B.V. (2000-2001) - Nr 34
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD ZITTING 2000-2001
BEKNOPT VERSLAG
van de plenaire vergadering van
VRIJDAG 1 JUNI 2001 (namiddagvergadering)
Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
INHOUD
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN
DRINGENDE VRAGEN van mevrouw Adelheid Byttebier (invoering van een systeem van openbare fietsen in Brussel) en antwoord van de heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris voor Openbaar Ambt, Brandbestrijding, Dringende Medische Hulp en Mobiliteit ; van de heer Sven Gatz (inbeslagname van taxi’s uit de rand rond Brussel) en antwoord van de heer FrançoisXavier de Donnéa, Minister-President van de Regering, namens de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; van de heer Yaron Pesztat (imago van Europa in Brussel) en antwoord van de heer François-Xavier de Donnéa, Minister-President van de Regering; van de heren Jean-Luc Vanraes en Alain Daems (autovrij maken van het Terkamerenbos tijdens de week) en antwoorden van de heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris voor Openbaar Ambt, Brandbestrijding, Dringende Medische Hulp en Mobiliteit ;
PERSOONLIJK FEIT
DRINGENDE VRAAG van de heer Michel Van Roye (gemeentefinanciën) en antwoord van de heer François-Xavier de Donnéa, Minister-President van de Regering.
MONDELINGE VRAGEN van de heer Joël Riguelle en mevrouw Brigitte Grouwels (schoolverzuim), van de heer Benoît Cerexhe (vestiging van een casino), en antwoorden van de heer François-Xavier de Donnéa, Minister-President van de Regering; van mevrouw Anne-Françoise Theunissen (nationaal actieplan voor werkgelegenheid 2001) en antwoord van de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting ; van mevrouw Fatiha Saïdi (invoering van de euro) en antwoord van de heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen; van de heer Benoît Cerexhe (zuiveringsstation Noord), van mevrouw Adelheid Byttebier ("Open-tuinen-weekend"), en antwoorden van de heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel.
VOORSTEL VAN RESOLUTIE BETREFFENDE DE VERONTRUSTENDE EVOLUTIE VAN DE EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN AFGHANISTAN Bespreking (Sprekers : mevrouw Brigitte Grouwels, rapporteur, mevr. Magda De Galan, mevr. Béatrice Fraiteur, de heer Serge de Patoul en mevrouw Fatiha Saïdi) Aanneming van de consideransen en van de streepjes
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Zitting 2000-2001
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
3
VOORSTEL VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE VERPLICHTING OM VOOR HET ONDERHOUD VAN DE STORTKOKERS VOOR HET VERWIJDEREN VAN HUISHOUDELIJK AFVAL EEN BEROEP TE DOEN OP EEN ERKENDE ONDERNEMING Aangehouden stemming. Naamstemming over het geheel. VOORSTEL VAN AANBEVELINGEN BETREFFENDE DISCRIMINATIE BIJ DE AANWERVNG Aangehouden stemming. Naamstemming over het geheel. NAAMSTEMMINGEN over de eenvoudige motie ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Benoît Cerexhe tot de heer François-Xavier de Donnéa, Minister-President van de Regering en over het voorstel van resolutie betreffende de verontrustende evolutie van de eerbiediging van de grondrechten in Afghanistan.
B.V. (2000-2001) - Nr 34
4
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Voorzitter: mevrouw Magda De Galan - De vergadering wordt om 14.35 uur geopend. REGELING VAN DE WERZAAMHEDEN De Voorzitter.- De Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken heeft deze middag vergaderd om het voorstel van resolutie betreffende de verontrustende evolutie van de eerbiediging van de grondrechten in Afghanistan te onderzoeken. Ik stel voor de bespreking van en de stemming over dit voorstel aan de agenda toe te voegen. (Instemming) DRINGENDE VRAGEN Invoering van een systeem van openbare fietsen in Brussel Mevrouw Adelheid Byttebier .- Enkele maanden geleden werd in Rennes een project met "smartbikes" opgestart. Daarbij worden op verschillende plaatsen in de stad fietsen gestald waarvan men gebruik kan maken en die men op een andere plaats kan achterlaten. Er wordt gebruik gemaakt van een eenvoudig, geautomatiseerd systeem. De staatssecretaris heeft verklaard dat hij een dergelijk systeem ook in Brussel wil opstarten. Wanneer denkt hij dit te doen? Welke partners zullen hierbij worden betrokken? Hoe zal het project worden gefinancierd? De heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris voor Openbaar Ambt, Brandbestrijding, Dringende Medische Hulp en Mobiliteit .- Mijn interesse voor een dergelijk project dateert niet van vandaag. Eind vorig jaar werd een gedeelte van het Zuidstation als fietsenstalling gereserveerd. Enkele maanden geleden heb ik me via de pers voorstander getoond van een project met openbare fietsen. In een eerste fase vroeg ik me af of een dergelijk systeem mogelijk was in Brussel. Ondertussen ben ik ervan overtuigd dat dit mogelijk is en dat er bovendien in Brussel een behoefte aan een systeem van openbare fietsen bestaat. In Brussel wordt te weinig gefietst. In een tweede fase werd gezocht naar partners. Een mogelijke partner is de publiciteitsfirma die het systeem van de openbare fietsen heeft ontworpen. Volgens welingelichte bronnen zou een andere publiciteitsfirma ook bezig zijn met een ontwerp. Een tweede partner is de stad Brussel. Tenslotte kan ook aan de MIVB gedacht worden als partner. In een derde fase moet het systeem van de "smartbikes" worden geïnstalleerd. Ik ben bereid om hiervoor middelen uit te trekken. Ik wil dit zo snel mogelijk invoeren. Er moeten wel een aantal wettelijke procedures worden gevolgd. In ieder geval ben ik een overtuigde voorstander van openbare fietsen.
Mevrouw Adelheid Byttebier .- Kan de NMBS ook een partner zijn in het project? De heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris voor Openbaar Ambt, Brandbestrijding, Dringende Medische Hulp en Mobiliteit .- Ik denk niet dat de NMBS moet deelnemen aan het project, maar het station is een geschikte ruimte voor een bijkomende fietsenstalling. Daarover wordt met de NMBS onderhandeld. Inbeslagname van taxi’s uit Brusselse rand De heer Sven Gatz .- Taxi’s die gestationneerd zijn in de gemeenten rond het Brussels Gewest mogen zich onder strikte voorwaarden in de straten van het Brussels Gewest begeven. Recent stelt men vast dat er meer en meer sancties tegen deze chauffeurs worden uitgevoerd waaronder nogal eens de zwaarste sanctie, met name de inbeslagname. Zulks vormt voor een taxibedrijf natuurlijk een bijzonder zware verliespost. Waarom wordt er zo streng opgetreden tegen de chauffeurs uit de randgemeenten? Klopt de informatie dat er zoveel taxi’s worden inbeslaggenomen? Hoeveel bedroeg het aantal vorig jaar en hoeveel daarvan waren gestationneerd in Brussel? Welke zijn de criteria voor dergelijke inbeslagname? De heer François-Xavier de Donnéa, Minister-President van de Regering .- Ik antwoord in naam van staatssecretaris Draps. Het is zo dat sinds 1990 taxi-uitbaters die vergund zijn in de randgemeenten - Asse, Ternat, Merchtem, Beersel, Dilbeek, Hoeilaart, Overijse en Tervuren - op een steeds oneerlijker manier concurreren met de taxi’s uit het Brussels Gewest. De taxi’s uit de rand betalen minder zware taksen, kennen minder strenge uitbatingsnormen en zijn niet onderworpen aan de numerus clausus die het Hoofdstedelijk Gewest bij besluit van 8 maart 2001 op een limiet van 1250 taxi’s heeft vastgelegd. De taxi’s uit de rand rijden soms uitsluitend rond op het grondgebied van het Gewest. Bij herhaalde inbreuken wordt het voertuig inbeslaggenomen. De controleurs van de directie taxi’s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die over een gerechtelijk politiemandaat beschikken, mogen processen-verbaal opstellen in geval van inbreuk en zelfs overgaan tot inbeslagname bij geregelde inbreuken. De periode van de inbeslagname wordt bepaald door de procureur des Konings. Bij Brusselse taxi’s wordt overgegaan tot inbeslagname als er geen printer in het voertuig aanwezig is, als de taxi zich in slechte toestand bevindt of de boorddocumenten niet correct zijn ingevuld. De taxi’s uit de rand worden in beslag genomen wanneer ze geregeld inbreuk plegen op het KB van 1975 dat de chauffeur verplicht om, na elke rit of na elk onderbroken reeds van ritten, de kortste weg naar de standplaats te nemen. Heel wat chauffeurs van taxi’s uit de rand rijden bijna uitsluitend rond op het Brussels grondgebied, wat onaanvaardbaar is. Vorig jaar nam men 23 taxi’s uit de rand in beslag, tegenover 3 taxi’s uit het Brussels Gewest. De houding van de con-
B.V. (2000-2001) - Nr 34
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 1 JUNI 2001
