B.V. (1999-2000) - Nr. 10
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD GEWONE ZITTING 1999-2000
BEKNOPT VERSLAG
van de plenaire vergadering van
VRIJDAG 14 JANUARI 2000 (namiddagvergadering)
Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
INHOUD
DRINGENDE VRAGEN van mevrouw Fatiha Saïdi (regularisatie van de illegalen) en antwoord van de heer Jacques Simonet, MinisterVoorzitter; van de heer Stéphane de Lobkowicz (vellen van bomen in het Zoniënwoud), van mevrouw Brigitte Grouwels en de heer Sven Gatz (behandeling en verwijdering van ovenslakken in de afvalverbrandingsoven van Neder-over-Heembeek) en antwoorden van de heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel; van mevrouw Brigitte Grouwels (boetes geïnd door de MIVB) en antwoord van de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp. REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN INTERPELLATIE van de heer Joël Riguelle (internationale rangschikkingen en het ontbreken van een beleid inzake economische steun aan de toeristische bedrijvigheid) tot de heren Jacques Simonet, Minister-Voorzitter, Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (Sprekers: de heren Joël Riguelle, Erik Arckens, Jacques Simonet, Minister-Voorzitter en Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting) ONTWERP VAN ORDONNANTIE TOT WIJZIGING VAN DE ORDONNANTIE VAN 29 AUGUSTUS 1991 BETREFFENDE DE BESCHERMING VAN DE WILDE FAUNA EN BETREFFENDE DE JACHT Aangehouden stemming. Naamstemming over het geheel. MONDELINGE VRAGEN van mevrouw Françoise Bertieaux (toegang tot de perrons in de metro) en antwoord van de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp; van de heer Benoît Cerexhe (vernieuwing van de raden van bestuur van bepaalde pararegionale instellingen), van mevrouw Béatrice Fraiteur (strijd tegen geluidshinder), van de heer Philippe Debry (aanhangsel bij het samenwerkingsakkoord), van de heer Sven Gatz (het vergroten van de politiezones), van de heer Dominiek Lootens-Stael (uitgave van een boek over de Grote Markt) en antwoorden van de heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter; van de heer Marc Cools (concrete uitvoering van de gewestelijke fietsroutes), van de heer Jan Béghin (het aanleggen van overstapparkings)
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting 1999-2000
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
en antwoorden van de heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp; van mevrouw Béatrice Fraiteur (het in gebreke blijven van het GAN) van de heer Dominiek Lootens-Stael (problemen inzake sociale zekerheid van de personeelsleden van Net Brussel) en antwoorden van de heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel.
B.V. (1999-2000) - Nr. 10
3
4
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Voorzitterschap: mevrouw Magda De Galan, Voorzitter - De vergadering wordt om 14.35 geopend.
DRINGENDE VRAGEN
Regularisatie van de illegalen Mevr. Fatiha Saïdi (in het Frans) .- Wij volgen de procedure voor de regularisatie van illegalen op de voet. Het is een uitdaging in de strijd tegen de mensensmokkel en het zwartwerk. De illegalen moeten uit de clandestiniteit worden gehaald. De regularisatie verloopt over het algemeen goed, maar het Centrum voor de gelijkheid van kansen wijst in een brief op een aantal problemen, zoals kritiek op dossiers die ambtenaren hebben samengesteld en op de weinig betrouwbare inlichtingen die in sommige gemeenten worden verstrekt. De regularisatie is een federale bevoegdheid, maar kan het Gewest geen hulp bieden aan de verenigingen die de aanvragers adviseren of andere initiatieven nemen? De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter (in het Frans) .- De toepassing van de wet valt onder de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen of van de burgemeester. Het Gewest oefent achteraf toezicht uit. Wij kunnen geen maatregelen opleggen. Ik heb horen zeggen dat er problemen waren. In de kantoren die ik bezocht heb, heb ik niets bijzonders opgemerkt. Wij verzoeken de gemeenten evenwel aandachtig toe te zien. Het is aan de Minister van Binnenlandse Zaken voor de logistiek te zorgen. In overleg met mijn collega van het Waals Gewest, de heer Sevrin, zijn wij bereid logistieke en intellectuele steun te verlenen als de gemeenten en verenigingen daarom vragen. Mevr. Fatiha Saïdi (in het Frans) .- Ik heb vastgesteld dat er veel politie bij de loketten was. Dat schrikt af. Voorts verplicht een gemeente de aanvragers via het commissariaat te gaan. Ik zal u de brief van het Centrum voor de gelijkheid van kansen bezorgen. De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter (in het Frans).- Ik betreur dat er politie aan te pas komt. Ik zal vragen geen politie meer in te zetten.
Vellen van bomen in het Zoniënbos De heer Stéphane de Lobkowicz (in het Frans) .- Volgens u zouden geen bomen meer worden geveld, maar ik heb gezien dat er opnieuw zijn geveld. Hoe staat het daarmee? Wat hebt u beslist? Hoe wordt uw beslissing uitgevoerd? De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (in het Frans).- Ik heb besloten in 2000 geen bomen meer te laten vellen, maar de houtkap van vorig jaar is nog niet voorbij. Volgens het bestek kan die over verscheidene jaren worden gespreid. De heer Stéphane de Lobkowicz (in het Frans).- Ik dank de minister voor zijn duidelijk antwoord. Mevr. Evelyne Huytebroeck (in het Frans).- Die aangelegenheden zijn al in de commissie besproken. De Voorzitter (in het Frans).- Ondertussen zijn er nieuwe elementen bijgekomen. Transport van afvalslakken van de verbrandingsoven van Neder-over-Heembeek Mevr. Brigitte Grouwels .- De milieuverenigingen van Neder-over-Heembeek hebben onlangs nogmaals het probleem in de openbaarheid gebracht van het transport en de verwerking van afval van de verbrandingsoven in hun gemeente. De afvalslakken die overblijven na de verbranding worden via open vrachtwagens en open treinen weggevoerd, terwijl de in die slakken aanwezige toxische stoffen probleemloos met de lucht in aanraking komen. Mijn concrete vraag is dan ook of zulke transporten moeten worden afgedekt. Komen er bij het breken van de ovenslakken stofwolken vrij in open lucht? Wat is de houding van de minister over dit alles? Komt het BIM zijn beloften niet na? Is er al een gezondheidsonderzoek gebeurd in Neder-over-Heembeek? De heer Sven Gatz .- Ik heb dezelfde verontrustende gegevens als Brigitte Grouwels. Is die informatie correct? Zal het BIM er in de toekomst beter in slagen om zijn controletaak afdoend uit te voeren? Wanneer komt er een transportband voor de rechtstreekse overslag van de ovens naar de boten? Zijn de transportmaatschappijen onderworpen aan een vergunningsplicht?
Mevr. Evelyne Huytebroeck (in het Frans).- Ik begrijp niet waarom een vraag zoals die van de heer Vandenbossche, die alleen van plaatselijk belang is, wordt aanvaard.
De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel .- Ik kan de vraagstellers bevestigen dat de verplichtingen inzake overslag van ovenslakken niet strikt worden nageleefd. Deze overslag dient op een directe manier te gebeuren via een hellend vlak of met afgedekte vrachtwagens. Ik zal nogmaals strikte instructies hierover uitvaardigen.
De Voorzitter .- Ik verwijs naar wat ik daarover tijdens het begrotingsdebat heb gezegd. Ik denk dat veel vragen in de gemeenteraad kunnen worden behandeld.
Terloops wijs ik erop dat de ovenslakken geen direct gevaar opleveren voor de volksgezondheid, aangezien ze in Nederland gerecycleerd worden bij de aanleg van dijken.
De Voorzitter .- Aangezien de heer Vandenbossche niet aanwezig is, wordt zijn vraag uitgesteld.
