieke moed vanwege het Gewest en de gemeente terzake. Ten slotte zou ik de initiatieven willen kennen die de toezichthoudende minister zal nemen om de dialoog ter hervatten en de sociale vrede binnen de onderneming te herstellen. Wordt met het Erasmusplan afgevoerd? Hoever staat het met het bedrijfsplan waarover met de vakbonden moet worden onderhandeld? Ik wens ook antwoorden te krijgen inzake een dreigende privatisering en de gevolgen hiervan voor de werkgelegenheid inzake de opleiding en ten slotte wat de reissnelheid betreft. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- De staking van de MIVB kwam niet onverwacht. We hebben een resolutie ondertekend waaruit blijkt dat ons parlement zich verzet tegen elke poging om de MIVB te privatiseren. Blijkbaar hebben sommigen de inhoud van die resolutie op hun eigen manier hebben geïnterpreteerd. Wij willen dat de MIVB een overheidsdienst blijkt. Europese richtlijnen zetten dat principe evenwel op de helling. We moeten de besprekingen voortzetten om te achterhalen wat de echte voornemens zijn van de regering. Moeten alle diensten van de MIVB beantwoorden aan het begrip "overheidsdienst"? Blijkbaar overweegt men voor sommige diensten een privatisering. Het is niet verwonderlijk dat het personeel zich zorgen maakt. Bij de MIVB wordt het werk niet zomaar neergelegd. Uit de staking van afgelopen dinsdag blijkt duidelijk dat het sociaal klimaat is verzuurd. Het voorakkoord moet concreet worden uitgewerkt. Het beheercomité kwam tussenbeide om een einde te maken aan de spanning en stelde voor dat er eindelijk eens overleg zou worden gevoerd op basis van een bedrijfsplan. Dergelijk overleg is verplicht overeenkomstig het beheerscontract. Waarom gebeurde dat dan niet eerder? Waarom worden de slecht aangewende middelen niet opnieuw gebruikt, als er dan toch moet worden bezuinigd? De reissnelheid van het openbaar vervoer gaat thans erop achteruit. Zelfs als u uw collega’s niet kunt overhalen om middelen vrij te maken, kunt u ze toch ertoe aanzetten om beleidsbeslissingen te nemen. Hoever staat het met het eerste hoofdlijncontract? De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans) .- Er wordt terecht gewezen op de resolutie de we hebben ondertekend en waaruit blijkt dat het Gewest zich verzet tegen enigerlei poging om de MIVB te privatiseren. Situaties zoals die zich in Engeland hebben afgespeeld, moeten we inderdaad vermijden. De heer Michel Van Roye (in het Frans) .- Dat zou u aan uw fractie moeten zeggen.
De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans) .- We hebben er helemaal niets op tegen dat de MIVB voor bijkomstige opdrachten zoals drukwerk een beroep doet op de privé-sector. Als het onderhoud wordt toevertrouwd aan een privé-bedrijf, moet dat evenmin worden beschouwd als een privatisering van de onderneming. Blijkbaar baart de inhoud van het plan meer ergernis dan de vorm. Men is niet duidelijk gekant tegen het plan zelf, maar enkel tegen enkele specifieke punten ervan. Er kan dus zeker een oplossing worden bedongen. De MIVB heeft altijd voor de dialoog gekozen. Vandaar dat er zich ook zelden sociale conflicten hebben voorgedaan. Het moderniseringsplan mag de klok op sociaal vlak niet achteruit draaien. Het deel betreffende de "statuten" vormt een echt knelpunt. De invoering van loonschalen die variëren al naargelang de bekwaamheid, de prestaties en de ervaring is niet zo vanzelfsprekend. Ik deel de bezorgdheid van de heer Moock over wat men van plan is op het vlak van gezondheidszorg en pensioenen. Het stelsel dat het huidige systeem voor van vakantie- en recuperatiedagen moet vervangen, werd volgens mij onvoldoende bestudeerd. In zijn huidige vorm is het een regelrechte provocatie. Het verheugt mij dat de eerste tekenen van wijsheid zichtbaar werden na het jonste beheercomité. Veel zaken hadden kunnen worden voorkomen als er meer tijd was uitgetrokken voor de bespreking binnen de bestuursorganen van de MIVB zelf. Het beheercomité is minder bijeengekomen dan vroeger en zo verliest men een nuttige filter. Nu dient het vertrouwen te worden hersteld. Het Gewest moet daartoe de nodige signalen geven. Wij vertrouwen erop, mijnheer de minister, dat u erop zal toezien dat de zaken als gepland verlopen en er zich geen nieuwe moeilijkheden voordoen. (Applaus van de meerderheid). De heer Erik Arckens .- De zeer goed opgevolgde staking van 5 november en de betaalstaking van 12 november verrasten niet. De controversiële bedrijfsaanpak van de nieuwe directie zorgde immers al eerder voor verontrusting bij het personeel, maar ook bij buitenstaanders. In de plaats van die weg te nemen, kwam diezelfde directie voor de dag met het Erasmusplan, dat inmiddels ook al is afgevoerd. Een autonoom overheidsbedrijf als de MIVB heeft er uiteraard belang bij om een coherent toekomstplan te ontwerpen. Het genoemde plan was evenwel beperkt tot een opsomming van herstructureringsmaatregelen.Ik bespreek er enkele. Zo gaat de beperking van de arbeidstijd per werkdag en de afschaffing van de compensatiedagen in tegen recente tendenzen op de Westeuropese arbeidsmarkt. Bedrijfsleiders klagen over de systematische onderbenutting van de beschikbare middelen die het gevolg is van een dergelijke beperking. Boven-
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
PLENAIRE VERGADERING VAN DONDERDAG 14 NOVEMBER 2002
dien kan men daardoor niet ingaan op toenemende vraag tijdens piekmomenten. Een ander probleem is het voorstel om personeelsleden met jonge kinderen als eerste in aanmerking te laten komen voor kortere arbeidsdagen. Streeft men hier naar een betere afstemming van de arbeidsorganisatie op het gezinsleven, of wil men veeleer een rentabiliteitsmaatregel verpakken als gezinsvriendelijkheid? Het getuigt van wijsheid om effecten van dergelijke maatregelen vooraf in te schatten, door bijvoorbeeld rekening te houden met de praktijk van andere openbare dienstverleners of met de CAO’s in de privésector. Gebeurde dit? Werd de regering daarover door de directie geraadpleegd? (Voorzitter : Magda De Galan.) Een andere maatregel betrof de verlaging van het salaris tijdens arbeidsongeschiktheid op grond van medische redenen. Die maatregel werd als bijzonder onsympathiek ervaren door de personeelsleden die heel vroeg of heel laat moeten werken. Heeft de minister bij de directie gegevens daarover opgevraagd? Werden ze vergeleken met algemene Belgische gemiddelden of met gegevens van andere vervoermaatschappijen? Kunnen de resultaten openbaar worden gemaakt? De directie was ook zinnens om verdienstelijke werknemers boni toe te kennen. Die maatregel werd evenwel beperkt tot bepaalde categoriën an personeelsleden. Is dat geen vorm van selectieve dynamisering? En wat met de rol van het bedrijfskader? Werd daarover reeds ernstig denkwerk verricht door de directie? Rechtstreekse communicatie tussen directie en kader zijn nochtans onontbeerlijk. Hoe ziet de directie de toekomst van de MIVB? Klopt het dat zij fundamentele veranderingen in haar opdracht verwacht en die actief wil voorbereiden of zelfs in de hand werken? Heeft de regering de directie ondertussen krachtig duidelijk gemaakt dat dit niet het geval zal zijn? Het is godgeklaagd dat de MIVB al decennia lang door analisten wordt gezien als een vervoermaatschappij met een abnormaal hoog aantal personeelsleden in verhouding tot het aantal vervoerde passagiers. Daarover wordt evenwel niet gedebatteerd. Toch werden de jongste tijd weer veel mensen in dienst genomen. Hoe verklaart de minister dat? Zowel de stakingsactie als de genoemde polemieken zijn in feite een gevolg van zwak bedrijfsbeheer. Er moet klaarheid komen over de positie van de MIVB als openbaar bedrijf. De vergelijking met gelijksoortige bedrijven mag daarbij niet uit de weg worden gegaan. Zij is immers een voorwaarde voor een publiek debat over de fundamentele problemen. Het herstel van de sociale dialoog is nodig, maar onvoldoende voor het herstel van het vertrouwen in de toekomst van de MIVB. Die toekomst kan alleen een succesverhaal worden mét de personeelsleden. De heer Christos Doulkeridis (in het Frans).- Wat de kwestie van de privatisering betreft, zou ik u vooral willen
12