troleurs is volledig neutraal. Het verschil in cijfers qua inbeslagname wordt verklaard door de wildgroei van taxi’s uit de Brusselse rand op het Brussels grondgebied. De heer Sven Gatz .- Hoe wordt gecontroleerd of de kortste weg naar de standplaats wordt gevolgd? Is er over deze problematiek al contact geweest met de bevoegde Vlaamse minister ? De heer François-Xavier de Donnéa, Minister-President van de Regering .- Ik neem aan dat het "feuille de route" kan gecontroleerd worden Ik wijs er tussen haakjes nog op dat de Brusselse taxi’s problemen ondervinden met het monopolie dat zich aan de luchthaven van Zaventem heeft ontwikkeld en dat tot nogal wat misbruiken leidt. De heer Sven Gatz .- Ik zal over dat laatste een vraag stellen in het Vlaams Parlement. Het imago van Europa in Brussel De heer Yaron Pesztat (in het Frans) .- De pers maakte gisteren melding van een vergadering die door de heren Guy Verhofstadt en Romano Prodi gezamenlijk was georganiseerd om een groep intellectuelen de opdracht te geven zich te beraden over het imago van Europa in Brussel. Bent u daarvan op de hoogte? Zo ja, waarom maakt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geen deel uit van die groep? Hebben deze intellectuelen een welomlijnde opdracht gekregen? Zullen zij het over symbolen of over concrete zaken hebben? Verwijst het consigne "hoe gekker, hoe beter" dat Umberto Eco, de voorzitter van deze groep, heeft gekregen naar de wijze waarop de Europese instellingen zich verder dienen te ontwikkelen in het Brusselse stadsweefsel? Waren er tot op heden nog niet voldoende blijken van waanzin geschied op dit gebied? Tot slot, zullen die intellectuelen gedurende twee vergaderingen brainstormen of zullen zij een en ander ter plekke onderzoeken en gesprekken met de rechtstreeks betrokkenen voeren? De heer François-Xavier de Donnéa, Minister-President van de Regering (in het Frans) .- Romano Prodi had mij enkele weken voor Pasen van zijn plannen op de hoogte gebracht en ik had zijn initiatief aangemoedigd, want ik heb er niets op tegen dat de Europese Unie geld investeert in de denkoefening van deze prominenten over Brussel. Bovendien is het een opmerkelijk initiatief van Romano Prodi, want hij is de eerste voorzitter van de Europese Commissie die duidelijk laat blijken dat hij Brussel tot hoofdstad van de Europese instellingen wil maken. Een bestek wil hij niet. Het denkwerk kan zowel een symbolische, als een concretere richting uitgaan. Brussel zou bijvoorbeeld het trefpunt van de Europese universiteiten kunnen worden. Dat onderwerp ligt mij na aan het hart, want zo zou
5
Brussel een trefpunt voor wetenschappelijk onderzoek en technologie kunnen worden. Met "hoe gekker, hoe beter" bedoelt Roman Prodi gewoon dat deze werkgroep de verbeelding de vrije loop mag laten om daarna, uit alle voorstellen, de beste oplossingen te kunnen distilleren. Brussel zal erbij betrokken worden, maar ik denk dat het beter is om eerst de buitenstanders over de typisch Brusselse conflicten te laten nadenken om te zien welke kijk zij op de zaak hebben en welke oplossingen zij kunnen aanbrengen. Zij kunnen immers meer afstand nemen van de dingen. De heer Yaron Pesztat (in het Frans) .- Let op wanneer u deze intellectuelen met hofnarren vergelijkt, want die konden zich alles veroorloven. Het feit dat zonder bestek wordt gewerkt en de verbeelding de vrije loop wordt gelaten om een symbool voor Europa te bedenken, doet mij met angst terugdenken aan de eerste keer dat wij iets soortgelijks ondernamen en het Brussels Gewest en de Europese Unie zonder bestek werkten, namelijk de ongelukkige ervaring met de "paden van Europa" die nu bij het gerecht worden aangevochten. Terkamerenbos autovrij De heer Jean-Luc Vanraes .- Ik was ontdaan toen ik op 29 mei in de krant las dat het Terkamerenbos voortaan zou afgesloten worden op zaterdag. Het debat is weliswaar niet nieuw, maar ik blijf erbij dat dergelijke ingrijpende en radicale beslissingen niet mogen genomen worden zonder eerst lang na te denken. Aan de oostkant wonen 22.000 mensen in een straal van 200 meter rond het park. Bovendien is het reeds lang zo dat alle voertuigen die vanuit het zuiden naar Brussel komen via de Waterloosteenweg binnenrijden. De plannen die thans naar voren worden gebracht zijn niet uitvoerbaar. Men vergeet dat men drie handelscentra dreigt lam te leggen en dat daarnaast ook de Louisalaan afgesloten kan raken voor verkeer vanuit het zuiden. Is er reeds overleg gepleegd met de gemeenten en met de vertegenwoordigers van de handelaars? Is een dergelijk overleg op komst? Wie neemt uiteindelijk de beslissing? De heer Alain Daems (in het Frans) .- De heer Vanraes beschikt over andere informatie dan ik. Zes jaar geleden was er in de stad Brussel een meerderheidsakkoord voor de gedeeltelijke sluiting van het bos. Op 12 juni eerstkomend zullen de federale minister van Vervoer, de 19 gemeenten en het Brussels Gewest gezamenlijk overleg plegen. Wij hebben verschillende uiteenlopende standpunten binnen de Brusselse Regering kunnen horen. Welk standpunt zal de vertegenwoordiger van het Gewest tijdens dat overleg verdedigen? De heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris voor Openbaar Ambt, Brandbestrijding, Dringende Medische Hulp en Mobiliteit .- De twee vragen betreffen procedureel verschillende zaken. Het punt is dat de stad Brussel reeds een maatregel trof vóór de procedure helemaal was afgehandeld. De
B.V. (2000-2001) - Nr 34
6
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
beslissing van de stad wordt betwist en het resultaat daarvan moet afgewacht worden. Het klopt dat er op 12 juni een bijeenkomst plaatsvindt met de verschillende betrokkenen. Met het oog daarop is overleg absoluut noodzakelijk. Op die bijeenkomst zal ook een vertegenwoordiger van het Gewest aanwezig zijn, omdat ook gewestwegen aansluiten op de betrokken route. De burgemeester van Brussel zal zijn gemeente persoonlijk vertegenwoordigen en vroeg ook aan zijn collega’s om dat te doen. Niettemin is het zo dat de uiteindelijke beslissing op federaal vlak wordt genomen. Er werd nog geen keuze gemaakt tussen de verschillende denkwegen. De stad en het Gewest bestelden overigens reeds verschillende studies, mede in het kader van de opstelling van de gemeentelijke ontwikkelingsplannen. (Verder in het Frans) Aangezien de gemeenten in de voorbereiding van hun GemOP een stuk over de mobiliteit moeten opnemen, is het normaal dat ze moeten overleggen. (Verder in het Nederlands) Ik heb mij nog niet uitgesproken voor de ene of de andere formule. Wel staat vast dat bij de eindbeslissing drie principes moeten gehuldigd worden. In de eerste plaats moet de belangrijkste gebruikswaarde van de parken hersteld worden: een rustige omgeving bieden aan wandelaars. Voorts moet men vermijden de verkeersoverlast naar andere wijken over te hevelen. Men weet inmiddels dat ik een voorstander ben van de zone 30-inrichting. Ten slotte betekent het opgeven van de verschuiving niet dat er geen andere mogelijkheden zijn om aan de snelheid en de veiligheid van het verkeer te werken. Er blijven inmiddels vier projecten over. Daarbinnen zijn de experts het eens dat men, zonder het verkeer naar andere wijken te verschuiven, toch iets kan doen door de wegen naast het meer af te sluiten. Ik herinner er ten slotte aan dat de gemeenteraad van de stad Brussel op 26 juni het gemeentelijk ontwikkelingsplan bespreekt. De heer Jean-Luc Vanraes .- Ik heb uit uw antwoord begrepen dat het college van burgemeester en schepenen nog geen beslissing heeft genomen en dat men verder overleg afwacht. De heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris voor Openbaar Ambt, Brandbestrijding, Dringende Medische Hulp en Mobiliteit .- Zelfs als de gemeente al wel een eenzijdige beslissing had genomen, blijft het nog altijd zo dat het Gewest toezicht uitoefent op de gemeentelijke ontwikkelingsplannen. Zo ben ikzelf bevoegd voor de coördinatie van die plannen in de context van het IRIS- project. De heer Alain Daems (in het Frans) .- Uit het verwarde antwoord van de staatssecretaris blijkt dat er geen duidelijk standpunt is binnen de regering. Toen de heer de Donnea burgemeester van Brussel was, werd het dossier op de lange baan geschoven. Alles wijst erop dat dit de komende drie jaar niet anders zal zijn, nu hij Minister-President is.
PERSOONLIJK FEIT De heer François-Xavier de Donnéa, Minister-President van de Regering (in het Frans) .- Het dossier werd helemaal niet op de lange baan geschoven. De studies waarover de heer Delathouwer heeft gesproken, kwamen er op mijn verzoek. Ik betreur als eerste dat de stad Brussel de resultaten nog niet aan een openbaar onderzoek heeft onderworpen. De heer Alain Daems (in het Frans).- U bent er de oorzaak van dat het dossier zes jaar lang is uitgesteld! De heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris voor Openbaar Ambt, Brandbestrijding, Dringende Medische Hulp en Mobiliteit .- Ik probeer altijd te antwoorden in de taal van de interpellant en ik zou dan ook niet willen dat men mij in deze kwestie verkeerd begrijpt. Mijn antwoord is klaar en duidelijk: allen die thans betrokken zijn in dit dossier moeten hun werk voortzetten, en wel in overleg met elkaar. Ik pleit geenszins voor uitstel. De heer Alain Daems (in het Frans) .- U wilt dat op 12 juni aanstaande wordt overlegd, maar die dag staat precies in het teken van het overleg. Vandaar uw verwarrend antwoord. DRINGENDE VRAAG (vervolg) Gemeentefinanciën De heer Michel Van Roye (in het Frans).- Volgens een goed geïnformeerde bank zitten de Brusselse gemeenten in financiële moeilijkheden. Het totaal begrotingstekort zou 3,2 miljard bedragen, waarvan 1,6 miljard voor de gemeente Schaarbeek. Oorzaak van dit tekort zijn onder meer de nieuwe lasten voor de OCMW’s, de lasten inzake het beheer van de ziekenhuizen voor sommige gemeenten, de lasten die voortvloeien uit de politiehervorming en de neiging van de federale overheid om de gevolgen van Maastricht op de lagere gezagsniveaus af te wentelen. Is de regering van plan hierover een ruimer debat op te zetten? Zal ze de federale overheid interpelleren opdat ze een deel van die lasten op zich neemt? Zal hierover in het Brussels Parlement worden gedebatteerd? De heer François-Xavier de Donnéa, Minister-President van de Regering (in het Frans).- Ik heb deelgenomen aan de voorstelling van de Dexia-studie. Het gaat om een extrapolatie van wat er zal gebeuren als noch de gemeenten noch enig andere gezagsniveau enig initiatief terzake neemt. In januari is er op mijn initiatief een federale werkgroep opgericht om te onderzoeken op welke manier een aantal beleidsmaatregelen op de gemeentefinanciën wogen. Ik heb ook binnen mijn kabinet een werkgroep opgericht die, gemeente per gemeente, alle mogelijke scenarii en maatregelen onderzoekt. Ik zal binnenkort een tiental burgemeesters ontmoeten van gemeenten die met financiële problemen te kampen hebben.
