B.V. (1999-2000) - Nr. 31
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD ZITTING 1999-2000
BEKNOPT VERSLAG
van de plenaire vergadering van
VRIJDAG 30 JUNI 2000 (namiddagvergadering)
Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
INHOUD
DRINGENDE VRAGEN van mevrouw Brigitte Grouwels, de heer Michel Lemaire en mevrouw Anne-Françoise Theunissen (socialprofitsector) en antwoorden van de heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter, mevrouw Annemie NeytsUyttebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen en de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting ; van de heer Alain Adriaens (sorteercentrum te Vorst) en antwoord van de heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel; van mevrouw Adelheid Byttebier (Brussels Observatorium voor Duurzame Consumptie) en antwoord van de heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel; van de heren Guy Vanhengel en Willem Draps (Wereldtentoonstelling te Hannover) en antwoorden van de heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter en mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen; van de heer Michel Lemaire en mevrouw Geneviève Meunier (gebruik van voertuigen op de dagen dat de ozondrempel wordt overschreden) en antwoorden van de heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel; van de heer Joël Riguelle (Irisplan) en antwoord van de heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp; van mevrouw Brigitte Grouwels (eventuele richtlijnen tijdens de sperperiode) en antwoord van de heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter; van mevrouw Isabelle Emmery (GIASS) en antwoord van de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting . VOORSTEL VAN AANBEVELINGEN BETREFFENDE DE MOBILITEIT IN EN ROND BRUSSEL Vervolg van de bespreking (sprekers: de heren Alain Adriaens, Michel Moock, de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en de heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp). Aanneming van de consideransen en van het bepalend gedeelte. INTERPELLATIES van de heer Benoît Cerexhe (beleid voor de nationale en internationale bevordering van het imago van Brussel en de inspanningen om in dit promotiebeleid rekening te houden met Euro 2000) tot de heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter, de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (Sprekers: de heren Benoît Cerexhe, de heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter en mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen)
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Zitting 1999-2000
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
van mevrouw Anne-Françoise Theunissen (de uitvoering van de overeenkomst betreffende de startbaan) tot de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (Sprekers: mevrouw Anne-Françoise Theunissen, de heren Serge de Patoul en Joël Riguelle, mevrouw Isabelle Emmery en de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting ) MONDELINGE VRAGEN van de heer Denis Grimberghs (belastingskrediet in Vlaanderen) en antwoord van de heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter; van mevrouw Fatiha Saïdi (de toegang tot de arbeidsmarkt voor personen die kandidaat zijn voor regularisatie en voor geregulariseerden) en antwoord van de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting . GEHEIME STEMMINGEN met het oog op de voordracht van een dubbeltal voor twee vacante ambten van lid van het Milieucollege NAAMSTEMMINGEN over het ontwerp van ordonnantie houdende oprichting van de dienst met afzonderlijk beheer "Brussels Centrum voor Voedingsmiddelenexpertise" en over het voorstel van aanbevelingen betreffende de mobiliteit in en rond Brussel
B.V. (1999-2000) - Nr. 31
3
4
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Voorzitter: de heer Jan Béghin, Eerste Ondervoorzitter De vergadering wordt om 14.40 uur geopend.
lega’s van de VGC toe, van oordeel dat tegenover gelijk werk gelijk loon moet staan. Het akkoord is overigens op een originele wijze gesloten, aangezien ze onder de auspiciën van het Gewest en door alle betrokken instellingen samen tot stand is gebracht.
DRINGENDE VRAGEN
(Verder in het Nederlands)
Budgettaire impact van het Brussels akkoord voor de social-profitsector
Het akkoord werd ondertekend zowel door de Brusselse regering als door de colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Cocof en de VGC.
Mevrouw Brigitte Grouwels .- Recent hebben wij via de pers vernomen dat er een akkoord is gesloten tussen de Brusselse regering en de social-profit sector. Dit akkoord heeft ongetwijfeld een budgettair impact. Deze problematiek situeert zich in de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en ook in de VGC en de Cocof. Voorziet dit akkoord in de overheveling van middelen van het gewest naar de gemeenschapscommissies? Ik ben daarover verbaasd omdat er in de gewestbegroting niets is voorzien en ook omdat het hier gaat over een materie die niet tot de gewestbevoegdheid behoort. Zonder op de inhoud van dit akkoord te willen ingaan vraag ik op informatieve basis wat er precies is beslist? Welke gewestmiddelen worden er overgedragen naar de gemeenschapscommissies? Welke techniek zal hiervoor gehanteerd worden? Waarom wordt er voor deze weg gekozen? Beschikken de gemeenschapscommissies niet over voldoende middelen? Gaat men de budgettaire ruimte van het gewest aanspreken? De heer Michel Lemaire (in het Frans).- Mijn beweegredenen zijn dezelfde als die van mevrouw Grouwels. Ik zou de verdeelmechanismes willen kennen. Hoe zal dit akkoord uitgewerkt worden tussen de verschillende commissies? Zal men daarvoor een verdeelsleutel gebruiken of gaat men zich baseren op het volume van de prestaties in de verschillende commissies? Mevrouw Anne-Françoise Theunissen (in het Frans).Vrijdag jongstleden hebben we vernomen dat er een voorakkoord was getekend met de non-profitsector. Die tekst komt een aantal eisen van de sector tegemoet maar hij bevestigt vooral het bestaan van een overlegforum voor een sector die over verschillende machtniveaus versnipperd is. Dit akkoord moet door alle actoren worden bekrachtigd. Betekent uw interventie van vanmorgen dat het bekrachtigd is? Zo niet, wanneer zal die bekrachtiging plaatsvinden?
(Verder in het Frans) Wij zijn erin geslaagd verschillende bevoegdheidsniveaus samen aan een tafel te krijgen. Er zal een bedrag van 875 miljoen worden uitgetrokken dat op basis van een objectivering van de aanvragen en niet volgens een politieke verdeelsleutel zal worden besteed. Mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen .- Wij zijn ervan uitgegaan dat er geen discri minatie kan zijn tussen personen die een gelijkaardig werk verrichten, noch tussen instellingen in territoria die aan elkaar grenzen. Tegelijkertijd leefde van Nederlandstalige kant de bezorgdheid om het sociaal akkoord voor de non-profitsector te scheiden van de problematiek van de herfinanciering van de Gemeenschappen. De cijfers zijn gebaseerd op de berekening van de administraties en de kabinetten en werden goedgekeurd door de vakbonden. De totale kostprijs van het akkoord bedraagt 875 miljoen. Oorspronkelijk bedroeg dit 820 miljoen. Het verschil is het resultaat van onderhandelingen. Bijkomend ging er 20 miljoen naar de socio-professionele integratie en wordt ook een supplementair bedrag besteed voor aanwervingen ter compensatie van arbeidsduurverminderingen, die zijn uitgebreid tot het geheel van het personeel. (Verder in het Frans) Stapsgewijs zal een vervroegde uittreding op het einde van de loopbaan worden ingevoerd. Wij dachten die vervroegde uittreding te laten gelden voor fysiek of psychisch zware beroepen. Uiteindelijk hebben we iedereen voor die uittreding in aanmerking laten komen. Deze maatregel zal 55 miljoen kosten. (Verder in het Nederlands)
Bepaalde elementen blijven echter onaangeroerd. Heeft u de intentie een debat te openen over de werktijdverkorting in de lijn van de derontafelgesprekken voor de werkgelegenheid die mevrouw Onkelinx heeft opgezet? Heeft u verder nagedacht over de nabijdiensten?
De kostprijs werd als volgt verdeeld tussen de drie gemeenschappen: 176,7 miljoen voor de GGC, 558,7 voor de Cocof en 139,7 miljoen voor de VGC. Het bedrag wordt gespreid over de jaren 2001 tot 2005. De implicaties ervan zullen dus vanaf de begroting 2001 zichtbaar zijn.
De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter (in het Frans).- Een aantal ministers is het er heel snel over eens geraakt dat de rechtmatige eisen van de non- profitsector een snel antwoord vereisten. Bovendien was iedereen, tot onze col-
(Verder in het Frans) De maatregel zal worden gespreid over vijf jaar. De compenserende indienstnemingen zullen worden gespreid over de
B.V. (1999-2000) - Nr. 31
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 30 JUNI 2000
jaren 2001, 2002 en 2003. Gedurende het eerste jaar zal de werktijd voor werknemers van 55 jaar en ouder, worden verminderd. Vervolgens zal deze maatregel in 2002 en in 2003 respectievelijk gelden voor werknemers van 50 tot 54 en van 45 tot 49 jaar. Zodoende zal in 2001 een bedrag van 215,7 miljoen worden toegekend aan de Gemeenschapscommissies. Deze som zal ieder jaar geleidelijk stijgen tot 875 miljoen in 2005. (Verder in het Nederlands) De loonharmonistie gebeurde op basis van de barema’s van het paritair comité 305.01. Eén belangrijk verschil met het Vlaams akkoord heeft betrekking op het referentie-paritair comité dat in Vlaanderen het paritair comité 319.01 is. De barema’s gehanteerd door dit comité zouden binnenkort evenwel tot het niveau van het paritair comité 305.01 worden opgetrokken. (Verder in het Frans) Het bedrag van 875 miljoen voor de financiering van alle verbintenissen wordt afgetrokken van de strikt gewestelijke uitgaven. (Verder in het Nederlands)
5
van de Gemeenschapscommissies. Er worden dus gewestmiddelen aangewend en dat verbaast me. De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans).In ons Gewest heeft het gewestelijk beleid een weerslag op de Gemeenschapscommissies. De GGC is op op bepaalde punten bevoegd voor de non-profitsector. Mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen .- Het gaat niet om trekkingsrechten; het gaat eerder om een soort dotatie. Mevrouw Brigitte Grouwels .- Gaat het nu om trekkingsrechten of om gewestmiddelen? Mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen .- Het gaat om middelen die overgeheveld worden van de gewesten naar de commissies om ze te helpen hun verplichtingen na te komen. Dat akkoord heb ik ondertekend met drie petjes op: dat van de GGC, van de VGC en van gewestminister.