B.V. (1999-2000) - Nr. 10
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 14 JANUARI 2000
Ook wijs ik er op dat deze activiteit niet vergunningsplichtig is. Het BIM wordt wel verondersteld controles uit te voeren, maar het kan niet overal systematisch controleren. Daarom gebeuren de controles gericht en selectief. Ondertussen blijven we streven naar een rechtstreekse overslag in boten. Daarover bestaan contacten met de Brusselse haven, maar deze operatie is duur en neemt heel wat tijd in beslag. Mevr. Brigitte Grouwels .- Als verplichtingen niet nageleefd worden, moeten er sancties volgen. De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel .- Ik herhaal dat het niet om een echte vergunningsplicht gaat, maar om instructies van het BIM. Dit instituut kan niet permanent een controlerend agent naast elke vrachtwagen plaatsen. Het gaat dus om beperkte incidenten; in het algemeen is de hinder veel beperkter dan vroeger. Mevr. Brigitte Grouwels .- Hoe toxisch is deze overslag? De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel .- Er is geen gevaar via de lucht, slechts bij directe consumptie is dit materiaal giftig.
MIVB-strijd tegen zwartrijden Mevr. Brigitte Grouwels .- De MIVB heeft vorig jaar een intensieve strijd gevoerd tegen het zwartrijden op bussen en trams. Daarvan zijn nu de resultaten bekend gemaakt. Deze toegenomen controles leverden 84 miljoen frank aan boetes op. Wat is de bestemming van dit geld? Zal men hiermee de tarieven voor de brave betalers verlagen? Welke maatregelen worden in 2000 genomen om het zwartrijden te beteugelen? De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.- De MIVB verscherpte in 1999 inderdaad zijn controles op het zwartrijden. De 84 miljoen frank aan boetes - in een normaal jaar is dat 60 miljoen - komen terecht op de exploitatierekening van de maatschappij, waar ze zullen dienen om de gederfde inkomsten te compenseren. Ze worden dus niet aangewend voor het verlagen van tarieven. Deze tarieven kwamen immers tot stand in overleg met het Gewest. Dat sluit niet uit dat aanpassingen aan de tarieven mogelijk zijn, maar dit moet gebeuren na ruim studiewerk en omwille van sociale motieven, bijvoorbeeld ten voordele van jongeren en senioren. De verscherpte controles zullen in 2000 worden voortgezet. In de bijakte bij het beheerscontract van de MIVB staat dat ze kunnen worden opgevoerd tot 1% van de reizigers. Zulks moet een preventief en ontradend effect hebben. De aanvullende nota die voorziet in 500 miljoen kan ook een afgeleide impact hebben op de veiligheid. Een grotere controle verhoogt immers de veiligheid.
5
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN De Voorzitter .- De laatste dringende vraag was tot de heer Eric André gericht. De heer Alain Daems (in het Frans).- Het is nog altijd een dringende vraag en de heer Simonet heeft mij daarnet gezegd dat hij bereid is in de plaats van zijn collega te antwoorden. De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter (in het Frans).- Ik heb dat inderdaad gezegd. Ik heb vervolgens vergeefs getracht de minister en zijn kabinet te bereiken. Ik kan u een antwoord geven op basis van mijn geringe kennis van het dossier, hoewel ik betwijfel of dat u tevreden zal kunnen stellen. De heer Alain Daems (in het Frans).- Uw scherpzinnigheid evenaart uw gebrekkige dossierkennis. Het betreft evenwel een dringende vraag, aangezien meerdere personen dreigen te worden uitgewezen. De Voorzitter .- Ik stel voor dat we vanmiddag nog een schriftelijk antwoord vragen. Op die manier kan het antwoord in het Bulletin van Vragen en Antwoorden worden gepubliceerd. De heer Alain Daems (in het Frans).- Ik had graag vandaag nog een antwoord op mijn vraag gekregen. Ik denk overigens dat de fractievoorzitters het er met mij over eens zijn dat de afwezigheid van een minister geen voldoende reden is om niet op een vraag te antwoorden. De Voorzitter .- Ik vraag de regeringsleden hier aanwezig te zijn en de vraag anders door een collega te laten beantwoorden. INTERPELLATIE VAN DE HEER JOËL RIGUELLE TOT DE HEREN JACQUES SIMONET, MINISTERVOORZITTER, JOS CHABERT, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET OPENBARE WERKEN, VERVOER, BRANDBESTRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP EN ERIC TOMAS, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET TEWERKSTELLING, ECONOMIE, ENERGIE EN HUISVESTING, betreffende "de voortdurende achteruitgang van Brussel in de internationale rangschikkingen en het ontbreken van een echt beleid inzake economische steun aan de toeristische bedrijvigheid". De heer Joël Riguelle (in het Frans).- Uit een recente studie blijkt dat Brussel achteruitgaat in de rangschikking van de Europese steden volgens hun aantrekkingskracht. Die voortdurende en aanzienlijke achteruitgang weerspiegelt het tanende imago van onze stad in het buitenland, met al wat dat kan vertegenwoordigen aan waardevermindering op het stuk van het toerisme en aan verlies aan invloed van Brussel bij de buitenlandse politieke en economische besluitvormers. Het gevaar bestaat dat Brussel in vergelijking met andere Europese steden als een provinciestadje wordt beschouwd. Wij zijn terechtge-
B.V. (1999-2000) - Nr. 10
6
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
komen in een verontrustende neerwaartse spiraal. Brussel is niet langer de tweede Europese congresstad, wat het begin van de jaren ’90 nog wel was, en het heeft zopas zijn vierde plaats verloren in de rangschikking die door de Europese kaderleden wordt opgesteld. Die achteruitgang voorspelt weinig goeds voor de horeca en de dienstensector, waar banen verloren kunnen gaan.
Het geringe budget (5,2 miljoen) dat ter beschikking wordt gesteld van de VZW "Brussel-Congres", zal de sector zeker geen nieuw leven inblazen. Waarom steunt de regering deze structuur niet in ruimere mate?
In 1992 ging men ervan uit dat de 3.408 Brusselse ondernemingen die rechtstreeks met het toerisme te maken hadden, 31.000 werknemers telden. Bovendien ging men ervan uit dat wereldwijd het aantal toeristen zou toenemen van 495 miljoen in 1993 tot 935 miljoen in 2010. Hoeveel toeristen zal onze stad kunnen aantrekken als wij een schuchter toeristisch beleid blijven voeren?
Hoe wil de regering de neerwaartse spiraal waarin het imago van Brussel is terechtgekomen, doorbreken en hoe wil zij een nieuwe toeristenstroom naar Brussel op gang brengen?
De Europese kaderleden klagen over de slechte kwaliteit van de lucht in Brussel. Er moeten inspanningen worden geleverd in de strijd tegen de vervuiling van onze stad. Het BIM en ruimtelijke ordening moeten over de nodige middelen kunnen beschikken om die vervuiling tegen te gaan. Het departement vervoer kan door concrete acties op het terrein een antwoord geven voor dat probleem. In 1994 werd het belang benadrukt van het feit dat het Gewest via vijf treinstations en via de luchthaven Brussel- Nationaal kan worden bereikt. Vandaag de dag kan Brussel de vergelijking met zijn grootste concurrenten echter maar moeilijk doorstaan.
In 1994 heeft de Staten-generaal voor toerisme richtsnoeren aangegeven, waarvan de meeste tot nu toe zonder gevolg zijn gebleven.
Wie ervoor opteert om met de wagen naar Brussel te komen, is niet beter af. Er zijn te weinig, om niet te zeggen bijna geen, verkeersborden. Ten slotte lijkt voor het parkeren van autocars nog geen passende oplossing te zijn gevonden, hoewel dat vervoermiddel bevorderd zou moeten worden. Multimodaal vervoer is een oplossing waarin wat meer zou moeten worden geïnvesteerd. Vandaag de dag kan men niet zeggen dat het Brussels openbaar vervoer vanuit de grote Europese steden echt wordt gepromoot. Op het stuk van de levenskwaliteit behaalt Brussel ternauwernood een veertiende plaats in de Europese rangschikking. Wij beschikken echter over voldoende middelen om aan de wensen van de zakenlieden en de privé-toeristen te voldoen. Het is van het grootste belang dat met de mensen van het terrein echt overleg wordt gepleegd. Voorts moeten de groene ruimten opgewaardeerd worden. Uit het onderzoek blijkt ook dat de huurprijzen stijgen, wat de Brusselaars aanzet om zich in de Rand te vestigen. Dat heeft dan weer tot gevolg dat geschoolde werknemers moeilijk te vinden zijn. Ten slotte wordt in de studie vastgesteld dat er te weinige klassieke telecommunicatiemiddelen beschikbaar zijn en dat de regering te weinig aandacht schenkt aan het onthaal van zakenlieden.
