B.V. (2003-2004) - Nr. 14
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD GEWONE ZITTING 2003-2004
BEKNOPT VERSLAG
van de plenaire vergadering van
VRIJDAG 9 JANUARI 2004 (namiddagvergadering)
Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
INHOUD
DRINGENDE VRAGEN van mevrouw Caroline Persoons (situatie van het GEN) en antwoord van de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen; van mevrouw Michèle Carthé (tramverbinding tussen het Simonisplein en het AZ-VUB) en antwoord van de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp; van de heer Joël Riguelle en van de heer Michel Van Roye (gewestelijke belasting op de administratieve gebouwen van de gemeenten) en antwoorden van de heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen; van de heer Alain Daems (renovatie en beheer van het Congrespaleis) en antwoord van de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting.
ARBITRAGEHOF ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST SCHRAPPING VAN EEN LID VAN EEN POLITIEKE FRACTIE VOORSTEL VAN ORDONNANTIE - VERZENDING NAAR EEN COMMISSIE INOVERWEGINGNEMING VOORSTEL VAN ORDONNANTIE TOT VERRUIMING VAN DE NATIONALITEITSVOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT BETREKKINGEN IN HET GEMEENTELIJK OPENBAAR AMBT EN DE INTERCOMMUNALES; VOORSTEL VAN ORDONNANTIE TOT VERSOEPELING VAN DE NATIONALITEITSVOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN BIJ DE GEMEENTEN EN DE INTERCOMMUNALES. Samengevoegde algemene bespreking (sprekers: de heren Alain Bultot, rapporteur, Robert Delathouwer, mevrouw Anne-Sylvie Mouzon, de heren Christos Doulkeridis, Philippe Smits, Jos Van Assche en mevrouw Fatiha Saïdi) Aanneming van de artikelen. SAMENGEVOEGDE INTERPELLATIES van de heer Dominiek Lootens-Stael en van de heer Denis Grimberghs (gevolgen van de brand op het terrein van de Marly-cokesfabriek) tot de heren Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, en Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting 2003-2004
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
(Sprekers: de heren Dominiek Lootens-Stael, Denis Grimberghs, mevrouw Caroline Persoons, de heer Mohamed Azzouzi, mevrouw Brigitte Grouwels, de heren Sven Gatz, Alain Adriaens, mevrouw Yamila Idrissi, de heren Daniel Ducarme, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel en Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp) REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN INTERPELLATIE van de heer Alain Daems (Toekomstplan voor de huisvesting in Brussel) tot de heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie (Sprekers: de heren Alain Daems, Michel Lemaire, mevrouw Brigitte Grouwels en de heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie) NAAMSTEMMING over het voorstel van ordonnantie tot verruiming van de nationaliteitsvoorwaarden voor de toegang tot betrekkingen in het gemeentelijk openbaar ambt en de intercommunales.
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
3
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 9 JANUARI 2004
Voorzitter: mevrouw Magda De Galan - De vergadering wordt om 14.45 uur geopend. DRINGENDE VRAGEN Situatie van het GEN Mevrouw Caroline Persoons (in het Frans).- De NMBS heeft een stedenbouwkundig attest aangevraagd voor het op vier sporen brengen van de lijn die van Namen komt. Ondanks de negatieve gevolgen inzake onteigening en overlast wordt dit project verantwoord door de grote belangrijkheid van het GEN. Op 19 december heeft het College van Watermaal-Bosvoorde een ongunstig advies verleend, maar voorgesteld een studie te maken over de bouw van een tunnel voor het snelverkeer. De gemeente Elsene steunt dit voorstel. Volgens een studiebureau zou dit alternatief haalbaar zijn. Steunt de regering dit idee? De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen (in het Frans).- Deze technisch bijzonder ingewikkelde problematiek verdient een volledigere uiteenzetting. De gemeente Watermaal-Bosvoorde heeft beslist alternatieve oplossingen te onderzoeken, zoals de bouw van een tunnel met de klassieke technieken of met de tunnelboortechnieken. Bij de klassieke technieken moet rekening gehouden worden met het probleem van de continuïteit van het treinverkeer, bijkomende kosten en een langere uitvoeringstermijn. Bij de tunnelboortechniek moet een deel van het kerkhof van Elsene worden onteigend en een natuurreservaat in het Zoniënwoud worden vernietigd. Aangezien de lijn in Watermaal-Bosvoorde tussen twee beschermde sites ligt, is er niet voldoende ruimte om die techniek toe te passen. Bovendien zou het GBP dan moeten worden herzien en zou er dus een nieuw GewOP moeten worden opgesteld. Daardoor zou de aanleg van het GEN op de lange baan worden geschoven. Het Gewest heeft zich in een samenwerkingsakkoord ertoe verbonden de stedenbouwkundige attesten binnen een termijn van 18 maanden af te leveren. Ik volg de voortgang van dit dossier in de andere Gewesten opdat wij niet overhaast met de moeilijkste zone beginnen als dat niet ook het geval is in de andere Gewesten. Mevrouw Caroline Persoons (in het Frans).- Ik zal een uitgebreidere interventie voorbereiden. Ik noteer dat wij niet tevergeefs haast zullen maken met dit dossier.
4
eens een haalbaarheidsstudie worden gemaakt. Zal er een effectenrapport worden opgesteld? Ten slotte hebt u zich verbonden tot de organisatie van informatievergaderingen voor de buurtbewoners. Wanneer zullen deze plaatsvinden? De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans).Op 6 november 2003 heeft de regering besloten een nieuwe tramlijn van het Simonisplein naar het AZ-VUB te openen. De aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning zal in de loop van de eerste helft van 2004 worden ingediend en met de aanleg van het tracé zal in 2005 een begin worden gemaakt. In november 2003 werd in een overlegvergadering met onder meer de overheden van de gemeenten waar de tram zal passeren, en de vertegenwoordigers van de MIVB een werkgroep opgericht die de uitvoering van het dossier van nabij moet volgen. De nieuwe lijn zal van Simonis naar het AZVUB lopen, maar het tracé ervan is nog niet vastgelegd. De MIVB werd aangewezen om de technische haalbaarheid van de mogelijke tracés te bestuderen. Er zijn misverstanden geweest. Misschien zijn we niet duidelijk genoeg geweest. Het gaat hier niet om de ingebruikneming van een hogesnelheidstram. Deze nieuwe lijn zal ook de wijken die worden aangedaan, beter bedienen alsook sneller en betrouwbaarder zijn dan de huidige busdienst. De tram zal immers een eigen baan krijgen. De MIVB leidt het project en er zal uiteraard een effectenrapport worden opgesteld dat bij de aanvraag voor de stedenbouwkundige vergunning zal worden gevoegd. In de komende weken zal er ook een informatievergadering worden georganiseerd. Daar zullen de buurtbewoners hun desiderata en hun zorgen bekend kunnen maken. Er wordt dus een bescheiden tramlijn gepland die goed zal worden ingepast in het stadsmilieu. Er mag daarbij niet overhaast te werk worden gegaan. Mevrouw Michèle Carthé (in het Frans).- Ik onthoud dus dat het tracé niet definitief is. Nochtans werd in een technische vergadering geopperd dat een alternatief tracé voor de Steenweg op Jette bijkomende studies, werken en kosten zal vergen. Betreft het een effectenrapport of -studie? De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans).Het betreft een effectenrapport.
Tramverbinding tussen het Simonisplein en het AZ-VUB
Mevrouw Michèle Carthé (in het Frans).- Een studie zou wenselijker zijn. Eerst moeten die documenten beschikbaar zijn vooraleer er een tracé kan worden vastgelegd. Kan er een tijdschema van de procedures worden bezorgd? Hierbij zijn verscheidene gemeenten betrokken en het zou goed zijn dat vervolgens informatievergaderingen worden georganiseerd.
Mevrouw Michèle Carthé (in het Frans).- Uw bezoek aan het College te Jette kwam goed gelegen. Daaruit zou naar voren zijn gekomen dat de tramlijn naar het AZ-VUB niet definitief is. Wat zal het tracé van die tramlijn zijn? Er zou even-
De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans).Voor de termijnen waarin het effectenrapport moet worden
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 9 JANUARI 2004
ingediend, zal rekening worden gehouden met de planning waarin de wet voorziet. Gewestelijke belasting op de administratieve gebouwen van de gemeenten De heer Joël Riguelle (in het Frans).- De pers verspreidt zeer tegenstrijdige informatie over uw bedoelingen omtrent de inning van de belasting op de administratieve gebouwen van de gemeenten. Deze gemeenten vragen welke vorm die zal aannemen. Heeft de regering een duidelijk standpunt? De heer Michel Van Roye (in het Frans).- Terwijl er steeds meer wordt gesproken over een samenwerking tussen het Gewest en de gemeenten, stuurt men een deurwaarder om schilderijen terug te vorderen. Dat is een eigenaardige werkwijze. Zet het feit dat zestien gemeenten zich tegen die maatregel verzetten en aldus de wet naast zich neerleggen, u niet aan tot een nieuw debat en tot een ontmoeting met de burgemeesters? Hebt u alle gemeenten aangedaan of bent u in een enkel gemeentehuis krachtdadig opgetreden? De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans).- Die procedure is vastgesteld in de ordonnantie die deze Raad in 1992 heeft goedgekeurd. Dat is de procedure die moet worden toegepast op degenen die hun fiscale verplichtingen niet nakomen. Het Rekenhof beklemtoont dat trouwens in een verslag over de inning van de gewestbelasting. In het verslag wordt expliciet gesteld dat de ontvanger geen andere keuze heeft dan de dwangprocedure toe te passen waarin de ordonnantie voorziet. Ten gevolge van een onderhoud met de toenmalige minister-president en een vertegenwoordiging van de Conferentie van burgemeesters hebben wij besloten de ordonnantie te wijzigen met het oog op een vrijstelling van de belasting per vierkante meter voor de gebouwen waarin democratisch verkozen raden zitting hebben. De minister-president en ikzelf hebben eenstemmig aan de ontvanger de opdracht gegeven om de spons te halen over de verschuldigde belastingen voor de voortaan vrijgestelde gebouwen. In de andere gevallen werden een aanslagbiljet en twee aanmaningsbrieven gestuurd met nog een laatste aanmaning in de lente. De gemeenten kunnen dus niet beweren dat ze met een nieuw en prangend feit worden geconfronteerd. Als antwoord op de heer Van Roye zou ik het willen hebben over het probleem van de dode hand. Krachtens artikel 63 van de bijzondere wet komt de opbrengst uit de dode hand het Gewest ten goede. Het gedeelte van de kredieten die de stad Brussel voor de dode hand is verschuldigd, is bijzonder hoog en bedraagt 77% van het totaal. Krachtens artikel 64 van dezelfde bijzondere wet bedraagt de bijzondere dotatie aan Brussel-Stad 90 miljoen EUR. Het Gewest neemt het krediet van de dode hand op in zijn begroting om het gemeentefonds beter te kunnen stijven. Niet één of twee gemeenten, maar wel degelijk 14 gemeenten
5
komen hun verplichtingen niet na. Het Gewest en de ontvanger behandelen alle gemeenten op gelijke voet. Wij zijn het aan de gemeenten die zich van hun fiscale verplichtingen kwijten, verplicht ervoor te zorgen dat het reglement overal op dezelfde manier wordt toegepast. De heer Joël Riguelle (in het Frans).- Bent u van plan om met betrekking tot de hangende geschillen een bezoekje te brengen aan de Conferentie van burgemeesters? Mijn fractie heeft een ontwerp van ordonnantie ondertekend dat het mogelijk maakt de openbare gebouwen vrij te stellen van de gewestbelasting. De heer Guy Vanhengel , Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans).- Men zal zich dan tot de Raad van State moeten wenden. U zult met problemen worden geconfronteerd als elk openbaar gebouw moet worden vrijgesteld. Er moet dan naar belangrijke financiële compensaties worden gezocht. Volgens mij is alles gezegd tijdens mijn laatste bezoek aan de Conferentie van burgemeesters. Het is nu de beurt aan de gemeenten om een stap te zetten en zich als correcte belastingbetalers te gedragen. De heer Michel Van Roye (in het Frans).- Over mogelijke vrijstellingen voor openbare gebouwen zoals die reeds bestaan voor de scholen, zou in de commissie moeten kunnen worden gesproken. Als gevolg van uw bezoek om de beste schilderijen van de gemeenten te kiezen, bereiden twee gemeenten een heffing op de gebouwen van het Gewest voor. Waar gaan wij naartoe? De heer Guy Vanhengel , Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans).- Het jaarlijks bedrag voor de 14 betrokken gemeenten is 250.000 EUR, waarvan een aanzienlijk deel afkomstig is van de stad Brussel, die het nodige doet om de wet naar behoren toe te passen. Renovatie en beheer van het Congrespaleis De heer Alain Daems (in het Frans).- Voor de voltooiing van de renovatie van het Congrespaleis wordt al rekening gehouden met een vertraging. Er is geen aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning ingediend, wat ons doet denken aan het spookbeeld van het Berlaymont-gebouw. De kans is klein dat binnen drie jaar de stedenbouwkundige regels zullen zijn nageleefd en de werken voor een modern en doeltreffend Congrespaleis achter de rug zullen zijn. Het was verkeerd het Congrespaleis te sluiten zonder in een alternatief te voorzien. Volgens sommigen is de Heizel te weinig centraal gelegen, maar nu worden er in Gent en in Antwerpen congressen gehouden. Het gaat nochtans om een sector die kansen biedt voor de werkgelegenheid in Brussel. De heer Ducarme heeft ons de oplossing van de heer Reynders voorgeschoteld: een beroep doen op de privé-sector. Dit
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 9 JANUARI 2004
gebrek aan inzet van de federale overheid nu zij 200.000 jobs wenst te scheppen, is onbegrijpelijk. Bent u van plan een beroep in te stellen tegen deze beslissing? De heer Reynders stelt een toekomstig beheer in partnership met de privé-sector voor. Nochtans vormt rendabiliteit niet het doel van het Congrespaleis. Indien de federale overheid haar gebrek aan inzet bevestigt, is hij dan bereid om het gebouw gratis over te dragen aan de stad, aan het Gewest en aan de privé-partners die betrokken zijn bij de congressen met het oog op de voltooiing van de renovatie.