waarschuwen voor de handelwijze die erin bestaat privatisering geleidelijk aan op te leggen door stap voor stap posten af te schaffen waarvoor bepaalde specifieke capaciteiten of bepaalde speciale opleidingen vereist zijn, zodat de directie per slot van rekening de noodzaak om met onderaannemers te werken, kan rechtvaardigen. Het gaat hier niet alleen om de mobiliteit maar ook om de werkgelegenheid in Brussel. De betrokken ministers moeten aandachtig blijven toezien op de beslissingen die de directie van de MIVB neemt. De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Nederlands).- Men evolueert naar een consensus. Zeker binnen de MIVB moet er, boven alle partijgrenzen heen, een goede verstandhouding heersen. Men mag immers ook niet vergeten dat deze maatschappij jaarlijks met 12 miljard frank gesubsidieerd wordt. (Verder in het Frans) De MIVB heeft de jongste jaren opmerkelijke prestaties geleverd. Ik wil dan ook hulde brengen aan de 6.000 werknemers en aan de directie van deze maatschappij. Zowat tien jaar lang heeft de MIVB jaarlijks 1% klanten verloren. Sedert meer dan een jaar heeft zij evenwel 25% reizigers meer. Men kan niet zeggen dat het slecht gaat met de MIVB. Het personeel zet zich in en de directie neemt passende maatregelen. Ik heb met vele mensen contact opgenomen om de staking te voorkomen, maar er zijn misverstanden geweest. Deze staking wijst erop dat er een probleem is gerezen, maar wij zullen het oplossen. (Verder in het Nederlands) Ik ga akkoord met de heer Gatz. In de eerste plaats moet het vertrouwen tussen de werknemers en de top van de MIVB hersteld worden. Basis en directie moeten gemeenschappelijk aan de toekomst bouwen. Het Erasmusplan ligt niet meer ter discussie. Het bevat immers te veel elementen die op verschillende manieren kunnen geïnterpreteerd worden. Het moet echter wel benadrukt worden dat er in dit plan geen sprake was van een personeelsafvloeiing of salarisinlevering. In tegendeel. Er werden veel mensen aangeworven om het middenkader op een correcte manier in te vullen. De MIVB moet goed geleid en gemoderniseerd worden. Natuurlijke afvloeiingen zullen naakte ontslagen voorkomen en een aantal verworvenheden kunnen niet in vraag gesteld worden. Er is geen sprake van de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel te privatiseren. Dat wil niet zeggen dat diensten die buiten de specifieke opdrachten van de MIVB vallen en waarvoor er concurrentie bestaat niet kunnen worden uitgevoerd door de maatschappij met de beste dienstverlening
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
13
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
tegen de laagste prijs. Dat is een beroep doen op onderaanneming en niet aansturen op privatisering.
zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen van alle betrokkenen. Zo’n democratische aanpak vergt wel wat tijd.
Het is niet goed dat een maatschappij geen beroep kan doen op anderen, want dat staat gelijk met wanbeheer. Ideologisch denken is hier niet op zijn plaats, want het belang van de gebruikers staat op het spel. Wij willen een efficiënt beheerde en moderne maatschappij met transparante budgetten, met degelijk opgeleid personeel, die kwalitatief hoogstaande diensten levert.
Uiteindelijk zijn we tot een compromis gekomen in het dossier van de Charleroisesteenweg. Het voldoet misschien niet helemaal aan de verwachtingen, maar het maakt vooruitgang mogelijk. Er moeten inderdaad nog wel inspanningen geleverd worden op het vlak van de reissnelheid.
De heer Christos Doulkeridis (in het Frans) .- Als bevoegd minister denkt u aan het evenwicht en het beheer van uw maatschappij. Als vertegenwoordiger van het publiek moeten wij ervoor zorgen dat dit geen negatieve gevolgen heeft voor de Brusselse werknemers. Wij zijn voor het behoud van een openbare dienst, waarop we enige controle moeten kunnen blijven uitoefenen. De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans) .Voor ons is het belangrijk dat mensen van hier veeleer dan mensen die in Luxemburg wonen bij de MIVB werken. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- Het zou interessant zijn een lijst op te stellen van de beroepen waarvan we vinden dat ze bij de MIVB moeten blijven en die welke op termijn aan concurrentie moeten worden uitbesteed. De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans) .Dat maakt deel uit van de discussies tussen de directie en de vakbonden en van het nog te bespreken ondernemingsplan. Ik vind niet dat de privésector het beter doet dan de overheidssector, maar waarom zouden wij geen beroep doen op bedrijven die hun diensten tegen een lagere prijs aanbieden? Wij gaan in die richting en wij zullen trachten spoedig alle actoren rond de tafel te krijgen. Mevrouw Meunier valt mij aan met betrekking tot de reissnelheid, maar hoe kunnen eigen banen snel worden aangelegd in de 19 gemeenten? Een manager werd aangesteld om zich daarmee bezig te houden. Het is een complexe opdracht; er moeten overlegcomités komen in de gemeenten waar vergunningen aangevraagd worden. Er is vooruitgang merkbaar en ik kan u met voldoening meedelen dat het eerste hoofdlijn contract, dat betrekking heeft op de Lambermontlaan en de Generaal Jacques laan, ondertekend werd. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- De parlementsleden steunen elk initiatief om de reissnelheid te verhogen. De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans).In het dossier van de Charleroisesteenweg werden heel wat vergaderingen gehouden met de verschillende wijkcomités om
Wat het recente sociale conflict betreft, werden stappen ondernomen om de dialoog tussen vakbonden en directie weer op gang te brengen. Binnen het bestuurscomité dat eergisteren vergaderd heeft, zijn we tot een princiepsakkoord gekomen. Het bestuurscomité kwam tot de vaststelling dat wederzijdse misverstanden aan de basis lagen van de huidige sociale acties. Het heeft herhaald dat het de MIVB als overheidsbedrijf wil uitbouwen op basis van een ondernemingsplan. Vanmorgen hebben ik de vertegenwoordigers van de vakbonden en van de directie ontvangen, opdat zij de dialoog zouden hernemen. De vakbondsvertegenwoordigers hebben mij bevestigd dat zij dit princiepsakkoord vanavond op hun algemene vergadering zullen verdedigen. Ik heb ook kunnen vaststellen dat beide partijen inzien dat het huidige probleem deels op aan misverstanden berustte. Beide partijen zijn het erover eens dat het personeelsbeleid moet worden gemoderniseerd. Dit moet besproken worden in het kader van het ondernemingsplan. (Verder in het Nederlands) Ik hoop dat na vanavond het sociaal overleg wordt hervat. Er moet sociale vrede komen en het ondernemingsplan moet worden bediscussieerd. Verder moet er een evenwicht komen tussen de belangen van de huidige en de toekomstige werknemers. Het realiseren van het beheerscontract is van wezenlijk belang voor de financiele en economische draagkracht van dit overheidsbedrijf. Dit alles moet uiteindelijk gezien worden in het belang van de MIVB-cliënt. De heer Sven Gatz .- Ik ben tevreden met dit antwoord en zal het nog even samenvatten. Er komen dus geen privatiseringen, er hangt geen taboesfeer rond hervormingen en er zal worden gewerkt aan het scheppen van een vertrouwensklimaat. De minister zal daar de nodige inspanningen voor leveren. De gewestelijke overheid moet ook haar verantwoordelijkheid nemen en zoveel mogelijk eigen beddingen gebruiken. Dit komt immers ten goede aan de algemene kostenstructuur en maakt ze gezonder. De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp&nchab .- Dit is een goede synthese van de situatie. De heer Michel Moock (in het Frans) .- Meneer Chabert, u spreekt over plichtsbewuste vakbonden en de goede toestand van de MIVB. Dat is iets anders dan de berichten die in de pers verschenen zijn. Bij een liberalisering moet men wel rekening houden met de werkgelegenheid in Brussel. De gedane besparingen zouden
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
PLENAIRE VERGADERING VAN DONDERDAG 14 NOVEMBER 2002