Sinds vijf jaar wordt het gewestelijk beleid voor de ontwikkeling van het toerisme in het kader van de regeringsbeslissingen stiefmoederlijk behandeld.
Welke maatregelen zal de minister voor Economie in het kader van zijn bevoegdheden nemen om de ontwikkeling van economische activiteiten met toeristische inslag te stimuleren?
Reeds in 1994 werd de belangrijkheid van drie factoren erkend: de informatie, het onthaal en de kwaliteit van het verblijf dat aan potentiële toeristen wordt aangeboden. In 1994 werd in het Witboek van het Brussels toerisme beklemtoond dat de toeristische sector moest worden gestructureerd en financieel gesteund. Volgens het Witboek zullen de economie in haar geheel en zelfs alle stedelijke functies ook beter worden van een positief en aantrekkelijk imago van het Gewest. Mijn fractie dient in die zin verscheidene voorstellen in: er is behoefte aan een echte telecommunicatiestrategie want ons Gewest heeft alle troeven om uit te groeien tot een Europese multimediapool. Er moet ook werk gemaakt worden van een algehele strategie om het buitenlands imago van Brussel te verbeteren en te herwaarderen. Dit kan door de initiatieven van "city-marketing" te coördineren aan de hand van een heus samenwerkingsverband tussen de privé-sector en de overheidssector. Het toerismebeleid van de diverse gezagsniveaus en van de privé-sector moet beter worden gecoördineerd. Een rondetafelconferentie ter zake lijkt ons onontbeerlijk. Daarenboven moeten de KMO’s die activiteiten op het gebied van de Brusselse internationale betrekkingen willen ontplooien, worden aangemoedigd en moet ook het jeugdtoerisme worden gestimuleerd via aantrekkelijke eenheidstarieven. En waarom zou Brussel in 2008, 50 jaar na de wereldtentoonstelling van 1958, geen belangrijk evenement kunnen organiseren dat de internationale uitstraling van Brussel kan verbeteren en sommige plaatsen kan herwaarderen, zoals in Lissabon?
Misschien ging Brussel in de internationale rangschikking achteruit omdat het beleid van het "Verbindingsbureau Brussel- Europa" heeft gefaald.
De regering moet zich dringend ervan bewust worden dat er behoefte is aan een pro-actief beleid op een gebied dat ongetwijfeld complex is, maar dat de Brusselaars heel wat werkgelegenheid kan bezorgen.
Misschien is die internationale achteruitgang van Brussel ook wel het gevolg van het ontbreken van een gewestelijk beleid voor de bevordering van het toerisme.
De heer Erik Arckens .- Het toerisme in Brussel blijft zorgen baren. De hotelsector kan in Brussel enkel overleven dankzij het zakenleven. In de week scoren de hotels goed, maar in
B.V. (1999-2000) - Nr. 10
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 14 JANUARI 2000
het weekend blijven ze onderbezet. Indien Brussel niet de hoofdstad van Europa was, zou het pover gesteld zijn met de toeristische sector in Brussel. Brussel geraakt moeilijk verlost van zijn bureaucratisch en saai imago van politiek centrum van Europa. Er is een duidelijke imagowijziging nodig. De vraag die men zich hierbij kan stellen is of het falen van het toeristisch beleid niet samenhangt met de algemene grootstedelijke problematiek. De krant "La Lanterne" gaf in augustus 1997 een beschrijving van de toestand in Brussel. Brussel is een vuile stad en men krijgt de indruk dat er een oorlog heeft gewoed, aldus het artikel. Vele toeristen dragen geen positief beeld mee van onze stad. Toerisme is niet alleen een kwestie van centen maar ook moeten grootstedelijke problemen aangepakt worden. Toeristen die de Zavel, het Paleis van Schone Kunsten of het Justitiepaleis willen bezoeken, moeten soms door heel belabberde en onveilige straten passeren. Als illustratie vermeld ik een voorval dat zich op 20 mei laatstleden heeft voorgedaan in de buurt van de Naamse Poort. Onder bedreiging van enkele jongeren werd een Amerikaans diplomaat verplicht om zijn GSM en portefeuille af te geven. Naar verluidt bevatte de portefeuille een toegangspas voor de NAVO-gebouwen in Evere en een badge die toegang gaf tot het Witte Huis in Washington. Graag had ik vernomen of de heren ministers ook dit veiligheidsaspect van de toeristische situatie in Brussel ernstig nemen? (Applaus bij het Vlaams Blok) De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter (in het Frans) .- Ik geef toe dat men voor de promotie van het toerisme altijd meer en beter kan doen. Dit jaar echter is Brussel culturele hoofdstad van Europa. Het is dan ook misplaatst te zeggen dat het Gewest niets doet. Naast Brussel 2000 wordt ook de eerste voetbalmatch van Euro 2000 in het Koning Boudewijnstadion gespeeld. Voorts heeft UNICE, de Europese vereniging van werkgevers, beslist een European Business Summit te houden, een soort zomers Davos. Evenementen op het gebied van sport, cultuur en zakentoerisme kunnen dus op mekaar inspelen. De drie evenementen worden georganiseerd met de steun van de Brusselse Gewestregering. De peiling die de heer Riguelle aanhaalt, wijst uit dat Brussel een plaats is achteruitgegaan op het gebied van het zakentoerisme. Men moet toegeven dat, wat de toeristische belangstelling betreft, Amsterdam Brussel maar nipt verslagen heeft. Brussel wordt echter steeds belangrijker als politiek centrum en zakenstad. Een van de hoofdredenen voor het tanende imago van Brussel in de peiling waarnaar de heer Riguelle verwijst, is het fiscale klimaat. Ook het probleem van de telecommunicatie speelt een rol. Het beleid van de huidige federale regering zou die tendens echter moeten kunnen ombuigen. Er is goede hoop. We mogen ons niet toespitsen op één opiniepeiling, aangezien andere enquêtes bemoedigende resultaten opleveren. De Londense Time heeft onlangs nog een
7
opiniepeiling gepubliceerd waarin de architecturale verdiensten van Brussel in de verf worden gezet. Het tijdschrift Europe-China bracht een reportage van 12 bladzijden over onze stad. Ik maak me zorgen over de heer Arckens: hij loopt het gevaar uit het Vlaams Blok te worden gestoten, wellicht omdat hij La Lanterne heeft durven citeren. Samen met de ministers Neyts en Chabert trachten we de toeristische troeven van Brussel beter uit te spelen. Het is zeker mogelijk om het zakentoerisme en het vrijetijdstoerisme beter op elkaar af te stemmen. De vereniging "Bruxelles-Congrès" kreeg haar jaarlijkse subsidie. Ik heb tevens de directeur van het Verbindingsbureau Europa- Brussel ontmoet, die mij heeft bevestigd dat zijn personeel zich vol belangstelling en enthousiasme inzet om de banden tussen onze hoofdstad en de Europese instellingen te versterken. We moeten stoppen met de rollenspelletjes in de scholen en de banden tussen Brussel en de Europese instellingen verstevigen. Onze hoofdstad herbergt op haar grondgebied de NAVO, de Oost-Europese Unie, de kantoren van de Benelux en tal van niet-gouvernementele organisaties. We zijn ons bewust van die troef en willen de heropleving van Brussel aanmoedigen. Dat komt duidelijk tot uiting in het GBP en het GewOP. Daarom steunen we ook talloze ludieke activiteiten zoals de Jazz marathon, het festival van de tekenfilm en het internationaal filmfestival van Brussel. In de toekomst willen we nog meer buitenlandse investeringen aantrekken. Daarom wil de regering Brussel als Europese en internationale hoofdstad promoten. (Applaus) De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans).- Ik deel evenmin als de Minister-Voorzitter het pessimisme van de heer Riguelle over het beleid inzake de promotie en de ontwikkeling van het toerisme. De strijd is natuurlijk nooit definitief gewonnen en we moeten uiteraard onze inspanningen voortzetten. De toeristische sector hangt van verschillende gezagsniveaus af. Het Congrespaleis is eigendom van de federale Staat. Het is mijn taak de verschillende openbare en privé-actoren uit de sector bijeen te brengen om samen realistische en aantrekkelijke doelstellingen vast te stellen. Bij de werkzaamheden van deze rondetafel zal nuttig gebruik kunnen worden gemaakt van de resultaten van de enquête die momenteel binnen de BGDA door het Observatiecentrum voor de Werkgelegenheid wordt uitgevoerd op verzoek van de DBT. Die studie is bijna afgerond en de conclusies zullen u zo snel mogelijk worden meegedeeld. Deze week had ik een gesprek met mijn collega Robert Delathouwer. Daarbij waren de voorzitter van de VGC en de COCOF aanwezig. De talrijke toeristische en culturele instellingen in Brussel ressorteren momenteel onder de COCOF of onder de VGC. Wij willen al die instellingen op één toeristische kaart van Brussel plaatsen. Brussel 2000 en de organisatie Euro 2000 zullen het toerisme bevorderen, wat dan weer de economie ten goede zal
B.V. (1999-2000) - Nr. 10
8
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
komen. Het Gewest heeft beide initiatieven mede gesubsidieerd en gesteund. Nog altijd in overleg met de voorzitter van het college van de VGC willen wij dit gemeenschappelijk cultureel uithangbord, ook na Brussel 2000, behouden.