B.V. (2000-2001) - Nr 34
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 1 JUNI 2001
De situatie is dus onder controle. We zullen niet alle middelen van het Brussel Gewest naar de gemeenten versassen. In september zal ik klaar zijn om deze kwestie te bespreken tijdens de begrotingsbesprekingen 2002. Er bestaan andere middelen dan het Gemeentefonds om de gemeenten te helpen. We zullen al die middelen onderzoeken en gemeente per gemeente nagaan welke inspanningen er kunnen worden gedaan. De heer Michel Van Roye (in het Frans).- Het is nuttig om veel ophef over dit onderwerp te maken opdat de bevolking zou beseffen dat de gemeenten problemen hebben. Het is een van de eerste jaren dat het tekort van de gemeenten zo groot is en de neiging heeft zich in de begrotingen te cumuleren. Uw optimisme baart me zorgen. De oplossingen moeten niet alleen van het Brussels Gewest komen. Ik denk ook aan de federale overheid. De heer Joël Riguelle (in het Frans).- Het verbaast me dat deze vraag als een dringende vraag is beschouwd, aangezien het geen nieuw onderwerp is en een van mijn mondelinge vragen over hetzelfde onderwerp naar de commissie is verwezen. Er worden twee maten gehanteerd! De Voorzitter.- De vraag van de heer Van Roye had te maken met een recent persartikel. Het debat ten gronde zal in september plaatsvinden. De heer Christos Doulkeridis (in het Frans).- Wees gerust, mijnheer Riguelle, de heer Van Roye heeft evenmin iets nieuws vernomen ! (Men glimlacht) - De vergadering van de Raad wordt om 15.25 geschorst. - De vergadering van de Raad wordt om 15.35 uur hervat. MONDELINGE VRAGEN Schoolverzuim De heer Joël Riguelle (in het Frans) .- Ik had de ministerpresident geïnterpelleerd over de maatregelen tegen het schoolverzuim waarvan sprake is in de algemene uitgavenbegroting. Ik heb echter geen echt antwoord gekregen. De minister van Financiën heeft mij meegedeeld dat het probleem van het schoolverzuim een prioriteit was van de minister-president in het kader van een preventieve aanpak van delinquent gedrag, en dat het Gewest in 2000 8 miljoen frank heeft besteed aan gemeentelijke projecten die werden gekozen in het kader van dat systeem. De minister-president heeft tijdens een bezoek de ontwikkeling van dat maatregelenpakket geschetst. Volgens de pers zouden er niet minder dan 77 initiatieven zijn goedgekeurd, samen goed voor 18 miljoen F aan gewestsubsidies. Welke projecten worden gesteund en waarin bestaan ze? Hoe kiest de administratie de projecten en hoe ziet zij toe op hun voortgang? Om welke gemeenten gaat het? Hoe worden de toegekende bedragen verdeeld?
7
De Brusselse instellingen, ongeacht het net, en de gemeentebesturen moeten hun project voor het komend schooljaar tegen 15 juni indienen. Al die plannen dienen nu te worden geëvalueerd. Zijn sommige projecten de voortzetting van een bestaand initiatief? Worden bepaalde van de gekozen projecten parallel uitgevoerd en in coördinatie met bijvoorbeeld de preventiecontracten of de initiatiefwijken? Mevrouw Brigitte Grouwels .- De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering verklaarde eerder dat de problematiek van het schoolverzuim deel uitmaakt van zijn prioriteiten in het kader van de criminaliteitspreventie. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft een budget ter beschikking gesteld om initiatieven te ondersteunen die het spijbelen op school tegengaan. Naar aanleiding van de recente verklaringen van de minister-president op TV-Brussel over het minimaal aantal Nederlandstalige scholen die op dit initiatief zijn ingegaan, heb ik een paar vragen: welke initiatiefnemers worden momenteel betoelaagd? Op welke grond werd de toelage toegekend? Op welke manier heeft men ruchtbaarheid aan deze maatregelen gegeven in de scholen? Werden alle scholen aangesproken? Komen reeds bestaande initiatieven binnen de scholen ook in aanmerking voor deze maatregelen? Worden de scholen die zelf de spijbelproblematiek aanpakken ook ondersteund? Wat is volgens de minister-president de oorzaak van de minimale participatie van Nederlandstalige scholen? Is dit te wijten aan een gebrek aan initiatief van de scholen zelf, aan onvoldoende inspanningen van het Gewest om de scholen te bereiken, of moeten we besluiten dat de spijbelproblematiek zich in de Nederlandse scholen minder stelt of er nu reeds beter wordt aangepakt? De heer François-Xavier de Donnéa, Minister-President van de Regering (in het Frans) .- De prioriteiten van de regering terzake zijn het tegengaan van het schoolverzuim, de zorg van de oudste voor de jongere kinderen, het stimuleren van de solidariteit en het respect voor de ander en het respect voor regels door sportbeoefening of gezelschapsspellen. De prioriteit bestaat erin de kinderen onder begeleiding sportieve, ludieke en educatieve activiteiten aan te bieden buiten de lesuren. De doelstellingen zijn meervoudig: de jongeren bewust maken van een gezonde verhouding tussen leven, opleiding en beroep, netwerken uitbouwen voor schoolgebonden en pedagogische solidariteit onder de leerlingen, de ontwikkeling van het taalgebruik bevorderen, de kinderen ertoe aanzetten te slagen, activiteiten te organiseren voor een betere kennis van onze en andere culturen, en, ten slotte, geweld voorkomen. (Verder in het Nederlands) Uit deze voorbeelden blijkt dat al deze projecten tot doel hebben de jongeren bewust te maken van waarden zoals respect, solidariteit en burgerzin.
B.V. (2000-2001) - Nr 34
8
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
De projecten worden uitgekozen op basis van criteria die zijn bepaald en goedgekeurd door een comité van projecten waaraan vertegenwoordigers deelnemen van de ministers van de twee Gemeenschappen, bevoegd inzake onderwijs en jeugdbijstand, van de VGC, de COCOF en van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. (Verder in het Frans) Voor het initiatief tegen het schoolverzuim wordt de samenwerking met de sectie gezin van het Brussels parket voortgezet. De prioritaire criteria zijn: de gemeente moet een noodzakelijke partner zijn; het project richt zich op zowel leerplichtige meisjes als jongens; het mag niet in de plaats komen van het onderwijswerk; er moet een duidelijke wil zijn om met een of meer plaatselijke partners samen te werken en het project moet een beschrijving bevatten van de doelstellingen die men wil bereiken en van de methode die hiervoor zal worden gevolgd; het project moet op korte en middellange termijn worden geëvalueerd; de steun aan de projecten mag geen eigen initiatieven vervangen die de school organiseert in het kader van de sociaal-culturele voordelen. (Verder in het Nederlands) Wanneer het project is goedgekeurd wordt een eerste schijf van de subsidie uitbetaald op basis van een schuldvordering vanwege de gemeenten, waarbij het saldo wordt vereffend op basis van verantwoordingsstukken. Voor het schooljaar 2000-2001 hebben dertien gemeenten een subsidie van het programma schoolverzuim (PSV) gevraagd en verkregen. (Verder in het Frans) De betrokken gemeenten zijn Brussel, Elsene, Etterbeek, Evere, Ganshoren, Jette, Koekelberg, Schaarbeek, Sint- Gillis, Sint-Joost, Sint-Pieters-Woluwe, Vorst en Watermaal-Bosvoorde. De verleende subsidies schommelen tussen 22.000 en 400.000 frank, naargelang van het project, de grootte, het aantal en de frequentie van de voorgestelde activiteiten. (Verder in het Nederlands) Als antwoord op de vraag van mevrouw Grouwels wijs ik erop dat het PSV een maatregel is die kadert in de bijstand aan de gemeenten. De gemeenten worden op de hoogte gebracht van de mogelijkheid om gewestelijke subsidies op dit vlak te verkrijgen. Deze officiële mededeling aan de gemeenten ging vergezeld van een vragenlijst waarop de institutionele partners en de verenigingen betrokken bij de strijd tegen het schoolverzuim moesten worden aangeduid. Deze partners hebben de geschikte documentatie ontvangen voor de indiening van projecten. Bovendien hebben de verantwoordelijken van de cellen zich naar de 19 gemeenten begeven voor ontmoetingen met de burgemeester of zijn afgevaardigde. De verantwoordelijkheid om de schoolinstellingen te bereiken ligt dus bij de gemeentelijke overheden.