6
voor de renovatie niet in acht zijn genomen, moeten wij ons zorgen maken over het toekomstig beheer van het gebouw. De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans).- Wij zijn stellig van plan deel te nemen aan het toekomstig beheer van het Congrespaleis.
ARBITRAGEHOF De Voorzitter.- Verscheidene mededelingen worden door het Arbitragehof aan de Raad gedaan.
Bent u klaar om deze gelegenheid te baat te nemen met het oog op synergie tussen de Heizel, het Congrespaleis en de congressector, die open staat voor een opbouwende dialoog?
Zij zullen in het Beknopt verslag en in het Volledig verslag van deze vergadering worden opgenomen.
De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans).- Wij weten al vier jaar dat de sluiting van het Congrespaleis nodig was om het asbestvrij te maken. Wij hebben erop aangedrongen een tweevoudige sluiting te vermijden. Dit heeft geleid tot een protocolakkoord tussen de federale overheid en het Brussels Gewest, dat wij dus moeten naleven.
ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Het protocolakkoord voorziet in nadere regels voor de financiering van de renovatie. Het eerste deel bevat de middelen om dit te bereiken. De delen met betrekking tot de begroting van de Regie der Gebouwen en de nationale congresdienst worden daarentegen niet nageleefd. Het ziet ernaar uit dat de Regie der Gebouwen niet beschikt over de middelen om de rol van bouwheer, die zij nochtans had opgeëist, op zich te nemen. Bovendien was in de meest realistische planning sprake gemaakt van een heropening op 31 mei 2006, en niet 1 mei 2005, zoals aangekondigd. Er werd een systeem uitgewerkt om de organisatoren door te verwijzen naar Brussel Internationaal Toerisme en Congres. Er bestaan andere mogelijkheden dan de Heizel. Wij kunnen evenwel beter erkennen dat wij een aantal congressen zijn kwijtgespeeld. De verklaringen van de federale overheid over de toekomstige beheersmaatschappij bieden nieuwe perspectieven. Ik heb geen bezwaar tegen een gezamenlijk beheer met de privé-sector. Aangezien het niet gaat om een winstgevende activiteit, zie ik deze sector echter nog niet meteen investeren in het Congrespaleis. Mijn doel bestaat erin te zorgen een vaste openingsdatum vast te leggen, uiterlijk op 1 januari 2007, onder meer om vooraf te tonen wat er te gebeuren staat. Gelet op de polemiek die is ontstaan, heb ik een vergadering met de ondertekenaars van het protocolakkoord willen bijeenroepen om de situatie te evalueren. De heer Alain Daems (in het Frans).- U spreekt kalmerende taal, maar de heer Reynders is wel degelijk van plan om alles aan de privé-sector te geven. Aangezien de waarborgen
Adviezen De Voorzitter.- Bij brief van 18 december 2003, zendt de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 van de ordonnantie van 8 september 1994 tot oprichting van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het advies inzake het voorontwerp van ordonnantie tot instelling van het Financieel Coördinatiecentrum voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die hij in zijn plenaire vergadering van 18 december 2003 aangenomen heeft. Verzonden naar de Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken. Bij brief van 18 december 2003, zendt de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 van de ordonnantie van 8 september 1994 tot oprichting van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het advies inzake het voorontwerp van ordonnantie houdende instemming met de Overeenkomst van 4 april 2003 tussen de federale overheid en de Gewesten met het oog op de verwezenlijking van het programma van het Gewestelijk Expresnet van, naar, in en rond Brussel, die hij in zijn plenaire vergadering van 18 december 2003 aangenomen heeft. Verzonden naar de Commissie voor de Infrastructuur, belast met Openbare Werken en Verkeerswezen. Bij brief van 18 december 2003, zendt de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 van de ordonnantie van 8 september 1994 tot oprichting van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het advies inzake het voorstel van ordonnantie tot invoering van het dubbele label "Made in Brussels" en "Business in Brussels", die hij in zijn plenaire vergadering van 18 december 2003 aangenomen heeft.
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 9 JANUARI 2004
Verzonden naar de Commissie voor de Economische Zaken, belast met het Economisch Beleid, de Energie, het Werkgelegenheidsbeleid en het Wetenschappelijk Onderzoek. Bij brief van 18 december 2003, zendt de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 van de ordonnantie van 8 september 1994 tot oprichting van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het advies inzake het voorontwerp van ordonnantie houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 25 april 2002 betreffende de vermindering van de belasting op de inverkeerstelling (BIV) voor sommige voertuigen, die hij in zijn plenaire vergadering van 18 december 2003 aangenomen heeft. Verzonden naar de Commissie voor de Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, Externe Betrekkingen en Algemene Zaken. Bij brief van 18 december 2003, zendt de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 van de ordonnantie van 8 september 1994 tot oprichting van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het advies inzake het voorontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, die hij in zijn plenaire vergadering van 18 december 2003 aangenomen heeft. Verzonden naar de Commissie voor de Economische Zaken, belast met het Economisch Beleid, de Energie, het Werkgelegenheidsbeleid en het Wetenschappelijk Onderzoek. SCHRAPPING VAN EEN LID VAN EEN POLITIEKE FRACTIE De Voorzitter.- Bij brief van 18 december 2003 brengt mevrouw Marion Lemesre, Voorzitter van de MR-fractie, mij op de hoogte van de schrapping van de heer Stéphane de Lobkowicz als lid van de MR-fractie. Deze schrapping heeft geen gevolgen voor de vertegenwoordiging van de MR-fractie in het Bureau of in de commissies. De heer Stéphane de Lobkowicz zal in het vervolg zetelen als onafhankelijk volksvertegenwoordiger. VOORSTEL VAN ORDONNANTIE Verzending naar een commissie De Voorzitter.- Het voorstel van ordonnantie (van mevrouw Danielle Caron) betreffende een retributie voor het gebruik van het openbaar domein van de gemeenten (nr. A310/1-2001/2002), dat oorspronkelijk verzonden is naar de
7
Commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met de Lokale Besturen en de Agglomeratiebevoegdheden tijdens de plenaire vergadering van 5 juli 2002, wordt verzonden naar de Verenigde Commissies voor Binnenlandse Zaken, belast met de Lokale Besturen en de Agglomeratiebevoegdheden, en voor de Economische Zaken, belast met het Economisch Beleid, de Energie, het Werkgelegenheidsbeleid en het Wetenschappelijk Onderzoek. INOVERWEGINGNEMING De Voorzitter .- Aan de orde is de inoverwegingneming van het voorstel van ordonnantie van de heer Bernard Ide en mevrouw Dominique Braeckman tot wijziging van de nieuwe gemeentewet met het oog op het vergoeden van de helper van het raadslid met een handicap (nr. A- 494/1-2003/2004). Aangezien niemand het woord vraagt, wordt het voorstel in overweging genomen en naar de Commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met de Lokale Besturen en de Agglomeratiebevoegdheden, verzonden. VOORSTEL VAN ORDONNANTIE VAN DE HEER RUFIN GRIJP, MEVROUW ANNE VAN ASBROECK EN MEVROUW ANNE-SYLVIE MOUZON TOT VERRUIMING VAN DE NATIONALITEITSVOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT BETREKKINGEN IN HET GEMEENTELIJK OPENBAAR AMBT EN DE INTERCOMMUNALES VOORSTEL VAN ORDONNANTIE VAN DE HEREN CHRISTOS DOULKERIDIS EN FOUAD LAHSSAINI TOT VERSOEPELING VAN DE NATIONALITEITSVOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN BIJ DE GEMEENTEN EN DE INTERCOMMUNALES Samengevoegde algemene bespreking De heer Alain Bultot, rapporteur (in het Frans).- De commissie voor Binnenlandse Zaken heeft beide voorstellen op 11 december jongstleden onderzocht. In de inleidende uiteenzetting merkt de heer Delathouwer op dat dit voorstel in het verlengde ligt van de verruiming van de nationaliteitsvoorwaarden voor de gewestelijke ambtenaren en van de resolutie die ertoe strekt de discriminaties bij aanwerving onmogelijk te maken. Dit voorstel is ook een logisch gevolg van de toegangsvoorwaarden wat het federale ambtenarenapparaat en de semi-overheidsinstellingen betreft. Na de goedkeuring van dit voorstel door de bicommunautaire vergadering zou het om zo’n 30.000 personen gaan. Hij onderstreept dat de tekst discriminaties wil wegwerken en naar een performanter ambtenarenapparaat streeft. Mevrouw Mouzon wijst op de demotivatie van tijdelijke werknemers, die zijn benadeeld ten opzichte van de in vast verband benoemde ambtenaren. De heer Doulkeridis oordeelt dat deze ordonnantie een punt wil zetten achter een wettelijke discriminatie van burgers die in het
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 9 JANUARI 2004
