Verslag van de plenaire vergadering van de Drechtraad van 2 juli 2013 Locatie: Stadhuis van Dordrecht, Stadhuisplein 1 1.
Opening De voorzitter: Dames en heren, welkom vanavond bij uw Drechtraad. Ik open de vergadering. Berichten van verhindering: Alblasserdam: A.C. van 't Zelfde en T. Stam H.I.-Ambacht: J.C.W.H. Groos Papendrecht: R.A. Groene hij wordt vervangen door A. Stremler M. den Hartog-de Jong zij wordt vervangen door G.J.A. Klein Hofmeijer A. de Graaf, M.C. Hoogland, T.C. van Es is voor de stemmingen vertrokken Sliedrecht: L. van Rekom, W.J. Dunsbergen is later gekomen Zwijndrecht: B. Exoo en H.W. Pasveer De voorzitter: Vanavond nemen wij afscheid van mevrouw Van Dongen als Drechtraadslid. Mevrouw van Dongen blijft raadslid in Dordrecht. Ik wil u, als voorzitter van de Drechtraad, oprecht dank zeggen voor uw toewijding zoals u die geuit heeft in de afgelopen jaren. U was een zeer actief Drechtraadslid en u was zeer zichtbaar, niet alleen lokaal, maar ook in de regio bij tal van activiteiten, ook informele activiteiten, maar vooral ook zichtbaar in het debat. U heeft op een heel actieve wijze invulling willen geven aan uw plaats in de Drechtraad. U vindt de regio van groot belang en u heeft ook van uw politieke achtergrond van de lokale politieke fracties gezegd: "Juist dan ook heb ik een agenda voor de regio en die wil ik ook graag uiten." Er zijn nogal eens mensen en politieke partijen die voor de laatste verkiezingen reserves hadden of het regionaal denken en handelen en een visie uitdragen wel op de juiste plaats was bij de samenwerkende regionale fracties. De mensen die per definitie hier geen positief beeld bij hadden, zijn gelogenstraft door uw inzet en uw actieve bijdrage. U las uw stukken altijd goed en degelijk en zorgde doorgaans voor een heel originele insteek. Niet alleen ik, maar ook anderen zullen u missen in dit gremium en ik spreek de wens uit dat u ook vanuit uw functioneren in de raad van Dordrecht, op een heel actieve wijze, het belang van de regio en de Drechtsteden in het bijzonder, uit zult blijven dragen, ook in de toekomst en ook als u geen lid meer bent. Wat dat betreft hoeft u echt geen gas terug te nemen. En we blijven in de toekomst genieten van uw actieve deelname. Dank u vriendelijk. Applaus. De heer Loos: Als ik daar namens de Samenwerkende Lokale Partijen nog iets aan toe mag voegen. Het is nooit gemakkelijk, als je niet één bloedgroep bent, om met elkaar samen te komen en te komen tot een eensluidend standpunt. Maar onder de leiding van Jacqueline is dat tot nu toe en ook vanavond, altijd optimaal gelukt. Lokale regiofractievergaderingen mochten wij bij jou thuis houden aan de keukentafel, met de kat en de hond, waarvoor dank. Ook wij zullen jou zeker missen. Dank je wel. Applaus. Er wordt een geschenk uitgereikt. De voorzitter: Mevrouw Van Dongen wil graag zelf nog iets zeggen en ze daar van harte toe uitgenodigd. Mevrouw Van Dongen: Voorzitter, ik hoef niet zoveel meer toe te voegen. Ik wil mijn welgemeende dank uitspreken aan alle collegae, zeker ook voor alle levendige debatten die wij hebben mogen voeren, soms echt met 'the girl power' in de Lagerhuisopstelling. Daar heb ik erg van genoten. Ik hoop dat het de Drechtsteden verder heeft gebracht. Mijn dank ook aan de regiogriffie, het DSB en de ambtelijke ondersteuning. Zonder elkaar komen we er niet. In alle werkgroepen en de Agendacommissie heb ik dat als heel positief en opbouwend ervaren. Dat was heel prettig. Het proces van de Toekomstvisie heb ik met veel plezier gedaan. Het is jammer dat ik dat niet kan afmaken, maar u bent zeker niet van mij af, voorzitter. Ik geloof echt in de krachtige samenwerking van zes autonome gemeenten die met elkaar zoeken naar hun focus op regionaal niveau. Blijf dat zeker doen, want ik blijf kritisch volgen of jullie dat wel doen. Ik geloof ook echt dat de Drechtraad, zoals wij die nu hebben, verlengd lokaal bestuur direct verleggen van locale stemmen, het meest democratische model is wat we hebben, en ik hoop dat jullie er allemaal trots op kunnen zijn dat wij, ook in zo een groot gezelschap, met elkaar prima een debat met elkaar kunnen voeren. De ontwikkelingen in de Drechtraad, de afgelopen drie jaar, heb ik ervaren als een steeds meer samenwerken van het DSB en de Drechtraad, waarbij de Drechtraad steeds meer aan de voorkant zat. Het komende rMJP zal ook echt een rMJP van de Drechtraad zijn. Daar hoop ik op en daar heb ik ook alle vertrouwen in. Ik hoop dat het I&A het laatste miljoenen verrassingsdossier is omdat er een meer organisch proces moet komen tussen het DSB en de Drechtraad. Ik hoop dat iedereen voor die ontwikkeling openstaat, als zulke dossiers zich nog voordoen, en natuurlijk is de wens dat die helemaal niet meer langskomen. Maar dat hebben wij niet helemaal in de hand. Ik wens jullie allemaal heel veel succes. Ik laat dit wel los, maar ik laat het niet vallen. Applaus.
pagina 2 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
De voorzitter: Heel mooi gezegd en een van harte gemeend applaus. Mevrouw Van Dongen wordt opgevolgd door de heer Van Antwerpen en de heer Soy is de plaatsvervanger van de heer Van Antwerpen. We hebben vanavond een mooie agenda. Ik heb begrepen dat er verschillende moties en amendementen in aantocht zijn. Daarmee toont u aan dat u de relevantie van dit orgaan ook feitelijk vormgeeft. Ik wil u daar bij voorbaat hartelijk voor danken. Ik stel voor om snel te beginnen. We hebben veel boeiende punten dus we hebben de tijd hard nodig. 2.
Vaststelling agenda en mededelingen De voorzitter: Is iedereen akkoord met de agenda? Ja. Dan is de agenda vastgesteld. Er zijn mededelingen. Portefeuillehouder Van de Burgt heeft een mededeling. Portefeuillehouder Van de Burgt: Collega Kamsteeg heeft in de Carrousel eerder opmerkingen gemaakt dat er een stagnatie zat op de aanbestedingen van vervoer binnen de Wmo. Er is een traject geweest waarin andere partijen hun bezwaar kenbaar konden maken. Die hebben dat niet gedaan, waardoor de aanbesteding vervoer doorloopt zoals die oorspronkelijk bedoeld is. De voorzitter: Dank u vriendelijk. Heeft iemand nog vragen? Nee. Zijn er nog andere mededelingen? Er zijn geen verdere mededelingen. De agenda wordt vastgesteld.
3.
Vragenkwartier De voorzitter: Heeft er iemand een vraag voor het vragenkwartier? Nee.
4.
Ingekomen stukken De voorzitter: De heer Hoogerduijn, ChristenUnie/SGP, heeft zich hiervoor aangemeld. De heer Hoogerduin: Het betreft nummer 13/115, de raadsinformatiebrief over het werkprogramma 2013. Het betreft de uitwerking van het in januari geactualiseerde rMJP. Eindelijk is het werkprogramma er, en ik zeg eindelijk omdat we halverwege het jaar zitten. We hebben gelezen dat het is vertraagd omdat er gesproken is over bezuinigingen in verband met dit werkprogramma. Er wordt voorgesteld om het voor kennisgeving aan te nemen, maar dat vindt de fractie wat kort door de bocht. Bij de algemene beschouwingen zal ik zeggen wat ik daarvan vind. De voorzitter: Dank u vriendelijk. Zijn er nog andere opmerkingen over de ingekomen stukken? Dat is niet het geval. De lijst van ingekomen stukken wordt vastgesteld.
5.
Vaststelling concept verslag Drechtraad 11 juni 2013 De voorzitter: Hier hebben zich geen sprekers voor aangemeld. Dan wordt het verslag bij dezen vastgesteld. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
6.
Raadsopdracht en financiering onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden De voorzitter: Dit is u 28 juni toegezonden. De heer Van Gameren, voorzitter van de werkgroep, zal een toelichting geven op de totstandkoming van het voorstel, het vervolgproces en de selectie van het een en ander. De heer Van Gameren: Dank u wel, voorzitter. Zoals vorige keer in de Drechtraad is afgesproken, is er een offerteaanvraag gedaan. Drie partijen hebben een offerte uitgebracht. Uit de vooraf vastgestelde selectieprocedure, met de daarbij behorende criteria, is Ernst & Young. als onderzoekspartij, naar voren gekomen. Als de Drechtraad vanavond instemt met het voorliggende voorstel dan is er instemming gegeven voor de raadsopdracht en de financiering en zal het onderzoek, morgen, woensdag 3 juli, voorlopig worden gegund aan Ernst & Young. Nadat de periode van bezwaar is verstreken, kan op maandag, 8 juli, de opdracht definitief worden gegund. Zo hoort dat in een openbare aanbesteding. Het raadsvoorstel spreekt voor zich. U leest daarin het bedrag voor het onderzoek, waarvoor uw toestemming gevraagd wordt. Het is een bedrag inclusief de kosten die intern gemaakt worden bij de SCD om alle informatie te verschaffen die waarschijnlijk voor dit onderzoek nodig is. De voorzitter: Dank u wel, de heer Van Gameren. Een aantal van u heeft zich aangemeld als spreker. Als eerste krijgt het woord mevrouw De Smoker, fractie D66/VSP. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, dank u wel. De fractie D66/VSP kan instemmen met de opdracht en met degene die uit de selectieprocedure is gekomen. Dank u. De voorzitter: Dank u vriendelijk. De heer Blanken, Samenwerkende Lokale Fracties. De heer Blanken: Dank u, voorzitter. Ook de Samenwerkende Lokale Partijen gaan akkoord met het krediet dat voorgesteld is in dit voorstel. We zijn blij dat wij op deze manier, als Drechtraad, aan de voorkant gaan zitten. Dank u.
pagina 3 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
De voorzitter: Dank u vriendelijk. De heer Van Ginkel, SGP/ChristenUnie. De heer Van Ginkel: Dank u wel, voorzitter. De fractie SGP/ChristenUnie stemt, onder dank aan de werkgroep, in met de raadsvoordracht en de financiering daarvan. Het bedrag van € 80.000 vinden wij wel hoog, maar we hopen, en gaan ervan uit, dat het onderzoek zijn geld waard is. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. Er zijn geen andere mensen die zich ingeschreven hebben als spreker. Zijn er nog spijtoptanten? Nee. Er zijn geen vragen gesteld aan het DSB. Er zijn alleen opmerkingen gemaakt richting dit onderzoek. Wenst iemand nog aantekeningen over het een of ander? Nee. Bent u allen akkoord met het voorstel dat er ligt? Allen akkoord. Aldus besloten. Besloten wordt:: 1. De raadsopdracht "Onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden definitief vast te stellen. 2. De kosten voor het onafhankelijk onderzoek, inclusief inzet van het Service Centrum Drechtsteden (SCD), geraamd op circa € 80.000 exclusief BTW, op te nemen in de tweede bestuursrapportage van 2013 welke in december 2013 in de Drechtraad behandeld zal worden. 7.
Evaluatie minimabeleid 2013 De voorzitter: Als eerste heeft zich ingeschreven mevrouw De Klerk, regiofractie GroenLinks. Mevrouw De Klerk: Dank u wel, voorzitter. Naar aanleiding van de inzet van de ChristenUnie/SGP staat vanavond dit onderdeel op de agenda. Daar is de fractie van GroenLinks blij mee. We zijn blij dat er geld beschikbaar komt voor het minimabeleid en vooral omdat er onderdelen inzitten waar wij echte meerwaarde in zien. Er wordt gesproken over budgetbeheer. Hoe eerder je mensen kan bereiken die financieel in de problemen kunnen raken, hoe beter het is en hoe meer problemen je kunt voorkomen. Wij zijn daarom ook benieuwd hoe de uitvoering van dit project in de praktijk gaat werken. In het stuk staat dat onderzoek heeft aangetoond dat vooral huishoudens met kinderen moeilijk rond kunnen komen met een aantal financiële maatregelen. Ze komen iedere maand geld tekort. In dit voorstel wordt ruimte geboden om het kind aansluiting te geven bij de samenleving en mee te laten doen met datgene wat speelt. Dat vinden wij waardevol. GroenLinks heeft al eerder aangegeven, de 110%, daar waar het kan, te willen verhogen tot 120%. Wij weten dat het landelijk niet overal en op elk terrein kan, maar daar waar mogelijk wel. Zo kan je meer mensen, meer kansen bieden. Er wordt gesproken over de leenbijstand en maatwerk. Ik zou aan de portefeuillehouder mee willen geven dat leenbijstand vaak gaat over een categorie mensen en vaak over taakstellers die vanuit het buitenland niets hebben om zich hier te kunnen huisvesten. Er zijn minimale budgetten om het deze mensen mogelijk te maken om een huis in te richten. Het probleem doet zich voor als er sprake is van gezinshereniging. Dergelijke voorzieningen worden in principe maar één keer verschaft. Mijn partij vindt het belangrijk dat, als er zoveel geld over is bij de Sociale Dienst, gekeken wordt hoe deze mensen bij een gezinshereniging, als gezinsleden vanuit het buitenland hierheen komen, ondersteund kunnen worden. Wij zouden het zeer op prijs stellen dat alle professionals de mensen die het betreft, informeren over deze aanvullende voorziening. Het is echt een gemiste kans als het niet terecht komt bij de mensen waar het voor bestemd is. Hier wil ik het bij laten. De voorzitter: Dank u vriendelijk. Er wordt aan mevrouw De Klerk een verklarende vraag gesteld. Mevrouw De Klerk zegt dat er vaker budget beschikbaar gesteld moet worden in het kader van gezinshereniging. Bedoelt mevrouw De Klerk hiermee dat er bij ieder kind dat erbij komt, steeds weer geld beschikbaar moet komen? Waar ligt de grens? Mevrouw De Klerk: Normaal is het zo dat bij gezinshereniging vaak meerdere kinderen tegelijk komen. Binnen onze regio is afgesproken dat degene die als taaksteller in Nederland komt, een passende woning krijgt. Als het een alleenstaande man is, krijgt hij een kleine woning die bij gezinshereniging te klein is. In de praktijk ziet men dat er met een gezinshereniging met meerdere kinderen, het gezin noodgedwongen moet verhuizen. Dan vraag ik aan de portefeuillehouder om wat meer geld beschikbaar te stellen zodat de woning op een goede manier ingericht kan worden. En het gaat echt niet over veel geld. Vragensteller zegt dit te begrijpen. Maar mevrouw De Klerk gaat ervan uit dat het gezin in een keer overkomt. Maar het is ook zo dat, als het geld er ligt, de mensen op een vervelende manier daar gebruik van maken. Hoe ziet mevrouw De Klerk dat? Mevrouw De Klerk: Ik zou u aanraden om in te praktijk te kijken hoe het werkt. Deze mensen moeten heel veel moeite doen om het gezin hier naartoe te krijgen. Het is echt niet zo dat er elke week iemand komt. Dat is nog nooit gebeurd. Het gaat om een beperkt aantal mensen. Als u van € 2500 een woning in kunt richten, dan neem ik mijn petje af. Die mensen doen het echt. Het gaat om wezenlijk lage bedragen voor mensen die noodgedwongen moeten verhuizen. Daarin verschilt u duidelijk van mening met mijn partij. De voorzitter: Dat is juist leuk in een debat. De heer Van Verk, PvdA. De heer Van Verk: Dank u voorzitter. De voorzitter: Voor de mensen die het niet kennen. De heer Van Verk loopt naar het spreekgestoelte en u mag allemaal hetzelfde doen als u wenst te spreken.
pagina 4 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
De heer Van Verk: Dank u voorzitter. Ik doe het ook omdat er een volle publieke tribune is en ik het onbeleefd vind om bij het spreken met men rug naar hen toe te zitten. Voorzitter, wij zijn een beetje ambivalent over het voorgestelde minimabeleid. Enerzijds zijn wij blij dat de evaluatie uitwijst dat er meer behoefte en noodzaak is tot een verruiming van dat beleid. Anderzijds constateren wij dat er ook een substantieel bedrag is overgebleven wat in voorgaande jaren wellicht ook besteed had kunnen worden. Niettemin kunnen wij instemmen met de voorgestelde maatregelen. Toch willen wij aandacht vragen voor een paar betrekkelijk kleine zaken. Wij vragen aandacht voor de zorgverzekeraars en de bronheffing die daarbij gemeld wordt. Overigens geldt dat niet alleen voor zorgverzekeraars maar ook voor schulden bij corporaties en nutsbedrijven. Die lopen al snel op en men loopt al snel naar de deurwaarder. Volgens mij moet er koste wat kost voorkomen worden dat deze groep van mensen bij een deurwaarder terecht komt. Het budgetbeheer zoals het voorgesteld wordt, zou toegepast moeten worden op mensen die daar terecht dreigen te komen. Een goede afstemming tussen bedoelde bedrijven is noodzakelijk en een vroegtijdige signalering zou daaraan kunnen bijdragen. Ik zou de wethouder willen vragen om daar zijn mening over te geven en wellicht dat hij ook ideeën heeft over hoe je dat zou kunnen opzetten. Uit het feit dat wij vorig jaar geld hebben overgehouden, zou je kunnen afleiden dat de onderuitputting deels wordt veroorzaakt door het feit dat mensen onvoldoende geïnformeerd zijn over de mogelijkheden die de regelingen bieden. Wij dringen erop aan dat de Sociale Dienst een actief beleid voert om deze mensen te stimuleren gebruik te maken van de geboden verruiming. Wij vragen de wethouder om jaarlijks te rapporteren of door middel van deze stimulatie er meer gebruik wordt gemaakt van de regelingen. De positie van de Cliëntenraad. Wij troffen een kort briefje aan met hun advies. Tegelijkertijd horen wij van leden van de Cliëntenraad dat zij zich nog wel eens buiten schot gezet voelen door de procedures. Ik wil van de wethouder de toezegging dat voortaan alle voorstellen die naar de Drechtraad komen, voorzien zijn van een advies van de Cliëntenraad. Als dat niet van toepassing is, kan de Cliëntenraad dat zelf aangeven. Zo weten wij in ieder geval dat er aan de Cliëntenraad gedacht is. Dit gewoon standaard opnemen in het format, is de meest simpele methode. Dat wat betreft onze aandachtspunten. Voorzitter, dan is er nog een vraag over de uitvoering van het vrijwilligerswerk. U stelt voor dat te gaan verruimen. Uit de stukken lees ik dat het gaat om een bonus die ongeveer 700 keer zou moeten worden uitgekeerd, terwijl we kunnen constateren dat het gaat om ongeveer 5000 uitkeringen. Vorig jaar hebben wij aan u gevraagd of er voldoende vrijwilligerswerk is. Graag vernemen wij van u hoe het staat met de verhouding tussen de vraag enerzijds en het aanbod van vrijwilligerswerk anderzijds. Wij willen daar graag een regelmatige rapportage van zien. Voorzitter, tot slot nog aandacht voor de procedure. Wij hebben daar vorige keer, in een ordedebat, uitgebreid bij stilgestaan. Ik denk dat dit ordedebat en het feit dat wij er nu uitgebreid over spreken, aangeeft hoe belangrijk de Drechtraad het vindt om zich ook bezig te houden met deze overgedragen bevoegdheden. Strikt genomen zou u gelijk hebben, als u had gezegd dat deze raad daar niets mee te maken heeft. Wij weten hoe nederig u bent in dat soort dingen en dat u als was bent in onze handen. Niettemin duidt het erop dat deze raad volwassen is geworden en zijn zegje wenst te doen over dit soort belangrijke zaken. Ik wil van u de toezegging dat zaken aangaande de sociale portefeuille hier geagendeerd worden als de Agendacommissie daar de noodzaak toe ziet. Dank u wel, voorzitter. De voorzitter: Dank u vriendelijk. Mevrouw De Smoker, D66/VSP. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, dank u wel. De evaluatie van het minimabeleid kan van twee kanten benaderd worden. Enerzijds kunnen wij te zuinig geweest zijn, gezien het overschot dat er is. Anderzijds kunnen de regels die wij met elkaar geformuleerd hebben, te streng zijn. Het heeft geen zin om nu die hele discussie diepgaand met elkaar te voeren. U heeft een aantal voorstellen voorbereid inzake een uitbreiding. Die uitbreiding heeft onze goedkeuring. Ook wij hebben zorg voor kinderen en wij gunnen hun een goede start. Niets is erger dan ongelijkheid onder kinderen. Wij kunnen die ongelijkheid niet wegnemen, maar wij kunnen de kinderen en hun ouders wel helpen met de voorgestelde maatregelen. Vorig jaar oktober was het budget voor het SMS Kinderfonds op. Wij hebben dat moeten aanvullen. Dat is niet erg. Dit jaar zal het, met de voorgestelde maatregelen, ook weer gebeuren. Wij verwachten wel van het DSB dat zij dit tijdig melden en niet pas als de bodem al in zicht is. Voorkomen moet worden dat we een maand zonder geld zitten. De uitbreiding rondom de vrijwilligersbonus. Mijn fractie was hier al een voorstander van en wij zijn blij met deze uitbreiding. Vooral met de uitbreiding dat mensen met een gedeeltelijke arbeidsontheffing daar ook voor in aanmerking komen. Kortom, voorzitter, wij stemmen in met het voorstel. De voorzitter: Dank u vriendelijk. De heer Boersma, SGP/ChristenUnie. De heer Boersma: Dank u wel, voorzitter. Met ingang van 1 januari 2012 is er binnen de Drechtsteden een nieuw minimabeleid ingevoerd en werd de nieuwe verordening persoonlijk minimabudget van kracht.
pagina 5 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Uit de voorliggende stukken blijkt dat dit nieuwe beleid de beoogde doelstellingen niet heeft bereikt. De doelgroep heeft onvoldoende gebruik gemaakt van de voorzieningen en het beschikbare budget is niet besteed. De SDD lijkt doorgeslagen in haar bezuinigingstaakstelling. Kenden wij vroeger de langdurigheidtoeslag met daarnaast een duidelijk overzicht van alle vergoedingen waarvoor men in aanmerking kon komen, thans kan iemand slechts in aanmerking komen voor het PMB of de Bijzondere Bijstand. Er bestaat weliswaar nog de mogelijkheid om een beroep te doen op de vrijwilligersbonus, maar dit heeft geen juridische basis en het geniet ook weinig bekendheid. Voorzitter, het huidige beleid is ondoorzichtig en ook onbekend. Dit laatste wordt door het DSB onderkend. Voorheen paste het beleid binnen een op internet aangeboden programma waarmee kon worden getoetst voor welke regelingen men in aanmerking kwam. De huidige regelgeving van de SDD is niet meer binnen dit programma te vinden. Reden, het is te ingewikkeld. Een eenvoudige toets is kennelijk niet meer toepasbaar binnen de Drechtsteden. Dat geeft te denken. Gezien deze ontwikkelingen juichen wij de voorstellen van het DSB toe, maar wij vinden deze niet ver genoeg gaan. Anders dan het DSB zijn wij van oordeel dat de verordening wellicht ook een aanpassing behoeft. Volgens de huidige verordening komen personen met een opgelegde arbeidsverplichting niet voor het PMB in aanmerking. Dat geldt ook voor personen die een beroep kunnen doen op de wet Studiefinanciering. In de praktijk leidt dit tot schrijnende gevallen. Daarover ontvangen wij signalen uit het veld. Ik wil een tweetal voorbeelden geven. Voorbeeld 1. Een jonge moeder met twee kinderen heeft een bijstandsuitkering en is vrijgesteld van de arbeidsplicht. Zij komt dus in aanmerking voor een PMB. Om haar kansen op de arbeidsmarkt te vergroten, besluit zij zelf om een studie te gaan volgen. Ze vraagt hiervoor studiefinanciering aan en hoeft geen beroep meer te doen op de bijstand. Als gevolgd hiervan heeft zij geen recht meer op een PMB. Voorbeeld 2. Een man die zijn best doet om werk te vinden en gedeeltelijk een baan heeft gevonden, is nog niet vrijgesteld van de arbeidsverplichting en komt niet in aanmerking voor een PMB, terwijl hij wel op bijstandsniveau leeft. Voorzitter, het beleid wordt voorts, naar onze mening, te stringent toegepast. Ik refereer ook aan het rapport van de Rekenkamercommissie Dordrecht, Het verlenen van bijzonder bijstand in Dordrecht, van november. Wanneer men de voorwaarden langsloopt en al bij de eerste voorwaarde blijft steken, dan wordt niet verder gekeken of er mogelijk aan de overige voorwaarden wel wordt voldaan. Maatwerk en een individuele beoordeling ontbreken. Voorzitter, samenvattend. Wij vinden het goed dat het DSB met deze voorstellen komt, maar wij bepleiten in het licht van wat ik zoeven heb ingebracht, een grotere en meer algehele heroverweging van en bezinning op het minimabeleid en wij willen dit graag in de eerstvolgende Carrousel Sociaal bespreken. Om dit verzoek kracht bij de zetten, voorzitter, dient mijn fractie op dit punt een motie in. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, wij hebben de motie van de ChristenUnie/SGP vanmiddag al ontvangen, waarvoor dank. Ik hoor nu de heer Boersma in zijn woordvoering een paar voorbeelden noemen waar ik enigszins een beeld bij krijg, in tegenstelling tot de motie. Ik vind uw motie zo algemeen geformuleerd. Wat gaan wij nu precies opzetten? U zoemt vooral in op het PMB en al dan niet op mensen met een studiefinanciering. Ik zou het op prijs stellen als u dat benoemt. Als wij opnieuw een algeheel beleid op moeten zetten waar u de volgende keer ook weer over wilt praten, dan weten wij met zijn allen, dat het niet gaat lukken. De heer Boersma: Voorzitter, ik begrijp dit punt. De gedachte van onze fractie was dat het vanavond niet het juiste forum is om een uitgebreide discussie op dit thema te hebben. Ik noemde daarom slechts een tweetal voorbeelden. We kunnen natuurlijk meer voorbeelden geven, maar ik ben bang dat we dan in een te gedetailleerd gesprek verzanden. Een gesprek waar we juist de Carrousels voor uitgevonden hebben. Het enige wat mijn fractie bepleit is om nog eens zaken tegen het licht te houden, ik heb daar twee voorbeelden van genoemd, waarvoor weldegelijk een aanpassing van de verordening moet plaatsvinden. Houd dat nog eens tegen het licht om te kijken of de reparaties die nu worden voorgesteld door het DSB afdoende zijn, of dat er mogelijk op sommige punten toch nog een aanpassing van de verordening moet plaatsvinden. Ik herken wel dat u zegt dat het nu heel breed en algemeen geformuleerd is. De intentie is niet om het hele beleid nog eens op de schop te gooien en het anders te doen, maar het wel met elkaar te hebben over de punten waarvan wij vinden dat de verordening aangepast moet worden. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, als ik daar nog even op mag reageren? Dan daag ik de ChristenUnie/SGP toch uit om criteria te formuleren die zij in hun motie desnoods amenderen. Dit blijft algemeen en een algemeen beeld geven. Als u zegt dat het PMB niet voldoende wordt toegepast, moet u het daarop toespitsen. Aan de andere kant onderschrijft u wel de evaluatie minimabeleid. Wij verzoeken u om gerichte criteria te geven en ook af te kaderen welk beleid er dan niet op de schop gaat. Voor je het weet, verzanden wij met elkaar in een grote discussie waar we geen van allen wijzer van worden en ook degenen die het nodig hebben worden hier niet wijzer van. De heer Boersma: Voorzitter, ik begrijp het punt. Ik zal gaande het debat met mijn fractie nadenken over hoe wij dit nader kunnen preciseren. Het zal zijn in de lijn die ik geschetst heb. We onderschrijven het belang van de maatregelen die nu ook genomen worden, maar wij denken dat die op punten niet ver genoeg gaan en dat we het daarover met elkaar moeten hebben.
pagina 6 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Mevrouw De Smoker: Voorzitter, wij hebben dit jaar het PMB nog uitvoerig met elkaar besproken. Dan had u daar al de richting mee kunnen geven. Als u het er nu niet mee eens bent, geeft die richting dan mee. De voorzitter: Eerst de heer Van Antwerpen van de Lokalen en daarna de heer Heijkoop van het CDA. De heer Van Antwerpen: Voorzitter, dank u wel. Er wordt nu een aantal wijzigingen voorgesteld door de portefeuillehouder. Heeft de heer Boersma niet overwogen om eerst een aantal maanden aan te kijken wat de effecten van die wijzigingen zijn en die vervolgens te evalueren en dan te kijken of er het een en ander aangepast moet worden? Nu wilt u direct door terwijl er al diverse voorstellen van de portefeuillehouder liggen. De heer Boersma: Ja, voorzitter, dat hebben wij overwogen. Maar het punt is, maar het zijn wel gevallen waarover wij signalen krijgen vanuit het veld. Het gaat over reële situaties en deze situaties worden niet gerepareerd met de voorstellen die nu voorliggen. Mevrouw Burger: Bij interruptie, voorzitter. Wat mij bevreemd is dat er nu vanuit de SGP/ChristenUnie een motie ligt vanwege signalen uit het veld op een voorstel van het DSB. Die signalen zult u ongetwijfeld eerder gehad hebben, dan hadden wij op een eerder moment daarover met elkaar in discussie kunnen gaan. De heer Van Verk: Bij interruptie, voorzitter. Ik wil mevrouw Burger eraan herinneren dat wij volgens haar diverse keren zogenaamde 'huilie huilverhalen' ophingen, juist over dit soort schrijnende gevallen. Dus laten we niet zeggen dat wij dat niet wisten. Wij wisten weldegelijk dat er een aantal zaken was die niet in orde was. De evaluatie is een eerste bijdrage tot. De motie van de heer Boersma wil daar een stap verder in gaan. Ik kan hem daarin wel ondersteunen. De voorzitter: Nu eerst de heer Heijkoop van het CDA en dan mevrouw De Klerk van GroenLinks. De heer Heijkoop: Dank u wel, voorzitter. Ik kan goed uit de voeten met de opmerkingen van mevrouw De Smoker en de heer Van Antwerpen, dat de motie wat vaag is opgesteld en ook wat ontijdig aanvoelt. Ik denk graag met de heer Boersma mee. Zou het niet een goed moment zijn om nadat de brede beleidsevaluatie in 2014 heeft plaatsgevonden naar de instrumenten, dit gesprek met elkaar te voeren? En niet op dit moment. Mevrouw De Klerk: Er worden nu twee casussen aangegrepen als aanleiding om een bepaald onderdeel van de verordening opnieuw te bekijken. Ook ik heb een voorbeeld genoemd. Ik zou er waarde aan hechten om het als een totaalplaatje te bekijken en per onderdeel te bekijken waar de knelpunten zitten en daar de signalen vanuit de samenleving in mee te nemen. De heer Boersma: Voorzitter, dat is precies wat wij ook willen. Als collega's zeggen dat het ontijdig is en dat het eerder ingebracht had moeten worden, is dat misschien ook zo. Wij stellen het vanavond aan de orde omdat vanavond aan de orde is de evaluatie van het minimabeleid. U weet hoe dat vanavond op de agenda is gekomen. Anderen zeggen dat het niet ontijdig is maar dat het te vroeg komt. Ik zal binnen de boezem van mijn fractie daar nog even de mind over opmaken. Misschien dat wij deze motie dan aanhouden of afwachten tot er meer informatie komt. Dank u wel. De voorzitter: U wilt het eerst nog in de boezem van uw sectie bespreken en dient de motie misschien zo dadelijk in. Laten we ook eerst even luisteren naar de reflexie vanuit het DSB. Gaat u ermee akkoord dat u daarna uw reactie geeft? De heer Boersma: Akkoord, voorzitter. De heer Heijkoop: Voorzitter, zou ik hier ook nog iets over mogen zeggen? Ik heb mij niet aangemeld. Ik ben niet zo'n procedurekoning. De voorzitter: Wilt u daarmee zeggen dat ik dat wel ben? Dan krijgt u het woord niet meer. De heer Heijkoop heeft het woord. De heer Heijkoop: Voorzitter, de CDA-fractie steunt dit voorstel van harte. Een overschot van € 1,3 miljoen is niet de bedoeling. Het gaat om ondersteuning van een kwetsbare doelgroep. Nu worden er doelgroepverruimende maatregelen voorgesteld. Die ondersteunt mijn fractie. Maar wij zien liever dat de kwetsbare kerndoelgroep, zoals die aanvankelijk was gedefinieerd, de voorzieningen beter weet te vinden. Dan kom je ook op het punt van de communicatie, zoals de heer Van Verk terecht aangaf. Mijn fractie heeft over het bereik enkele vragen. Er wordt aangegeven dat het bereik van de maatregelen sterk wisselt per gemeente en per regeling. U geeft in uw voorstel aan dat men in Dordrecht het hoogste bereik heeft. Daarover hebben wij enkele vragen. Zijn de verschillen tussen de gemeenten substantieel en structureel? En hoe komt dat? Ligt het aan de inzet van de afzonderlijke gemeenten, ook waar het gaat om de communicatie om de regelingen onder de aandacht van de doelgroep te brengen? Het CDA heeft zich altijd ingespannen voor vrijwilligers en daarom stelt het teleur dat met name de vrijwilligersbonus voor de doelgroep niet wordt aangevraagd. U geeft in uw voorstel aan dat de communicatie activiteit is ingezet. Waar moeten wij dan aan denken? Verloopt de aanvraag van die bonus soepel, is dat eenvoudig of zitten er misschien ook in dat proces de nodige hiccups? Wat is de rol van de vrijwilligersorganisaties zoals MEE en SSKW? Zij zouden, volgens mij, hier een heel belangrijke rol in kunnen spelen. Hoe ziet u dat?