wel eens grote gevolgen kunnen hebben door het verlies van arbeidsplaatsen. Zou u binnen een redelijke termijn geen lijst kunnen opmaken van wat wel en wat niet geliberaliseerd mag worden ? De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans).Ik heb nog niet kunnen antwoorden op uw specifieke vragen die verband houden met het aannemingscontract waarover nog onderhandeld moet worden. Er moet op gewezen worden dat wanneer bepaalde activiteiten opengesteld worden voor de concurrentie, de MIVB soms veel goedkoper blijkt. Dit gezegd zijnde, zou een aannemingscontract inderdaad die domeinen kunnen afbakenen, die opengesteld kunnen worden voor de concurrentie. Het is misschien geen slecht idee om het onderhoud van het materieel in het bestek op te nemen en de onderneming aldus ook daarvoor te responsabiliseren. Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans) .- Ik dank de minister voor zijn heldere antwoorden. Ik heb gehoord dat het Erasmusplan nog niet op tafel lag en er nog geen sprake was van privatisering. Wij zitten niet op de zelfde golflengte over het onderaanneming. Tot mijn verbazing heb ik moeten vaststellen dat een Luxemburgs bedrijf met Luxemburgse werknemers verantwoordelijk is voor het leggen van de tramrails. Ik ben blij dat een eerste hoofdlijncontract ondertekend is. Tot slot apprecieer ik uw bemiddelingspogingen, hoewel de gevolgen ervan op het terrein nog niet te merken zijn. De Voorzitter .- We mogen niet vergeten dat de tewerkstelling van buitenlanders of gedetacheerd personeel soms kan leiden tot een deficit voor onze RSZ. De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans) .We moeten hier inderdaad waakzaam blijven zonder echter tegen de Europese richtlijnen in te gaan. - De incidenten zijn gesloten. INTERPELLATIE VAN DE HEER BENOIT CEREXHE TOT DE HEER ERIC TOMAS, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET TEWERKSTELLING, ECONOMIE, ENERGIE EN HUISVESTING, betreffende de herwaardering van de achtergestelde wijken en verlies van de Europese medefinanciering ingeval de verwezenlijking van de gesubsidieerde projecten vertraging oploopt. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- Het Rekenhof deelde ons mee dat het zich zorgen maakt omtrent de evaluatie van het beleid van de Gewestelijke dienst voor de herwaarde-
14
ring van de achtergestelde wijken (GDHAW). Het Rekenhof wijst op het lage ordonnanceringspercentage terzake. Ook volgens de gewestelijke minister van Financiën wordt er op dat vlak daadwerkelijk weinig besteed. De middelen van de gewestelijke dienst bestaan uit een dotatie van het Gewest en uit subsidies die door de federale Staat en de EU worden toegekend. Doelstelling 2 is gericht op de economische en sociale reconversie van gebieden met structurele moeilijkheden. Een aantal wijken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest komen hiervoor in aanmerking. De tegemoetkomingen worden voor de helft door de EU gefinancierd. De rest wordt door de Belgische overheid bijgepast. Weinig gesubsidieerde projecten worden ook echt verwezenlijkt. Uit de prognose van de resultaten van de uitvoering van de gewestbegroting in 2001 blijkt het lage ordonnanceringspeil. Van de aan de GDHAW toegekende uitgavekredieten wordt 73,5% opgenomen via vastleggingen en 5,9% via ordonnanceringen. Hieruit blijkt dus dat de gesubsidieerde projecten langzaam worden uitgevoerd. Hierdoor dreigt de Europese medefinanciering verloren te gaan. Wat denkt u hiervan? Blijkbaar bent u zich daarvan bewust, aangezien u de Europese commissaris hebt verzocht zich enigszins soepeler op te stellen wat de termijnen voor de betaling van de subsidies betreft. Kunt u ons uw verzoek aan de EC nader toelichten? Wat was haar antwoord ? Bestaat het gevaar dat we de Europese medefinanciering verliezen? In 2002 blijkt uit bepaalde bronnen dat de ordonnanceringen van de GDHAW op 30 september 2002 amper 9% zouden belopen van de beschikbare kredieten. Hoe komt het dat dit percentage zo laag ligt? De vertragingen lijken vooral het gevolg te zijn van functionele en politieke inertie. Welke maatregelen hebt u genomen om de procedures sneller te doen verlopen en om de gemeenten ertoe te overhalen de gesubsidieerde projecten binnen redelijke termijnen uit te voeren? Voor de voortzetting van de programma’s beschikken de bevoegde overheden bovendien over meer autonomie. Die overheden moeten wel het gebruik van de toegekende middelen beter verantwoorden. Het verlies van de cofinanciering, zou catastrofaal zijn voor Brussel. De lovenswaardige bedoelingen van onze ministers zijn onmiskenbaar. Die bedoelingen lopen echter vast op de financiële problemen waarmee ons gewest wordt geconfronteerd. Wanneer er evenwel voldoende geld beschikbaar is, moeten vragen worden gesteld bij de efficiëntie van het gevoerde beleid. Ons gewest heeft behoefte aan een meer proactieve aanpak van de dossiers. Mevrouw Françoise Schepmans (in het Frans).- Ik ben het niet eens met het zeer negatieve beeld dat de heer Cerexhe zonet heeft opgehangen. De opmerkingen van de auditeurs van het Rekenhof kunnen evenwel de gelegenheid bieden voor
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
15
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
vruchtbare gesprekken tussen de Brusselse regering en het Brussels parlement.
waarden te creëren om tot sociale verwevenheid in de stad te komen.
Uit een voorafbeelding van de resultaten van de uitvoering van de gewestbegroting blijkt dat slechts een klein deel van de uitgavenkredieten door de GDHAW geordonnanceerd is. Kan de minister de cijfers van het Rekenhof bevestigen?
De heer Alain Daems (in het Frans).- Bij elke begrotingsbespreking wordt de prioriteit van de stadsvernieuwing opnieuw ter discussie gesteld. De Ecolo-fractie zal hier niet aan meedoen. Wij zijn consequent, zowel in ons begrip ten opzichte van de traagheid van de procedures als in onze opbouwende voorstellen. Mijnheer de minister, u weigert systematisch naar onze voorstellen te luisteren.
U bent van mening dat de termijnen voor het indienen van de rechtvaardigingsstukken en voor het goedkeuren ervan door de diensten van de EU te kort waren. Commissaris Barnier zou beloofd hebben die enigszins te versoepelen. Kunt u ons daarover meer details verstrekken? Zal de commissie een plan voorstellen waarin rekening wordt gehouden met de chronische vertragingen en waarin voorkomen wordt dat de EU zich uit dat dossier terugtrekt? Denkt u dat het gevaar dat dit gebeurt reëel is? Wat de wijkcontracten betreft, hebben audits die in 2001 zijn uitgevoerd, aangetoond in welke mate de concrete uitvoering van de contracten van de eerste generatie vertraagd is door de logge administratieve procedures. Vindt u dat die chronische vertragingen de oorzaak zijn van het geringe percentage ordonnanceringen voor het jaar 2001? De MR-fractie staat volledig achter het beleid tot herwaardering van de wijken. Wij vinden evenwel dat de wijkcontracten verbeterd kunnen worden. Uit de uitgevoerde audits moeten lessen worden getrokken. De gemeenten zijn de eerste uitvoerders van bepaalde contracten en ze besteden veel tijd aan de administratieve fases. Moeten er geen pluridisciplinaire gemeentelijke teams worden opgericht om alle aspecten van de herwaardering van de wijken aan te pakken? In dit verband kunnen vragen worden gesteld over de rol van de interministeriële gewestelijke afvaardiging voor stadssolidariteit. Wat brengt die afvaardiging bij? In die contracten zou men meer de nadruk moeten leggen op het onderhoud van de gerenoveerde locaties teneinde vandalisme te voorkomen. Of deel 5, "Participatie", efficiënt is, is een omstreden vraag. In bepaalde gemeenten gaat de participatie voorbij aan haar oorspronkelijk doel. Doordat ze gepolitiseerd is, is het zelden mogelijk rekening te houden met de mening van de inwoners. Tussen 1994 en 1998 was de participatie van de privé- sector bijna onbestaande. In de toekomst moet worden vermeden dat de kostprijs van de contracten integraal door de overheid gedragen worden. In de plaatselijke commissies voor geïntegreerde ontwikkeling zou meer plaats moeten worden ingeruimd voor de vertegenwoordigers van de middenstand. Er is een nauwgezette controle nodig, temeer daar de uitvoering van die contracten een bedrag van 25 miljoen euro per jaar vertegenwoordigt. Het percentage uitgevoerde projecten zou de geleverde inspanningen moeten weerspiegelen. De follow-up van die projecten moet meer zijn dan het louter boekhoudkundig en financieel beheer. Men moet zich de vraag stellen of die contracten het mogelijk maken de voor-