Gewest wonen en dat hiermee een duidelijk signaal aan de bevolking kan worden gegeven. De heer Lahssaini onderstreept hoe belangrijk het is de maatschappelijke evolutie te volgen. Tijdens de algemene bespreking vroeg de heer Draps zich af of dit dossier niet kon worden toegevoegd aan de verdaagde voorstellen tot wijziging van de gemeentewet. De commissieleden antwoordden dat deze ordonnantie niets met de werking van de gemeenten te maken heeft en dat de behoefte om die discriminatie weg te werken nog wordt versterkt door de eensgezindheid hierover binnen het Parlement. De Staatssecretaris heeft verklaard dat de regering daartegen geen bezwaar heeft. De heer Doulkeridis heeft ermee ingestemd om het eerste voorstel als werkbasis te gebruiken. Er werd een amendement op artikel 2 ingediend. Met betrekking tot de wenselijkheid om bepalingen van de federale wet betreffende de intercommunales op te nemen, heeft de heer Delathouwer geoordeeld dat het beter is de principes in een nieuwe wettekst te gieten. De heer Doulkeridis heeft gesuggereerd om alles wat betrekking heeft op de intercommunales, in één wet op te nemen. Mevrouw Mouzon is dit standpunt bijgetreden. Artikel 3 werd vervangen door artikel 3 van het voorstel van Ecolo. De commissie heeft de regering verzocht contact op te nemen met de andere gewesten. De voorstellen werden bij eenparigheid van de 8 aanwezige leden aangenomen. (Algemeen applaus) De heer Robert Delathouwer.- De discussie in de commissie was kort maar krachtig. De symboliek van dit dossier is erg belangrijk. Drie jaar geleden werd met een grote meerderheid een resolutie goedgekeurd die de discriminatie op de tewerkstellingsmarkt weg moet werken. Artikel 10 van de Grondwet legt de beperking op dat enkel Belgen een openbaar ambt mogen vervullen. Brussel telt echter 30% inwoners die niet de Belgische nationaliteit hebben. Er moet meer openheid komen ten opzichte van niet-Europeanen, aangezien de bekwaamheid van het personeel belangrijker is dan de nationaliteit. Nadat de eerste ordonnantie werd goedgekeurd, zet men nu de tweede stap naar de gemeenten en de intercommunales. Er zijn 36.000 openbare ambten die nu open zullen staan voor iedereen. Ik hoop dat deze ordonnantie met de grootst mogelijke meerderheid wordt goedgekeurd. Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon (in het Frans). - In artikel 10 van de Grondwet is het gelijkheidsbeginsel vastgelegd. Dat beginsel moet niet alleen worden toegepast op de eigen onderdanen maar op alle inwoners. Het Hof van Cassatie en het Arbitragehof bevestigen dit standpunt. Reeds in 1830 was voorzien in uitzonderingen op de exclusieve toegang van de eigen onderdanen tot de burgerlijke en militaire betrekkingen. Artikel 10 was destijds gerechtvaardigd door de vrees voor infiltratie van Hollandse en Franse onderdanen. Onze zeer recente onafhankelijkheid maakte dergelijke beperkingen nodig. Vandaag staat die vrees ver van ons af. Bovendien heeft 30 tot 40% van de inwoners van ons Gewest niet de Belgische nationaliteit. De onderdanen van de Europese Unie kunnen sol-
8
liciteren voor een overheidsbetrekking. De anderen hebben wegens hun nationaliteit slechts toegang tot contractuele betrekkingen. Zij kunnen niet deelnemen aan wervingsexamens. Is het nationaliteitscriterium vandaag nog een objectief criterium? Ja. Maar is het een redelijk criterium en respecteert het de doelstelling die onze administraties nastreven? Onze overheidsdiensten moeten bekwaam en democratisch zijn. Wij hebben gestreden voor de toegang van vrouwen tot bepaalde sectoren die voordien voor mannen waren voorbehouden. Dat is het geval voor de politie. Ik hoop dat wij deze tekst zullen goedkeuren. Deze tekst is een juiste maatregel tegen discriminatie bij de indienstneming. De heer Christos Doulkeridis (in het Frans).- Alle Brusselaars moeten kunnen solliciteren voor betrekkingen bij de overheid. Dat is een concrete maatregel tegen de discriminatie bij de indienstneming. Als de gewestelijke besturen mensen in dienst kunnen nemen die hun Gewest goed kennen, is de kans dat zij beter functioneren groter. Uiteindelijk primeert het criterium van de bekwaamheid. Het verheugt mij dat de SP-AGA, Ecolo en de PS voorstellen in dezelfde zin hebben ingediend en dat alle democratische fracties het voorstel steunen dat in de commissie tot stand is gekomen. Wij kunnen ons echter niet tot wetgevend werk beperken, aangezien wij hebben kunnen vaststellen dat van de 60.000 federale ambtenaren er slechts 116 zijn die niet de Belgische nationaliteit bezitten. Ook op cultureel gebied is er dus nog werk aan de winkel. Soortgelijke voorstellen zijn ingediend bij de CCF. Dat is zeer goed. Toch ben ik van oordeel dat het beter zou zijn artikel 10 van de Grondwet te wijzigen. Een voorstel van mevrouw Durant gaat in die zin. Met de goedkeuring van dat voorstel zouden wij het politiek en cultureel signaal geven dat wij ons voor alle Brusselaars inzetten. De heer Philippe Smits (in het Frans).- De MR-fractie zal het voorstel van de commissie steunen. Het verheugt ons dit te kunnen goedkeuren omdat het in het verlengde ligt van de rondzendbrief van de heer Robert Delathouwer. Wij hebben een soortgelijk voorstel ingediend bij de CCF. Het gaat wel degelijk om het verzekeren van de best mogelijke openbare dienstverlening. De heer Jos Van Assche.- Het zal u niet verwonderen dat ik voor de enige dissonantie in deze bespreking zal zorgen. Vorig jaar bespraken wij al een soortgelijk voorstel met betrekking tot de gewestelijke administratie. Staatssecretaris Delathouwer zei toen dat de goedkeuring nog slechts een formaliteit was. Ook deze keer heeft men alles onder elkaar geregeld. Onze fractie wijst een dergelijke handelwijze natuurlijk af. Nadat de snel-Belgwet het nationaliteitsbewijs al reduceerde tot een waardeloos vodje papier, ging de uitverkoop verder door het gewestelijk openbaar ambt lichtzinnig open te stellen voor vreemdelingen van waar ook ter wereld. Een dergelijke regeling zonder voorwaarde is nergens in Europa even
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 9 JANUARI 2004
vergaand. Thans wil men haar uitbreiden tot de gemeenten en de intercommunales. Nochtans is de afwezigheid van nationaliteitsvoorwaarden in tegenspraak met artikel 10 van de Grondwet. Het Verdrag van Rome bepaalt de enige uitzonderingen en die betreffen uitsluitend de onderdanen van EU-lidstaten. Maar dat is niet het doelpubliek van dit voorstel. Men beweert als motief te hebben dat het openbaar ambt een afspiegeling moet zijn van de bevolkingssamenstelling. Nochtans werken nu al veel nieuwe Belgen in de overheidsadministraties. Hoeveel precies weten we niet, want men weigert die cijfers bekend te maken. Maar vandaag wil men de deur van de Brusselse instellingen openstellen voor moslimfundamentalisten, terwijl we weten dat er nu al extremisten werken bij onder meer Net Brussel. Wij zijn ook principiële tegenstanders van deze openstelling. De Belgische nationaliteit is al makkelijk genoeg te verkrijgen, zonder dat men daarbij enig voornemen tot integratie moet formuleren. Kan men van degenen die zelfs dat niet willen, loyauteit verwachten? Daarbij komt nog dat er ook geen sprake is van een wederkerigheidsclausule. Belgen krijgen niet hetzelfde recht in het buitenland. Het Vlaams Blok geeft evenwel de strijd niet op. Wij zullen de nodige stappen zetten tot vernietiging bij het Arbitragehof. De heer Robert Delathouwer.- Uw fractie kondigde dat ook vorige keer aan. Inmiddels heeft het Arbitragehof de enige klacht over de vorige ordonnantie verworpen. De heer Jos Van Assche.- Dat hoeft niet te verwonderen, gezien de benoemingspolitiek bij het Arbitragehof. Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon (in het Frans).- Het loyaliteitsprincipe geldt voor elke ambtenaar, ongeacht zijn nationaliteit. Belgische ambtenaren kunnen immers ook oneerlijk zijn. We hebben het meegemaakt dat dit soort mensen bij de politie is geïnfiltreerd. Mevrouw Fatiha Saïdi (in het Frans).- Een goed jaar geleden hebben we de ordonnantie goedgekeurd die het openbaar ambt in het Gewest openstelt voor iedereen, ongeacht de nationaliteit. In het kader van de strijd tegen discriminatie zijn we ons bewust van de voorbeeldrol die de overheid met haar initiatieven te vervullen heeft. Ik ben vandaag dan ook blij met dit voorstel, en ik zal het goedkeuren, net als het vorige. Het Koninklijk Commissariaat voor het Migrantenbeleid heeft in het begin van de jaren ’90 al gewezen op de noodzaak om het openbaar ambt toegankelijk te maken voor niet-Belgen. Ieder initiatief van die aard versterkt onze democratie en verruimt de begrippen burgerschap en betrokkenheid. Ik wil niet dat deze ordonnantie slechts een intentieverklaring is. Ze moet gepaard gaan met een strenge evaluatie en vastberaden maatregelen. - De samengevoegde algemene bespreking is gesloten. - De artikelen worden zonder opmerking aangenomen. - Over het geheel zal later worden gestemd.
9
INTERPELLATIE VAN DE HEER DOMINIEK LOOTENS-STAEL TOT DE HEREN JOS CHABERT, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET OPENBARE WERKEN, VERVOER, BRANDBESTRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP, EN DIDIER GOSUIN, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET LEEFMILIEU EN WATERBELEID, NATUURBEHOUD, OPENBARE NETHEID EN BUITENLANDSE HANDEL betreffende "de onbekwaamheid en de onkunde van de regering bij de milieuramp Marly carcokes"; TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE VAN DE HEER DENIS GRIMBERGHS betreffende "de gevolgen van de brand op het terrein van de Marly-cokesfabriek". De heer Dominiek Lootens-Stael.- "Wat een knoeiboel" titelde «Het Laatste Nieuws» in zijn editie van 20-21 december 2003 over de sloping van de cokesfabriek Marly. Men heeft blijkbaar in alle stilte Brusselse brandweermannen getest op besmetting met toxische stoffen. Dit toont aan dat de sloopwerken amateuristisch werden aangevat. De afval in de torens werd niet van tevoren verwijderd. Men gebruikte snijbranders, wat contractueel verboden was. Toevallig ging de firma een dag na de brand als bij wonder failliet. OVAM merkte inmiddels op dat de Brusselse aanpak onverantwoord is. Zijzelf onderzoeken al twee jaar een soortgelijke geplande sloop in Zeebrugge. Voor men tot sloping overgaat, wil men in elk geval asbest en chemicaliën verwijderen. (Voorzitter: de heer Jan Béghin) In heel dit dossier zijn er heel wat communicatiefouten gemaakt. Op 10 december stromen de klachten van de buurtbewoners en van mensen die verderop wonen binnen: irritatie, misselijkheid, braakneigingen. Ondertussen houden de Brusselse regering en de gouverneur vol dat er niets aan de hand is, dat de rookuitwaseming hoogstens hinderlijk is maar zeker niet giftig. Op 18 december wordt minister Chabert ondervraagd in dit halfrond: ook nu blijft hij volhouden dat de rook niet giftig is, verwijzend naar bevindingen van professor Sabbe. De minister heeft blijkbaar op dat moment geen weet van de verklaringen van de KUL-toxicoloog professor Tytgat dat de uitwasemingen wel degelijk giftig en kankerverwekkend zijn. De minister verklaart dat er een groen telefoonnummer bestaat waarop omwonenden met hun vragen terecht kunnen. Na enig aandringen blijkt dit nummer pas de dag zelf geactiveerd te zijn. De berichten die via dit nummer worden verspreid zijn eveneens vergoeilijkend: er is niets aan de hand. In een artikel in «Het Laatste Nieuws» van 20 december wordt zwart op wit bevestigd dat de metingen van het BIM uitwijzen dat de rookwolken van de Marly-vestiging wel degelijk kankerverwekkende stoffen bevatten.