voorstel in strijd is met de Richtlijn 79/409, die ook de verkoop van delen van dieren verbiedt. Het amendement gaat dus te ver omdat de Europese Richtlijn slechts een beperkt aantal afwijkingen toestaat.
De aantrekkingskracht van een stad ligt in het welzijn van haar bezoekers èn van haar bewoners. Voor mijzelf en voor de hele regering is dit een aangelegenheid die permanent de aandacht verdient.
- Het amendement van de heren Guy Vanhengel en Stéphane de Lobkowicz dat ertoe strekt een nieuw artikel 5 in te voegen wordt verworpen met 54 stemmen tegen 3, bij 10 onthoudingen (zie naamstemming nr. 1, als bijlage).
Brussel is, na Parijs en Londen, een belangrijk centrum voor politieke congressen.
- Het volledige ontwerp wordt goedgekeurd met 65 stemmen tegen 1, bij 2 onthoudingen (zie naamstemming nr. 2, als bijlage).
Bovendien is de gemiddelde bezettingsgraad voor hotelkamers gestegen van 58% in 1993 naar 70% in 1998 en de congressen die in Brussel worden georganiseerd, hebben een economische weerslag van 100 tot 110 miljard per jaar. De onthaalinfrastructuur ressorteert wel niet onder het Gewest, maar de organisatie van congressen is een belangrijke bron van inkomsten voor de hoofdstad. Wij moeten de eigenaars van congreszalen ertoe aansporen hun zalen aantrekkelijker en concurrerender te maken. De heer Joël Riguelle (in het Frans) .- Ik dank de ministers voor hun eerlijke antwoord. Over het vervoersbeleid van ons Gewest had ik evenwel graag wat meer gehoord, maar wellicht kunnen wij dat onderwerp in de commissie opnieuw ter sprake brengen. - Het incident is gesloten. ONTWERP VAN ORDONNANTIE TOT WIJZIGING VAN DE ORDONNANTIE VAN 29 AUGUSTUS 1991 BETREFFENDE DE BESCHERMING VAN DE WILDE FAUNA EN BETREFFENDE DE JACHT Aangehouden stemming en stemming over het geheel De Voorzitter.- Aan de orde is de stemming over het amendement tot invoeging van een artikel 5 (nieuw). De heer Guy Vanhengel .- Het feit dat collega de Lobkowicz en ikzelf een amendement hebben ingediend betekent niet dat wij dit ontwerp van ordonnantie zouden afkeuren. Wij willen een technische aanpassing aanbrengen. Het wild dat op volstrekt wettelijke wijze elders in Europa werd geschoten zou volgens ons in Brussel legaal mogen verhandeld worden. Het gaat hier meer bepaald om de houtsnip. Volgens de regering kan zo’n technische aanpassing alleen maar doorgevoerd worden als eerst Europa werd geraadpleegd en haar goedkeuring heeft verleend. Volgens ons is dit niet zo, vermits het gaat om wild waarvoor op Europees vlak de toelating tot jagen werd verstrekt. Ik hoop dat de collega’s ons amendement steunen, zoniet zullen wij ongetwijfeld bij latere gelegenheid hierop terugkomen via het indienen van een eigen voorstel van ordonnantie. Het goedkeuren van het amendement zou ons alleszins veel tijd besparen. De heer François Roelants du Vivier (in het Frans) .- Na de bespreking van vanmorgen heb ik, uit voorzorg, contact opgenomen met de Europese Commissie en vernomen dat het
(Voorzitter: de heer Jan Béghin) MONDELINGE VRAGEN Toegang tot de metroperrons Mevr. Françoise Bertieaux (in het Frans) .- De MIVB verdubbelt haar inspanningen om het openbaar vervoer te bevorderen. Nochtans wordt de toegang tot de metroperrons niet als een prioriteit beschouwd, hoewel dit het gedrag van de reizigers kan beïnvloeden, in het bijzonder die van personen met een verminderde mobiliteit zoals bejaarden, kleine kinderen en mindervaliden. Vooral de roltrappen zijn vaak defect, met name in de stations Rogier en Merode, hoewel deze stations toch knooppunten zijn. Wat doet de MIVB om de kwetsbaarheid van deze toestellen te verhelpen? Bevatten de contracten met de leveranciers clausules betreffende het onderhoud? Wat zijn die clausules? Zijn er termijnen voor herstelling bepaald en wat zijn de sancties bij overschrijding ervan? Welke plannen heeft de regering om de toegang tot de stations voor personen met mobiliteitsproblemen te verbeteren? Zal men liften plaatsen zoals in Londen of Parijs? Ook met metrotunnels onder grote assen moet rekening worden gehouden wanneer het gaat om personen met een verminderde mobiliteit. De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans) .De toegang tot de metrostations is inderdaad een prioritair probleem. Na een onderzoek bij de bevoegde diensten kan ik melden dat de MIVB twintig roltrappen heeft in het station Merode. In de periode oktober-november had 44 maal een preventief onderhoud plaats, 79 maal een herstelling van korte duur en is er ook twee tot drie dagen gewerkt aan de brandbeveiliging. De installaties van het station Merode zijn oud en moeten worden versterkt. De voorbije jaren heeft de MIVB teletransmissiesystemen geïnstalleerd om schade te melden.
