B.V. (2001-2002) - Nr. 7
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD GEWONE ZITTING 2001-2002
BEKNOPT VERSLAG
van de plenaire vergadering van
VRIJDAG 30 NOVEMBER 2001 (ochtendvergadering)
Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
INHOUD
ARBITRAGEHOF BEGROTINGSBERAADSLAGINGEN ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST AANBEVELINGEN REKENHOF WIJZIGINGEN VAN DE SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIES WIJZIGING VAN DE BENAMING VAN EEN FRACTIE INOVERWEGINGNEMING VRAAG TOT SPOEDBEHANDELING ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DIVERSE WIJZIGINGEN BETREFFENDE DE MILIEUVERGUNNINGEN Algemene bespreking (Sprekers : de heer Philippe Smits, mevrouw Geneviève Meunier, Béatrice Fraiteur en de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen) Aanneming van de artikelen MONDELINGE VRAGEN van de heer Michel Lemaire (beleid inzake sportinfrastructuur) en antwoord van de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek. van de heer Alain Daems (samenwerkingsakkoord tussen Israël en het Brussels Gewest) en antwoord van de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek. van de heer Fouad Lahssaini (veiligheids- en preventiecontracten) en antwoord van de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek. van mevrouw Martine Payfa en mevrouw Geneviève Meunier (openbaar vervoer in het zuidoosten van Brussel) en antwoord van de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp
Brusselse Hoofdstedelijke Raad -Gewone Zitting 2001-2002
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
3
van de heer Yaron Pesztat (renovatie van de Madoutoren) en antwoord van de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen
B.V. (2001-2002) - Nr. 7
4
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Voorzitter: mevrouw Magda DE GALAN, Voorzitter. - De vergadering wordt om 10.10’ uur geopend
WIJZIGINGEN VAN DE SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIES De Voorzitter .- Bij brief van 14 november 2001 deelt de PRL-FDF-fractie een wijziging mee in de samenstelling van de commissie voor de economische zaken.
ARBITRAGEHOF
Zij zal in het Beknopt verslag en in het Volledig verslag van deze vergadering worden opgenomen.
De Voorzitter .- Verscheidene mededelingen worden door het Arbitragehof aan de Raad gedaan.
Bij brief van 26 november 2001 deelt de PRL-FDF- fractie wijzigingen mee in de samenstelling van de commissie voor de infrastructuur en de commissie voor leefmilieu.
Zij zullen in het Beknopt verslag en in het Volledig verslag van deze vergadering worden opgenomen.
Zij zullen in het Beknopt verslag en in het Volledig verslag van deze vergadering worden opgenomen.
BEGROTINGSBERAADSLAGINGEN
WIJZIGING VAN DE BENAMING VAN EEN FRACTIE
De Voorzitter .- Verscheidene ministeriële besluiten worden door de Regering aan de Raad overgezonden. Zij zullen in het Beknopt verslag en in het Volledig verslag van deze vergadering worden opgenomen.
De Voorzitter .- Bij brief van 26 november 2001 deelt de heer Sven Gatz, VLD-VU-O-fractievoorzitter, de wijziging van de benaming van de VLD-VU-O-fractie mee.
ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST De Voorzitter .- Bij brief van 15 november zendt de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 van de ordonnantie van 8 september 1994 tot oprichting van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zijn aanbevelingen omtrent de voorwaarden en de procedure voor de erkenning van de ondernemingen die buurtwerken of -diensten verstrekken, ter aanvulling van zijn advies van 16 oktober 2001 inzake het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van de buurtdiensten en -banen, die hij in zijn plenaire vergadering van 15 november 2001 aangenomen heeft. - Verzonden naar de Commissie voor de Economische Zaken, belast met het Economisch Beleid, de Energie, het Werkgelegenheidsbeleid en het Wetenschappelijk Onderzoek.
REKENHOF De Voorzitter .- Bij brief van 19 november 2001 zendt het Rekenhof, met toepassing van artikel 34 van zijn Reglement van Orde van 5 februari 1998, het antwoord van het Rekenhof van 14 november 2001 op de brief van 25 oktober 2001 van de heer Benoît Cerexhe in het kader van het inzage- en informatierecht van de parlementsleden. - Verzonden naar de Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken.
Deze fractie zal voortaan aangeduid worden met de benaming VLD-Spirit-fractie. INOVERWEGINGNEMING De Voorzitter.- Aan de orde is de inoverwegingneming van het voorstel van resolutie (van de heer Michel Moock) betreffende het behoud van het gehele openbaar-vervoersaanbod in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als openbare dienst (nr. A-234/1 - 2001/2002). VRAAG TOT SPOEDBEHANDELING De heer Michel Moock (in het Frans) .- Ik zou willen dat dit voorstel van resolutie in commissie en in plenaire vergadering onderzocht wordt voor het einde van het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie. Ik vraag dus de urgentverklaring. De Voorzitter .- Het staat aan de Commissie om zo spoedig mogelijk te vergaderen om dit voorstel te onderzoeken. - Verzonden naar de Commissie voor de Infrastructuur, belast met Openbare Werken en Verkeerswezen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DIVERSE WIJZIGINGEN BETREFFENDE DE MILIEUVERGUNNINGEN Algemene bespreking De heer Philippe Smits, rapporteur (in het Frans).- In de commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Waterbeleid heeft de minister de verschillende doeleinden van het ontwerp van ordonnantie uiteengezet: de omzetting voltooien de zogenaamde Seveso-richtlijn 96/82/EG van 9 december 1996, een regeling invoeren voor de controle op activiteiten die gevolgen
B.V. (2001-2002) - Nr. 7
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 30 NOVEMBER 2001