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 9 JANUARI 2004
Een andere blunder in dit dossier is het gebrek aan doortastend optreden vanwege de Brusselse brandweer. Gouverneur Paulus lanceerde zelfs het onzalige idee om de torens te laten uitroken. Gelukkig werd dit advies genegeerd en heeft men de torens uiteindelijk toch neergehaald. «Het Laatste Nieuws» concludeert in zijn artikel: "Wat een knoeiboel!". Ik kan het niet beter zeggen. Het is overduidelijk dat zowel minister Chabert als gouverneur Paulus de omwonenden hebben voorgelogen. De minister zei op 18 december dat de rook onschadelijk was en de gouverneur verklaarde dat de torens gereinigd waren. Beide uitspraken zijn niets meer dan leugens gebleken. Ondertussen drong de Vlaamse regering bij monde van minister Sannen en het VITO dagenlang bij de Brusselse regering aan op duidelijke metingen, maar de Brusselse regering had hier geen oor naar en weigerde elke medewerking. Op de koop toe beweerde minister Chabert dat de brandweer de omwonenden zou gewaarschuwd hebben om deuren en ramen te sluiten en binnen te blijven. Een rondvraag bij inwoners van Neder-over-Heembeek - nog geen kilometer van de brandende site - heeft uitgewezen dat niemand op de hoogte was van enige vorm van waarschuwing. Intrigerend is eveneens de volslagen afwezigheid van Brussels minister van Leefmilieu Gosuin in dit dossier. Op geen enkel ogenblik heeft hij enige vorm van initiatief of zelfs maar interesse betoond. "Boze tongen" beweren dat dit gebrek aan belangstelling te verklaren is door het feit dat de rook toch maar richting Vlaanderen trok. Het kabinet Gosuin beperkte zich tot de lapidaire mededeling dat de milieuwetgeving niet door het Gewest maar door "anderen" werd overtreden. De bodem op de Marly-site is tot twintig meter diep zwaar vervuild. Daarover zijn nu tienduizenden liters bluswater gevloeid die de vervuiling meevoeren naar het kanaal of nog dieper de bodem in. Wordt ook met dit aspect van het probleem rekening gehouden? Waarom hebben zowel minister Chabert als de gouverneur de bevolking vlakaf voorgelogen? Waarom heeft het Gewest iedere vorm van medewerking geweigerd aan de Vlaamse overheid? Waarom werd het groene telefoonnummer pas acht dagen na het begin van de brand geactiveerd? Waar zat minister Gosuin tijdens de crisis? Wat zal gebeuren met het zwaar vervuilde bluswater? Wie draagt de verantwoordelijkheid voor dit incident? Wat in geval er officiële klachten worden ingediend? Waarom werden de brandweerlieden ingezet zonder persluchttoestel of masker? Wat zijn de resultaten van het gezondheidsonderzoek bij de betrokken brandweermannen? Trekken de ministers Chabert na al deze onkunde en oneerlijkheid hun enige juiste conclusie door hun ontslag aan te bieden? De heer Denis Grimberghs (in het Frans).- Bij de afbraak van de tweede Marly-toren heeft een gifwolk zich verspreid over een deel van het Brusselse grondgebied. Op de vraag van de inwoners om inlichtingen teneinde het risico bij het inademen te evalueren, heeft de regering getracht zo geruststellend mogelijk te zijn zonder evenwel enige nadere uitleg te geven.
10
Gerechtelijk en administratief onderzoek moet het ons mogelijk maken de verantwoordelijkheid van de onderscheiden protagonisten aan het licht te brengen. Het is evenwel maar normaal dat de regering ons inlicht over de behandeling van het dossier. Welke maatregelen heeft u genomen om nieuwe afbraakwerken op die plaats veiliger te laten verlopen? Te veel instanties hebben zich er mee gemoeid. Hebben de gewestelijke instanties de omvang van het probleem op tijd ingeschat? Het is niet het ping-pongspelletje tussen de heren Gosuin en Maingain dat ons zal geruststellen, vooral daar eerstgenoemde in dit dossier zeer laat van zich heeft laten horen. Aangezien hij bovendien zowat iedereen beschuldigt, moet worden nagegaan wie waarvoor verantwoordelijk is? Wij hebben gezien hoe de eerste minister de Brusselse regering om verantwoording vraagt. Ik vind het beter dat de Brusselse regering in dit Parlement toelichting verstrekt. Daarom stellen wij de oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie voor die over een termijn van drie maanden zou beschikken. Er moet worden vastgesteld hoe vervuilde bedrijfsterreinen, vooral wanneer zij verlaten zijn, moeten worden beheerd. De problematiek van een onderneming die een vervuild bedrijfsterrein verlaat, moet eveneens worden bestudeerd. De kwestie van de verantwoordelijkheid van de bedrijven moet onderzocht worden. De gevaarlijke producten hadden vroeger verwijderd moeten worden. Het Gewest is ook verantwoordelijk; het had garanties moeten krijgen inzake het beheer van het terrein toen het niet meer werd gebruikt. (Applaus van het cdH) Mevrouw Caroline Persoons (in het Frans).- Ondanks de instorting van de torens zijn we er met de schrik vanaf gekomen. De toxicologische analyses waarvan ik op de hoogte ben, toonden geen gevaar voor de bevolking. De inlichtingen waren niettemin tegenstrijdig en er is aan het licht gekomen dat de coordinatie in de crisiscel gebrekkig is verlopen. Het gerecht moet de verantwoordelijkheden vaststellen. Als de Gewestraad geïnformeerd moet worden over de werking van de paragewestelijke diensten, lijkt een onderzoekscommissie ons geen goed idee. Bestaat er een verslag voorafgaand aan de werken op het terrein waarin de inhoud van de torens ter sprake komt? Beschikken wij over nieuwe atmosferische analyses? De rol van de gouverneur bij de coördinatie van de crisiscellen moet herzien worden. Kan de Brusselse regering die rol niet op zich nemen? (Applaus bij de MR) De heer Mohamed Azzouzi (in het Frans).- Toen het Gewest de verlaten site van Carcokes heeft aangekocht en het beheer ervan heeft overgelaten aan de Haven van Brussel, waren velen daar blij om. De oorzaak van de brand van 10 december grenst aan het onwaarschijnlijke: de veiligheidsnormen werden systematisch met voeten getreden op een zo gevoelige site. Enkele dagen na de brand heeft de heer Gosuin de werken laten stopzetten, bij gebrek aan kennis van de situatie. Op ver-
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 9 JANUARI 2004
gaderingen was echter al beslist om de gebouwen af te breken, gezien de ernstige risico’s. Het huidig kabinet heeft geen bezwaren geuit. Vormen de vrijgekomen dampen een gevaar voor de gezondheid? Bestaat er een onderzoek over de graad van giftigheid ervan? De onzekerheid en de kakofonie hebben de psychose van de omwonenden nog doen toenemen. Hoe bestaat de heer Gosuin het de verantwoordelijkheid op de rug te schuiven van de andere betrokkenen, terwijl hij alle beslissingen mee heeft goedgekeurd? De verantwoordelijkheid van de hoofdbetrokkenen moet worden vastgesteld. Het BIM behandelt dit dossier al sinds 1997 en kende de risico’s. Dit ongeval moet ons aanzetten tot een strenger beheer van de procedures op het vlak van sanering, controle en veiligheid. Door een bepaling in het bestek zou de hoofdaannemer terug de verantwoordelijke kunnen zijn, ongeacht wie de onderaannemer is. Op de site Carcokes was de onderaannemer kennelijk niet erkend door de bouwheer en heeft hij zich meteen failliet verklaard. Mevrouw Brigitte Grouwels.- De brand op de Marly-site en vooral de gevolgen voor het leefmilieu hebben heel wat mensen verontrust. Dat is niet te verwonderen gelet op het feit dat er zich dagenlang een donkere misselijkmakende rookwolk ontwikkelde. Tijdens de crisis zelf zijn er hierover al vragen gesteld in de Raad. Nu de crisis voorbij is, past het om een evaluatie te maken op basis van een volledig feitenrelaas. In de eerste plaats spreken we onze waardering uit voor de brandweerlui die hun werk in moeilijke en gevaarlijke omstandigheden hebben gedaan. Gelukkig zijn er geen ongelukken gebeurd. Verder is het de taak van het gerecht om de aansprakelijkheid voor de brand vast te stellen. Het Parlement dient na te gaan welke lessen we kunnen trekken uit de aanpak van deze crisis. Het is belangrijk om de bevolking zo snel mogelijk correct te informeren over de mogelijke gevolgen van een industriële brand. Minister Chabert heeft in het geval van de Marly-brand alvast zijn verantwoordelijkheid genomen en zoveel mogelijk informatie verzameld en vrijgegeven. Het probleem is echter dat er ook vaak tegenstrijdige informatie kwam van allerlei andere bronnen. Dat inspireerde onder andere Vlaams minister van Leefmilieu om meer alarmerende verklaringen af te leggen. Verdachtmakingen zijn wel het laatste waar de bevolking in dergelijke omstandigheden behoefte aan heeft. Het is belangrijk dat we een duidelijk antwoord van de regering krijgen, het liefst met praktische conclusies, om te voorkomen dat er paniek ontstaat. Op welk moment zijn welke diensten en welke verantwoordelijken op de hoogte gebracht van de brand? Wie heeft daarvoor gezorgd? Wie heeft het initiatief genomen om een crisiscomité samen te stellen en wie is voor dat overleg uitgenodigd? Wanneer ging de verantwoordelijkheid voor de veiligheid over van de burgemeester van de stad Brussel op de gouverneur? Wie
11
was uiteindelijk verantwoordelijk voor wat en welke rol hebben de burgemeester en de gouverneur gespeeld? Vanaf wanneer was het BIM op de hoogte van de brand? Welke stappen heeft het ondernomen en wanneer? Vanaf welk moment beschikte het BIM over relevante meetresultaten en wat werd daarmee gedaan? Werden naast de Brusselse milieudiensten ook die van het Vlaams Gewest op de hoogte gebracht? Is er contact, overleg of samenwerking geweest tussen de milieudiensten van beide gewesten? Zo ja, wanneer en waarover? Zo neen, waarom niet? Is er contact of overleg geweest tussen de politiek verantwoordelijken van Brussel en Vlaanderen en zo ja wanneer? Zijn er over de communicatie tegenover de bevolking afspraken gemaakt? Is het niet aangewezen om duidelijkere afspraken te maken over de manier waarop de communicatie in dergelijke gevallen moet verlopen en daarover te overleggen met alle gewesten en met de federale overheid? De heer Sven Gatz.- De gebeurtenissen kunnen kort als volgt worden samengevat: men heeft een aantal torens proberen te ontmantelen en er heeft zich een rookpluim ontwikkeld met geurhinder tot ver over de Duitse grens. Dat is geen alledaagse gebeurtenis. De gevolgen ervan zijn ernstig zowel voor milieu en gezondheid als voor het imago van het Gewest. Er is een beeld ontstaan van een bende knoeiers en de uitdaging bestaat erin om dat van ons af te schudden. Ik wil vandaag de ware toedracht van de feiten vernemen. Ik zoek geen zondebok maar wel verantwoordelijkheden. Ik zou graag vernemen wat er in theorie had moeten gebeuren en wat er in de praktijk is gebeurd. Daaruit kan worden opgemaakt of er fouten zijn gemaakt en hoe die kunnen worden voorkomen. Het Parket dient de burgerlijke en strafrechterlijke aspecten van de zaak te onderzoeken. De beleidsverantwoordelijkheid ligt bij de Haven, het milieu en de gouverneur. Er dient aan het Parlement duidelijk te worden gemaakt wat de rol van de gouverneur is geweest. Of er een onderzoekscommissie komt, hangt van de regering af. De heer Alain Adriaens (in het Frans).- De wijze waarop de brand op het Marly-terrein is aangepakt, heeft aangetoond dat de coördinatie tussen de diverse diensten die bij een ernstig ongeval moeten ingrijpen, volledig te wensen overlaat. Er verliepen verscheidene dagen vooraleer de ernst van de feiten doordrong en nog meer tijd om te vergaderen en de taken onderling te verdelen. Alle verhoudingen in acht genomen deed de reactie van de overheid denken aan de crisis die de hitte in Frankrijk heeft veroorzaakt, met de verzwarende omstandigheid dat wij niet met vakantie waren. Mevrouw Brigitte Grouwels.- Ik ben toen zelf in Haren geweest en heb daar de geur waargenomen. (Voorzitter: Mevrouw Magda De Galan) De heer Alain Adriaens (in het Frans).- Het is uit het naburige Gewest dat de alarmkreten en de reacties ten opzichte van de nonchalance kwamen. Omwille van de windrichting, werden de inwoners van andere gewesten meer gehinderd door
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 9 JANUARI 2004
12
de rookontwikkeling. Ecolo ziet dit veeleer als een verzwarende omstandigheid dan als een excuus.
Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (in het Frans).- Mogelijk, maar dat is de realiteit.
Wat zal de regering doen om de diensten die tussenbeide moeten komen beter te coördineren?
De heer Alain Adriaens (in het Frans).- Ik weet niet of u de heer Chabert of de heer Maingain viseerde, maar ik vind dat niet elegant. Ik vind het volkomen gerechtvaardigd dat de heer Chabert de burgemeester van Brussel verzoekt om een besluit tot afbraak van de torens uit te vaardigen, aangezien het asbestafval op de site een bedreiging vormt voor de arbeiders die het moeten verwijderen. Het stilleggen van de werken bij gebrek aan een vergunning lijkt betwistbaar.
De rol van het toezicht op de luchtkwaliteit komt toe aan het BIM en werd in vraag gesteld. De luchtvervuilingsmetingen zouden in de eerste plaats door de civiele bescherming zijn uitgevoerd, het BIM vervoegde pas aan het eind de andere tussenkomende partijen. De gevolgen voor de gezondheid van de mensen die blootgesteld werden aan de rook zullen wij hoogstwaarschijnlijk nooit kennen bij gebrek aan een wetenschappelijke opvolging tijdens deze periode van intense vervuiling. De mengsels in de torens van een cokesfabriek zijn een cocktail waarvan het gevaar zelden geëvenaard wordt buiten de door Seveso geklasseerde installaties. Steekproeven hebben geen overschrijding van elk van de aanwezige substanties kunnen aantonen. Niettemin zal een 11 dagen durende brand die fenantrenen, toluenen en benzenen in de lucht pompt, zeer negatieve gevolgen hebben op de volksgezondheid. Welke stappen zal u ondernemen om de capaciteit van onze instelling om snel en doeltreffend op te treden bij geval van accidentele luchtverontreiniging te versterken? Het gebrek aan goede wil van de autoriteiten, hun traagheid en hun tolerantie ten opzichte van bedrieglijke uitspraken van bepaalde bedrijven hebben tot dit bedroeflijk resultaat geleid. Carcoke is in het goochelkunstje geslaagd om de Marly-site aan het Gewest over te laten voor één symbolische euro zonder de grond te saneren en door grote structuren na te laten die vol zitten met ontvlambare en gevaarlijke producten. Het Gewest heeft bevestigd dat eens het terrein gesaneerd, de verkoopsprijs hoger zou liggen dan de saneringskost. Wat net is gebeurd zal de factuur nog doen oplopen. Ecolo vraagt de invoering van het begrip "no-fault"- aansprakelijkheid in de wetgeving betreffende de verhoudingen tussen ondernemingen en de openbare besturen. Zodoende moet de gemeenschap niet altijd opdraaien voor de schade die door anderen is aangericht. De sanering van de site heeft zo lang aangesleept omdat de gewestelijke wetgeving geen precieze bepalingen bevat over de voorwaarden voor de sanering van een site met een vervuilde bodem. Nochtans was dat één van de prioriteiten die werden opgenomen in de regeringsverklaring van 1999. Is de regering er samen met ons voor gewonnen om de afbraak van industriële installaties klasse 1A onder te brengen in de rubriek saneringswerken van vervuilde bodems waarvoor een behandeling klasse 1B geldt? Ik betreur dat de behandeling van dit dossier in politieke spelletjes ontaardde. Met zijn bewering dat de Haven van Brussel werkzaamheden had aangevat zonder vergunning, heeft de heer Gosuin blijk gegeven van een weinig collegiale houding. De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid,
De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (in het Frans).- Een minister heeft in dezen geen enkele injunctiebevoegdheid. Het BIM moet een proces-verbaal opmaken. De heer Alain Adriaens (in het Frans).- Het besluit tot afbraak van de burgemeester vereist geen enkele vergunning, alleen een regularisering a posteriori. Deze brand heeft lacunes aan het licht gebracht. Nu de regering zich hiervan bewust is, zou zij snel de nodige maatregelen moeten nemen die zich opdringen, en ordonnanties voorstellen die het mogelijk maken om de vervuilde sites behoorlijk te beheren. Mevrouw Yamila Idrissi.- Brussel geeft jaarlijks 6 miljoen EUR uit aan de begrotingspost "Imago". Een incident zoals Marly gooit in één klap al deze miljoenen in het water. Belangrijk is dat er uit dit incident de juiste lessen worden getrokken. De oude fabriek heeft tien dagen lang gebrand. De gevolgen voor de omwonenden zijn aanzienlijk, niet alleen op het vlak van de stankoverlast maar ook op het vlak van de volksgezondheid. Uit metingen is ondertussen gebleken dat een aantal gezondheidsnormen op bepaalde tijdstippen wel degelijk werd overschreden. Wie in de fout is gegaan, dat moet door het Parket worden uitgemaakt. Dé hamvraag is hoe de bevoegde instanties binnen het Brussels Gewest zo hebben kunnen stuntelen. Hoe is het mogelijk dat dergelijke ingrijpende afbraakwerken op een «black point» vol toxische stoffen zonder grondig vooronderzoek werden gestart? Hoe konden dergelijke werken plaatsvinden zonder afdoende vergunning en zonder controle om na te gaan of de vergunde voorwaarden al dan niet werden nageleefd? Het Marly-incident legt de vinger op de wonde: er is een probleem van coördinatie, op de eerste plaats binnen de Brusselse overheid zelf, maar ook tussen het Brusselse Gewest en de andere Gewesten en de federale overheid. Marly is symptomatisch voor de Brusselse situatie, waarbij het niet altijd duidelijk is wie waarvoor en wanneer verantwoordelijk is. Er was geen sprake van een gecoördineerd rampenplan en de informatieverstrekking voor de bevolking kwam veel te laat op gang. Ook de gouverneur - en dus de federale overheid - heeft boter op het hoofd. Ik betreur dat een bepaald minister van de Brusselse regering door zijn liefde voor de camera’s de indruk heeft gegeven dat de hoofdverantwoordelijkheid bij het Brus-
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 9 JANUARI 2004
selse Gewest lag, terwijl het eigenlijk een zaak van de gouverneur was. Bij anderen bleef het dan weer oorverdovend stil. De gebeurtenissen in dit dossier mogen niet samen met de rookuitwasemingen vervliegen: er is nood aan een duidelijke evaluatie. Er moet worden nagegaan of het rampenplan werkt en of er voldoende middelen voor worden uitgetrokken. Moet de communicatie niet beter worden gecoördineerd? Hebben alle betrokken ministers hun verantwoordelijkheid opgenomen? Moeten de structuren bij dergelijke incidenten niet worden vereenvoudigd en moeten de respectieve rollen niet beter worden afgebakend? De gouverneur heeft ondertussen al een nabespreking op poten gezet. Dit moet ook op het niveau van de Brusselse Raad kunnen gebeuren. Deze evaluatie moet de basis vormen van een nieuwe en beter gecoördineerde aanpak van de verdere sanering van de site. De werken mogen niet jarenlang stil worden gelegd. (Applaus) De heer Daniel Ducarme, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering (in het Frans).- Ik ben het personeel van het Brusselse Gewest dat in de brand bij Carcoke heeft bestreden, zeer erkentelijk. Ik denk dan aan de brandweer en aan de verantwoordelijken van het BIM. De regering is zich bewust van de ernst van dit dossier. Ik ben het echter niet ermee eens dat gewaagde vergelijkingen moesten worden gemaakt. Wij hebben de ontwikkelingen in dat dossier van uur tot uur gevolgd, aangezien niemand staande kon houden dat de toestand niet uit de hand zou lopen met de nefaste gevolgen vandien voor de volksgezondheid.
13
Op 12 december komt het BIM een eerste keer ter plaatse. Op 15 december maakt het luchtanalyses. Gezien de toestand verzoekt de directeur-generaal van de Haven de gouverneur omstreeks 22 uur om een vergadering van het crisiscoördinatiecomité. Op 16 december om 4 uur ’s ochtends verschijnen er nieuwe steekvlammen. Onmiddellijk wordt een vergadering van het crisiscentrum belegd onder het voorzitterschap van mevrouw de gouverneur en in aanwezigheid van de heer Chabert. Het is de bedoeling na te gaan of het technisch haalbaar is de brandende toren neer te halen en zodoende de overlast te beperken zonder de veiligheid van de technici op het terrein in gevaar te brengen. Er werd besloten dat de aannemer diezelfde dag nog alles in het werk moet stellen om de bewuste toren neer te halen. Om 14. 30 uur lukt dat en begint de brandweer met de bluswerken. Op 17 december omstreeks 17.30 uur wordt toren nr.1 neergehaald na een beslissing van het crisiscoördinatiecentrum voorgezeten door mevrouw de gouverneur. Op 18 december wordt gestopt met het koelen van de toren. Dit lange historisch overzicht is onontbeerlijk voor de parlementaire werkzaamheden. Gedurende heel deze periode heeft het BIM in «real time» alle resultaten van deze analyses meegedeeld aan alle betrokkene partijen, zowel in het Brusselse Gewest als in het Vlaams Gewest. Wij hebben alle stukken in bezit die de opvolging door het BIM aantonen. (Verder in het Nederlands)
Wij moeten hieruit nuttige lessen trekken en op alles voorbereid zijn. Wij weten immers dat wij ons nooit volledig tegen dergelijke voorvallen kunnen indekken en moeten rekening houden met de rechtmatige bekommernis van de bevolking voor de volksgezondheid. Voor de regering is dit dossier niet afgehandeld.