(Verder in het Nederlands) Wij verwachten dat de gewestmiddelen zodanig zullen evolueren dat het akkoord haalbaar is. Als we rekening houden met een nulgroei van de huidige uitgaven en een geleidelijke groei van de ontvangsten, zoals voorzien in de begrotingscirculaire, blijft er nog een zekere marge over. Het akkoord zal dus de toekomstige uitgaven niet in het gedrang brengen. De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans).- Het gaat daarentegen om een gewestelijke bevoegdheid. Het akkoord voor de non-profitsector is een belangrijk onderdeel van het gewestelijk werkgelegenheidsbeleid. Nu moet er met de gesprekspartners uit de non-profitsector worden gesproken over meer beleidsmaatregelen inzake werktijdverkorting bij het einde van de loopbaan en moet het debat over de ontwikkeling van de nabijdiensten op gang worden gebracht. Mijn diensten hebben contact genomen met de sector. Er wordt een grootschalig project voorbereid. Mevr. Anne-Françoise Theunissen (in het Frans).- Wanneer u zegt dat het akkoord is ondertekend, veronderstel ik dat dit geldt voor alle onderdelen en dat het dus niet meer gaat om een voorakkoord maar wel om een toepasbaar akkoord. De heer Michel Lemaire (in het Frans).- Kunt u ons deze gegevens schriftelijk bevestigen? Mevrouw Brigitte Grouwels .- Ik mag dus concluderen dat het akkoord wordt gefinancierd uit de budgettaire ruimte en dat het dus niet om trekkingsrechten gaat. Ik vind het vreemd dat de minister van tewerkstelling verantwoordelijkheid opneemt voor tewerkstelling in sectoren die afhankelijk zijn
Afvalsorteercentrum van Vorst De heer Alain Adriaens (in het Frans). - Zoals we in de pers lezen, maken de inwoners van Vorst zich zorgen om de door het Brussels gewest ingediende vergunningsaanvraag voor een uitbreiding van het afvalsorteercentrum. De overlegcommissie is van oordeel dat een vergunningsaanvraag type 1 A moest worden ingediend, wat betekent dat ook een MER moest worden opgemaakt. Bent u van plan alsnog een 1 A aanvraag in te dienen? Volgens de inwoners van Vorst daalt de grondwaterspiegel, verzakken de huizen en droogt de vochtige zone van de Bempt uit. Bevestigt u de klachten? Zal u er in het MER rekening mee houden ? De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handelf. Op 14 juli 2000 wordt het dossier bij de regering aanhangig gemaakt. Zij zal dan beslissen of er ja dan neen een MER komt. De juridische argumentatie van de eenheid technische logistiek houdt geen steek. Er wordt immers geen logistiek centrum aan het sorteercentrum toegevoegd. Wel krijgt Agentschap Brussel een logistiek centrum. De klachten van de bevolking worden niet door wetenschappelijke gegevens bevestigd. Om een installatie in een industriële zone te vestigen, is sowieso een milieuvergunning nodig. Die vergunning stelt de exploitatievoorwaarden vast en bepaalt de milieu-effecten. De heer Alain Adriaens (in het Frans). - Naar mijn weten wijzen bepaalde elementen op mogelijke verzakking en door uitdroging van de watervoerende laag. Dat was ook vroeger in dergelijke situaties het geval.
B.V. (1999-2000) - Nr. 31
6
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (in het Frans). - Wanneer in een moerassige ondergrond zoals die van het Brussels Gewest, funderingen van 30 m diepte worden gebouwd, heeft dat zoals we weten nare gevolgen. Dat probleem heeft men niet bij industriële loodsen, aangezien funderingen dan nauwelijks nodig zijn. Brussels Observatorium voor Duurzame Consumptie Mevrouw Adelheid Byttebier .- Het Brussels Observatorium is een goede samenwerking tussen verschillende consumentenorganisaties en onze eigen BIM. Op 1 januari 1999 werd het project gestart en vandaag loopt het af. Het verslag van het Observatorium heeft iedereen bereikt. Het illustreert de belangrijke inbreng die het Observatorium heeft om de mentaliteit van de consument positief te veranderen. Bovendien loopt het over van initiatiefzin: ze zijn te zien op stands, ze hebben infolijnen, ze zijn aanwezig op internetsites. Het Observatorium speelt een belangrijke rol in het afvalstoffenplan dat zich tot doel stelt de afvalproductie met 10% te verminderen. Het zou niet logisch zijn het Observatorium af te schaffen. Kunnen daar middelen voor vrij gemaakt worden? Komt er een evaluatie van de bereikte resultaten per doelgroep? Kortom wordt er geleerd uit anderhalf jaar ervaring? De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel .De overeenkomst met het OIVO wordt geëvalueerd. Het eerste activiteitenverslag loopt over 18 maanden. Op dit ogenblik zijn besprekingen aan de gang om tot een nieuwe overeenkomst te komen. In afwachting werd de vroegere overeenkomst met vier maanden verlengd. De financiële middelen voor preventie waarin werd voorzien liepen over meer dan één jaar. Brusselse troeven op de wereldtentoonstelling te Hannover De heer Guy Vanhengel .- Bij collega Draps ontstond enige commotie naar aanleiding van een zinnetje in het foldertje "Spirit of Brussels", dat vermeldt dat één derde van de mensen in Brussel gebruik maakt van de voorzieningen die door de Vlaamse Gemeenschap worden geboden. Een bezoek aan de Ancienne Belgique of een blik op de bevolking van het kleuteronderwijs zouden hem nochtans veel verduidelijken. In de "Expo Guide" wordt België in tien lijnen voorgesteld, onder meer als het land dat bijzonder onderlegd is in het wetenschappelijk onderzoek over de kweek van bananen. Zijn daarbij Brusselse universitaire instellingen betrokken? Wat is de Brusselse bijdrage aan deze belangrijke Belgische troef? De heer Willem Draps (in het Frans) .- Tijdens de Brusselse dagen op de tentoonstelling van Hannover was ik nogal verbaasd dat het enige beschikbare document over dit evenement, in vier talen, als titel droeg ’Vlaanderen zet Brussel in de
schijnwerpers’ en de slogan "Kisses from Brussels" bevatte. Daarin werd gezegd dat Vlaanderen een belangrijke rol speelt in Brussel en dat een derde van de bevolking er faciliteiten krijgt die aan de Vlaamse Gemeenschap worden toegekend. Bovendien droeg het document de vermelding dat het was opgesteld ’in samenwerking met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest’. De promotiecampagnes voor ons Gewest zijn onze zaak en het past niet dat een andere Gemeenschap zich met regionale aangelegenheden inlaat. Wat denken de ministers daarvan? De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter .- De vraag van de heer Vanhengel betreft noch de Brusseldagen, noch het Brussels deel van het Belgisch paviljoen. Indien mijn antwoord niet voldoet, zal ik hem een outprint bezorgen van enkele interessante pagina’s van het internet in dat verband. De KUL beschikt over een gespecialiseerd labo voor bananenonderzoek, dat nauw samenwerkt met de FAO. Wist u dat er meer dan 1.000 variëteiten worden bewaard in proefbuisjes? Deze worden wereldwijd verspreid om variëteiten te kweken die bestand zijn tegen ziekten. Het belang van dit onderzoek in de strijd tegen honger mag dan ook niet worden onderschat. Ik heb geen weet van een verzoek tot samenwerking met de Brusselse universiteiten. (Verder in het Frans) Mijn voorganger leek bezorgd over het lot van een gedeelte van de stad dat hij "de banaan" noemde. Misschien ligt daar de oorsprong van uw vraag? Mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen .- De reis naar Hanover vertoonde plezierige en minder plezierige kanten. De organisatie van de Brusseldagen was onmogelijk geweest zonder de samenwerking van de andere gemeenschappen. (Verder in het Frans) Toen wij bij het Belgische paviljoen aankwamen, zijn wij eerst langs het federale gedeelte gegaan, dat ietwat somber aandoet. Vervolgens zijn wij langs de stand "Wallonië- Brussel" gegaan. Deze benaming stond in neonletters op de treden van de trap. De meest respectvollen zijn rond die letters gestapt. De minder respectvollen hebben er overheen gestapt. Ik denk niet dat er ook maar iemand was die over die letters heeft gelopen. Uiteindelijk zijn wij aangekomen in de Brusselse stand, die slechts 89 m groot is. Daarom heeft het Vlaamse Gewest ons zijn ruimte geleend voor de "food and fashion show", die onmogelijk op onze beperkte stand kon worden georganiseerd. Het is bij die gelegenheid dat de kleine folder in kwestie is gemaakt. De heer Draps kan gerust zijn; de folder is pas de dag
B.V. (1999-2000) - Nr. 31
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 30 JUNI 2000
daarvoor uitgedeeld en is helemaal niet te vergelijken met de luxueuze brochure van de Gemeenschap "Wallonië-Brussel". Ik zie niets negatiefs in die welwillende samenwerking tussen twee Gewesten. In slechts één document werd naar het Gewest verwezen. Circulatie van voertuigen de dagen waarop de ozondrempel wordt bereikt. De heer Michel Lemaire (in het Frans).- Mevr. Fraiteur had de heer Gosuin hieromtrent reeds ondervraagd en hij had daarbij heel ontwijkend geantwoord. Als de grens van 240 microgram per m3 wordt overschreden, zouden er geen auto’s meer mogen rijden in het Brussels Gewest. Sinds 1995 zou men slechts eenmaal per jaar een dergelijke controle hebben uitgevoerd. In het kader van de reeds goedgekeurde wetgeving, zou de gewenste drempel 120 microgram per m3 bedragen. Denkt u dat uw voorstel doeltreffend is? Hoe denkt u een onderscheid te maken tussen vervuilende en niet- vervuilende voertuigen? Blijkbaar is het soms de federale overheid die maatregelen moet nemen: hoe zal u omgaan met andere gezagsniveaus? Welke maatregelen stelt u voor wat de zones 30, het parkeren en de omzendbrief van De Saegher betreft? Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans) .- Als gevolg van een door een milieuvereniging ingesteld rechtsgeding heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een inconsequente verzoeningspoging gedaan. Het Gewest stelde inderdaad voor het autoverkeer te verbieden wanneer de drempel van 210 microgram per m3 wordt overschreden. Deze drempel wordt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest evenwel nooit overschreden. Wat is het standpunt van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nu deze verzoeningspoging is mislukt? Zou het niet beter zijn de drempel te verlagen tot 120 microgram per m3 berekend op basis van een gemiddelde van acht in plaats van één uur? De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (in het Frans) .- De Europese ozondrempel is 360 microgram per kubieke meter. Het is overdreven te beweren dat wij op een al te grote verontreiniging afstevenen. Dit systeem loopt vooruit op de nieuwe Europese ozondrempel, namelijk 240 microgram per m3, in de wetenschap dat wij die waarde in het Brussels Gewest nooit zullen bereiken. Ons voorstel heeft niet alleen betrekking op ozon, maar ook op NOX en zwaveloxide. Wij gebruiken het berekeningsmodel "Céline" waardoor maatregelen kunnen worden genomen voordat de drempel van 240 microgram per m3 wordt bereikt. Het gemiddelde waarnaar U verwijst, namelijk 120 microgram per m3, wordt op jaarbasis berekend. Die waarde wordt bij ons nog lang niet bereikt.