hebben voor het milieu met minder omslachtige procedures dan de erkenningsregeling en wijzigingen aanbrengen in de procedure voor de afgifte van milieuvergunningen. Het voorontwerp, dat door het BIM was opgesteld, is samen met het advies van de Raad voor het Leefmilieu om advies voorgelegd aan de Raad van State, die zijn advies op 3 april 2001 heeft uitgebracht maar het pas op 6 juni 2001 aan de minister van Leefmilieu heeft overgezonden. Met alle opmerkingen van de Raad van State is rekening gehouden. Tijdens de algemene bespreking heeft mevrouw Fraiteur voorgesteld om naar aanleiding van de wijziging van deze ordonnantie van de gelegenheid gebruik te maken om de ordonnantie betreffende de stedenbouwkundige vergunningen aan te passen op basis van het denkwerk van de reflectiekamer over het milieubeleid. Mevrouw Meunier heeft kritiek geuit op het feit dat de minister zijn ontwerp van ordonnantie voorstelt als een loutere omzetting van de Seveso II-richtlijn. Hoewel zij de positieve aspecten van het ontwerp heeft onderstreept, heeft zij zich afgevraagd of men onder het mom van een grotere soepelheid niet de weg naar de laksheid zou inslaan. De heer Adriaens betreurde de beknoptheid van de uiteenzetting van de minister, terwijl de minister zelf vond dat zijn uiteenzetting volledig was geweest. De Ecolo-fractie was erover verbaasd dat de ordonnantie betreffende de stedenbouwkundige vergunningen en de ordonnantie betreffende de milieuvergunningen tegelijk gewijzigd moesten worden. De minister heeft eraan herinnerd dat het de Raad van State is die van oordeel was dat het voorstel van ordonnantie van Ecolo en een wijziging van de ordonnantie betreffende de stedenbouwkundige vergunningen samen moesten worden besproken. De minister heeft erop gewezen dat het Brussels Gewest, met instemming van de heer Draps, zal vragen dat, vooraleer er GSM-antennes worden geplaatst, door het BIPT wordt nagegaan of de plaatsing ervan conform de federale norm is. Tijdens een tweede vergadering van de commissie zijn alle 25 artikelen besproken. De meeste artikelen zijn eenparig aangenomen. De artikelen 2, 10 en 21 zijn aangenomen met 13 stemmen bij één onthouding. De commissie heeft vervolgens, tot besluit van haar werkzaamheden, het geamendeerde voorstel van ordonnantie aangenomen met 13 stemmen bij één onthouding. (Appplaus) Mevr. Geneviève Meunier (in het Frans) .- Dankzij die ordonnantie zal de bestaande tekst worden verbeterd, inzonderheid op basis van de twee amendementen die Ecolo heeft ingediend en waarmee de meerderheid heeft ingestemd. Artikel 11 verplicht de ondernemingen van klasse 1 om minstens eenmaal per jaar een verslag op te stellen. Daar ik van
5
mening was dat de bewoners in de buurt van die ondernemingen onvoldoende geïnformeerd waren, heb ik twee amendementen ingediend. Het eerste amendement verplicht het BIM om elk jaar aan die buurtbewoners een vereenvoudigde versie van het verslag te bezorgen en het tweede amendement legt aan de werkgever de verplichting op aan de buitenmuren van de onderneming een bericht uit te hangen waaruit blijkt dat dat het verslag is opgesteld en dat de vereenvoudigde versie ervan beschikbaar is bij het BIM. Een andere belangrijke wijziging maakt het mogelijk de erkenningsduur die thans 15 jaar bedraagt, in te krimpen. De tweede doelstelling van die ordonnantie is een versoepeling van bepaalde procedures voor het verkrijgen van milieuvergunningen. Wij hopen dat die wijzigingen een betere toepassing van de ordonnantie mogelijk zullen maken. De erkenning zal voor sommige activiteiten worden vervangen door een registratie; in plaats van een voorafgaande controle kan dan een controle achteraf worden uitgevoerd. De derde belangrijke wijziging in die ordonnantie is het verplicht voorafgaand advies van het BIM en de DBDMH voor de tijdelijke werven en de schrapping van de stilzwijgende vergunningen, die de Europese Commissie niet aanvaardt. Wij hebben het debat bij het begin van de commissievergadering moeten openbreken, maar uiteindelijk is er dan toch constructief werk geleverd: de motiveringen die de minister in die zeer technische materie heeft gegeven, leken ons overtuigend te zijn en hij heeft ingestemd met onze twee amendementen. De Ecolo-fractie zal dus stemmen voor dat ontwerp van ordonnantie. (Applaus van Ecolo en PS) Mevr. Béatrice Fraiteur (in het Frans) .- De PSC-fractie zal zich, zoals in de commissie, onthouden bij de stemming over dat ontwerp. Ik vind het jammer dat de tekst zo slecht is opgesteld. De Raad van State had dit euvel trouwens reeds onderstreept. Tevens stemmen de verantwoording van de artikelen en de formulering ervan niet met elkaar overeen. In de nieuwe formulering van artikel 2 is er sprake van een impliciete vergunning als de administratie niet binnen de maand reageert. Ik keur het principe van de impliciete vergunningen af. We weten niet in hoeverre de administratie zich thans houdt aan de termijnen om te antwoorden en de aanvragen te behandelen. Ik vind het jammer dat we over een tekst moesten stemmen zonder over de nodige informatie te beschikken. Wat artikel 8 betreft, heb ik gepeild naar de verschillen tussen de nieuwe en de oude tekst van artikel 55. Er werd me gezegd dat de wijziging werd aangebracht ter wille van de overeenstemming. Ik verkies een correcte formulering van de "basistekst". Ik ben tevreden dat de commissie heeft ingestemd met mijn amendement dat ertoe strekt punt 4 van de tekst te verduidelijken.
B.V. (2001-2002) - Nr. 7
6
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Tot slot had ik gehoopt dat de minister ons artikel 10 zou toelichten. Het is dan wel goed dat er nu meer rapporten zijn en dat de frequentie ervan is aangepast, maar ik zou toch ook wel willen weten welke richting de regering uitgaat. Ik vind het jammer dat ons Parlement steeds meer zijn bevoegdheden aan de regering delegeert. (Applaus van PSC) De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen (in het Frans) .- De heer Gosuin, die verhinderd is, heeft me gevraagd u volgende antwoorden mee te delen. Zoals uit het verslag blijkt, konden tijdens de besprekingen in de commissie de krachtlijnen bepaald worden van het ontwerp van ordonnantie, dat dankzij de amendementen van de oppositie van nog groter nut zal zijn. (Verder in het Nederlands) Het ontwerp van ordonnantie was aanvankelijk beperkt tot enkele technische aanpassingen, met het oog op de naleving van de Europese Sevesorichtlijn en verschillende wetsbepalingen vanwege het Brussels Instituut voor Milieubeheer. Vandaag kunnen we evenwel een tekst met een totaal andere invalshoek aan de plenaire vergadering voorleggen.
- De vergadering wordt om 11.20 uur hervat. MONDELINGE VRAGEN Beleid inzake sportinfrastructuur De heer Michel Lemaire (in het Frans) .- Onlangs zijn twee vragen gesteld die wezen op een malaise omtrent de financiële steun die de gemeenten voor sportinfrastructuur krijgen. Welke projecten worden in 2001 gesubsidieerd? Welk bedrag is daarmee gemoeid? Hoe staat het met het meerjarenplan dat de situatie tot in 2005 moet regelen? Wat staat erin? Beschikt u over een raming van de in het vooruitzicht gestelde bedragen? Gemeenten brengen zelf 40% in voor investeringen. Denkt u niet dat dit percentage moet worden verlaagd voor gemeenten met een structureel financieel tekort? Moet de regelgeving niet worden gewijzigd? Kan er aanvullende sportruimte worden gecreëerd op onder meer terreinen van de NMBS en militaire domeinen zoals Laken?
(Verder in het Frans)
(Voorzitter: Magda de Galan)
Bij het ontwerp van ordonnantie wordt een registratiemechanisme ingesteld wat tot een administratieve vereenvoudiging zal leiden.