B.V. (1999-2000) - Nr. 10
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 14 JANUARI 2000
Thans wordt een plan ontworpen om de roltrappen te moderniseren door een systeem te installeren dat ze automatisch opnieuw in werking stelt als ze door vandalisme zijn stilgevallen. De periodes van stilstand zijn in een overeenkomst met de leveranciers beperkt tot 2,5%. Er zijn hoge boetes als deze termijnen worden overschreden. Tijdens het onderhoud moeten gehandicapte personen altijd een andere toegang kunnen gebruiken. Er wordt een studie gemaakt over de toegankelijkheid van de metrostations. De resultaten zijn op het einde van dit jaar beschikbaar. Mevr. Françoise Bertieaux (in het Frans) .- Hebt u aandacht voor het probleem van de liften? Wordt daar iets aan gedaan? De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans) .Ja. De vernieuwing van de raden van bestuur van bepaalde pararegionale instellingen De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- De Brusselse regering heeft momenteel in bepaalde regionale instellingen van openbaar nut nog geen benoemingen gedaan. De statuten van de vennootschap Kanaal/Haven van Brussel bepalen dat de door de regering voorgedragen leden van de raad van bestuur binnen zes maanden na de vernieuwing van de Brusselse Raad moeten worden vernieuwd. De uiterste datum was 29 december 1999. Heeft de regering bestuurders voorgedragen? Zo ja, wie? Zo niet, wat is de oorzaak van de vertraging? Hetzelfde probleem doet zich voor in de raad van bestuur van de MIVB, waar binnen dezelfde termijn 15 bestuurders door de Regering worden benoemd en afgezet. De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter (in het Frans).- Er is geen enkele leemte wat de beheersorganen betreft waarnaar u hebt verwezen. De meeste mandaten vervallen in 2001. De overige dienden inderdaad binnen zes maanden te worden vernieuwd. Die benoemingen zullen vóór het einde van het kwartaal plaatsvinden. De organen die tijdens de vorige regeerperiode werden aangesteld, blijven in alle wettelijkheid voortwerken. Er is een procedure voor de benoeming van de directeur-generaal van de MIVB in gang gezet. Zijn benoeming zal zo snel mogelijk plaatsvinden en alle problemen in verband hiermee zullen vóór het einde van het kwartaal worden geregeld. Ondertussen neemt de adjunct-directeur de functies van de directeur-generaal waar. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans).- Ik noteer dat u alles vóór 31 maart geregeld wenst te zien. Dat is positief, aangezien de statutaire bepalingen in acht moeten worden genomen. De organen die tijdens de vorige regeerperiode zijn
9
aangesteld, mogen inderdaad niet blijven voortwerken. Ik begrijp evenwel niet wat de benoeming van een nieuwe directeur-generaal met de vernieuwing van de raad van bestuur te maken heeft. De strijd tegen geluidshinder Mevr. Béatrice Fraiteur (in het Frans).- De federale minister van Vervoer heeft besloten nachtvluchten boven de luchthaven van Brussel te verbieden. Die beslissing zal positieve en negatieve gevolgen hebben. Heeft ze hierover overleg met het Brussels Gewest gepleegd? Zo ja, drukt ze het standpunt van de Brusselse regering uit? Zo niet, bent u van plan om de zaak bij het overlegcomité aanhangig te maken? De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter (in het Frans).- Het besluit is ingetrokken. Het probleem is dus minder dringend geworden. Ik betreur evenwel dat er geen overleg met de overige gewesten en de andere federale ministers heeft plaatsgevonden voordat het besluit werd genomen. Ik heb ondertussen ons standpunt aan de ministers Durant en Daems meegedeeld. Onze regering en ons parlement binden al jarenlang de strijd aan tegen de geluidshinder die zowel ’s nachts als overdag door het luchtverkeer wordt voortgebracht. De regering heeft trouwens een besluit goedgekeurd dat geluidsnormen voor luchthavenactiviteiten vaststelt. Ik betreur enkel dat het besluit overhaast en zonder overleg is genomen. De federale minister erkent dat een technische commissie drie weken nodig heeft om oplossingen te zoeken. Vraag me dus niet om ze u nu reeds te geven. Elke beslissing moet het resultaat zijn van overleg met alle gewesten van ons land. Ik heb gevraagd dat mij alle gegevens inzake de overschrijdingen van de geluidsnormen zouden worden meegedeeld, overschrijdingen die momenteel niet worden bestraft. We willen dat het principe "de vervuiler betaalt" wordt toegepast. Er moeten een aantal scenario’s voor de economische ontwikkeling van de luchthaven worden uitgewerkt. We wensen dat er snel een samenwerkingsakkoord tussen ons Gewest en de federale overheid wordt gesloten om de ontwikkeling van de luchthaven en de vermindering van de geluidsoverlast met elkaar te verzoenen. Mevr. Béatrice Fraiteur (in het Frans).- Ik betreur eveneens dat er geen overleg is gepleegd. Het is vreemd dat de Ecolo-fractie nu dit overleg vraagt nadat haar federale minister dit niet nodig vond. We werken al lang aan dit dossier. Ik hoop dat in commissie spoedig een voorstel van resolutie zal worden besproken dat meer dan één jaar geleden is ingediend. Aanhangsel bij het samenwerkingsakkoord De heer Philippe Debry (in het Frans) .- Artikel 43 van de wet op de financiering van Gewesten en Gemeenschappen
B.V. (1999-2000) - Nr. 10
10
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
bepaalt dat de Federale Staat de mogelijkheid heeft om werken in het kader van de nationale en de internationale rol van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te financieren. We hebben tot onze spijt herhaaldelijk vastgesteld dat een aantal werken die onder dit akkoord vallen de bevoegdheid van het gewest overstijgen en eigenlijk onder een andere federale begroting hadden moeten vallen. We hebben dan ook vragen bij een aantal investeringen zoals de Heysel, het Atomium en de tunnel onder de Leopold III-laan. Het trieste hoogtepunt was echter de goedkeuring door de vorige regering op 2 juni 1999, enkele dagen voor de verkiezingen, van het aanhangsel nr. 4 bij het samenwerkingsakkoord van 1993. Hierin werd bepaald dat "NACISSA", een gebouw van de NATO, voor een forfaitair bedrag van 110 miljoen door dit samenwerkingsakkoord zou worden gefinancierd. Is het aanvaardbaar dat gebouwen van de NATO met voor Brussel bestemde gelden worden bekostigd? De federale regering gaat nog verder. Zij heeft immers beslist om de meerkost van 53 miljoen voor de bouw van het NACISSA-gebouw ten laste van het samenwerkingsakkoord te nemen. Deze beslissing vinden wij onaanvaardbaar. Zij staat haaks op de wil om deze middelen te gebruiken voor investeringen die Brussel en haar inwoners ten goede komen. Bent u reeds op de hoogte van de beslissing van de federale regering? Is dit punt reeds besproken door de Federale Staat en het Brussels Gewest? Zo ja, welk standpunt heeft het gewest verdedigd? Zo niet, heeft de regering reeds beslist welke standpunt zij in dit dossier zal innemen? De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter (in het Frans) .- De heer Debry herinnerde aan de ontstaansgeschiedenis van het samenwerkingsakkoord. Het Gewest heeft inderdaad financiële tegemoetkomingen gevraagd van de federale overheid om zijn rol als hoofdstad te spelen. Dat is mogelijk dankzij de wetten van augustus 1980 en 1988 houdende hervorming der instellingen en de wet van 12 januari 1989 op de Brusselse instellingen, meer bepaald het welbekende artikel 43. De onderhandelingen tussen de federale regering en het Gewest steunen op het samenwerkingsakkoord van 15 september 1993. Dat voorziet in tegemoetkomingen van de federale overheid in de Brusselse infrastructuur, zodat Brussel zijn rol als hoofdstad en zijn internationale rol kan spelen. In het kader van dit akkoord zijn de dossiers van de Heizel, de NAVO en de luchthaven Brussel-Nationaal behandeld. Het aanhangsel nr. 4 bij het akkoord is op 2 juni laatstleden aangenomen. Het omvat het initiatief 4.2 dat voor 1998 en 1999 een eenmalige en forfaitaire begroting van 110 miljoen toekent voor het NAVO-gebouw Nacissa. De helft van de grond was overgedragen en de Staat financierde de bouw van de lokalen voor een bedrag van 400 miljoen, BTW niet inbegrepen. Dat was in 1995 beslist. Het saldo van 110 miljoen moest in het samenwerkingsakkoord in aanmerking worden genomen.