pagina 7 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Tot slot, voorzitter. Iets meer dan de helft van de doelgroep dient een aanvraag in bij het SMS Kinderfonds. En juist omdat het kinderen betreft, vindt de CDA-fractie het erg belangrijk dat er meer gebruik gemaakt wordt van deze regeling. Zouden bijvoorbeeld sportverenigingen daar een rol in kunnen spelen, doordat ze bijvoorbeeld namens aspirant jeugdleden en/of hun ouders, een aanvraag kunnen indienen. Het is een goed voorstel. Wij steunen het voorstel en volgen de argumentatie. Ik gaf net al aan in mijn interruptie naar de heer Boersma, wij zouden in 2014 de evaluatie een goed moment vinden om hier nog eens met elkaar over te praten. Dank u wel. De heer Van Verk: Voorzitter, u heeft een aantal vragen over het bereik van de maatregelen, maar u heeft daar geen vervolg op. U zegt wel dat u graag wilt weten of die verschillen substantieel zijn, maar wat dan? Ik proef dat u iets wilt, maar wat dat is, blijft ergens in het midden hangen. De heer Heijkoop: Voorzitter, de heer Van Verk gaf ook al aan dat het wellicht met communicatie te maken heeft. Ik denk dat het ook zo is. Daar moeten we goed naar kijken. Maar ik vind het ook interessant om te weten hoe het bereik per gemeente geregeld is. Als daaruit blijkt dat in HI Ambacht mensen de voorzieningen goed weten te vinden en bijvoorbeeld in Sliedrecht totaal niet, dan moeten we misschien inzoomen op lokaal niveau, om erachter te komen waar het aan schort. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, de heer Heijkoop meent toch niet echt dat het zo zit? Wij hebben toch één beleid vanuit de Sociale Dienst en die werkt toch regionaal en overal hetzelfde? Dat denken wij. De heer Heijkoop: Voorzitter, het beleid is hetzelfde en daar gaat het hier niet direct over. Het gaat erom hoe het beleid vertaald wordt richting de mensen die het nodig hebben. Een Dordtse samenleving verschilt wezenlijk van een Sliedrechtse of Papendrechtse en het maatschappelijk middenveld ziet er ook anders uit. Het zou best kunnen dat in Dordrecht bepaalde voorzieningen gretiger aftrek vinden dan bijvoorbeeld in Ambacht en Papendrecht. Dat hoor ik straks graag van de wethouder. Dat heeft niets met beleidsregels te maken maar puur hoe die lokaal ingevuld worden. De voorzitter: Ik heb de heer Heijkoop gelegenheid gegeven om ook nog het woord te voeren. Zijn er nog andere mensen die zich niet hadden ingeschreven om het woord te voeren en die ook nog iets willen zeggen? Dat is niet het geval. Dan ga ik nu naar portefeuillehouder Van de Burgt. Portefeuillehouder Van de Burgt: Voorzitter, dank u wel. Ik denk dat ik met u tevreden ben dat wij hier vanavond over spreken. We hebben de vorige Drechtraad een goede afspraak gemaakt om dit te doen. Een prima initiatief van de heer Boersma. Het klopt ook met dat wat ik toegezegd heb bij het minimabeleid wat we vastgesteld hebben, de evaluatie komt bij u terug. De heer Van Verk, die daar de vinger bij legt zegt dat DSB besluiten naar de Drechtraad gaan als het over verordeningen gaat. En bij de verordeningen bent u in de gelegenheid om over het beleid een aantal opmerkingen te maken, zoals de gang van zaken nu. Daar waar het beleidsaanpassingen en beleidswijzigingen betreffen vind ik ook dat u geïnformeerd moet worden wat het besluit van het DSB is en dat u zelf in de gelegenheid bent om in de Carrousel hierover te spreken wanneer de Agendacommissie daartoe besluit. Aansluitend op de opmerking van de heer Van Verk over de Cliëntenraad. Ik heb de Cliëntenraad gisteren in een bestuurlijk overleg weer gesproken. Dat doe ik een paar keer per jaar. Daar werd nadrukkelijk gevraagd of hun adviezen bij de Drechtraadleden terecht kwamen. Ik heb aangegeven, bij de dossiers waar ze als advies in meelopen, er altijd bij zitten. Maar als ze nu ongevraagd adviezen uitbrengen? Dat is mij in deze periode nog niet overkomen. De afspraak die ik gisteren met de Cliëntenraad gemaakt heb is dat ze altijd bij de bestuurders en bij de leden van de Drechtraad terechtkomen. Ze zijn altijd in positie bij dossiers en als ze afzonderlijke adviezen geven dan krijgt de Drechtraad ze ook altijd. De heer Van Verk: Voorzitter, bij interruptie, mijn formulering was wat scherper. Ik heb gevraagd of het advies of het uitreksel van het advies toegevoegd kan worden aan het besluit, zodat de Drechtraad al lezende het voorstel met daaronder het dictum van het besluit, kennis kan nemen van de opvatting van de Cliëntenraad en niet ongeveer, in dit geval, een bladzijde of 45 door moet bladeren om dat besluit te zoeken. Portefeuillehouder Van der Burgt: Het lijkt mij een zeer acceptabel voorstel, maar u krijgt het met het logo van de Cliëntenraad, erbij gekopieerd. Mevrouw De Klerk heeft bij huisvesting nadrukkelijk een punt. Bij gezinshereniging naar een grotere woning moet op maat gekeken worden naar die situaties om iets aanvullends te doen met betrekking tot de inrichting. Maar de eerste inrichting moet wel geaccepteerd meegaan. De vraag van de heer Van Verk over de zorgverzekeraars, de bronmelding. Daar willen we vroegtijdig inzitten, early warning. Als de ziektekostenpremie niet betaald wordt, krijgt men na twee of drie maanden een signaal om te voorkomen dat mensen in de extra korting van € 160 op de uitkering komen. In feite wordt er zo preventief aan schuldhulpverlening gewerkt. Dit is een inzet die wij heel nadrukkelijk willen. We zien het groeien van ruim 200 naar ruim 600. Het is zeer nadrukkelijk de inzet om voor die zes maanden, dat er daadwerkelijk gekort wordt, al in te grijpen.
pagina 8 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
De heer Van Verk: Voorzitter, ook daar bij interruptie. Mijn vraag was niet alleen dat te doen bij de ziektekostenverzekeraars, maar ook bij de woningcorporaties en nutsbedrijven. Dat zijn volgens mij de twee andere elementen die het eerste het signaal afgeven dat er problematische schulden dreigen te ontstaan. En ook daar is sprake van het doorsturen naar de deurwaarders na twee à drie maanden. Volgens mij is de boodschap dat wij dat koste wat kost moeten voorkomen. Portefeuillehouder Van de Burgt: Ik was in mijn beantwoording bij de puntkomma. Het betekent in feite dat er nu convenanten zijn met een aantal nutsbedrijven. Met het energiebedrijven is dat lastiger. Daar wordt op gestuurd en er wordt hard aan gewerkt. Maar het is lastig om met de Eneco's goede afspraken hierover te maken. De inzet is er, maar het moet in de totale organisatie ook geregeld worden. Evides heeft dat nadrukkelijk gedaan. Woningcorporatie heeft het ook gedaan. Het betekent dat wij voor de energiebedrijven nog een extra inspanning moeten leveren die wat meer daadkracht en macht moet inhouden om het ook geregeld te krijgen in een convenant. Vraag en aanbod ten aanzien van de vrijwilligers. De vrijwilligersbonus hebben wij bij de bespreking van het minimabeleid nadrukkelijk ingezet en er moet ook aanbod zijn van vrijwilligersbanen. In de stukken die toen voorlagen is gesproken over de twee instellingen waar de heer Heijkoop over spreekt, het SSKW en toen nog PAD en nu stichting MEE. De samenwerking van die twee partijen hebben wij beoogd als zijnde een versterking van het aanbod. Die samenwerking is eigenlijk op niets uitgelopen. Dat heeft collega Wagemaker ook gemeld in de Dordtse raad. Het bestuurlijk traject heeft niet geleid tot het resultaat van een vrijwilligersloket of tot een vrijwilligersplein. Wij hebben recent besloten om er iemand op te zetten om dat goed uit te werken, niet meer in relatie tot deze twee organisaties, zodat we inhalen wat we daar achter zijn. De heer Heijkoop: Voorzitter, wat bedoelt u met inhalen wat we daar achter zijn? Bedoelt u daarmee dat er ook op andere manieren gekeken wordt hoe wij aan voldoende vrijwilligersplekken komen? Portefeuillehouder Van de Burgt: Misschien nog even als nuancering. Stichting MEE en SSKW hebben wel eigenstandig bijgedragen aan meer plekken. We dachten door de samenwerking veel meer plekken te kunnen realiseren. Dat meer realisatie gaan we nu naar ons toehalen door zelf in feite loketten of pleinen in te richten. Dan moet je gaan inhalen wat je verwacht had van de samenwerking van die twee organisaties. Mevrouw De Klerk: Voorzitter, deze opmerking verbaast mij een beetje. Stichting MEE en SSKW zijn met name bedoeld voor die doelgroep en het werven van dat soort voorzieningen. Nu hoor ik u zeggen dat wij dat naar ons toe gaan halen omdat het onvoldoende functioneert. Kan ik dat zo vertalen? Portefeuillehouder Van de Burgt: Ja, zo kan u het vertalen. Dat komt mede doordat zij in de samenwerking elkaar niet vinden, maar ook omdat zij niet het hele Drechtstedelijke gebied bereiken. Mevrouw De Klerk: Dat is één ding, maar heeft u er niet over nagedacht om nog een bepaalde club daarin een positie te geven. Als ik kijk naar de discussie in Dordrecht in het kader van SSKW, dan denk ik dat ze misschien los van elkaar wel in staat zijn om dat te doen. Portefeuillehouder Van de Burgt: Zo hebben wij er niet naar gekeken, want wij wilden het in gezamenlijkheid laten uitvoeren. En nu hebben wij het teruggehaald. We gaan uitzoeken hoe een dergelijk vrijwilligersplein eruit moet zien daarna vragen we aan een of de andere partij om dat uit te voeren en als dat niet past, dan zullen wij zelf een organisatie binnen het werkplein van de Sociale Dienst vormgeven. Mevrouw De Klerk: Voorzitter, dan heb ik wel sterk de behoefte om daarover geïnformeerd te worden zodat we op een later moment nog een keer de discussie met elkaar kunnen aangaan. Portefeuillehouder Van de Burgt: Het is geen moeite om daar informatie over te verstrekken. Mevrouw De Smoker over het SMS Kinderfonds voor leergeld en het sportfonds. Het betekent in feite dat er een duidelijk bereik is. Gezien over het afgelopen jaar is er een groeiend bereik. Wel verschillend per gemeente. In 2012 was er een tekort op aantallen die in feite altijd per kwartaal bekeken worden. Meestal is er in het kwartaal van de zomervakantie een laag aantal. Maar vorig jaar was er een hoog aantal. Dat was afwijkend van de ervaringscijfers. Dat betekent dat er toen het voorsignaal kwam dat wij dit jaar tekort komen. Als dat voorsignaal komt, dan komt die informatie ook naar u toe en zullen we het budget opnieuw moeten aanvullen. We hebben nadrukkelijk gekeken naar de wijze van begroten en de capaciteitsvraag ten aanzien van het personeel. We gaan aan de voorkant iets meer sturen op het te begroten bedrag, zodat er wellicht voldoende middelen zijn voor het aantal kinderen dat groeiend is, ieder jaar. De praktijkvoorbeelden van de heer Boersma. Het is wettelijk dat studiefinanciering uitsluit dat je een PMB voorziening krijgt. Het is meer een wettelijk gegeven dan dat we dat lokaal in onze verordening hebben staan. Parttime werken in het andere voorbeeld, dat kan. Als men arbeidsplichtig is, betekent het in feite dat men niet in aanmerking komt voor een PMB en als je werkt ben je eigenlijk arbeidsplichtig en kom je nooit in aanmerking voor een PMB, maar zou je wel aanvullend vrijwilligerswerk kunnen doen en daar een vrijwilligersbonus voor kunnen krijgen.
pagina 9 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
U voorzet ten aanzien van de motie, het breder bespreken van het minimabeleid in de eerstvolgende Carrousel. Twee opmerkingen. Het is goed dat we nu de effecten van het minimabeleid met elkaar bespreken op grond van onderzoek en dat de evaluatie van het minimabeleid meer is dan wij hierin hebben staan. De categoriale voorzieningen hebben we hier in de evaluatie onvoldoende belicht. De evaluatie van het beleid zal nog moeten plaatsvinden en dat is in mijn beleving goed te doen in 2014. Ik meld u daarbij dat de Staatssecretaris, ten aanzien van de € 800.000 die wij volgend jaar meer krijgen en de € 1 miljoen die we in 2015 meer krijgen voor het minimabeleid, het zijn voornemens om het budget uit te breiden, ervan uitgaat dat er geen categoriale voorzieningen meer zijn. Dus zij wil het hele minimabeleid eigenlijk op de schop nemen. Als we dat nu eens met elkaar kunnen combineren. Dus kijken hoe de aanpassingen uitvallen, in 2013 in de evaluatie zetten en afwachten wat in het najaar het nieuwe beleid is, herijking en eigenlijk op de schop nemen van het hele minimabeleid, dan kunnen we met elkaar de afspraak maken dat we het algemene beleid goed met elkaar bediscussiëren. De heer Heijkoop: Ik mis nog twee antwoorden voorzitter. De eerste vraag ging over het aanvragen van de vrijwilligersbonus. Dat bereik springt er erg negatief uit. Ik vroeg mij af of het met de procedure om het aan te vragen te maken had. Tweede vraag ging over het SMS Kinderfonds of ook de sportverenigingen en andere organisaties daar een rol in zouden kunnen spelen. Portefeuillehouder Van de Burgt: Iedereen die vrijwilligerswerk doet, maatschappelijk nuttig werk, nadrukkelijk in beeld moet hebben dat hij/zij daar een bonus voor krijgt. De instellingen waar dat gebeurt, moeten het ook hebben. Het is een inhaalactie die we in de tweede helft van 2012 gestart zijn om via die drie lijnen de informatie voor de vrijwilligersbonussen neer te zetten. Kunnen verenigingen dat plaatsvervangend voor ouders dat doen? Dat kan via de site van Leergeld Drechtsteden. Daar zit een formulier. Leerkrachten en mensen van sportverenigingen kunnen die aanvraag doen, maar er moet altijd instemming van de ouders bij. De heer Van Verk: Voorzitter, ik had ook nog een vraag gesteld over de verhouding vraag en aanbod vrijwilligerswerk. Vorig jaar is er geconstateerd dat deze werkwijze geïntroduceerd zou worden. Toen hebben wij onze twijfels uitgesproken over het feit of er voldoende vacatures waren in het vrijwilligerswerk om iedereen die een uitkering heeft te voorzien van een dergelijke vrijwilligersbaan. U heeft toen gezegd dat dit in de loop van het jaar bekeken zou worden. Ik ben nieuwsgierig hoe het er nu voorstaat. Portefeuillehouder Van de Burgt: Het aanbod hadden we meer moeten zien groeien, gelet op het SSKW/PAD. Het aanbod is achtergebleven bij wat we verwacht hadden op grond van de vraag. De heer Van Verk: Dan is de vervolgvraag. Wat gebeurt er nu met mensen die wel graag zouden willen, maar geen plek kunnen krijgen? Die mensen wordt een vrijwilligersbijdrage ontzegd omdat er geen plaats is. Een soort dubbele werkloosheid. Dat is wrang. Portefeuillehouder Van de Burgt: De mensen worden door de regisseurs van de Sociale Dienst geattendeerd op vrijwilligerswerk. Als men vrijwilligerswerk wil doen, maakt men gebruik van het aanbod dat er is. Dat aanbod zouden we moeten uitbreiden. U hebt het over 700 gehad. Van mij mogen het er best 1000 worden, maar die banen moeten er ook wel komen. Tot nu toe kunnen we niet zeggen dat het aanbod te klein is, maar de vraag zal groter moeten worden door de vraag meer op te roepen buj de klanten zelf. De heer Heijkoop: Voorzitter, ik heb nog geen antwoord gekregen op een vraag die er was naar aanleiding van een kleine discussie met collega De Smoker over de verschillen per gemeente. Ondanks dat er eenheid van beleid is, zijn er toch lokaal verschillen als het gaat om bereik van de verschillende regelingen. Portefeuillehouder Van de Burgt: Misschien kan ik het nog veel kleiner maken. Vanuit mijn eigen ervaring weet ik dat scholen zeer onderscheiden daarmee omgaan. Er zijn scholen die heel actief zijn met betrekking tot het SMS Kinderfonds en er zijn scholen die het aan de ouders overlaten. Ze attenderen ouders er alleen op. Ik ken iemand van een sportvereniging in Dordrecht die zei dat zijn vereniging was blijven bestaan door er actief mee bezig te zijn. De actieve inzet van de sportvereniging en van onderwijs leidt ertoe dat er lokale verschillen zijn en die lokale verschillen zijn binnen de gemeente ook zichtbaar. De voorzitter: Ik ga nu naar de tweede termijn. Wenst de heer Boersma een motie in te dienen, gehoord hebbende het bestuur? De heer Boersma: Voorzitter, ik neem aan dat het dan ook meteen mijn tweede termijn is? De voorzitter: Jazeker. De heer Boersma: Dank u wel. Voorzitter, dank voor de reactie van de collega's op de motie die wij eerder vandaag hebben verspreid. Gezien de reacties en gezien de beantwoording van de portefeuillehouder dienen wij deze motie niet in. Wij hebben genoteerd dat de meeste fracties voor een bredere evaluatie van het beleid zijn, maar de meesten zeggen dit in 2014 te willen doen. Dat is eigenlijk ook het voorstel van de portefeuillehouder. Daar kunnen we in meegaan, voorzitter, maar wij willen wel graag de toezegging van de portefeuillehouder dat het wel zo rap mogelijk is in 2014. Het is een verkiezingsjaar en voor je het weet, gaan we hier pas eind 2014 over spreken. Wij zouden dat zo spoedig mogelijk in dat jaar bespreken.
pagina 10 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Ik heb ook de toezegging van de portefeuillehouder genoteerd dat de evaluatie van het beleid weliswaar in 2014 komt, maar de effecten die al eerder zichtbaar zijn, kunnen we eerder zien en die zou hij rapporteren op Carrousels voor zover wij die nog hebben in de lopende periode. Nogmaals dank voor de beantwoording. Dit was mijn bijdrage in tweede termijn. De heer Van Verk: Voorzitter, hoe realistisch is het dat er voor de verkiezingen nog een evaluatie plaatsvindt? De heer Boersma: Voorzitter, volgens mij heb ik dat niet gevraagd. Ik vraag de toezegging van de portefeuillehouder om te bewerkstelligen dat het zo rap mogelijk in 2014 is. De verkiezingen zijn begin maart 2014 dus wellicht dat het daarvoor niet kan, maar het kan wel zo snel mogelijk daarna kunnen en niet pas in het najaar of december 2014. De voorzitter: Mevrouw de Smoker wenst niet het woord. De heer Van Verk van de PvdA. De heer Van Verk: Voorzitter, ik heb genoteerd dat de heer Van de Burgt heeft toegezegd dat voortaan zaken die beleidsaanpassingen vormen op het beleid aan de raad toegezonden worden. Ik neem aan dat hij de raad daarbij actief laat informeren en niet via een postlijstje, zodat we op de een of andere manier erop geattendeerd worden. De voorzitter: De heer Van Antwerpen van de Samenwerkende Lokale Partijen. De heer Van Antwerpen: Voorzitter, dank u wel. Wij zijn tevreden met de beantwoording van de portefeuillehouder. Ik heb nog één vraag. Bijvoorbeeld in schrijnende situaties, zoals in de voorbeelden van de heer Boersma, kan er dan gebruik gemaakt worden van een soort hardheidsclausule of is het dan pech gehad? De voorzitter: Niemand meer? Nee. Dan gaan we voor de tweede termijn naar de heer Van de Burgt. Portefeuillehouder Van de Burgt: Voorzitter, zo spoedig mogelijk in 2014. Ik moet het tweede element van mijn antwoord, Staatssecretaris Voorst, daar ook mee verbinden. De heer Van Verk, ik wil niet in een orde- of procedure debatje met u komen. Maar wij hebben nadrukkelijk met een memo het stuk eerder toegestuurd dan dat het in het DSB besproken werd om de Agendacommissie te attenderen op een mogelijke bespreking in de Carrousel of raad. Dat zullen we blijven doen. De voorzitter: Dank u wel. De portefeuillehouder heeft gehoord dat iedereen een aantal toezeggingen heeft genoteerd. De heer Van Antwerpen? De heer Van Antwerpen: Misschien heb ik het gemist, maar ik had nog een vraag over de hardheidsclausule. Portefeuillehouder Van de Burgt: Op onderdelen heb ik die, dat weet u. De kinderopvang is er bijvoorbeeld eentje van, maar niet op alle onderdelen is die hardheidsclausule er. Daar waar zich situaties voordoen en waar ik ermee geconfronteerd wordt, zal ik een bestuurlijk besluit nemen. De voorzitter: Ik kijk nog een keer rond, want ik wil u echt recht doen bij dit door u zo belangrijk geduide punt. Geen opmerkingen meer? Nee. Dan wil ik de portefeuillehouder hartelijk danken en stel ik vast dat de Drechtraad kennis heeft genomen van de nota zoals die hier voorlag. Besloten wordt: Kennis te nemen van de vaststelling door het Drechtstedenbestuur d.d. 15 mei 2013 van beleidswijzigingen als maatregelen om de knelpunten als gevolg van het huidig minimabeleid aan te pakken. Het Drechtstedenbestuur heeft de dato 15 mei 2013 de navolgende beleidswijzigingen vastgesteld: 1. Ten aanzien van het knelpunt dat de besteedbare middelen van ouders met oudere kinderen niet toereikend zijn voor de basiskosten: 1.1 Verhogen van de vergoeding SMS Kinderfonds voor ouders met kinderen op de middelbare school met € 45 per kind per maand. 2. Ten aanzien van het knelpunt dat de besteedbare middelen van minima weinig ruimte laat voor participatie: 2.1 Compensatie eigen bijdrage kinderopvang ook voor werkenden met een inkomen tot 110% WML. 2.2 Vergoeding reiskosten uitstroom werkenden onder de 110% WML. 2.3 De doelgroep bonus vrijwilligerswerk uitbreiden door: a. de inkomensgrens op te hogen naar 110% WML; b. beide partners van een echtpaar in aanmerking te laten komen voor een bonus; c. mensen met een gedeeltelijke arbeidsontheffing ook in aanmerking te laten komen voor de bonus. 2.4 Met meer ziektekostenverzekeraars collectieve arrangementen afsluiten. 2.5 Maatregelen bronheffing. 2.6 Onderzoek collectieve inkoop duurzame energie. 3. Ten aanzien van het bereik onder minima, een aantal acties te ondernemen om dit bereik te vergroten, in het bijzonder: a. met meer ziektekostenverzekeraars collectieve arrangementen afsluiten; b. preventief budgetbeheer en begeleiding voor mensen die hun financiën niet kunnen beheren; c. versterking aansluiting A-team in regio op bestaande structuren; d. optimalisering bestandsvergelijking; e. lokale acties.