De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans) .- Met toepassing van het protocolakkoord van 30 november 1999 houdende de procedure en de nadere regels voor de subsidiëring van gemeentelijke sportinfrastructuur is in 2001 voor de volgende projecten subsidie toegezegd voor een totaal bedrag van om en bij de 60 miljoen: het zwembad Espadon in Etterbeek, fase 2 van sportcentrum Demuyter in Elsene, een synthetisch voetbalplein in Schaarbeek, de atletiekbaan in het Fallonstadion van Sint-Lambrechts-Woluwe en de verlichting van atletiekbaan Neerpede in Anderlecht. De kredieten voor die uitgaven zijn vastgelegd in juli 2001.
Dankzij de amendementen van mevrouw Meunier wordt bij deze ordonnantie een systeem ingevoerd waardoor de omwonenden van zogenaamde Seveso-installaties geregeld ingelicht worden. De tekst is grondig gewijzigd ten opzichte van het voorontwerp omdat rekening is gehouden met de opmerkingen van de Raad van State. Een stilzwijgende vergunning en een impliciete toekenning zijn totaal verschillende zaken. De Europese Commissie heeft zich al gebogen over de gebreken in het systeem van de stilzwijgende vergunning. Het betreft hier een beperkte toekenning. Aan het BIM wordt gevraagd of een vergunning moet worden aangevraagd naar gelang van de omvang van de beoogde uitbreiding. Als het BIM geen uitspraak doet binnen de gestelde termijnen, wordt het BIM geacht impliciet toe te stemmen. De twee punten van dit ontwerp van ordonnantie in verband waarvan mijn collega van leefmilieu hoopt dat u ze in overweging zult nemen, hebben betrekking op de administratieve vereenvoudiging en op de actieve publiciteit naar de bevolking toe. - De algemene bespreking is gesloten. - De artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen. - De vergadering wordt om 10.35 uur geschorst.
Twee andere projecten in Evere en Sint-Joost worden binnenkort ter goedkeuring voorgelegd aan de Ministerraad. De Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft 3,3 miljoen subsidie uitgetrokken voor een project voor gehandicapten in Sint-Gillis. Het meerjarenplan is opgesteld. De Ministerraad zal er binnenkort over beraadslagen. Het lijkt mij niet raadzaam om de subsidiëringspercentages alleen te wijzigen ten gunste van gemeenten met een structureel financieel tekort. Die gemeenten moeten alles in het werk stellen om hun financiën te redden en mogen geen investeringen doen die hun situatie nog kunnen verergeren. De subsidies van het Gewest gelden alleen voor sportinfrastructuur van gemeenten. Ze gelden niet voor sportinfrastruc-
B.V. (2001-2002) - Nr. 7
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 30 NOVEMBER 2001
tuur die onder andere overheidsinstanties valt of deel uitmaakt van het vermogen van natuurlijke of rechtspersonen uit de privé-sector. De heer Michel Lemaire (in het Frans) .- Het meerjarenplan laat wel heel lang op zich wachten. De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans) .- De werkzaamheden hebben daar nog geen vertraging door opgelopen. De heer Michel Lemaire (in het Frans) .- Wij moeten vaststellen dat de rijkste gemeenten over de beste sportinfrastructuur beschikken. Daarom stelde ik voor een extra inspanning te leveren voor de armste gemeenten. Samenwerkingsakkoord tussen Israël en het Brussels Gewest De heer Alain Daems (in het Frans) .- Een jaar geleden hebben wij gevraagd het samenwerkingsakkoord met Israël uit 1998 voorlopig niet uit te voeren, naar aanleiding van de mislukking van de vredesonderhandelingen en de uitbarsting van gewelddadige rellen op de esplanade van de Moskeeën. U heeft dat geweigerd en gezegd dat minister Michel bezig was met een studie over de politieke beperkingen van een bilaterale samenwerking in situaties die naar het onaanvaardbare neigen en dat u erop zou toezien dat ons Gewest hierbij betrokken zou worden. U hebt tevens uitgelegd dat het Comité dat belast is met de omkadering van het akkoord, erop zou toezien dat de geleverde producten en hun bestanddelen uit Israël afkomstig zijn en niet uit de Palestijnse gebieden. Ten slotte hebt u gezegd dat de onderhandelingen over een samenwerkingsakkoord met Palestina, dat onontbeerlijk is voor het evenwicht van onze houding ten aanzien van de strijdende partijen, tot een goed einde zouden worden gebracht. Sedertdien is de situatie alleen verergerd. De regering van Ariel Sharon heeft zopas onomwonden haar onverzoenlijke houding onderstreept en geweigerd om de kolonies te verlaten. Het probleem dat u vorig jaar nog onoplosbaar noemde, is alleen maar groter geworden. Welke acties zijn er ondernomen in verband met de drie punten die u een jaar geleden hebt opgesomd? Waarom zegt uw regering de uitvoering van dit samenwerkingsakkoord niet stop, zolang de vredesvoorwaarden niet vervuld zijn? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans) .- Het samenwerkingsakkoord dat wij met de Israëlische Staat hebben gesloten, gaat over niet-militair onderzoek en industriële ontwikkeling. Wij mogen geen ongepaste
7
initiatieven nemen die in strijd zijn met het beleid van de federale regering en van de Europese Unie. De minister van Buitenlandse Zaken is de politieke en ethische voorwaarden van de samenwerkingsakkoorden nog aan het bestuderen. De Gewesten werden hierbij tot nog toe niet betrokken. Artikel 2 van het akkoord tussen Europa en het Middellandse-Zeegebied, bepaalt dat de onderlinge relaties tussen de Europese Unie en Israël gebaseerd zijn op de naleving van de mensenrechten en van de democratische principes. Het begeleidingscomité van dat akkoord gaat na of de geleverde producten wel degelijk uit Israël afkomstig zijn. De Raad van de Europese Unie verwacht vooruitgang inzake de regels betreffende de oorsprong van uit Israël afkomstige producten. De Europese Unie herziet momenteel haar standpunt. In het kader van het samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Gewest en Israël betreft de Israëlische export vooral hoogtechnologische producten, die waarschijnlijk niet in de kolonies worden vervaardigd. Deze producten mogen niet worden uitgesloten van de voorkeurstarieven van het akkoord met de Europese Unie. De producten waar het over gaat, zijn vooral cosmetica en voedingswaren. We moeten uiterst voorzichtig zijn in de onderhandeling over een samenwerkingsakkoord met Palestina en afwachten hoe het internationaal klimaat zich ontwikkelt. Het Brussels Gewest is niet de enige overheid die een samenwerkingsakkoord met Israël heeft gesloten. De Vlaamse regering heeft ook zo’n akkoord gesloten en ook de regering van het Waals Gewest is hierover aan het onderhandelen. De heer Alain Daems (in het Frans) .- Die akkoorden zijn niet van toepassing, in tegenstelling tot dat van het Brussels Gewest. We vragen dat het voorlopig niet zou worden uitgevoerd zolang de situatie niet verandert. Volgens Ecolo is een normale samenwerking met Palestina nu al mogelijk. Hoever kan ons Gewest volgens u gaan in zijn samenwerking met Israël? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans) .- Geen enkel Gewest mag op eigen houtje te handelen. We mogen geen maatregelen nemen die de bemiddelingspogingen van de Europese Unie kunnen dwarsbomen. De veiligheids- en preventiecontracten De heer Fouad Lahssaini (in het Frans) .- De veiligheidsen preventiecontracten, die op 1 januari 2002 in werking treden, onderscheiden zich van de voorgaande door een scheiding van de hoofdstukken "preventie" en "veiligheid". Tot hiertoe dienden deze contracten aan een aantal richtlijnen te beantwoorden zoals de verplichting om een Gemeentelijke Adviesraad voor Preventie te organiseren (GARP). Daarvan dienden een vertegenwoordiger van elke politieke fractie in de gemeen-