Een nieuw aanhangsel nr. 5 is van toepassing voor de periode 1999-2000. Een eerste vergadering van het begeleidingscomité heeft op 22 december plaatsgehad bij minister Durant. Zowel het federale als het gewestelijke niveau hebben hun voorstellen voor dit aanhangsel voorgelegd en de federale overheid heeft voorgesteld om een uitgave van 55 miljoen voor Nacissa op te nemen in de begroting 2000, iets waarmee de federale ministerraad naar verwachting zou instemmen. Het Gewest werd over die beslissing ingelicht en heeft de zaak op de volgende vergadering, op 11 januari, opnieuw ter sprake gebracht. Het Gewest verbindt zich ertoe het gesloten akkoord en het aanhangsel nr. 4 na te leven, maar meent dat de tegemoetkoming van 110 miljoen eenmalig en forfaitair was. Het Gewest meent dat zijn deelname aan dit initiatief voorbij is. Ik zal u op de hoogte houden van het vervolg van de onderhandelingen tijdens de volgende vergaderingen. De heer Philippe Debry (in het Frans) .- Ik ben verheugd over het standpunt van de regering en zal erop toezien dat ze niet van mening verandert.
Federale plannen om de politiezones te vergroten De heer Sven Gatz .- De federale minister van Binnenlandse zaken zou de 228 bestaande politiezones tot 157 willen terugbrengen. De grotere zones zouden een betere minimumbemanning van de basispolitiezorg kunnen verzekeren en zouden ook beter samenvallen met de territoriale indeling van het gerecht. De federale minister heeft twee voorstellen gedaan: een minimalistische met een beperkte minimumbemanning om een permanente inzetbaarheid te verzekeren en een maximalistische met een dubbel zo grote permanente inzetbaarheid. Is de minister op de hoogte van deze plannen? Zullen er ook in Brussel grotere politiezones komen? Is er sprake van één politiezone voor Brussel? Weet de minister of de bestaande politiezones in Brussel aan de criteria van de federale minister beantwoorden? Zullen de Brusselse gemeenten opteren voor het maximalistische scenario? Zal de minister een poging ondernemen om de betrokken partijen in Brussel rond de tafel te krijgen om tot grotere politiezones te komen? Kunnen de bestaande politiezones nu en in de toekomst over voldoende manschappen beschikken om de basispolitiezorg te verzekeren? Zal het feit dat zij niet overgaan tot grotere zones, ook financiële gevolgen hebben? De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter .- De voorbereiding van de hervorming van de politiediensten is een federale bevoegdheid. Volgens de minister van Binnenlandse zaken wordt een beperking van het aantal politiezones in Brussel niet overwogen. Ons Gewest zal dus zes zones tellen. De regering is niet van plan de besprekingen over de territoriale opdeling van het Gewest terug aan te vatten en wil niet op de indeling in zes politiezones terugkomen.
B.V. (1999-2000) - Nr. 10
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 14 JANUARI 2000
Een precies antwoord op de vragen over de bemanning en de middelen van de zones is voorbarig. Ik heb het volste vertrouwen in minister Duquesne dat hij er zal voor zorgen dat de politiediensten over voldoende middelen zullen kunnen beschikken. Het Brussels Gewest blijft wel alert bij de besprekingen die plaatsvinden op Binnenlandse zaken, meer bepaald in verband met de gewestelijke initiatieven inzake veiligheid en de samenlevingscontracten. Uitgave van een boek over de Grote Markt te Brussel dat uitsluitend in het Frans zal worden gepubliceerd. De heer Dominiek Lootens-Stael .- Op de gemeenteraadszitting van 5 oktober 1998 van de stad Brussel werd een uitgave van 2 miljoen frank goedgekeurd voor het uitwerken van een studie over de huizen van de Grote Markt in het kader van de opname hiervan door de UNESCO op de lijst van het wereldpatrimonium. Op 18 december 1998 werd door de gemeenteraad een uitgave goedgekeurd van 700.000 voor de publicatie van deze studie door de uitgeverij CFC-Editions. Ten slotte op 6 december 1999 werd nog eens een uitgave van 300.000 frank gestemd om de studie die werd gemaakt persklaar te maken. Het blijkt echter dat deze studie uitsluitend in het Frans zal worden uitgegeven vermits de bevoegde schepen ondanks herhaalde vragen van een gemeenteraadslid weigerde te antwoorden of deze publicatie ook in het Nederlands zal gebeuren.
11
onderzoeken? Overweegt de minister-voorzitter om de nieuwe stemming over de goedkeuring van 300.000 fr. voor het persklaar maken van deze studie, te vernietigen? Overweegt de minister-voorzitter maatregelen om ervoor te zorgen dat dit boek in beide talen wordt uitgegeven? De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter .- De beslissing nr. 489, goedgekeurd door de gemeenteraad van Brussel op 6 december 1999, heeft als doel de verlenging mogelijk te maken van de studieopdracht van de gebouwen aan de Grote Markt te Brussel. De studieopdracht voor een periode van drie maanden werd toevertrouwd aan een kunsthistoricus en de kostprijs van deze maatregel bedraagt 300.000 frank. Het gaat dus niet om een bedrag voor de dekking van publicatiekosten en bijgevolg zijn de overwegingen van het geachte lid louter veronderstellingen en vergen ze geen antwoord van mijnentwege. Overeenkomstig artikel 7 van de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten, stond deze beslissing vermeld in de lijst die door de stad Brussel op 20 december 1999 aan de administratie van de plaatselijke besturen werd bezorgd. Bij toepassing van deze ordonnantie beschikt de regering over 20 dagen vanaf de ontvangst van de lijst om een daarin vermelde beslissing op te vragen. De termijn is dus op 9 januari 2000 verstreken en de beslissing in kwestie kan dus niet meer geschorst of vernietigd worden.
Op 27 december 1998 diende dit gemeenteraadslid een klacht in bij de voogdijminister om de subsidie van 700.000 frank te vernietigen op grond van het feit dat deze uitgave niet in overeenstemming is met de taalwetgeving, die bepaalt dat elke mededeling van plaatselijke besturen aan het publiek zowel in het Nederlands als in het Frans dienen te gebeuren.
De beslissing van 18 december 1998 had betrekking op de toekenning van een subsidie aan de publicatiedienst van de Franse Gemeenschapscommissie. Op zich is dergelijke beslissing niet onwettig. Het antwoord van minister-president Charles Picqué in april 1999 is uitdrukkelijk gesteund op de bovenbedoelde bepalingen van de ordonnantie van 14 mei 1998.
Op 1 april 1999 antwoordde de voogdijminister, zonder opgave van enige reden, dat hij het dossier niet had vernietigd. Op de vraag om meer uitleg kreeg het gemeenteraadslid drie maanden later als antwoord dat de zaak niet eens onderzocht werd. Vandaag wordt een nieuwe uitgave van 300.000 gedaan door de stad en werd door het gemeenteraadslid opnieuw klacht ingediend bij de voogdijminister.
De heer Dominiek Lootens-Stael .- Ik begrijp nog steeds niet waarom een klacht van een gemeenteraadslid niet ernstig wordt genomen. De beslissing van de gemeenteraad werd niet vernietigd omdat de zaak niet eens werd onderzocht. Nochtans heeft de voogdijoverheid de bevoegdheid om binnen de wettelijke termijn het integraal dossier op te vragen. Ik besluit hieruit dat de voogdijoverheid haar taak niet ernstig waarneemt.
Aangezien een vernietigingsbesluit binnen een termijn van 50 dagen wordt genomen, spreekt het nogal vanzelf dat deze vraag een spoedeisend karakter heeft. En aangezien klachten van gemeenteraadsleden niet ernstig worden genomen, vermits ze niet eens worden onderzocht, hebben wij de weg van het parlement gekozen.
De heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter .- Ik herhaal dat de ordonnantie van 1998 werd toegepast.