pagina 11 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
De agendapunten 8,9 en 10 worden als één integraal onderwerp behandeld. De voorzitter: Dan gaan wij naar het volgende punt. Daarbij wijs ik u dat op de concept jaarstukken van de GR Drechtsteden, punt 9 en 10, besloten is om het als één integraal onderwerp te bespreken. Ik stel voor dat we de lijst doorlopen zoals van te voren is vastgesteld. Dat betekent dat we in de eerste termijn beginnen met de woordvoerder namens de Samenwerkende Lokale Partijen, de heer Van Antwerpen. De heer Van Antwerpen: Voorzitter, dank u wel. Een nadeel van algemene beschouwingen na twee eerdere bespreekpunten is dat de kans op dubbelingen aanwezig is. Ik zal proberen om zaken die al genoemd zijn eruit te halen. Vooraf een woord van dank aan de ambtelijke ondersteuning voor het aanleveren van de stukken. Jaarstukken 2012, primaire begroting 2014 en 1e Burap 2013. Alles bij elkaar opgeteld ongeveer 250 bladzijden tekst. Moet een drukke tijd zijn geweest. Dank voor de inzet. Qua leesbaarheid van de stukken zijn we redelijk over te spreken. Verzoek is dan ook om hier blijvend op te letten en wollig taalgebruik te voorkomen zoals nog staat bij Bureau Drechtsteden. De tekst “willen vervullen van een leidende schakelrol in het smeden van functionele allianties in de zuidwestelijke delta op de as Rotterdam-Antwerpen” klinkt prachtig, maar ik kan me niet voorstellen dat de gemiddelde lezer weet waar het over gaat. Primaire begroting 2014. Op zich valt hier nog weinig over te zeggen. Het gaat om een beleidsarm stuk dat eind 2013 beleidsrijk wordt gemaakt. De Samenwerkende Lokale Partijen willen u vast meegeven dat we er van uitgaan dat het principe samen trap op trap af gehandhaafd blijft. Daarnaast willen wij de toezegging dat zo ongeveer september/oktober een soort tussenrapportage wordt opgeleverd zodat wij nog sturing kunnen geven en kaders mee kunnen geven. Bijkomend voordeel is dan ook, dat er bij de gemeentelijke begrotingsbehandelingen meer duidelijkheid is over welke kant het financieel met de Drechtsteden opgaat. Immers, dat heeft zo zijn gevolgen voor de lokale begrotingen. 1e Burap 2013 Voorzitter, we lezen in de stukken dat een uitstroomorganisatie is opgezet om binnen de GRD de frictiekosten zo laag mogelijk te houden. Dit lijkt ons een prima initiatief. Kunt u aangeven wat de kosten hiervan zijn en wat de resultaten zijn? En maakt deze uitstroomorganisatie gebruik van de contacten van Baanbrekend Drechtsteden? We kunnen ons voorstellen dat dit een toegevoegde waarde heeft. Over het transitieplan I&A Drechtsteden hebben we net al gesproken. Mozaïek staat voor nul op de balans. Betekent dit dat het systeem helemaal is afgeschreven? En in hoeverre levert dat onderhoudskosten op? Voorzitter, dan schakel ik over naar het sociale domein. Met betrekking tot het aantal klanten in de bijstand wordt voorgesteld om de doelstelling te verlagen tot handhaven op het peil april 2013. Daarnaast stelt u aan gemeenten voor om projecten aan te dragen. De Samenwerkende Lokale Partijen vinden dat weinig ambitieus om de doelstellingen nu al bij te stellen. Wij zien graag dat de oorspronkelijke ambities gehandhaafd blijven en we horen graag eind derde kwartaal 2013 van u terug wat de resultaten zijn. Mocht blijken dat het aantal mensen dat in de bijstand zit nog steeds erg hoog is, dan kunnen wij alsnog besluiten op dat moment die ambitie bij te stellen. De heer Van Verk: Voorzitter, mag ik de heer Van Antwerpen vragen waarom hij dit bepleit? De heer Van Antwerpen: Omdat ik het idee heb, als ik puur kijk naar het participatiebudget, er een groot deel is meegenomen vanaf 2012 naar 2013. Als ik daarna lees dat er gevraagd wordt aan de individuele gemeenten om projecten aan te dragen, dan ga ik ervan uit dat er wellicht meer in de pijplijn zit dan waar nu al rekening mee wordt gehouden. Ik denk dat het nooit kwaad kan om die ambities redelijk hoog te houden. Bijstellen kan altijd nog. Ik denk ook niet dat we onze ogen moeten sluiten en moeten wachten tot tussen Kerst en Oud- en Nieuw om dan te constateren dat wij te ambitieus waren. Vandaar het idee om dat zo rond het derde kwartaal nog eens opnieuw te bekijken. Nog een vraag over het aantal klanten. Er staat dat er sprake is van een bovengemiddelde stijging van verhuizingen die plaatsvinden van buiten de Drechtsteden naar met name Dordrecht. Wat is hier de oorzaak van? Is er sprake van een aanzuigende werking vanuit de zorginstellingen? Voor wat betreft het overhouden van budget bij de Wmo het volgende. In hoeverre worden schrijnende situaties nu opgelost of is het overhouden van budget het gevolg van het niet-oplossen van schrijnende situaties? In hoeverre is overhouden van budget het gevolg van de kanteling in de Wmo? Minimabeleid. Hier hebben we net uitvoerig bij stilgestaan. Is het bekend wat de oorzaken zijn van de onderbesteding? Hier wordt nog op teruggekomen. Voorzitter, de Samenwerkende Lokale Partijen zijn blij te lezen dat mensen geboren voor 1950 hun ID-baan kunnen houden tot aan hun pensionering. Wordt er nu ook overlegd met de organisaties waar deze mensen werken om na pensionering van de huidige medewerker tot meer structurele oplossingen te komen voor de dan vrijvallende arbeidsplaatsen? Jaarverslag 2012 Voorzitter, om maar te beginnen met het eindresultaat. Hier wordt voorgesteld een aanzienlijk deel niet naar de gemeenten terug te sluizen en dit te gebruiken voor inhaalafschrijvingen ICT. Hier zijn de Samenwerkende Lokale Partijen het niet mee eens. Het gaat hier om geld van de gemeente wat volledig terug dient te vloeien
pagina 12 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
naar de gemeenten. Achterhouden van middelen tast het budgetrecht van de gemeente aan. Daarnaast vindt er een second opinion plaats. Wij kunnen ons dan voorstellen dat je op dat moment een goed beeld hebt van de daadwerkelijke kosten. Ons voorstel zou zijn om die terug te laten vloeien naar de gemeente. En op het moment dat er duidelijkheid is over de kosten, kan er bij de individuele gemeente een verzoek gedaan worden. Wij willen hiervoor straks een amendement indienen. De heer Van Verk: Voorzitter, begrijp ik goed dat u zegt dat de overblijvende middelen terug moeten vloeien naar de gemeenten. Vervolgens wordt er voor vernieuwing van de ICT een voorstel gemaakt. De eerste schattingen zijn € 15 miljoen. Dan moet er bij de individuele gemeenten weer met de pet rondgegaan worden, want er moet geld op tafel komen. Er moet daar weer op allerlei niveaus over gewauweld worden in plaats met een korte klap besluiten te nemen. De heer Van Antwerpen: Over € 15 miljoen wauwel je niet. Daar praat je over. In principe gaat het wat ons betreft enerzijds om het budgetrecht van de gemeente. Anderzijds kan je je ook afvragen in hoeverre je op dit moment binnen de Drechtsteden dan een reserve aanhouden. U noemt nu die € 15 miljoen, het zou meer of minder kunnen zijn. De heer Van Verk: Voorzitter, het gaat over wauwelen als men diverse keren hetzelfde onderwerp bespreekt. Ik stel vast dat we dan eerst zes keer in verschillende gemeenten dat bespreken om vervolgens, daar waar de overgedragen bevoegdheid zich bevindt, namelijk hier, een vaststelling te doen. Ik zou ervoor willen om het te doen zoals er voorgesteld wordt en gewoon met een korte klap de zaak beklinken. Dan kunnen we in dit huis, met deze mensen een goed debat voeren over nut en noodzaak van die € 15 miljoen wel of niet, nadat we het advies hebben ontvangen uiteraard. De heer Van Antwerpen: Dan stel ik vast dat wij hierover van mening verschillen. Ik denk dat je als individuele raad weldegelijk hier iets over moet zeggen en ook moet willen zeggen. De heer Van Engelen: Ik wil erop wijzen dat ik het onzin vind dat dit soort interrupties geplaatst worden. Ik vond de heer Van Antwerpen heel duidelijk. De conclusie van dit debat was dat ze van mening verschillen. Ik roep op om dit soort interrupties achterwege te laten. De heer Van Verk: Ik ben blij dat de heer Van Engelen deze waarde-oordelen geeft, maar ik bepaal zelf of ik interrumpeer en niet de heer Van Engelen. De heer Van Antwerpen: Manden Maken, een beetje vergelijkbaar met de ICT. Wij zijn onaangenaam verrast doordat in 2011 alles afgerond diende te zijn en we nu alsnog met een nadeel van € 3 miljoen blijven zitten waarvan u voorstelt dit te verrekenen met de resultaatsbestemming. Met andere woorden de rekening door te sturen naar de gemeenten. Hier zijn de Samenwerkende Lokale Partijen het niet mee eens. Het gaat om gemeentegeld en u dient dit terug te storten naar de individuele gemeenten. Indien uit een nauwkeurige analyse blijkt dat er daadwerkelijk dient te worden bijgestort door de gemeenten, kunt u daartoe een voorstel indienen bij de individuele raden. Voorzitter, hiervoor dienen wij een amendement in. Voorzitter, in het voorwoord bij het jaarverslag staat dat projecten uit het verleden nu eindelijk in financiële zin ordentelijk moeten worden afgerond. Over welke projecten heeft u het? Was er dan sprake van financiële wanorde? Dat haal ik uit de woorden "ordentelijk moeten worden afgerond". Ook uit het voorwoord de volgende stelling: "De samenwerking loont want (onder andere) is de begroting van de GRD met 10% afgenomen". Dat lijkt ons een wat lastige vergelijking want je weet niet wat de kosten waren geweest als je gezamenlijk was opgetrokken, of gedeeltelijk had samengewerkt of een andere constructie had verzonnen. Wat zou dan de besparing geweest zijn? Wij willen graag op korte termijn van DSB een overzicht ontvangen hoeveel op welk onderdeel nu bespaard is. Kunt u dit toezeggen? Daarnaast willen wij graag op korte termijn een overzicht van alle mandaten en delegaties. Kunt u dit ook toezeggen? Mevrouw De Klerk: Voorzitter, mandaten? Vorig jaar heeft GroenLinks daar vragen over gesteld en drie maanden later hebben we een mooi overzicht gekregen. Dat is dus compleet in beeld. Volgens mij gaan we nu toe naar de situatie waarbij wij die mandaten ter discussie gaan stellen. Een overzicht is dus niet nodig. De heer Van Antwerpen: Prima, dank u. Dan vraag ik iets wat we al hebben. Ik zou willen dat dit vaker gebeurde. Bij het Service Centrum Drechtsteden staat aangegeven dat er meerpartijenovereenkomsten zijn gesloten voor toekomstige relaties met de Omgevingsdienst ZHZ, de Veligheidsregio en Publieke gezondheid&jeugd. Wat is de stand van zaken en wanneer merken we daar financieel iets van? En gaat de uitbreiding niet ten koste van kwaliteit voor bestaande klanten? Voorzitter, de afgelopen tijd hebben we diverse heikele onderwerpen op een heel laat tijdstip voorbij zien komen. Hierbij moesten dan op een laat tijdstip, onder hoge tijdsdruk, snelle beslissingen genomen worden. De les die wij hieruit leren of geleerd hebben, is dat de Drechtraad alerter moet zijn om vroegtijdig bij dergelijke hete-aardappel-dossiers betrokken te worden en dat het DSB er alles aan dient te doen om te zorgen dat de Drechtraad daadwerkelijk eerder betrokken wordt. Wij willen daar graag een toezegging op hebben dat dit in
pagina 13 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
het vervolg toch anders gaat lopen. Zonder een dergelijke toezegging overwegen wij een motie in te dienen in tweede termijn. Wij wachten even af wat de reactie van de portefeuillehouder hierop is. Voorzitter, wat betreft de hoge lasten voor de Drechtstedendinsdag stellen wij voor om in plaats van te werken met wisselende locaties, over te gaan naar één vaste plek. Wij denken hierbij bijvoorbeeld aan Drechtwerk zodat de inkomsten van een vaste Drechtstedendinsdag daarmee bijdraagt aan een verbetering van de financiële positie van Drechtwerk. Daarnaast willen wij voorstellen om gezien de leegstand in het Drechtwerkgebouw, over te gaan om zoveel mogelijk de activiteiten van de GRD daar samen te voegen. Op die manier ga je efficiënter met huisvestingskosten om. Voorzitter, wat de resultaten van de SDD betreft het volgende. Het streven was om eind 2012 4300 klanten te hebben. Het zijn er 4835, een overschrijding van ruim 500 per 1 januari 2013. Dit met de wetenschap dat er zoveel overblijft op het Participatiebudget en dat er ruim € 200.000 teruggestort diende te worden naar Den Haag en dat, ondanks verzoeken van de portefeuillehouder, om inbreng van projecten uit de gemeenten dit uitsluitend door Dordrecht en H.I. Ambacht aangeleverd werd. Jammer! Hoe kan dit? Waarom zijn wij hier niet eerder over geïnformeerd? U rekent dit deels toe aan inregeleffecten bij Baanbrekend. Vragen van Beter Voor Dordt in Dordrecht, leverde onder andere als antwoord op dat er onvoldoende matching was met het vacaturesysteem van Randstad. Waarom is er toen niet eerder ingegrepen? Wat zijn de gevolgen voor Baanbrekend/Randstad nu die doelstelling niet gehaald zijn? Is er sprake van less cure, less pay? Over het minimabeleid hebben wij het zojuist uitgebreid gehad. Voorzitter, complimenten aan de SDD voor het behalen van het kwaliteitscertificaat KIWA-NEN door de afdeling Budgetadvies en Schuldbemiddeling. Mooi dat de kwaliteit omhoog gaat casu quo hoog blijft in deze tijd waarin steeds meer mensen een beroep moeten doen op Schuldhulpverlening en Budgetadvies. Voorzitter tot slot om positief te eindigen in mijn eerste termijn deel ik mee dat de Samenwerkende Lokale Partijen blij zijn met de eerste resultaten van de lobby externe veiligheid op het doorgaande spoor nu er € 12 miljoen is toegezegd voor onder andere wissels en dergelijke. Wij zien graag dat deze lobby voortgezet wordt met hopelijk als resultaat het realiseren van de Robellijn wat de spoorveiligheid in met name Dordrecht en Zwijndrecht aanzienlijk zal verbeteren. Wij blijven graag periodiek op de hoogte over het verloop van deze lobby. Dank u wel. De voorzitter: Dank u vriendelijk. Er zijn twee amendementen ingediend. Amendement 1 is het amendement over Manden Maken en amendement 2 gaat over de ICT. De amendementen zijn al verspreid en maken nu onderdeel uit van de beraadslaging. De mensen op de publieke krijgen ook een setje van de amendementen. Het woord is aan de woordvoerder van de SGP/ChristenUnie, de heer Hoogerduijn. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, het is inderdaad waar dat de amendementen aan ons toegestuurd zijn, maar kunnen wij één setje per fractie krijgen? De voorzitter: Daar zullen wij in voorzien. De heer Hoogerduijn: Voorzitter, dank u. Voorafgaand aan de inhoud wil ik opmerken dat, zoals iedereen wellicht al weet, de politieke overtuiging van de regiofractie SGP/ChristenUnie is geworteld in de Bijbelse boodschap voor ons persoonlijk en het openbare leven. Onze opdracht is om trouw te zijn aan Bijbelse uitgangspunten en deze op een verantwoorde wijze inhoud te geven. Wij zien de overheid als dienares van God, de burgers ten goede en tot zegen. Voor onze fractie is het van groot belang dat de overheid zich in het beleid richt naar de waarden en normen van de Bijbel. Dit is ons principiële kader. Daaraan toetsen we nu en in de toekomst. Onze algemene beschouwingen van januari waren vooral kaderstellend van karakter. Nu koppelen we onze beschouwingen vooral aan de gepresenteerde Planning- en Controlstukken. Ook maken we een aantal op zichzelf staande opmerkingen. De Jaarrekening 2012. Wij hebben vastgesteld, dat ten opzichte van de laatste concernrapportage 2012 het financiële resultaat aanzienlijk verbeterd is. We dachten toen al dat vooral de Sociale Dienst een positief resultaat zou laten zien, maar € 16 miljoen hadden we ook weer niet verwacht. Hoe kan het zijn dat we dit enorme overschot niet hebben zien aankomen. Portefeuillehouder, zijn we wel “in control”? Bij het positieve resultaat van de SDD zit wellicht gelijk een pijnpunt. Je zou kunnen stellen dat het positieve sociale resultaat van de SDD wordt ingezet voor frictiekosten SCD zijnde € 3 miljoen, voor ICT, inhaalafschrijving zijnde € 3 miljoen en voor het tekort Manden Maken, zijnde € 3 miljoen. En ook, dat het overschot SDD komt door een te stringente toepassing van beleid, dat wil zeggen dat de SDD is doorgeslagen in voorgenomen bezuinigingen. Blijkbaar is meer maatwerk en individuele beoordeling nodig. Echter, overschotten hebben niet altijd een direct verband met het gevoerde beleid. De heer Van Antwerpen: Voorzitter, ik hoor de heer Hoogerduijn zeggen dat de SDD doorgeslagen is in het stringent uitvoeren van het beleid. Maar de SDD voert toch uit wat wij vaststellen? Dan zijn wij doorgeslagen. De heer Hoogerduijn: Zo zou je dat ook kunnen zeggen. Het gaat over bezuinigingen die doorgevoerd zijn en wij willen, gelet op het enorme overschot van € 16 miljoen, die vraag naar voren brengen. Als we het over de Sociale Dienst hebben, dan hebben wij het inderdaad over onszelf. Ik voeg er nog aan toe dat overschotten
pagina 14 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
niet altijd een direct verband hebben met het gevoerde beleid. Deze overschotten dienen bezien te worden in een meerjarig verband, want achterliggende jaren waren er namelijk ook forse tekorten. Overigens zijn de overschotten nu verwerkt conform de afspraken tussen gemeenten. De heer Van Verk: Voorzitter, nu begrijp ik de heer Hoogerduijn niet meer. Eerst stelt hij dat de overschotten veroorzaakt kunnen zijn door een te stringent beleid. Vervolgens ontkracht hij dat door in dezelfde zin te zeggen dat het ook andere oorzaken zou kunnen hebben. Wat vindt u eigenlijk zelf, de heer Hoogerduijn? De heer Hoogerduijn: Ik zit tussen die twee uitersten in en wij hopen dat de wethouder daar straks een duidelijke reactie op kan geven, zodat we straks precies weten hoe dat zit. Vandaar dat we dat zo naar voren hebben gebracht, de ene kant en de andere kant. Maar juist deze enorme plussen en minnen doen ons de vraag stellen of we deze systematiek in de toekomst wel zo willen handhaven. Wellicht is het nodig om meer ruimte te creëren voor het aanhouden van reserves en voorzieningen binnen de SDD, om plussen te sparen voor negatieve toekomstige jaren. Wij willen ook verkeerde beeldvorming, dat sociale overschotten worden gebruikt voor niet-sociale tekorten, voorkomen. Manden Maken. Wij trekken in dit kader parallellen met het dossier Noordoevers. Wij moeten als bestuurders toch eens inzien dat we blijkbaar soms te optimistisch zijn over de financiële uitkomsten van projecten. Laten we van deze dossiers leren voor de toekomst. Wij roepen het bestuur op om deze kennis mee te nemen. Van het accountantsverslag hebben we kennis genomen. Daar staan nogal wat openstaande adviespunten in. Daar gaan we nu niet nader op in. Maar het lijkt ons zinvol dat het bestuur deze adviespunten afwikkelt, voordat we overgaan naar een nieuwe periode. Met andere woorden, dit jaar oplossen. Wat vindt de portefeuillehouder hiervan? De eerste bestuursrapportage 2013. Ten aanzien van Drechtwerk en de manier van organisatie van uitvoering van de Participatiewet, stelt u, dat begin september opnieuw wordt afgewogen of de uitvoering per 1 januari 2014 geheel of gedeeltelijk gehandhaafd blijft. Wat bedoelt u hier precies mee? In de bestuursrapportage wordt gesproken over aanvullende bezuinigingen 2014-2017. Wat onze fractie betreft wordt de Drechtraad aan de voorkant betrokken bij het bezuinigingsproces. Dus niet alleen ‘een ding van het Bureau Drechtsteden’. Wellicht een Carrousel hierover? In het verlengde hiervan, de uitwerking van het regionaal Meerjaren Beleidsplan, dat was lijst ingekomen stukken nummer 13-115, waar ik eerder op de avond kort al wat over zei. Wij willen graag als Drechtraad betrokken zijn bij de concrete uitwerking van het in januari geactualiseerde rMJP. Dat is wat anders dan nu eindelijk een summiere RIB “werkprogramma 2013”, nota bene halverwege dit jaar, met een korte financiële specificatie bij de lijst ingekomen stukken, dus ter kennisname te ontvangen. Laten we met elkaar het debat aangaan over de inhoud van die concrete uitwerking. Wat doen we, wanneer, waarom en waarop wordt bezuinigd, zoals nu het geval is, zo lezen wij dat in de raadsinformatiebrief. Routekaarten zouden beschikbaar komen, waarin doelen, activiteiten en middelen in één oogopslag zichtbaar zijn. Waarbij de relaties en afhankelijkheden tussen doelen en activiteiten in beeld zijn gebracht en ook verbonden aan de beschikbare middelen, waar lokale en meervoudig lokale doelen en activiteiten op deze kaarten een plekje krijgen. Blijkbaar is uw idee ten aanzien van dit proces veranderd en er wordt bezuinigd buiten de Drechtraad om. Graag een reactie van het DSB. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, waar staat dat er bezuinigd wordt buiten de Drechtraad om? Dat heb ik niet uit het stuk kunnen halen. De heer Hoogerduijn: Dat staat in mijn tekst. Voorzitter, ik zal het nog iets meer stevigheid geven. Op de lijst van ingekomen stukken van vanavond, zat ook de raadsinformatiebrief. In deze RIB staat dat het programma 2013, de uitvoering van het rMJP, wat langer is uitgebleven dan normaal. Het heeft wat vertraging opgelopen omdat er gekeken is naar bezuinigingen. Daar heb ik dat gegeven vandaan. Voor mijzelf heb ik geconcludeerd dat dit buiten de Drechtraad om is gebeurd. Dan heeft u nog een beetje achtergrond bij mijn opmerking. Kunt u dat zo plaatsen? Mevrouw De Smoker: Voorzitter, ik lees die zin anders. Het is zo dat er staat dat er langere tijd nodig is geweest voor de vaststelling van dit werkprogramma, door scherpe bezuinigingen gedwongen. Maar er staat niet één op één dat er nu al meteen bezuinigd is op het rMJP. Aan de andere kant weet u net zo goed als ik, in ieder geval vanuit de ervaring als raadslid vanuit Dordrecht, dat de GRD gewoon moet voldoen aan een taakstelling. Zou dat niet de bezuiniging zijn? Ik lees het in ieder geval niet als een extra bezuiniging. De heer Hoogerduijn: Ik stel voor dat we de portefeuillehouder vragen om een toelichting. Ik was ook geëindigd met de zin dat ik graag de reactie van het DSB hierop wil horen. Wat dat betreft zitten wij op één lijn. Voorzitter, ik ga verder. Doelstelling klantenbestand SDD. Waarom wordt er gekozen voor het aanpassen van de doelstelling van het klantenbestand? Wellicht realiteit, zeker als de SDD minder streng is. Maar is het niet logisch om ook maatregelen te bedenken om de eerder vastgestelde doelstelling toch zo veel mogelijk te realiseren?
pagina 15 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
De primaire, beleidsarme begroting 2014. We hebben er voorgaande keren al eens over gesproken. Waarom geen meerjarenperspectief in de begroting van de GRD, als beter besluitkader? Zodat we niet al te ad hoc omgaan met ontwikkelingen binnen de begroting, maar aspecten bezien in langer termijn perspectief. Hoe dan ook, gemeenten zijn gewend aan een meerjarenbegroting. Verrekensystematiek tussen de gemeenten. Is het niet nodig dat belanghebbenden vooraf hierbij betrokken worden, dat wil zeggen de Drechtraad en zeker ook de gemeenten. Het is op zich goed om keuzes te kunnen maken, maar we roepen het DSB op om de gemeenten en de Drechtraad in het kader van de verrekensystematiek goed in positie te houden. Wellicht kan de portefeuillehouder uitleggen hoe een aangepaste verrekensystematiek al een voordeel kan opleveren. Daar refereert u immers aan. Kunt u tevens aangegeven wat de status is van de actualisatie van de notitie Reserves en voorzieningen. Deze herijking is al toegezegd begin 2011. Verder zouden wij graag in het kader van onze samenwerking, met betrekking tot vergelijkbaarheid en leesbaarheid, een lans willen breken voor een min of meer gelijke benadering van het weerstandsvermogen door de zes deelnemende gemeenten. We vinden dit een actualiteit in onze regio. Tot slot, voorzitter, een paar op zichzelf staande opmerkingen. Vorig jaar hebben wij aangegeven, dat de verdere regionalisering van het inkooppotentieel een interessante ontwikkeling is. Dit zou € 20 miljoen tot € 30 miljoen bespaarpotentieel per jaar opleveren. Portefeuillehouder, wat is de status? Wilt u ons informeren over de stand van zaken en over de opbrengsten die inmiddels zijn gerealiseerd? Wat betreft de discussie over de toekomst van onze Drechtstedensamenwerking en de eindelijk ophanden zijnde afronding daarvan, kort na de zomer, verwijzen we graag naar onze bijdragen in de recente Carrousels. Concluderend alvast het volgende. Wij vinden, dat de nadrukkelijke koppeling intensivering van de ambtelijke samenwerking vanwege bezuinigingen en vooral vanwege de zogenaamde decentralisaties, als opmaat voor gemeentelijke fusies, verlammend kan werken. Dus het streven naar één gezamenlijke ambtelijke organisatie op termijn wordt afgewezen, vanwege de onlosmakelijk daarmee verbonden bestuurlijke reorganisatie, dat wil zeggen fusie of fusies. Anders gezegd, wij willen zo nodig intensivering van de samenwerking, maar geen verlamming daarvan. Afsluitend, door het ambtelijk apparaat van de Drechtsteden is en wordt veel werk verzet. Graag spreken we daarvoor onze dank uit. Wij wensen het DSB, de Drechtraad en het ambtelijk apparaat Gods onmisbare zegen toe in hun verantwoordelijke taak. De voorzitter: Dank u vriendelijk, de heer Hoogerduijn. Het woord is aan de woordvoerder van de fractie van de PvdA, de heer Van Verk. De heer Van Verk: Voorzitter, dank u. De heer Van Antwerpen merkte al op dat het onvermijdelijk is dat er een aantal dubbelingen zijn gezien de discussie rond het minimabeleid. Niettemin wil ik starten met de dankzegging aan het ambtelijk apparaat voor het zeer vele werk wat zij hebben verzet, dat heeft geleid tot een boekwerk van 250 bladzijden, die wij ongeveer in twee weken tijd konden doornemen. Ik kan u vertellen dat dit een waar genoegen was. Ik wil de opbouw van mijn verhaal doen langs het jaarverslag en de toekomst bij de begroting die beleidsarm is, leggen en de focus op de Sociale Dienst richten. Bij het jaarverslag constateren wij dat het Bureau op orde lijkt. Zeker na de turbulente periode van voorgaande jaren ziet het ernaar uit dat er nu rust is en dat men de zaken op orde heeft. Het bestuur en de staf hebben zich het afgelopen jaar nadrukkelijk bezig gehouden met een discussie rondom de toekomst van de Drechtsteden en onze fractie heeft die discussie als prettig en harmonisch ervaren. Er waren goede inhoudelijke discussies tussen de raad en het bestuur en tussen de raad onderling. Mevrouw Van Dongen refereerde daar nog aan in haar afscheidswoord. In het jaarverslag wordt voor de SDD een zware ambitie neergelegd. Wij vragen ons af of de SDD zich daar in de toekomst niet aan vertilt. Uit de Burap blijkt dat men vooral intern gericht is op het Zuid-Holland Zuid niveau. Op bladzijde 3 van het jaarverslag staat over de gemeentelijke belastingen, over wollig gesproken, een zeer cryptische zin, die ik niet anders kan duiden dan dat er de nodige onrust is geweest op die afdeling. Daar zou ik graag meer duidelijkheid over krijgen vanuit het bestuur. Zoals gezegd zal bij ons de focus liggen bij de SDD, zoals bijna gebruikelijk is bij deze beschouwingen. Ik constateer dat in het jaarverslag staat dat de SDD bovengemiddeld presteerde en dat dit mede heeft geleid tot het grote overschot wat we hebben vastgesteld. Het is maar net welke benadering je kiest. Het bovenmatig presteren zou ook geleid kunnen hebben, daar duidde de heer Hoogerduijn ook al op, en de heer Van Antwerpen ook, in mindere mate, tot het te ver doorslaan van het beleid. Dat heeft, in ons geval, geleid tot diverse klachten die wij diverse malen hier hebben geuit en waarover we vragen gesteld hebben. En ja, dat beleid is vastgesteld door de Drechtraad, de heer Van Antwerpen, al konden wij dat niet altijd van harte steunen of hebben wij dat ook niet altijd gesteund. Wij kregen te veel en te vaak signalen vanuit de samenleving die erop duidden dat mensen zich tekort gedaan voelden. Of dat daadwerkelijk altijd het geval is geweest, dat kan je betwijfelen omdat er altijd twee kanten aan het verhaal zitten. Daar zijn wij ons ook bewust van. Maar het feit dat er zoveel klachten waren, duidde er wel op dat er iets gaande was.
pagina 16 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
En datzelfde zien wij ook nu langzaam weer uit de samenleving komen rond het begrip Wmo. Ook daar is een aantal veranderingen doorgevoerd en wij worden langzaam geconfronteerd met steeds meer klagende mensen over de uitvoering van de Wmo. Tegelijkertijd zie ik dat we ook daar een redelijk bedrag op overhouden. Wij willen er dan ook op aandringen dat het begrip maatwerk meer de basis gaat vormen van het beleid van de SDD dan het rechtlijnige beleid dat soms gevoerd wordt. Mevrouw De Klerk had het daar al over in het vorige blok voor wat betreft de gezinshereniging en ik kan dat alleen maar onderschrijven, want ook wij horen van die schrijnende situaties. De heer Van Antwerpen: Voorzitter, kan het zijn dat de vele klachten bij de Wmo het gevolg is van veranderingen door die kanteling? Is het niet zo dat elke verandering, op welk vlak dan ook, altijd leidt tot onrust? De heer Van Verk: Ik wil u dat voordeel van de twijfel best meegeven. Inderdaad zal dat voor een deel veroorzaakt worden door de veranderingen die er plaatsvinden. Tegelijkertijd kan je vaststellen dat, daar waar de Sociale Dienst een indicatie afgeeft en de uitvoerende organisaties dat bij elkaar optellen en vervolgens tot minder uren komen omdat het allemaal binnen dat budget geperst moet worden, er weldegelijk een frictie is tussen de indicatiestelling en de uitvoering. En dat leidt dikwijls tot klachten. Voorzitter, het feit dat de Sociale Dienst haar doelstelling niet zou halen voor wat betreft het aantal uitkeringstrekkers, daar hebben wij niet zoveel problemen mee. Wij beseffen maar al te goed dat de economische wind in deze regio behoorlijk tegen zit. Het is bijna onvermijdelijk dat bij een groeiend aantal werklozen, en daar zijn we mee geconfronteerd het afgelopen jaar, dat het aantal mensen dat is aangewezen op een uitkering, helaas, zal stijgen. Dat de heer Van Antwerpen ervoor pleit om die doelstelling vooral te handhaven, ervaren wij als een papieren tijger. Over vier maanden kunnen we die doelstelling met hetzelfde gemak loslaten. De heer Van Antwerpen: Ik denk dat het heel logisch is dat je ambities moet hebben. Ik ben vooral benieuwd naar de input die vanuit de gemeenten moet komen. In de stukken lees ik dat er vorig jaar, ondanks verzoeken van de portefeuillehouder, nauwelijks input geweest is vanuit de diverse gemeenten. Daarnaast lees ik in de media dat er in Rotterdam gesprekken zijn met Defensie om vooral jonge mensen daar aan de slag te krijgen richting monteurswerk. Daarom denk ik dat je de doelstelling niet los moet laten. Je moet de doelstelling gelijk houden en je organisatie prikkelen om creatief keurig buiten de lijntjes te kleuren. De heer Van Verk: Ik ben het met u eens als u het heeft over de inzet die gepleegd moet worden vanuit de gemeenten en de maatschappelijke organisaties om mensen op een of andere manier aan het werk te helpen. Of dat nu betaald werk is of vrijwilligerswerk, dat laat ik in het midden. Die opvatting delen wij. Waar ik het met u oneens ben is, als wij vaststellen dat er in deze regio sprake is van een toenemende werkloosheid, dat wij dat cijfer dan good go good moeten vasthouden. Want dat is een papieren tijger. De realiteit zal ons leren dat wij aan het eind van het jaar, helaas nogmaals, te maken zullen hebben met een groeiend aantal uitkeringsgerechtigden. Dat is een onvermijdelijk iets. Daar moeten wij ons in die zin bij neerleggen dat het cijfer zal groeien, maar de inzet die u wilt plegen, daar vinden wij elkaar zeker. De gemeenten zullen met elkaar moeten streven naar werkgelegenheid in die projecten. Laat dat helder zijn. Het verbaast mij ook dat dit nog weinig van de grond komt. Misschien vergis ik mij daarin. Ik hoor graag van de portefeuillehouder wat de stand van zaken wat dat betreft is. Voorzitter, wij zijn verontrust over een drietal zaken. In de eerste plaats de kinderarmoede. Dat had ik net ook kunnen noemen bij het Kinderfonds. Wij hebben ervoor gekozen om dat hier te doen. Wij hebben kennis genomen van een rapport van de Kinderombudsman wat constateert dat een op de negen kinderen in armoede leeft. Zijn aanbeveling is om gratis openbaar vervoer, bibliotheekpas en eventueel zelfs kledingpakketten beschikbaar te stellen voor deze kinderen. Kortom een uitbreiding van het SMS Kinderfonds naar het kinderarmoedebeleid. Wij zullen daartoe een motie indienen waarbij wij het DSB verzoeken om een onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor het opstarten van een dergelijk fonds en een dergelijk beleid. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, een gratis bibliotheekpas daar kan ik mij iets bij voorstellen. Datzelfde geldt voor de kleding die een kind nodig heeft. Maar een gratis buspas, daar kan ik mij niets bij voorstellen. Het zijn veelal kinderen die reizen onder begeleiding, dus de ouder moet ook betalen. Vindt u een gratis OV-pas voor kinderen het antwoord op kinderarmoede? Kunnen we ze dan niet beter aan een goede tweedehandse fiets helpen? De heer Van Verk: Ja, die overweging is bij ons in de fractie ook gemaakt. In eerste instantie waren wij ook die mening toegedaan. Maar je hebt het over een leeftijd tussen 4 en 16 jaar en dan moet je om de twee jaar de fiets weer vervangen, omdat ze er uit gegroeid zijn. Dat lijkt mij ook niet de weg die wij moeten bewandelen. Hoewel het sympathiek klinkt, vind ik hem wat onpraktisch. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, dit is niet gezegd omdat het misschien onpraktisch is. Gratis OV tegenover beweging, inderdaad een kind groeit en dat is goed, dus die fietsen kan je ook aan elkaar doorgeven. Wees wat innovatiever, de heer Van Verk, in plaats van je te beperken tot 'het kind de bus in'.
pagina 17 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
De heer Van Verk: Dat is dan uw opvatting. Ik ben het met u eens dat wij daarnaar kunnen kijken. Neem dat mee in het onderzoek. Het gaat er mij om dat wij moeten inzetten op het kinderarmoedebeleid waardoor die 11% kinderen die in deze regio net zo goed aanwezig is, het net een beetje beter krijgen dan dat ze het nu hebben. Mevrouw De Smoker: Maar, voorzitter, dan toch als laatste vraag. We hebben net een besluit genomen rondom de evaluatie minimabeleid. Daar hebben wij gezegd dat de bijdrage rondom SMS Kinderfonds voor kinderen in een bepaalde leeftijdscategorie omhoog gaat. Zou u niet eerst, zoals in de lijn die afgesproken is, die effecten af willen wachten alvorens weer iets nieuws te verzinnen en dat introduceren? De heer Van Verk: Ik zou het eraan toe willen voegen en niet iets nu verzinnen en in plaats van, maar gewoon ernaast ontwikkelen. Mevrouw Kensenhuis: Voorzitter, waarom heeft de heer Van Verk nee gezegd tegen de motie van WEK, vorig jaar, in het kader van omgaan met geld, lespakket voor kinderen? Kinderen hebben armoede omdat de ouders vandaag de dag niet met geld om kunnen gaan. Waarom heeft u daar nee tegen gezegd terwijl u nu pleit tegen kinderarmoede? Dat is een begin, leren omgaan met geld. Je begint bij de ouders. De heer Van Verk: U wilt dus kinderen leren omgaan met geld? Ik denk, zoals ik het nu ook ervaar, dat ik die motie toen te vaag vond om in mee te gaan. Ik zie niet de relatie tussen een cursus Omgaan met geld en het kinderarmoedebeleid. Mevrouw Kensenhuis: Voorzitter, dat is heel spijtig dat u de relatie niet ziet. Als je leert omgaan met geld en als de kinderen het hun ouders leren, dan kunnen die ouders later ook beter omgaan met geld. De heer Van Verk: Mevrouw Kensenhuis, u herhaalt uzelf. Mevrouw Kensenhuis: Ik herhaal mijzelf niet. Voorzitter, ik vraag alleen aan u waarom u nee heeft gezegd. De heer Van Verk: Nogmaals, ik vond die motie toen vaag en ik vind het verhaal nu vaag. U verwacht van kinderen dat zij hun ouders iets leren. Ik denk dat de relatie andersom ligt. Voor de rest is het niet in plaats van armoedebeleid. Armoedebeleid heeft een meer structureel karakter. Mevrouw Kensenhuis: Je begint bij de basis. Mevrouw Burger: Voorzitter, ik begin het overzicht te verliezen. De voorzitter: Laat mevrouw Kensenhuis haar zin afmaken. Mevrouw Kensenhuis: Voorzitter, je begint bij de basis, bij de kinderen, dat ze leren omgaan met geld. Vandaag de dag hebben kinderen ook mobieltjes, dit en dat, alles wat je soms niet nodig hebt als klein kind. Dus als je een kind leert omgaan met geld, waarom heb je nu dan een armoedebeleid nodig voor kinderen als je al nee zegt tegen de motie Leren omgaan met geld? De voorzitter: De heer Van Verk reageert daarop en vervolgt zijn betoog. De heer Van Verk: Ik heb daarover al gezegd wat ik wilde zeggen en ik ga verder met mijn betoog. Het tweede aspect waar wij ons ernstig zorgen over maken, is het toenemend gebrek aan werkgelegenheid voor jongeren met een opleiding. Wij schrokken van het bericht dat de stijging van de werkloosheid in deze regio 123% bedroeg tegen een landelijk gemiddelde van 55%. Wij juichten het initiatief van de VVD in de vorige vergaderingen toe en merken nu dat het wellicht een te smal initiatief is, want 100 startersbeurzen op 1153 werkloze jongeren is eigenlijk een druppel op een veel te gloeiende plaat. Wij willen pleiten voor een stimuleringsfonds werkgelegenheid jongeren met een afgeronde opleiding dat structureel ingezet kan worden daar waar het nodig is en meer kan worden ingezet omdat het gevuld wordt met een nader te bepalen deel van het overschot van de Sociale Dienst. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, toch de vraag aan de heer Van Verk om dat te preciseren. Aan welke bedragen denkt u en aan welke maatregelen denkt u en hoe gaan we dat financieren? Gewoon concreet. De heer Van Verk: Heel concreet. Wij denken eraan om een stimuleringsfonds op te richten voor werkgelegenheid voor jongeren dat gevuld wordt uit de overschotten van de Sociale Dienst, waarbij je kunt denken aan een aandeel van 10% van het overschot. Dan zou in dit geval € 1,5 miljoen betekenen. Hiermee heb je een substantieel deel voor het toekennen van die beurzen. Dan bereik je in ieder geval drie keer zoveel jongeren als nu het geval is. We hebben nu € 500.000 daarvoor klaarstaan. Dat zou betekenen dat daar 400 jongeren gebruik van kan maken. Dat is nog onvoldoende. Misschien zouden alle 1100 jongeren gebruik moeten kunnen maken van dat fonds, maar het is een verder begin met een goede maatregel. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, mag ik uit de woorden van de heer Van Verk opmaken dat hij denkt aan een uitbreiding van het budget van die studiebeurzen voor jongeren? De heer Van Verk: Dat is correct. Mevrouw De Smoker: Dat is correct. Dan zal ik daar nog eens de tekst van uw motie op naslaan. Zo was het niet overgekomen. De heer Van Verk: Met dat gegeven dat bij een fondsvorming dat geld jaarlijks kan blijven staan. Dat hoef je niet terug te laten vloeien naar de algemene middelen. Dat is het verschil tussen het vaststellen binnen je budget en een fondsvorming.