B.V. (2001-2002) - Nr. 7
8
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
teraad en representatieve personen van de plaatselijke verenigingen deel uit te maken. Vormen deze Raden nog steeds een van de verplichtingen om dergelijke contracten af te sluiten? Welke richtlijnen krijgen de gemeenten omtrent de werkwijze, de samenstelling en de beslissingsprocedures van die raden? Bestaat er een mogelijkheid van beroep voor de partijen die niet bij deze Raden zijn betrokken zoals gepland? De nieuwe veiligheidscontracten lopen over twee jaar in plaats van één. Het Gewest heeft projecten uitgekozen die het zal subsidiëren en die betrekking hebben op de sociale bemiddeling, schoolproblemen, straathoekwerkers en sportanimatoren en tenslotte parkwachters. Dit laatste project betreft vooral PVA’s en is gericht op opdrachten inzake preventie, informatie en bijstand. Het project streeft twee doelstellingen na: de openbare veiligheid en de professionele herinschakeling van de PVA’s. Welke risico’s qua ontsporing en problemen lopen deze werknemers bij het vervullen van deze opdrachten? Voorzien de nieuwe contracten in opleidingsmodules voor deze assistenten? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans) .- De organisatie van een GARP blijft een verplichting die is opgelegd door de minister van Binnenlandse Zaken aan de gemeenten met een veiligheids- en preventiecontract. De ministeriële circulaire legt geen sanctie op voor de niet-naleving van deze bepalingen. De subsidiërende overheid dient echter na te gaan of alle verplichtingen die recht geven op de subsidies zijn vervuld. Indien dat niet het geval is, kan zij de subsidies geheel of gedeeltelijk weigeren of de terugbetaling ervan eisen. Er bestaat geen mogelijkheid tot beroep, wat niet uitsluit dat een betrokken partij terecht kan bij de gemeentelijke overheid of bij de minister van Binnenlandse Zaken. De parkwachters zijn een gewestelijke prioriteit. In de meeste gevallen beschikt het personeel over een volwaardig arbeidscontract. Vanaf 2002 zal het Gewest het PVA-personeel niet langer subsidiëren voor de veiligheids- en preventiecontracten en zal het de gemeenten voorstellen de PVA’s een contract van onbeperkte duur aan te bieden. Alleen het ministerie van Binnenlandse Zaken zal de PVA’s in dit kader nog subsidiëren. De parkwachters kunnen de opleidingen van het BIM volgen. De heer Fouad Lahssaini (in het Frans).- Kan u mij bevestigen dat de personen die lid zijn van deze Raden zich kunnen wenden tot de gemeenteraad of tot de minister van Binnenlandse zaken? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans) .- U kan eerst beginnen met de gemeenteraad aan te spreken en u vervolgens in geval van niet-naleving van het reglement tot de minister wenden. Die zal de maatregelen nemen die hij noodzakelijk acht.
Openbaar vervoer in het zuidoosten van Brussel Mevrouw Martine Payfa (in het Frans) .- Uit het nieuw Gewestelijk Ontwikkelingsplan blijkt duidelijk dat het Gewest de luchtverontreiniging wil terugdringen. Dat verdonderstelt een vermindering van het totale wegverkeer en inzonderheid de ontwikkeling van een intermodale verkeerstroom. Met dat doel voor ogen heeft het College van burgemeester en schepenen van Watermaal-Bosvoorde besloten om het doortrekken van tramlijn 94 in het gemeentelijk ontwikkelingsplan in te schrijven. De verkeersader Terhulpsesteenweg-DelleurVorstlaan wordt gebruikt door heel wat pendelaars die van de autosnelweg vanuit Namen afrijden. Het is daar vaak filerijden. Er moet tevens rekening worden gehouden met de verkeerstroom die wordt veroorzaakt door de grote bedrijven langs die laan. Watermaal-Bosvoorde, Oudergem en Sint-Pieters-Woluwe (de drie betrokken gemeenten) steunen het project omdat het kan zorgen voor een rechtstreekse verbinding tussen het station van Bosvoorde en het metrostation Debroux. Naderhand zou de lijn dan van daaruit worden doorgetrokken naar Sint-Pieters-Woluwe. Het biedt de pendelaars een alternatief voor de auto. Reeds in 2001 voorzag het samenwerkingsakkoord met de federale staat in de nodige middelen voor de verwezenlijking van dat project. Dat is ook in 2002 het geval. Er werden werkvergaderingen met het BUV en de MIVB belegd. De studies schieten dermate goed op dat binnenkort een stedenbouwkundige vergunning zal worden aangevraagd. Het gerucht doet de ronde dat dit project nu ter discussie zal worden gesteld, als gevolg van de recente beslissingen over de tarieven. De MIVB zou de geplande investeringen niet kunnen betalen. Staat u, en bijgevolg de regering, onvoorwaardelijk achter het gefaseerde project voor het doortrekken van tramlijn 94? Hoe ziet u de planning van de werken? Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans) .- De verlenging van tramlijn 94 op de as Terhulpsesteenweg-DelleurlaanVorstlaan vindt men terug in alle plannen van het Brussels Gewest en in bepaalde GemOP’s. De uitbreiding van die as zou nieuwe pendelaars aantrekken die gebruik maken van de autosnelweg van Namen. Met de uitvoering van dat project is evenwel nog steeds geen aanvang gemaakt. Wie houdt het dossier tegen? Is het Gewest van plan maatregelen te treffen om de zaken te versnellen? Voorts zou het interessant zijn de lijn die gaat van het kerkhof van Jette naar de halte Houba de Strooper, te verlengen zodat het Brugmanziekenhuis beter wordt bediend. Blijkbaar komt de uitbreiding van die lijn in het gedrang of wordt zij op zijn minst uitgesteld. In het herstructureringsplan van het tramnet wordt die lijn trouwens niet vermeld. Hoever staat het met de planning van de werkzaamheden? De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer,
B.V. (2001-2002) - Nr. 7
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 30 NOVEMBER 2001
Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans).De MIVB zal in het begin van het jaar 2002 een stedenbouwkundige vergunning aanvragen voor de uitbreiding van lijn 94. Net zoals de verlenging van lijn 55 komt de uitbreiding van lijn 94 niet in het gedrang, aangezien dit project budgettair zal afhangen van de kredieten die uitgetrokken worden in het kader van het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en het Gewest. Ook de investeringsprojecten die via de gewestbegroting gefinancierd worden, zullen integraal worden voortgezet. De werken voor de verlenging van de metrolijn naar Erasmus worden eveneens voortgezet. Ik kan echter niet voorspellen dat dit project klaar zal zijn op de vooropgestelde datum. Als de werken vertraging oplopen, zal dat om redenen zijn die strikt verband houden met het bouwwerk. Het Gewest zal de programmatie van de werken in de richting van Erasmus niet vertragen om begrotingsredenen ten gevolge van de invoering van de voorkeurtarieven. De voorkeurtarieven zijn als één van de prioriteiten van de regering in de gewestbegroting opgenomen. Dit is helemaal niet ten koste gegaan van projecten voor openbaar vervoer. Integendeel, voor het openbaar vervoer heeft de regering 876 miljoen extra uitgetrokken voor de verwezenlijking van het VICOM-programma. De detailplanning voor de werken aan lijn 94 wordt nog bestudeerd en ik zal niet nalaten de Commissie Infrastructuur op de hoogte te brengen zodra de studie gevorderd zijn. Mevrouw Meunier stelt voor de lijn van het kerkhof van Jette naar de halte Houba de Strooper te verlengen. Dit project is bestudeerd en in het IRIS-plan van 1998 opgenomen. In het kader van het plan voor de herstructurering van het tramnet is de verlenging van lijn 94 naar het Noorden toe als project in aanmerking genomen. De besprekingen met de betrokken gemeenten moeten echter nog worden voortgezet. Renovatie van de Madoutoren De heer Yaron Pesztat (in het Frans) .