7
Ik heb het project ingediend bij de interministeriële conferentie voor het leefmilieu en heb contact opgenomen met de Minister van Verkeer die gunstig staat tegenover het systeem. De heer Michel Lemaire (in het Frans) .- Dat heeft eigenlijk allemaal niet veel zin, aangezien de drempel van 240 microgram per m3 nooit wordt bereikt. De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (in het Frans) .- Wij hebben die drempel al vijf keer bereikt sinds 1995. Dat zal ons ertoe aanzetten eindelijk normen terzake goed te keuren. Het gaat om een preventieve maatregel die ons in staat zal stellen altijd onder de drempel van de Europese Unie te blijven. Als het model "Céline" bij 120 microgram risico’s opspoort, zullen wij maatregelen nemen die verhinderen dat de aangegeven drempel ooit wordt bereikt. Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans) .- U hebt niet naar mijn voorstel van vorige maand geluisterd. Daarin merkte ik op dat de WGO 120 microgram als drempelwaarde voorstelde, gemeten over een tijdspanne van 8 uur. De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (in het Frans) .- Ik zal dat bespreken met de bevoegde fede rale ministers en ik zal hun voorstel toetsen aan de Europese richtlijn. Als zij de norm willen verstrengen, ben ik bereid dat ook te doen. De heer Michel Lemaire (in het Frans) .- Als men mij de gelegenheid geeft een aanvullende vraag te stellen, wil ik die ook kunnen afmaken. Irisplan De heer Joël Riguelle (in het Frans).- Onlangs hebt u tijdens een seminarie, gezegd dat u het Irisplan opnieuw wil bestuderen. Dit plan werd in 1998 goedgekeurd en bevat ambitieuze doelstellingen voor 2005. Ik zou graag weten waarom u dit plan opnieuw wil bestuderen. Wat zijn eigenlijk uw intenties? U heeft ook gesproken over de mogelijkheid van gratis openbaar vervoer voor bepaalde doelgroepen. Welke zijn dit? M. Robert Delathouwer, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans).- De toepassing van het Irisplan sluit de actualisering ervan niet uit. Het betreft hier om een volledig en ambitieus plan. Het beslaat eigenlijk de gehele Brusselse mobiliteit en legt, onder meer, de vermindering van het autogebruik met 25% voor 2005 als doelstelling vast. U moet weten dat voor dezelfde periode het grote plan van Ile de France voorziet in een vermindering met 2% en met 5% als de voorsteden worden meegerekend. Ons plan omvat een geheel van 180 projecten die moeten uitgevoerd worden. We zullen een instrument nodig hebben om
B.V. (1999-2000) - Nr. 31
8
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
operatie te voegen. Daarom werken wij aan de oprichting van een mobiliteitsobservatorium. De actualisering van het Irisplan is noodzakelijk. Heel wat basiselementen dateren namelijk van het begin van de jaren negentig. Bovendien verandert het gedrag van de gezinnen. Hetzelfde geldt voor de gewestelijke instrumenten zoals het GewOP. Ook moeten we rekening houden met de ordonnantie over de lucht en met wat het Parlement ons vraagt, namelijk een groter voluntarisme. Ons plan wordt door de buitenwereld als een goed plan beschouwd. Het PDU, een gelijkaardig plan in Parijs, is geslaagd, ook al waren er niet minder dan 2000 actoren bij betrokken. Vandaar dat het Irisplan geactualiseerd moet worden. Dit maakt het trouwens mogelijk alle actoren rond de tafel te krijgen. De regering zal aan de MIVB vragen zijn tarieven te verlagen en misschien zelfs gratis vervoer aan te bieden. Hierbij is de belangrijkste vraag of de mensen die vandaag hun voertuig gebruiken, morgen het openbaar vervoer zullen nemen. De heer Joël Riguelle (in het Frans).- U bent dus van plan de doelstellingen van het plan te verbeteren. Ik neem aan dat de hele regering u daarin volgt. De heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans).- Straks zult u een reglementering goedkeuren waardoor het bestaande Irisplan solieder wordt gemaakt. Wij kunnen dus niet in de tegengestelde richting gaan.
Sperperiode voor de gemeenteraadsverkiezingen Mevrouw Brigitte Grouwels .- Op 8 juli begint de sperperiode voor de gemeenteraadsverkiezingen. De Vlaamse regering heeft deontologische richtlijnen uitgevaardigd voor haar leden. Ook in de Brusselse regering nemen heel wat ministers en staatssecretarissen deel aan de gemeenteraadsverkiezingen. Zal de Brusselse regering ook deontologische richtlijnen uitvaardigen met het oog op de sperperiode? De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter.- De strikte naleving van de wetgeving geldt natuurlijk ook voor de leden van de regering. Het opleggen van verplichtingen aan de kandidaten behoort tot de bevoegdheid van het federale parlement terwijl de toepassing ervan onder de federale regering ressorteert. De Brusselse regering is niet bevoegd om ter zake maatregelen te nemen. Op lokaal vlak kunnen politiemaatregelen genomen worden door gemeentebesturen op grond van artikel 135 van de gemeentewet. Als de kandidaten de wet naleven en geen beroep doen op onregelmatige praktijken, moet hiervan geen gebruik gemaakt worden. Ik ben ervan overtuigd dat elk lid van de regering dat kandidaat is voor de gemeenteraadsverkiezingen de regels voor de verkiezingen en de verkiezingscampagne zal naleven.
(Verder in het Frans) Ik voeg eraan toe dat de leden van de Brusselse regering er nauwgezet op toezien dat de regels in de aanloop naar de verkiezingen worden nageleefd. U begrijpt dat de ministers het recht hebben campagne te voeren maar hierbij geen misbruik mogen maken van hun ministerambt. GIASS Mevrouw Isabelle Emmery (in het Frans) .- De regeringsverklaring voorziet in de hervorming van de Gewestelijke Interministeriële Afvaardiging voor de Stedelijke Solidariteit, beter bekend als GIASS. Deze moet de regering helpen bij het beleid voor de revitalisering de wijken. Via deze hervorming wil men de instelling herstructureren, haar een aangepast statuut toekennen en haar de nodige middelen ter beschikking stellen. Het mandaat van de GIASS, dat in 1996 begon, liep eind 1999 af, maar werd verlengd tot vandaag, 30 juni 2000. Ondertussen diende een werkgroep voorstellen uit te werken voor de hervorming van deze instelling. Wat zijn de besluiten van deze werkgroep? Heeft de regering maatregelen getroffen om deze instelling te hervormen of is ze dat nog van plan? De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans) .- Er werd inderdaad een werkgroep opgericht om de hervorming van de GIASS te onderzoeken. Er werd een nota bij de regering ingediend, maar deze heeft zich hierover nog niet uitgesproken. Om de overgang te verzekeren, heb ik voorgesteld om het mandaat van de GIASS tot eind dit jaar te verlengen. De GIASS moet de regering bijstaan en informeren, met het oog op een betere integratie van het wijkbeleid. Na de hervorming zal de GIASS de vorm aannemen van een vzw, bestuurd door een coördinatiecomité. Mevrouw Isabelle Emmery (in het Frans) .- Zal het huidige, verlengde mandaat aflopen op het moment dat de nieuwe structuur wordt opgericht? De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans) .- Na de beslissing van de regering moet er nog tijd worden uitgetrokken om de nieuwe structuur op te richten en de kandidaten op te roepen. Voorstel van aanbevelingen betreffende de mobiliteit in en rond Brussel Voortzetting van de bespreking De heer Alain Adriaens (in het Frans) .- Beleidsmakers worden dikwijls met dermate technische problemen geconfronteerd dat ze moeilijk met kennis van zaken kunnen beslissen. Wij hebben experts nodig die ons kunnen voorlichten. De ervaring met die werkgroep was zeer positief. Dankzij de passie van de heer Draps voor het onderwerp kon een dossier worden uitgeklaard dat volledig vertroebeld was door partijpolitieke
B.V. (1999-2000) - Nr. 31
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 30 JUNI 2000
standpunten. Ik benadruk de verantwoordelijkheid van ons Gewest en van de MIVB terzake. Het GEN is een dossier waarbij het Gewest, de vervoersmaatschappijen en de NMBS betrokken zijn. Ook de MIVB heeft een belangrijke rol. De heer Schoupe heeft aangekondigd dat 700 miljoen is uitgetrokken. Dat is bemoedigend. De regering moet echter haar verantwoordelijkheid opnemen in verband met de intermodaliteit. NMBS en MIVB moeten efficiënt samenwerken. De snelheid is een essentieel element. De experts zeggen ons dat verbeteringen alleen mogelijk zijn dankzij het gebruik van eigen banen. Het ontbreekt niet aan vindingrijke voorstellen zoals, bijvoorbeeld, het gebruik van gedeeltelijk eigen banen (alleen in één richting of afwisselend naar gelang van het uur). Dat is niet duur, maar er is politieke wil nodig ten gunste van het openbaar vervoer. De keuze van het Gewest gaat voorlopig niet in die richting. Ik hoop dat deze aanbevelingen niet eens te meer dode letter zullen blijven. De toezichthoudende minister lijkt er jammer genoeg niet veel aandacht voor te hebben. Het document dat u wordt voorgelegd, zou een referentiedocument moeten worden om resoluut een nieuw beleid te voeren. Ik hoop dat de absurde prioriteit voor de wagen wordt opgegeven. (Applaus van Ecolo en de PS) De heer Michel Moock (in het Frans).- De werkgroep heeft ernstig werk geleverd. Hierdoor kon het terrein vrijgemaakt worden voor de Commissie Infrastructuur, die enkele wijzigingen heeft kunnen aanbrengen. Wij willen objectief en zonder vooringenomenheid een voorstel voor een mobiliteitsplan onderzoeken. Het plan van de NMBS heeft de verdienste dat het bestaat en zorgt ervoor dat er gesproken wordt over investeringen in Brussel. De beslissing zal genomen worden na overleg met alle autoriteiten en de bevolking. Het gaat om een politieke, niet om een commerciële beslissing. We hebben ons een mening kunnen vormen over de gegrondheid van de voorstellen in het document van de NMBS. De NMBS heeft het GEN-project in de begroting opgenomen, terwijl ze toch de cijfers kent. Ziehier enkele belangrijke punten. Het net is misschien zwaar belast, maar minder dan men zegt. Een modernisering van de signalisatie en een betere organisatie zouden heel wat problemen moeten verhelpen. De Duitse en Zwitserse spoorwegen laten op een soortgelijke infrastructuur in alle veiligheid veel meer treinen rijden. De Noord-Zuidverbinding is niet volledig verzadigd. De oplossing zou er misschien in kunnen bestaan twee kokers voor te behouden voor de HST-treinen. Waarom wil men de HSTtreinen rond Brussel laten rijden terwijl de kortste weg de Noord-Zuid-verbinding is? Een intensief gebruik van de ringlijnen maakt het GEN in het westen van Brussel onmogelijk. De NMBS overweegt niet om een verbinding te maken tussen het Weststation en het toekomstige station Delacroix. Waarom weigert zij die intermodale structuur te gebruiken? De kwestie van lijn 28 baart mij zorgen. Alle aandacht gaat naar de tweede terminal en de verbinding met de luchthaven.