De projecten betreffen alle netten van de twee gemeenschappen en zijn gericht op leerlingen van het kleuter- tot het secundair onderwijs. Wat betreft de vraag of bestaande initiatieven in de scholen in aanmerking komen voor de subsidiëring van de projecten, verwijs ik naar de regel die bepaalt dat steun aan de projecten niet in de plaats kan treden van bijzondere activiteiten die reeds door de school zijn georganiseerd. Het gaat dan om aanvullende maatregelen en niet om vervangingsmaatregelen. Scholen die reeds initiatieven hebben ontwikkeld kunnen worden geholpen in de mate dat zij de verwezenlijkingen die reeds op stapel staan, aanvullen of versterken. Ik betreur dat zo weinig Vlaamse scholen projecten hebben ingediend, maar ik wens hierover geen verdere uitspraken te doen. Ik zal de heer Riguelle duidelijk maken dat er bijzondere aandacht wordt besteed aan projecten die zorgen voor synergieën tussen verscheidene instellingen, samenwerkingsverbanden met plaatselijke verenigingen en bestaande initiatieven zoals de preventiecontracten of de initiatiefwijken. Mevrouw Brigitte Grouwels .- We moeten inderdaad ons best doen om alle scholen zoveel mogelijk op de hoogte te brengen van dit project. Het lijkt mij vanzelfsprekend dat scholen, die al ervaring hebben met dergelijke schoolverzuimprojecten, van mekaar zouden kunnen leren. Wordt er iets gedaan om de scholen met mekaar in contact te brengen rond deze problematiek? De heer François-Xavier de Donnéa, Minister-President van de Regering .- Ik kan bevestigen dat de Brusselse regering dergelijke projecten, die synergieën tussen verschillende instellingen tot stand brengen met betrekking tot de verzuimproblematiek, gunstig is genegen. De heer Joël Riguelle (in het Frans) .- Ik ben tevreden met het antwoord. Het gaat om een interessant instrument, maar toch duikt geweld op school steeds vroeger op. Er moet aandacht worden besteed aan het basisonderwijs en er moet voor aangepaste instrumenten worden gezorgd. Kunt u me de volledige lijst van de geselecteerde projecten bezorgen? (Voorzitter: de heer François Roelants du Vivier) De heer François-Xavier de Donnéa, Minister-President van de Regering (in het Frans) .- U heeft gelijk, geweld en absenteïsme duiken steeds vroeger op. Ik zal u de lijst met projecten toesturen. Vestiging van een casino De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- De federale regering heeft beslist de procedure van openbare aanbesteding voor het negende casino van het land dat in het Brussels Gewest moet worden opgericht, te starten. De geïnteresseerde gemeenten hebben drie maanden de tijd om zich kandidaat te stellen
B.V. (2000-2001) - Nr 34
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 1 JUNI 2001
voor de vestiging van het casino op hun grondgebied. Na het verstrijken van die termijn zal de gewestregering haar advies uitbrengen, dat aan de federale regering moet worden bezorgd. Die beslist soeverein aan wie de opdracht wordt toegewezen. De vestiging van een casino in ons Gewest zou gepaard moeten gaan met aanzienlijke extra inkomsten. De keuze van de locatie is belangrijk want zij kan een onderdeel vormen van een algemeen beleid voor de herwaardering van de betrokken wijk. Waarop zal de Brusselse gewestregering haar advies baseren? Zijn het objectieve gronden die de gemeenten kennen? Of betreft het een meer subjectief advies afhankelijk van affiniteiten? Geeft de minister-president de voorkeur aan een stedelijke zone of mag het casino eerder waar in de 19 gemeenten van het gewest worden ondergebracht? Moet de vestiging van een casino passen in het beleid om een wijk die aan renovatie toe is te herwaarderen, of bstaat er geen noodzakelijk verband tussen die twee doelstellingen? Heeft de regering al aanvragen gekregen van een of andere gemeente ? Zo ja, van welke gemeenten ? Onze minister van Begroting heeft aangekondigd dat de parafiscale ontvangsten uit de vestiging van een casino in het Brussels Gewest volledig zullen worden gebruikt om de beruchte agglomeratiebelasting te schrappen. Kan u mij bevestigen dat tegelijkertijd met de opening van het casino in het Brussels Gewest de agglomeratiebelasting zal worden afgeschaft? De heer François-Xavier de Donnéa, Minister-President van de Regering (in het Frans).- Artikel 29 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen bepaalt inzonderheid dat de Koning, na advies van de regering en rekening houdende met de vestigingsplaatsen en de sociale impact van de vestiging van een kanspelinrichting van type I, na overleg in de Ministerraad bij besluit de gemeente aanwijst in ons Gewest waar de voormelde inrichting mag worden uitgebaat. Die aanwijzing zal gebeuren onder de gemeenten die hun kandidatuur hebben gesteld bij de minister van Justitie binnen drie maanden na de inwerkingtreding van de voormelde wet. De Brusselse regering zal met het oog op het geven van een advies nagaan of de vestigingsplaatsen die de gemeenten voorstellen, voldoen aan de stedenbouwkundige voorschriften en aan de milieuwetgeving, maar zal zich daarbij tevens baseren op de criteria die de wetgever heeft vastgesteld in het voormeld artikel 29. De vestigingsplaatsen moeten bovendien voldoen aan de normen die de materies regelen welke onder de bevoegdheid vallen van de instellingen van het Gewest of die door hen worden beheerd. Aangezien de kandidaturen nog niet bij de minister van Justitie zijn ingediend en bijgevolg nog niet aan het Gewest zijn meegedeeld, lijkt het me voorbarig andere overwegingen te uiten in verband met de keuze van de lokatie, temeer daar de regering niet over die problematiek heeft beraadslaagd en geen
9
gewag heeft gemaakt van de financiële weerslag ervan op de gewestelijke ontvangsten en op de gewestelijke fiscaliteit.
Nationaal Actieplan voor werkgelegenheid 2001 Mevrouw Anne-Françoise Theunissen (in het Frans) .Wanneer we het Nationaal Actieplan lezen kunnen we niet anders dan verstomd staan over de zwakke Brusselse voorstellen. De initiatieven die reeds twee of drie jaar geleden van start gingen, zijn erin opgenomen wat het mogelijk maakt resultaten te boeken indien de getroffen maatregel pertinent blijkt. Wat de middelen betreft die door het Europees Sociaal Fonds bestemd werden voor de ontwikkeling van het NAP, stellen we vast dat ons Gewest meer middelen toewijst aan de eerste pijler. Deze pijler beoogt een doorgedreven systematisering van het integratieparcours met oog voor de bestaansminimumtrekkers, een verhoogde inzetbaarheid - een begrip dat betwist kan worden doordat ze de volledige verantwoordelijkheid voor de integratie bij de werknemers legt; de begeleiding van de werkzoekenden die hun eigen baan proberen te creëren, het actief zoeken naar werk en de uitsluiting uit de arbeidsmarkt. 65% van de middelen die besteed worden aan de ontwikkeling van het NAP wordt bestemd voor deze eerste pijler. De tweede pijler beoogt de ontwikkeling van initiatieven en uitwisselingen in de sectoren van de sociale economie en de Nieuwe Informatietechnologieën. Het Gewest sluit hierbij aan maar heeft tegelijk oog voor de keuzes die gemaakt werden voor de ontwikkeling van de achtergestelde wijken, de plaatselijke werkgelegenheidsplatformen en het Territoriaal Werkgelegenheidspakt. Het Gewest, dat eerst van plan was 26,5% van zijn middelen toe te wijzen aan het volledige programma van het ESF, heeft slechts 25,6% toegewezen voor 2001. De vierde pijler betreft de maatregelen die de toegang tot de arbeidsmarkt bevorderen. Die maatregelen spitsen zich ook nu nog vooral op vrouwen toe. Op dit vlak behoudt het Gewest dezelfde begrotingsuitsplitsing. Beantwoordt het ogenschijnlijk kleine gedeelte van de begroting dat voor nieuwe werkgelegenheid is bestemd in het kader van de tewerkstellingsbevorderende sectoren en de ICT aan de realiteit? Kan de minister ons meer duidelijkheid verschaffen over het begrotingsaandeel, het aantal arbeidsplaatsen waarin zou kunnen worden voorzien en de aard van de projecten? Het tewerkstellingsbeleid bestaat uit een aantal maatregelen die in de loop van de vorige jaren zijn genomen. In november 2000 heb ik u geïnterpelleerd over de evaluatie van het tewerkstellingsbeleid. Het volledige amalgaam van inschakelingsmaatregelen dient te worden geëvalueerd, het systeem van de premies bij de indienstneming dient opnieuw te worden bekeken, alsook het ontbreken van nieuwe tewerkstellingsbevorderende sectoren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de strijd tegen de uitsluiting van oudere werknemers, de problematiek van de bedrijvencentra en de ontwikkeling van betrekkingen in de sociale sfeer.
B.V. (2000-2001) - Nr 34
10
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Hoe kunnen we, zonder een dergelijke evaluatie, tevreden zijn over de inbreng van het Gewest in het kader van het Nationaal Actieplan? Hoe kan het antwoord van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden beschouwd als een bijdrage tot het Nationaal Actieplan? Welke middelen zal u inzetten om de evaluatie van het tewerstellingsbeleid aan te vatten? Hoe denkt u de sociale partners hierbij te betrekken? Hoe zal u deze assemblee betrekken bij de evaluatie van het tewerkstellingsbeleid? De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans) .- Het Nationaal Actieplan (NAP), dat een federaal werkstuk is, is gemaakt op basis van Brusselse voorstellingen die door de regering zijn ingediend en goedgekeurd. Wij hebben alle bijdragen van ons Gewest voor de toepassing van de Europese krachtlijnen in het kader van het NAP niet zo goed kunnen benadrukken als wij hadden gewild: de ontwikkeling van de lokale werkgelegenheidsagentschappen, de ordonnantie over het gemengde beheer van de arbeidsmarkt, de uitwerking van "taalcheques", de oprichting van centra voor beroepsoriëntatie in verband met beroepen inzake stadseconomie enz. Het Europees Wetenschappelijk Fonds trekt duidelijk minder middelen voor informatie- en communicatietechnologie (ICT) uit. Niet omdat er te weinig projecten zijn, maar omdat het de bestaande ICT-opleidingen wil evalueren. Het komt erop aan te bepalen welke acties bij voorrang moeten worden gevoerd, aangepast aan de situatie in Brussel. In het kader van het territoriaal pact is uitvoerig over de ICT gedebatteerd. Mijn diensten halen uit die besprekingen wat relevant is om toekomstige initiatieven uit te werken waarbij werkgelegenheid en beroepsopleiding samen aan bod komen. De middelen voor de ontwikkeling van de ICT kunnen worden aangepast, zowel het gedeelte van het Europees Wetenschappelijk Fonds als het gedeelte van het Gewest. In dat kader worden heel wat opleidingen georganiseerd en medegefinancierd via Doelstelling 3 waaraan de Franse Gemeenschapscommissie deelneemt. Ik stel voor dat wij dit debat voortzetten binnen de vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie. De federale Minister van Arbeid en Tewerkstelling heeft aangekondigd dat een federaal fonds zal worden opgericht dat specifiek voor de ontwikkeling van nieuwe initiatieven is bestemd. Het overleg met de Gewesten is zojuist aangevat. Ik zal u zeker op de hoogte houden zodra het overleg is gevorderd en zodra ik concrete financiële voorstellen kan doen. In een land als het onze, met een bijzonder ingewikkelde staatsstructuur, kan een nationaal actieplan uiteindelijk alleen maar met een sisser aflopen. Het zou goed zijn dat het Gewest een echt gewestelijk actieplan voor de werkgelegenheid opstelt. Voorts stel ik voor om het beginsel in het gewestelijk ontwikkelingsplan (GewOP) te verankeren. Het gewestelijk actieplan zal worden uitgewerkt