- In het GewOP wordt vastgesteld dat de achteruitgang van Brussel in de jaren 70 en 80 in de "klassieke" lijn ligt van de opmars van de voorstad, wat in Brussel nog versterkt werd door de verwoesting van het traditionele stadsweefsel. De Madoutoren verplettert de aanpalende huizenblokken, hij is gelegen aan een autoweg en verwoest het stadsweefsel. In het ontwerp van GewOP wordt ook vastgesteld dat het Gewest sinds 1989 de stad in haar glorie wil herstellen: renovatie van woningen, heraanleg van openbare ruimten, beperking van het overwicht van de auto, enz. Het project voor de Madoutoren voorziet echter in een nog grotere toren dan nu al het geval is. In dat project wordt ook voorgesteld de parkeergelegenheden te behouden, woningen te slopen, een semi-private weg aan te leggen die vooral als in- en uitrit van de parkeergarage moet dienen en de openbare ruimte
9
die ervoor ligt gedeeltelijk in te palmen ten behoeve van de gebruikers van de toren. Is dat niet flagrant in tegenspraak met de doelstellingen van het GewOP? Is de toren verenigbaar met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening? Vallen renovatie en uitbreiding van kantoren niet onder bijlage A van de ordonnantie houdende de organisatie en de planning van de stedenbouw, die bepaalt dat een milieueffectstudie verplicht is voor de bouw van meer dan 20.000 m² kantoorruimte, alsook voor de exploitatie van een parkeerterrein met meer dan 200 parkeerplaatsen? Hoe rechtvaardigt u tot slot dat de nieuwe weg achter de nieuwe toren door het BUV wordt aangelegd en dus door het Gewest wordt gefinancierd? De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen (in het Frans) .- Het probleem van de Madoutoren en de omliggende wijk moet in zijn volledige stedenbouwkundige context worden beschouwd. De stedenbouwkundige situatie van het plein en de omgeving laat momenteel te wensen over wegens de problemen in de buurt zoals de overlast van het autoverkeer uit noordelijke richting in de Scailquinstraat, de onderbreking in de rij handelszaken langs de Leuvensesteenweg door de in- en uitgangen van de parkeerruimte en de los- en laadruimte van de Madoutoren, en ten slotte de ouderdom van de toren, waardoor grootscheepse renovatie- en aanpassingswerken zijn vereist, onder meer om iets te doen aan de turbulenties rond het gebouw. Daarom is een grondige bezinning nodig omtrent de omgeving van de Madoutoren en het verkeer in de buurt. Het Bestuur Uitrusting en Vervoer en de eigenaar van de Madoutoren hebben dit probleem bestudeerd. Ze hebben samen twee aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning ingediend. De plannen voorzien onder meer in de aanleg van een stuk weg in het verlengde van de Verbondstraat, de inkorting van een stuk van de Scailquinstraat met de aanleg van een eigen baan voor het openbaar vervoer, een hertekening van de esplanade aan de voet van de toren, de verbreding van de voetpaden langs de Leuvensesteenweg en een functionele en esthetische verfraaiing van de omgeving van de toren. De nieuwe weg zou het verkeer rondom het Madouplein in nieuwe banen kunnen leiden, de Leuvensesteenweg verlossen van de in- en uitgang van parkeerruimten en van de laad- en losruimte van de Madoutoren, de handelskern van de Leuvensesteenweg doortrekken en er voetpaden aanleggen voor het comfort van de voetgangers. Er zullen woningen (1500 m²) door de eigenaar langs de nieuwe weg worden gebouwd. Mijnheer Pesztat, om al die redenen lijkt het mij een beetje lichtzinnig om te betogen dat het project haaks staat op de
B.V. (2001-2002) - Nr. 7
10
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
doelstellingen van het GewOP inzake stadsvernieuwing. U stelt mij ook verscheidene vragen over de behandeling van de aanvraag voor een vergunning betreffende de vernieuwing van de toren. Het is de taak van de gemeente waarbij de aanvraag voor een vergunning werd ingediend, om te beslissen of een afwijking van de GSV al dan niet mag worden toegestaan om de mogelijkheid te geven het gebouw lichtjes te verhogen. Persoonlijk zie ik daar alleen maar voordelen in, aangezien het de bedoeling is de antennes bovenaan de toren aan het zicht te onttrekken. De toren is inderdaad het hoogste punt in Brussel. De vele antennes bovenop de toren mogen in geen geval buiten dienst worden gesteld. Dat is precies de reden waarom de toren niet mag worden afgebouwd. Wat de uitvoering van een eventuele effectenstudie betreft, is de eigenaar van de toren houder van een milieuvergunning voor de bestaande parkeerplaatsen, waarvan het aantal niet zal worden gewijzigd, en van een stedenbouwkundige vergunning waarin voor de bestaande kantoren slechts in renovatie en niet in afbraak/heropbouw voorzien is. Krachtens bijlage B van de OPS is de uitbreiding van 7.500 m² kantooroppervlakte aan de voet van de bestaande toren niet onderworpen aan een effectenstudie, maar aan een effectenrapport. Het volledige huizenblok wordt momenteel gebouwd, met uitzondering van de toegang tot de parkeergarages van de Madou-toren. In dat opzicht is de aangevraagde vergunning die in een groene ruimte op de hoek van de toren aan de kant van de Scailquinstraat voorziet, een verbetering ten opzichte van de bestaande toestand. (Applaus van de PS)
BIJLAGEN ARBITRAGEHOF IN UITVOERING VAN ARTIKEL 76 VAN DE BIJZONDERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBITRAGEHOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN: -het beroep tot vernietiging van artikelen 7 en 60 van het decreet van het Waalse Gewest van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, ingesteld door de n.v. Electrabel (nr. 2280 van de rol). IN UITVOERING VAN ARTIKEL 77 VAN DE BIJZONDERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBITRAGEHOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN: -de prejudiciële vraag betreffende artikel 19quater van het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector, zoals ingevoegd bij decreet van 19 juli 1991, gesteld door de Raad van State (nr. 2224 van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende artikel 15 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gesteld door de Raad van State (nr. 2264 van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende artikel 409 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de beslagrechter in de Rechtbank van eerste aanleg te Gent (nr. 2267 van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 52, 4°, en 53, 12°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep te Gent (nr. 2278 van de rol).