Er is niet genoeg tijd vr de uitvoeringsfase. De projecten zijn niettemin drie maanden na de uiterste datum uitgevoerd. Wij zullen u dit niet verwijten. Er moet meer tijd komen zodat reeds in de ontwerpfase van de projecten amendementen kunnen worden ingediend en alle partijen met het project kunnen instemmen. U zult niet kunnen voorkomen dat de ordonnanceringen traag vorderen, maar u kan voorkomen dat slecht ontworpen projecten moeten worden geannuleerd. Zo zult u de burgers achter u krijgen. Wat doelstelling 2 betreft, moet worden opgemerkt dat Europa een vrijgevige maar veeleisende meester is. De vaak abstracte verplichtingen houden geen rekening met de specifieke plaatselijke situatie. Maar Europa is ook geduldig. wij lopen niet het gevaar de cofinanciering te verliezen. Als de prestaties in 2004 ontoereikend worden bevonden, zou de druk door de uitbreiding van de Unie groot worden. Als we geen geld meer ontvangen, zal u op geen enkele toegeeflijkheid meer kunnen rekenen. Mevrouw Isabelle Emmery (in het Frans) .- Elk jaar komt tijdens de begrotingsdebatten in ons Parlement het beleid inzake de herwaardering van de wijken ter sprake. Daarbij wordt steevast een stukje van een verslag belicht zonder het in zijn context te plaatsen. Vorig jaar heeft mevrouw Lemesre enkele inleidende opmerkingen van het Rekenhof over het eerste wijkcontract als voorwendsel gebruikt om het principe zelf van het herwaarderingsbeleid ter discussie te stellen. Over dit verslag is een ampel debat gevoerd. Achteraf waren alle democratische partijen het erover eens dat de initiatieven voor de herwaardering van de wijken moesten worden versterkt. Vandaag tracht de heer Cerexhe ons te doen geloven dat het Rekenhof "de klaarblijkelijke ondoeltreffendheid van het herwaarderingsbeleid" aan de kaak stelt. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- U heeft de verklaring van de heer Vanhengel niet gelezen. Mevrouw Isabelle Emmery (in het Frans) .- Na de zogenaamde mislukking van het integratiebeleid, moet de vermeende ondoeltreffendheid van het beleid voor de herwaardering van de wijken het ontgelden. Het echte probleem voor sommigen is dat deze regering de wijken als een prioriteit beschouwt. Zij vinden dat het Gewest te veel doet voor de armere bevolkingsgroepen, maar durven daar niet openlijk tegen ingaan. (Samenspraak)
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
PLENAIRE VERGADERING VAN DONDERDAG 14 NOVEMBER 2002
Zij zouden ons graag ervan overtuigen om die middelen aan te wenden voor de mooie wijken. De uitvoering van projecten voor een herwaardering van de stad verloopt traag en gaat met de nodige moeilijkheden gepaard. De stadsvernieuwing zal maar volledig geslaagd zijn als alle partijen het in politiek opzicht prioritair worden dat middelen daarvoor worden gevonden. De PS vraagt onterechte kritiek op de initiatieven inzake herwaardering achterwege te laten. (Applaus van de PS) Mevrouw Danielle Caron (in het Frans) .- De MR-fractie steunt dat dossier omdat het elementen bevat die belangrijk zijn voor het imago van ons Gewest. Dossiers kun je alleen maar tot een goed einde brengen via dagelijkse inzet en volharding. Wij dreigen de subsidies van de Europese Unie te verliezen. Tussen nu en 2006 gaat het om een bedrag van 1,2 miljard Belgische frank. De Europese Unie heeft nieuwe criteria ingevoerd. Het klopt dat het geld is vrijgemaakt en dat er weinig gebruik van is gemaakt. Het probleem van die Europese aanbestedingen is dat er ook veel partijen bij betrokken zijn. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdt toezicht op de gemeenten en zou ertoe kunnen bijdragen dat de ingewikkelde administratieve procedures de gemeenten worden vereenvoudigd. Men zou Europese ambtenaren beter aantrekken naar andere wijken dan die rond het Zuidstation en van Sint- Joost. Wie kent de wijken beter dan de gemeenten zelf? Ze moeten dan ook een meer prominente rol spelen. De privé-sector moet samenwerken met de GOMB. Samen kunnen ze de dossiers tot een goed einde brengen. (Voorzitter: de heer Jan Béghin) Wij willen meer dan een virtueel budget. We zouden het dossier kunnen verdelen tussen het budget voor huisvesting en dat voor de achtergestelde wijken. (Applaus van MR). De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans) .- Volgens de heer Cerexhe zou het Rekenhof het falen van het stedelijke herwaarderingsbeleid aan de kaak hebben gesteld. Niets is minder waar. Ondanks de vertraging bij de verwezenlijking van de projecten, was de balans van de eerste wijkcontracten volgens het Rekenhof globaal positief. Voor deze wijkcontracten gelden meerjarenprogramma’s. De behoeften ervan variëren gedurende de ganse periode. Aan het einde van het programma stijgen de uitgaven. De dienst werd opgericht om deze schommelingen van de ordonnanceringen tegen te gaan en om de druk op de gewestbegroting constant te houden. Het opstarten van de projecten die aanzienlijke investeringen vergden, nam meer tijd in beslag dan voorzien.
16
De EU past de N+2-regel toe, die bepaalt dat alle op jaarbasis vastgestelde kredieten automatisch als vastleggingen vervallen zoner een aanvraag tot bewezen betaling vr het einde van het tweede jaar nadat ze zijn vastgelegd. De Europese Commissie legde de eerste kredietbedragen met betrekking tot de twee programma’s vast op 1 januari 2001 en dus is de einddatum voor de eerste besteding 31 december 2003. Het bedrag van deze kredieten is 7.015.000 EURO voor "Doelstelling 2" en 1.233.334 EURO voor "Urban 2". Voor "Doelstelling 2" werd een eerste aangifte van bewezen betaling ingediend op 4 augustus 2002 voor een bedrag van 1.800.000 EURO. Die aangifte heeft betrekking op uitgaven voor een deel van de projecten die de regering in mei 2000 selecteerde. In 2000, 2001 en 2002 was het bedrag aan vastleggingen door het Gewest voor de subsidiëring van deze projecten in totaal 11.040.938,90 EURO. Al die subsidies hebben betrekking op uitgaven die vr 31/12/2003 moeten worden verantwoord. Het bedrag omvat de gewestelijke medefinancieringen van de afzonderlijk beheerde dienst en de voorschotten van de afzonderlijk beheerde dienst op de bijdragen van de EU aangezien de Europese Commissie, bovenop een kasvoorschot gelijk aan 7% van het totale bedrag van haar bijdrage, haar financiële bijdrage betaalt op grond van betalingsbewijzen. Het reeds vastgelegde aandeel van het EFRO kan worden geraamd op 50% van dit bedrag, d.i. ongeveer 5.520. 469 EUR. Daarbij komen nog de bedragen die in 2002 en 2003 zullen worden vastgelegd, waarvan een aanzienlijk deel vr 31 december 2003 kan worden verantwoord. Andere besluiten worden heel binnenkort ter goedkeuring aan de regering voorgelegd. Het algemeen vastleggingsplan voorziet in een totaal bedrag aan vastleggingskredieten 48.989.758 EUR voor 2002 en 2003. Men kan er dus van uitgaan dat de eerste schijf van de EFRO-kredieten voor "Doelstelling 2" op 31 december 2003 volledig zal zijn verantwoord en dat de tweede schijf die op 31 december 2004 vervalt, al ruimschoots zal zijn aangesneden met de geplande verbintenissen voor 2002 en 2003. Voor het Urbanprogramma ligt de situatie anders doordat er tot nog toe geen enkele verbintenis is aangegaan. Die toestand kan worden verklaard door de lange tijd die de Commissie erover doet om alle programma’s goed te keuren. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft een oproep gedaan tot het indienen van projecten en op 11 juli 2002 heeft de Regering daaruit een selectie gemaakt. De projectontwikkelaars leggen de laatste hand aan hun financieel plan dat als basis dient voor de besluiten en de overeenkomsten die de financiering ervan regelen. Die besluiten waarin men zich verbindt voor het totale subsidiebedrag en waarin een eerste schijf van 15% wordt geordonnanceerd, zullen ofwel eind dit jaar, ofwel begin 2003 aan de Regering worden voorgelegd. Ik zal er dus op nauwlettend op toezien dat wij op 31 december 2003 een verklaring van betaling kunnen voorleggen voor een totaalbedrag van 1.233.334 euro.