pagina 18 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
De heer Van Antwerpen: Voorzitter, u wilt het stimuleringsfonds financieren vanuit de positieve resultaten van de SDD. In hoeverre zou het niet te financieren zijn vanuit het participatiebudget? Wij hebben daar een aantal miljoenen euro's op over gehouden die we doorgekopt hebben naar het jaar erop. Vorig jaar hebben wij ruim € 200.000 teveel overgehouden en dat moest terug naar Den Haag. De heer Van Verk: Dat zou inderdaad ook een suggestie kunnen zijn, ware het niet dat volgens mij participatiebudgetten op een gegeven moment aflopen. Ik hoop dat we de overschotten wel elk jaar kunnen inboeken zodat wij dat fonds structureel een vulling kunnen geven. Maar het kan zijn dat ik mij daarin vergis. Ik hoor graag van de portefeuillehouder als dit anders is. Voorzitter, tot slot. Wij worden geconfronteerd met schrijnende verhalen in de sector Schuldhulpverlening. Wij zien dat mensen gedwongen worden hun huis te verkopen op het moment dat ze problematische schulden hebben en een beroep doen op de Schuldhulpverlening van de Sociale Dienst. Het huis wordt dikwijls verkocht met restschulden, waardoor de schuld die ze hebben nog eens wordt verhoogd met dat bedrag. Vervolgens moeten ze een woning huren die dikwijls een hogere huurprijs per maand heeft dan het bedrag van de hypotheekaflossing. Volgens mij is dat niet in overeenstemming met wat wij willen bereiken. We willen toch niet dat mensen die al schulden hebben nog meer schulden krijgen en hogere lasten moeten betalen voor wonen. Wij zouden ervoor willen pleiten om dit spanningsveld op de een of andere manier op te lossen, zonder dat je de kapitaalvorming, waar ook sprake van kan zijn bij huizen, stimuleert. Het is een dilemma. Wij hebben op dit moment ook de oplossing niet, maar ik vind wel dat er aandacht voor moet zijn. Tot zover mijn eerste termijn. De voorzitter: Dank u wel, de heer Van Verk. Het woord is aan de woordvoerder van de VVD fractie, mevrouw Burger. De heer Van Verk dient een tweetal moties in. Motie stimulering werkgelegenheid jongeren, krijgt het nummer motie 1. Motie SMS Kinderfonds krijgt als nummer motie 2. De moties worden vermenigvuldigd en maken onderdeel uit van de beraadslagingen. Iedere fractie krijgt een setje en er worden ook een paar exemplaren gemaakt voor de tribune. Mevrouw Burger: Dit is een bijzonder jaar, voorzitter, een jaar waarbij ieder de veren gladstrijkt voor de komende verkiezingen en waarbij we binnen de Drechtsteden een intensief traject lopen om vorm en inhoud van onze samenwerking aan te passen aan de opdracht die we gezamenlijk hebben opgepakt. De jaarrekening 2012 vertoont een positief resultaat van € 15,1 miljoen, waar na aftrek van reserveringen een saldo van € 10,7 miljoen resteert. De vraag is of reserveringen binnen de Gemeenschappelijke Regeling moeten blijven of dat dit terugvloeit naar de gemeenten. In tijden van bezuinigingen en zorgvuldig omgaan met de middelen die we hebben, spreekt de VVD fractie uit dat de gevormde reserves binnen de GR Drechtsteden op zeer zorgvuldige wijze worden behandeld en dat gebruik onder strikte voorwaarden plaatsvindt. In deze tijden is het eenvoudiger en verleidelijk om uit de reserves te putten, dan langs gemeenten te gaan voor een extra bijdrage. Het project Manden Maken toont een verlies van € 3 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door vertraging in een project dat naar de mening van de VVD fractie al geruime tijd afgesloten had moeten zijn. Wat is de oorzaak hier nu van en is hiermee het project geheel afgedaan? Het Ingenieursbureau Drechtsteden is een bijzonder verhaal. De bezuinigingen zijn voor 2012 ingevuld maar voor 2013 zijn er nog niet voldoende opdrachten. Voor 2014 is de intentie door het binnenhalen van opdrachten de bezuiniging in te vullen. Hierbij wordt tevens de opmerking geplaatst dat in de huidige markt het een probleem is om gezien de prijsstellingen de opdrachten binnen te halen, en dat het bureau afhankelijk is van het hebben van relaties. Daarnaast wordt het bureau geconfronteerd met een stuwmeer van 4000 verlofuren over 70 medewerkers. Er wordt opgemerkt dat het breder trekken van het eigenaarschap van het IBD niet wil vlotten. De VVD fractie heeft meermaals gevraagd om scenario’s waarbij ook volledige verzelfstandiging van het IBD meegenomen wordt. Tot op heden wordt hier vanuit het bestuur niet op geanticipeerd. Graag horen wij de visie van de verantwoordelijke portefeuillehouder over de toekomst van het IBD. Het aanbestedingsbeleid baart onze fractie zorgen. In de stukken is te lezen dat dit nog niet op orde is en de fractie van de VVD wil graag van de portefeuillehouder horen hoe de verbetering hierin gestalte gaat krijgen. Inkoop en aanbesteding is een van de peilers van onze samenwerking. Ten slotte moet de schaalgrootte mede bijdrage aan het financieel voordeel voor gemeenten in de samenwerking en dit zal in de nabije toekomst een zeer belangrijk punt zijn. Wij denken hierbij onder andere aan de transities die op ons afkomen. Hier kom ik later nog op terug. Met betrekking tot het voordeel van de schaalgrootte hebben wij gezamenlijk besloten tot de opzet van een Shared Service Center. Het moment zou gekomen moeten zijn dat wij hier het voordeel aantoonbaar van gaan merken. De realiteit is dat de frictiekosten nog steeds een fors probleem zijn. Voor de komende jaren is er een raming van € 3,5 miljoen. Wij vragen ons af hoe in beeld gebracht kan worden wat het schaalvoordeel is, zodat de frictiekosten een positie in het geheel krijgen en ook aan onze inwoners is te verantwoorden waarom we hiervoor hebben gekozen. De samenwerking zal door verregaande noodzakelijk bezuinigingen steeds meer onder druk komen te staan. Het ziekteverzuim binnen het SCD is hoog en de VVD fractie stelt voor om door middel van een actieprogramma dit fors terug te dringen wat vele tienduizenden euro’s op zal leveren.
pagina 19 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Voorzitter, de VVD fractie roept op om de schaalvoordelen in beeld te brengen zodat lokale raden en onze inwoners de meerwaarde van de samenwerking ook erkennen en het beeld van een geldkostende organisatie voorkomen wordt. Wij beseffen dat dit niet een eenvoudige opgave is, maar de VVD fractie is van mening dat het in deze tijd noodzakelijk is om nut en noodzaak aan te tonen zodat ook op de juiste momenten doorgepakt kan worden. Waar willen wij op doorpakken? Vanuit onze politieke basis willen wij het Drechtstedenbestuur op de verschillende programmaonderdelen kaders meegeven voor het opstellen van het meerjarenprogramma vanaf 2014. Onderwijs. Het streven is dat iedereen een startkwalificatie voor toetreding tot de arbeidsmarkt heeft. Er dient een goede samenhang te zijn tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Kijk naar de kansen op de arbeidsmarkt en werk aan de kansen. Economie. Hierbij zijn focus, realisme en samenspraak met het bedrijfsleven de sleutelwoorden. Kijk naar de markt en maak gebruik van de kansen die deze biedt. Speel in op de mogelijkheden voor een goede balans in detailhandel en bedrijfsterreinenstrategie en de mogelijkheden voor natte bedrijven. Kijk hierbij goed buiten de grenzen van ons gebied en de samenhang hierin en pas het aanbod hierop aan. Hierbij is het onderdeel verkeer en vervoer een belangrijk punt. Een goede ontsluiting van onze regio biedt kansen. Woningbouw. Herijking van de woningvoorraad en de palt-afspraken hierop blijven afstemmen is in deze tijd onontkoombaar. Neem de uitvoering ter hand. Cultuur. Cultuur in de regio is belangrijk. Wanneer je woningen realiseert moet je ook een aantrekkelijke regio zijn en hier horen ook voorzieningen bij. Bovendien trekt dit werkgelegenheid aan. Sociaal. De VVD wil dat zorg en arbeidsmogelijkheden in de toekomst betaalbaar, beschikbaar en toegankelijk blijven. Vooral de kosten voor de zorg groeien zo snel, dat de betaalbaarheid steeds meer onder druk komt te staan. De omslag dient dan ook gemaakt te worden naar meer maatwerk en meer zorg in de buurt. Dit vanuit de overtuiging dat gemeenten bij uitstek in de positie zijn om in gesprek met haar inwoners tot een passend aanbod van zorg en ondersteuning te komen. Hierbij gaan we uit van de kracht van de samenleving en verantwoording en regie op eigen leven. Daar waar nodig dient er ondersteuning te worden georganiseerd, want niet iedereen heeft dezelfde mogelijkheden en capaciteiten, maar dienen hierin wel gestimuleerd om zo de zelfredzaamheid te bevorderen. Om invulling te geven aan de drie transities zullen wij logischerwijs de samenwerking moeten zoeken om ook het hoofd te kunnen bieden aan de uitdagingen die de beschikbare middelen met zich meebrengen. De VVD fractie wil de volgende kaders meegeven aan het Drechtstedenbestuur: De Participatiewet. De VVD fractie is tevreden met de wijze waarop het Drechtstedenbestuur tot nu toe met de transformatie aan de slag is gegaan. Het uitvoeringsprogramma heeft onze goedkeuring. Wel willen wij vragen om met betrekking tot het huidige overschot op de middelen, de komende maanden intensief in te zoomen op de jongeren. Wij hebben hier eerder al een initiatiefvoorstel voor vastgesteld binnen de Drechtraad. In deze tijd komen er veel jongeren na hun eindexamen beschikbaar voor de arbeidsmarkt en het ziet er naar uit dat de eerder beschikbare ESF-gelden ter bestrijding van jeugdwerkeloosheid in de nabije toekomst er niet meer zullen zijn. Jeugdzorg. Met ingang van 1 januari 2015 zal verantwoording op dit terrein volledig overkomen naar gemeenten. Momenteel ligt er een voorstel, ik vermoed, bij 19 gemeenten om de schaalindeling van activiteiten op de verschillende onderdelen vast te leggen. Hierbij zullen ook op beleidsmatig en inkoopniveau de samenwerking op Regio Drechtsteden niveau gaan plaatsvinden. De VVD fractie vraagt of op dit onderdeel wij als regio al gesteld zijn. Naar de mening van de VVD fractie zal inkopen van jeugdzorg en preventie een van de belangrijkste taken worden. De vraag is of er op dit moment voldoende zicht is op kwaliteit en effectiviteit van de bestaande en nieuwe jeugdzorgaanbieders. Er zullen door het rijk per 1 januari 2014 een set outcomecriteria beschikbaar komen waarmee kwaliteit en effectiviteit beoordeeld kunnen worden. Uiterlijk 31 oktober 2013 dienen gemeenten transitiearrangementen voor 2014 in te dienen. De VVD fractie roept het bestuur op te stimuleren en af te spreken dat deze criteria door gemeenten meegenomen worden in hun afspraken met bestaande zorgaanbieders om zo voldoende zicht te krijgen op kwaliteit en effectiviteit, om dit in de toekomstige aanbesteding en inkoop voor 2016 mee te kunnen nemen. AWBZ. Op dit onderdeel zullen taken overgeheveld worden naar de Wmo. Een hele verantwoording daar het hier gaat om een groep kwetsbare inwoners van onze regio. De kanteling zal hier goed zichtbaar worden gemaakt en de VVD fractie roept het bestuur op om een gedegen project in samenspraak met de Drechtraad op te stellen, waarbij bestuurlijke verantwoording en doelstellingen helder geformuleerd worden. Tevens verzoeken wij u om binnen dit traject raadsleden te informeren op een niveau waarbij duidelijk wordt waar besluitvorming over gaat en wat effecten hiervan zijn. Betrek organisaties op een professionele wijze hierbij. De afgelopen maanden hebben binnen de regio Drechtsteden in relatie tot bovenstaande in diverse werkgroepen en Carrousels gesprekken plaatsgevonden over vorm en inhoud van de samenwerking. De VVD fractie staat een organisatie voor ogen die al de door haar aangegeven punten op basis van de vijf geformuleerde basisprincipes kan uitvoeren.
pagina 20 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Daarnaast vind de fractie het belangrijk dat de volgende kenmerken binnen de bestuurlijke samenwerking aanwezig zijn. Een financieel transparante organisatie, waarbij meerwaarde van het samenwerken helder is. Dit dient voor de juiste beeldvorming ook uitgedragen te worden aan lokale gemeenteraden en de inwoners van onze regio. Een P&C cyclus waarop de Drechtraad op basis van het door hemzelf opgestelde rMJP zijn kaderstellende en controlerende functie kan uitvoeren. Hierbij horen een begroting en jaarverslag welke dezelfde indeling kennen als het regionaal meerjaren programma. Een compact dagelijks bestuur, waarbij benoeming van portefeuillehouders op basis van een door de Drechtraad vastgestelde profielschets plaatsvindt. Burgemeesters maken geen deel uit van het Drechtsteden Bestuur. Een politieke en gemeentelijke afspiegeling is in de Drechtraad zichtbaar, waarbij de omvang maximaal verminderd wordt. De VVD fractie heeft eerder een voorstel gedaan over het terugdringen van het aantal Drechtraadleden. Het is voor de VVD fractie onbespreekbaar om één ambtelijke organisatie te vormen. De samenwerking zoeken en uit efficiëntie ambtenaren uitwisselen op projectbasis is een variant waar de VVD mee in kan stemmen. De heer Hoogerduijn: Voorzitter, misschien komt het nog? Maar waarom vindt u dat er geen sprake moet zijn van één ambtelijke organisatie? Mevrouw Burger: Omdat wij zes afzonderlijke autonome gemeenten zijn en bestuur en raad over het eigen ambtelijke orgaan moet kunnen beschikken op de momenten dat zij dat wensen en daar ook de sturing aan moet kunnen geven. Meer ook in aansluiting op uw woorden daarover. De heer Hoogerduijn: Voorzitter, ik was er natuurlijk op uit om dat te horen. Overigens is mevrouw Burger al aardig bezig met de discussie, die we kort na de zomer zullen afronden, over de toekomst van de Drechtsteden. Ik heb er zelf een klein aanzetje toe gegeven. Mevrouw Burger: Ik had uw aanzet niet nodig hoor. De heer Hoogerduijn: Maar ik denk niet dat we nu de hele discussie gaan voeren, voorzitter. Mevrouw Burger: Ik wil graag afronden. Voorzitter onze bijdrage is gebaseerd op de waarden vrijheid, verantwoordelijkheid, verdraagzaamheid, sociale rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid van mensen. Wij hebben hiermee een bijdrage willen leveren aan de totstandkoming van een financieel transparante en stabiele sturing op de onderdelen waarop wij binnen deze regio samenwerken. Dank u wel. Mevrouw De Klerk: Voorzitter, ik kan het verkeerd begrepen hebben, maar voor mij ligt het concept jaarstukken 2012 en het concept begroting 2014. Het is mij niet duidelijk wat u inhoudelijk van de stukken vindt die voor ons liggen. U heeft een heel betoog gehouden, maar het is mij niet duidelijk. Mevrouw Burger: Ik kan u mijn bijdrage ter hand stellen, dan kunt u het nalezen. Ik heb weldegelijk een visie gegeven op de stukken die hier voorliggen. Mevrouw De Klerk: Volgens mij heeft u geen reactie gegeven op de jaarstukken over de verantwoording die afgelegd wordt. Mevrouw Burger: Ik heb daar geen reactie op. De heer Van Verk: Voorzitter, ik hoor mevrouw Burger en passant noemen dat de Drechtraad maximaal beperkt zou moeten worden en een afspiegeling moet zijn van de gemeentelijke vertegenwoordigingen. Klopt dat? Mevrouw Burger: Dat klopt. De heer Van Verk: Hoe ziet u dat in concreto? Ik heb er nog niet zo een beeld bij. Hoe wilt u dat het tot stand komt? Mevrouw Burger: Dat zou neigen naar een zeer uitgebreid antwoord. In de diverse Carrousels hebben wij tot drie maal toe aangegeven, en het is ook opgenomen in het uiteindelijke raadsvoorstel, dat wij uitgaan van een samenstelling van de Drechtraad vanuit gemeenten en op basis van de verkiezingsuitslagen van de zes gemeenten, uitgaande van 35 Drechtraadsleden. De heer Van Verk: Dan duidt u eigenlijk op een soort getrapte verkiezingen? Mevrouw Burger: Ja, op basis van de uitkomsten van de lokale verkiezingen. De heer Van Verk: Dat geeft mij meer beeld, dank u wel. De voorzitter: Dank u wel, mevrouw Burger. Het woord is aan de woordvoerder van het CDA, de heer Lichtenberg. De heer Lichtenberg: Voorzitter, beste collega's. Wij hebben als fractie geen amendementen en geen moties. Dat scheelt wellicht in interrupties. Het is een lange zit en ik ben zelf ook tot aan een 'plaspauze'. Misschien dat wij er wat vaart achter kunnen zetten. Ik begin met waar ik een half jaar geleden mee geëindigd ben, namelijk dat Nederland in een crisis verkeert, het vertrouwen in de politiek volkomen zoek is, en dat niet het kabinet maar de peilingen lijken te regeren. Kiezers begrijpen dat de crisis morgen niet is opgelost, maar willen wel een vertrouwenwekkend perspectief. Maar ze krijgen, wat het CDA betreft, niets anders dan dezelfde oude oplossingen. En wie zegt dat het allemaal één pot nat is, heeft gelijk, want zowel links als rechts bieden ons versleten oplossingen en een politiek zonder toekomstvisie. De decentralisatieoperaties worden momenteel vooral financieel gestuurd en lijken vooral ingegeven door bezuinigingen en niet door een visie op een duurzame samenleving. Over de uitwerking wisselt voortdurend het beeld en de planning en het ene akkoord na het andere rolt over ons heen. Al die landelijke verschuivingen leveren onzekerheden op voor onze inwoners, en de gemeenten die het moeten gaan uitvoeren. Het kabinet beschouwt daarbij blijkbaar gemeenten steeds meer als uitvoeringsloketten. En schaalvergroting wordt als oude oplossing gepredikt met dreigementen en al.
pagina 21 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Voorzitter, wij hebben het al eerder gezegd, diverse wetenschappelijke studies en de geschiedenis leert ons dat dit soort simplistisch denken niet oplossingen voortbrengt, maar problemen veroorzaakt en de overheid nog meer van haar inwoners vervreemd. Het zet ook onze goede samenwerking die we hier hebben opgebouwd onnodig onder druk. Wij zijn als CDA-fractie dan ook tevreden met de antwoordbrief die het DSB heeft opgesteld aan minister Plasterk. De Jaarstukken en Burap. Datgene wat hier in de Drechtsteden is opgebouwd zien we terug in de jaarstukken en de Burap over 2013. Het CDA wil het DSB en ambtelijke organisatie complimenteren met toegenomen helderheid en transparantie van de jaarrekening. Met de accountant kunnen wij met tevredenheid constateren dat de organisatie steeds beter op orde komt en in control is. De informatie die wordt vertrekt is helder en voldoende uitgebreid. Over veel onderdelen hebben wij dan ook geen vragen of opmerkingen. En dat mag, nee moet u als een compliment opvatten. Sociale Dienst Drechtsteden. Ten aanzien van de SDD hebben wij wel vragen en opmerkingen. Vooraf willen wij opmerken dat het rijksbeleid ten aanzien van de verstrekking van budgetten aan gemeenten verkeerde prikkels kent. Immers gemeenten krijgen budgetten naarmate er meer bijstandsgerechtigden zijn en een IAU wordt toegekend als er meer dan 10% stijging is van het bestand. Binnen de eerste 10% is het immers eigen risico. Dit rijksbeleid leidt er wellicht toe dat het voordelig is een jojobeleid te voeren ten aanzien van het sociaal beleid. Wij menen dat ook in de uitvoering van de SDD te herkennen. 2010 en 2011 waren relatief slechter dan andere jaren. 2012 doen we via Baanbrekend een forse investering waarbij technisch gezien het bestand in eerste instantie flink verlaagd lijkt te worden, maar nu in 2013 zien we weer een relatief sterke stijging. Op naar de volgende IAU-aanvraag en die wordt in de Burap dan ook aangekondigd. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, wat hebben wij dan veranderd in het beleid, dat u het nu opeens een jojobeleid noemt. Ik kan mij niet heugen dat wij van het ene uitgangspunt naar het andere toegerold zijn. De heer Lichtenberg: Nee, we hebben met Baanbrekend fors geïnvesteerd om in een keer het bestand te verlagen en dat zien wij gebeuren. En daarna zien wij in een keer het bestand weer fors stijgen. Dat is wat ik het jojobeleid noem. Baanbrekend is weldegelijk ingezet om het bestand te verlagen. Dat is in de eerste maanden van 2012 ook gelukt, maar daarna zie je het bestand weer sterk stijgen. Voorzitter, in dit licht bezien stellen we als fractie vraagtekens bij de effectiviteit van het gevoerde beleid. Als we scherp kijken naar de resultaten in 2012 dan is, onzes inziens, het volgende gebeurd. De inhoudelijke doelstelling is niet gehaald met 10% afwijking ten opzichte van het totale bestand. Er is extra budget over door extra toegekende rijksmiddelen. Het participatiebudget is besteed aan ambtenaren in plaats van aan de mensen die het nodig hebben. Dit heeft weer tot gevolg dat er overgehouden wordt op het budget voor de organisatie en dat wordt voor een deel weer in een voorziening gestopt voor overtollige ambtenaren waar het DSB en de directie van de SDD over kan beschikken. Het is een werkwijze die we in professionele zin creatief kunnen noemen en wellicht ook wel wordt ingegeven door het rijksbeleid, maar waar wij vraagtekens bij stellen als het gaat om de inhoudelijke effectiviteit voor de mensen waar het echt om gaat. Het gevolg van het jojobeleid kan ook zijn dat we zoveel budgetten hebben voor projecten dat we niet goed weten hoe dat in te zetten. Zo hebben we als fractie onlangs kennis genomen van de raadsinformatiebrief over het actieplan Jeugdwerkeloosheid. Wij zouden dat in de Carrousel graag eens willen bespreken, met name over de relatie tussen doelstellingen en acties en middelen die daarin worden gepresenteerd. Zo is er volgens de Burap ook nog voor € 1,5 miljoen budget over in het participatiebudget voor projecten. Iedereen kan daar een aanvraag voor doen. Voorzitter, onze vraag is dan ook mogen gemeenten dat inzetten voor werkprojecten voor mensen met een arbeidsbeperking? De heer Van Verk: Voorzitter, ik wil nog even terug naar het jojobeleid. U heeft daar heel veel kritiek op, maar wat is uw analyse? Als ik u hoor praten, lijkt het erop alsof u het bestuur verwijt dit moedwillig en opzettelijk te doen, teneinde extra middelen te verwerven. Misschien is het een heel verkeerde suggestie, maar zo komt het wel op mij over. Of heeft u nog een andere analyse voor ons in petto? De heer Lichtenberg: Voorzitter, volgens mij heb ik de woorden die de heer Van Verk mij probeert in de mond te leggen, absoluut niet gebruikt. Ik heb aangegeven dat volgens mij het rijksbeleid tot het jojobeleid aanleiding geeft, ik meen dat erin te herkennen. En ik stel vraagtekens namens mijn fractie, bij de effectiviteit die dat oplevert voor de mensen waar het echt om gaat. U heeft in uw betoog, volgens mij, op een andere manier dezelfde vraagtekens over die effectiviteit voor de mensen. Ik heb dat ook bij andere fracties gehoord. Misschien is mijn aanvliegroute een andere, maar volgens mij is de doelstelling die wij daarin proberen te bereiken wel hetzelfde. De heer Van Verk: Dat is vaak bij het CDA, die passen bij vele doelstellingen, zal ik maar zeggen. De heer Lichtenberg: Nee, wij vliegen dingen van veel kanten aan. De heer Van Verk: Ik ontkom er toch niet aan dat u eigenlijk zegt dat het bestuur optimaal gebruik maakt van de perverse prikkels die het rijksbeleid geeft om meer geld te verwerven. Dat neigt bij mij tot een gevoel dat niet zo netjes is. Het is niet gericht op het daadwerkelijke doel dat volgens mij dit bestuur wel nastreeft, namelijk het vergroten van de werkgelegenheid in deze regio en mensen daadwerkelijk aan de slag te helpen. Misschien lukt dat niet helemaal. Maar goed, die analyse maakt u in ieder geval niet.
pagina 22 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
De heer Lichtenberg: Voorzitter, ik heb erover gezegd, wat ik er daarnet ook over gezegd heb. De heer Van Verk hoor ik de vraag herhalen. Ik ga graag, maar dan in de Carrousel nader in debat hoe we de effectiviteit van het beleid voor de mensen waar het om gaat, kunnen vergroten. Daar zit de kern van onze zorg en volgens mij is dat ook de zorg van de heer Van Verk. Het feit dat het rijksbeleid perverse prikkels kent, daar kunnen wij, volgens mij, elkaar nog wel in vinden. Dat er professioneel en creatief mee wordt omgegaan door het DSB en de SDD is volgens mij het woord dat ik daarbij gebruikt heb. Voorzitter, we zijn als fractie ook benieuwd naar de inhoudelijke evaluatie Baanbrekend waarvan we hebben kunnen lezen dat die recent is afgerond. We willen graag ook die eens in de Carrousel bespreken. Dat was onze bijdrage over de SDD. Dan hebben wij ook wat te vertellen over de frictiekosten voor de ambtenaren waar in de jaarrekening een voorziening voor getroffen wordt. Ook hier hebben wij wel wat vraagtekens bij. Het gaat in totaal over € 5 miljoen voor SDD en SCD samen. Volgens de stukken gaat het eind 2012 nog om 35 medewerkers. Dat is omgerekend € 143.000 per medewerker. Bovendien is er daarnaast nog € 600.000 jaarlijks budget voor opgenomen in de lopende begroting. Is dit niet een knap staaltje windowdressing? Er wordt gereorganiseerd. Ambtenaren worden bovenformatief maar we moeten ze gewoon blijven betalen. We verlagen de begroting, dus we kunnen laten zien dat we de bezuiniging gerealiseerd hebben, maar we treffen tegelijk een voorziening om de kosten voorlopig te blijven betalen. Met natuurlijk verloop redden we het dan wel en met beetje mazzel kunnen we straks ook weer financiële voordelen presenteren omdat we de voorziening niet helemaal hoeven op te maken. En dan hebben we opnieuw een bezuiniging gerealiseerd. Graag vernemen wij de reactie van het DSB hierop. Laatste vraag, wat de jaarrekening betreft, gaat over de overfinanciering van € 20 miljoen die in 2011 heeft plaatsgevonden. Er wordt geconstateerd dat een goede treasuryfunctie van groot belang is. Dat lijkt ons niet meer dan duidelijk na de Landsbanki affaire. Maar we lezen nergens wat het DSB nu met die € 20 miljoen, die € 900.000 aan rente kost, wil gaan doen. We zouden kunnen bedenken dat dit straks in I&A wordt gestopt, maar er wordt in de begroting 2014 niets actiefs over gezegd. Ik wil daar graag een reactie op. De begroting 2014 is beleidsarm. Maar dit geeft Drechtraad juist de mogelijkheid om kaders mee te geven. Daar gaan algemene beschouwingen over. Wij zijn blij met het oppikken van het signaal van onze fractie om niet twee keer beschouwingen te houden en dat inderdaad nu te doen en de volgende beschouwingen pas weer na de verkiezingen van volgend jaar. Het CDA wil graag kaders meegeven voor het vervolg van de inrichting van onze begroting. Wij zullen daar wat dingen in meegeven. Wij willen de gewone mensen en de zorgen die zij hebben centraal stellen. Wij willen uitgaan van zeven principes die wij als kader willen meegeven bij de verdere beschouwingen over de regio. Het eerste principe is, het gaat om de samenleving, niet de overheid. Wij willen meer onze inwoners en partners laten meebeslissen over de wereld om hen heen en ook meer laten meedoen. In de regionale samenwerking willen wij dit bijvoorbeeld vertalen via de invoering van de strategische allianties zoals dat is aangekondigd. Het tweede principe is, iedereen heeft een taak. Het CDA werkt niet mee aan het verspillen van het talent van mensen, of ze nou jong of oud zijn. Dus of je werkt, of je doet vrijwilligerswerk, of je volgt een opleiding. Iedereen doet er toe in de samenleving en iedereen heeft daarin een taak te vervullen. Vanuit dat principe willen wij het sociaal beleid in de Drechtsteden, ook in de toekomst, inhoud geven. Wij willen dat mensen actiever worden ingezet om een tegenprestatie te leveren als dat maar enigszins mogelijk is en wij willen dat de publieke voorzieningen die we hebben beter worden benut. Het derde principe is, een eerlijke economie. Het economisch beleid is het belangrijkste speerpunt voor het volgende rMJP. De inzet op Drechtsteden Maritiem mag nog meer vorm en inhoud krijgen. Ook ons inkoopbeleid moet worden herbezien. Het kan niet dat er bedrijven buiten onze regio profiteren van overheidsopdrachten, die soms worden uitgevoerd met arbeidsmigranten die van veraf worden gehaald en die betaald worden onder ons minimumloon, terwijl onze eigen bedrijven en onze eigen inwoners daaronder lijden. Wij zijn benieuwd naar nadere voorstellen daartoe van het DSB. Het vierde principe ligt in het verlengde, een beetje in het verlengde van het voorgaande, wij zullen strijden tegen profiteurs. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, ik wil terugkomen op wat de heer Lichtenberg zegt over aanbestedingen. Ik denk dat wij allemaal met u meevoelen. Maar als wij hier dat wiel al hadden uitgevonden om te voorkomen wat er gebeurt, dan hadden wij dat ook allang gedaan. Vraagt u niet iets onmogelijks? De heer Lichtenberg: Voorzitter, wij denken dat er nog veel meer mogelijk is dan er nu gebeurt in de Drechtsteden. Het aanbestedingsbeleid is onlangs aangepast, juist om dit meer mogelijk te maken. En er is nog meer mogelijk. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, ik vind het jammer dat het CDA dan geen motie of amendement indient. Daar zitten we met smart op te wachten. De heer Lichtenberg: Nee, er ligt geen enkel beleid voor waarover we een amendement over zouden kunnen indienen, voorzitter. Maar we gaan daar graag het debat over aan. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, voor die motie hebben wij met elkaar het inkoopbeleid niet nodig.