Kan de minister-voorzitter mij verzekeren dat de betreffende studie zowel in het Nederlands als in het Frans zal worden uitgegeven? Zo neen, is de minister- voorzitter niet van mening dat de wetgeving op het gebruik der talen in bestuurszaken moet toegepast worden? Waarom werd de stemming over de subsidie van 700.000 frank door de voogdijminister niet vernietigd? Waarom kreeg het betreffende gemeenteraadslid geen afdoend antwoord en waarom werd niet eens de moeite gedaan om deze zaak te
Uitvoering van de gewestelijke fietsroutes De heer Marc Cools (in het Frans) .-In het gewestelijk ontwikkelingsplan is sprake van een voluntarisch beleid voor de uitvoering van gewestelijke fietsroutes. In hoeverre zijn die routes al uitgevoerd? Hoe staat het met de uitvoering van de routes 1A en 1B tussen het zuiden van de gemeente Ukkel en het Justitiepaleis? De stedenbouwkundige vergunningen voor de uitvoering van die routes, zijn afgegeven. De werkzaamheden zouden eerst in februari 1999 worden uitgevoerd, maar zijn dan naar
B.V. (1999-2000) - Nr. 10
12
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
juni 1999 verschoven. Ze zijn echter nog niet aangevat. Waarom niet? Tegen wanneer zijn ze gepland? Tot slot een algemene vraag: is er een planning voor het netwerk van de gewestelijke fietsroutes vastgesteld? De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans).Tijdens de vorige zittingsperiode heeft de uitvoering van de fietsroutes inderdaad vertraging opgelopen. Alleen fietsroute 13 is al klaar. Tegen eind 2005 wil ik 12 andere fietsroutes afhebben. Op de begroting 2000 is 115 miljoen uitgetrokken, waarvan al 40 miljoen voor de aanleg van de fietsroutes is vastgelegd. Het resterende bedrag is een financiële impuls voor het project. Ik heb medewerkers en experts gevraagd een werkgroep op te richten die tot taak heeft de werkzaamheden zo goed mogelijk te regelen en te plannen. Zo is voorgesteld fietsroute 1 tussen het zuiden van Ukkel en het Justitiepaleis eerst uit te werken. De werkzaamheden zouden in het begin van het voorjaar moeten worden aangevat, zodra het weer het toelaat. Er zal zo snel mogelijk overleg worden gepleegd met de gemeenten om te onderhandelen waar zone 30’s en waar eenrichtingsstraten kunnen komen waar fietsers in beide richtingen mogen rijden. Het is moeilijk nu al te zeggen in welke volgorde de andere routes aan de beurt zullen komen; veel hangt af van de termijn waarbinnen de bouwvergunningen worden afgegeven en van de medewerking van de gemeenten. De heer Marc Cools (in het Frans).- Ik dank de minister voor zijn antwoord en verheug mij erover dat een werkgroep zal worden opgericht en dat overleg met de gemeenten zal worden gepleegd.
Het aanleggen van overstapparkings langs de metrolijn 1B naar Erasmus. De heer Jan Béghin .- Het aanleggen van overstapparkings bij stations van openbaar vervoer is een belangrijk instrument om het autoverkeer in het kader van het woon-werkverkeer te kanaliseren. Dergelijke overstapparkings moeten prioritair liggen bij eindstations van de metro aan de rand van Brussel. Zij moeten voldoende capaciteit hebben, veilig zijn en een goede overstap naar de metro garanderen. Bij de gesprekken over de verlenging van metrolijn 1B richting Erasmus, wordt er altijd voor gepleit om voldoende overstapparkings aan te leggen, vermits voor het autoverkeer vanuit de rand van Brussel nog altijd veel te weinig alternatieven bestaan. De dure investering voor een verlenging van de metrolijn tot aan Erasmus kan slechts verantwoord worden als de verhoogde rijsnelheid en de verhoogde reizigerscapaciteit ingeschakeld worden in een ruimer mobiliteitskader. Met andere woorden, de metrolijn moet ook dienen om de vele pendelaars te vervoeren.
In de overzichten van de gewestelijke mobiliteitsacties, kan ik weinig of niets terugvinden over de aanleg van overstapparkings langs de metrolijn 1B. Wat zal er in huis komen van deze plannen? Hoe kan men een investering van 4 miljard verantwoorden zonder de aanleg van belendende overstapparkings? Ook over de aanleg van parkeerplaatsen op andere plaatsen langs de geplande metrolijn, is er weinig nieuws. Aan het Bizetplein is de parkeermogelijkheid al uitgeput; aan het Rad zou men een kleine parking voor slechts 100 voertuigen voorzien. Een grote parking zou gebouwd worden aan het metrostation Coovi-Ceria, langsheen de Ring. De bouw hiervan verkeert nog maar in een studiefaze. Plant de Brusselse regering al dan niet een overstapparking bij het metro-eindstation Erasmus? Zo ja, zal het gaan om een volwaardige overstapparking of wil men slechts de parkeermogelijkheden aan het Erasmusziekenhuis uitbreiden? Wanneer worden er eventueel beslissingen ter zake genomen? Zal men zich enkel tevreden stellen met de bouw van een parking aan metrostation Coovi-Ceria, zodat het dure bijkomende stuk metro tot aan Erasmus enkel zou dienen om het ziekenhuis te bereiken? Zal de parking open zijn op het moment dat de metrolijn operationeel wordt? De heer Jos Chabert, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp .- Het Iris-plan voorziet de aanleg van twee soorten parkings, die de aansluiting moeten toelaten van het autovervoer op het openbaar vervoer. Aan de ene kant zijn er de zogenaamde ontradingsparkings die "stroomopwaarts" van de pendelrichting aangelegd worden. Tegen eind juni van dit jaar plant men de aanleg van zo’n 40.000 plaatsen. Aan de andere kant zijn er de zogenaamde overstapparkings. Boven de bestaande 2.400 plaatsen zullen er bijkomende 6.000 plaatsen aangelegd worden. Aan de kant van Coovi wordt gedacht aan een parkeerplaats voor 1.000 à 1.100 voertuigen. Hier zal een voorlopige parkeerplaats in open lucht komen voor een 600-tal plaatsen. Aan de kant van Erasmus zal de bestaande parking worden uitgebreid en wordt er gedacht aan parkeerplaats voor een 700- tal voertuigen. Deze dossiers zijn momenteel volop in behandeling bij de administratie. De verlenging van de metrolijn tot aan de Ring wordt voor 49% met federale middelen mee gefinancierd. Het spreekt vanzelf dat het potentieel van de metrolijn slechts volledig kan benut worden wanneer er voldoende parkingplaatsen beschikbaar zijn. Het is de bedoeling dat de geplande extra parkeerplaatsen beschikbaar zijn wanneer de verlenging van de metrolijn gerealiseerd is. De Coovi-parking die maximaal 1.100 plaatsen zal bedragen, kost 250 miljoen plus 5 miljoen per jaar aan exploitatie- en bewakingskosten. Het is de bedoeling dat de gemeenten hierbij hun steentje bijdragen. Onbeschikbaarheid van het Agentschap voor Netheid Mevr. Béatrice Fraiteur (in het Frans) .- Het heeft meer dan vier dagen geduurd vooraleer het afval van het nieuwjaarsfeest op de Grote Markt en op het Paleizenplein door de dien-
B.V. (1999-2000) - Nr. 10
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 14 JANUARI 2000
sten voor netheid was verwijderd. Het Agentschap Net Brussel heeft zijn personeel niet ter beschikking gesteld van de betrokken gemeentelijke overheden. Keurt de minister deze beslissing van het Agentschap goed? Is hij hiervan tevoren op de hoogte gebracht? Waarom heeft hij het Agentschap niet opgedragen om personeel ter beschikking te stellen? Vindt de minister het normaal dat het Park van Brussel pas vier dagen na het feest is opgeruimd? Zo niet, waarom heeft hij dan niets ondernomen om het vlugger te laten opruimen? De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (in het Frans) .- Het klopt dat het afval dat de 200.000 feestvierders bij de overgang naar het jaar 2000 in het centrum van de stad achterlieten, niet zeer snel werd opgeruimd. Ik vind dat er in de toekomst een betere samenwerking tot stand moeten komen tussen de stad Brussel en het Agentschap voor Netheid. Volgens de overeenkomst tussen de stad Brussel en het Gewest, moet niet het Gewest maar de stad Brussel de Grote Markt en het Park van Brussel schoonmaken. De stad Brussel deed dan ook geen beroep op de diensten van het Agentschap voor Netheid.