9
Wij willen echter een GEN voor de gehele Brusselse bevolking. Wij waren ervan overtuigd dat het absoluut noodzakelijk was de lijnen naar Ottignies en Nijvel over hun volledige lengte op vier sporen te brengen. Vandaag de dag rijden op die lijnen echter minder treinen dan 25 jaar geleden en blijft er groot voorbehoud bestaan. Op sommige gedeelten van die lijnen zou het makkelijk doenbaar en nuttig kunnen blijken een derde spoor aan te leggen. De tweede terminal aanleggen in het midden van niemandsland zou zinloos zijn en rampzalige gevolgen voor het milieu hebben. Als er een tweede terminal komt, dan moet die worden aangelegd in Schaarbeek- Reizigersstation, waar verscheidene openbare vervoermodi samenkomen. Wij verwijzen alleen maar naar de beslissingen van de Ministerraad om aan te tonen dat de motie met kennis van zaken werd ingediend. Als socialisten staan wij nogal sceptisch tegenover de Financieri voor het GEN. De exploitatie van het GEN zal inderdaad verlieslatend zijn. Hoe kunnen we de privésector anders aanmoedigen in het GEN te investeren dan door hen een dividend aan te bieden? Het Brussels Gewest mag daar niet voor opdraaien. De voltallige commissie en a fortiori de leden van de werkgroep eisen dat voor het GEN de nodige middelen worden vrijgemaakt en dat men zich niet tot een minimale dienstverlening beperkt. Het GEN mag er niet alleen voor de pendelaars komen, ook de Brusselaars moeten er profijt uit halen. Alleen de kosten die inherent zijn aan het MIVB-net mogen ten laste komen van het Gewest. De socialisten hebben een bepaling over de rechtstreekse en zijdelingse hinder van de werken laten toevoegen. De zaak is duidelijk. Wij kunnen die motie volgens mij allemaal steunen. Zo staan onze ministers sterker tijdens de onderhandelingen. (Applaus van de PS en Ecolo) De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp .- De regering zal niet reageren op de aanbevel ingen van het Parlement, dat ik bedank voor zijn bijdrage aan het debat over de mobiliteit. Wij zullen niet nalaten bij de komende besprekingen in de mate van het mogelijke rekening te houden met deze aanbevelingen. De leden van de regering zullen zich bij de stemming onthouden: zij kunnen immers geen aanbevelingen aan zichzelf richten. De heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp .- Ik sluit me aan bij minister Chabert. Wijzelf en onze medewerkers hebben actief deelgenomen aan de werkzaamheden in commissie. In dit dossier gaat het er niet om klappen uit te delen. We moeten samenwerken met de NMBS. Mobiliteit is een zaak van iedereen. In mijn antwoord op de heer Sven Gatz verwees ik reeds naar het advies van de regering van 18 februari over het NMBS-voorstel. Voor ons is een basis-GEN
B.V. (1999-2000) - Nr. 31
10
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
essentieel. Een tweede HST-terminal is pas aan de orde als de eerste is verzadigd. De commissie gaat verder dan de regering, maar bestrijkt toch niet het volledige luik van de mobiliteit. Over bepaalde aspecten als infrastructuur en financiering kunnen we wel wensen uiten maar overleg met het federale niveau en met de gewesten is noodzakelijk. Het GEN alleen kan het mobiliteitsvraagstuk niet oplossen. Het is slechts één van de zeven assen van het Irisplan. Wij moeten begeleidende maatregelen nemen en bijvoorbeeld zorgen voor een goed parkeerbeleid. Zoniet zullen de andere gewesten en het federale niveau ons het GEN niet gunnen. Wij voelen ons in elk geval gesteund door het Parlement. (Applaus) - De bespreking is gesloten. - De consideransen en het bepalend gedeelte worden zonder opmerking aangenomen. - Over het geheel van het voorstel van aanbevelingen zal later worden gestemd.
INTERPELLATIE VAN DE HEER BENOIT CEREXHE TOT DE HEREN JACQUES SIMONET, MINISTERVOORZITTER VAN DE REGERING, JOS CHABERT, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET OPENBARE WERKEN, VERVOER, BRANDBESTRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP EN MEVROUW ANNEMIE NEYTS-UYTTEBROECK, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET FINANCIEN, BEGROTING, OPENBAAR AMBT EN EXTERNE BETREKKINGEN, betreffende "het beleid voor de nationale en internationale bevordering van het imago van Brussel en de inspanningen die de Brusselse regering heeft gedaan om in dit promotiebeleid rekening te houden met de Euro 2000." De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- De organisatie van Euro 2000 gaf aanleiding tot belangrijke budgettaire inspanningen om het imago van Brussel in het buitenland te bevorderen. Daarvoor zijn specifieke begrotingsposten aangewend. De Brusselse regering heeft twee van haar ministers bijzondere bevoegdheden toegekend om dat evenement aan te grijpen om het imago van Brussel in de hele wereld te verbeteren. Ik begrijp echter niet goed uw houding terzake. Ik had u daarover al een vraag gesteld in maart 2000. De minister belast met externe betrekkingen wou zich toen alleen bezighouden met het project van het groot Europees museum. Ze had beloofd de daaropvolgende weken en in ieder geval vr de zomer, een groot debat te houden over de Europese zaak en het imago van Brussel. Mijnheer de Minister- Voorzitter, sedertdien lijkt u meer geïnteresseerd in de universele tentoonstelling van Hannover en zendt u uw ministers naar alle hoeken van de wereld. Volgens mij is dat eerder de rol van de ambassadeurs.
Voorzitter : de heer Philippe Debry Sedert 20 dagen leven wij in de ban van Euro 2000, maar er lijken weinig inspanningen te zijn geleverd om van die gelegenheid gebruik te maken om het imago van Brussel te verbeteren bij de Brusselaars en de miljoenen televisiekijkers. Ook Georges Grün, die u had aangesteld als bijzonder ambassadeur, is ontgoocheld omdat u Euro 2000 niet te baat hebt genomen om het Brussels blazoen op te poetsen. De media hebben vooral beelden getoond van traditionele evenementen voor en na de matchen, de veiligheidsmaatregelen om incidenten te voorkomen, wat vlaggen en borden, en verder niets! Euro 2000 is bijna ongemerkt voorbijgegaan. Wat hebt u gedaan opdat de supporters enthousiast naar huis zouden terugkeren en de televisiekijkers een positief beeld van Brussel zouden bewaren? Volgens ons hebt u niet veel gedaan en hebt u niet voldoende voordeel getrokken uit dit evenement. Uw bevoegdheid terzake is natuurlijk niet uitgebreid, maar u had initiatieven kunnen nemen. Hoe hebt u de handelaars en de deelnemers aan het evenement gesensibiliseerd? Heeft onze regering een akkoord gesloten met de taxichauffeurs van het Brussels Gewest ? Hoe staat het met de akkoorden tussen de NMBS en de luchthaven Brussel-Nationaal ? Zaventem is immers de eerste plaats waar buitenlanders met ons Gewest in contact komen. Wie met het openbaar vervoer naar het voetbalstadion wou, moest daarvoor betalen. In andere steden was het openbaar vervoer gratis. Waarom heeft men die prijs niet in het toegangskaartje verrekend ? Met financiële steun, die aan diverse privé-projecten via Euro 2000 werd toegestaan of geweigerd, had Brussel een nieuw image kunnen krijgen. Is er contact opgenomen met de verenigingen van Brusselse handelaars om financiële steun te vragen voor het voorstel om de bollen van het Atomium als voetballen aan te kleden ? Euro 2000 krijgt, op twee andere evenementen na, het meest mediabelangstelling over de hele wereld. Ik vrees dat het image van ons Gewest, in tegenstelling tot dat van andere steden, niet echt beter is geworden tijdens de maand juni. Overweegt u in 2007 of 2008 een wereldtentoonstelling te houden in het Brussels Gewest ? Als Sevilla, Lissabon en Hannover daartoe in staat zijn, dan moet Brussel dat toch ook kunnen ? De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter (in het Frans).- In samenwerking met de federale overheid en met de bedoeling het nationale en internationale imago van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te bevorderen, werden verscheiden initiatieven genomen. Iedereen die een ticket kocht, kreeg een "supportersgids" waarin de twee organiserende landen, waaronder België, met op kop het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, werden voorgesteld.