De heer Yaron Pesztat (in het Frans).- Ik noteer het nieuwe argument dat u ten voordele van de toren hebt aangevoerd, met name de masten.
IN UITVOERING VAN ARTIKEL 113 VAN DE BIJZONDERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBITRAGEHOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN DE VOLGENDE ARRESTEN:
U lijkt te denken dat wanneer een vergunning is toegekend, die een verworven recht wordt.
-arrest nr. 144/2001 uitgesproken op 19 november 2001, in zake:
Ik ben voorstander van een heropbouw van de toren, niet van de sloop ervan, wat ruimer kan worden geïnterpreteerd dan u doet.
het beroep tot vernietiging van sommige bepalingen van de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen, ingesteld door S. Behous (nr. 2236 van de rol).
Mijn partij en u geven in dit project het begrip "stadsrenovatie" blijkbaar een andere invulling.
-arrest nr. 145/2001 uitgesproken op 20 november 2001, in zake:
- De vergadering wordt om 12.20 uur gesloten.
BERICHTEN VAN VERHINDERING EN VERLOFAANVRAGEN Verhinderd: mevrouw Isabelle Emmery, om gezondheidsredenen, de heren Jean-Jacques Boelpaepe en Didier Gosuin, mevrouw Françoise Dupuis en mevrouw Françoise Bertieaux, belet.
de beroepen tot vernietiging van: de organisatieafdeling 11, programma 3, basisallocatie 33.05 en artikel 1, in zoverre het betrekking heeft op die basisallocatie, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 1998 houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998; de organisatieafdeling 11, programma 3, basisallocatie 33.05, en de artikelen 1 en 37, in zoverre zij betrekking hebben op de basisallocatie, van het decreet van de Franse Gemeen-
B.V. (2001-2002) - Nr. 7
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 30 NOVEMBER 2001
schap van 17 juli 1998 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999, de organisatieafdeling 11, programma 3, basisallocatie 33.05 en artikel 1, in zoverre het betrekking heeft op die basisallocatie, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 30 november 1998 houdende de tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998; de organisatieafdeling 11, programma 3, basisallocatie 33.05, en artikel 1, in zoverre het betrekking heeft op die basisallocatie, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 23 december 1999 houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999 (nr. 1971, 1972, 2006 en 2015 van de rol). -arrest nr. 146/2001 uitgesproken op 20 november 2001, in zake: het beroep tot vernietiging van de artikelen 2, 2°, 3, 4 en 5 van de wet van 3 december 1999 betreffende steunmaatregelen ten gunste van landbouwbedrijven getroffen door de dioxinecrisis, ingesteld door de v.z.w. Nationale Federatie der Fabrikanten en Vleeswaren en Vleesconserven (nr. 1979 van de rol). -arrest nr. 147/2001 uitgesproken op 20 november 2001, in zake: de prejudiciële vraag over artikel 4, § 1, van de wet van 1 juli 1956 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, vóór de opheffing ervan bij de wet van 21 november 1989, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen (nr. 1983 van de rol). -arrest nr. 148/2001 uitgesproken op 20 november 2001, in zake: de prejuciële vragen over artikel 1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en artikel 57, § 2, van dezelfde wet, zoals gewijzigd bij artikel 65 van de wet van 15 juli 1996, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Antwerpen (nr. 1986 van de rol).
11
Bij brief van 12 november 2001, zendt de Regering, in uitvoering van artikel 15 van de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de Rijkscomptabiliteit, een afschrift van het ministerieel besluit van 4 oktober 2001 tot wijziging van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2001 door overdracht van kredieten tussen de basisallocaties van programma 4 van afdeling 17. Bij brief van 14 november 2001, zendt de Regering, in uitvoering van artikel 15 van de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de Rijkscomptabiliteit, een afschrift van het ministerieel besluit van 16 oktober tot wijziging van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2001 door overdracht van kredieten tussen de basisallocaties van programma 4 van afdeling 14 Bij brief van 26 november 2001, zendt de Regering, in uitvoering van artikel 15 van de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de Rijkscomptabiliteit, een afschrift van het ministerieel besluit van 4 november 2001 tot wijziging van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2001 door overdracht van kredieten tussen de basisallocaties van programma 2 van afdeling 11. Bij brief van 26 november 2001, zendt de Regering, in uitvoering van artikel 15 van de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de Rijkscomptabiliteit, een afschrift van het ministerieel besluit van 5 november 2001 tot wijziging van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2001 door overdracht van kredieten tussen de basisallocaties van programma 3 van afdeling 11. Bij brief van 26 november 2001, zendt de Regering, in uitvoering van artikel 15 van de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de Rijkscomptabiliteit, een afschrift van het ministerieel besluit van 24 oktober 2001 tot wijziging van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2001 door overdracht van kredieten tussen de basisallocaties van programma 4 van afdeling 14.
-arrest nr. 149/2001 uitgesproken op 20 november 2001, in zake: de prejudiciële vraag betreffende artikel 58 van het Strafwetboek, gesteld door de Politierechtbank te Namen (nr. 2077 van de rol). BEGROTINGSBERAADSLAGINGEN Bij brief van 12 november 2001, zendt de Regering, in uitvoering van artikel 15 van de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de Rijkscomptabiliteit, een afschrift van het ministerieel besluit van 4 oktober 2001 tot wijziging van de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2001 door overdracht van kredieten tussen de basisallocaties van programma 4 van afdeling 17.