in nauwe samenwerking met de sociale gesprekspartners die zitting hebben in de sociale en economische raad. Ik beschik reeds over hun bijzonder uitvoerig advies over de Brusselse bijdragen aan het NAP 2001. Op basis van dat advies zal ik de eerste versie van dit gewestelijk actieplan aan u voorleggen. En nu de evaluatie van ons beleid. Het observatiecentrum voor de werkgelegenheid werkt aan een algemeen overzicht van het beleid dat tijdens het vorige decennium is gevoerd in de eerste twee regeerperiodes van ons Gewest. Ik kijk uit naar de resultaten. Wij kunnen ons daarop baseren bij de uitwerking van het gewestelijk actieplan voor de werkgelegenheid van volgend jaar. Ik ben vast van plan om het overleg met onze sociale gesprekspartners te verdiepen. Wij moeten een degelijk plan voor de werkgelegenheid met hen uitwerken, waarbij niet alleen de gewestelijke overheid, maar ook de werkgevers zich tot concrete maatregelen verbinden. Volgende week ontmoet ik de afgevaardigden van de vakbonden en de werkgevers die zitting hebben in het beheerscomité van Bruxelles-Formation. Nog vóór de zomer wil ik elke afvaardiging afzonderlijk ontmoeten om de zaken grondiger te bespreken, in de hoop dat wij in oktober over een degelijk gezamenlijk basisplan kunnen beschikken. Mevrouw Anne-Françoise Theunissen (in het Frans) .- Ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Ik neem nota van de overlegrondes die in het vooruitzicht worden gesteld en ik ben tevreden dat er eerlang een GAP zal worden opgesteld. Het gaat om een interessant principe. Onze assemblee moet regelmatig worden geïnformeerd over de stand van zaken van alle aspecten waarover u het had. We beschikten enkel over een rudimentaire versie van het GAP in het federaal plan. Kunnen we een vollediger versie krijgen? Invoering van de Euro Mevrouw Fatiha Saïdi (in het Frans).- Op 1 januari 2002 stapt België het tijdperk van de euro binnen conform het Verdrag van Maastricht. Deze overgang zal voor niemand makkelijk zijn en zal ongetwijfeld een periode van aanpassing vergen. Sommige bevolkingsgroepen zullen het met die overgang trouwens moeilijker hebben dan anderen. Ik denk met name aan bejaarden, gehandicapten en laag- en ongeschoolden. Welke initiatieven hebt u genomen en zal u nemen om alle Brusselaars met deze nieuwe munt vertrouwd te maken? Heeft u rekening gehouden met de zwakkere bevolkingsgroepen waarover ik het net had? Bovendien heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in juli 1998 een voorstel van resolutie aangenomen, gevolgd door een ordonnantie die in februari 1999 werd goedgekeurd. De resolutie was erop gericht de bevolking snel vertrouwd te maken met de nieuwe munt en zette de Brusselse instellingen ertoe aan snel over te schakelen op de Euro om zodoende het goede voorbeeld te stellen. Welke initiatieven hebben de Brusselse
B.V. (2000-2001) - Nr 34
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 1 JUNI 2001
instellingen en ons Gewest genomen om het gebruik van de Euro als Europese, en weldra Belgische en Brusselse munt algemeen bekend te maken? De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans).- Binnen het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is er een euro-cel opgericht die ermee belast is om binnen het Gewest de technische en organisatorische aspecten van de definitieve overgang naar de euro voor te bereiden. Communicatie is hierbij van wezenlijk belang. We hebben onze eigen administratieve diensten op de invoering van de euro voorbereid. En via het Masterplan 2000 de communicatie met alle inwoners van ons Gewest. De euro-cel is werkzaam binnen het zogenaamde Observatiecentrum voor de euro. Die organisatie leidt mensen op die dan op hun beurt opleidingen kunnen geven in hun gemeente, vereniging,... Die opleidingen zijn bijzonder praktisch en geven toegang tot het didactisch materiaal van de Europese Commissie. Er wordt ook bijzondere aandacht besteed aan de kwetsbare bevolkingsgroepen. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een informatiebrochure voor het grote publiek. De brochure is in vijf talen opgesteld en richt zich tot de moeilijk bereikbare bevolkingsgroepen van ons Gewest. Ze moet zo ruim mogelijk worden verspreid via de gemeentebesturen, de OCMW’s, de postkantoren en andere overheidsbesturen zoals de Franse en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Tijdens de onderhandelingen met de federale overheid is overeengekomen dat er radio- en TV-spots zullen worden verwezenlijkt op federaal niveau. Naarmate de definitieve overgang naar de euro nadert, zal het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de bewustwording van de bevolking van nabij volgen en zo nodig bijsturen. Mevrouw Fatiha Saïdi (in het Frans).- Ik heb nota genomen van de genomen maatregelen. Maar het Gewest had een agressievere communicatie kunnen voeren. De website van het Gewest is niet bijgewerkt: de rubriek "euro" is niet meer aangepast sinds 1999. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans).- U hebt gelijk. Ik zal dit aan onze administratie melden. De brochure die we ontworpen hebben, is eenvoudig en duidelijk en richt zich tot een heel ruim publiek. Ze zal vanaf september worden verspreid. Voor nadere informatie moet worden verwezen naar de brochure die door de regering is opsteld en in de beide landstalen beschikbaar is.
11
Waterzuiveringsstation Noord De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Het Waterzuiveringsstation Noord is een delicate overheidsopdracht, zeker als men naar het prijskaartje van 50 miljard kijkt. Op nationale of Europese schaal is dit echter een bescheiden bedrag. Het procédé van mineralisering via methanisering en oxydering via het wassen van het slib van de waterzuivering dat de maatschappij Aquiris voorstelt, is nog nooit op zo een grote schaal in de praktijk gebracht. Hebt u garanties wat betreft de werkelijke doeltreffendheid van dit procédé? Kan u ons meedelen wat de experts hierover in hun verslag hebben geschreven? Kan u ons bevestigen dat het nieuwe bestek 2000 het mogelijk maakt het uiteindelijke restproduct, 1100 ton per jaar, te verwerken bij de aanleg van wegeninfrastructuur, zoals gepland door de maatschappij Aquiris? Is dat werkelijk mogelijk? Kan u bevestigen dat de prijs van het water zoals u hebt verklaard niet zal worden verhoogd, vermits na de betaling van de jaarlijkse vergoeding aan de concessiehouder, er op de begroting een positief saldo van 250 miljoen zou moeten overblijven? Staat dat vast of is dat alleen de bedoeling? De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (in het Frans) .- Het Aquiris-consortium stelde een nieuw slibverwerkingsprocédé voor en werd daarom door de regering geselecteerd. Het procédé is vernieuwend omdat het naast de vochtige oxidatie, ook een thermolyse en een anaerobe verbranding bevat. De auditeur bij de Raad van State heeft de kritiek van de groep Hydronor verworpen en stelde dat de beslissing van het Gewest is gebaseerd op een ernstig, objectief en volledig onderzoek. De auditeur voegde eraan toe dat het verwerpen van een offerte omdat ze niet verwijst naar even belangrijke referenties, de concurrentie in gevaar zou brengen door bedrijven te bevoordelen die reeds een sterke marktpositie hebben. Hij vond ook dat de afwijzing van een offerte op basis van de originaliteit ervan, de overheid verhindert te kiezen voor innoverende technologische concepten. Het principe van de concessie impliceert dat de technologische en financiële risico’s voor rekening zijn van de concessionaris. De prijs voor zijn prestaties ligt vast. Aquiris heeft zich voorgenomen het restafval na slibverwerking te storten of, in de mate van het mogelijke, te recycleren tot bouwmaterialen. Het bedrijf heeft zich hiertoe evenwel niet formeel verbonden. Als de voor het waterbeleid bestemde gewestelijke begrotingsmiddelen gelijk blijven, zal de belasting op het water de komende tien jaar wellicht niet stijgen. Ik kan echter niet vooruitlopen op het beleid van mijn opvolgers. De conclusie is dan ook dat er op de aanbesteding voor het Waterzuiveringsstation Noord niets valt aan te merken. Ons
B.V. (2000-2001) - Nr 34
12
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
bestuur heeft de zaken goed aangepakt en hoewel er voor een hoogtechnologisch project werd gekozen, ging dat niet ten laste van de financiële middelen van de Brusselaars. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Is het mogelijk op basis van het nieuw bestek 2000 het restafval te recycleren? De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (in het Frans) .- Reeds tien jaar lang proberen we de bevoegde minister ervan te overtuigen recuperatiemateriaal te gebruiken in de bouwsector. In het andere geval kunnen de slakken ook in Nederland worden verkocht, waar het materiaal eveneens in de bouwsector zal worden gebruikt.
Mevrouw Adelheid Byttebier .- Wat is de persoonlijke appreciatie van de minister over dit project? De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel .Het was de eerste keer dat dit initiatief werd genomen, maar niet de laatste keer. VOORSTEL VAN RESOLUTIE BETREFFENDE DE VERONTRUSTENDE EVOLUTIE VAN DE EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN AFGHANISTAN Bespreking
Open-tuinen-weekend Mevrouw Adelheid Byttebier .- Op 19 en 20 mei werd in vele Brusselse gemeenten een open-tuin-weekend georganiseerd waarbij de compostmeesters hun werk konden tonen. De gemeenten Jette, Sint-Pieters-Woluwe, Koekelberg, Ganshoren en Evere bleven evenwel afzijdig. Dat is spijtig en een gemiste kans omdat het meestal mensen uit de buurt zijn die de betrokken tuinen bezoeken. Is het juist dat van de 170 compostmeesters, die toch een opleiding kregen van het BIM, er slechts 30 bereid waren om hun medewerking te verlenen? Of waren het veeleer de gemeenten die geen bereidheid toonden? Vond de minister eventueel 30 compostmeesters genoeg? Om het composteren te populariseren is er naast de steun van het Gewest ook de steun van de gemeenten nodig. Het was de ambitie om 10.000 gezinnen aan te zetten om zelf te composteren. Hoeveel gezinnen doen dat nu reeds? In het betrokken weekend werd bij de bezoekers ook een enquête gehouden. Wat zijn de resultaten daarvan? Heeft de minister zelf al een evaluatie gemaakt? Bestaat er een verband tussen het engagement van de compostmeesters en de inspanningen van de gemeenten? Hoe zal men het aantal van 10.000 gezinnen bereiken? De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel .Het initiatief van de open-tuinen, dat liep van 20 april tot 20 mei, was een gewestelijke campagne om het thuiscomposteren aan te moedigen. Dit gebeurde onder meer via televisiespots, persartikelen en radio-interviews. Het is nog te vroeg voor een evaluatie. Resultaten van de enquête zijn nog niet binnen. Toch kan men al spreken van een succes inzake het aantal deelnemers en bezoekers. Volgens de compostmeesters waren er per tuin 20 à 30 kandidaten om te composteren. In sommige gevallen liep dat op tot 90 kandidaten. Op het einde van dit jaar zal opnieuw een enquête worden gehouden die informeert naar de bereidbaarheid om zelf te composteren. De gemeenten hebben een belangrijke rol te spelen inzake steun aan de compostmeesters. In 10 gemeenten bestaat al een ploeg en in 3 gemeenten is men daarmee bezig. Het netwerk van vrijwilligers is dus in volle ontwikkeling.