De procedure die moet worden gevolgd bij ongevallen en rampen is duidelijk. Er zijn vier opeenvolgende alarmfases die afgekondigd worden naargelang de ernst van de situatie en de bevoegdheden van de autoriteiten. Deze procedure is opgetekend in verschillende koninklijke besluiten en in een brief van de minister van Binnenlandse Zaken.
Dankzij van het verslag van de raad van bestuur van de Haven van 9 december 2003 krijgen wij een beeld van de verantwoordelijkheidsniveaus in het beheer van die crisis.
In de eerste fase blijft de coördinatie op gemeentelijk niveau. Alle hulpoperaties worden hierbij toegewezen aan de officier van de brandweerdienst. Ook de burgemeester of de provinciegouverneur kunnen de verantwoordelijkheid dragen. De tweede fase wordt ingeschakeld als de lokale middelen onvoldoende zijn. De coördinatie komt in dit geval toe aan de burgemeester.
Op 9 december heeft de werkopzichter van de Haven omstreeks 15 uur vastgesteld dat er abnormaal veel bitumen vrij kwam uit een doorgesneden buis. Onmiddellijk vraagt hij de aannemer verschillende keren om maatregelen te nemen met het oog op de bescherming van personen, goederen en het milieu. Op 10 december breekt er tussen 13.30 en 14.00 uur een brand uit in toren nr. 4. Omstreeks 15.15 uur komt de opzichter van de Haven ter plaatse om uitleg vragen. Volgens de werfleider brak de brand uit als gevolg van de afbraak van een loopbrug. De brandweer was zeer snel ter plaatse en heeft alle maatregelen genomen om de brand te blussen. Tussen 11 en 17 december is men niet erin geslaagd het vuur te doven, maar men kreeg het wel onder controle. De brand in toren nr. 4, die nog steeds overeind stond, was geblust, maar sloeg over naar torens nrs. 2 en 3. Op 13 december stortte toren nr.3 in.
(Verder in het Frans) Wanneer het voorval gebeurt op het grondgebied van twee gemeenten, moet de gouverneur voor de coördinatie zorgen. Gaat het om twee provincies, dan is de minister van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk. De coördinerende overheid is verantwoordelijk voor de aanpak van ongevallen en rampen, de medische hulpverlening, de politie en de ordehandhaving, de logistieke steun tijdens de operaties en de informatieverstrekking aan de bevolking. Het crisisbeheer is dus een federale bevoegdheid die door de betrokken administratieve overheid wordt uitgeoefend. De heer Rudi Vervoort (in het Frans).- Maar waarvoor zijn wij dan bevoegd?
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 9 JANUARI 2004
14
De heer Daniel Ducarme, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering (in het Frans).- Een dergelijk dossier moet met de nodige diepgang worden bestudeerd om verwarring te voorkomen.
Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. Ik zal dit punt op het volgende Overlegcomité te berde brengen en ik zal de resultaten van die gesprekken in het Parlement meedelen. Voor de regering is dit dossier niet afgesloten.
Sommige vragen zullen aan de federale minister van Binnenlandse Zaken moeten worden gesteld. Ik heb de Eerste Minister onze bezorgdheid meegedeeld over de tenuitvoerlegging van het crisisplan in het Brussels Gewest.
De heer Dominiek Lootens-Stael.- De Minister-Voorzitter heeft een aantal zaken verduidelijkt. Het is nuttig om een goed overzicht van de gebeurtenissen te hebben en een verduidelijking van de wetgeving te krijgen. Toch blijven heel wat vragen onbeantwoord. De Minister-Voorzitter wekt de indruk dat het niet aan ons is om verantwoordelijkheden vast te leggen. Het is zeker de taak van het Parlement om politieke verantwoordelijkheden te bepalen. Daarom is het noodzakelijk dat er een parlementaire onderzoekscommissie wordt opgericht om na te gaan waar de politieke verantwoordelijkheid ligt, conclusies te trekken en dergelijk geknoei in de toekomst te vermijden. We zullen dan ook een motie neerleggen.
Er werd gewezen op de oorzaak van de brand en daarover werd zelfs uitleg verstrekt. De juiste oorzaak kan alleen na het huidige gerechtelijk onderzoek worden bepaald. Het BIM en het Vlaams Instituut hebben de luchtvervuiling gemeten en kwamen tot de bevinding dat de toestand niet verontrustend was. De regering heeft haar verantwoordelijkheden nooit ontlopen. Minister Gosuin heeft ervoor gezorgd dat het BIM zijn verantwoordelijkheden neemt. Op 22 september heeft de burgemeester van Brussel-Stad een besluit genomen voor de afbraak van sommige gebouwen en de voorwaarden vastgelegd. Dit besluit is aan het BIM bezorgd en Brussel-Stad is op 19 november op de hoogte gebracht van de aanvang van de werkzaamheden. De werken werden op 1 december gestart zonder dat bij de stad een regularisatieverzoek werd ingediend. Anders had zij de voorwaarden voor de uitvoering van de werken kunnen bepalen. De afbraakwerf is gestart met een inbreuk op het arrest van de burgemeester. De Haven heeft aangegeven dat de ondernemer geen verklaring van klasse 3 bij de Stad heeft ingediend. Op 21 november werd een milieuvergunning toegekend voor een werf voor asbestverwijdering. Bleek dat de ondernemer de werkzaamheden was gestart zonder het BIM op de hoogte te brengen of voorafgaand een vergadering te beleggen, wat een inbreuk is op de afgeleverde vergunning. Het BIM heeft een proces-verbaal opgesteld tegen de Haven en de ondernemer. Het gerecht moet nu de verantwoordelijkheden vastleggen. Dit dossier heeft niet enkel te maken met een politieke of administratieve verantwoordelijkheid. Er zou ook een strafrechtelijke of burgerlijke verantwoordelijkheid kunnen vastgesteld worden wat zou zorgen voor de opname van de gemaakte kosten. Dit overzicht evolueert dus naar een aandachtige behandeling van het dossier. Aan het Parlement wordt gevraagd het dossier streng te volgen en de regering zal zich ter beschikking houden van het Parlement zodat het zijn werk kan doen. Ik hoop dat de gestarte procedures de verantwoordelijken aan het licht zullen brengen en om garanties te geven dat een dergelijk voorval zich niet meer voordoet. Ik heb de Eerste minister een brief gestuurd om hem eraan te herinneren dat de bescherming van de integriteit van goederen en personen een federale bevoegdheid is. Ik heb hem mijn bezorgdheid over de reactie van zijn regering meegedeeld. Ik heb hem ook gezegd dat het BIM pas op 18 december werd gecontacteerd, terwijl het ongeval zich op 10 december had voorgedaan. Dit dossier vergt een omstandige nota van de
De heer Denis Grimberghs (in het Frans).- Uw mededeling dat het dossier niet gesloten is, vind ik het interessantst. Ik waardeer ook dat u het normaal vindt dat het Parlement zijn verantwoordelijkheid neemt en zijn rol van controleur van de overheid vervult. Maar als men talmt met het optellen van de inventaris van de verantwoordelijkheden, bestaat het risico dan niet dat de werkzaamheden worden geblokkeerd? Telkens als ik ter plaatse ben geweest, is het mij opgevallen dat het terrein te gemakkelijk te betreden was. Een terrein dat sterk verontreinigd is, moet beter worden gecontroleerd. Kan minister Gosuin die dossiers trouwens niet aan de voorzitter bezorgen? Een opeenstapeling van onderzoeken dreigt de werkzaamheden bovendien te blokkeren en onduidelijkheid te creëren wat de verantwoordelijkheden betreft. Het ontbreken van een regularisatievergunning zou door degenen die de grootste verantwoordelijkheid dragen, kunnen worden aangegrepen om de schuld in de schoenen van de openbare diensten te schuiven. De heer Daniel Ducarme, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering (in het Frans).- Men moet elkaar de zwarte piet niet toeschuiven. Toch kan het geen interne of administratieve procedure zijn, want het probleem gaat over de relatie tussen een overheid en een ondernemer. De heer Denis Grimberghs (in het Frans).- Als men de zaak aan de gerechtelijke overheid overlaat, zouden de werken het terrein maandenlang kunnen stilliggen. Heeft de Haven van Brussel een inventaris van de verantwoordelijkheden besteld? Wordt het optreden van het gerecht gerechtvaardigd door een klacht van de omwonenden? De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans).Er zijn gesprekken aan de gang tussen de Haven, het BIM en de verantwoordelijken voor de werken. De werken kunnen binnen twee of drie weken worden hervat. De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid,
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 9 JANUARI 2004
Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (in het Frans).- Het BIM heeft de werken laten stilleggen om een onderzoek naar de bodemverontreiniging mogelijk te maken. Daarna kunnen de werken worden hervat. De heer Denis Grimberghs (in het Frans).- U zegt niet wat de gerechtelijke overheden met het dossier zullen aanvangen. De heer Daniel Ducarme, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.- Het terrein zal niet compleet verloederen. De heer Denis Grimberghs (in het Frans).- Ik wil iedereen feliciteren die de brand heeft helpen bestrijden. De Voorzitter.- Het debat is gesloten. Ik heb een gemotiveerde motie ontvangen, ondertekend door de heer Dominiek Lootens-Stael, die luidt als volgt:
15
INTERPELLATIE VAN DE HEER ALAIN DAEMS TOT DE HEER ALAIN HUTCHINSON, STAATSSECRETARIS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, BELAST MET HUISVESTING EN ENERGIE, betreffende "het Toekomstplan voor de huisvesting in Brussel". De heer Alain Daems (in het Frans).-De huisvestingscrisis treft alle Brusselaars. De wachtlijsten worden langer. De markt speelt geen regulerende rol meer. Steeds meer mensen kunnen in Brussel geen geschikte woning meer huren. Er moeten dringend sociale en andere woningen worden gebouwd. Bij een voldoende aanbod zouden de prijzen kunnen worden behouden of verlaagd. Bevestigt de studie van DULBEA deze hypothese? (Voorzitter: de heer Jan Béghin)
"De Brusselse Hoofdstedelijke Raad, Gehoord hebbende de interpellatie van de heer Dominiek Lootens-Stael tot de heer Jos Chabert, minister, en de heer Didier Gosuin, minister, betreffende «de onbekwaamheid en de onkunde van de Regering bij de milieuramp Marly carcokes» en de toegevoegde interpellatie van de heer Denis Grimberghs betreffende «de gevolgen van de brand op het terrein van de Marly-cokesfabriek», Gehoord hebbende het antwoord van de ministers, Overwegende dat: 1. er bij de afbraakwerken op de site Marly Carcokes nefaste fouten zijn gebeurd; 2. er tijdens de bluswerken nefaste fouten zijn gebeurd door de politieke verantwoordelijken; 3. er bij de communicatie naar de bevolking toe eveneens nefaste fouten zijn gebeurd; 4. duidelijkheid en openheid in deze zaak in eenieders belang is, Vraagt om naar aanleiding van de milieuramp Marly Carcokes een parlementaire onderzoekscommissie hieromtrent op te richten." Ik heb eveneens een gewone motie ontvangen, ondertekend door mevrouw Marion Lemesre, mevrouw Caroline Persoons, de heren Rudi Vervoort, Sven Gatz en Robert Delathouwer. - De Raad zal zich op een volgende vergadering over die moties uitspreken.
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN De Voorzitter.- De mondelinge vraag van de heer Jan Béghin tot de heer Eric Tomas wordt tot de volgende vergadering uitgesteld.