13
Wat is de ware toedracht van deze zaak? Wat is de oorzaak van de problemen? Wat is nu de toestand van de 1700 werknemers van Net Brussel? Volstaat het bedoelde attest om het probleem op te lossen? Lopen er rechtsgedingen ingevolge dit probleem? Op welke wijze zal Net Brussel de belangen van zijn werknemers vrijwaren? Waarom werden de personeelsleden niet over deze problemen geïnformeerd? Welke maatregelen heeft de minister genomen om ervoor te zorgen dat deze problemen zich niet herhalen en dat geen enkel personeelslid financiële of andere schade ondervindt? De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel .- Er stelden zich problemen in verband met de bijdragebons voor het laatste kwartaal van 1998. Deze bons worden door de sociale zekerheidsinstelling onmiddellijk naar de mutualiteit gestuurd, zonder dat het Gewest daarbij tussenkomt. Vermits dit niet gebeurd was voor het laatste kwartaal van 1998, heeft het Gewest zelf een attest opgesteld dat de personeelsleden aan hun mutualiteit moesten overhandigen. Slechts een dertigtal personen heeft problemen gehad omdat hun mutualiteit dit attest onvoldoende vond. Voor zover ik weet werden geen rechtsgedingen ingespannen. Het agentschap verdedigt alleszins de belangen van zijn personeel.
Het Paleizenplein werd op zondag 2 januari door het Agentschap voor Netheid schoongemaakt.
Het agentschap kon zijn personeel niet inlichten omdat het zelf geen informatie van de sociale zekerheidsinstelling had ontvangen.
De overeenkomst met de stad Brussel bepaalt dat het werk van de reinigingsdiensten tijdens de weekends en op feestdagen volgens de noodwendigheden verzekerd moet worden, behalve, wat het Agentschap voor Netheid betreft, in de periode van 25 december tot 1 januari.
De heer Dominiek Lootens-Stael .- Sommige mutualiteiten vonden het attest onvoldoende en weigerden bijgevolg tussen te komen. Is dit probleem nu opgelost?
De organisatoren stuurden het Agentschap pas op 28 december een faxbericht waarin om zijn medewerking werd gevraagd: er konden voor de 1ste januari geen vrijwilligers meer gevonden worden. Bovendien kon, men, omwille van de overeenkomsten met de vakbonden, moeilijk bepaalde mensen aanwijzen. Ik heb de opdracht gegeven voor de snelle oprichting van een stuurgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van het Agentschap en van de stad, met het oog op concrete samenwerking ter gelegenheid van belangrijke evenementen. Problemen inzake sociale zekerheid voor personeelsleden van Net Brussel De heer Dominiek Lootens-Stael .- Ik verneem dat een aantal personeelsleden van Net Brussel voor een bepaalde periode niet in orde was met de mutualiteit. Inmiddels heeft Net Brussel zijn personeelsleden een attest toegestuurd waaruit moet blijken dat de betrokken personeelsleden in de bedoelde periode bij Net Brussel werkten. Dit attest was bestemd voor de mutualiteit.
De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel .Volgens mij zijn er geen problemen meer. - De vergadering wordt om 17.00 uur gesloten. - De Raad gaat tot nadere bijeenroeping uiteen.
VERLOVEN EN BERICHTEN VAN VERHINDERING De heren Robert Delathouwer en Walter Vandenbossche, Mevr. Isabelle Emmery, de heren Rudi Vervoort en Eric André, verhinderd.
BIJLAGEN
Naamstemmingen De uitslag van elke naamstemming alsmede de stemverklaring wordt in het beknopt verslag zelf opgenomen.
B.V. (1999-2000) - Nr. 10
14
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Naamstemming nr. 1 Hebben ja geantwoord : De heren Stéphane de Lobkowicz, Sven Gatz, Albert Mahieu. Hebben neen geantwoord : De heren Alain Adriaens, Mohamed Azzouzi, Jean-Jacques Boelpaepe, mevr. Sfia Bouarfa, mevr. Dominique Braeckman, mevr. Adelheid Byttebier, mevr. Danielle Caron, mevr. Michèle Carthé, de heren Benoît Cerexhe, Jos Chabert, Bernard Clerfayt, Marc Cools, Jean-Pierre Cornelissen, Alain Daems, Philippe Debry, Willy Decourty, mevr. Magda De Galan, de heer Jacques De Grave, mevr. Julie de Groote, de heren Yves de Jonghe d’Ardoye d’Erp, Jean Demannez, Serge de Patoul, mevr. Amina Derbaki Sbai, de heren Vincent De Wolf, Christos Doulkeridis, mevr. Françoise Dupuis, mevr. Béatrice Fraiteur, de heren Didier Gosuin, Rufin Grijp, Denis Grimberghs, mevr. Anne Herscovici, de heer Alain Hutchinson, mevr. Evelyne Huytebroeck, de heren Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, mevr. Marion Lemesre, mevr. Geneviève Meunier, de heer Claude Michel, mevr. Isabelle Molenberg, de heer Michel Moock, mevr. Annemie Neyts-Uyttebroeck, de heer Mostafa Ouezekhti, mevr. Martine Payfa, de heren Yaron Pesztat, Joël Riguelle, François Roelants du Vivier, Mahfoudh Romdhani, mevr. Fatiha Saïdi, mevr. Françoise Schepmans, de heer Philippe Smits, mevr. Anne-Françoise Theunissen, de heren Eric Tomas, Didier van Eyll, mevr. Bernadette Wynants.
Uyttebroeck, de heer Mostafa Ouezekhti, mevr. Martine Payfa, de heren Yaron Pesztat, Joël Riguelle, François Roelants du Vivier, Mahfoudh Romdhani, mevr. Audrey Rorive, mevr. Fatiha Saïdi, mevr. Françoise Schepmans, de heer Philippe Smits, mevr. Anne-Françoise Theunissen, de heren Eric Tomas, Jos Van Assche, Didier van Eyll, mevr. Bernadette Wynants. Heeft neen geantwoord : De heer Stéphane de Lobkowicz. Hebben zich onthouden : De heer Erik Arckens, mevr. Marguerite Bastien.
Hebben zich onthouden : De heer Erik Arckens, mevr. Marguerite Bastien, de heren Jan Béghin, Johan Demol, mevr. Isabelle Gelas, mevr. Brigitte Grouwels, de heren Guy Hance, Dominiek Lootens-Stael, mevr. Audrey Rorive, de heer Jos Van Assche. Naamstemming nr. 2 Hebben ja geantwoord : De heren Alain Adriaens, Mohamed Azzouzi, Jan Béghin, Jean-Jacques Boelpaepe, mevr. Sfia Bouarfa, mevr. Dominique Braeckman, mevr. Adelheid Byttebier, mevr. Danielle Caron, mevr. Michèle Carthé, de heren Benoît Cerexhe, Jos Chabert, Bernard Clerfayt, Marc Cools, Jean-Pierre Cornelissen, Alain Daems, Philippe Debry, Olivier de Clippele, Willy Decourty, mevr. Magda De Galan, de heer Jacques De Grave, mevr. Julie de Groote, de heren Yves de Jonghe d’Ardoye d’Erp, Jean Demannez, Johan Demol, Serge de Patoul, mevr. Amina Derbaki Sbai, de heren Vincent De Wolf, Christos Doulkeridis, Willem Draps, mevr. Françoise Dupuis, mevr. Béatrice Fraiteur, de heer Sven Gatz, mevr. Isabelle Gelas, de heren Didier Gosuin, Rufin Grijp, Denis Grimberghs, mevr. Brigitte Grouwels, de heer Guy Hance, mevr. Anne Herscovici, de heer Alain Hutchinson, mevr. Evelyne Huytebroeck, de heren Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, mevr. Marion Lemesre, de heren Dominiek Lootens-Stael, Albert Mahieu, mevr. Geneviève Meunier, de heer Claude Michel, mevr. Isabelle Molenberg, de heer Michel Moock, mevr. Annemie Neyts-
B.V. (1999-2000) - Nr. 10