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
17
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Om terug te komen op Doelstelling 2, kan ik zeggen dat in verband daarmee verscheidene belangrijke investeringen zijn gedaan, zoals het project "Paraphane" te Molenbeek, het Euclidescentrum te Anderlecht, het M-Villagecentrum te Schaarbeek of het Dansaertcentrum te Brussel. De studiefase van een reeks projecten waarvan het Cultuurhuis te Molenbeek één van de belangrijkste is, loopt ten einde en sommige werken, zoals voor het "Palais du Vin" te Brussel, zijn al gestart. Het Gewest heeft alle fasen die nodig zijn voor de lancering van de verschillende programma’s doorlopen en de programma’s zijn al goed gevorderd. Hoewel de informatie over het eventuele verlies van de medefinanciering uit de lucht gegrepen is, blijft het een feit dat het Gewest onderworpen is aan talrijke verplichtingen die voortvloeien uit het nasst elkaar bestaan van de Europese procedures inzake structuurfondsen en de nationale procedures inzake openbaar beheer. Tegen die achtergrond heeft op 7 oktober 2002 een vergadering van alle Europese ministers die bevoegd voor regionaal beleid, plaatsgevonden met als thema de vereenvoudiging van het beheer van de door de structuurfondsen gecofinancierde programma’s. Ik heb daar gepleit om meer rekening te houden met de specifieke kenmerken van de investeringsprogramma’s in achtergestelde wijken in het raam van de algemene verordeningen die zonder onderscheid op alle projecten van toepassing zijn. Ik meen te kunnen stellen dat het standpunt dat ik heb verdedigd en waarbij de hele Belgische delegatie zich heeft aangesloten, niet in dovemansoren is gevallen. Er zijn verschillende vergaderingen gepland en de Commissie zou ons haar voorstellen tegen begin 2003 moeten meedelen. Bijgevolg moeten wij de Europese commissie niet vragen om van haar verordeningen af te wijken. De heer Cerexhe heeft gelijk wanneer hij zegt dat het welslagen van de projecten grotendeels afhangt van de ingevoerde procedures voor de begeleiding van de actoren. Daartoe zijn alle ambtenaren die zich bezighouden met het beheer van de structuurfondsen, ondergebracht in een enkele dienst, waardoor beter rekening kan worden gehouden met alle onderdelen van een project en tegelijk aan de projectontwikkelaars samenhangende antwoorden kunnen worden gegeven. Die dienst heeft onmiddellijk interne instrumenten uitgewerkt niet alleen voor de follow-up, maar ook voor de begeleiding van de rechthebbenden. Toen ik minister werd, bestond er immers geen enkel document met de rechten en de plichten van de rechthebbenden op het stuk van de Europese programma’s. Vandaag beschikt iedereen over een vademecum en in de overeenkomsten tussen het Gewest en de projectontwikkelaar wordt naar dat instrument duidelijk verwezen. Voor de vervulling van die taken heeft de dienst Stadsvernieuwing al versterking gekregen, maar het is duidelijk dat de dienst met het oog op het aantal te beheren projecten nog verder zal moeten worden uitgebreid.
De moeilijkheid zal erin bestaan gemotiveerde ambtenaren te vinden die er niet voor terugdeinzen om verscheidene avonden per maand op te offeren voor het bijwonen van de verschillende overlegvergaderingen met de inwoners, wat één van de kenmerken is van zo’n programma. Ten tweede fase is er de oprichting van een Gewestelijk Secretariaat voor Stadsontwikkeling, waarvan een van de taken erin zal bestaan de lokale actoren bij te staan in de uitvoering van de programma’s voor de herwaardering van wijken. Het secretariaat biedt een meer gepersonaliseerde begeleiding op vraag van een projectontwikkelaar, aangezien het optreedt als externe actor en niet in een relatie subsidieverlener-gesubsidieerde. Waar het Gewest steeds meer middelen ter beschikking stelt voor de herwaardering van bepaalde wijken, zijn het heel dikwijls de gemeenten die het beleid moeten uitvoeren op het terrein. Gelet op hun financiële situatie kunnen zij niet steeds voldoende personeel vrijmaken om deze opdrachten uit te voeren. Daarom heb ik in de begroting 2003 een subsidie van 500.000 euro uitgetrokken om de gemeenten die dergelijke dossiers moeten beheren, coördinatiepersoneel te helpen aanwerven. Deze maatregel zal waarschijnlijk heel binnenkort concreet worden gemaakt. Ik kan mevrouw Schepmans antwoorden dat de procedures op gemeentelijk vlak dikwijls erg lang zijn omdat er uitgebreid overleg gepleegd moet worden met de bewoners, omdat de gemeentewetten complex zijn, omdat er offerte-aanvragen gelanceerd moeten worden en een bestek moet worden opgemaakt. Om deze programma’s te verwezenlijken, moeten bijkomende middelen toegekend worden om multi- disciplinaire teams op te leiden. De follow-up van verwezenlijkingen kan pas gebeuren wanneer de programma’s afgerond zijn en om die in stand te houden, moet de gemeente de zaak overnemen op de dag dat die programma’s aflopen. De heer Alain Daems (in het Frans) .- Wat duidelijk is voor de gemeenten, is het niet noodzakelijk voor de bewoners. De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans) .- Men kan geen aanmoedigingsbeleid voeren en tegelijkertijd de gemeenten recurrente middelen ter beschikking blijven stellen. De heer Alain Daems (in het Frans) .- Wij willen alleen dat de acties waarvoor personeel nodig is, bestendigd worden. De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans).- Ik ben het eens met de vaststelling van mevrouw Schepmans betreffende de eerste wijkcontracten. De privé-sector heeft zijn beloften inderdaad niet altijd gehouden. Toch begint de privésector te investeren in wijkcontracten van de eerste generatie. De grote investeer-
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
PLENAIRE VERGADERING VAN DONDERDAG 14 NOVEMBER 2002
ders nemen echter slechts zeer bescheiden participaties in de huidige wijkcontracten. De vraag naar meer tijd voor overleg vr projecten goedgekeurd worden, is in strijd met Europa, dat een termijn van n+2 wil. Men moet echter vaststellen dat de lidstaten die prat gaan op een groter uitvoeringspercentage van hun gesubsidieerde projecten slechts zelden hun inwoners raadplegen. In Brussel heeft een raadpleging van de inwoners wel degelijk nut, ook al is het consultatiesysteem voor verbetering vatbaar. Het programma "Doelstelling 2" is voor ons een unieke kans. Volgens mij gaat het hier om een essentieel beleid voor ons Gewest gaat. Tegen 2003 wil men de bekendheid van de Europese en gewestelijke bijdragen vergroten door het ophangen van affiches met een beschrijving van de instanties die bij de werken betrokken zijn. Voorts moet worden opgemekt dat 75% van de aan de wijkcontracten toegestane kredieten bestemd zijn voor de huisvesting. Toegegeven, de situatie is nog verre van ideaal. De beperkingen nemen toe naarmate er bij de projecten meer domeinen en meer instanties betrokken zijn. Dat wil evenwel nog niet zeggen dat die projecten opgedoekt moeten worden. Deze projecten komen ten goede van de bevolking. (Applaus) De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- Ik betreur de demogogische uitspraken van mevrouw Emmery. Het CDH heeft altijd het investeringsbeleid in achtergestelde wijken gesteund. In het verslag van het Rekenhof wordt opgemerkt dat de ordonnanceringen in 2001 doeltreffend waren, maar uw minister van Financiën heeft het over dezelfde soort dysfuncties voor 2002. Uw antwoorden met betrekking tot de Europese subsidies stellen ons gerust. Wij delen de vaststelling dat de procedures omslachtig zijn. - Het incident is gesloten.
18
Kloppen die cijfers? Wat is het gemiddelde percentage en het percentage per categorie inzake reconversie op niveau van het Brussels Gewest? Hoe kan dit verschil worden verklaard? Zijn de uitzonderlijke maatregelen van de BGDA en het Brussels outplacementsysteem minder doeltreffend dan die van de overige Gewesten? Welke reconversiedoeleinden heeft de BGDA zich gesteld en welke maatregelen zullen er worden genomen om dat te bereiken? De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans).- Ik kan de cijfers van mevrouw De Groote bevestigen noch ontkennen, aangezien ik noch over de cijfers van Vlaanderen, noch over die van Wallonië beschik. Wat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft, waren er op 8 november 2002 nog 514 personen ingeschreven als werkzoekende, dat is 27,7 % van de dossiers van voormalig Sabenapersoneel die door de BGDA worden behandeld. De reconversiegraad is dus 72,3%. Daarmee zit het Brussels Gewest ver boven de gemiddelde nationale graad waarover u het zonet hebt gehad. Ons systeem van outplacement is niet minder efficiënt dan dat van de andere Gewesten. De 514 personen die nog als werkzoekende staan ingeschreven, behoren tot vele verschillende beroepscategorieën, waarvan de zes belangrijkste de airhostessen en de stewards zijn, de chauffeurs, het onderhoudspersoneel, het schoonmaakpersoneel en de grondtechnici, de administratieve bedienden en de piloten. 16% van hen is minder dan 25 jaar oud, 29% is tussen 25 en 29 jaar oud, 36% is tussen 30 en 39 jaar oud, 16% is tussen 40 en 49 jaar oud en 3% is tussen 50 en 59 jaar oud. De doelstelling van de BGDA voor 2003 is alle voormalige Sabena-personeelsleden die nog als werkzoekende staan ingeschreven om te scholen. Indien ondanks de geplande uitzonderlijke outplacement- maatregelen in 2003 niet alle voormalige personeelsleden van Sabena een nieuwe baan kunnen vinden, zal ik de BGDA gelasten zijn inspanningen voor hun outplacement voort te zetten.