B.V. (1999-2000) - Nr. 31
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 30 JUNI 2000
Op een twintigtal plaatsen stonden stands die België en de drie Gewesten voorstelden, via een videocassette werd een boodschap verspreid over de buitenlandse handel en er werden 110.000 verwelkomingsbrochures, opgesteld in 4 talen, uitgedeeld. Voor de aftrap van elke wedstrijd die in het Koning Boudewijnstadion werd gespeeld, werden er beelden van het Gewest getoond die dus door ongeveer een miljard mensen werden bekeken. Er waren contacten met het VOB en de Kamer van koophandel, maar het is niet de taak van de overheid om in de plaats van de economische actoren te treden. Het logo van het Gewest stond op de rug van de kledij van de stewards. Van 9 tot 11 juni vond er een door het Gewest gesteunde European Business Summit plaats waaraan ongeveer 850 internationale bedrijfsleiders en hooggeplaatsten van de Europese Commissie hebben deelgenomen. De heer André heeft persoonlijk de taxichauffeurs aangeschreven waarbij hij de nadruk heeft gelegd op hun rol als "eerste ambassadeur" van Brussel. Het weekend vr het officiële kampioenschap werd er een tornooi voor straatvoetbal georganiseerd waardoor 160 jongeren uit kansarme buurten hun eigen "Euro 2000" hebben kunnen beleven. Wat de decoratie van de stad betreft, vroeg ISL een overdreven hoog rech voor het aanbrengen van het "Euro 2000" logo. Enkel de steden die eigenaar zijn van de stadions, hebben een contract ondertekend met ISL met vermelding van het aantal vlaggen en vaandels die ze mochten gebruiken voor decoratie. In Brussel hebben we alles geconcentreerd rond het Hilton, het belangrijkste Euro 2000-hotel. De MIVB en de Stichting Euro 2000 hebben ervoor gezorgd dat de supporters met een toegangsticket voor een wedstrijd in het Koning Boudewijnstadion, de dag zelf voor 70 BEF gebruik mochten maken van het volledige MIVB-net. De dag van de wedstrijden reden er meer stellen. Het was niet mogelijk om geen kosten aan te rekenen. Wat het imago van Brussel betreft, nodig ik u uit de internationale pers te lezen. Er is nog kans op de organisatie van een wereldtentoonstelling in 2007 of 2008. Vraag is of dit soort tentoonstelling in onze tijd nog zin heeft. Laten we dus de eindbalans van de wereldtentoonstelling van Hannover afwachten alvorens een beslissing te nemen. Mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans) .- Ik heb mijn algemene beleidsnota over buitenlandse betrekkingen en over de betrekkingen met de Europese Unie niet tijdig kunnen afwerken. Wij kunnen die in oktober bespreken. Dan kunnen wij het weer over grote projecten hebben. Daarbij moeten wij echter zeer voorzichtig blijven. De Expo Hannover zou een tekort van op zijn minst 3,5 miljard DM
11
voor de betrokken deelstaten betekenen en wij moeten dus goed nadenken vr wij ons in het avontuur storten. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Ik vind de initiatieven van het Gewest niet overtuigend. Hoeveel geld wordt daarvoor uitgetrokken ? U had het over de gids van de supporter. Die gids is weliswaar niet slecht, maar slechts op één van de 79 bladzijden is sprake van Brussel. Dat is dus niet meteen een grote promotiestunt. U had het ook over het straatvoetbaltornooi dat in het kader van Euro 2000 werd georganiseerd, maar aan dat tornooi namen maar 160 jongeren deel, wat niet veel is voor een stad met 1 miljoen inwoners. Dan zijn er ook nog de 300.000 bezoekers die wij dankzij Euro 2000 mochten ontvangen. Tot slot hebt u ons een juridische uitleg over het gebruik van het logo Euro 2000 gegeven. Die uitleg is weliswaar correct, maar ook zonder dat logo kon in Brussel voor een feeststemming worden gezorgd. Ik wil een positief punt uit uw uiteenzetting belichten. U hebt inderdaad gezegd dat Brussel nog altijd kandidaat is voor de organisatie van de wereldtentoonstelling in 2007 of 2008. Dat is een goede zaak, want een wereldtentoonstelling is een uitzonderlijk evenement. Wij moeten evenwel de economische gevolgen ervan afwegen. - Het incident is gesloten. INTERPELLATIE VAN MEVROUW ANNE-FRANCOISE THEUNISSEN TOT DE HEER ERIC TOMAS, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET TEWERKSTELLING, ECONOMIE, ENERGIE EN HUISVESTING betreffende "de uitvoering van de overeenkomst betreffende de startbaan in het Brussels Gewest" Mevrouw Anne-Françoise Theunissen (in het Frans).Ecolo steunt de startbaanovereenkomst, het Rosettaplan, dat een federaal initiatief is. Wij willen er echter zeker van zijn dat dit plan in ons Gewest wordt uitgevoerd. Die uitvoering vloeit voort uit het samenwerkingsakkoord betreffende de werkgelegenheid van januari. Bepaalde berichten verontrusten ons. De BGDA heeft zich tot doel gesteld voor 31 december 2000 6.000 overeenkomsten te ondertekenen. Vandaag de dag zijn er echter slechts duizend getekend. In zo een overeenkomst verbindt een jonge werkloze zich ertoe werk te zoeken en elke week naar de BGDA te gaan om een stand van zaken op te maken. Wij stellen ons vragen over hetgeen de BGDA daar tegenover stelt, aangezien tot nog toe slechts 187 werkaanbiedingen vanwege de werkgevers zijn opgetekend. Slechts 30 vacatures zijn opgevuld. Het Rosettaplan beoogt de indienstneming van jongeren, maar de precieze doelgroep kan variëren naargelang van de subregio in kwestie. In regio’s waar weinig werkloosheid heerst, kunnen de voorwaarden versoepeld worden. Aldus zijn drie categorieën jongeren bepaald, die volgens een waterval-
B.V. (1999-2000) - Nr. 31
12
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
systeem in aanmerking komen. In Brussel bestaat de doelgroep uit alle werkzoekenden van minder dan 25 jaar.
geneigd zijn iemand uit categorie C in dienst te nemen, aangezien die meer ervaring heeft.
Mijnheer de minister, bent u voornemens om aan het beheerscomité van de BGDA het verzoek te richten te verklaren dat het plan, in plaats van alleen op de werkzoekenden van minder dan 25 jaar, toepasselijk is op alle werkzoekenden van minder dan 30 jaar, wat beter met de Brusselse werkelijkheid overeenstemt?
Wat zijn de echte gevolgen van het samenwerkingsakkoord dat de gewestregering ondertekende voor de jongeren uit het Brussels Gewest? Zal de Brusselse regering ervoor zorgen dat de jobs in het Gewest in de eerste plaats naar Brusselse jongeren gaan of zal zij zich neerleggen bij de uitvoeringsmaatregelen die niet deugen? Het Brussels Gewest moet al afrekenen met een hoge werkloosheidsgraad en met een discriminatie van 34% bij indienstneming. Nu komt daar nog een nieuwe discriminatie bovenop. Hoe zal u die inperken? Zal u de startbanenovereenkomst uitbreiden tot de jongeren van minder dan 30 jaar?
Hoe ziet u het : moet voor de toepassing van de criteria rekening worden gehouden met de zetel van de onderneming of met de woonplaats van de kandidaat? Overigens blijken de werkaanbiedingen vanwege de werkgevers lang niet massaal toe te stromen. Het Begeleidingsplan voor de werkzoekenden, dat de werkaanbeidingen beheert, beschikt in feite slechts over 15 personeelsleden. Vindt u dat zulk een opdracht met zo weinig personeel efficiënt kan worden vervuld? Is de dienst ondernemingen van de BGDA ermee belast om bij de ondernemingen naar werkaanbeidingen te gaan zoeken? Heeft die dienst precieze instructies gekregen om de ondernemingen op de mogelijkheden van de startbaanovereenkomst te wijzen? Bent u van plan een algemene mobilisatie te organiseren rond een "Plan voor de Jeugd" zoals FOREM dat reeds doet? Hoe denkt u de diensten voor socio- professionele inschakeling en vooral de werkgelegenheidscentra daarbij te betrekken om van het Rosetta-plan in het Brussels Gewest een succes te maken? De heer Serge de Patoul (in het Frans). - Krachtens de overeenkomst terzake moeten de startbanen prioritair gaan naar jongeren van minder dan 25 die minder dan zes maanden werkloos zijn. Als die groep te klein is, komen de andere jongeren van minder dan 25 aan de beurt. Als er dan nog plaatsen vrij zijn, wordt een beroep gedaan op jongeren van minder dan 30. Het risico bestaat dus dat jonge werkkrachten al naargelang hun woonplaats anders worden behandeld. Weet men al welke criteria in het Brussels Gewest zullen worden toegepast? Als alleen het eerste criterium in ons Gewest in aanmerking komt, rijst de vraag of jongeren uit een ander Gewest, die aan het tweede of derde criterium beantwoorden een startbaan in het Brussel Gewest kunnen krijgen? Zoiets lijkt mij onaanvaardbaar. Wat is het standpunt van de Brusselse regering wat de gelijke behandeling betreft? De heer Joël Riguelle (in het Frans). - De startbanenovereenkomst onderscheidt drie categorieën jongeren: A, B en C. Categorie B en C komen pas in aanmerking via categorie A. De subregionale comités gaan op basis van eventuele tekorten na welke categorieën in aanmerking komen. De minister van Tewerkstelling antwoordde op een vraag hieromtrent dat niet de plaats waar de onderneming is gevestigd maar wel de woonplaats van de kandidaat- stagiair bepalend is. In Vlaanderen hebben drie comités beslist tot en met categorie C, jongeren van minder dan 30, te aanvaarden. In Brussel worden alleen de categorieën A en B, jongeren van minder dan 25 jaar, in aanmerking genomen. Dat verschil zal bij indienstneming tot discriminaties leiden. De Brusselse werkgevers zullen veeleer