pagina 23 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
De heer Lichtenberg: U mag ook een motie indienen als u dat wilt, als u ons standpunt onderschrijft, dan zie ik de motie graag tegemoet. Voorzitter, het vijfde principe, we willen bouwen op families. Alleen als het goed gaat met onze families, gaat het goed met onze samenleving. We moeten toch kiezen voor een cultuur waarin families beter ondersteund worden om de dingen te doen die ze kunnen doen. Wij zijn dan ook van mening dat, met name het denken in die richting ons inspiratie kan bieden voor de uitwerking van de decentralisatie operaties. Het zesde principe is dat wij willen uitgaan van zelfbewuste gemeenten verbonden met de regio. Anderen hebben het al gezegd, er is veel tijd en energie gaan zitten in de toekomst van onze regionale samenwerking. Daar is en wordt vanuit het DSB hard aan getrokken. Al eerder hebben wij laten weten dat het gras niet harder groeit als eraan getrokken wordt. We lopen dan zelfs de kans dat het breekt. Maar we hebben veel goede discussies gevoerd. We hebben gesproken over het netwerkbestuur, over programmatische afstemming en vluchtig over de toekomst van de organisatie. Als CDA hebben we hier al meerdere malen ons zegje over gedaan. We zullen dat de komende maanden in de afronding van die discussies opnieuw doen. Voorop blijft staan, voor het CDA, dat de regio is gebouwd op en geworteld in de lokale samenlevingen en niet andersom. Wij willen eenheid in verscheidenheid mogelijk blijven maken. Wij hebben kunnen lezen dat het DSB inmiddels een ei heeft gelegd over de onderlinge verrekensystematiek. Graag willen wij hier informatie over en vragen ons af of dit in Carrousel aan de orde kan komen. Het laatste principe, voorzitter, gaat over de toekomst van onze kinderen. Het gaat er niet om we keuzes maken voor korte of lange termijn. Wij kiezen niet voor uitgaven en belastingverhoging op de korte termijn, maar voor hervormen en besparen op de lange termijn. En dat moeten we structureel blijven doen. In die zin zijn wij verheugd te lezen dat de Zomermotie die wij vorig jaar hebben ingediend nog steeds leeft bij het DSB en wij weten ook dat daar tal van ideeën in onderzocht worden. Graag gaan wij daar nader het gesprek over aan zodra daar voorstellen voor komen. In die zin vragen wij nog steeds af welke toekomst het IBD nu heeft. De begroting blijft hier opnieuw vaag over. Welke koers vaart het DSB hier nu in? Voor het CDA zijn dit zeven dragende principes om te vernieuwen en vooruit te komen. Laten we samen bouwen, steen voor steen, dag na dag. Dat is onze opdracht. Ik dank u wel. De voorzitter: Dank u vriendelijk. Het woord is aan de woordvoerder van de VSP en D66, mevrouw De Smoker. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, dank u wel. Voorzitter, wij hebben vernomen uit de Auditcommissie dat dit de laatste algemene beschouwingen van deze periode zullen zijn, dus die kans nemen we waar. Wij beginnen met een terugblik. Een terugblik in de zin van heeft het DSB op de winkel gepast of heeft dit DSB het verschil gemaakt? Onze algemene indruk is dat er grote stappen gemaakt zijn. Dit is de eerste periode waarin halverwege het Regionaal Meerjarenprogramma, in samenspraak met de Drechtraad, is herzien. Het is al gezegd, het volgende rMJP zal door het DSB en de Drechtraad samen worden opgesteld. Daar heeft D66/VSP steeds voor gepleit. In deze periode is bedrijfsvoering steeds projectmatiger aan het worden. Maar het gaat met vallen en opstaan. IP&A kostte in 2011 veel geld en uiteindelijk zal dat nu weer het geval zijn. Eén letter minder, nu I&A, maar miljoenen meer. Noordoevers/ROM-D we raken er niet over uitgesproken van een positieve insteek naar een miljoenenafboeking. Dat doet zeer en brengt toch de vraag boven, en dat heeft een aantal collega's ook al genoemd, zijn wij als Drechtraad in control? Brengt het DSB ons in positie om de kaders te formuleren, die wij als Drechtraad vervolgens weer kunnen controleren? D66/VSP vindt dat dit beter kan, inzichtelijker moet en vooraf/vooraan in het proces. De komende finale begroting 2014 is er een waar we naar uitkijken, want dan gaan we over op de nieuwe indeling. Wat betreft de projecten zijn wij klaar met vergaderen over een uitvoeringsagenda. Die uitvoeringsagenda hebben wij begin 2012 met elkaar vastgesteld. Het wordt tijd om dit verder te regelen en daarom pleiten wij voor Investeren, en investeren met een hoofdletter i. Niet met de traagheid van Manden Maken of de ondoorzichtigheid van de ROM-D, maar DSB verras ons dit laatste jaar nu eens met voorstellen om door te pakken. Het is nu of nooit! Zoals gezegd, hebben wij begin 2012 zeven investeringsprojecten vastgesteld. Laat zien wat er nu gebeurt. En voordat de nieuwe periode begint, verwachten we een stand van zaken waarmee de nieuwe Drechtraad kan doorgaan. Als wij kijken naar de toekomst, zien we voor de Drechtsteden een sterk merk, Maritiem. Wij leren van de aanpak in Eindhoven waar ze de sterke punten oppakken en uitbouwen. Eindhoven is Hightech, Drechtsteden is Maritiem. Een mooie kans naar buiten toe is komend najaar met de conferentie Zuidwestelijke Delta. Maar het VNG-congres in 2014 wordt natuurlijk een topper. Daar willen we graag aan bijdragen. We gaan ervan uit dat het DSB een werkgroep uit de raden samenstelt die zich tegen de inhoud kan aanbemoeien, met raadsleden als ambassadeur, als reisleider, als begeleider. Wij kunnen het allemaal zijn en we kunnen het allemaal invullen. De inhoud van dat VNG-congres gaat natuurlijk over dat Maritiem en logistiek en hoe wij dat samen oplossen. Het gaat, wat ons betreft ook over punten als externe veiligheid, Kijfhoek, A15/A16 of iets heel anders, zet de Zwijndrechtse coffeeshop maar in de etalage. Graag een reactie van het DSB op dit voorstel.
pagina 24 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Voorzitter, de toekomst en onze visie op de toekomst. De toekomstdiscussie nadert zijn afronding in het najaar. D66/VSP kijkt in ieder geval tevreden terug op een proces dat, na een te snelle start van het DSB, verder in gezamenlijkheid is verlopen. Toch kunnen we ons niet altijd aan de indruk onttrekken dat het DSB in een andere versnelling zit dan de Drechtraad. Kijkende naar de ambtelijke doorontwikkeling, herinneren we het DSB eraan dat het primaat bij de Drechtraad ligt en dus ook binnen de kaders van de Drechtraad verloopt. Wij staan voor een netwerkorganisatie maar wij staan ook voor het uitgangspunt dat financiële voordelen hieruit pas ingeboekt worden, als deze behaald zijn en een goed luisteraar weet wat ik daarmee bedoel. Voorzitter, een korte blik op onze zogenaamde dochters, want zo heten ze nu nog in deze jaarrekening, begroting en in de Burap. De Sociale Dienst. Ondanks alle kritiek die er vandaag gespuid is, zeggen wij: mooie resultaten en vernieuwend beleid. De Belastingdienst levert goed werk en zelfs het Ingenieursbureau krabbelt wat op. Het is wel breekbaar en het zal van het komend jaar afhangen hoe dat voor het Ingenieursbureau verder zal gaan. De decentralisaties Jeugdzorg, AWBZ en Participatiewet. Daarover kunnen we kort zijn. Aan deze decentralisaties wordt hard gewerkt, en ook hier geldt, de juiste schaal voor het juiste probleem. Dus we beginnen lokaal en wat niet lokaal kan, doen we regionaal, en als het niet anders kan, dan moet het maar bovenregionaal. Voorzitter, tot slot is er één portefeuille die wij nader willen belichten, en dat is de portefeuille veiligheid. Veiligheid, zo dicht bij de burger en toch soms zo ver bij ons vandaan als Drechtraad. Afgelopen jaar hebben wij met elkaar gesproken over Nedstaal, en daardoor kwam het functioneren van de Omgevingsdienst naar voren. Zo ver bij ons vandaan, want als Drechtraad kunnen wij formeel niets, wel als individuele raden. Van dit dossier is geleerd dat wij als gemeenten samen moeten optrekken waar dat nodig is. Dat is ook de meerwaarde van de Drechtsteden. Voorkom dubbelingen of erger nog, voorkom verschillen. Samen optrekken, samen overleggen en samenwerken in dezen maakt onze kracht juist groter. Als straks het verbeterplan inzake OZHZ gereed is, verwachten we ook minimaal een reflectie van het DSB hierop. Graag een reactie. Veiligheid is ook externe veiligheid. 2013 zal in ieder geval € 11 miljoen meer op de begroting laten zien, of eigenlijk op de jaarrekening laten zien, dan verwacht. Want het geld voor de quick wins is vanuit Den Haag binnengekomen. Dat is een uitstekend voorbeeld van samen optrekken. We noemden de onderwerpen al eerder, A15/A16, spoorveiligheid, Kijfhoek. Blijf de Drechtraad informeren over de lobby’s, zodat we waar mogelijk onze bijdrage vanuit de fracties kunnen blijven leveren. Veiligheid, voorzitter, tot slot kan ook heel kleinschalig zijn. Verkeersveiligheid. De komst van de containerterminal in Alblasserdam zal meer verkeer in de gemeenten geven, vooral met een A15 die dagelijks opstroopt. Een grote zorg zit dan bij een provinciaal fietspad waar dagelijks vele scholieren gebruik van maken maar dat helaas niet helemaal vrijliggend is. Tot tweemaal toe moeten scholieren de autoweg, met het vrachtverkeer, doorkruisen. Het kost de Provincie, als eigenaar, € 1,5 miljoen om dit fietspad aan te leggen. We pleiten voor een lobby naar de Provincie en dienen daarvoor een motie in. Voorzitter, samenvattend. Als we terugkijken, is er meer dan op de winkel gepast, hebben we een dynamische samenwerking die veel brengt, soms teveel kost maar vooral onze gemeenten een factor van betekenis geeft. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel, mevrouw De Smoker. De heer Boersma: Voorzitter, ik heb twee vragen aan mevrouw De Smoker. Toen de Alblasserdamse raad op 26 april 2011 over het bestemmingsplan rondom het containertransferium sprak, hebben wij als Alblasserdamse raad ook uitgebreid over de verkeersveiligheid gesproken. Wij zijn toen als raad, met uitzondering van de D66 fractie, tot het oordeel gekomen dat de verkeersmaatregelen die we hier nemen, afdoende zijn om een veilige oversteek van de fietsers te garanderen. Is mevrouw De Smoker zich van deze discussie bewust? De fractie van D66 doet nu voorkomen alsof de fietsers, gerekend vanuit Alblasserdam richting Papendrecht, dus die scholieren, twee keer een drukke weg moeten oversteken. Dat is feitelijk onjuist. Komend vanuit Alblasserdam, overstekend met het viaduct over de A15, wordt er één keer overgestoken. Daarna wordt er in zuidelijke richting doorgereden, richting Papendrecht, en niet in de zuidoostelijke richting zoals nu wordt voorgesteld. Is mevrouw De Smoker zich ook daarvan bewust? Mevrouw De Smoker: Voorzitter, ik kan heel kort zijn. Twee keer ja. Ja, wij zijn ons ervan bewust dat u als raad daarover heeft gesproken en natuurlijk heeft u de verkeersveiligheid helemaal bovenaan staan. Maar wij vinden dat nog niet genoeg. Wij hebben ook gesproken met ons eigen provinciaal Statenlid. Wij willen een lobby om echt het onderste uit de kan te halen. U weet net zo goed als ik, dat scholieren op de fiets op die leeftijd, als water zijn. Ze glippen overal tussendoor. De tweede opmerking die u maakte, dat het niet één keer, maar twee keer is. Het ligt eraan vanuit welke richting je komt. Maar uit de tekeningen die bij mij zijn binnengekomen, maak ik op dat het twee keer is. Misschien kan de heer Van der Plaat het nog toelichten, maar ik denk dat deze informatie voldoende is. De heer Boersma: Voorzitter, het is enigszins misleidende informatie en bovendien geeft mevrouw De Smoker ook aan dat de fietsers zijn als water. Het voorstel van de D66 fractie is om een vrij ingewikkelde lus aan te leggen waar fietsers door gedwongen worden om een behoorlijke omweg te nemen, terwijl ze gewend zijn om gewoon rechtdoor te rijden. Ze zijn als water. We leggen in potentie een mooie voorziening aan waar geen gebruik van gemaakt wordt.
pagina 25 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Mevrouw De Smoker: Voorzitter, ik wil daar toch op reageren. Ik vind de woorden 'misleidende informatie' een zware kwalificatie van de heer Boersma en ik zou het zeer op prijs stellen als hij daarop terugkomt. Het kan misschien in uw ogen 'te' zijn aangezet, maar woorden als 'misleidend' gebruiken wij in andere contexten en niet in deze. En als u ervoor garant kan staan, betekent het dan dat u deze motie niet zal steunen? De voorzitter: U vraagt verduidelijking op een motie. Als u wilt beraadslagen, moet u dit op een andere manier doen, niet als de motie ingediend wordt. U heeft uw punt kunnen maken. Volgens mij komt u er later op terug. Kunnen wij het zo afspreken? Dank u wel. De motie krijgt nummer 3 en maakt onderdeel van de beraadslagingen, de motie wordt verspreid. Het woord is aan de woordvoerder van GroenLinks, mevrouw Kroes. Mevrouw Kroes: Voorzitter, voor ons ligt een stuk verleden, heden en toekomst. Over het verleden bent u helder. De jaarstukken zijn beter leesbaar, de eerste bestuursrapportages roepen nog wat vragen op en over de toekomst bent u duidelijk, deze is nog niet inzichtelijk. Wat dat betreft wordt het tijd dat de Regering de daad bij het woord voegt en gemeenten duidelijk geeft zodat de bevolking geïnformeerd kan worden over de gevolgen voor degenen die dat betreft. Voorzitter, het accountantsrapport. Hier is al eerder over gesproken. We zien dat er zorgen zijn over de hoogte van de frictiekosten, over de al eerder gemelde, niet in euro's gekwantificeerde risico's die wij lopen en daarmee samenhangend het weerstandsvermogen, en over de interne controles in het algemeen en specifiek bij de Sociale Dienst. Wij hopen dat de mei- en septembercirculaires meer inzicht bieden in die toekomst. Wij zijn het eens met het accountantsrapport waarin wordt geconstateerd dat de Drechtraad te laat en niet volledig wordt geïnformeerd over wijzigingen, overschrijdingen en onderbenutting. Hierdoor kan de Drechtraad zijn budgetrecht niet uitoefenen. Wij komen hier later op terug. Voorzitter, we zien een fors overschot bij de Sociale Dienst. Er is al veel over gezegd. U doet een voorstel voor de bestemming hiervan. Wij kunnen ons vinden in de herbestemming van de middelen die sociaal gealloceerd worden. Wij kunnen ons niet vinden in de herbestemming door het dekken van ICT inhaalafschrijving. Wat dat betreft sluiten wij ons aan bij de twee amendementen die gedaan zijn door de Lokale Partijen. Wij bevelen aan dat het exploitatieresultaat van het minimabeleid door lokale gemeenteraden wordt gereserveerd voor de komende jaren. Maatwerk. Hier is al eerder over gesproken waar het de Sociale Dienst betreft. Dat is belangrijk, zeker als het gaat over kinderen, de heer Van Verk noemde al het rapport van de Kinderombudsman. We moeten niet willen dat één op de acht kinderen in armoede opgroeit, daar moeten we hard aan werken. Dat gebeurt ook. U heeft ook laten zien dat u aan maatwerk doet door de ID-banen te behouden voor de groep die voor 1950 is geboren. Hier is GroenLinks blij mee. Wij vragen aandacht en inzicht in mogelijkheden om maatwerk toe passen bij mensen die bijvoorbeeld in scheiding liggen. Een Partner in zelfstandigheid is de juiste insteek. Daarmee bedoelen wij dat mensen niet eerst drie weken na moeten denken voordat zij in hun onderhoud kunnen voorzien. Wij moeten, bij dit soort regelingen, er ook voor oppassen dat de goeden niet lijden onder de kwaden. Ook vragen wij om maatwerk bij plaatsingsmogelijkheden voor mensen die moeten solliciteren. Er zijn onvoldoende werkplekken. Dit zien wij ook bij mensen die werken bij Sociale Werkvoorziening. De prognose is wishfull thinking. De heer Van Antwerpen: Voorzitter, ik hoorde u net zeggen dat er voorkomen moet worden dat mensen drie weken moeten nadenken. Ik denk dat u doelt op het aanvragen van een bijstandsuitkering? Mevrouw Kroes: Ja. De heer Van Antwerpen: Bent u op de hoogte van de plannen uit Den Haag om die zoektermijn van vier weken ook voor boven de 27 jaar te laten gelden? Mevrouw De Klerk: Dat vinden wij zorgwekkend. Mensen bevinden zich in een specifieke situatie. Ze hebben het moeilijk en hoe groter je de groep maakt, hoe meer mensen daardoor in de problemen komen. Voordat je daadwerkelijk de zaken geregeld hebt, ben je soms maanden verder. Wij vinden dat je, daar waar je dit soort zaken kunt voorkomen, dat ook moet doen. De heer Van Antwerpen: Jawel, maar als dat ons opgelegd wordt vanuit Den Haag. Hoe denkt u dat dan hier te kunnen corrigeren? Mevrouw De Klerk: Ik hoor u zeggen dat het ook voor een grotere doelgroep gaat gelden. We hebben het nu specifiek over een groep mensen Partner in zelfstandigheid en we hebben specifiek de doelgroep mensen in scheiding benoemd. Het uitgangspunt vinden wij op zich prima. Je weet op voorhand dat het mensen in een dergelijke situatie niet lukt om te voldoen aan de eis die gesteld is. Daar moet je niet op je strepen blijven staan. Wij vragen om daar wat flexibel in te zijn. De heer Tazelaar: Voorzitter, mensen die willen scheiden, weten dat al van te voren. Je beslist niet 's maandags dat je dinsdags gaat scheiden. Die scheiding moet toch ook officieel vastgelegd worden? Je kan melden dat je op 31 maart gaat scheiden, dan hebben ze drie maanden van te voren daar een besluit over genomen. Dan kunnen we dat toch allemaal prima regelen?
pagina 26 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Mevrouw De Klerk: Voorzitter, het zal de heer Tazelaar verbazen hoe snel dingen gaan waar mensen mee geconfronteerd worden. We zitten hier met een specifieke doelgroep. Er zijn soms schrijnende voorbeelden en ik heb al een aantal keren het woord maatwerk gehoord. Dit is een doelgroep waar wij aandacht voor vragen. Mensen die in een scheiding zitten, zitten in een emotionele situatie en die zijn niet in staat om drie weken na te denken over het probleem van het vinden van werk. Laten we realistisch wezen en ervoor zorgen dat deze mensen een basisvoorziening krijgen zodat ze in ieder geval de vaste lasten kunnen betalen. Anders gaan ze straks inderdaad naar de deurwaarder met alle gevolgen van dien. We vragen niet meer en niet minder. Mevrouw Kroes: Ik had het al over maatwerk en onvoldoende werkplekken. Dat geldt ook voor de sociale voorziening. De prognose is wishfull thinking, mensen met een beperking plaatsen op reguliere werkplekken. Hoe ver gaan we bij het belasten van de bedrijven in onze regio? Het ontzorgen van de werkgevers zal deels effect hebben, maar voldoende? Hoe zorgen wij ervoor dat er een bijdrage wordt geleverd die aansluit bij de mogelijkheden van de mensen? Wij vragen ook maatwerk voor jongeren tot 27 jaar die niet meer in aanmerking komen voor een bijstand. Hoe moet het met jongeren die mantelzorger zijn? Of die volledig op zichzelf zijn aangewezen en door problemen niet in staat zijn om te werken? GroenLinks steunt het voorstel om een vrijwillig budgetbeheer op te zetten. Ook hier vragen wij maatwerk voor diegenen die door hun beperking of psychische problemen niet kunnen voldoen aan de gestelde eisen. Drechtwerk, daar is al wat over gezegd. Het is een zorgenkind geweest en GroenLinks is akkoord met het plan om de Sociale Dienst en Drechtwerk samen te laten gaan. Ernstig is het aantal mensen dat nog op de wachtlijst staat, 372. Het zal erg moeilijk zijn om voor de categorie van minder dan 20% verdiencapaciteit zinvolle activiteiten te vinden. Een flinke opdracht. Voorzitter, wat betreft de Wmo zien wij in de afgelopen jaren een positief effect op de jaarrekening en de begroting. Wij vragen ons af wat het effect is op de gebruikers van die Wmo. De signalen die wij tot nu toe horen over de huishoudelijke hulp, bijvoorbeeld, zijn zeker niet positief. Ik hoef u alleen maar te herinneren aan de grote aantallen ontslagen die zijn gevallen als gevolg van de wijzigingen in het beleid. Het mag dan binnen de begroting passen, maar wij zijn niet trots op dit beleid. Wij zijn dan ook benieuwd naar de uitslag van het onderzoek naar de effecten, eind van dit jaar. Voorzitter, we hebben een aantal vragen over de eerste Burap. De RAS-middelen vervallen per 1 juli. U geeft aan wat u nog kunt doen. Maar wat kunt u niet meer doen nu dit geld vervalt? Wat is het alternatief voor de thuisbegeleiding voor de jeugd van de Drechtsteden? En waarom is er nog steeds geen duidelijkheid over het aansluiten van de overige vier Drechtsteden bij het IBD? Modderen we door of pakken we door? Halen we het uit de Drechtsteden omdat het hier gewoon niet hoort? Er zijn slechts twee steden die hierbij aangesloten zijn en daar moet je het ook gewoon bij laten. De verwachte WWB toename in 2013 is 20%. U stelt de doelstelling bij naar een maximum klantaantal van 5124. Er is al meerdere keren iets over gezegd. Hoe realistisch is dit? Wat is daar het nut van? Voorzitter, de toekomst van de Drechtsteden is al vaak onderwerp van gesprek geweest. Op dit moment vindt lokaal de discussie plaats over de voorstellen van de gemeentesecretarissen en de voorstellen die gedaan zijn door het DSB in samenwerking met de Drechtraad. Dat is, volgens ons, de juiste volgorde. Wij moeten zoeken naar het juiste optimum in onze samenwerking en dit optimum op een goede manier koesteren. We moeten beter dan voorheen heldere SMART afspraken maken aan de voorkant zodat wij die afspraken goed kunnen evalueren aan de achterkant. Wij wachten de uitkomsten van de onderzoeken van de ONS-D af en bespreken integraal die uitkomsten met de uitkomsten van het bestuur waardoor het dossier ruim voor de verkiezingen klaar is en we na een jaar goed kunnen evalueren met elkaar. Het heroverwegen van de mandaten is hier een onderdeel van. Dit houdt ons en het bestuur scherp. Het energieprogramma. Daar zijn wij natuurlijk trots op. Collectieve inkoop van zonnepanelen voor particulieren, campagne Energiebesparing bestaande woningbouw in de Drechtsteden, zonnepanelen op gemeentelijke daken, duurzame bedrijven en interne duurzaamheid en windonderzoek. En als aanvulling daarop een onderzoek naar de mogelijkheden, hoewel het niet altijd even soepel verloopt, naar collectieve duurzame energie-inkoop voor minima. Wij zien dat dit een positief effect heeft op de afzonderlijke steden, een soort vliegwiel. Wij vinden het positief dat het DSB hier een leidende rol op zich neemt. GroenLinks vraagt aandacht voor de participatie van de burger zelf in dit soort projecten, zoals dit bijvoorbeeld gebeurt bij Drechtse Stromen. Wij zijn trots op het resultaat van de uitwerking van de motie van GroenLinks met betrekking tot het bondgenootschap en aanvalsplan laaggeletterdheid. Dat was een motie van vorig jaar. Voorzitter, dan de begroting die nogal beleidsarm is. Wij zijn verbaasd dat er minder geld is vrijgemaakt in 2014 voor Budgetadvies en Schuldhulpverlening. Dit staat haaks op de ontwikkelingen omdat het aantal mensen dat in financiële problemen komt, alleen maar toeneemt. Voorzitter, de fractie van GroenLinks maakt zich ernstig zorgen over de winning van Schaliegas en het doen van proefboringen. Aan deze winning kleven grote risico's. GroenLinks kiest voor duurzame energie, niet voor Schaliegas. De kans is groot dat men in de grond van de Drechtsteden ook proefboringen wil doen. Wij vinden dat alle zes de Drechtsteden zich uit moeten spreken tegen Schaliegas, zoals inmiddels door 47 andere
pagina 27 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
gemeenten, waaronder Amsterdam, is gebeurd. Wij zullen in de raden van Zwijndrecht, Dordrecht en Papendrecht het debat aangaan en dat zal eindigen in een uitspraak van de raad. Wij roepen andere fracties op, in de andere drie raden, om deze discussie ook met elkaar te voeren. Voorzitter, veel onduidelijkheden doorkruizen ons pad. Het is afwachten tot dit Kabinet haar daadkracht laat zien zodat wij verder kunnen met de transities en het inrichten van een geactualiseerde begroting. Hierbij hebben wij wat handvatten meegekregen. Wij horen graag uw reactie. De voorzitter: Dank u wel voor uw sympathieke bijdrage. De fractie Lammers/WEK, mevrouw Kensenhuis heeft het woord. Mevrouw Kensenhuis: Voorzitter, dit is een gezamenlijke woordvoering van de fractie WEK en de lijst Lammers. Geachte voorzitter, bestuurders en leden van de Drechtraad. Het motto van de bijdrage van de fracties WEK en Lammers is: “Je moet de spelregels tijdens het spel niet veranderen”! Wij blijven het een vreemde zaak vinden om algemene beschouwingen te houden binnen een op monistische leest geschoeide Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden, verder te noemen als GRD. Algemene Beschouwingen passen naar onze mening alleen bij rechtstreeks gekozen politieke organen, zoals de gemeenteraad, de Tweede Kamer der Staten Generaal of het Europees Parlement. Waar het debat ten minste een debat kan zijn. Immers bij een monistisch bestuursorgaan als de GRD kunnen bestuurders niet worden weggestuurd. Hoe effectief ben je dan als controlerend gremium? Mevrouw De Smoker: Voorzitter, als u de algemene beschouwingen zo insteekt, betekent dat ook dat u over een minuut dan ook uitgesproken bent? Dan moet u zelf ook niet meewerken aan een algemene beschouwing. Mevrouw Kensenhuis: Voorzitter, ik adviseer u om mijn betoog verder aan te horen, net zoals ik uw betoog heb aangehoord. Verderop krijgt u antwoord op al uw vragen. Geduld is een schone zaak. Mevrouw Kroes: Voorzitter, ik wil er nog wel even op doorgaan. Ik vind het bijzonder wat u zegt. U zegt dat wij dit niet serieus hoeven te nemen met elkaar, maar ik wil wel dat u naar mij luistert. Mevrouw Kensenhuis: Waar heeft u het nu over? Ik heb uw vraag dan niet begrepen. Mevrouw Kroes: Ik ga door op de interruptie van mevrouw De Smoker. Mevrouw Kensenhuis: U stelt nu een vraag en wat is de vraag? Mevrouw Kroes: Waarom u daar gaat staan als u aangeeft dat u ons niet serieus neemt dan neem ik aan dat u zichzelf ook niet serieus neemt. Mevrouw Kensenhuis: Wat ik nu zeg is, als u mijn betoog verder aanhoort dat u antwoord krijgt op al uw vragen, waarom ik dit betoog ga houden dat je de spelregels tijden het spel niet moet veranderen. Nog even geduld, we komen hier later op terug. Over het jaar 2012 is er een positief saldo van € 15,1 miljoen geboekt. Hierbij moet wel aangemerkt worden, dat gemeenten via de Sociale Dienst een hoger inkomensdeel hebben mogen inboeken dan aanvankelijk voorzien was. De uitkomst is dus wel wat geflatteerd. De financiën van de GRD zijn op orde en dat is een goede zaak. Maar, er staan ook de nodige positieve aannames die als feiten worden gepresenteerd. Er heeft bij de start van de GRD nooit een nulmeting plaatsgevonden. Dus blijft het lastig te bepalen in hoeverre de samenwerking daadwerkelijk profijtelijk voor de deelnemende gemeenten is. De bestuurlijke discussie en de zo te noemen ”staatkundige wendbaarheid" binnen de Drechtsteden. Er kan geen duaal te noemen AB van onze GR in de vorm van een Drechtraad zijn. Dat is niet in overeenstemming met de structuur van ons bestel. Ons bestel, lokaal bestuur en de wettelijke regels met betrekking tot een GR. Zie ook de recente brief van minister Plasterk. Praat dus met elkaar over een andere inrichting van ons GR bestuur, gebaseerd op en in lijn met de wetgeving, zoals die in ons land door onze eigen democratische wetgever legaal tot stand is gebracht. Recent hebben de fracties Lammers en WEK de Minister van Binnenlandse Zaken uitgenodigd om in het najaar de Drechtraad te komen toespreken om van hem te vernemen wat zijn visie op de huidige Drechtraad is. De fracties Lammers en WEK hebben eerder al aangegeven informele Drechtstedendinsdagen als netwerkondersteuning een prima zaak te vinden. Maar de focus van politieke besluitvorming dient weer teruggebracht te worden en op gemeentelijk niveau plaats te vinden, zie ook het voorstel dat eerder door de fracties Lammers en WEK is gedaan. Dus op naar een kleinere Drechtraad met maximaal 18 politici. Mevrouw Burger: Voorzitter, ik verneem van de fractie WEK graag wat ze precies willen. Ik hoor op de oude GR-wijze en dat is een heel monistisch stelsel waarbij het AB is samengesteld vanuit collegeleden van deelnemende gemeenten en een DB, en ik hoor u spreken over een kleinere Drechtraad. Voor uw informatie, in 2006 zijn wij gestart met deze Drechtraad en hebben wij met elkaar afgesproken dat wij zoveel als mogelijk het dualisme door willen laten klinken in deze GR. Volgens mij voldoen wij daar prima aan. Mevrouw Kensenhuis: Ik heb het over Algemeen Bestuur en ik had het over algemene beschouwingen. Daar begon ik mee. Wat was uw vraag? Mevrouw Burger: Ik had het over een Algemeen Bestuur. Als u naar een basis gaat volgens de wet Gemeenschappelijke Regeling, bestaat een AB voornamelijk uit collegeleden van deelnemende gemeenten, van waaruit een Dagelijks Bestuur wordt gekozen en hebben raadsleden op geen enkele wijze zitting. En vervolgens heeft u het over een kleiner Drechtraad.
pagina 28 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Mevrouw Kensenhuis: Voorzitter, ik ga verder met mijn betoog. Ik adviseer u om de brief van Minister Plasterk die u een tijd terug al ontvangen heeft, ter harte te nemen. Daarin kunt u precies zien wat de kritische noot is. Mevrouw Burger: Sorry, u hoeft mij niet te adviseren dingen te lezen, want dat doe ik vanzelf al. Mevrouw Kensenhuis: Dan hoeft u mij niet te adviseren wat het vervolg van mijn betoog zal zijn. Ik ga verder. De fracties Lammers en WEK hebben eerder al aangegeven informele Drechtstedendinsdagen als een netwerkondersteuning een prima zaak te vinden. Maar de focus op de politieke besluitvorming dient weer teruggebracht te worden en op gemeentelijk niveau plaats te vinden. Zie ook het voorstel dat eerder door de fracties Lammers en WEK is gedaan. Dus op naar een kleinere Drechtraad met maximaal 18 politici. De heer Van Verk: Voorzitter, is mevrouw Kensenhuis zich ervan bewust van het feit dat in ieder geval haar fractie dan waarschijnlijk niet meer vertegenwoordigd zal zijn in zo een kleine Drechtraad? Mevrouw Kensenhuis: Wat wilt u daarmee bewijzen of aantonen? De heer Van Verk: Ik vraag u iets. Mevrouw Kensenhuis: Wilt u uw vraag nog een keer verwoorden? De heer Van Verk: Bent u zich bewust van het feit dat in zo een kleine Drechtraad uw fractie niet meer vertegenwoordigd zal zijn. Mevrouw Kensenhuis: Wellicht is uw fractie na de verkiezingen ook niet meer vertegenwoordigd. Zo kunnen we weer verder gaan. Ik ga verder. Servicecentrum Drechtsteden (SCD). Naar aanleiding van de beantwoording door het bestuur op de door ons gestelde technische vraag, waarvoor onze dank, kunnen wij ons voorstellen dat besluitvorming ten aanzien van de frictiekosten van het Servicecentrum, door middel van een extra bijdrage van de gemeenten, uit te stellen met enkele maanden zodat er eerst in de onderscheiden gemeenten en gemeenteraden intern een goede standpuntbepaling bediscussieerd kan worden. Daarmee zou de besluitvorming over extra gemeentelijke bijdragen eerst daar gelegd worden, namelijk in de eigen raden, waar deze thuishoort. In onze optiek zou dat procedureel ook zuiverder zijn. Graag zetten wij daarom dit punt van zorg kracht bij met de indiening van een motie, de motie Frictiekosten SCD. ICT. Tijdens de Drechtraad van juni is een besluit gevallen om alvast een deel van het Transitieplan te financieren. De fracties Lammers en WEK maakten hiertegen bezwaar om drie redenen. Omdat de juiste volgordelijkheid niet in acht genomen is. Het gaat om een substantiële investering van miljoenen euro's. Bij verlengd lokaal bestuur 'van onderop', dienen eerst de gemeenteraden geraadpleegd en in de besluitvorming betrokken te worden, en daarna pas de Drechtraad. Nu is dat omgedraaid en worden de raden met een voldongen feit geconfronteerd. Het gaat weer om heel veel geld, en er zijn weer geen alternatieve varianten aangedragen. Eerder waren er ook overschrijdingen bij de ICT te betreuren. In algemene zin is dit, naar onze bescheiden mening, een onwenselijke gang van zaken, waarbij de lokale democratie uiteindelijk ernstig tekort wordt gedaan. Dat is niet goed voor het vertrouwen van de burger in de politiek. Het beeld dat hieruit opdoemt, is de burger als sluitstuk van een ambtelijk politiek bestuurlijk technocratisch proces. Naar aanleiding van de beantwoording door het bestuur op de andere door ons gestelde technische vraag, waarvoor onze dank, kunnen wij ons voorstellen dat besluitvorming ten aanzien van de ICT inhaalafschrijvingen eveneens met enkele maanden wordt uitgesteld zodat er eerst in de onderscheiden gemeenten en gemeenteraden intern een goede standpuntbepaling bediscussieerd kan worden. De heer Loos: Voorzitter, ik vind het toch een beetje frappant dat de fractie WEK en Lammers aangeven dat er eerst iets in de gemeenteraad besproken moet worden en dat ze dan later gaan vertellen dat het een verkeerde volgorde is om dat hier te doen. Mag ik u vragen waar uw fractie was op 28 mei in Dordrecht? Mevrouw Kensenhuis: Op 28 mei in Dordrecht? Ik heb mijn agenda niet bij me, maar ik kan u wel vertellen met betrekking tot de ICT dat we hier in de Drechtraad een kritische noot hebben gegeven. We hebben verteld waarom wij ertegen waren. En nog iets anders. In de middagraad van 25 juni heb ik een stemverklaring afgelegd en hier in deze vergadering heeft de voorzitter misschien iets te voorbarig geconcludeerd dat alle partijen voor waren. Wij zijn als eerste kritisch geweest. Ik adviseer u om dat ook eens een keertje te zijn. De heer Loos: Ik neem u toch nog even mee terug naar 28 mei, want dat was mijn vraag. Dat was namelijk een gemeenteraadsvergadering van de gemeente Dordrecht. Daarin is de jaarrekening vastgesteld en daarin staan de inhaalafschrijvingen genoemd. Mevrouw Kensenhuis: O ja, dat weet ik alweer. Ik was herstellende. Ik was net uit het ziekenhuis. De heer Loos: Maar u was daar dus aanwezig en u heeft daar een democratisch besluit genomen over de inhaalafschrijvingen. Mevrouw Kensenhuis: Wat wij hebben gedaan is altijd kritisch zijn. En wat ik nu hier doe, is dat ik hoop dat u kunt luisteren naar wat er wordt gezegd. De heer Loos: U zegt dat wij iets ondemocratisch doen, maar dat doen wij dus niet. U heeft uw besluit in uw fractie, in uw gemeenteraad al genomen en ook in de fractie van Papendrecht op 23 mei. Mevrouw Kensenhuis: U hoort uzelf graag praten. U luistert blijkbaar niet goed en dat is het probleem. Als iemand niet goed luistert, dan gaat de boodschap ook mis.