MONDELINGE VRAGEN Plan voor de fusie van de oproepen 100 en 101. De toekomst van de ex-werknemers van Sabena Mevrouw Julie de Groote (in het Frans).- Na het faillissement van Sabena heeft de BGDA een reeks maatregelen genomen voor de getroffen Brusselaars. Tevens heeft de federale overheid besloten te zorgen voor outplacement voor alle werknemers. Eén jaar later heeft volgens de pers gemiddeld 55% van de ex-werknemers van Sabena een nieuwe baan gevonden. Dit percentage verschilt al naargelang de scholingsgraad van de werknemers: 60% voor piloten en gespecialiseerde technici en 50% voor lagergeschoolden. Bovendien ligt die reconversiegraad hoger in Vlaanderen: 67% in plaats van 55%.
De heer Joël Riguelle (in het Frans) .- De federale minister van Binnenlandse Zaken is van plan de oproepen voor de diensten 100 en 101 van de federale politie te fusioneren. De vertegenwoordigers van de sector laken dit voornemen. Het Brussels Gewest is betrokken partij, want ingevolge de hervorming is de centrale dispatching van de politie bij ons aan het proefdraaien. Op 15 juli 2002 opperde de volksgezondheidgroepexperts van dat de gegevensbestanden die door het oproepsysteem van de dienst 100 worden gegenereerd, niet door andere diensten mogen worden gebruikt. Volgens hen mag een lid van de politiediensten geen oproep voor de dienst 100 beantwoorden en
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
19
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
mag het 100- centrum geen dispatching van de tweede lijn vormen. In het plan van de minister van Binnenlandse Zaken is er sprake van een enige, neutrale dispatching, die de noodoproepen zou transfereren naar de gespecialiseerde dispatchings van de politie, de brandweer en de ambulancediensten. Welke opleiding de "call-takers" zullen krijgen of wat hun bevoegdheden zullen zijn, wordt niet vermeld. Een medische dispatching van de tweede lijn zou niet in overeenstemming kunnen zijn met de urgentie- geneeskunde. Volgens de verantwoordelijken van de sector, houdt de geplande fusie van de oproepen voor de diensten 100 en de 101 verband met de firma Astrid, die naar verluidt een wanekl financieel evenwicht heeft. Heel wat leden van de medische spoeddiensten zijn de mening toegedaan dat deze firma, die gesteund wordt door politieke kopstukken van de huidige regeringspartijen, de medische spoeddiensten een dure dispatching opdringt.
De heer Joël Riguelle (in het Frans).- Ik stel vast dat we redelijk zullen blijven en geen onnodige investeringen zullen doen. Informatie van de Brusselaars over hun elektriciteits- en gasfacturen Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans) .- De Brusselse energieweek is net afgelopen. Het was de bedoeling de aandacht van de Brusselaars te vestigen op hun energieverbruik en hen te informeren over de middelen om dat verbruik te verminderen en zodoende ook de CO2- uitstoot te doen dalen. De consumenten moeten zich dankzij duidelijke informatie bewust worden van het prijskaartje van hun energieverbruik en van de mogelijkheden om hun energiekosten te verminderen. (Voorzitter: mevrouw Magda De Galan)
Tijdens de parlementaire besprekingen die aan de oprichting van Astrid voorafgingen, was aangekondigd dat dit telecommunicatienetwerk in geen geval tot de fusie van de 100 en de 101 zou leiden. Hoever staat het met het plan voor BrusselHoofdstad? Heeft de regering zich hierover al uitgesproken? Is het de bedoeling het plan af te stemmen op het Astrid-net?
In de overige Gewesten zijn initiatieven genomen om de consument beter te informeren. Krachtens een decreet moeten de intercommunales in Vlaanderen op hun factuur aangeven hoe het verbruik gedurende de jongste drie jaar is geëvolueerd en moeten ze de oorsprong vermelden van de energiebronnen die voor de elektriciteitsvoorziening werden gebruikt.
De heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans).- Het plan om de oproepen 100 en 101 te fuseren valt niet onder de bevoegdheid van de Gewesten ! Noch de Brusselse Hoofdstedelijke Regering noch ikzelf werden bij die besprekingen betrokken. Wij hebben nog geen standpunt ingenomen. Voor zover ik weet is er geen concreet project voor Brussel. Er moet ook rekening worden gehouden met de mening van de mensen op het terrein.
In Wallonië zorgde Inter-Environnement Wallonie voor de "ideale factuur" waarmee de consument niet alleen volledig wordt geïnformeerd over de evolutie van zijn verbruik maar ook over het resultaat van zijn inspanningen of van zijn energieverspilling.
Er moeten oplossing worden gezocht die de bevolking ten goede komen. Zullen de burgers beter worden geholpen als hun oproepen worden beantwoord door iemand zonder opleiding in de urgentiegeneeskunde ? Ik ben getuige geweest van een misverstand tussen de centrales 100 en 101. Er werd een ziekenwagen met thuisreanimatie gestuurd naar een bejaarde vrouw wiens zoon aan de telefoon gezegd had dat ze bewusteloos was. In de volgende oproep aan de 100 is gebleken dat eigenlijk werd bedoeld dat ze niet meer besefte wat ze deed. Een eerstehulpopleiding is geen voldoende basis om vast te stellen of een ziekenwagen dan wel een medische ploeg met een arts naar de patiënt moet worden gestuurd. Het huidige systeem mag slechts dan worden gewijzigd als dezelfde dienstverlening als nu kan worden gewaarborgd. Het bedrijf Astrid staat al geruime tijd in contact met de brandweerdienst. Die wil tegen de lente van 2003 een eerste concrete evaluatie van zijn radiocommunicatiesysteem uitvoeren. Wij zijn trouwens geen voorstander van een nieuwe telefooncentrale, aangezien alle gebruikers zeer tevreden zijn over het systeem dat sinds deze zomer door de brandweerdienst wordt gebruikt.
Welke initiatieven staan er in Brussel op stapel? Hebt u de intercommunales richtlijnen gegeven waarmee ze het model van hun factuur kunnen aanpassen of kan dat enkel via een besluit? Wanneer komt er een duidelijker factuurmodel, dat meer informatie verstrekt over de aangewende energiebronnen? De heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie (in het Frans) .- De informatieverstrekking aan de consumenten betreffende hun energieverbruik en de mogelijkheden om dit te verminderen, is ontoereikend. Reeds enkele weken nadat ik begin dit jaar het energiebeleid kreeg toegewezen, heb ik meteen de belangrijke beklemtoond van kleinschalige initiatieven op het vlak van rationeel energieverbruik. Het heeft geen zin te investeren in heel dure uitrustingen als men tegelijkertijd niets onderneemt om het totale energieverbruik terug te schroeven. De aandacht moest in de eerste plaats gaan naar de promotie van een beleid van rationeel energieverbruik op het vlak van huisvesting, maar ook in de tertiaire sector en in de transportsector om de uitlaatgassen met broeikaseffect te verminderen en de energiekosten te verlagen. In Vlaanderen en Wallonië heeft men stappen ondernomen om de leesbaarheid van de energiefactuur te verbeteren. In het Brussels Gewest heb ik de cel energie bij het BIM belast met
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
PLENAIRE VERGADERING VAN DONDERDAG 14 NOVEMBER 2002
het uitwerken van een project ter verbetering van de leesbaarheid van de facturen en een project voor de bevordering van en het aanzetten tot rationeel energieverbruik. Dit project zal in de loop van de maand december worden voorgesteld. Daarbij zal een toelichting worden gegeven over de mogelijkheden om het verbruik terug te schroeven, over de methodes voor het opwekken van electriciteit én over de mogelijkheid tot vrije keuze van de eigen electriciteitsleverancier. Dit zal de gezinnen een middel tot evaluatie van hun jaarlijks energieverbruik verschaffen. Ik ben ook onderhandelingen begonnen met de electriciteitsbedrijven over de mogelijkheid om een "REV" bijlage toe te voegen aan de huidige facturen. De moeilijkheid in deze is van technische aard, vermits de facturen door Electrabel op nationaal niveau worden opgesteld. In de toekomstige geliberaliseerde markt zal men de plichten van de leveranciers en van de distributeurs op het vlak van de facturering moeten vastleggen. Bij de volledige openstelling van de gas- en electriciteitsmarkt in 2007 willen we tot een hervorming van de facturering komen, teneinde de facturen leesbaarder te maken. De CREG, die als federale regelgever, alle regionale initiatieven coördineert om ze daarna te bundelen en op basis daarvan een collectief voorstel te formuleren dat geldt voor het gehele land. Vanaf 2003 zal ik initiatieven lanceren om de Brusselse consumenten te informeren over hun energieverbruik. Sociale verhuurkantoren De heer Alain Daems (in het Frans) .