(Voorzitter: de heer Jan Béghin) Verwondert het u niet dat de federale overheid de criteria voor indienstneming vaststelt, alhoewel het hier een gewestmaterie betreft? Aangezien plaatsing een gewestbevoegdheid is, is het onaanvaardbaar dat mevrouw Onkelinx een toepassingscriterium vaststelt dat direct betrekking heeft op de werkzoekenden. Het startbanenplan lijkt misschien nuttig. Ik sta echter sceptisch tegenover de maatregelen die de werkgevers moeten aanmoedigen om jongeren op te leiden en in dienst te nemen. De werkgevers krijgen quota inzake verplichte indienstneming opgelegd, wat een averechtste uitwerking kan hebben. Zo bestaat het risico dat om aan die quota te voldoen, oudere werknemers worden ontslagen. Heeft de gewestregering maatregelen getroffen om dergelijke situaties te voorkomen? Mevrouw Isabelle Emmery (in het Frans) .- U zei dat er op 30 september 1999 16.414 werkzoekenden jonger dan 25 waren. 7.443 onder hen hadden geen diploma hoger secundair onderwijs en vormden de hoofddoelgroep van het Rosettaplan. Waarom eisen sommigen nu dat de doelgroep wordt uitgebreid tot de drie categorieën ? Het hoofddoel van het Rosettaplan is jongeren hetzij een baan, hetzij een baan en opleiding, hetzij een leercontract te geven. Het Rosettaplan moest een beleid mogelijk maken dat op de laagstgeschoolde jongeren is toegespitst. Er moesten een paar zaken worden aangepast om rekening te houden met de regionale specificiteit. Zo biedt het getraptsysteem de mogelijkheid om de doelgroep te verruimen als er niet genoeg gegadigden in de hoofdcategorie zijn. Het plan voorziet in de toepassing van het getraptsysteem op basis van het aantal ingeschreven jongeren. Ons Gewest telt te veel werkzoekende jongeren, vooral onder de laaggeschoolden. Voorlopig is er dus geen reden om de doelgroep te verruimen tot de volgende categorieën. Tenzij misschien om tegemoet te komen aan werkgevers die geen jongeren in dienst willen nemen, louter omdat het jongeren zijn. In tegenstelling tot vroegere maatregelen dwingt het startbanencontract de werkgevers evenwel ertoe jongeren in dienst te nemen om die vorm van discriminatie tegen te gaan. Als de doelgroep wordt uitgebreid tot de drie categorieën, verliest het Rosettaplan in ons Gewest zijn doel en zijn specifieke kenmerken. Laaggeschoolde jongeren hebben begelei-
B.V. (1999-2000) - Nr. 31
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 30 JUNI 2000
ding en specifieke mogelijkheden nodig. Het startbanencontract bepaalt dat jongeren van minder dan 25 een beroepsopleiding of individuele begeleiding krijgen in samenwerking met de Gewesten. Hoe staat het daarmee in het Brussels Gewest ? M. Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans).- Het getal van 6.000 banen in het kader van het startbanenplan ken ik niet. Het theoretisch aantal startbaanovereenkomsten wordt vastgesteld door het beheerscomité van de BGDA op basis van de door de RSZ en de RSZPPO verstrekte gegevens. Welnu, deze instellingen zijn nog niet in staat precieze cijfers te geven. Het aantal werkaanbiedingen dat de BGDA in mei heeft ontvangen bedroeg 334, maar daaraan moeten nog de jongerenstages worden toegevoegd. De uitbreiding van het watervalsysteem tot de derde doelgroep valt niet onder mijn bevoegdheid. Het is de taak van het beheerscomité van de BGDA het tekort vast te stellen en er de federale minister over in te lichten. Als die minister anders beslist, moet dat binnen acht dagen meegedeeld worden aan het beheerscomité. Tot juni kreeg het beheerscomité geen verzoek om uitbreiding. Pas op 27 juni 2000 vond het beheerscomité het nodig voor de knelpuntberoepen naar de tweede en derde groep over te stappen. Dit voorstel werd overgezonden. Het risico bestaat inderdaad dat Brusselse werkzoekenden benadeeld worden tegenover die uit de rand. Als de toepassing van het plan schadelijk blijkt, zal ik mijn federale collega opnieuw over het probleem aanspreken. Ik zal de sociale partners uitnodigen hetzelfde te doen, want dit watervalmechanisme werd door hun vertegenwoordigers in de Nationale Arbeidsraad goedgekeurd. DE BGDA stelt een inschakelingstraject voor aan jongeren van minder dan 25 jaar die sinds minder dan 3 maanden de school hebben verlaten, maximaal 3 maanden ingeschreven zijn als werkzoekende en geen diploma van hoger secundair onderwijs bezitten. De federale minister heeft maatregelen genomen om het Rosetta-plan bij jongeren en werkgevers zoveel mogelijk kenbaarheid te geven. Bij hun bezoeken aan werkgevers stellen de afgevaardigden van de BGDA het Rosettaplan voor. In sommige grote ondernemingen krijgen ze formulieren voor het curriculum vitae van de werkzoekenden. Die worden doorgegeven aan de consulenten van de dienst "begeleidingsplan voor werklozen" die de werkzoekenden het formulier helpen invullen. Bovendien kunnen werkzoekenden de website van de BGDA aanklikken om te weten of ze voor het Rosettaplan in aanmerking komen. Voorts kunnen ze een databank inkijken met curricula vitae van de werkzoekenden die in aanmerking komen voor een startbaanovereenkomst. In het samenwerkingsakkoord en de uitvoeringsbesluiten ervan nemen de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling natuurlijk een centrale plaats in. De plaatselijke werkgele-
13
genheidscentra spelen ook een belangrijke rol : ze lichten de jongeren in, maar ook werkgevers die een bezoek van hun consulenten krijgen. Mevr. Anne-Françoise Theunissen (in het Frans).- Het ligt niet in mijn bedoeling om cijfers met elkaar te vergelijken, maar ik baseer mij bij voorkeur op tendensen. Er zouden 6.000 dossiers voor startbaanovereenkomsten moeten zijn, om het beoogde resultaat inzake de overstap naar de eerste betrekking te halen. Tevens zijn er te weinig initiatieven van de privé-sector. Er moet systematisch informatie worden uitgewisseld tussen de BGDA en de plaatselijke centra. Gezien verruiming van de doelgroep van het Rosetta-plan, zijn we gaan inschatten in welke mate dat plan op Brussel dreigt te worden toegepast. Het risico bestaat dat jonge Brusselaars iets langer werkloos blijven. Er moet een evaluatie worden gemaakt van de toepassing van het Rosettaplan en van verschillen die daardoor zijn ontstaan. Over enkele maanden moeten we dus terugkomen op dit onderwerp. - Het incident is gesloten. MONDELINGE VRAGEN Het systeem van belastingkrediet in het Vlaamse Gewest De heer Denis Grimberghs (in het Frans).- Het voorontwerp van decreet waarbij in het Vlaamse Gewest een systeem van belastingkrediet wordt ingevoerd, zal een weerslag hebben op ons Gewest. Dit belastingkrediet loopt op tot 2.500 frank voor een alleenstaande en tot 5.000 frank voor een gezin. Het zou in werking treden in het belastingjaar 2001 en het Vlaamse Gewest in het totaal 9,7 miljard kosten. Dit voorontwerp gaat in tegen de geest en de letter van de bijzondere financieringswet van de Gewesten en de Gemeenschappen van 16 januari 1989. Door deze vorm van fiscale autonomie schept het Vlaamse Gewest een gevaarlijk precedent en trekt het België mee in een systeem van confederalisme. Is de Minister-Voorzitter van plan het overlegcomité hierover aan te spreken? Dat zou een bevoegdheidsconflict kunnen voorkomen. De Nederlandstalige partijen en de Vlaamse regering hebben gevraagd dat deze kwestie in de interministeriële en interparlementaire conferentie voor de institutionele hervorming wordt onderzocht. Toch is een sereen onderzoek van deze problemen in een dergelijke conferentie moeilijk met zulke initiatieven te verzoenen. Respect voor de bevoegdheidsverdeling, zoals die is vastgelegd in de bijzondere wetten en de Grondwet, is één van de fundamentele principes van de federale loyaliteit. Welke initiatieven denkt de Minister-Voorzitter te nemen om de rechtmatigheid te betwisten van de initiatieven van de
B.V. (1999-2000) - Nr. 31
14
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Vlaamse regering voor de invoering van een zorgverzekering die eigenlijk onder de sociale zekerheid zou moeten vallen en dus tot de bevoegdheid van de federale overheid behoort? De Franse Gemeenschapsregering heeft dit dossier aanhangig gemaakt bij het Arbitragehof. We verwachten dan ook dat de Brusselse Gewestregering eveneens de nodige initiatieven neemt om de bevoegdheidsverdeling tussen de verschillende deelgebieden en de federale Staat te doen naleven. De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter (in het Frans).- Op basis van het Sint-Elooisakkord kan de Vlaamse Regering de personenbelasting in het Vlaams Gewest met 0,5 % verlagen. De uitdrukking "forfaitaire lineaire verlaging" kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Sommigen verstaan daaronder dat de belastingen voor alle belastingplichtigen worden verlaagd. Het gevaar voor zogeheten "nadelige" fiscale concurrentie verkleint, aangezien de meest welgestelde belastingplichtigen van die maatregel zeer weinig zullen voelen. De heer Denis Grimberghs (in het Frans).- De redenering die u voert, kan zeer gemakkelijk worden omgedraaid. Voor je het weet, is het hek van de dam ... De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter (in het Frans).- Mijnheer Grimberghs, ik probeer te antwoorden op de vraag die u mij hebt gesteld. Het is niet de bedoeling dat u hier uw eigen interpretatie komt geven. Dat hebt u al genoeg gedaan tegenover de pers. Volgens u zou een "forfaitaire en lineaire vermindering" een schending inhouden van de bijzondere financieringswet.
meer te responsabiliseren, zonder de grote budgettaire evenwichten van België of de intergewestelijke solidariteit op de helling te zetten. Verscheidene van die hervormingen hebben betrekking op de personenbelasting. Niemand twijfelt eraan dat die debatten een belangrijk onderdeel zullen vormen van de werkzaamheden van de Costa na de gemeenteraadsverkiezingen. Het is niet onredelijk de Gewesten enig recht van spreken toe te kennen op het stuk van de personenbelasting, aangezien de gemeenten terzake over een grotere fiscale autonomie beschikken dan de Gewesten. Wij moeten dringend nagaan wat voor elke belasting de kosten en baten zullen zijn van wijzigingen in de verdeling van de fiscale bevoegdheden. De vraag of aanvaard kan worden dat Vlaanderen verder zou gaan dan de 3,2 miljard belastingverlaging die in het raam van de Sint-Elooisakkoorden is toegestaan, zal aan het Overlegcomité worden voorgelegd. Momenteel kan onmogelijk worden vooruitgelopen op de uitkomst van dat overleg. Ik verzeker u dat alle leden van de Brusselse Regering vastbesloten zijn te tonen dat zij gekant zijn tegen elk ontwerp van belastinghervorming waardoor de economische en monetaire unie in het gedrang zou kunnen komen of de kiem van een ongezonde scheeftrekking van de belasting in zich draagt, die nadelig zou zijn voor één van de Gewesten in dit land. Het decreet van 30 maart 1999 betreffende de organisatie van de zorgverzekering bevat verscheidene bepalingen waarin sprake is van instellingen waarop bepalingen van toepassing zijn die tot de bevoegdheid van de federale wetgever behoren.