pagina 29 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Mevrouw Burger: Voorzitter, ik zou graag de fractie WEK willen verzoeken om vooral ook respectvol om te gaan met de collega raadsleden, zoals alle raadsleden dat doen. En geen kwalificatie aan mensen te hangen. Mevrouw Kensenhuis: Dan adviseer ik u om ook uw hand wederom in eigen boezem te steken. Respect is wederzijds en het zou van respect getuigen als u eerst een betoog zou aanhoren. De heer Van Verk: Voorzitter, ik wil graag een voorstel van orde. Ik vind het niveau nu zodanig naar beneden gaan. Ik vraag om een pauze. Mevrouw Kensenhuis: Nee, wij houden geen pauze. De voorzitter: Ik stel het volgende voor. Mevrouw Kensenhuis kan, net als ieder ander, haar betoog rustig vervolgen. Zij nadert een afronding en daarna is het pauze. Mevrouw Kensenhuis heeft het woord. Mevrouw Kensenhuis: Waarvan acte. Ik vervolg mijn betoog. Naar aanleiding van de beantwoording van het bestuur op de andere door ons gestelde technische vraag, waarvoor onze dank, kunnen wij ons voorstellen dat besluitvorming ten aanzien van de ICT inhaalafschrijvingen eveneens met enkele maanden wordt uitgesteld zodat er eerst in de onderscheiden gemeenten en gemeenteraden intern een goede standpuntbepaling bediscussieerd kan worden. Daarmee zou de besluitvorming samen met eventuele extra gemeentelijke bijdragen inzake de eerdergenoemde frictiekosten eerst daar gelegd worden, namelijk in de eigen raden, waar deze thuishoort. In onze optiek zou dat procedureel ook zuiverder zijn. Graag zetten wij daarom dit punt van zorg kracht bij met de indiening van een motie. Voorzitter, we gaan ons betoog afronden. Je moet de spelregels tijdens het spel niet veranderen. Ten eerste. In de Drechtraad dienen wij als onderscheiden politieke fracties, namens de eigen gemeente, een gezamenlijk meerderheidsstandpunt in te nemen. Ten tweede. Besluitvorming langs de lijnen van de staatsrechtelijk niet bestaande regiofracties is niet in overeenstemming met ons staatsbestel. Ten derde. Er kan geen duaal te noemen AB van onze GR in de vorm van een Drechtraad zijn. Ten vierde. In een afgeslankte Drechtraad, conform het voorstel van Lammers/Wek, kan besluitvorming wel op een politiek democratisch gelegitimeerde wijze worden genomen. Ten vijfde. De volgordelijkheid van besluitvorming bij frictiekosten en ICT dient gerespecteerd te worden. De fracties Lammers en WEK kunnen zich met de thans gangbare ondemocratische gang van zaken niet verenigen. Om die reden stemden de fracties Lammers en WEK in juni tegen het gevraagde ICT-krediet, nog afgezien van het feit dat de besluitvorming procedureel geen schoonheidsprijs verdiende en het weer om veel geld gaat en dat er geen goede alternatieve onderzoeken en varianten voorhanden zijn. Wij vinden het daarnaast niet passend dat er een werkgroep, bestaande uit leden van de Drechtraad, is ingesteld. Dit staat immers op gespannen voet met de toezichthoudende en controlerende rol van de gemeenten in de Drechtraad. Het wordt zo een onoverzichtelijk geheel, of bestuurlijk gezien een te ingewikkelde knoop: het wordt tijd deze te ontwarren. Wij danken u voor uw aandacht. De voorzitter: Dank u wel. U dient een tweetal moties in. Een motie over het Service Centrum Drechtsteden, dat is motie nummer 4. De motie over de Inhaalafschrijvingen, dat is motie nummer 5. De moties worden vermenigvuldigd en maken onderdeel uit van de beraadslagingen. We zijn door de eerste termijn. Ik stel voor dat wij pauzeren tot half tien. Daarna vervolgen wij de vergadering met de eerste termijn van het DSB. De vergadering is geschorst. PAUZE De voorzitter: Het woord is aan de heer Korteland. Portefeuillehouder Korteland: Dank u wel, voorzitter. Allereerst dank voor de vele complimenten voor de stukken en de leesbaarheid daarvan. Ik weet hoeveel werk de organisatie daar ingestoken heeft om u vanavond te kunnen bedienen. Wij zullen die complimenten ook zeker doorgeleiden. Voorzitter, ik haal een aantal dingen uit uw beschouwingen naar voren. Door de Samenwerkende Lokale Partijen is specifiek gevraagd naar het systeem van Trap op en trap af. Wij willen dat systeem vooral handhaven en zullen niet initiëren om dat te veranderen. Dat betekent dus, op basis van de ontwikkelingen van het gemeentefonds, dat dit omhoog of omlaag kan gaan. En dat vertaalt zich door van lokaal naar de GRD. Specifiek over Manden Maken en ICT, daar kom ik zo nog op terug. Enkele fracties vroegen of ik iets meer kon vertellen over de bereikte besparingen. We zijn dit jaar begonnen om jaarlijks een factsheet aan u voor te leggen waarin dat met geld en met mensen is weergegeven per dochter, in totaal in die uitflapbare folder, waar dat in vermeld staat. Wij zijn van plan om dat jaarlijks zo te doen, maar dan niet hier maar in de lokale raad. Dit om te laten zien de betrokkenheid, maar ook concreet wat het dan betekent. Voorzitter, ik kan toezeggen dat wij dat jaarlijks te doen.
pagina 30 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
De fractie WEK en nog iemand anders hadden het over de exacte nulmeting. Die is niet gemaakt en we hebben ook de GD niet gestart met nulmetingen. We hebben toen wel vergelijkingsmateriaal bij elkaar opgeteld en nu gezamenlijk naast elkaar gelegd. Is het helemaal eerlijk? Nee, maar het is wel de beste indicatie die we kunnen maken. Voorzitter, enkele fracties zijn verbaasd over het genoemde overschot. De heer Van Antwerpen: Voorzitter, ik begrijp dat er jaarlijks aan de individuele raden een overzicht gegeven wordt van de besparingen. Wanneer kunnen we het eerste overzicht verwachten? Portefeuillehouder Korteland: Voorzitter, ik ben dit jaar alleen nog niet in de raad van Alblasserdam geweest. Begin volgend jaar start er een nieuwe ronde. Voorzitter, ik sprak over de overschotten en het zien aankomen en het anticiperen daarop, al dan niet gerelateerd aan het in control zijn. De tweede Burap van 2012 liet al een fors overschot zien, overigens met incidentele meevallers. Ja, deels veroorzaakt binnen de SDD. Het is iets hoger uitgevallen, ook incidenteel. Soms weet je dingen van te voren. Je boekt in als je het zeker weet en je probeert de risico's wat steviger op te schrijven. Maar we worden wel steeds behendiger in het kunnen anticiperen op overschotten en tekorten. Dat geldt ook voor hoe wij omgaan met onze reserves. Wij hebben daar een nota Reserves en voorzieningen voor en de wijze waarop de reserves nu worden gevuld, is exact conform de nota Reserves en voorzieningen. Vandaar dat reserves bij de SDD op die manier worden gevuld. Voorzitter, de adviespunten van de accountant, daar wil het bestuur ook glashelder in zijn. Natuurlijk worden die opgevolgd en natuurlijk moeten ze ook zo snel mogelijk worden opgevolgd. Dat kan niet allemaal morgen, maar je kunt het wel in gang zetten. Ik kan u verzekeren dat uw Auditcommissie buitengewoon kritisch is in het bijhouden van de rapportages daarvan. Dat houdt ons goed scherp. Daar zijn wij blij mee. Voorzitter, de heer Hoogerduijn deed een heel interessante suggestie over het betrekken van de Drechtraad bij het bezuinigingen die al dan niet op ons afkomen. Dat ze op ons afkomen daar zijn we het snel over eens. De rol van de Drechtraad, de concernbenadering waar we het wel eens over hebben gehad, binnen het netwerk zoeken naar bezuinigingsmogelijkheden, naar nieuwe concepten om zoveel mogelijk dienstverlening overeind te houden, maar ook om besparingen te realiseren. Het lijkt mij een uitstekend idee om daar een Carrousel over te organiseren om daar iets meer over te vertellen. Het is het Trap op, trap af systeem aan de ene kant, de wijze van begroting en de planning&controlcyclus aan de andere kant, het kunnen sturen en vooraf kaders mee kunnen geven. Dat zou iets moeten zijn wat tegen de begroting aanzit. De heer Hoogerduijn: Voorzitter, een goede reactie van de portefeuillehouder. Ik weet niet of hij daar nog op komt, maar misschien kan hij ook gelijk meenemen het Werkprogramma 2013, waar mevrouw De Smoker naar vroeg hoe het zit met bezuinigingen op dat punt. Ik heb gezegd dat het zo laat is halverwege het jaar omdat er ook sprake is van bezuinigingen op dat punt. Kunt u dat meteen meenemen? Portefeuillehouder Korteland: Ja, dat is goed. Prima. U bedoelt in de tijd gezet in de Carrousel van dat moment. De heer Hoogerduijn vroeg ook naar het meerjarenperspectief in de begroting. Dat heeft u goed gezien. Dat is op een paar saldi na, is dat er niet. Nu zijn er meestal ook geen heel grote beleidsafwijkingen of grote beleidsvoornemens die dat noodzakelijk maken. Het kan wel, maar het gebeurt niet zo heel veel. Dat is in een gemeentelijke begroting van een heel andere orde. Dus voorzitter, wij staan er best positief in, maar ik twijfel aan de noodzaak of we dat zo moeten doen. Het is misschien ook goed, want we gaan daar nog een keer mee oefenen in de Auditcommissie, om die vraag daar nog eens mee terug te nemen. Voorzitter, er is ook gevraagd naar de verrekeningssystematiek. Het woord 'aanpassing' en 'voordelen' viel daar ook bij. De verrekeningssystematiek op zich leidt niet direct tot een voordeel, maar vooral tot een andere sturing. Wij hebben dat op een manier ingericht dat er helderder en concreter op gestuurd kan worden. Daar bedoel ik ook mee, afgerekend kan worden. Je legt jezelf doelen op, je monitort, je komt het na en zo niet dan stuur je bij. Dat is niet meer dan één grote kostenverdeelstaat. Wij komen daar nog op terug bij de Bijdrageverordening. Hier wordt dat in verwerkt. Daarna kunnen we ook de systematiek laten zien. Voorzitter, in die zin zal dat onder aan de streep best tot voor- en nadelen leiden. Voorzitter, de VVD fractie vroeg naar de wijze waarop reserveringen al dan niet teruggaan. We hebben met elkaar afgesproken dat wij in principe onze Reserves en voorzieningen nota en daarna komt het bij u terug. U heeft gelijk mevrouw Burger, dat moet wel zorgvuldig gebeuren. De GRD is geen spaarbank, ik ken uw raad niet anders dan voorzichtig omgaan met het maken van potjes en reserves en toestanden. Dat hoeft helemaal niet terug naar de eigenaren en is het aan de orde dan kunnen we daar altijd een voorstel voor indienen. Voorzitter, over de planning en controlcylus hebben wij in de Auditcommissie afspraken met elkaar gemaakt over hoe wij daar vanaf 2014 en verder mee om willen gaan. Mevrouw Burger: Voorzitter, ik heb dat wel aangegeven namens de fractie in relatie met het rMJP dat vanaf 2014, zoals het er nu naar uitziet, in ieder geval met inbreng van de Drechtraad tot stand zal komen. Ik heb het ook al in werkgroepen en in de Carrousel aangeven, maar ik wil het hier zeker nog een keer benadrukken. Om
pagina 31 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
tot een optimale control en kaderstellende rol voor de raad te kunnen komen, moeten die twee goed in samenhang zijn en als het ware tot eenzelfde programmastructuur gekomen kan worden. Portefeuillehouder Korteland: Voorzitter, daar ben ik het mee eens. Portefeuillehouder Blase zal dat onderwerp inhoudelijk straks nog aanstippen. De heer Van Antwerpen: Voorzitter, uw verhaal over reserveringen en terug naar de eigenaren, betekent het dat u het eens bent met onze twee amendementen? Portefeuillehouder Korteland: Voorzitter, u maakt het nu al zo snel spannend. Ik ga eerst naar Manden Maken dan ben ik nu al bij een van uw amendementen. Manden Maken is niet het project op zich, het is een verzamelnaam voor tientallen projecten, destijds met een omvang van ongeveer € 55 miljoen. Dat was niet en is niet allemaal in één jaar klaar. De uitvoering loopt nog steeds. Er worden geen nieuwe projecten meer aan toegevoegd. Tussentijds zijn er wel spelregels veranderd, niet door ons, maar door de Provincie. De Provincie heeft haar bijdrage veranderd en dat heeft tot een verandering en tot een bijstelling geleid. In de tweede Burap hebben wij ook aangegeven dat wij inhoudelijk alle zaken boven water hebben. De financiële gevolgen daarvan en de betekenis daarvan zullen wij vertalen naar het eerstvolgend planning en control moment van dit jaar. Voorzitter, er moeten nog verplichtingen worden voldaan voor projecten die wij zijn aangegaan binnen die ongeveer € 55 miljoen. Overigens heeft dat project een investeringsgolf in de regio op gang gebracht van ongeveer € 300 miljoen. Dus in die zin is het een schitterende multiplier die vanaf de start tot stand is gebracht. Toch hebben we het voor elkaar om het een vervelende naam te geven. Dat vind ik jammer, voorzitter, want we hebben het niet goed afgemaakt. We zijn eraan begonnen en we hebben het niet goed afgemaakt. Daarom staat het bestuur vandaag opnieuw voor u, en als het goed is ook voor het laatst voor u, met een bijdrageverzoek om lopende projecten te kunnen uitbetalen. Dan gaat het alleen maar om projecten in Dordrecht. Denk aan het Maasterras, het Energiehuis, het Hofkwartier. Dat zijn zaken die onder andere lopen met investeringen uit Manden Maken. Mevrouw Kroes: Voorzitter, is het tekort ontstaan doordat de Provincie tussentijds haar regels heeft veranderd? Lossen wij nu de problemen op die de Provincie veroorzaakt? Portefeuillehouder Korteland: Dat klinkt wat onaardig. Voorzitter, het is een realiteit waar wij mee moeten dealen. Ik zie het als een gegeven, zoals ook in de Burap stond vermeld. En we komen met een oplossing. Ik wil niet onvermeld laten, dat iedere gemeente met al haar projecten, meer dan netto-ontvanger is als we het allemaal gaan verrekenen, van het hele project Manden Maken. In die zin zijn we er allemaal beter van geworden. Niet een klein beetje, maar per gemeente in de miljoenen. Nu wachten of nu akkoord gaan met een andere constructie is in ieder geval slechter voor Dordt. Die moeten dan langer wachten op geld voor die projecten. Dit geldt in mindere mate voor de gemeente Sliedrecht. De heer Loos: Voorzitter, wat is er op tegen om een ordentelijke afrekening Manden Maken gewoon netjes in beeld te brengen, volgens mij heeft u weer een hete aardappel te pakken die u ons wilt serveren, zodat we kunnen zien dat we netto ontvanger zijn geweest, maar u ontvangt netto iets minder dan u gedacht had. Ik bedoel dat het een succesvol project is geweest, want we hebben met zijn allen geld gehad, maar er moet een beetje geld terug van de een naar de ander. Wat is er op tegen om dat ordentelijk met die zes gemeenten inzichtelijk af te rekenen. Dat hoor ik u in uw betoog niet zeggen en daar is het amendement voor. Portefeuillehouder Korteland: Voorzitter, in die zin ben ik het helemaal eens met de heer Loos. Dit moet je ordentelijk doen. In het verleden hebben we gezegd dat er misschien nog wat vuiltjes inzitten, maar dat we dat later wel oplossen. Het bestuur draait het om. Wij zien een maximum op ons afkomen zoals we dat gerapporteerd hebben. We draaien het om. We beginnen met het financieel degelijk maken en dan afhechten. We willen niet gemeenten in onzekerheid laten dat het nog maar moet blijken als we daar andere constructies voor bedenken. We moeten een keer afhechten en afronden en er een punt achter zetten. De heer Loos: Voorzitter, u heeft ons niet horen noemen dat wij andere constructies willen bedenken. Wij willen inzichtelijk hebben hoe die constructie in elkaar zit en hoe de projecten heen, hoe er afgerekend wordt. Dat is de inhoud van het amendement. Dat is super eenvoudig en je kunt er niet tegen zijn om het inzichtelijk te brengen. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, ik hoor de portefeuillehouder zeggen dat er nog wat vuiltjes inzitten die we later oplossen. Dat stimuleert mij om dat amendement aan te nemen. Dan wil ik ook weten wat er aan de hand is en wat die vuiltjes inhouden. Portefeuillehouder Korteland: Voorzitter, dan heeft mevrouw De Smoker mij verkeerd verstaan. Ik zei, in het verleden is wel eens gedacht dat er misschien nog wat vuiltjes inzitten die we later oplossen. Dat is wat het bestuur absoluut niet wil. Wij komen dus eerst met een financiële inschatting, zoals dat hier ligt. Het zou ook heel bijzonder zijn om dit amendement te volgen, omdat als er al iets van de regio is geweest, dit het Manden Maken project is. Om dan beleid en financiën te knippen, dus het ene doe je regionaal en het andere doe je lokaal, dat zou een wat vreemde constructie zijn. Vandaar dat het bestuur het ontraadt om het op die manier te doen. In de jaarrekening staat precies beschreven wat het voornemen is en waar het naar welke projecten het toegaat, onder andere in Dordrecht, en hoe het wordt opgepakt.
pagina 32 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Mevrouw De Smoker: Voorzitter, ik begrijp niet waarom de portefeuillehouder dit opvat als het knippen van beleid en afwikkeling. Volgens mij hoort bij ieder project gewoon een financiële afwikkeling en dat is wat gevraagd wordt. Portefeuillehouder Korteland: Voorzitter, het bestuur legt een financieel afwikkelingsvoorstel voor. De strekking van het amendement is om de opdracht te geven om een afzonderlijk voorstel aan zes raden aan te bieden. Daarvan zegt het bestuur dat het altijd een regionaal project geweest is. Handel dat ook in deze raad af. Vandaar het woord knippen. Het knipt het in zessen en dat ontraad ik u. De heer Loos: Voorzitter, ik hoor dus zeggen dat als we het hier ordentelijk afhechten, dat het wel in orde is? Dus u doet het voorstel niet aan de zes gemeenten, maar u gaat het hier inzichtelijk maken voordat wij een besluit nemen. Portefeuillehouder Korteland: Dat klopt. De voorzitter: De heer Korteland vervolgt zijn betoog en nadert een afronding. Portefeuillehouder Korteland: Voorzitter, de inhaalafschrijvingen van de ICT. Het voorstel van het bestuur is om dat nu toe te voegen aan de reserves. Ik wil er voor de volledigheid op wijzen dat die reserve gevormd wordt, maar dat de aanwending daarvan pas plaatsvindt op het moment dat die second opinion in zicht is en dat u besluitvorming wilt plegen over die afschrijving. Wij hebben nu een eerste investering gedaan. Het is wat technisch, maar er volgen ook kapitaallasten uit en die kapitaallasten vragen wel dekking. Opnieuw ook hier dezelfde redenering, scheidt beleid en financiën niet van verschillende gremia. Voorzitter, er zijn nog twee opmerkingen. Mevrouw De Smoker sprak over investeren in de toekomst. Ik kan het helemaal onderschrijven, dat als we dat nog eens gaan doen, en misschien is dat wel heel noodzakelijk voor deze regio. Als je dat goed wilt doen, dan maak je heel goede afspraken vooraf met elkaar. Je maakt afspraken met elkaar als het goed gaat, als het minder goed gaat en als het slecht gaat. Daar stuur je dan ook op. Dat moet helder zijn en daar houd je elkaar vervolgens ook aan. Ik kan dat onderschrijven. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, als de portefeuillehouder het woord 'als dan' in zijn mond neemt, dan word ik ongerust. Wij hebben met elkaar een investeringsagenda afgesproken, we hebben de projecten benoemd. Dan is het toch gewoon een kwestie van starten en gaan en niet 'als'. Portefeuillehouder Korteland: Voorzitter, dat is een diepe bescheidenheid van mij, maar u beslist daar steeds over op ieder moment om dat wel of niet te doen. Dat was de redenering daarachter. Mevrouw De Smoker: Maar we hebben met elkaar dat besluit in maart 2012 genomen. Portefeuillehouder Korteland: Ja, zeker, mevrouw De Smoker. Ik kan mij voorstellen dat misschien een nieuwe Drechtraad heel verfrissende, nieuwe innovatieve ideeën heeft over het rMJP en hoe dat eruit zou kunnen zien. Ik weet het niet. Ik kan niet in die glazen bol kijken. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, nu maakt de portefeuillehouder zich er iets te gemakkelijk van af. Die betrekt meteen het rMJP erbij. Maart 2012. Hoe lang moet ik wachten? Moet ik wachten tot maart 2014 tot we wat aan die zeven projecten gaan doen? Dat is niet wat ik vraag. Ik vraag gewoon waar u mee gestart bent en wat heeft u nog nodig, investeren en zoveel mogelijk doen en de volgende Drechtraad moet gesteld staan. Dan verwacht ik een andere reactie van uit het DSB. Portefeuillehouder Korteland: Voorzitter, inhoudelijk komt dat straks nog aan de orde. Ik heb willen reageren op het financiële deel, hoe gaan we met elkaar om. Ik heb nog een ding, dat betreft de frictiekosten. Wij hebben met elkaar afgesproken een enorme bezuinigingsslag te maken, ook in personeel. Het is onvermijdelijk dat daar frictiekosten uit voortkomen. In goed overleg met onze accountant is die voorziening bepaald. Natuurlijk, u gaat erover, maar het is op advies van de accountant die zegt, zo moet u het vullen, zo moet u het doen en zo moet u het verwerken. De voorzitter: Dank u wel. Portefeuillehouder Tanis heeft het woord en daarna portefeuillehouder Blase. De heer Don: Voorzitter, ik wil de heer Korteland nog een vraag stellen. We hebben in eerste termijn iets gevraagd over Mozaïek dat voor nul euro op de balans staat. Levert een afgeschreven systeem geen onderhoudskosten op? De voorzitter: Portefeuillehouder Mirck zal daar straks op ingaan. Portefeuillehouder Tanis: Voorzitter, ik heb maar een paar punten. Er is een aantal fracties dat aandacht heeft gevraagd voor het IBD. We weten inmiddels allemaal dat dit een uitermate taai proces is. Ik vind het in ieder geval positief om te melden dat wij aanstaande donderdag in het DSB hierover praten. U weet, dat heb ik u gemeld, dat wij een businesscase uitgewerkt hebben. Die businesscase liep via twee lijnen. Dat is alles wat met de financiële gevolgen van de uitbreiding van twee naar zes te maken heeft en hoe kijk je tegen het IBD aan en zie je als potentieel deelnemende gemeente een toegevoegde waarde van het IBD. Ik kan u melden dat u na donderdag op korte termijn van het DSB de raadsinformatiebrief krijgt. Mochten daar inhoudelijk nog vragen over zijn, voorzitter, dan wil ik daar graag de volgende keer op terugkomen. Het is wel zo dat ik als portefeuillehouder, samen overigens met de beide eigenaren, de portefeuillehouders van Dordrecht en
pagina 33 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Zwijndrecht, aan het DSB voor ga stellen om die businesscase sec sec te beëindigen. En met met elkaar, en wat mij betreft hebben de beide eigenaren daar een prominente rol in, een fundamentele keuze te maken op korte termijn wat wij met het IBD willen. Het kan niet zo zijn dat wij op deze manier elkaar bezig blijven houden. De suggestie die gemaakt is door de VVD fractie, een volledige verzelfstandiging, is een van de opties die op tafel liggen. Maar nogmaals, de eigenaren zijn aan zet. Er zijn ook wat inhoudelijke vragen gesteld over de frictiekosten. Dan heb ik het niet over de financiële berekening want daar heeft de heer Korteland op gereageerd. Kort voorzitter, bij het SCD waren er 49 mensen als boven formatief aangemerkt en per 1 juli zijn dat er 28 op dit moment. Voor de SDD waren die cijfers 22, respectievelijk 13. Dat betekent dat er bij de Burap een herberekening heeft plaatsgevonden op basis van deze gegevens en dat het op dit moment niet opportuun is om van andere financiële bedragen uit te gaan. De uitstroomorganisatie, daar heeft onder andere de heer Van Antwerpen iets over gevraagd. Mag ik die duiden als een technische vraag waar ik nog even op terugkom in uw richting? U had vragen gesteld over de kosten en de organisatie. De ontvlechting SCD in relatie tot Zuid-Holland Zuid. U weet dat de Gemeenschappelijke Regeling in ZHZ in drieën is gesplitst. Daar hebben wij vorig jaar ook met elkaar over gesproken. Dat heeft ertoe geleid dat met de Veiligheidsregio, in onderling overleg, gezamenlijk besloten is om de dienstverlening te beëindigen. Dit jaar wordt er nog een aantal zaken afgerond. Voor de Omgevingsdienst en voor PGJJ ligt er op dit moment bij de respectievelijke besturen een concept samenwerkingsovereenkomst. Dus die besturen zijn aan zet en wij houden u daarvan op de hoogte. De voorzitter: Dank u wel, de heer Tanis. Mevrouw Burger: Voorzitter, ik heb nog twee punten over het SCD openstaan. Dat betreft het hoge ziekteverzuim en het voorstel van de VVD om daar een actieprogramma op los te laten. Daarnaast hebben wij verzocht om ook het voordeel aantoonbaar in kaart te brengen. Portefeuillehouder Tanis: Voorzitter, het eerste punt heeft meer dan de volledige aandacht, ook van de directeur van de GR. Het is helaas wel zo dat er binnen de diverse dochters van de GR sprake is van langdurig en heel vervelend en ook niet te beïnvloeden ziekteverzuim. Maar neem van mij aan dat wij daar bovenop zitten. Het tweede punt zie ik eerlijk gezegd in het verlengde van de heer Korteland die alle gemeenten langs is gegaan om vervolgens per dochter duidelijk te maken wat de voordelen daarvan zijn. In die berekening is ook over het SCD gesproken. Mevrouw Burger: Dan kom ik op dat tweede punt later terug en dan zou ik voor het eerste punt nog de suggestie willen doen, dat bij de presentatie van cijfers over het ziekteverzuim voor de hele regio, een splitsing te maken tussen kortdurend en langdurig ziek. Dan krijg je een reëel beeld van het daadwerkelijke ziekteverzuim. Het wordt dan niet vervuild door langdurig ziekteverzuim. Bovendien is de doelstelling voor de SCD 0,6% lager voor het komend jaar. Dat zou misschien nog wat scherper gesteld kunnen worden. De voorzitter: Prima. Dank u wel portefeuillehouder Tanis. De heer Blase heeft het woord. Portefeuillehouder Blase: Voorzitter, ik wil op een aantal punten uit uw eerste termijn reageren. Over het rMJP is een aantal opmerkingen gemaakt. Netwerkbestuur en organisatie Netwerk zijn aan de orde geweest en het VNG-congres. Over de eerste paar onderwerpen zullen we nog vaker met u in gesprek zijn, over hoe wij dat in opmaat naar de volgende verkiezingen en daarna, op de beste manier organiseren en laten landen. Maar misschien kan ik daar toch iets over zeggen. Het regionaal Meerjaren Programma. Hier kiezen we nadrukkelijk voor een andere aanpak dan in de huidige periode is gebeurd, waar duidelijk sprake was van een bestuurlijke insteek en we heel expliciet de politieke sturing en de politieke kaderstelling leidend willen laten zijn in de definiëring van het nieuwe rMJP. De nieuwe Drechtraad stelt dit nieuwe rMJP vast op basis van de verkiezingscampagne en, zoals de fractie WEK ook vaststelde, ook op basis van de verkiezingsuitslag. Het idee is dat de politieke sturing, de politieke kaderstelling en ook de onderbouwing die we daarin vinden zowel uit de evaluatie van het huidige rMJP als de contacten met de maatschappelijk partners, leidend zullen zijn voor die aanpak waarin meer focus zal zijn dan nu en waarbij de politieke sturing meer centraal komt te staan. We zullen proberen met u dat stapsgewijs te doen, zodat de huidige Drechtraad, in samenspraak met het DSB, ook een overdracht kan doen naar de nieuwe Drechtraad om gesteld te staan om de door uw raad gewenste sturing te geven. Om dat goed te laten landen in de bestuurlijke uitvoering zijn wij met u in gesprek over de programmering, hoe beleg je bevoegdheden. We hebben daar in de Carrousel over gesproken en we zullen daar ook in de Drechtraad over spreken, het beleggen in de ringen. In deze fase is dat nog wat abstract maar het zal concreter worden naarmate het nieuwe rMJP concreter wordt en het duidelijk is welke doelstellingen u nastreeft in de volgende periode. Tegelijkertijd zijn we ook bezig met de verbetering en het Netwerkbestuur. Heel recent heeft u daarover een aantal documenten ontvangen. U heeft als Drechtraad een aantal opdrachten geformuleerd, die ook uitgewerkt zijn en met u worden besproken in de komende Carrousels en Drechtraden. We doen deze hele aanpak zorgvuldig in samenspraak met de Carrousel, het commissiebestuur, de lokale raden en ook de Drechtraad. De werkgroep die uit uw midden geformeerd is en ook het DSB is daarover steeds in interactie. Zo zorgen wij ervoor dat er een grote gemene deler ontstaat op deze thema's, die een breed draagvlak heeft, en leidt tot besluiten uit uw raad, waarmee men in de volgende periode aan de slag kan gaan.