Met een bekendmaking neemt de regering akte van de voorbereidende nota van het deel woningbouw van het plan, de behoefte om de werkhypothesen te onderzoeken en na te gaan wat de interesse is voor het toekomstplan vanwege hen die het kunnen financieren, hebben voor het toekomstplan. De regering moest tevens studies laten uitvoeren om zodoende de nodige juridische middelen uit te werken. Er zou dus nog veel werk aan de winkel zijn. Volstaat de beslissing van de regering? Weet men welke overheidsdiensten en geldschieters achter de plannen voor de verwezenlijking staan? Men spreekt al over 2009 voor de bouw van sociale woningen waarop men al zo lang wacht. Wat zal de verhouding tussen huurwoningen en verkoopwoningen zijn? Waar zullen ze komen? Hoever staat het met het overzicht van de beschikbare grondreserves? Wat zijn die reserves? Wat is het percentage te restaureren woningen? Wat zal de gemiddelde verkoopprijs zijn van de gebouwde woningen? Welke verantwoordelijkheid inzake onderhoud en renovatie zullen de beheerders van verhuurde woningen tijdens de erfpachtperiode van 27 jaar dragen teneinde te vermijden dat ze op het eind van deze periode een bouwvallige woning aan de overheidsdienst overlaten? Dit alles kan worden ingeschreven in het contract voor "huisvestingskwaliteit" waarvan sprake is in het Gewop. Niettemin lijkt het moeilijk om met ordonnanties te werken. Zal u wetten uitvaardigen of heeft u deze notie uit het Gewop achterwege gelaten? Voor de financiering van het plan blijkt de enige genomen beslissing de mogelijkheid van een lening door de BGHM uit te sluiten. In Wallonië gaat men nochtans zo te werk. Met deze operatie had men voordeliger tarieven op de financiële markt kunnen verkrijgen en had men een eenvoudiger en meer beheersbare werking dan via partnerships met de privé-sector kunnen volgen. Wat voor woningen zullen er worden gebouwd, van welke grootte en kwaliteit? Een nota met ontwerpen van bestekken is
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 9 JANUARI 2004
rondgegaan en verontrust ons inzake de kwaliteit van de voorgestelde woningen. Is het verstandig te wachten totdat de beslissingen zijn genomen, zoals u ons heeft gevraagd? Is de aankondiging van de bouw van deze woning geen bluf? Uw MR-partner heeft de financiering van het plan afhankelijk gesteld van een optrekking van de bovengrens voor de toegang tot sociale huisvesting. (Applaus van Ecolo) De heer Michel Lemaire (in het Frans).- Het is jammer dat er slechts twee sprekers het woord hebben genomen. De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- Dat is logisch. Dit onderwerp werd al tot vervelens toe besproken. De heer Paul Galand (in het Frans).- Zeg dat maar tegen diegenen die geen woning vinden. De heer Marc Cools (in het Frans).- Tijdens elke vergadering komt u met hetzelfde debat aandraven. De heer Alain Daems (in het Frans).- Wat kunnen wij anders doen? De regering heeft de voorbije 5 jaar geen enkele sociale woning gebouwd. De heer Marc Cools (in het Frans).- Het huisvestingsbeleid omvat een reeks andere initiatieven. De heer Michel Lemaire (in het Frans).- Men heeft ons met het toekomstplan om de oren geslagen en ons hierbij regelmatig verschillende informatie meegedeeld. Wij weten dat er nood is aan een sociaal huisvestingsbeleid en hebben geen nood aan een "toekomstplan". Volgens de jongste informatie voorziet dit laatste in de bouw van 5.000 woningen. Hiervoor is echter geen termijn vastgesteld. Gezien hetgeen zich inzake renovatie heeft voorgedaan, is het niet meer dan normaal dat wij sceptisch zijn. Aangezien de realisatie bovendien bijzonder traag verloopt, is het normaal dat een parlementslid zich een nauwkeuriger beeld wil vormen. Slechts twee derde van die 5.000 woningen zouden sociale woningen worden. Bovendien zouden de liberalen alleen maar met dit plan instemmen als de toegangsvoorwaarden worden herzien. Dan dreigen wij nog meer aanvragen voor sociale woningen te ontvangen. De heer Alain Daems (in het Frans).- Zij weten dat die voorwaarden onmogelijk te vervullen zijn en tot een blokkering zullen leiden. De heer Michel Lemaire (in het Frans).- De heer De Wolf heeft ingezien hoe zinloos zijn voorstel is. De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- U interpreteert zijn woorden. De heer Marc Cools (in het Frans).- Zeg eerst wat u denkt. De heer Michel Lemaire (in het Frans).- Dat doe ik van bij het begin. De heer De Wolf heeft ingezien dat wij op een blokkering afstevenen en in fine op een alternatieve meerderheid. De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- U herhaalt wat u in de commissie hebt gezegd.
16
De heer Michel Lemaire (in het Frans).- Aangezien de heer Cools niet aanwezig was, heeft hij het recht om mijn mening te kennen. Het was voorspelbaar dat het voorstel van de heer De Wolf op die manier zou eindigen. De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- Het heeft niettemin een debat op gang gebracht. De heer Christos Doulkeridis (in het Frans).- Waarom neemt u niet aan de discussie deel in plaats van de sprekers te verwijten dat zij het woord nemen? De heer Michel Lemaire (in het Frans).- Wij weten dat er geen termijnen zijn vastgesteld en dat er geen nauwkeurige inventaris van de beschikbare terreinen bestaat. Daarnaast moet er nog heel wat worden onderhandeld, want hoewel een aantal gemeenten bereid zijn op het voorstel van het Gewest in te gaan, willen anderen geen afstand doen van hun vastgoedpatrimonium of vinden dat ze bekwamer zijn dan het Gewest of dat zij geen nieuwe sociale woningen nodig hebben. Dat bemoeilijkt de onderhandelingen. En daarbij komen dan nog de procedureproblemen. Wij hebben de heer Ducarme ook horen zeggen dat de stedenbouwkundige procedures moeten worden herzien. Hij heeft de opmerkingen van de heer Pesztat over een aantal praktijken van de MR gewoon van tafel geveegd. Ik zal de heer Draps hierover ondervragen. Een plan voor de huidige situatie moet rekening houden met het feit dat alsmaar meer mensen in mensonwaardige omstandigheden leven. Er zijn talrijke voorstellen voor een verplichte huurtoelage ingediend. Het amendement van de liberalen was niet geschikt, aangezien de toelage voor de middeninkomens bestemd was. Daarnaast was er nog het voorstel van de heer Hutchinson, van mevrouw Grouwels of nog het onze, maar het is uiteindelijk de heer Draps die ons verrast heeft door een toelage voor de armsten voor te stellen. Wij willen meer uitleg over de studie die u besteld hebt met betrekking tot de huurtoelage. (Voorzitter: mevrouw Magda De Galan) Voor ons zijn de parameters bekend. Wij hadden graag geweten of u van plan bent de begroting te wijzigen en u zo de nodige middelen te geven om uw woorden in daden om te zetten, en dit nog vóór het einde van de regeerperiode. De heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie (in het Frans).- Gezien de situatie waarin heel wat mensen zich bevinden, behandelen wij dit dossier met de nodige ernst. In dit kader heeft de regering akte genomen van het plan dat ik haar heb voorgelegd en mij ermee belast de nodige initiatieven te nemen om dit op financieel en juridisch vlak af te ronden. Hij heeft mij belast met een proefproject om het systeem te testen. Het huisvestingsplan staat op stapel. Het brengt geen wijziging van de toegangsvoorwaarden tot de sociale huisvesting met zich.
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 9 JANUARI 2004
Na de aankondiging van het plan hebben zowel de bouwconfederatie als financiers die opnieuw in vastgoed willen investeren en meerdere gemeenten contact met mij opgenomen. Ik ben dus optimistisch. Ik weet niet hoeveel grondreserves de gemeentes hebben. Zelf de burgemeesters weten dit niet. Wij beschikken over 400.000 m² bebouwbare terreinen, waarbij nog de gemeentelijke eigendommen en, als het debat resultaten oplevert, de federale eigendommen moeten worden gevoegd. Ik kan geen termijn vaststellen. De vertraging bij de vernieuwing van de sociale woningen is een slecht voorbeeld, aangezien de kleinste maatschappijen het moeilijk hebben om dergelijke kosten te dragen. De partnerschappen tussen de privé-sector en de overheid bieden een soepelere oplossing. Er is geen begrotingsinschrijving omdat de tussenkomst van het Gewest zichtbaar zal zijn vanaf het ogenblik dat het opgetrokken gebouw door de openbare operator zal worden beheerd. We hebben eindelijk een concreet bouwproject in Brussel. Het vertegenwoordigt een bedrag van 430 miljoen EUR waarover de overheid niet beschikt. Het maakt het mogelijk de politiek opnieuw te mobiliseren en een beroep te doen op de privésector. Op de 5.000 te bouwen woningen, is één derde bestemd voor de middeninkomens, overeenstemmende met de huurprijzen van de sociale huisvestingsmaatschappijen en twee derde zijn bestemd voor sociale woningen. De heer Alain Daems (in het Frans).- Zal het mogelijk zijn de woningen door te verkopen? De heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie (in het Frans).- In deze mogelijkheid is voorzien maar maakt het ze systeem ingewikkelder. Mevrouw Brigitte Grouwels.- Ik ben verrast te vernemen dat de verhouding tussen sociale huisvesting en middeninkomenshuisvesting één derde ten opzichte van twee derden bedraagt. De definitie van de middeninkomenshuisvesting die wordt gebruikt is niet deze van de GOMB, maar verwijst naar een vorm van sociale huisvesting. De heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie (in het Frans).- Wij willen ons richten op de minst hoge middelinkomens, te weten die welke de drempel voor toegang tot sociale huisvesting overstijgen. De huurtoelage is een beginsel dat in het tweede deel van de huisvestingscode is ingeschreven. Er moet evenwel nog worden nagedacht over het doelpubliek. Die toelage aanbieden aan gezinnen die sedert meer dan een jaar op de lijsten voor sociale huisvesting zijn ingeschreven, zou kunnen leiden tot een explosie van de aanvragen. Ik meen dat zij naar de armsten moet gaan. Door het doelpubliek vast te leggen, kunnen wij de budgettaire impact van deze subsidie ramen. De ramingen schommelen tussen 1 en 8 miljoen EUR. Er moet een studie worden verricht naar de impact op de evolutie van de huurprijs in de landen waar deze subsidie reeds wordt toegepast. Ik denk
17
dat de invoering ervan moet samengaan met een controle van de huurprijzen. Daarnaar verricht ik thans onderzoek waarvan de conclusies in maart beschikbaar zullen zijn. De leden van de Huisvestingscommissie zullen daarvan in kennis worden gesteld. (Applaus bij de meerderheid) De heer Alain Daems (in het Frans).- In uw antwoord maakt u geen gewag van de omvang of van het soort afwerking van het te bouwen woningtype. De heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie (in het Frans).- De beslissing over het woningtype is in handen van de gemeenten, de OCMW’s en de huisvestingsmaatschappijen, via de uitwerking van een bestek. De heer Alain Daems (in het Frans).- Anderzijds geeft het partnership tussen de overheids- en de privésector aanleiding tot discussies van ideologische aard. Er zijn slechte ervaringen geweest met dit soort partnership, met name in het kader van de wijkcontracten. U hebt beloofd 5.000 woningen te bouwen in vijf jaar tijd. Dat is niet haalbaar. - Het incident is gesloten.