De ondoorzichtigheid van de bijzondere financieringswet, en vooral van artikel 9 van die wet, komt voor een groot deel op rekening van een voormalig minister van Financiën die het minder vermoeiend vindt voorzitter te zijn van de EIB dan van de PSC.
De ingestelde regeling ligt in het verlengde van de sociale zekerheid en valt buiten de bevoegdheid van het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering.
De huidige federale minister van Financiën heeft trouwens vorige donderdag erop gewezen dat de wet niet duidelijk is en tot uiteenlopende interpretaties kan leiden.
Als de aangelegenheid die bij het decreet wordt geregeld echter geen betrekking heeft op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en geen gevolgen heeft voor de bevoegdheden die aan het Gewest zijn verleend, vinden wij het niet nodig om bij het Arbitragehof beroep in te dienen.
Mijnheer Grimberghs, de Brusselse Regering heeft tot op vandaag geen kopie ontvangen van het ontwerpdecreet waarop uw betoog steunt, en dat ontwerp is nog niet bij het Vlaams Parlement ingediend. (Samenspraak) Ik neem er akte van dat, volgens u, alles wat de regering wil, altijd ter goedkeuring aan het parlement moet worden voorgelegd. (Samenspraak) Zodra die tekst in het openbaar is ingediend, zal ik mijn diensten dat ontwerp in fiscaal en juridisch opzicht laten analyseren. Daarna zal de Brusselse regering daarover debatteren teneinde mezelf en de heer Chabert een mandaat geven om het standpunt van ons Gewest te verdedigen binnen het Overlegcomité. Het is tijd dat het debat over de fiscale autonomie wordt gevoerd zonder daarbij de passies hoog te laten oplaaien of rampscenario’s naar voren te schuiven. De Hoge Raad voor Financiën heeft erop gewezen dat een reeks technische hervormingen kunnen worden overwogen om tot een betere fiscale organisatie van de Belgische Staat te komen door de deelstaten
Ik kan mij dan ook aansluiten bij de conclusies van de regering van de Gemeenschap Wallonië-Brussel.
De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- Uw antwoord is onvoorzichtig en getuigt van een gebrek aan moed. U zegt dat we gelijk hebben, maar dat u de zaak niet voor het Arbitragehof zal brengen. U zegt dat de belastingwetgeving niet duidelijk is. Vindt u de Sint- Elooisakkoorden dan zo duidelijk? U zegt dat de zaak bij ons niet formeel aanhangig werd gemaakt. Maar dat gebeurt toch nooit? Het Overlegcomité dient om conflicten te voorkomen. (Samenspraak) De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter (in het Frans) .- De Vlaamse regering moet de zaak aanhangig maken bij het Overlegcomité. De heer De Waele heeft aangekondigd dat hij dat zal doen. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- Dat is dan ook het nieuws van de week.
B.V. (1999-2000) - Nr. 31
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 30 JUNI 2000
We zouden ook wel eens willen weten wat u aan het Overlegcomité zult zeggen. Uw wenst een sereen debat over de fiscale autonomie. Onze vraag om het rapport van de Hoge Raad voor Financiën te gebruiken als basis voor de bespreking in de COSTA, stootte echter op een njet van de Vlaamse overheid. De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter (in het Frans) .- De besprekingen zijn nog niet eens begonnen. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- U zegt dat de door de Vlaamse regering voorgestelde oplossing nog niet zo slecht is. De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter (in het Frans) .- Dat heb ik niet gezegd. Ik heb gewezen op de twee interpretaties van artikel 9, par.1. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- U hebt gezegd dat het niet zo erg was voor de kleine inkomens... De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter (in het Frans) ,- Dat is ook zo. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- We willen niet dat dergelijke mechanismen later op andere belastingplichtigen worden toegepast. (Applaus van PSC) Toegang tot de arbeidsmarkt voor personen die kandidaat zijn voor regularisatie en voor geregulariseerden. Mevr. Fatiha Saidi (in het Frans).- Een besluit van 15 februari 2000 bepaalt dat vreemdelingen in het bezit van een verblijfsvergunning van onbepaalde duur vrijgesteld zijn van een arbeidsvergunning. Een omzendbrief van de federale minister voor werkgelegenheid geeft de kandidaten voor regularisatie de mogelijkheid te werken in afwachting van een beslissing over hun aanvraag. De toelatingen daarvoor moeten gevraagd worden aan de BGDA. Met die maatregel wil men de betrokkenen de kans geven een professionele activiteit uit te oefenen zodat ze in menswaardige omstandigheden kunnen leven. Toegang tot bezoldigde arbeid is een kans. Nochtans blijven er heel wat moeilijkheden voor mensen die zelfstandig of als dienst- of huispersoneel willen werken. Mijnheer de Minister, welke oplossing staat in voor? Tot slot vraag ik me af hoever het staat met de toegang tot openbare functies voor kandidaat- geregulariseerden en geregulariseerden. Werd de cel "Werkgelegenheid" van de minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor de toekenning van de arbeidsvergunningen, versterkt om het hoofd te kunnen bieden aan deze specifieke taak? Schrijft de BGDA deze personen in als werkzoekenden? Tot slot, hebben deze personen toegang tot de verschillende maatregelen inzake socioprofessionele inschakeling en komen ze in aanmerking voor het startbanenplan? De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans) .- De toekenning van beroepskaarten voor het uitoefenen van een zelfstandige activiteit valt onder de bevoegdheid van de federale minister van
15
Middenstand. Daaromtrent bestaat geen enkel probleem. Voor werk als dienstbode of als extern huispersoneel is echter een voorlopige arbeidsvergunning vereist. Die kan ook worden toegekend voor deeltijds werk. Deeltijds werk wordt echter niet gemakkelijk toegestaan voor inwonend personeel. Het risico op misbruik is hier immers te groot. Dat is vooral het probleem voor personen die regularisatie hebben aangevraagd en gedomicilieerd zijn op de plaats waar ze werken. In dat geval kunnen de sociaal inspecteurs nagaan of de werkelijk gepresteerde uren wel overeenkomen met de bepalingen van de arbeidsovereenkomst. Het verschijnsel van discriminatie bij de indienstnemingen door de overheid is op federaal niveau onderzocht met het oog op de invoering van wettelijke en reglementaire instrumenten. In ons Gewest moet elke mededeling van een vacante betrekking in vast verband, die geen deelname aan de openbare macht veronderstelt, preciseren dat de betrekking openstaat voor Belgen en onderdanen van de Europese Unie. In mededelingen van tijdelijke vacante betrekkingen die geen deelname aan de openbare macht inhouden, mag geen nationaliteitsvereiste worden gesteld. De BGDA en de Immigratiedienst van het gewestelijk ministerie informeren en begeleiden de personen die regularisatie hebben aangevraagd bij de te volgen procedure. Eind juni waren meer dan 500 voorlopige arbeidsvergunningen uitgereikt. De Immigratiedienst is versterkt om de dossiers zo spoedig mogelijk te behandelen. De BGDA onthaalt alle werkzoekenden op dezelfde wijze. Mevrouw Fatiha Saidi (in het Frans) .- Uw antwoorden zijn ruimschoots bevredigend. Naast de 500 aanvragen voor een voorlopige arbeidsvergunning waaraan positief gevolg is gegeven, zijn er evenwel ook 150 aanvragen die zijn verworpen. Dat is jammer. De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans) .- Het is niet omdat een aanvraag is ingediend dat ze automatisch wordt aanvaard. Als aanvragen worden verworpen, is dat op basis van objectieve elementen of omdat bepaalde documenten ontbreken. Afgewezen aanvragen mogen dus niet als een blijk van slechte wil van de administratie worden beschouwd. - De vergadering van de Raad wordt om 17.50 uur geschorst. - De vergadering van de Raad wordt om 18.40 uur hervat. GEHEIME STEMMINGEN MET HET OOG OP DE VOORDRACHT VAN EEN DUBBELTAL VOOR TWEE VACANTE AMBTEN VAN LID VAN HET MILIEUCOLLEGE De Voorzitter .- Aan de orde zijn de geheime stemmingen met het oog op de voordracht van een dubbeltal voor twee vacante ambten van lid van het Milieucollege, overeenkomstig artikel 79 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunning. Het gaat erom de heren Luc Hennart, voor-
B.V. (1999-2000) - Nr. 31
16
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
zitter en Philippe Bourdeau, wier mandaten op 25 mei 2000 verstreken zijn, te vervangen. De stembriefjes werden rondgedeeld. Ik stel voor een secretaris van het Bureau ermee te belasten het aantal stemmers te controleren en de stemmen te tellen met één van de andere secretarissen, bijvoorbeeld de heer Daems. (Instemming) Wij gaan thans over tot de geheime stemmingen met het oog op de voordracht van de eerste en van de tweede kandidaat voor het eerste vacante ambt van lid van het Milieucollege, ter vervanging van de heer Luc Hennart, Voorzitter. Ik preciseer dat het mandaat van voorzitter van het Milieucollege is weggelegd voor een magistraat of eremagistraat, overeenkomstig artikel 1 van het besluit van de Regering van 3 juni 1993 betreffende het Milieucollege. De volgende kandidaten zijn magistraat of eremagistraat : de heren Luc Hennart en Jean-Claude Geus. Ik verzoek elk lid bij het afroepen van zijn naam één ongetekend stembriefje in de stembus te komen deponeren. Op de stembriefjes staan de namen van de 2 kandidaten vermeld die magistraat of eremagistraat zijn. U kan tegelijk een stem uitbrengen voor een eerste en een tweede kandidaat door een kruisje te plaatsen in de overeenkomstige kolommen.
Voor de heer Geus: 32 De heer Geus, die de volstrekte meerderheid krijgt, is dus voorgedragen als tweede kandidaat voor het eerste vakante ambt voor het mandaat van lid van het Milieucollege waarvoor als voorwaarde geldt dat de gegadigde magistraat of eremagistraat is. De Voorzitter .- Uitslag van de stemmingen voor het tweede vacante ambt. Aantal uitgebrachte stemmen : 55 Aantal geldige stemmen : 35 Voor de heer Bourdeau : 35 Voor de heer Vanden Eynde : 0 De heer Bourdeau, die de volstrekte meerderheid behaalt, is dus voorgedragen als eerste kandidaat voor het tweede vacante ambt voor het mandaat van lid van het Milieucollege. Uitslag van de stemming voor de tweede kandidaat. Voor de heer Vanden Eynde : 32 De heer Vanden Eynde, die de volstrekte meerderheid behaalt, is dus voorgedragen als tweede kandidaat voor het tweede vacante ambt voor het mandaat van lid van het Milieucollege.