pagina 34 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Bij de Netwerkorganisatie gaat het natuurlijk even iets anders. Dit is een netwerk van organisaties dat ten dienste staat van die zeven bestuursorganen die wij kennen, de zes lokale gemeenten en de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. We proberen om die organisatie zo in te richten dat er een gezonde mix is van nabijheid en politieke sturing, maar ook kwaliteit van dienstverlening en de producten, de continuïteit, het opheffen van kwetsbaarheden in organisaties, en natuurlijk ook kostenbesparingen. Daar zijn de gemeentesecretarissen partij in en ook de lokale portefeuillehouders P&O en ook de regionale portefeuillehouder P&O. Het perspectief van de financiële druk op gemeenten proberen we mee te nemen in de manier waarop we onze organisaties organiseren, door dubbelingen weg te halen, door het goed benutten van expertise op de juiste plekken, door BackOffices te delen waardoor gezamenlijke producten geleverd kunnen worden daar waar mogelijk en tegelijkertijd de nabijheid in die lokale sturing in stand te houden. Dat alles is onderdeel van de voorstellen van de Netwerkorganisatie. U heeft daar ongetwijfeld lokaal kennis van genomen en over gesproken met uw portefeuillehouders, omdat het ook weer in een aantal voorstellen is onderverdeeld. We noemen het projecten, 17 projecten die ertoe moeten leiden steeds maatwerk op de diverse taken waar we lokaal en regionaal voor gesteld staan. In een mix van nabijheid, kwaliteit, continuïteit en financiële winst, zodat we gesteld staan om het rMJP, de inhoud die wij voorstaan, te realiseren en resultaten in te boeken. Dat is het verhaal dat wij met elkaar proberen op te bouwen en waar we steeds over in gesprek zijn en waarvoor wij op de juiste momenten op de juiste plekken de besluitvorming beleggen. Het VNG-congres ligt een beetje in het verlengde van dit alles. Ik heb namens u mogen zeggen, dat we dat politieke bestuursmodel wat we in de Drechtsteden aan het ontwikkelen zijn, graag zichtbaar willen maken, naast ook de maritieme kracht die we hebben en de relatie tussen stedelijkheid en landschappelijkheid die kenmerkend is voor ons gebied. De betrokkenheid bij raadsleden zien we enerzijds in het open staan voor uw suggesties om in dat programma ons goed uit de verf te laten komen. Voorzitter Brok is daarbij betrokken, ik ben daarbij betrokken en een groot aantal medewerkers. Dus spreek ons aan als u daar ideeën over heeft. Mevrouw De Smoker noemde dat volgens mij ook. Het lijkt ons heel nuttig om ook de raadsleden tijdens het congres zelf, posities en rollen te geven. Bijvoorbeeld door het leiden van een workshop of van een excursie, waarin u uw enthousiasme over ons gebied kunt uitstralen naar de rest van Nederland. Wat we ook naar buiten willen uitventen is dat politiek bestuurlijk model, waar we het verlengd lokaal bestuur in een mooie mix zetten van de politieke sturing die wij voorstaan in ons gebied waarin we het beste van die twee werelden proberen te vereniging. Voorzitter, ik denk dat ik daarmee voldoende ben ingegaan op de diverse opmerkingen. De voorzitter: Dank u vriendelijk, portefeuillehouder Blase. Het woord is aan portefeuillehouder Veerman die ons zal meenemen in thema's rondom veiligheid. Portefeuillehouder Veerman: Voorzitter, er is een aantal vragen gesteld over lobbydossiers en met name over externe veiligheid. Vorige week hebben we nog bij de Provincie ingesproken over de nieuwe provinciale structuurvisie en daar ook de RoBellijn weer eens naar voren gehaald. De Provincie zei dat het er nog niet in kan omdat er nog geen precieze ligging is. Wij hebben gewezen op eerdere afspraken en ook naar wat er in Noord-Brabant gebeurt. Het zijn voorbeelden van dossiers waar wij vragen om op te komen voor ons gebied. Hetzelfde geldt voor de Deltapoort waar de A15 problematiek en de A16 in zit. We hebben een samenwerking van de gemeenten rondom de A15. Dus overal proberen wij te kijken waar we het gebied kunnen promoten en hoe wij de oplossingen die wij gezamenlijk in het gebied voorstaan, bij andere overheden onder de aandacht kunnen brengen. De motie Veilig naar school, waarin D66/VSP vragen om een lobby richting de Provincie, moet allereerst gecorrigeerd worden. Niet de Provincie, maar Rijkswaterstaat is de beheerder. De betreffende locatie maakt onderdeel uit van de afrit van de A15. Eerder is hierover twee jaar geleden in de raad van Alblasserdam uitvoerig gesproken. De voors en tegens zijn meer dan over tafel gekomen. Naar aanleiding van die discussie is er ook nog een aparte bijeenkomst geweest met de gemeente Alblasserdam, Rijkswaterstaat, de Gemeente Rotterdam, Veilig Verkeer Nederland, de Fietsersbond, de Politie ZHZ en anderen die zich bezighouden met de fietsveiligheid. Het is wel een belangrijk punt. Daar is gezegd dat het niet de goede oplossing is om deze lus te maken omdat het niet de beste oplossing is. Er waren wel een paar andere punten zoals bij de kruising van Wenaweg en de Hoogendijk. Die aanpassingen hebben inmiddels plaatsgevonden. Een ander punt. Vanuit het fietsbeleid in de regio, in het kader van de Beneden Merwede fietsroute, wordt door Papendrecht en Alblasserdam gewerkt aan de realisatie van een tweerichtingen fietspad, ten westen van de Burgemeester Keijzerweg en de Edisonweg. Hierdoor zal een groot deel van de schoolgaande jeugd tussen Papendrecht en Alblasserdam niet meer twee keer hoeven over te steken op de Edisonweg en de Burgemeester Keijzerweg. Dat komt de verkeersveiligheid zeer ten goede. Voorzitter, volgens ons is er een weloverwogen keuze gemaakt en is er op dit moment onvoldoende aanleiding om een lobby richting Provincie of Rijkswaterstaat te starten. Ik zou deze motie willen ontraden. De heer Lichtenberg: Dank u wel, voorzitter. Ik wil de wethouder bedanken voor zijn inhoudelijke beantwoording. Wij hebben als fractie ook nog een procedurele vraag bij deze motie. Het dossier Containerterminal is in het verleden ooit op het niveau van de Drechtraad behandeld. Op een gegeven moment werd er gezegd dat het eigenlijk om een gemeentelijk dossier ging waarna het opgepakt is door Alblasserdam. Onze vraag in deze motie was ook van procedurele aard. Hoort die hier niet thuis om procedurele redenen? Of zien wij dat verkeerd?
pagina 35 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Portefeuillehouder Veerman: Voorzitter, voor een Dagelijks Bestuur is het lastig om te zeggen of het wel op deze tafel past. Ik denk dat, gelet op de voorgeschiedenis waar twee jaar geleden in Alblasserdam besproken is en waarbij alle partijen die ik zonet noemde betrokken zijn geweest en uitvoerig alle voor en tegens afgewogen zijn, het nu wat achterhaald is. Gelet op de uitkomst zou ik zeggen dat de raad daar zelf over gaat. Maar wij hebben geen behoefte aan deze lobby op dit moment. De heer Van Antwerpen: Voorzitter, ik heb nog één vraag. U noemde de lobby externe veiligheid en onder andere de RoBellijn. Is het mogelijk dat wij periodiek, bijvoorbeeld 1x per kwartaal een update van het lobbydossier krijgen? Portefeuillehouder Veerman: Voorzitter, ik heb er geen enkele moeite mee om informatie beschikbaar te stellen. Of dit in een frequentie van 1x per kwartaal moet, dat weet ik niet. Maar het is goed dat wij u hierover informeren. De voorzitter: Dank u vriendelijk. De heer Van de Burgt heeft het woord. Portefeuillehouder Van de Burgt: Voorzitter, dank u wel. Gisteren heeft de Sociale Dienst bericht ontvangen over de vaststelling van het voorlopig Rijksbudget ten aanzien van de WWB bestanden. Die waren berekend op lagere aantallen vanwege het land. Ze zijn gisteren voorlopig vastgesteld op hogere aantallen wat betekent dat er een bijstelling van het budget voor de Sociale Dienst is van € 6,8 miljoen. In uw Burap staat € 6,1 miljoen in de min. Dat was een vooraankondiging van Divosa dat we met lagere aantallen en lagere budgetten moesten rekenen. Dit is een voorlopige vaststelling. Op 1 oktober komt de definitieve vaststelling. Een aantal woordvoerders heeft over de aantallen gesproken. Ik roep u in herinnering dat wij bij de tweede Burap deze discussie ook gehad hebben. Toen heeft u mij vooral op het hart gebonden om niet te laat te komen met aantallen en bijstellingen. U had de indruk dat er meer had gekund en meer had gemoeten. Nu zien we een doorgroei van die aantallen waarvan wij zeggen dat die een realisme zijn van dat moment en we nemen 1 april als uitgangspunt om u te melden welke ambitie wij hebben naar het einde van dit jaar. Wij voldoen aan de wens die u uitgesproken heeft bij de Burap. Die aantallen zien wij groeien omdat door de economische situatie veel mensen in de WW komen en we zien een percentage doorloop van de WW naar de WWB, dat steeds hoger wordt. Nu maakt een zwaluw geen zomer. In mei daalde het aantal WW-ers en afgelopen week is het aantal WWB-ers gedaald. Een klein zwaluwtje, geen zomer. De heer Lichtenberg, wij zijn in staat in de Drechtsteden, Sociale Dienst en arbeidsmarktbeleid, om het aantal mensen naar werk toe op niveau te houden. De uitstroom naar werk kunnen we goed vasthouden ondanks een daling van vacatures van ongeveer 15% in de regio ZHZ. De toename van het aantal betekent dat we eigenlijk meer zouden moeten presteren. Maar ik wil u meegeven dat de uitstroom een constante heeft en dat dit niet bijdraagt, de heer Lichtenberg, aan iets van jojoën. Het overschot wordt al genoemd, maar wordt de doelgroep nu nog bediend? Die vraag vind ik terecht. Ik wil de vraag uit de financiële jaarstukken en de Burap tillen door u mee te nemen in wat sommen. U hebt gezien dat de IAU, de Interstedelijke Algemene Uitkering € 7 miljoen was. Dat is geld dat we in 2011 aan de doelgroep uitgegeven hebben en wat we terugkrijgen met de Incidentele uitkeringen. Daar is de doelgroep dus mee bediend. U heeft gezien dat wij € 4,5 miljoen in de Reserve Inkomensvoorziening zetten. Die € 4,5 miljoen is voor de doelgroep bedoeld als inzet om de hogere aantallen ook op te vangen. De heer Van Antwerpen memoreerde aan de Participatie wet, de overloop 2012 - 2013. Hier hebben we € 4 miljoen voor de doelgroep neergezet om voorzieningen te treffen voor de doelgroep. Opgeteld was en is er € 15,5 miljoen voor de doelgroep. Natuurlijk blijft er € 3 miljoen over. De Wmo, u heeft dat geduid, de reserve hadden wij niet meer nodig. Iedere gemeente wordt afgerekend naar de aantallen waarop gepresteerd wordt. De reserve zit in de overige € 3 miljoen. En terecht, daar is eerder deze avond over gesproken, minimabeleid blijft op over, dat passen we aan om ook dat te besteden voor de doelgroep. Eén van u vroeg naar de Participatiewet, september 2013 en we hebben het over 1 januari 2014. Zeker, dat hebben we afgesproken na het Sociaal akkoord. We wilden anticiperen op de Wet werken naar vermogen en op de Participatiewet en we hebben afgesproken dat we koersvast zijn. Het Sociaal akkoord vraagt niet om een derde keer anticiperen maar om vasthouden van het gedachtegoed Visie en organisatie en uitvoering. Natuurlijk, in september hebben wij dat neergezet. Dat heeft te maken met het Sociaal akkoord en de bezuinigingen. Wat komt daarvan in september op onze tafel? En dan zullen wij met elkaar oplezen of 1 januari 2014 haalbaar is voor het integraal samenvoegen van Drechtwerk binnen de Sociale Dienst binnen de GRD. Natuurlijk weten we op een aantal onderdelen dat dit een lastige klus zal worden. Dan zullen wij met elkaar daarover spreken en een besluit nemen. Een aantal van u sprak over de Wmo. We hebben een uitvoeringstraject afgesproken voor 2013, de keukentafelgesprekken. Dat rolt zich uit. Daarvoor heeft u middelen beschikbaar gesteld. De opzet van de evaluatie hebben wij vanmiddag, als portefeuillehouders, met elkaar besproken. Die komt naar u toe. Daarmee kunt u inbrengen wat u vanavond ook duidt, zijn daar in feite de juiste beleidsuitspraken gedaan met de juiste uitvoering.
pagina 36 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Een aantal van u sprak over klachten. Over het hele traject dat we nu uitrollen in 2013 zijn er 20 klachten. Mijn advies is, als er klachten zijn, verwijs die dan naar de SDD. Zij hebben een eigen klachtenprocedure en deze mensen moeten nadrukkelijk op een klacht een navenante reactie geven. De heer Van Verk: Voorzitter, ik begrijp de oproep van de wethouder om de klachten vooral daar ter sprake te brengen waar ze bestaan. Maar tegelijkertijd denk ik dat we vast kunnen stellen dat we met een doelgroep te maken hebben die minder assertief is als wellicht een gemiddelde burger van Nederland. Ze zijn op een hogere leeftijd en willen 'dat gedoe' niet meer en blij zijn, omdat ze in een afhankelijkheidspositie zitten, dat ze hulp krijgen. Het is een illusie dat die mensen gaan klagen. U moet luisteren naar de signalen uit de samenleving die tot u komen via politieke partijen, vakbonden en andere organisaties. Mevrouw Burger: Voorzitter, de heer Van Verk heeft vanavond al een aantal keren aangegeven dat hij klachten ontvangen heeft. Hoe kan het dan dat die mensen u wel vinden? De heer Van Verk: Wij krijgen klachten binnen onder andere via de FNV, zoals u weet dat die nog altijd enigszins gelieerd is aan onze partij. Wij krijgen klachten binnen via ons Ombudsteam dat in de wijken zit en makkelijk door de mensen aangesproken wordt. We hebben een aantal kanalen waar de klachten binnenkomen. Mevrouw Burger: En is dat dan meer of minder of gelijk aan het aantal van 20 klachten waar de heer Van de Burgt het over heeft? De heer Van Verk: Ik ga mij niet bezig houden met allerlei getallen. Het gaat erom dat er een bepaalde structuur in die klachten zit. De hoeveelheid klachten is ook niet aan de orde. Het gaat erom dat je in die klachten een bepaalde trend ziet waar wij op wijzen. Let daarop, wees daar alert op als Sociale Dienst en stel je beleid op tijd bij en zorg ervoor dat het maatwerk zodanig geleverd wordt dat die klachten goeddeels verdwijnen. Mevrouw Burger: Voorzitter, u heeft het over schrijnende gevallen. Dan ga ik ervan uit dat er concreet iets mee gedaan moet worden. Ik benader het analytisch. Het gaat over ruim 260.000 inwoners en over 77 ongegronde klachten. Waar zijn dan al die schrijnende gevallen en wat is daarmee gebeurd. Ik hoor nu dat het over 20 gevallen gaat in 2013. Ik bagatelliseer het niet, want iedere klacht die terecht is, is er een te veel. Maar ik vind dat, als u als PvdA roept en een grote broek aantrekt over zoveel klachten, er ook concreet wat mee gedaan wordt. De heer Van Verk: Mevrouw Burger, de schrijnende gevallen hebben wij genoemd in relatie tot het betoog van de heer Boersma, die overigens het woord schrijnend ook in de mond nam, en in navolging van mevrouw De Klerk, dat in het spectrum van de Sociale Dienst inkomens uitkeringen en begeleiding van statushouders, wij een aantal schrijnende gevallen signaleren. Deze mensen komen botweg zonder inkomen te zitten. Dat is niet leuk als je nog een paar kinderen rond hebt lopen. Dat weet u ook. Mevrouw Burger: Ik heb ook geen oordeel uitgesproken, de heer Van Verk. De heer Van Verk: Nee, ik stel vast dat daar de schrijnende gevallen zitten. In de context van de Wmo heb ik het woord schrijnend niet in de mond genomen. Daarbij heb ik gesignaleerd dat wij in toenemende mate, er is sprake van een trend, klachten ontvangen van mensen over de uitvoering van de Wmo in relatie tot de indicatiestelling die zij hebben gehad. Als mensen een indicatiestelling voor drie uur hebben en ze krijgen vervolgens maar twee uur zorg, dan begrijpen ze dat niet. Dat kan ik begrijpen dat ze dat niet begrijpen. Hoe leg je dat nu uit? Daar hebben we het over. De voorzitter: Portefeuillehouder Van de Burgt vervolgt zijn betoog. Portefeuillehouder Van de Burgt: Voorzitter, ter afsluiting van dit debatje is het goed om vast te stellen dat de Sociale Dienst, ook van het Ombudsteam en ook van de bond, gevallen doorkrijgt die doorkomen en adequaat afgehandeld worden. Voorzitter, de beide moties. Het SMS Kinderfonds is een fonds wat vanaf 2006 gegroeid is tot wat het nu is. We hebben er zojuist bij de evaluatie minimabeleid er iets aan toegevoegd ten aanzien van het voortgezet onderwijs. Kinderen die daar wat meer kosten maken dan dat ouders kunnen dragen. De motie ten aanzien van de Kinderombudsman laat zien dat er een rapport uitgebracht is waardoor je door de oogharen kunt zien dat er naar het Kinderfonds gekeken wordt. Ik denk dat wij met het SMS Kinderfonds heel veel tegemoet komen aan zijn aanbevelingen en vaststellingen, maar ik wil het ook wel weten. Dus daarom sta ik sympathiek tegenover de motie. Schuldhulp. 1 juli 2012 hebben we een nieuw beleid vastgesteld waarin wij heel nadrukkelijk aan de slag gegaan zijn om het beleid uit te voeren zoals u dat vastgesteld hebt. In de tweede helft van dat jaar hebben we complimenten voor de kwaliteit van de innovatie gekregen. Zojuist hebben wij bij de evaluatie van het minimabeleid een preventieve schuldhulp met elkaar vastgesteld. Daarmee stel ik dat wij de signalen die er zijn, nadrukkelijk opgenomen hebben om dat beleid daarop aan te passen en goed uit te voeren. Een aantal van u heeft over Baanbrekend gesproken. De heer Van Antwerpen zei als je minder presteert, krijg je minder betaald. Dat is ook waar. Als er minder matches gemaakt worden, worden er minder fees uitgedeeld. Het betekent voor Randstad dat ze ook minder betaald krijgen.
pagina 37 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
De heer Van Verk: Voorzitter, even terug naar de schuldhulpverlening. De preventieve schuldhulpverlening vinden wij op zich een verrijking van het pakket aan maatregelen die nodig zijn om mensen uit de problemen te houden. Maar tegelijkertijd stel ik vast dat die regeling is afgeperkt op 750 personen, terwijl ik denk dat de nood hoger is. Zegt u, als blijkt in de tijd dat die behoefte groter/hoger is, dan heroverwegen wij dat aantal, dat is een richtgetal? Portefeuillehouder Van de Burgt: Dat getal van 750 is niet willekeurig gekozen. Er is overleg geweest, ook met instellingen die de specifieke doelgroep begeleiden. Het is daarop vastgezet om een financiële berekening te maken. Zijn het er 800 dan doen we er 800. Zijn het er 850, dan doen wij er 850. De VVD spreekt over de inzet op het halen van startkwalificaties. Dat is overall beleid. Bij vroegtijdig schoolverlaten, bij alles wat wij in Time-outgroepen doen, overal willen we dat MBO2 gehaald wordt en die startkwalificaties om relevant te zijn voor de markt. Dat doen we ook om een gezondheidsaspect. Dat doen we in feite vanuit de nieuwe GR Publiek, gezondheid en jeugd. Om die trigger er ook in te leggen. Dus op alle terreinen zetten wij ons in om startkwalificaties te halen. Een aantal van u maakte een opmerking over Jeugdzorg. GroenLinks had het over de RAS-middelen die verdwijnen. Ja, die verdwijnen. Op 1 juli 2013 zijn ze niet meer beschikbaar van de Provincie. Er zijn wel vanuit de Provincie middelen beschikbaar om initiatieven toch nog gesubsidieerd te krijgen. Die passen niet in de RAS maar zullen lokaal en regionaal door ons opgelezen, toch wat bekostiging krijgen. Voorzitter, daarmee heb ik niet alles beantwoord, er waren veel detailvragen, waarvan ik vond dat ik die niet in mijn woordvoering kon meenemen. Ik hoor in tweede termijn wel op welke zaken ik nog moet ingaan. De voorzitter: Dank u wel, portefeuillehouder Van de Burgt. Het woord is aan de heer Mirck. Portefeuillehouder Van de Burgt: Voorzitter, mag ik nog één ding zeggen? De voorzitter: Als het niet een detailvraag is, dan mag het. Portefeuillehouder Van de Burgt: Een aantal van u heeft over jongeren gesproken en de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Daar hebben wij een plan voor gemaakt. Bij de Startersbeurs hebben we een opsomming gedaan van het plan. Ik denk dat het goed is om dat hele plan nog een keer met elkaar te bespreken. In de eerste inleiding ziet u al wat er is. Misschien ook naar de heer Van Verk toe en zijn motie. Er is al heel veel voor de doelgroep waarvan u zegt dat er een stimuleringsfonds voor zou moeten komen. Ik zou ervoor willen pleiten om het regionaal plan dat nu gemaakt is en naar het Rijk gestuurd is, te verbinden met de DOE-plannen die in het onderwijs komen, de school ex die in feite bij het ROC terechtgekomen is. Hiervoor is € 25 miljoen beschikbaar, verdeeld over het land. En de twee keer € 300 miljoen die er voor sectorplannen komt vanuit het bedrijfsleven. Als we dat met elkaar oplezen, dan vind ik de motie relevant om te kijken of dat een witte vlek is. Dan wil ik erop terugkomen. Portefeuillehouder Mirck: Voorzitter, Mozaïek staat voor nul uren op de balans, wat betekent dat? Als je de vraag zo stelt, dan is het antwoord: niet zo heel erg veel. Maar als je vraag stelt in de context van het I&A Transitieplan, dan kan ik mij voorstellen dat u vragen heeft over hoe het zit met de eventuele vervanging van Mozaïek. Dan betekent die nul uren op de balans ineens wel wat. Waar het om gaat is, op het moment dat je een investering doet, en je in je begroting kredietruimte hebt voor een product, dat je gemakkelijk een nieuwe vervangingsinvestering kunt doen, omdat je dat feitelijk al in je begroting hebt staan. Op het moment dat een dergelijk product voor € 0 op de balans staat, wordt het wat lastiger. Echter, je moet hierbij in een bredere context kijken naar de exploitatielasten van een dergelijk softwareproduct. Bij een product als Mozaïek, waarin wij veel investeren in beheer, onderhoud en doorontwikkeling, betekent het dat wij beheersmatig relatief meer kosten maken voor een dergelijk product als Mozaïek, waar we zelf ontwikkelen, dan een marktproduct. Als we in de toekomst een businesscase uitwerken, en dit is een van de producten die in aanmerking komt voor een businesscase, dan kijken wij naar het bredere spectrum en niet alleen naar het bedrag waarvoor iets op de balans staat en welke kredietlasten dat in de begroting met zich meebrengt. We kijken ook naar de impact van de kosten rondom beheer. Gebruikmaken van een standaardproduct zal, hoogstwaarschijnlijk in dit geval, ook veel minder beheerlasten met zich meebrengen. Dat biedt dus perspectief voor hogere kredietlasten. GroenLinks sprak mooie woorden uit over duurzaamheid. Daar ben ik natuurlijk bijzonder trots op. Maar ze stelden wel vragen over de rol van burgers en de rol van het bedrijfsleven. Ik kan u aangeven dat de betrokkenheid van Drechtse Stromen aan de orde is. Het is een burgerinitiatief, doe met ons mee en denk met ons mee en speel een belangrijke rol in de uitvoering van dit beleid en de projecten. Ook zijn er plannen vanuit de diverse lokale duurzaamheidplatforms om te komen tot een regionaal Adviesplatform Duurzaamheid, waar burgers en bedrijfsleven proberen om ons te adviseren op dit terrein. Ook hebben wij recent het MVO Bedrijvennetwerk Drechtsteden een nieuwe impuls gegeven en zijn er inmiddels vanuit de regio een flink aantal bedrijven dat zich daarbij aangesloten heeft. Ze gaan niet alleen samen iets doen, maar ze willen ook de Overheid adviseren over hoe zij meer meters kunnen maken rondom duurzaamheid. Tot slot heb ik mijn lokale raad in Zwijndrecht de toezegging gedaan om kort na het zomerreces een soort van informatieavond over Schaliegas te verzorgen. Het is een onderwerp dat breed in de picture staat maar waar tegelijkertijd ook heel erg weinig over bekend is. Ik heb er een forse studie naar verricht en ik wil die kennis met
pagina 38 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
u delen, niet alleen in Zwijndrecht, maar als daar behoefte aan is, ook in een breder verband voor u raadsleden. Ik hoor het wel als die behoefte er is. Dank u wel voorzitter. De voorzitter: Dank u vriendelijk. Daarmee is een einde gekomen aan de eerste termijn van het DSB. Het programma voorziet erin dat wij nu direct overgaan naar de tweede termijn. We beginnen gewoon weer van voren af aan. De heer Van Antwerpen. De heer Van Antwerpen: Voorzitter, Ik wil voorstellen om toch even te schorsen. Naar aanleiding van de antwoorden van het DSB, heb ik wel de behoefte om een en ander uit te werken. De voorzitter: Ik wijs u alleen op de eigen orde, die uzelf heeft vastgesteld. U doet het voorstel om te schorsen. Zullen we het voorstel volgen? Mevrouw Burger: Ja, als ik in tweede termijn nog antwoord krijg op de opmerkingen die gemaakt zijn en de vragen die gesteld zijn in het kader van de transitie Jeugdzorg. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, kunnen we dan met elkaar afspreken dat we direct na de schorsing aangeven of een motie of amendement wel of niet ingetrokken wordt? Dat scheelt veel tekst. De voorzitter: Dat is een heel goed voorstel. Het DSB is, net als u, gesommeerd om het kort te houden en te reageren op hoofdlijnen en toch ook recht te doen aan interrupties en het debat. Als er nog substantiële thema's zijn die in de eerste ronde door u naar voren zijn gebracht en waarvan u vindt dat u daar onvoldoende op bediend bent, wilt u die dan nog even duiden, met alle respect voor de relevantie voor technische vragen. Mevrouw Burger heeft een punt genoemd. Zijn er nog andere punten die in uw beleving zijn blijven liggen? De heer Lichtenberg: Volgens mij hebben wij nog geen antwoord gekregen op onze vraag over de € 20 miljoen overfinanciering uit 2011. Mevrouw Kensenhuis: Volgens mij heeft de fractie WEK en Lammers geen antwoord gekregen op de twee moties die wij hebben ingediend. De heer Hoogerduijn: Voorzitter, ik heb een paar punten. In tweede termijn zal ik die kort omschrijven en zal daarbij zeggen dat wij daar op een andere manier dan vanavond op terugkomen. Dan hoeft daar geen reactie meer op te komen vanavond. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, ik heb van portefeuillehouder Mirck gemist of er een reflexie komt vanuit het DSB als het rapport van de Omgevingsdienst klaar is. De voorzitter: Helder. Dan stel ik voor dat wij, naar aanleiding van het verzoek van de heer Van Antwerpen, even schorsen. De heer Van Antwerpen, hoe lang wilt u schorsen? 20 minuten? Een kwartier? We schorsen de vergadering voor een kwartier. Om 22.50 uur gaan we door. SCHORSING De voorzitter: De vergadering is heropend. Het woord is aan de woordvoerder van de Samenwerkende Lokale Partijen en conform de suggestie van mevrouw De Smoker wordt direct stelling genomen over moties en amendementen, zodat een ieder daarop kan reageren en in het bijzonder ook het DSB. U heeft al een aantal thema's aangekondigd waar het DSB geacht wordt in deze tweede termijn te reageren. De heer Van Antwerpen heeft het woordt. De heer Van Antwerpen: Voorzitter, dank u wel. Als eerste bedank ik het DSB voor de heldere beantwoording. Er staat nog een puntje open, de vraag om over te gaan tot een vaste vergaderlocatie voor de Drechtsteden, waarbij we voorstelden Drechtwerk voorstelden. Als Drechtwerk een tekort heeft, dan plussen wij ook bij. Als zij op die manier hun tekorten kunnen dekken, dan winnen wij er ook wat bij. Graag een reactie van het DSB. Wat betreft onze ingediende amendementen. Het amendement over de ICT willen wij onverkort handhaven. Het amendement over Manden Maken willen wij wijzigen. Waar bij punt 3 staat: "afzonderlijk voorstel naar de zes gemeenteraden te komen", wijzigen in: "met een afzonderlijk voorstel naar de Drechtraad te komen". Wat betreft de ingediende moties. De twee moties van de PvdA. Wij staan sympathiek tegenover de motie over het SMS Kinderfonds en zijn voornemens om die motie te ondersteunen. De motie Stimuleren werkgelegenheid jongeren. Daar staan wij op zich ook positief tegenover met één verschil. Ik noemde dat al in mijn interruptie op de heer Van Verk. Wij willen graag zien, waar nu staat: "om dat te financieren vanuit het positief resultaat van de SDD", veranderd wordt in: "financieren vanuit het participatiebudget". Hier bleef vorig jaar een groot bedrag over. De motie van D66. Op zich staan wij daar positief tegenover. Als je puur kijkt naar de veiligheid, staat veiligheid hoog op de agenda. Als je puur kijkt naar veiligheid voor schoolkinderen, absoluut. Ik ken daar de omgeving niet, maar als ik het vergelijk met Dordtse begrippen, de Groene Zoom, dat is bij ons ook altijd een heikel aandachtspunt geweest. Als ik luister naar de reactie van de portefeuillehouder, ja, dan lijkt het mij dat er in het verleden al naar gekeken is. Wij overwegen om die motie niet te ondersteunen, maar wellicht brengt u ons op andere gedachten. De twee moties van de fracties WEK en Lammers. Beide moties zullen wij niet steunen op grond van de volgende argumentatie.
pagina 39 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
De motie over de frictiekosten Servicecentrum Drechtsteden. Die frictiekosten zijn een gegeven. Om daar uiteindelijk uitstel op te krijgen, zal weinig voordelen bieden. Hetzelfde geldt voor de motie om de besluitvorming voor de ICT inhaalafschrijving uit te stellen. Ik had de vorige keer juist begrepen dat bij uitstel op alles rondom ICT dat wij in plaats van met een laptop, met een carbonpapiertje zitten. Mevrouw Kensenhuis: Voorzitter, het is duidelijk dat de fractie BvD het betoog niet heeft begrepen. De heer Van Antwerpen: Mevrouw Kensenhuis, ten eerste zijn wij de Samenwerkende Lokale Partijen. Mevrouw Kensenhuis: Dat is het probleem. De heer Van Antwerpen: dat is iets breder dan alleen Beter voor Dordt. Dat u de opmerking maakt dat wij het niet begrijpen, dat nemen wij voor kennisgeving aan. Daarnaast heb ik nog een motie die ik alsnog in wil dienen. Ik doelde daar in mijn woordvoering in eerste termijn al op wat wij omschreven als "de hete aardappelmotie". We hebben hier staan: "Overwegende dat de Drechtraad in de afgelopen periode diverse keren is geconfronteerd met grote financiële tegenvallers. Hierbij is de Drechtraad structureel te laat geïnformeerd door het Drechtsteden Bestuur en het Drechtsteden Bestuur wordt opgedragen voor de Drechtraad van oktober 2013 te komen met een voorstel dat structureel een oplossing biedt ter verbetering van de procedure, rekening houdend met de actieve informatieplicht en de doorlooptijd van de vergaderstukken". De heer Van Verk: Voorzitter, als ik het dictum hoor, dan betekent het nogal wat. Er wordt door de Lokale fracties gezegd dat er niet is voldaan aan de actieve informatieplicht en dat de raad te laat geïnformeerd wordt. Een dergelijke uitspraak betekent meer dan alleen 'de hete aardappelmotie'. Ik zou de motie graag geadresseerd willen zien aan die bestuurders die zich daaraan schuldig zouden hebben gemaakt. De heer Van Antwerpen: Nee, ik denk dat u het nu groter trekt dan wij het in principe bedoelen. Het gaat ons er vooral om dat het in het afgelopen jaar diverse keren voorgekomen is dat de Drechtraad op het laatste moment met een voorstel geconfronteerd wordt waar je alleen nog maar 'ja' of 'ja' tegen kan zeggen. Het gaat er mij niet zo zeer om dat er met het vingertje naar iemand gewezen wordt. Het mes snijdt aan twee kanten. Het DSB zou zijn best mogen doen om ervoor te zorgen dat het allemaal wat sneller gaat en misschien moet de Drechtraad zich realiseren daar een actievere rol in te nemen. De heer Van Verk: Voorzitter, waar hebben we het dan over? Noem dan man en paard en de dossiers waar we het over hebben. Als u zegt dat het de ICT en de Noordoevers betreft, dan zou ik misschien die opvatting kunnen delen, maar dan bent u het met mij eens dat het bestuur daar al veel langer over praat dan de Drechtraad überhaupt geïnformeerd was. En dat er inderdaad sprake is van een te laat informeren van de raad. De heer Lammers: Voorzitter, een punt van orde. We hebben het nu over een motie die nog niet deel uitmaakt van de beraadslagingen. Ik weet niet over welke motie het gaat. De voorzitter: De heer Van Verk vraagt verduidelijking op een motie die zojuist is voorgelezen en ik denk dat dit bij het indienen van de motie geoorloofd is. De heer Van Antwerpen kan nog kort daarop reageren en dan wordt de motie ingediend en vermenigvuldigd. Dan kan iedereen meedoen in deze discussie. De heer Van Antwerpen: Ik begrijp dat u graag namen wilt horen, de heer Van Verk. Ik ben niet van plan om dat te doen. Ik wil ermee volstaan dat er sprake is van collegiaal bestuur bij het DSB en wil het hierbij laten. De voorzitter: De motie wordt nu ingediend. Dat is motie nummer 6. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, kunnen wij nu allemaal deze motie krijgen? De voorzitter: Nee, dat is zojuist met de griffier besproken. Motie nummer 6, die nu onderdeel uitmaakt van de beraadslagingen wordt nu gekopieerd en nu verspreid per fractie, zodat u zo dadelijk op de motie kunt reageren en waar zo dadelijk ook het bestuur nog op kan reageren. Dan gaan we nu naar de fractie van de SGP/ChristenUnie, de heer Hoogerduijn. De heer Hoogerduijn: Dank u, voorzitter. Allereerst de amendementen en moties. Het verhaal over Manden Maken, van de Lokale partijen. Wij wachten even de reactie af van de portefeuillehouder vanwege de wijziging die zojuist is toegelicht. Wij dachten dat het vrij dicht in de buurt komt van wat de portefeuillehouder al zei in zijn eerste termijn. Namelijk dat hij het niet naar de gemeenten maar wel naar de Drechtraad inzichtelijk wilde maken. Het amendement I&A van de Lokale partijen en datzelfde geldt voor de moties 4 en 5 van WEK. Wij zullen dat amendement en die moties niet steunen omdat wij vinden dat het niet kan dat er een voorstel apart naar een gemeente overgaat. De bevoegdheid ligt bij de Drechtraad conform de GRD. De andere moties. De motie van de PvdA over de werkgelegenheid jongeren stimuleren, die zullen wij niet steunen, in lijn met wat de portefeuillehouder daarover zei. Hij heeft overigens gezegd dat als het toch een witte vlek blijkt te zijn dat hij daarop terug komt. Dat zei hij in verband met "er is toch al veel aan plannen en ideeën, laten we dat eerst afwachten". Overigens constateren wij dat wat in die motie staat 'een positief resultaat Sociale Dienst', dat is er niet, waar het geld vandaan zou moeten komen.