WIJZIGINGEN VAN DE SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIES -Bij brief van 14 november 2001, deelt de PRL-FDF-fractie de volgende wijziging mee: COMMISSIE VOOR DE ECONOMISCHE ZAKEN, BELAST MET HET ECONOMISCH BELEID, DE ENERGIE, HET WERKGELEGENHEIDSBELEID EN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK -de aanwijzing van mevrouw Marion LEMESRE als vast lid van de Commissie voor de Economische Zaken, belast met het Economisch Beleid, de Energie, het Werkgelegenheidsbeleid en het Wetenschappelijk Onderzoek, ter vervanging van mevrouw Françoise SCHEPMANS.
B.V. (2001-2002) - Nr. 7
12
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
-Bij brief van 26 november 2001, deelt de PRL-FDF-fractie de volgende wijzigingen mee: COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR, BELAST MET OPENBARE WERKEN EN VERKEERSWEZEN -de aanwijzing van mevrouw Françoise BERTIEAUX als vast lid van de Commissie voor de Infrastructuur, belast met Openbare Werken en Verkeerswezen, ter vervanging van de heer Yves de JONGHE d'ARDOYE d'ERP. COMMISSIE VOOR LEEFMILIEU, NATUURBEHOUD EN WATERBELEID - de aanwijzing van de heer Yves de JONGHE d'ARDOYE d'ERP als vast lid van de Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Waterbeleid, ter vervanging van mevrouw Françoise BERTIEAUX. AANWEZIGHEDEN IN COMMISSIE Commissie voor leefmilieu, natuurbehoud en waterbeleid 16 november 2001 Aanwezig Vaste leden Mevr. Françoise Bertieaux, de heer Stéphane de Lobkowicz, mevr. Marion Lemesre, mevr. MarieJeanne Riquet. De heer Alain Adriaens, mevr. Dominique Braeckman, mevr. Geneviève Meunier. De heren Mohamed Azzouzi, Alain Bultot, Michel Moock. Mevr. Béatrice Fraiteur. Mevr. Adelheid Byttebier. Plaatsvervangers Mevr. Danielle Caron, de heren Jean-Pierre Cornelissen, Philippe Smits (ter vervanging van de heer Jean-Jacques Boelpaepe). De heer Yaron Pesztat. Ander lid De heer Marc Cools. Verontschuldigd De heren Jean-Jacques Boelpaepe, François Roelants du Vivier. Afwezig De heer Erik Arckens. Commissie voor de financiën, begroting, openbaar ambt, externe betrekkingen en algemene zaken 19 november 2001 Aanwezig Vaste leden De heren Jean-Pierre Cornelissen, Olivier de Clippele, Mostafa Ouezekhti, mevr. Caroline Persoons.
De heren Alain Adriaens, Michel Van Roye. Mevr. Magda De Galan, de heer Rudi Vervoort. De heer Benoît Cerexhe. Plaatsvervangers De heer Marc Cools. Mevr. Evelyne Huytebroeck. Mevr. Anne-Sylvie Mouzon. Verontschuldigd De heren Eric André, Serge de Patoul, Christos Doulkeridis, mevr. Brigitte Grouwels. Afwezig Mevr. Françoise Dupuis, de heer Dominiek LootensStael. Commissie voor leefmilieu, natuurbehoud en waterbeleid 20 november 2001 Aanwezig Vaste leden De heer Stéphane de Lobkowicz, mevr. Marion Lemesre, mevr. Marie-Jeanne Riquet, de heer François Roelants du Vivier. De heer Alain Adriaens, mevr. Dominique Braeckman, mevr. Geneviève Meunier. De heer Mohamed Azzouzi. Mevr. Béatrice Fraiteur. Mevr. Adelheid Byttebier. Plaatsvervangers De heren Mostafa Ouezekhti (ter vervanging van mevr. Françoise Bertieaux), Philippe Smits (ter vervanging van de heer Jean-Jacques Boelpaepe). De heer Michel Van Roye. Andere leden De heren Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp, Vincent De Wolf, mevr. Caroline Persoons, de heer Mahfoudh Romdhani (ter vervanging van de heer Michel Moock). Verontschuldigd Mevr. Françoise Bertieaux, de heren Jean-Jacques Boelpaepe, Michel Moock. Afwezig De heren Alain Bultot, Erik Arckens. Commissie voor de huisvesting en stadsvernieuwing 20 november 2001 Aanwezig Vaste leden De heren Jean-Pierre Cornelissen, Vincent De Wolf, Mostafa Ouezekhti, mevr. Caroline Persoons, mevr. Françoise Schepmans.
B.V. (2001-2002) - Nr. 7
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 30 NOVEMBER 2001
De heren Alain Daems, Yaron Pesztat, mevr. Fatiha Saïdi. De heer Alain Bultot, mevr. Michèle Carthé. De heer Michel Lemaire. Mevr. Brigitte Grouwels. Plaatsvervangers Mevr. Marion Lemesre. De heren Mohamed Azzouzi, Rudi Vervoort. Andere leden Mevr. Marie-Jeanne Riquet, de heren François Roelants du Vivier, Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp (ter vervanging van de heer Bernard Clerfayt), Philippe Smits, mevr. Magda De Galan vervolgens de heer Mahfoudh Romdhani (ter vervanging van mevr. Isabelle Emmery), mevr. Evelyne Huytebroeck, mevr. Béatrice Fraiteur. Verontschuldigd Mevr. Isabelle Emmery, de heer Bernard Clerfayt. Afwezig De heer Jos Van Assche. Commissie voor de ruimtelijke ordening, de stedenbouw en het grondbeleid 21 november 2001 Aanwezig
13
Commissie voor de infrastructuur, belast met openbare werken en verkeerswezen 21 november 2001 Aanwezig Vaste leden De heren Jean-Pierre Cornelissen, Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp, Claude Michel, mevr. Marie-Jeanne Riquet, mevr. Françoise Schepmans. De heer Bernard Ide, mevr. Geneviève Meunier, de heer Michel Van Roye. De heren Michel Moock, Mahfoudh Romdhani. De heer Denis Grimberghs. De heer Johan Demol. De heer Jan Béghin. Plaatsvervangers De heer Jacques De Grave, mevr. Amina Derbaki Sbai, de heer Mostafa Ouezekhti, mevr. Caroline Persoons, de heer Philippe Smits. De heer Alain Adriaens. De heer Joël Riguelle. Andere leden Mevr. Françoise Bertieaux, mevr. Danielle Caron, de heren Marc Cools, Mohamed Daïf, mevr. Magda De Galan, de heer Serge de Patoul. Verontschuldigd Mevr. Isabelle Emmery. Afwezig
Vaste leden De heren Bernard Clerfayt, Marc Cools, Jacques De Grave, mevr. Marion Lemesre, mevr. Isabelle Molenberg, de heer Didier van Eyll. De heer Alain Daems, mevr. Evelyne Huytebroeck, de heer Yaron Pesztat. De heer Mohamed Azzouzi, mevr. Michèle Carthé, de heer Willy Decourty. De heer Benoît Cerexhe. De heer Sven Gatz. Plaatsvervangers De heer Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp. Mevr. Geneviève Meunier, de heer Michel Van Roye. De heer Mahfoudh Romdhani. De heer Joël Riguelle. Andere leden Mevr. Amina Derbaki Sbai, mevr. Marie-Jeanne Riquet. De heer Alain Adriaens. De heer Alain Bultot. De heer Denis Grimberghs. Afwezig De heer Jos Van Assche.