Mevrouw Brigitte Grouwels, rapporteur .- Het gaat om een belangrijk voorstel van resolutie, betreffende de verontrustende evolutie van de grondrechten in Afghanistan. Ik begroet mevrouw uit de publiekstribune, afkomstig uit Afghanistan maar wonende in Brussel. Het is belangrijk dat de Afghaanse vrouwen zich gesteund weten. Bij de bespreking deze middag werd over verschillende punten van de resolutie gedebatteerd. In paragraaf 4 werd een technisch amendement aangebracht. Het gaat om een verbetering in verband met de Nurembergwetten die de Kristalnacht voorafgingen. Er werd besproken welke politieke actie gevoerd moet worden in verband met de situatie in Afghanistan. De heer de Patoul stelde voor dat niet alleen actie ten aanzien van Afghanistan en de Taliban moet worden gevoerd, maar ook ten aanzien van alle landen die Afghanistan steunen, inzonderheid Pakistan. In het kader van het voorzitterschap van de Europese Unie moet België het initiatief nemen voor een gezamenlijke actie van de Europese Unie. Er werd opgemerkt dat in de tekst de situatie van de vrouwen en de schendingen op cultureel vlak te veel verweven zijn. Daarom werd deze paragraaf gesplitst. De paragraaf in verband met de situatie van de vrouwen werd versterkt en er werd een extra paragraaf toegevoegd over de situatie van de alleenstaande vrouwen. Het blijkt dat de Taliban de niet-Moslims willen merken, niet alleen op de kleding, maar ook op hun woningen. De tekst werd in die zin aangevuld. De Franse tekst werd aangepast aan de Nederlandse versie, waar gesproken wordt over niet-Moslims in plaats van Islamieten. Dat gebeurde voor de duidelijkheid en ook om de discussie te vermijden over welk soort islam het gaat. Verschillende leden hebben erop gewezen dat er ook andere voorbeelden van schendingen van de grondrechten kunnen worden gegeven waar de internationale gemeenschap onverschillig is gebleven. Voorbeelden daarvan zijn: het Pol Pot-regime, de genocide in Rwanda, Tibet, Chabra en Chatila en de moord op de Armeniërs. De commissie heeft beslist zich te beperken tot een voorbeeld uit de Europese geschiedenis,
B.V. (2000-2001) - Nr 34
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 1 JUNI 2001
namelijk Nuremberg en de Kristalnacht. Er werd gesteld dat andere voorbeelden ook relevant zijn, maar in een resolutie is het opnemen van een exhaustive lijst niet mogelijk.
13
Ten slotte werd beslist te verwijzen naar democratische landen in plaats van democraten, omdat wij als parlement deze resolutie maken.
Ten slotte hebben de Taliban op 22 mei 2001 de leden van de niet-moslimminderheden in Afghanistan verplicht een geel merkteken op hun kleren te dragen en op hun woning aan te brengen. In ons Europees collectief geheugen blijft de herinnering aan de volkerenmoord op de joden en alle anderen die door het Duitse nationaal- socialistische regime waren "gekentekend".
De discussie heeft geleid tot een aantal concrete amendementen. De geamendeerde tekst werd met eenparigheid door de commissie aanvaard.
De toestand in Afghanistan wordt elke dag erger, aangezien de Taliban openlijk het recht op racisme, xenofobie en volkerenmoord opeisen.
Voorzitter: de heer Jan Béghin
De resolutie die ons Parlement op 16 juni 2000 heeft aangenomen, is op het internet te lezen en de Afghaanse vrouwen en mannen weten dat er in Brussel een parlement is dat hun niet vergeet.
Mevrouw Magda De Galan (in het Frans).- Ik verheug me op mijn beurt over de aanwezigheid op de tribune van een dame van Afghaanse oorsprong. Ik ben ervan overtuigd dat ze onze bezorgdheid deelt. Onlangs heeft een andere Afghaanse vrouw haar verhaal gedaan in "Le Nouvel Observateur". Sinds de machtsovername van de Taliban, op 26 september 1996, hebben vrouwen niet langer het recht buiten te komen zonder vergezeld te zijn van een mannelijk familielid, zijn ze verplicht de "tchadri" te dragen, zijn muziek en radio verboden, is het leven een hel geworden. Vooral voor de vrouwen, maar ook voor de mannen. Tien jaar na de strijd tegen de Russische bezetter, is Afghanistan sedert 1992 ten prooi aan een ware burgeroorlog. Vanaf 1994 hebben de Taliban beetje bij beetje de controle over het land overgenomen en sedert 1996 hebben zij alle macht. Ze maakten van de tolerante islam een onverdraagzame godsdienst die de vrouwen elk recht ontzegt, zoals het recht op verzorging en onderwijs, het recht om alleen naar buiten te gaan, buitenshuis te werken, aan traditionele feesten deel te nemen, te lezen, zich in openbare badgelegenheden te wassen, of nog recenter, om brood voor de collectiviteit te maken. Ook de mannen zijn aan strenge leefregels onderworpen: muziek, spelen, film, radio en televisie zijn verboden. Sinds 1998 circuleert er in Afghanistan een boekje dat door veel buitenlandse waarnemers zonder omwegen als een "beknopt handboek van etnische zuivering" wordt bestempeld en dat een zeer nauwkeurig beeld schetst van het lot (hongersnood, armoede, ontzegging van elke internationale humanitaire hulp) van de bevolkinsgroepen die door de Taliban verjaagd of zelfs misbruikt worden. De zaak van de "boeddha’s" heeft de internationale opinie aangegrepen, maar reeds voordien werden alle bibliotheken vernietigd. De Talibanmilitie is op 28 juli jongstleden met een algemeen offensief begonnen om de oppositie eens en voorgoed uit te roeien. De gevechten hebben reeds verscheidene duizenden doden geëist en een vluchtelingenstroom van zowat 250.000 burgers op gang gebracht naar de Panshir-vallei, wat voor enorme problemen zorgt op het vlak van de water- en voedselbevoorrading. De woordvoerder van de Afghaanse oppositie heeft de internationale gemeenschap om dringende humanitaire hulp gevraagd.
Elk gebaar, elk teken, elk symbool telt en schenkt vertrouwen. Op 18 april jongstleden heeft de Commissie voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties zonder stemming een resolutie over hetzelfde onderwerp aangenomen. Alle democratische partijen van onze assemblee hebben onlangs nog ons reglement gewijzigd om politieke fracties te bestraffen waarvan een lid veroordeeld zou zijn wegens niet-naleving van onze wetten die uitspraken, handelingen en gedragingen veroordelen die in strijd zijn met de democratische waarden en de grondrechten. Vanavond zal de televisieuitzending "Face à l’info" worden afgesloten met de muziek van de film "Titanic", die in Afghanistan een cultfilm is geworden omdat alle films er verboden zijn. Net zoals de jonge vrouwen misschien als teken van verzet witte sokken dragen onder de donkere kousen die ze van de Taliban moeten aantrekken. Ons Parlement, dat altijd het voortouw heeft genomen in de strijd voor de democratische rechten, moet zijn stem laten horen, is het niet aan de Taliban, dan toch minstens aan hun slachtoffers en aan al wie strijdt tegen de verloochening van de menselijkheid. (Applaus) Mevrouw Béatrice Fraiteur (in het Frans).- Net een jaar geleden hebben we eenstemmig de resolutie aangenomen die ik had ingediend ter veroordeling van de schending, in Afghanistan, van de mensenrechten in het algemeen en van de rechten van de vrouw in het bijzonder. Ons Parlement heeft maar een symbolisch gewicht in dit soort dossiers, maar het moet reageren. Die vrouwen ondergaan vernederingen, hebben geen toekomstmogelijkheden en weten dat hun dochters hetzelfde lot beschoren is. Bovendien moeten de ongelovigen, op bevel van het hoofd van de religieuse politie, een merkteken op hun kleding en op hun huizen aanbrengen. Een geel merkteken, een kleur vol duistere herinneringen.