- Tot naamafroeping wordt overgegaan. De Voorzitter .- We gaan over tot de geheime stemming met het oog op de voordracht van de eerste en de tweede kandidaat voor het tweede vacante ambt van lid van het Milieucollege, ter vervanging van de heer Philippe Bourdeau. Bij het afroepen van zijn naam wordt elk lid gevraagd een niet-ondertekende brief in de urne te komen leggen. De brieven bevatten de namen van de twee kandidaten en u mag tegelijkertijd ook een stem uitbrengen ten voordele van een eerste en van een tweede kandidaat door het hokje in de overeenstemmende kolommen aan te kruisen. Er wordt overgegaan tot naamafroeping UITSLAG VAN DE STEMMINGEN De Voorzitter .- Ziehier de uitslag van de stemmingen voor het eerste vakante ambt. Aantal uitgebrachte stemmen: 56
NAAMSTEMMINGEN - Het ontwerp van ordonnantie houdende oprichting van de dienst met afzonderlijk beheer "Brussels Centrum voor Voedingsmiddelenexpertise" wordt goedgekeurd met 55 stemmen voor en 6 onthoudingen (zie stemming nr 1 in bijlage). - Het voorstel tot aanbevelingen inzake de mobiliteit in en rond Brussel wordt goedgekeurd met 51 stemmen voor en 10 onthoudingen (zie stemming nr 2 in bijlage). - De vergadering wordt om 19 uur gesloten. - De Raad gaat tot nadere bijeenroeping uiteen. BERICHTEN VAN VERHINDERING - VERLOFAANVRAGEN Verhinderd: mevrouw Magda De Galan, mevrouw Julie de Groote en mevrouw Isabelle Gelas, de heren François Roelants du Vivier en Johan Demol.
Aantal geldige stemmen: 37 Voor de heer Hennart: 35
BIJLAGEN
Voor de heer Geus: 2 De heer Hennart, die de volstrekte meerderheid krijgt, is dus voorgedragen als eerste kandidaat voor het eerste vakante ambt voor het mandaat van lid van het Milieucollege waarvoor als voorwaarde geldt dat de gegadigde magistraat of eremagistraat is. Ziehier de uitslag van de stemming voor de tweede kandidaat.
Stemmingen Naamstemming nr.1. Hebben ja gestemd: Alain Adriaens, Eric André, Mohamed Azzouzi, Sfia Bouarfa, Dominique Braeckman, Adelheid Byttebier, Danielle Caron, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Jos Chabert, Bernard Clerfayt, Marc Cools, Jean-Pierre Cornelis-
B.V. (1999-2000) - Nr. 31
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 30 JUNI 2000
sen, Alain Daems, Mohammed Daif, Armand De Decker, Magda De Galan, Jacques De Grave, Yves de Jonghe d’Ardoye d’Erp, Stéphane de Lobkowicz, Serge de Patoul, Vincent De Wolf, Philippe Debry, Willy Decourty, Jean Demannez, Amina Derbaki Sbai, Christos Doulkeridis, Willem Draps, Françoise Dupuis, Béatrice Fraiteur, Paul Galand, Sven Gatz, Denis Grimberghs, Brigitte Grouwels, Evelyne Huytebroeck, Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, Marion Lemesre, Albert Mahieu, Geneviève Meunier, Claude Michel, Isabelle Molenberg, Michel Moock, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Mostafa Ouezekhti, Martine Payfa, Joël Riguelle, Mahfoudh Romdhani, Fatiha Saidi, Françoise Schepmans, Philippe Smits, AnneFrançoise Theunissen, Eric Tomas, Didier Van Eyll, Rudi Vervoort, Bernadette Wynants
Andere leden
Hebben zich onthouden: Erik Arckens, Marguerite Bastien, Guy Hance, Dominiek Lootens-Stael, Audrey Rorive, Jos Van Assche
Aanwezig
Naamstemming nr.2. Hebben ja gestemd: Alain Adriaens, Mohamed Azzouzi, Sfia Bouarfa, Dominique Braeckman, Adelheid Byttebier, Danielle Caron, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Bernard Clerfayt, Marc Cools, Jean-Pierre Cornelissen, Alain Daems, Mohammed Daif, Armand De Decker, Magda De Galan, Jacques De Grave, Yves de Jonghe d’Ardoye d’Erp, Stéphane de Lobkowicz, Serge de Patoul, Vincent De Wolf, Philippe Debry, Willy Decourty, Jean Demannez, Amina Derbaki Sbai, Christos Doulkeridis, Willem Draps, Françoise Dupuis, Béatrice Fraiteur, Paul Galand, Sven Gatz, Denis Grimberghs, Brigitte Grouwels, Evelyne Huytebroeck, Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, Marion Lemesre, Albert Mahieu, Geneviève Meunier, Claude Michel, Michel Moock, Mostafa Ouezekhti, Martine Payfa, Joël Riguelle, Mahfoudh Romdhani, Fatiha Saidi, Françoise Schepmans, Philippe Smits, Anne-Françoise Theunissen, Didier Van Eyll, Rudi Vervoort, Bernadette Wynants Hebben zich onthouden: Eric André, Erik Arckens, Marguerite Bastien, Jos Chabert, Guy Hance, Dominiek LootensStael, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Audrey Rorive, Eric Tomas, Jos Van Assche
17
De heren Serge de Patoul, Michel Lemaire. Verontschuldigd De heren Jean Demannez, Sven Gatz, mevr. Caroline Persoons. Afwezig De heren Marc Cools, Jacques De Grave, Vincent De Wolf, mevr. Fatiha Saïdi, de heer Willy Decourty. Commissie voor binnenlandse zaken, belast met de lokale besturen en de agglomeratiebevoegdheden 15 juni 2000
Vaste leden De heren Jean-Jacques Boelpaepe, Stéphane de Lobkowicz, mevr. Amina Derbaki Sbai, de heer Claude Michel. De heren Alain Daems, Philippe Debry, Fouad Lahssaini. Mevr. Anne-Sylvie Mouzon, de heer Rudi Vervoort. De heer Joël Riguelle. De heer Dominiek Lootens-Stael. De heer Jan Béghin. Plaatsvervangers De heer Alain Adriaens, mevr. Geneviève Meunier. De heer Mahfoudh Romdhani. Andere leden Mevr. Adelheid Byttebier, de heer Guy Vanhengel. Verontschuldigd De heer Willem Draps, mevr. Isabelle Emmery, mevr. Martine Payfa. Commissie voor de huisvesting en stadsvernieuwing 20 juni 2000
Aanwezigheden in commissie Commissie voor de ruimtelijke ordening, de stedenbouw en het grondbeleid 15 juni 2000 Aanwezig Vaste leden De heer Bernard Clerfayt, mevr. Isabelle Molenberg. De heren Philippe Debry, Yaron Pesztat. De heer Mohamed Azzouzi. De heer Benoît Cerexhe. De heer Jos Van Assche. Plaatsvervanger Mevr. Geneviève Meunier.
Aanwezig Vaste leden De heren Jean-Pierre Cornelissen, Vincent De Wolf, mevr. Françoise Schepmans. De heren Philippe Debry, Yaron Pesztat. Mevr. Michèle Carthé. De heer Michel Lemaire. Mevr. Brigitte Grouwels. Plaatsvervanger De heer Rudi Vervoort. Afwezig De heer Bernard Clerfayt, mevr. Isabelle Gelas, de heren Mostafa Ouezekhti, Alain Daems, Mohamed Daïf, mevr. Isabelle Emmery, de heer Jos Van Assche.
B.V. (1999-2000) - Nr. 31
18
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Commissie voor de infrastructuur, belast met openbare werken en verkeerswezen 21 juni 2000 Aanwezig Vaste leden Mevr. Danielle Caron, de heren Jean-Pierre Cornelissen, Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp, Willem Draps, Didier van Eyll. De heren Alain Adriaens, Christos Doulkeridis, mevr. Geneviève Meunier. Mevr. Michèle Carthé, de heren Mahfoudh Romdhani, Michel Moock. De heer Denis Grimberghs. De heer Johan Demol. Plaatsvervanger
De heren Alain Daems, Philippe Debry, mevr. Geneviève Meunier. Mevr. Magda De Galan, de heer Rudi Vervoort. de heer Benoît Cerexhe. Plaatsvervangers Mevr. Danielle Caron, mevr. Amina Derbaki Sbai. De heer Alain Adriaens, mevr. Evelyne Huytebroeck. Mevr. Anne-Sylvie Mouzon. Andere leden De heer Vincent De Wolf, mevr. Françoise Schepmans, de heer Albert Mahieu. Afwezig De heren Olivier de Clippele, Armand De Decker, mevr. Françoise Dupuis, de heren Dominiek LootensStael, Walter Vandenbossche.
Mevr. Evelyne Huytebroeck. Andere leden De heren Marc Cools (ter vervanging van de heer Claude Michel), Rudi Vervoort, Benoît Cerexhe. Verontschuldigd De heer Claude Michel. Afwezig De heer Jan Béghin. Commissie voor de infrastructuur, belast met openbare werken en verkeerswezen 22 juni 2000 Aanwezig Vaste leden De heren Jean-Pierre Cornelissen, Willem Draps. Mevr. Geneviève Meunier. Mevr. Michèle Carthé, de heer Mahfoudh Romdhani. Ander lid Mevr. Adelheid Byttebier. Verontschuldigd De heer Claude Michel. Afwezig Mevr. Danielle Caron, de heren Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp, Didier van Eyll, Alain Adriaens, Christos Doulkeridis, Michel Moock, Denis Grimberghs, Johan Demol, Jan Béghin. Commissie voor de financiën, begroting, openbaar ambt, externe betrekkingen en algemene zaken 22 juni 2000 Aanwezig Vaste leden De heren Jean-Pierre Cornelissen, Serge de Patoul, Mostafa Ouezekhti, François Roelants du Vivier.
B.V. (1999-2000) - Nr. 31