NAAMSTEMMINGEN De Voorzitter (in het Frans).- Aangezien artikel 2, krachtens artikel 28, tweede lid, 4, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 een stemming met volstrekte meerderheid van de stemmen in elke taalgroep vereist, stel ik voor te stemmen over het geheel van het voorstel van ordonnantie met dubbele meerderheid. Voorstel van ordonnantie tot verruiming van de nationaliteitsvoorwaarden voor de toegang tot betrekkingen in het gemeentelijk openbaar ambt en de intercommunales is aangenomen met 50 Franstalige stemmen en 7 Nederlandstalige stemmen tegen 4 Franstalige stemmen en 4 Nederlandstalige stemmen (naamstemming nr. 1, zie bijlage). - De vergadering wordt om 19 uur gesloten. - De Raad gaat tot nadere bijeenroeping uiteen.
BERICHTEN VAN VERHINDERING EN VERLOFAANVRAGEN Nihil. BIJLAGEN
ARBITRAGEHOF IN UITVOERING VAN ARTIKEL 76 VAN DE BIJZONDERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBITRAGEHOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN:
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
18
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
-de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 22 april 2003 tot modernisering van de belasting voor aanplakking en de betalingswijzen van het zegelrecht, ingesteld door de n.v. Imprimerie Hecht en de n.v. J.C. Decaux Belgium (nrs. 2770 en 2832 van de rol – samengevoegde zaken). -de beroepen tot vernietiging van de artikelen 15 tot 22 van de wet van 11 april 2003 houdende nieuwe maatregelen ten gunste van de oorlogsslachtoffers, ingesteld door S. De Billoëz en anderen (nrs. 2812, 2814, 2815, 2816, 2817, 2818, 2819, 2820, 2823, 2824, 2827, 2828, 2829, 2831, 2833, 2834, 2837 en 2840 van de rol – samengevoegde zaken). - het beroep tot vernietiging van de wet van 6 januari 2003 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden, gesteld door de v.z.w. Ligue des droits de l'homme en anderen (nr. 2836 van de rol). -het beroep tot vernietiging van artikel 11 van de wet van 3 mei 2003 tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek, ingesteld door de v.z.w. Nationaal Verbond van de Magistraten van eerste aanleg en anderen (nr. 2852 van de rol). IN UITVOERING VAN ARTIKEL 77 VAN DE BIJZONDERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBITRAGEHOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN : -de prejudiciële vraag over de artikelen 36, 2° en 4°, en 37 van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, gesteld door de Jeugdrechtbank te Brussel (nr. 2826 van de rol). -de prejudiciële vraag over artikel 56 van het decreet van het Waalse Gewest van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, gesteld door het Hof van Beroep te Luik (nr. 2835 van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende artikel 8, § 1, van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel (nr. 2842 van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende artikel 162, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen (nr. 2843 van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de wet van 4 mei 1999, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel (nr. 2847 van de rol). -de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/13, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de beslagrechter in de Rechtbank van eerste aanleg te Gent (nr. 2849 van de rol). IN UITVOERING VAN ARTIKEL 113 VAN DE BIJZONDERE WET VAN 6 JANUARI 1989 OP HET ARBITRAGEHOF, GEEFT HET ARBITRAGEHOF KENNIS VAN DE VOLGENDE ARRESTEN :
-arrest nr. 158/2003 uitgesproken op 10 december 2003, in zake : de prejudiciële vragen over artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, zoals ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994 en gewijzigd bij de wet van 13 april 1995, gesteld door de Politierechtbank te Ieper en de Politierechtbank te Turnhout (nrs. 2570 en 2638 van de rol). -arrest nr. 159/2003 uitgesproken op 10 december 2003, in zake : de prejudiciële vraag over artikel 56bis, § 2, tweede lid, van de bij koninklijk besluit van 19 december 1939 gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Leuven (nr. 2575 van de rol). -arrest nr. 160/2003 uitgesproken op 10 december 2003, in zake : het beroep tot vernietiging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, onder meer de artikelen 141, §§ 2 en 9, en 49, §§ 6 en 7 ervan, ingesteld door de c.v.b.a. Deminor International en anderen (nr. 2577 van de rol). -arrest nr. 161/2003 uitgesproken op 10 december 2003, in zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 46 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door de Rechtbank van Koophandel te Brussels (nr. 2580 van de rol). -arrest nr. 162/2003 uitgesproken op 10 december 2003, in zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 45quater van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Tongeren (nr. 2683 van de rol). -arrest nr. 163/2003 uitgesproken op 10 december 2003, in zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 601bis van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Politierechtbank te Dinant (nr. 2785 van de rol). -arrest nr. 164/2003 uitgesproken op 17 december 2003, in zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 87 tot 94 en 168 van de programmawet van 30 december 2001, ingesteld door de b.v.b.a. Centre de médecine et de diagnostic par radioisotopes en door de Belgische Beroepsvereniging der Geneesheren Specialisten in Nucleaire Geneeskunde (nr. 2462 van de rol). -arrest nr. 165/2003 uitgesproken op 17 december 2003, in zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 62 tot 65 van de wet van 14 januari 2002 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg, ingesteld door de v.z.w. Belgische Vereniging van Artsensyndicaten en het Verbond der Belgische Beroepsverenigingen van Geneesheren-specialisten (nr. 2511 van de rol).
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 9 JANUARI 2004
-arrest nr. 166/2003 uitgesproken op 17 december 2003, in zake : de beroepen tot vernietiging van de wet van 1 maart 2002 betreffende de voorlopige plaatsing van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, ingesteld door de v.z.w. Liga voor Mensenrechten, de v.z.w. Ligue des droits de l’homme en de v.z.w. Défense des Enfants - International Belgique, branche francophone (D.E.I. Belgique) (nrs. 2513 en 2515 van de rol). -arrest nr. 167/2003 uitgesproken op 17 december 2003, in zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 53, 17°, van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen (nr. 2520 van de rol). -arrest nr. 168/2003 uitgesproken op 17 december 2003, in zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 4, 5 en 7 van de wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken, gesteld door het Hof van Beroep te Gent (nrs. 2529, 2530, 2531, 2532 en 2533 van de rol). -arrest nr. 169/2003 uitgesproken op 17 december 2003, in zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 321 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen (nr. 2565 van de rol). -arrest nr. 170/2003 uitgesproken op 17 december 2003, in zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 32, 2°, 46, § 2, en 792, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met de artikelen 1051 en 50, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen (nr. 2566 van de rol). -arrest nr. 171/2003 uitgesproken op 17 december 2003, in zake :
het beroep tot vernietiging van artikel 2 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 11 juli 2002 tot verruiming van de nationaliteitsvoorwaarden voor de toegang tot betrekkingen in het gewestelijk openbaar ambt, ingesteld door de v.z.w. GERFA (nr. 2607 van de rol). -arrest nr. 174/2003 uitgesproken op 17 december 2003, in zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 2 en 4 van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk, gesteld door de Raad van State (nr 2609 van de rol). -arrest nr. 175/2003 uitgesproken op 17 decemeber 2003, in zake : de vordering tot schorsing van de wet van 22 april 2003 tot modernisering van de belasting voor aanplakking en de betalingswijzen van het zegelrecht, ingesteld door de n.v. Imprimerie Hecht (nr. 2770 van de rol). -arrest nr. 176/2003 uitgesproken op 17 december 2003, in zake : de vordering tot schorsing van de artikelen 3, 4, 9 en 10, eerste lid, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 « tot wijziging van de bepalingen aangaande de studies van de sector van de gezondheidswetenschappen in het decreet van 5 september 1994 tot regeling van de universitaire studies en de academische graden en in de wet van 27 juli 1971 op de financiering van en het toezicht op de universitaire instellingen », ingesteld door R. Collet en anderen (nr. 2798 van de rol). AANWEZIGHEDEN IN COMMISSIE Commissie voor de huisvesting en stadsvernieuwing 6 januari 2004 Aanwezig
de prejudiciële vragen betreffende artikel 35quinquies decies, § 3, eerste lid, en §§ 4 tot 7, van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, ingevoegd door artikel 5 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 6 juli 1994 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1994, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Gent (nrs. 2571 en 2578 van de rol).
Vaste leden
-arrest nr. 172/2003 uitgesproken op 17 december 2003, in zake :
Plaatsvervanger
de prejudiciële vraag betreffende artikel 67, §§ 1 en 2, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium, en artikel 155, §§ 1 en 2, van hetzelfde Wetboek, zoals gewijzigd bij het decreet van het Waalse Gewest van 27 november 1997, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen (nr. 2582 van de rol).
Ander lid
-arrest nr. 173/2003 uitgesproken op 17 december 2003, in zake :
19
De heren Jean-Pierre Cornelissen, Vincent De Wolf, Philippe van Cranem. De heer Alain Daems, mevr. Marie-Rose Geuten. De heer Alain Bultot, mevr. Michèle Carthé, mevr. Isabelle Emmery. De heer Michel Lemaire. Mevr. Marion Lemesre. Mevr. Caroline Persoons (ter vervanging van de heer Bernard Clerfayt). Verontschuldigd De heer Bernard Clerfayt, mevr. Brigitte Grouwels, de heer Yaron Pesztat. Afwezig
B.V. (2003-2004) - Nr. 14
20
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
De heren Mostafa Ouezekhti, Jos Van Assche. Commissie voor de ruimtelijke ordening, de stedenbouw en het grondbeleid 7 januari 2004 Aanwezig Vaste leden De heren Bernard Clerfayt, Marc Cools, Jacques De Grave, mevr. Isabelle Molenberg, de heer Philippe van Cranem. De heer Yaron Pesztat. De heer Mohamed Azzouzi, mevr. Michèle Carthé, de heer Willy Decourty. De heer Benoît Cerexhe. De heer Sven Gatz. Plaatsvervanger De heer Michel Van Roye. Afwezig De heren Didier van Eyll, Alain Daems, mevr. MarieRose Geuten, de heer Jos Van Assche. NAAMSTEMMINGEN De uitslag van de naamstemming alsmede de stemverklaring wordt in het Beknopt Verslag zelf opgenomen. Naamstemming nr. 1 Naamstemming nr. 1 Hebben ja gestemd: Alain Adriaens, Eric André, Mohamed Azzouzi, Jan Béghin, Jean-Jacques Boelpaepe, Sfia Bouarfa, Dominique Braeckman, Alain Bultot, Danielle Caron, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Bernard Clerfayt, Jean-Pierre Cornelissen, Alain Daems, Olivier de Clippele, Magda De Galan, Jacques De Grave, Julie de Groote, Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp, Stéphane de Lobkowicz, Serge de Patoul, Vincent De Wolf, Willy Decourty, Robert Delathouwer, Christos Doulkeridis, Dominique Dufourny, Isabelle Emmery, Paul Galand, Sven Gatz, Marie-Rose Geuten, Denis Grimberghs, Brigitte Grouwels, Bernard Ide, Yamila Idrissi, Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, Marion Lemesre, Claude Michel, Isabelle Molenberg, Michel Moock, Anne-Sylvie Mouzon, Joseph Parmentier, Caroline Persoons, Yaron Pesztat, Joël Riguelle, Marie-Jeanne Riquet, Mahfoudh Romdhani, Fatiha Saïdi, Françoise Schepmans, Philippe Smits, Anne-Françoise Theunissen, Philippe van Cranem, Michel Van Roye, Walter Vandenbossche, Jean-Luc Vanraes, Rudi Vervoort, Bernadette Wynants Hebben neen gestemd: Erik Arckens, Marguerite Bastien, Johan Demol, Guy Hance, Dominiek Lootens-Stael, Albert Mahieu, Audrey Rorive, Jos Van Assche
B.V. (2003-2004) - Nr. 14