B.V. (2000-2001) - Nr 34
14
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Die maatregel is een schending van de fundamentele menselijke waardigheid en de universele mensenrechten en leidt tot de uitroeiing van al wie zo wordt geïsoleerd. Er moet internationale pressie op de Taliban worden uitgeoefend om een einde te maken aan dergelijke discriminerende maatregelen. Bovendien hebben de Taliban een belangrijke bondgenoot gevonden in de onverschilligheid en zelfs de medeplichtigheid van de westerse naties. De Taliban hebben alle opium verboden nadat ze eerst enorme voorraden hebben aangelegd. Op die manier profiteren ze van de prijsstijgingen die ze zelf hebben veroorzaakt, om hun strijdkrachten en Pakistanees oorlogsmateriaal te kunnen betalen. Alle elementen zijn aanwezig voor de eindoplossing: de Taliban laten de bevolking van honger sterven, verhogen ondertussen hun inkomsten om het Afghaans verzet te vernietigen en vragen tegelijk kredieten voor het verbouwen van gewassen die de papaver moeten vervangen. Dit alles past in een weldoordachte strategie, die door de leiders van de Taliban en de Pakistaanse leiders al lang wordt toegepast. En toch heeft het Internationaal Muntfonds Pakistan onlangs opnieuw kredieten verstrekt. De VN staan uiteindelijk dan ook machteloos in dit soort conflicten. De Taliban hebben zopas bevolen dat alle bakkerijen van het WVP (Wereldvoedselprogramma) die door vrouwen worden uitgebaat, moeten worden gesloten. Het Talibanbestuur heeft humanitair personeel in dienst genomen, dat de meeste sociale taken verzorgt. De VN-coördinator voor Afghanistan, Eric de Mul, heeft de islammilities ervan beschuldigd VN-medewerkers te hebben aangehouden in Kaboul en Herat en de humanitaire hulpoperaties te dwarsbomen, ondanks het feit dat de toestand op het terrein verslechtert. Ik zal het ons voorgelegde voorstel van resolutie zonder voorbehoud goedkeuren. Wij mogen ons niet langer verschuilen achter ons goed geweten. Ofwel aanvaarden we dat de Taliban zich definitief in Afghanistan vestigt en van het land een immens kerkhof maakt, ofwel grijpen we nu in, voor het te laat is, en steunen we het democratisch alternatief van commandant Massoud en de Afghaanse vluchtelingen in ons land. Misschien moeten wij nu reeds meer doen dan alleen tekenen, zoals tot ondersteuning van de Afghaanse vrouwen! Het is echter niet te laat om het Afghaans verzet tegen de Taliban te steunen. Het is niet te laat om de Westerse regeringen, en in de eerste plaats de onze, te verzoeken dat ze van de VN eist dat ze strafmaatregelen nemen tegen Pakistan. Het is niet te laat om een halt toe te roepen aan de wapenlevering aan Pakistan, die de wapens gebruikt tegen de Afghaanse verzetslieden. (Algemeen applaus) De heer Serge de Patoul (in het Frans) .- Ik wens in de eerste plaats, uit naam van de PRL en het FDF, eer te betuigen
aan de Afghaanse gemeenschap, die weerstand biedt aan de macht van de Taliban, die de meest fundamentele rechten met de voeten treedt en ik wil ook de auteurs van dit voorstel van resolutie danken. Vervolgens wens ik te verwijzen naar het toneelstuk "Onbekend op dit adres" van Kressman-Taylor, waarin zij de briefwisseling beschrijft tussen een Amerikaanse Jood en een Duitser in de jaren 30. Het is een historische wedersamenstelling, geschreven door een vrouw in 1938, vóór de gebeurtenissen die ons allen bekend zijn. Ik sta nog steeds versteld van de onverschilligheid van de internationale gemeenschap. Onze resolutie is uiteraard symbolisch, maar ze heeft tot doel de mensen bewust te maken en juist die onverschilligheid te vermijden. We moeten handelen. Daarom wensen wij deze tekst te amenderen, een tekst die uiting geeft aan onze wil om, ter gelegenheid van het Belgische voorzitterschap, acties te ondernemen om de Taliban tot respect voor de mensenrechten te bewegen. Wij moeten de Afghaanse oppositie steunen om ervoor te zorgen dat de Talibans van de macht worden verdreven. De PRL/FDF keurt het voorstel van resolutie goed (Algemeen applaus). Mevrouw Fatiha Saïdi (in het Frans) .- Mijn fractie steunt het voorstel van resolutie van mevrouw De Galan en zal het ook goedkeuren, zoals zij dat op 16 juni 2000 met het voorstel van mevrouw Fraiteur heeft gedaan. Het is geen overbodige luxe om de schendingen van de fundamentele rechten die de Afghaanse vrouwen regelrecht treffen, in herinnering te brengen, als men kijkt naar de informatie die ons bereikt en als we met ontzetting vaststellen dat in de pers meer aandacht wordt besteed aan de vernieling van de Boeddha-beelden dan aan de situatie van de vrouwen. Ik benadruk dat de methodes die de Taliban gebruiken, geen moslimpraktijken zijn. Niet-moslims verplichten gele kledij te dragen is een fascistische en racistische methode. De argumenten die de Taliban aanvoeren om hun daden te rechtvaardigen, zijn jammer genoeg bekend en werden in een zeer recent verleden door anderen gebruikt. Het dragen van de burqa, het verbod om te werken en om school te lopen zijn praktijken die geenszins tot de Islam behoren. Er moet worden onderstreept dat het eerste vers van de Koran een gebod is zowel naar de vrouwen als naar de mannen toe, namelijk "lees", met andere woorden "leer". Zulke nuanceringen en verduidelijkingen zijn belangrijk wil men voorkomen dat men alles op een hoop gooit en dat een godsdienst die de tweede plaats bekleedt in ons land en in ons Gewest, in een kwaad daglicht wordt gesteld. Die nuanceringen mogen ons niet blind maken voor de werkelijkheid. Anders zouden wij afbreuk doen aan de strijd van talrijke vrouwen die blijven vechten voor de verbetering van hun statuut en onder meer voor de afschaffing van de verstoting.
B.V. (2000-2001) - Nr 34
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 1 JUNI 2001
Wij hopen dat die resolutie in overweging zal worden genomen en dat zowel de federale als de Europese overheden hieraan gevolg zullen geven. Wij wensen op de hoogte te worden gebracht van de resultaten op de verschillende bevoegdheidsniveaus en van de gevolgen van de resolutie die wij vandaag zullen goedkeuren. Ons land moet ook die groepen binnen de bevolking die naar een rechtstaat hunkeren steunen alsook de initiatieven van de burgermaatschappij. Zo moeten wij ook de talrijke mensen, waaronder heel wat vrouwen, steunen in de vluchtelingenkampen in Tadjikistan of elders. België muntte uit door zijn afwezigheid toen een delegatie van vrouwen uit verschillende landen op 25 juni 2000 vertrok naar een vluchtelingenkamp in Tadjiskistan, maar ook naar de Panshirvallei, om er de vrouwen te gaan steunen. Wij hopen dat Belgische vrouwen in het vervolg op de oproep zullen ingaan wanneer andere initiatieven van die aard worden georganiseerd (Applaus op alle banken). - De bespreking is gesloten. - De consideransen en de streepjes van de bepalingen worden zonder opmerkingen goedgekeurd. - Over het geheel zal later worden gestemd. - De vergadering van de Raad wordt om 17.15 uur geschort.
15
- Het amendement wordt aangenomen met 56 stemmen tegen 6 (naamstemming nr. 3, zie bijlage). - Aanbeveling nr. 8 wordt bij dezelfde stemming aangenomen (naamstemming nr. 3, zie bijlage). De heer Dominiek Lootens-Stael .- Ik zou tientallen argumenten kunnen aanhalen om tegen dit voorstel van aanbeveling te stemmen. Eén ervan is dat racisme in dit voorstel is ingebakken. Positieve maatregelen zijn immers ook een vorm van racisme. Een ander argument is dat het centrum van Leman bij dit voorstel wordt betrokken. Het belangrijkste argument is de hypocrisie van diegenen die deze aanbeveling voorstellen. Op allerlei manieren, wettige en onwettige, proberen zij de politieke oppositie te discrimineren en uit te schakelen. Ik geef één voorbeeld: de grootste Brusselse partij werd uitgesloten bij de bespreking van dit voorstel van aanbeveling. De heer Marc Cools (in het Frans) .- Het is absurd te beweren dat positieve discriminatie een vorm van racisme is. Vanochtend heeft er in de commissie een debat plaatsgehad waar iedereen kon aan deelnemen en zijn mening kon geven. - Het voorstel van aanbevelingen wordt aangenomen met 56 tegen 6 stemmen (naamstemming nr. 4, zie bijlage) (Applaus van alle leden, behalve van het Vlaams Blok, het FN en het FNB).
- De vergadering van de Raad wordt om 17.30 uur hervat. NAAMSTEMMINGEN VOORSTEL VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE VERPLICHTING OM VOOR HET ONDERHOUD VAN DE STORTKOKERS VOOR HET VERWIJDEREN VAN HUISHOUDELIJK AFVAL EEN BEROEP TE DOEN OP EEN ERKENDE ONDERNEMING Aangehouden stemming De Voorzitter.- Wij moeten stemmen over amendement nr. 1 van de heer Mostafa Ouezekhti dat ertoe strekt artikel 8 te schrappen. - Het amendement wordt aangenomen met 56 stemmen en 6 onthoudingen (naamstemming nr. 1, zie bijlage). De Voorzitter.- Artikel 8 wordt dus geschrapt. - Het voorstel van ordonnantie wordt aangenomen met 56 stemmen en 6 onthoudingen (naamstemming nr. 2, zie bijlage). VOORSTEL VAN AANBEVELINGEN BETREFFENDE DE DISCRIMINATIE BIJ AANWERVING Aangehouden stemming De Voorzitter.- Aan de orde is de stemming over het amendement van mevrouw Anne-Françoise Theunissen op aanbeveling nr. 8.
De Voorzitter .- Aan de orde is de stemming over de moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Benoît Cerexhe tot de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President van de Regering, betreffende "de concrete uitvoering van een belangrijk punt van het regeerakkoord ("het probleem van de vertegenwoordiging van de Nederlandse taalgroep in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad"), de vraag of alle leden van de regering zich akkoord zullen verklaren met de wijze waarop een en ander moet worden uitgevoerd en over de directe gevolgen hiervan voor het vrijmaken van de bijkomende trekkingsrechten voor de gemeenschapscommissies". Twee gemotiveerde moties werden ingediend. De eerste motie werd ingediend door de heren Denis Grimberghs, Michel Lemaire, Joël Riguelle, mevrouw Julie de Groote en mevrouw Béatrice Fraiteur. De tweede motie werd ingediend door mevrouw Evelyne Huytebroeck, de heren Alain Daems, Yaron Pesztat, mevrouw Fatiha Saïdi, de heer Alain Adriaens, mevrouw Geneviève Meunier, mevrouw Dominique Braeckman, de heren Christos Doulkeridis, Michel Van Roye en Bernard Ide. De gewone motie wordt voorgesteld door de heer Marc Cools, mevrouw Isabelle Gelas, mevrouw Brigitte Grouwels en de heer Sven Gatz. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- De PSC vraagt geen termijn voor de stemming...(Men glimlacht) maar waarom zouden we niet eerst stemmen over de gemotiveerde motie van Ecolo, aangezien een meerderheid in deze assem-
B.V. (2000-2001) - Nr 34
16
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
blee de Lombardakkoorden steunt? Het is schandalig een smoes te verzinnen en de CVP in staat te stellen om, uiteindelijk net te doen zoals het FDF, namelijk de regering te steunen zonder het te laten merken. (Samenspraak) De heer de Donnea heeft het kortste antwoord uit zijn carrière gegeven, terwijl de interpellaties een hele dag in beslag hadden genomen. Over weinige ogenblikken zult u een gewone motie stemmen. Ernstig is anders. Mevrouw Evelyne Huytebroeck (in het Frans).- Wij betuigen onze volledige steun aan de Lombard-akkoorden, die de verwezenlijking zijn van een essentieel punt uit de regeringsverklaring van juli 1999. Deze motie verdiende de steun van alle Brusselse partijen, Franstalige zowel als Nederlandstalige. De tijd van de polemieken is voorbij. Ecolo betreurt dat de PRL, de PS en de Vlaamse partijen die het akkoord hebben ondertekend niet de moed hebben een motie goed te keuren waarin de akkoorden die de meesten onder ons noodzakelijk achten, worden gesteund. De heer Rudi Vervoort (in het Frans) .- Het is niet uit verstrooidheid of onachtzaamheid dat wij de gewone motie niet hebben medeondertekend, ook al zullen wij ze goedkeuren. Wij steunen de Lombard-akkoorden zonder meer. Wij betreuren echter dat dit via een gewone motie moest gebeuren. - De gewone motie wordt goedgekeurd met 37 stemmen tegen 20, bij 5 onthoudingen (naamstemming nr. 5, zie bijlage). De Voorzitter .- Wij gaan nu over tot de stemming over de resolutie betreffende de verontrustende evolutie van de eerbiediging van de grondrechten in Afghanistan. Mevrouw Marguerite Bastien (in het Frans) .- Wij zullen deze resolutie natuurlijk goedkeuren, maar ik wens te verduidelijken dat de verplichting een stuk gele stof te dragen door de Koran in verband wordt gebracht aan het statuut van "dimi", d.w.z. het statuut van een lager wezen, m.a.w. een niet-moslim. Wij moeten dus waakzaam zijn voor de dwalingen van de Islam op de plaatsen waar deze zich vestigt teneinde dergelijke situatie niet mee te maken in België. - Het voorstel van resolutie wordt door de 61 aan de stemming deelnemende leden eenparig aangenomen (naamstemming nr. 6, zie bijlage) (Algemeen applaus). - De vergadering wordt om 17.55 uur gesloten. - De Raad gaat tot nadere bijeenroeping uiteen.