- Het regeringsbesluit dat de oprichting mogelijk maakt van de sociale verhuurkantoren (SVK’s) en dat twee maanden geleden in werking trad, veroorzaakt verscheidene problemen. Dat besluit bepaalt te lage subsidiëringsmaxima voor woningen met vier en vijf slaapkamers, behalve in de centrale wijken of in de wijken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waar de huurprijzen laag liggen. De SVK’s kunnen die grote woningen niet in beheer nemen, terwijl dergelijke woningen net onbereikbaar zijn voor mensen die het moeilijkst een fatsoenlijke woning kunnen vinden op de privé-markt. Met initiatieven zoals de SVK’s streeft men naar een sociale mix. Is het dan wel verstandig om maxima te bepalen, waardoor sommige gezinnen zich onmogelijk kunnen vestigen in de eerste kroon? Hoeveel woningen van ten minste 4 slaapkamers worden door de SVK’s in beheer genomen? Een ander probleem van het besluit betreft de toegang tot de renovatiepremies. De eigenaars wordt een kopie van hun aanslagbiljet gevraagd, terwijl hun inkomen de toekenning of het bedrag van de premie niet beïnvloedt. De hele sector moet worden uitgebouwd, maar de reglementering is niet aangepast. De doelstelling moet snel worden bijgestuurd om vooruitgang te kunnen boeken. Er moet een grootschalige gewestelijke campagne op het getouw worden gezet om de eigenaars te informeren. Ik werd
20
hiervoor al gecontacteerd door eigenaars. Ik hoop dat de regering hiervan werk zal maken. De heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie (in het Frans).- Het nieuwe besluit bepaalt maxima voor de huurprijzen die het SVK mag betalen aan de eigenaars. Over deze bedragen werd met de SVK-sector onderhandeld en hierover werd een akkoord bereikt. De maxima werden bepaald om te vermijden dat mensen gaan "shoppen" als ze een woning zoeken. Dankzij die maxima kunnen woningen evenmin tegen te hoge prijzen worden verhuurd. Bovendien moesten gelijke normen worden bepaald om concurrentie tussen de SVK’s te vermijden. Het doelpubliek moest eindelijk eens kunnen rekenen op betaalbare woningen. De SVK’s kregen in 2002 tweemaal zoveel subsidies en in 2003 is er nog een stijging gepland. Globaal beschouwd beheren de SVK’s steeds meer woningen. Onze veertien SVK’s beheren 723 gesubsidieerde woningen. De renovatiepremies stellen de SVK’s in staat huurprijzen te bedingen die lager liggen dan de door onze reglementering bepaalde maxima. De problemen met de renovatiepremies kunnen worden opgelost via een overeenkomst waarbij de toekenning van de premie afhankelijk wordt gemaakt van de uitvoering van het contract. Het is niet strikt noodzakelijk een aanslagbiljet te vragen aan iemand die een premie aanvraagt. Dat probleem zal worden aangekaart tijdens de eerste evaluatie van de nieuwe besluiten over de renovatiepremies. Er is in een budget voorzien voor een nieuwe campagne ter informatie van de eigenaars. Die campagne gaat binnenkort van start. Ik zal toezien op de goede werking van die sector. De heer Alain Daems (in het Frans) .- Ik ben blij dat u hier publiekelijk zegt dat wij terzake dezelfde bezorgdheid hebben. U heeft evenwel niet geantwoord op de kern van mijn vraag, met name de woningen met 4 en 5 kamers in de tweede kroon. Ik geef toe dat er misbruiken waren en er waren ongetwijfeld maxima nodig. Ik zal u hierover in de toerkomst ongetwijfekld opnieuw vragen stellen. - De vergadering van de Raad wordt om 18.45 uur geschorst. - De vergadering van de Raad wordt om 19 uur hervat. NAAMSTEMMINGEN De Voorzitter.- Nu moeten wij ons uitspreken over de gemotiveerde motie die werd ingediend door mevrouw Byttebier en de heren Cools, Cornelissen, Moock, Béghin, Grim-
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
21
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
berghs, Vanraes en Van Roye tot besluit van de toegevoegde interpellaties van mevrouw Emmery en de heren Grimberghs, Ide, Cornelissen en Lootens-Stael tot de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp. - De gemotiveerde motie wordt met 56 stemmen tegen 7 goedgekeurd; 2 leden hebben zich onthouden (Naamstemming nr. 1 - in bijlage). De Voorzitter.- We gaan over tot de stemming over de gewone motie die werd ingediend door mevrouw de Groote en door de heren Cerexhe, Riguelle en Lemaire, tot besluit van de interpellatie van de heer Benoît Cerexhe tot de heer FrançoisXavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- De ingediende motie is een kopie van de motie die mevrouw Persoons in de COCOF en in de Franse Gemeenschap heeft ingediend. Uw fractie zou coherenter moeten optreden en zou zich niet mogen bezondigen aan onnodige drukdoenerij. (Samenspraak) Het is op dit vlak dat de MR echte politieke macht heeft. Neemt uw verantwoordelijkheden op. (Samenspraak) Ik vraag dus aan mevrouw Persoons druk uit te oefenen op de heer Louis Michel. (Applaus van ECOLO en de cdH) - de gewone motie wordt met 41 stemmen tegen 22 aangenomen; 2 leden hebben zich onthouden (Naamstemming nr. 2 in bijlage). De Voorzitter .- Wij moeten nu stemmen over de eenvoudige motie ingediend door de heren Eric André, Mafoudh Romdhani, Sven Gatz, mevr. Brigitte Grouwels en Adelheid Byttebier tot besluit van de interpellatie van de heer Dominiek Lootens-Stael tot de heer François-Xavier de Donnea, Minister- President van de Regering, betreffende "het taalhoffelijkheidsakkoord" en de toegevoegde interpellatie van mevrouw Brigitte Grouwels betreffende "de uitoefening van het toezicht op de naleving door de plaatselijke besturen van het taalhoffelijkheidsakkoord". De heer Dominiek Lootens-Stael .- Hebt u zich niet vergist? Stond mevrouw Brigitte Grouwels mee op de lijst van de ondertekenaars van de eenvoudige motie? Ik heb in De Standaard van 20 juli een artikel gelezen over de taalakkoorden. Het commentaar van mevrouw Grouwels was vernietigend. De Franstaligen doen moeilijk over het feit dat Brussel tweetalig moet zijn, maar staan pal achter de tweetaligheid als het om de financiering gaat. De taalakkoorden, zoals die door de Brusselse regering in 1998, 2000 en 2002 werden afgesloten, zijn volkomen in strijd met de taalwetgeving. Wij vragen dat de Brusselse regering de rondzendbrieven zou intrekken en de taalwetgeving toepassen. Ik heb nog een probleem met de publieke stellingname van mevrouw Grouwels. In de media schijnt ze de Vlaamse bewe-
ging op te vrijen en harde standpunten in te nemen, maar als het op stemmen aankomt, handelt ze inconsequent. - De eenvoudige motie wordt met 56 tegen 5 stemmen aangenomen ; 3 leden hebben zich onthouden (Naamstemming nr.3 - in bijlage). - De vergadering wordt om 19.15 uur gesloten. - De Raad gaat tot nadere bijeenroeping uiteen.
BERICHTEN VAN VERHINDERING EN VERLOFAANVRAGEN Verhinderd : de heren François-Xavier de Donnea en François Roelants du Vivier, in het buitenland, de heer Serge de Patoul en mevrouw Isabelle Molenberg, belet.
BIJLAGEN
ARBITRAGEHOF IN UITVOERING VAN ARTIKEL 76 VAN DE BIJZONDERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBITRAGEHOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN : -de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 17 februari 2002 betreffende het vrijwillig in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen in dienst bij de Belgische strijdkrachten in de Bonsrepubliek Duistland, ingesteld door J.-P. Poncelet en door D. Crepin en anderen (nrs. 2509 en 2519. van de rol – samengevoegde zaken). -het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing van artikel 2 van de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 18 juli 2002 houdende wijziging van de nieuwe gemeentewet, ingesteld door S. de Lobkowicz en anderen (nr. 2521 van de rol). -het beroep tot vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 29 maart 2002 houdende invoering van het nultarief inzake het kijk- en luistergeld, ingesteld door B. Van Mengsel (nr. 2541 van de rol). IN UITVOERING VAN ARTIKEL 77 VAN DE BIJZONDERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBITRAGEHOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN : -de prejudiciële vraag betreffende artikel 5, § 2, 2°, van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, vóór de wijziging van dat artikel 5 bij de wet van 7 november 2000, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Aarlen (nr. 2514 van de rol). -de prejudiciële vragen betreffende artikel 61, § 7, vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brugge (nr. 2516 van de rol).