De heer Jean-Jacques Boelpaepe. Commissie voor de economische zaken, belast met het economisch beleid, de energie, het werkgelegenheidsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek 21 november 2001 Aanwezig Vaste leden Mevr. Danielle Caron, de heer Serge de Patoul, mevr. Marie-Jeanne Riquet, mevr. Françoise Schepmans, de heer Philippe Smits. Mevr. Evelyne Huytebroeck, mevr. Anne-Françoise Theunissen. Mevr. Sfia Bouarfa, de heer Mohamed Daïf. Mevr. Julie de Groote. Plaatsvervangers De heer Mahfoudh Romdhani. De heer Jos Van Assche. Andere leden Mevr. Magda De Galan (ter vervanging van mevr. Isabelle Emmery), de heren Michel Moock, Mostafa Ouezekhti. Verontschuldigd Mevr. Isabelle Emmery.
B.V. (2001-2002) - Nr. 7
14
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Afwezig De heren Alain Zenner, Alain Daems, Erik Arckens, Rufin Grijp. Commissie voor de financiën, begroting, openbaar ambt, externe betrekkingen en algemene zaken 22 november 2001 Aanwezig Vaste leden De heren Jean-Pierre Cornelissen, Serge de Patoul, mevr. Caroline Persoons. De heren Christos Doulkeridis, Michel Van Roye. Mevr. Magda De Galan, de heer Rudi Vervoort. De heer Benoît Cerexhe. De heer Dominiek Lootens-Stael. Plaatsvervangers De heer Claude Michel. De heer Alain Daems, mevr. Evelyne Huytebroeck, de heer Bernard Ide, mevr. Anne-Françoise Theunissen. Mevr. Anne-Sylvie Mouzon. Andere leden Mevr. Adelheid Byttebier, mevr. Fatiha Saïdi, de heren Philippe Smits (ter vervanging van de heer Olivier de Clippele), Walter Vandenbossche (ter vervanging van mevr. Brigitte Grouwels), Joël Riguelle, Albert Mahieu. Verontschuldigd De heren Eric André, Olivier de Clippele, mevr. Brigitte Grouwels. Afwezig De heren Mostafa Ouezekhti, Alain Adriaens, mevr. Françoise Dupuis. Commissie voor binnenlandse zaken, belast met de lokale besturen en de agglomeratiebevoegdheden 22 november 2001 Aanwezig Vaste leden Mevr. Danielle Caron, mevr. Amina Derbaki Sbai, de heer Vincent De Wolf, mevr. Marion Lemesre, de heer Claude Michel. De heren Bernard Ide, Fouad Lahssaini, Michel Van Roye. De heer Alain Bultot, mevr. Anne-Sylvie Mouzon, de heer Rudi Vervoort. De heer Joël Riguelle. De heer Dominiek Lootens-Stael. De heer Jan Béghin. Plaatsvervangers De heren Jean-Jacques Boelpaepe, Serge de Patoul, Philippe Smits. De heer Alain Daems.
De heer Mahfoudh Romdhani. Andere leden Mevr. Caroline Persoons, de Cornelissen, Jos Van Assche.
heren
Jean-Pierre
Verontschuldigd Mevr. Martine Payfa. Commissie voor de financiën, begroting, openbaar ambt, externe betrekkingen en algemene zaken 26 november 2001 Aanwezig Vaste leden De heren Eric André, Jean-Pierre Cornelissen, Mostafa Ouezekhti. De heren Alain Adriaens, Christos Doulkeridis, Michel Van Roye. Mevr. Magda De Galan, de heer Rudi Vervoort. De heer Benoît Cerexhe. Mevr. Brigitte Grouwels. Plaatsvervangers Mevr. Danielle Caron (ter vervanging van mevr. Caroline Persoons). Mevr. Evelyne Huytebroeck, mevr. Anne-Françoise Theunissen. Mevr. Anne-Sylvie Mouzon. Ander lid De heer Jacques De Grave (ter vervanging van de heer Serge de Patoul). Verontschuldigd Mevr. Caroline Persoons, de heer Serge de Patoul. Afwezig De heer Olivier de Clippele, mevr. Françoise Dupuis, de heer Dominiek Lootens-Stael. Commissie voor de huisvesting en stadsvernieuwing 27 november 2001 Aanwezig Vaste leden De heren Jean-Pierre Cornelissen, Mostafa Ouezekhti, mevr. Caroline Persoons, mevr. Françoise Schepmans. De heren Alain Daems, Yaron Pesztat. De heer Alain Bultot, mevr. Michèle Carthé. De heer Michel Lemaire. Plaatsvervanger De heer Michel Van Roye. Verontschuldigd De heer Vincent De Wolf, mevr. Fatiha Saïdi, mevr. Isabelle Emmery, mevr. Brigitte Grouwels. Afwezig De heren Bernard Clerfayt, Jos Van Assche.
B.V. (2001-2002) - Nr. 7
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 30 NOVEMBER 2001
Commissie voor de economische zaken, belast met het economisch beleid, de energie, het werkgelegenheidsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek 27 november 2001 Aanwezig Vaste leden De heer Serge de Patoul, mevr. Marie-Jeanne Riquet, de heer Philippe Smits. Mevr. Evelyne Huytebroeck, mevr. Anne-Françoise Theunissen. Plaatsvervanger De heer Mahfoudh Romdhani. Verontschuldigd Mevr. Danielle Caron, mevr. Isabelle Emmery, mevr. Julie de Groote. Afwezig Mevr. Françoise Schepmans, de heren Alain Zenner, Alain Daems, mevr. Sfia Bouarfa, de heren Mohamed Daïf, Erik Arckens, Rufin Grijp. Commissie voor de infrastructuur, belast met openbare werken en verkeerswezen 28 november 2001 Aanwezig Vaste leden De heren Jean-Jacques Boelpaepe, Jean-Pierre Cornelissen, Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp, Claude Michel, mevr. Marie-Jeanne Riquet. De heer Bernard Ide, mevr. Geneviève Meunier, de heer Michel Van Roye. De heren Michel Moock, Mahfoudh Romdhani. De heer Denis Grimberghs. De heer Jan Béghin. Plaatsvervanger De heer Alain Adriaens. Verontschuldigd Mevr. Isabelle Emmery. Afwezig Mevr. Françoise Schepmans, de heer Johan Demol.
B.V. (2001-2002) - Nr. 7
15