BERICHTEN VAN VERHINDERING - VERLOFAANVRAGEN Verhinderd : de heer Yves de Jonghe d’Ardoye, om gezondheidsredenen, de heren Jos Chabert en Alain Hutchinson, in het buitenland, mevrouw Françoise Bertieaux, mevrouw Caroline Persoons, mevrouw Françoise Dupuis, met opdracht, de heer Willem Draps, om familiale redenen, de heren Mohamed Daïf en Didier van Eyll, belet.
BIJLAGEN NAAMSTEMMINGEN De uitslag van elke naamstemming alsmede de stemverklaring worden in het Beknopt Verslag zelf opgenomen. Naamstemming nr. 1 Hebben ja gestemd: Alain Adriaens, Eric André, Mohamed Azzouzi, Françoise Bertieaux, Jean-Jacques Boelpaepe, Sfia Bouarfa, Dominique Braeckman, Adelheid Byttebier, Danielle Caron, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Bernard Clerfayt, Marc Cools, JeanPierre Cornelissen, Alain Daems, Mohammed Daïf, Olivier de Clippele, Magda De Galan, Jacques De Grave, Julie de Groote, Serge de Patoul, Vincent De Wolf, Willy Decourty, Jean Demannez, Amina Derbaki Sbai, Christos Doulkeridis, Béatrice Fraiteur, Sven Gatz, Isabelle Gelas, Didier Gosuin, Rufin Grijp, Denis Grimberghs, Brigitte Grouwels, Anne Herscovici, Evelyne Huytebroeck, Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, Marion Lemesre, Albert Mahieu, Geneviève Meunier, Claude Michel, Mostafa Ouezekhti, Yaron Pesztat, Joël Riguelle, François Roelants du Vivier, Mahfoudh Romdhani, Fatiha Saidi, Françoise Schepmans, Philippe Smits, Anne-Françoise Theunissen, Eric Tomas, Michel Van Roye, Guy Vanhengel, Rudi Vervoort, Bernadette Wynants, Alain Zenner Hebben zich onthouden: Erik Arckens, Marguerite Bastien, Johan Demol, Dominiek Lootens-Stael, Audrey Rorive, Jos Van Assche Naamstemming nr. 2 Hebben ja gestemd: Alain Adriaens, Eric André, Mohamed Azzouzi, Françoise Bertieaux, Jean-Jacques Boelpaepe, Sfia Bouarfa, Dominique Braeckman, Adelheid Byttebier, Danielle Caron, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Bernard Clerfayt, Marc Cools, JeanPierre Cornelissen, Alain Daems, Mohammed Daïf, Olivier de Clippele, Magda De Galan, Jacques De Grave, Julie de Groote, Serge de Patoul, Vincent De Wolf, Willy Decourty, Jean Demannez, Amina Derbaki Sbai, Christos Doulkeridis, Béatrice Fraiteur, Sven Gatz, Isabelle Gelas, Didier Gosuin, Rufin Grijp, Denis Grimberghs, Brigitte Grouwels, Anne Herscovici, Evelyne Huytebroeck, Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, Marion Lemesre, Albert Mahieu, Geneviève Meunier, Claude Michel, Mostafa Ouezekhti, Yaron Pesztat, Joël Riguelle, François Roelants du Vivier, Mahfoudh Romdhani, Fatiha Saidi, Françoise Schepmans, Philippe Smits, Anne-Françoise Theunissen, Eric Tomas, Michel Van Roye, Guy Vanhengel, Rudi Vervoort, Bernadette Wynants, Alain Zenner Hebben zich onthouden: Erik Arckens, Marguerite Bastien, Johan Demol, Dominiek Lootens-Stael, Audrey Rorive, Jos Van Assche
B.V. (2000-2001) - Nr 34
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 1 JUNI 2001
Naamstemming nr. 3 Hebben ja gestemd: Alain Adriaens, Eric André, Mohamed Azzouzi, Françoise Bertieaux, Jean-Jacques Boelpaepe, Sfia Bouarfa, Dominique Braeckman, Adelheid Byttebier, Danielle Caron, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Bernard Clerfayt, Marc Cools, JeanPierre Cornelissen, Alain Daems, Mohammed Daïf, Olivier de Clippele, Magda De Galan, Jacques De Grave, Julie de Groote, Serge de Patoul, Vincent De Wolf, Willy Decourty, Jean Demannez, Amina Derbaki Sbai, Christos Doulkeridis, Béatrice Fraiteur, Sven Gatz, Isabelle Gelas, Didier Gosuin, Rufin Grijp, Denis Grimberghs, Brigitte Grouwels, Anne Herscovici, Evelyne Huytebroeck, Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, Marion Lemesre, Albert Mahieu, Geneviève Meunier, Claude Michel, Mostafa Ouezekhti, Yaron Pesztat, Joël Riguelle, François Roelants du Vivier, Mahfoudh Romdhani, Fatiha Saidi, Françoise Schepmans, Philippe Smits, Anne-Françoise Theunissen, Eric Tomas, Michel Van Roye, Guy Vanhengel, Rudi Vervoort, Bernadette Wynants, Alain Zenner
17
Pierre Cornelissen, Mohammed Daïf, Olivier de Clippele, Magda De Galan, Jacques De Grave, Serge de Patoul, Amina Derbaki Sbai, Vincent De Wolf, Willy Decourty, Jean Demannez, Sven Gatz, Isabelle Gelas, Didier Gosuin, Rufin Grijp, Brigitte Grouwels, Marion Lemesre, Albert Mahieu, Claude Michel, Mostafa Ouezekhti, François Roelants du Vivier, Mahfoudh Romdhani, Françoise Schepmans, Philippe Smits, Eric Tomas, Guy Vanhengel, Rudi Vervoort, Alain Zenner Hebben neen gestemd: Alain Adriaens, Dominique Braeckman, Benoît Cerexhe, Alain Daems, Julie de Groote, Christos Doulkeridis, Béatrice Fraiteur, Denis Grimberghs, Anne Herscovici, Evelyne Huytebroeck, Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, Geneviève Meunier, Yaron Pesztat, Joël Riguelle, Audrey Rorive, Fatiha Saidi, Anne-Françoise Theunissen, Michel Van Roye, Bernadette Wynants Hebben zich onthouden: Erik Arckens, Marguerite Bastien, Johan Demol, Dominiek Lootens-Stael, Jos Van Assche
Hebben neen gestemd: Erik Arckens, Marguerite Bastien, Johan Demol, Dominiek Lootens-Stael, Audrey Rorive, Jos Van Assche
Naamstemming nr. 6 Hebben ja gestemd:
Naamstemming nr. 4 Hebben ja gestemd: Alain Adriaens, Eric André, Mohamed Azzouzi, Françoise Bertieaux, Jean-Jacques Boelpaepe, Sfia Bouarfa, Dominique Braeckman, Adelheid Byttebier, Danielle Caron, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Bernard Clerfayt, Marc Cools, JeanPierre Cornelissen, Alain Daems, Mohammed Daïf, Olivier de Clippele, Magda De Galan, Jacques De Grave, Julie de Groote, Serge de Patoul, Vincent De Wolf, Willy Decourty, Jean Demannez, Amina Derbaki Sbai, Christos Doulkeridis, Béatrice Fraiteur, Sven Gatz, Isabelle Gelas, Didier Gosuin, Rufin Grijp, Denis Grimberghs, Brigitte Grouwels, Anne Herscovici, Evelyne Huytebroeck, Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, Marion Lemesre, Albert Mahieu, Geneviève Meunier, Claude Michel, Mostafa Ouezekhti, Yaron Pesztat, Joël Riguelle, François Roelants du Vivier, Mahfoudh Romdhani, Fatiha Saidi, Françoise Schepmans, Philippe Smits, Anne-Françoise Theunissen, Eric Tomas, Michel Van Roye, Guy Vanhengel, Rudi Vervoort, Bernadette Wynants, Alain Zenner
Alain Adriaens, Eric André, Erik Arckens, Mohamed Azzouzi, Marguerite Bastien, Françoise Bertieaux, Jean-Jacques Boelpaepe, Sfia Bouarfa, Dominique Braeckman, Adelheid Byttebier, Danielle Caron, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Bernard Clerfayt, Marc Cools, Jean-Pierre Cornelissen, Alain Daems, Mohammed Daïf, Olivier de Clippele, Magda De Galan, Jacques De Grave, Julie de Groote, Serge de Patoul, Vincent De Wolf, Willy Decourty, Jean Demannez, Johan Demol, Amina Derbaki Sbai, Christos Doulkeridis, Béatrice Fraiteur, Sven Gatz, Isabelle Gelas, Rufin Grijp, Denis Grimberghs, Brigitte Grouwels, Anne Herscovici, Evelyne Huytebroeck, Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, Marion Lemesre, Dominiek Lootens-Stael, Albert Mahieu, Geneviève Meunier, Claude Michel, Mostafa Ouezekhti, Yaron Pesztat, Joël Riguelle, François Roelants du Vivier, Mahfoudh Romdhani, Audrey Rorive, Fatiha Saidi, Françoise Schepmans, Philippe Smits, Anne-Françoise Theunissen, Eric Tomas, Jos Van Assche, Michel Van Roye, Guy Vanhengel, Rudi Vervoort, Bernadette Wynants, Alain Zenner
Hebben neen gestemd: Erik Arckens, Marguerite Bastien, Johan Demol, Dominiek Lootens-Stael, Audrey Rorive, Jos Van Assche Naamstemming nr. 5 Hebben ja gestemd: Eric André, Mohamed Azzouzi, Françoise Bertieaux, JeanJacques Boelpaepe, Sfia Bouarfa, Adelheid Byttebier, Danielle Caron, Michèle Carthé, Bernard Clerfayt, Marc Cools, Jean-
B.V. (2000-2001) - Nr 34