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
PLENAIRE VERGADERING VAN DONDERDAG 14 NOVEMBER 2002
-de prejudiciële vraag betreffende artikel 53, 17°, van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen (nr. 2520 van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 371 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen (nr. 2525 van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende de besluitwet van 29 december 1945 “houdende verbod tot het aanbrengen van opschriften op den openbare weg”, gesteld door het Hof van Beroep te Gent (nr. 2526 van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende artikel 1, 3°, eerste lid, van artikel III, overgangsbepalingen, van de wet van 14 juli 1976 betreffende de wederzijdse rechten en verplichtingen van echtegenoten en de huwelijksvermogensstelsels, gesteld door het Hof van Beroep te Gent (nr. 2535 van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 81, vierde en zevende lid, en 104, derde en zesde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen (nr. 2539 van de rol). IN UITVOERING VAN ARTIKEL 113 VAN DE BIJZONDERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBITRAGEHOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN DE VOLGENDE ARRESTEN : -arrest nr. 153/2002 uitgesproken op 15 oktober2002, in zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 42 en 30ter, § 6, A, zoals dit laatste van toepassing was vóór de opheffing ervan bij de wet van 26 december 1998, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brugge (nr. 2496 van de rol). -arrest nr. 154/2002 uitgesproken op 6 november 2002, in zake : de prejudiciële vragen over artikel 54bis van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies (thans koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen), gesteld door de Raad van State (nrs. 2189, 2190, 2191, 2194 en 2225 van de rol). -arrest nr. 155/2002 uitgesproken op 6 november 2002, in zake : de prejudiciële vragen over de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden in het algemeen en over artikel 31 van die wet in het bijzonder, gesteld door de Politierechtbank te Antwerpen (nr. 2216 van de rol). -arrest nr. 156/2002 uitgesproken op 6 november 2002, in zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 19quater van het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector, zoals ingevoegd bij decreet van 19 juli 1991, gesteld door de Raad van State (nr. 2224 van de rol).
22
-arrest nr. 157/2002 uitgesproken op 6 november 2002, in zake : de prejudiciële vraag over artikel 30ter van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen (nrs. 2243 en 2244 van de rol). -arrest nr. 158/2002 uitgesproken op 6 november 2002, in zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, zoals ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994 en gewijzigd bij de wet van 13 april 1995, gesteld door de Politierechtbank te Charleroi (nr. 2279 van de rol). -arrest nr. 159/2002 uitgesproken op 6 november 2002, in zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 2, 4° en 5°, en 38 van het decreet van het Waalse Gewest van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, ingesteld door de intercommunales Ipalle, Intradel, I.C.D.I. en I.B.W. (nr. 2283 van de rol). -arrest nr. 160/2002 uitgesproken op 6 november 2002, in zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 378, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de vrederechter van het derde kanton Gent (nrs. 2328 en 2378 van de rol). -arrest nr. 161/2002 uitgesproken op 6 november 2002, in zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 335, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen (nr. 2383 van de rol). -arrest nr. 162/2002 uitgesproken op 6 november 2002, in zake : het beroep tot vernietiging van titel VIII (« Ambtenarenzaken ») van de programmawet van 30 december 2001, in het bijzonder artikel 96, en van artikel 168, eerste lid, twaalfde streepje, van dezelfde programmawet, ingesteld door M. Jadot (nr. 2416 van de rol). NAAMSTEMMINGEN Naamstemming nr.1 Hebben ja gestemd: Alain Adriaens, Eric André, Mohamed Azzouzi, Françoise Bertieaux, Jean-Jacques Boelpaepe, Sfia Bouarfa, Dominique Braeckman, Alain Bultot, Adelheid Byttebier, Danielle Caron, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Bernard Clerfayt, Marc Cools, Jean-Pierre Cornelissen, Alain Daems, Magda De Galan, Jacques De Grave, Julie de Groote, Yves de Jonghe d’Ardoye d’Erp, Vincent De Wolf, Willy Decourty, Amina Derbaki Sbai, Christos Doulkeridis, Isabelle Emmery, Béatrice
B.V. (2002-2003) - Nr. 7
23
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Fraiteur, Sven Gatz, Marie-Rose Geuten, Rufin Grijp, Denis Grimberghs, Brigitte Grouwels, Bernard Ide, Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, Marion Lemesre, Geneviève Meunier, Claude Michel, Michel Moock, Anne-Sylvie Mouzon, Mostafa Ouezekhti, Joseph Parmentier, Martine Payfa, Caroline Persoons, Yaron Pesztat, Joël Riguelle, Marie-Jeanne Riquet, Mahfoudh Romdhani, Fatiha Saïdi, Françoise Schepmans, Philippe Smits, Anne-Françoise Theunissen, Didier Van Eyll, Michel Van Roye, Walter Vandenbossche, Jean-Luc Vanraes, Bernadette Wynants Hebben neen gestemd: Erik Arckens, Marguerite Bastien, Johan Demol, Dominiek Lootens-Stael, Albert Mahieu, Audrey Rorive, Jos Van Assche Hebben zich onthouden:
Michel Lemaire, Marion Lemesre, Geneviève Meunier, Claude Michel, Michel Moock, Anne-Sylvie Mouzon, Mostafa Ouezekhti, Joseph Parmentier, Martine Payfa, Caroline Persoons, Yaron Pesztat, Joël Riguelle, Marie-Jeanne Riquet, Mahfoudh Romdhani, Fatiha Saïdi, Françoise Schepmans, Philippe Smits, Anne-Françoise Theunissen, Didier Van Eyll, Michel Van Roye, Walter Vandenbossche, Jean-Luc Vanraes, Bernadette Wynants Hebben neen gestemd: Erik Arckens, Marguerite Bastien, Johan Demol, Dominiek Lootens-Stael, Jos Van Assche Hebben zich onthouden: Guy Hance, Albert Mahieu, Audrey Rorive
Stéphane de Lobkowicz, Guy Hance Naamstemming nr. 2 Hebben ja gestemd: Eric André, Erik Arckens, Mohamed Azzouzi, Françoise Bertieaux, Jean-Jacques Boelpaepe, Sfia Bouarfa, Alain Bultot, Adelheid Byttebier, Danielle Caron, Michèle Carthé, Bernard Clerfayt, Marc Cools, Jean-Pierre Cornelissen, Magda De Galan, Jacques De Grave, Yves de Jonghe d’Ardoye d’Erp, Vincent De Wolf, Willy Decourty, Johan Demol, Amina Derbaki Sbai, Isabelle Emmery, Sven Gatz, Rufin Grijp, Brigitte Grouwels, Marion Lemesre, Dominiek Lootens-Stael, Claude Michel, Michel Moock, Anne-Sylvie Mouzon, Mostafa Ouezekhti, Joseph Parmentier, Martine Payfa, Caroline Persoons, Marie-Jeanne Riquet, Mahfoudh Romdhani, Françoise Schepmans, Philippe Smits, Jos Van Assche, Didier Van Eyll, Walter Vandenbossche, Jean-Luc Vanraes Hebben neen gestemd: Alain Adriaens, Marguerite Bastien, Dominique Braeckman, Benoît Cerexhe, Alain Daems, Julie de Groote, Stéphane de Lobkowicz, Christos Doulkeridis, Béatrice Fraiteur, MarieRose Geuten, Denis Grimberghs, Bernard Ide, Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, Albert Mahieu, Geneviève Meunier, Yaron Pesztat, Joël Riguelle, Fatiha Saïdi, Anne-Françoise Theunissen, Michel Van Roye, Bernadette Wynants Hebben zich onthouden: Guy Hance, Audrey Rorive Naamstemming nr. 3 Hebben ja gestemd: Alain Adriaens, Eric André, Mohamed Azzouzi, Françoise Bertieaux, Jean-Jacques Boelpaepe, Sfia Bouarfa, Dominique Braeckman, Alain Bultot, Adelheid Byttebier, Danielle Caron, Michèle Carthé, Bernard Clerfayt, Marc Cools, Jean-Pierre Cornelissen, Alain Daems, Magda De Galan, Jacques De Grave, Julie de Groote, Yves de Jonghe d’Ardoye d’Erp, Stéphane de Lobkowicz, Vincent De Wolf, Willy Decourty, Amina Derbaki Sbai, Christos Doulkeridis, Isabelle Emmery, Béatrice Fraiteur, Sven Gatz, Marie-Rose Geuten, Rufin Grijp, Denis Grimberghs, Brigitte Grouwels, Bernard Ide, Fouad Lahssaini,
B.V. (2002-2003) - Nr. 7