pagina 40 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Motie 2 van de PvdA, SMS Kinderfonds, die zullen wij steunen. Dat onderzoek en we zien wel wat daaruit komt. Motie 3 van D66, Veilig naar school, die zullen we niet steunen, in lijn met wat ondermeer de portefeuillehouder daarover zei, er is inmiddels onvoldoende aanleiding voor om de lobby waarom gevraagd is te plegen. Dan kort over de overige reacties van de portefeuillehouders. Wij hebben alleen een enkele kanttekening bij wat de heer Korteland heeft gezegd. En we danken de andere portefeuillehouders voor hun heldere beantwoording en reacties. De heer Korteland is iets meer in beeld omdat wij een aantal financiële opmerkingen hadden. Bedankt, de heer Korteland voor uw toezeggingen, dat betreft aanvullende bezuinigingen, Manden Maken, daar heb ik het net al over gehad, en de kwestie van het meerjarenperspectief. Het accountantsverslag en de openstaande punten. U zei dat dit in de Auditcommissie komt. Wij hadden benadrukt dat het nog dit jaar zou moeten gebeuren. Ik neem aan dat dit ook bij u zo leeft. De actualisatienota Notitie reserves en voorzieningen. U zei dat die er al was. Ons punt was dat er een herijking moet komen van die notitie. Dat is al toegezegd in 2011 en wij hopen dat u alsnog zegt dat die herijking van die notitie er zal komen. Het weerstandsvermogen in de regio en waar mogelijk gelijke behandeling. Wij stellen voor dat dit in de Auditcommissie aan de orde komt. U bent hier niet op ingegaan. De uitwerking rMJP 2013, voorzitter, daar kom ik na de zomer zelf nog wel op terug bij de discussie toekomst Drechtsteden waar ook de actualisering rMJP in de toekomst aan de orde is. Tot slot. De regionalisering van het inkooppotentieel. Daar is de heer Korteland ook niet op ingegaan. Maar misschien kan hij de toezegging doen dat dit ook in de Auditcommissie nader aan de orde wordt gesteld. Dan zijn wij over de hele linie helemaal tevreden. Ik dank u. De voorzitter: Dank u vriendelijk, de heer Hoogerduijn. De heer Van Verk. De heer Van Verk: Dank u voorzitter. Een paar opmerkingen en een stemverklaring over de verschillende moties en amendementen. De eerste opmerking die ik wil maken is, dat ik de suggestie van de VVD om met een getrapt gekozen Drechtraad te gaan werken, interessant vind omdat dit in ieder geval de democratische legitimatie van deze raad dichterbij brengt. Ik ben benieuwd of zij daar ook verdere concrete voorstellen voor zullen doen in de toekomst, in het kader van de toekomst van de Drechtsteden. Wij zijn in ieder geval geïnteresseerd in de uitwerking van zoiets. Een tweede opmerking die ik wil maken is dat ik vanuit de publieke tribune geattendeerd werd op enige onrust bij een van de dochters, namelijk de Gemeentebelastingen Drechtsteden. Ik ervaarde de opgenomen zinsnede als cryptisch en als ik zo iets cryptisch lees, dan krijg ik automatisch het gevoel dat daar iets aan het broeien is, daar is sprake van enige onrust. Dat is de verkeerde interpretatie, is mij overtuigend duidelijk gemaakt. Het was niet zozeer cryptisch bedoeld maar poëtisch. Ambtenaren die poëten zijn. Ik heb daaruit geconcludeerd dat er weliswaar sprake is van een veranderende werkwijze, maar niet van onrust op de betreffende afdeling. Daarmee wil ik de zaak maar sluiten. De amendementen en moties. Het eerste amendement van de Lokale partijen stel ik vast dat het hier inderdaad een bevoegdheid van de Drechtraad betreft. Op het moment dat die een besluit heeft genomen, is er een verplichting aangegaan van de verschillende bovenstaande partijen. Verder heb ik vastgesteld dat de betreffende inhaalafschrijving al is opgenomen in de vastgestelde jaarrekening 2012. Daarmee is het amendement ook overbodig. Het tweede amendement van de Lokale partijen over Manden Maken. Met de verandering kunnen wij het amendement van harte ondersteunen. Ik zou er wel aan toe willen voegen dat het voorstel voor 31 december 2013 bij de raad is, zodat wij het kunnen meenemen in de algemene beschouwingen van januari 2014 over de begroting. Onze eigen motie over het Kinderfonds die willen wij in stemming laten brengen. Ik heb begrepen dat de wethouder daar sympathiek tegenover staat. Ik hoop dat de rest van de raad dat ook is. De motie Stimuleren werkgelegenheid jongeren. Ik vond de beantwoording van de wethouder dusdanig duidelijk dat ik zeg: laten we eerst dat najaar gebruiken om in kaart te brengen of er inderdaad witte vlekken zijn. Mocht dit het geval zijn dan kunnen we met elkaar overleggen hoe we die het beste oplossen en dan is bijvoorbeeld financiering vanuit het participatiebudget een van de mogelijkheden. Dus die motie trekken wij voor dit moment in en die zouden we eventueel in 2014 opnieuw op tafel kunnen brengen. De motie Veilig naar school. Het is een sympathieke motie, maar volgens mij is de Drechtraad niet in de positie om corrigerend op te treden naar de verschillende gemeenteraden en dat dreigt hierbij wel te gebeuren. Zeker als ik hoor dat daar twee jaar geleden al ruimschoots aandacht aan is besteed. Dat lijkt mij niet de weg die wij in moeten gaan. De PvdA is voor vergaande samenwerking, maar niet voor aantasting van de lokale autonomie. Bij dezen is die afgeserveerd. De moties van de fractie WEK. Over de eerste motie hebben we het gehad en de tweede betreft ook een overgedragen bevoegdheid. Die zijn niet aan de orde. De motie nummer 6 van de Lokaloos brengt mij in de positie dat ik vaststel dat wanneer je in de overwegingen opneemt dat de Drechtraad structureel, dus voortdurend, telkens, nog een keer voortdurend, te laat geïnformeerd wordt door het Drechtstedenbestuur, dan vat ik dat op zijn minst op als een motie van afkeuring en niet als een motie van steun en toeverlaat. Ik wil wel duidelijkheid hebben over wat men daarmee bedoelt. Ik vind het te gemakkelijk om te zeggen dat er een aantal zaken is gebeurd. Nee, er is een aantal zaken gebeurd en daar spreekt u een oordeel over uit. Dan moet u man en paard noemen en zeggen: wij vinden dat inderdaad
pagina 41 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
afkeurenswaardig en dat hebben wij in deze motie zo vastgelegd en DSB alsjeblieft, hier heb je een gele kaart. Tot zover mijn tweede termijn, voorzitter. De voorzitter: Dank u wel. We gaan naar de VVD. Mevrouw Burger: Dank u wel, voorzitter. Ik hoop dat ik de administratie een beetje op orde heb. Ik begreep voor de schorsing dat ieder aan zou geven of de moties of amendementen aangehouden zouden worden. Maar dat heb ik nog niet gehoord. Bedankt voor de antwoorden van het DSB op onze opmerkingen en vragen. De VVD verzoekt om de raadsinformatiebrief van het Ingenieursbureau Drechtsteden dat na donderdag opgesteld wordt ook direct door te geleiden naar de Agendacommissie, zodat daar een beoordeling kan plaatsvinden om het in een Carrousel te agenderen. Dan worden we meteen goed geïnformeerd met zijn allen. De Drechtstedendinsdag bij Drechtwerk is al eerder onderwerp van gesprek geweest. Dat is in samenhang geweest met de discussie of je de Drechtstedendinsdag op één locatie moet houden of kies je ervoor om alle gemeenten zoveel mogelijk aan te doen om vooral ook de lokale raadsleden die minder binding hebben met de regio te prikkelen om in hun eigen gemeente in ieder geval naar de bijeenkomsten te komen. Op persoonlijke titel ben ik een voorstander om alle gemeenten zoveel als mogelijk aan te blijven doen. De voorstellen van de VVD over de vorm van de Drechtraad. Of het een getrapte verkiezing is, daar blijf ik even van weg. In februari in de Carrousel en in april, volgens mij, bij het raadsvoorstel voor de opdracht richting de portefeuillehouder, zit een uitgebreide uitleg over de wijze waarop wij het verlengde lokale bestuur zien in samenstelling en aan de hand van de verkiezingen op lokaal niveau. De heer Van Verk: Voorzitter, toen ik na het betoog van mevrouw Burger vroeg of ik mij daar een vertrapte verkiezing bij moest voorstellen, was haar antwoord volmondig 'ja'. Mevrouw Burger: Ik weet niet of ik volmondig ja heb gezegd. Maar we kunnen de band erop naspoelen. Ik heb in ieder geval aangegeven dat het conform het voorstel is dat wij eerder hebben gedaan en dat het vanuit de lokale verkiezingen plaats zal vinden. En of dat getrapt is, weet ik niet. Ik weet niet wat u wilt bereiken met mijn volmondig ja op uw visie daarop. De heer Van Verk: Ik blijf het een interessant voorstel vinden. We praten er vast verder over. Mevrouw Burger: Wij vinden het een interessant voorstel, nu de rest nog. Ik krijg nog graag een reactie op transitie jeugdzorg. Dat is een majeur onderwerp. Motie 1, die is ingetrokken. Motie 2 van de PvdA, het SMS Kinderfonds. Is een sympathiek voorstel. Alleen het is wel erg concreet als we het hebben over kleding en buskaarten. Uit de woorden van de portefeuillehouder heb ik min of meer begrepen dat hij daar in ieder geval naar zal kijken en de banden met het SMS Kinderfonds wat aan zal trekken om te zien wat de mogelijkheden verder nog zijn. Wij zullen die motie niet steunen. Motie 3 van de D66/VSP, Veilig naar school. De maatregelen zijn genomen en misschien dat de portefeuillehouder nog aan kan geven of de meest optimale veiligheid is benaderd. Wij zullen ons allemaal achter het oor krabbelen als een scholier zijn hormonen achterna gaat en per ongeluk onder een vrachtwagen terecht komt. Ik zou willen benadrukken, ook al gaat het hier om de gemeente Alblasserdam in combinatie met Papendrecht, dat het weldegelijk een meerwaarde kan hebben als wij op regionaal niveau ondersteuning bieden aan een lobby richting Rijkswaterstaat of de Provincie. Maar voor nu wachten wij het antwoord af. Motie 4 en motie 5 van de fracties WEK en Lijst Lammers zullen wij niet steunen omdat wij willen voorkomen dat wij een proces gaan frustreren door een ander tijdpad te kiezen. Amendement 1 is naar het gevoel van de VVD fractie voldoende beantwoord door de portefeuillehouder. Wij zullen het amendement niet steunen. Amendement 2, het IP&A verhaal. Wij sluiten ons aan bij de woorden van de heer Hoogerduijn. Wij zullen dit amendement niet steunen. Motie 6 is wel een bijzondere motie. Hij landt zo laat op de avond een beetje rauw binnen de fractie. We weten niet zo goed wat de insteek is van de Verenigde Lokale Partijen. Is het mogelijk om met concrete voorbeelden aan te geven waar we het dan over hebben? Hebben we het over Noordoevers of over andere majeure projecten, waar de informatievoorziening te laat op gang kwam om goede besluitvorming te laten plaatsvinden. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. De heer Lichtenberg. De heer Lichtenberg: Voorzitter, dank u wel. De avond begon met complimenten die door de heer Van Antwerpen werden uitgesproken over de jaarstukken en over de wijze waarop er steeds meer inzicht was in de manier waarop wij dingen doen. Die complimenten hebben wij als CDA fractie ook volmondig geuit. Die wil ik nog eens een keer herhalen. Wij hebben eigenlijk maar op drie onderwerpen ten opzichte van de jaarrekening vragen en opmerkingen gehad en geen moties en amendementen, omdat wij echt heel tevreden zijn met de manier waarop er transparantie geboden wordt en nu het voorstel voor de jaarrekening ook voorligt. We hadden nog een vraag over de € 20 miljoen overfinanciering. Daar verwacht ik nog een antwoord op van de portefeuillehouder. Wij hebben natuurlijk opmerkingen gemaakt over de frictiekosten en de manier waarop wij hebben gezien hoe die in de jaarstukken verwerkt zijn. Dat moet het DSB zich zo aantrekken, dat wij verwachten dat daarop gestuurd wordt. We zien ook dat dit gebeurt. In die zin hebben wij de beantwoording van beide portefeuillehouders begrepen. De aantallen kloppen, de budgetten kloppen. De accountant is ervoor om dat te
pagina 42 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
controleren. Het is ook aan het DSB om een voorziening te treffen. In die zin zijn wij het niet helemaal eens met de portefeuillehouder die zegt dat de Drechtraad erover gaat. Nee, u gaat er als DSB over. Wij hebben er ook bewust geen motie over ingediend en geen amendement. En die amendementen en moties die daarover gaan, zullen wij ook niet steunen. Wij hebben vanuit ons perspectief wat inzicht gegeven over die frictiekosten. Dat hebben wij ook willen doen over de manier waarop wij naar de grootste budgetpost kijken van de Drechtsteden en dat is de Sociale Dienst. Dat gaat over € 200 miljoen. Daar wordt binnen de kaders van het Rijksbeleid, en dat hebben we een aantal keren herhaald, proactief en professioneel en creatief gestuurd op die budgetten. Dat zien wij ook, maar wij zien tegelijkertijd dat het misschien wat afleid van de aandacht die nodig is, voor waar het wat ons betreft om moet gaan, mensen zoveel mogelijk laten participeren en naar werk brengen. Wij hebben dat in ons tweede principe ook genoemd. Wij zijn blij met de manier waarop de portefeuillehouder daarop gereageerd heeft door te zeggen: "Wij jojoën niet in de manier waarop wij mensen naar werk brengen en dat blijft gelijk ondanks dat het aantal vacatures daalt". Dat is prima, dat is mooi, maar juist omdat het crisis is, juist omdat er budgetten over zijn op het participatiebudget, hopen wij dat we de inspanningen met elkaar nog kunnen versterken omdat wij denken dat er nog meer nodig is. We hebben gevraagd om het actieplan jeugdwerkloosheid te bespreken in de Carrousel. De portefeuillehouder heeft dat toegezegd. Daar zijn we blij mee. We hopen ook dat de evaluatie van Baanbrekend daar onderdeel van kan uitmaken. Want wij willen wat nadrukkelijker focussen op het participeren van onze inwoners. Over het Ingenieursbureau Drechtsteden was de wethouder duidelijk. Daar zijn de beide eigenaren aan zet en we wachten dat ook verder af. Maar we zijn blij dat die helderheid nu aan de orde lijkt te gaan komen. De beantwoording van de portefeuillehouder over de toekomst Netwerkbestuur en vooral ook de inzet bij het VNG congres konden wij waarderen. De oproep om zoveel mogelijk vanuit de bestuurders, maar ook vanuit de raadsleden daar actief in mee te doen, vinden wij sympathiek en we zijn ook benieuwd hoe wij samen aan dat congres invulling gaan geven. Laten wij onze beste beentjes voor zetten. Tenslotte, de amendementen en de moties. Amendement 1 over Manden Maken. Dat is gewijzigd. Er ligt bij de jaarrekening een voorstel voor om tot afrekening te komen. Dat voorstel kunnen wij onderschrijven. Volgens ons beluisteren we bij de Samenwerkende Lokale Partijen toch echt nog de behoefte om heel veel inzicht te hebben in de achterliggende stukken. Volgens mij kan dat altijd, maar hoeft dat, wat mij betreft, de besluitvorming vanavond niet in de weg te staan. Ik hoor graag de reactie van het DSB daar nog over. Wij zijn eigenlijk niet voornemens om dat amendement te steunen. Amendement 2 over de ICT inhaalafschrijvingen. Eigenlijk heeft de portefeuillehouder daarover gezegd dat het DSB daarover gaat. We moeten niet allerlei discussies met elkaar vermengen. Je kunt iets versneld afschrijven, verantwoordelijkheid van het DSB. De besluitvorming over de investeringen hierna die volgt later en daar gaan wij zelf over. Dus die discussie kan prima plaatsvinden. Motie 1 gaat over stimuleren werkgelegenheid jongeren. Die is ingetrokken. Daar spreken wij over in de Carrousel. Motie 2, SMS Kinderfonds. We zijn blij dat de portefeuillehouder die overneemt, want we zullen die ook steunen. Motie 3, Veilig naar school. We zijn blij met de beantwoording van de portefeuillehouder, hoewel hij daar niet zelf helemaal helder over was. Maar volgens ons is het helder. Procedureel gaan wij hier niet over en is er al een keer over gesproken. Dus die motie zullen wij niet steunen. Motie 4 gaat over de frictiekosten SCD. Daar heb ik net van betoogd dat u er als DSB over gaat. Die zullen wij niet steunen. Motie 5 ICT inhaalafschrijvingen, daar hebben wij het ook al over gehad. Die zullen wij ook niet steunen. Motie 6 die bevreemdt ons ook. Als de Samenwerkende Lokale Partijen beginnen met de complimenten en de manier waarop er inzage gegeven wordt en de manier waarop de prestaties geleverd zijn, snappen wij niet waarom deze 'hete aardappelmotie' wordt ingediend. Wat ons betreft is die ook niet nodig en het lijkt ons niet dat wij die steunen. Ik dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. We gaan naar mevrouw De Smoker. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, dank u wel. Hartelijk dank voor de toezeggingen rondom het VNG congres. De heer Blase weet ons te vinden. Wij staan voor u klaar. Het andere inhoudelijke punt wat ik aan wil halen is wat wij hebben gezegd over Investeren met de hoofdletter i. Ik heb in de schorsing contact gehad met portefeuillehouder Korteland. Als hij straks nog één keer herhaalt wat hij toen heeft gezegd, namelijk dat hij nadere informatie zal toesturen rondom de investeringsagenda die wij 6 maart 2012 met elkaar hebben besproken, dan maakt hij dat gedeelte ook weer goed. Dan ga ik nu over naar de moties en de amendementen. Amendement 1, rondom Manden Maken. Als er een afzonderlijk voorstel naar de Drechtraad komt, dan steunen wij dat amendement. Amendement 2, rondom I&A. Het is al door meerderen gezegd, het is een bevoegdheid van de Drechtraad. Dat steunen wij niet. Motie SMS Kinderfonds met alles wat de portefeuillehouder daaromheen heeft gezegd en de gedachte daaromheen, inderdaad een sympathieke motie. Die steunen wij wel.
pagina 43 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Motie 3, onze eigen motie rondom Veilig naar school die trekken wij in. Niet omdat de motie misleidend is, niet omdat de motie corrigerend is. In de schorsing hebben we ook nog even contact gehad met deze portefeuillehouder en het huidige fietspad is wel degelijk van de Provincie. Eventuele aanpassing van het fietspad of een stuk eraan of hoe we dat mogen zien, dat is een zaak van Rijkswaterstaat. Maar we hebben ook van de portefeuillehouder begrepen dat er nu een oplossing op handen is. Dat is mooi. Die informatie had mijn fractiegenoot in ieder geval nog niet. Er is nieuwe informatie. Dat wil niet zeggen dat er al een nieuw besluit is genomen. Ik neem aan dat het verder in de Alblasserdamse raad wordt doorgesproken. Ik dank de VVD voor de woorden dat bepaalde zaken die je regionaal met elkaar op kunt pakken in een lobby, dat we dat vooral moeten doen. Dat was ook een van de strekkingen van mijn verhaal. Samen optrekken, samen overleggen en samen werken. Waar wij dat kunnen doen op het gebied van Nedstaal, Omgevingsdienst ZHZ, zie ik niet in waarom wij dat niet kunnen doen met elkaar rondom een fietspad. Motie 4 en motie 5, beide bevoegdheden van de Drechtraad, die steunen wij niet. Motie 6, een opmerkelijke motie. Mag ik de Lokale Partijen herinneren aan de motie Drechtraad in positie, 10 januari 2012. Aangenomen. Een motie van D66/VSP waarin wij de Drechtraad rondom hetzelfde oproepen, namelijk verantwoordelijkheid kunnen wij enkel uitvoeren als wij voldoende en tijdig geïnformeerd worden door het DSB en raadsleden voldoende tijd krijgen om informatie te bespreken en standpunten in te nemen. Wij hebben daar het DSB opgedragen tijdige informatie aan de voorkant van het besluitvormingsproces te delen met de Drechtraad. Dat was toen. Die motie is door het DSB bij monde van portefeuillehouder Blase zelfs omarmd. Dan moet ik constateren en daarin ga ik mee in wat voorgaande collega's ook hebben gezegd, maak het dan nu specifieker, vooral omdat er al een motie lag, en aangenomen is. Wij gingen ervan uit dat het ook uitgevoerd zou worden. Dat blijkt niet zo te zijn. Concretiseer het. Als het dan een motie van afkeuring moet zijn, noem het dan een motie van afkeuring. Daar zou ik graag jullie reactie op willen hebben. De voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Kroes, GroenLinks. Mevrouw Kroes: Voorzitter, dank voor de beantwoording. Die was helder. Ik ga meteen over naar de amendementen en de moties. Amendement 1, daar gaan wij in mee. Amendement 2, daar gaan wij, in tegenstelling tot de vorige sprekers wel in mee. Wij vinden het een helder amendement dat recht doet aan het budgetrecht van de raden. De motie SMS Kinderfonds van de PvdA, daar gaan wij in mee. De motie van D66 is ingetrokken. De moties van WEK en Lammers, die zijn overbodig want wij gaan al mee met de amendementen van de Lokale Partijen. De laatste motie die is ingediend. Wij sluiten ons aan bij de woorden van de PvdA en vorige sprekers. Wees duidelijk waar je het over hebt en beslis op het moment dat er daadwerkelijk een onderwerp zich voordoet. Wees dan daadkrachtig en doe het op dat moment. Wij kunnen genoeg voorbeelden noemen. De voorzitter: Dank u vriendelijk, mevrouw Kroes. Mevrouw Kensenhuis. Mevrouw Kensenhuis: Voorzitter, dank aan de portefeuillehouders voor de beantwoording van de vragen en de toelichting op de ingediende moties. Motie 1, Lokale Partijen, steunen we niet. Motie 2, Lokale Partijen, Manden Maken, steunen we ook niet. Motie SMS Kinderfonds. Deze motie oogt sympathiek en krijgt onze steun. We zijn er wel voor dat de SDD alle mogelijkheden onderzoekt die er zijn om armoede onder kinderen tegen te gaan. De lijst Lammers heeft met instemming van de fractie WEK, eind 2012, het initiatief genomen de Voedselbankcultuur in te doen voeren binnen de Drechtsteden. Hier zijn veel positieve reacties op binnengekomen. De Voedselbankcultuur wil met name kinderen die in armoede leven uit hun cultureel isolement halen, samen met hun ouders en opvoeders. Motie Werkgelegenheid jongeren, is ingetrokken door de PvdA. Motie 4 en 5, WEK/Lammers, die steunen wij uiteraard wel. Motie 6, een motie die wij niet zullen steunen. Een motie die oproept met een structureel voorstel om de Drechtraad beter te informeren dat impliceert dat de Agendacommissie onder leiding van de heer Loos, kennelijk heeft gefaald, omdat deze commissie de agenda van de Drechtraad voorbereidt. We kunnen deze motie wel steunen als dit zou betekenen dat de Agendacommissie vanavond nog zal worden opgeheven. Dank u wel, voorzitter. De voorzitter: Dank u wel, mevrouw Kensenhuis. Ik stel het volgende voor. Het is nu de tweede termijn voor het DSB. De heer Korteland heeft als eerste het woord. Portefeuillehouder Korteland: Voorzitter, het is echt de bedoeling om alles op te volgen wat in de accountantsrapportage staat dit jaar. Het zal niet zo zijn dat alles dit jaar gerealiseerd is. Maar we gaan ermee aan de slag, we volgen het op. Ik hoop dat ik zo klip en klaar ben geweest in wat de bedoeling is. Het draagt bij aan een betere bedrijfsvoering, dus je moet dat doen. Voorzitter, de heer Hoogerduijn heeft een terecht punt, met die notitie Reserves en voorzieningen. Er is een nota van lang geleden en terecht zei de heer Hoogerduijn, dat er ook een herijking toegezegd is. Daar heeft hij ook gelijk in. Het is de bedoeling om in de Drechtraad van november, dit jaar, om die herijkte nota aan u voor te leggen. Concreter kan ik het niet maken, voorzitter. De opmerkingen van de heer Hoogerduijn over het weerstandsvermogen. Dat pak ik dan maar breed op voor de GRD en voor de zes gemeenten. Die is al besproken in de regionale Auditcommissie, uitgebreid zelfs. Aan
pagina 44 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
de hand van een aantal kengetallen heeft de accountant een analyse gemaakt hoe het zit voor schulden per inwoner, opbrengsten en vermogen. Wij hebben met elkaar afgesproken dat die cijfers voor de individuele gemeenten aan de individuele Auditcommissie verstrekt wordt. De heer Hoogerduijn: Voorzitter, de vraag is niet helemaal duidelijk. Het gaat niet om de gegevens maar om de methodiek waarmee je het weerstandsvermogen berekend, hoe je daartoe komt. Dat ligt niet helemaal gelijk en wij vragen daar aandacht voor. Het hoeft niet precies gelijk te zijn, maar wel meer gelijk dan dat het nu is. Zou u dat nog eens in de Auditcommissie kunnen bespreken? Dus niet de gegevens, maar de methodiek. Portefeuillehouder Korteland: Voorzitter, ook de methodieken zijn erin besproken. Die zijn zes keer verschillend. De heer Hoogerduijn: Ja, dat is juist het punt en wij zouden het in ieders belang vinden als dat meer gelijk wordt. Daar hoeven we nu niet over te discussiëren. Wij vragen om dat meer gelijk worden van die methodieken in de Auditcommissie te bespreken. De voordelen daarvan, want nadelen zien we niet. Dan is dit punt nu afgehandeld. Portefeuillehouder Korteland: Ik zeg 'ja', voorzitter. De vraag rondom het inkooppotentieel zou ik graag aan collega Tanis willen overlaten. Voorzitter, de CDA fractie vroeg naar het over liquide zijn van de GRD. De heer Lichtenberg noemde daar de € 20 miljoen en ook een lening die daarvoor afgesloten was. Er is destijds, omdat wij onder liquide waren, een lening afgesloten, die in vijf jaar afgelost wordt. En op dit moment zijn wij tijdelijk over liquide en ook voor het bedrag dat de heer Lichtenberg noemde. Uit de liquiditeitsprognose verdwijnt dat op een gegeven moment vanzelf en trekt dat weer recht. Het is een terecht punt. De heer Lichtenberg: En wanneer trekt dat weer recht? Als we hierna investeringen gaan doen, heb ik geroepen, maar is dat dan het antwoord? Portefeuillehouder Korteland: Dat is een antwoord, maar voorzitter, het heeft ook te maken met die incidentele voordelen die behaald zijn van onder andere de SDD. Het is ontstaan, maar het moet niet te lang voortbestaan. Ik heb niet de exacte maand of het exacte jaartal voorhanden wanneer dat eruit loopt. De heer Lichtenberg: Voorzitter, we hebben ook een opmaat naar de begroting die eigenlijk aan het eind van het jaar gemaakt wordt. In deze ontwerpbegroting staat hier niets over opgemerkt. Mag ik verwachten dat het DSB bij de begroting die eind van het jaar definitief wordt, daar met een antwoord komt hoe die positie verminderd wordt en wanneer? Portefeuillehouder Korteland: Dat is goed, voorzitter. Ten principale deel ik met de heer Lichtenberg dat wij geen bank zijn. De heer Lichtenberg: Dit kost ons geld. Portefeuillehouder Korteland: Ik weet niet of liquiditeit geld kost. De heer Lichtenberg: Als daar een lening tegenover staat met 2,6% rente wel. Portefeuillehouder Korteland: Het zit iets ingewikkelder in elkaar, maar we zullen daarover rapporteren bij de geactualiseerde begroting. Voorzitter, in mijn rij aan toezeggingen kan natuurlijk mevrouw De Smoker niet ontbreken. Zij vroeg specifiek naar de investeringsagenda. Wij zullen haar over de voortgang daarvan schriftelijk rapporteren. Voorzitter, dan resteert het aangepaste amendement 1, Manden Maken. Er moeten mij een paar dingen van het hart. In eerdere bestuursrapportages, de tweede van 2012, de laatste, hebben wij gekwalificeerd wat er allemaal aan Manden Maken lag en wat de bedoeling was. Dit is het eerstvolgende moment waarop wij elkaar spreken in de Planning en control cyclus en dat hebben wij nu gekwantificeerd. Daar staat ook in waarvoor dat is. Dat is niet nieuw, dat is al vanaf 2007 zo. Ik kan mij goed voorstellen dat ook de fractie van de Samenwerkende Lokale Partijen zich afvraagt of ze het overzicht nog wel hebben. Er zitten geen nieuwe dingen bij. Het project op zich is afgelopen, maar de uitvoering loopt nog. Dat betekent, op dit moment, als er geen besluitvorming over plaatsvindt, er ook geen uitbetaling plaatsvindt. Een verordening zoals de Drechtraad haar heeft vastgesteld, de verordening Manden Maken, is dat het fonds gevuld moet zijn om te kunnen uitbetalen. Dat is het niet. Vandaar dat eerst gevraagd wordt om aanvulling om daarna te kunnen uitbetalen. Voorzitter, ik vraag dat maar aan de fractie van de Samenwerkende Lokale Partijen. Om de voortgang van de afronding niet verder te vertragen vraag ik u of u ervoor zou voelen dat wij dit afrondend rapporteren van het begin tot het eind, zodat u een overzicht heeft van dit jarenlopende dossier. Een eventuele vertraging zou vervelend zijn voor de gemeenten Dordrecht en Sliedrecht. Misschien hoort het bestuur dat nog. De voorzitter: Dank u wel. Portefeuillehouder Tanis. Portefeuillehouder Tanis: Voorzitter, ik heb meer een punt in de richting van de heer Hoogerduijn. Het DSB heeft vorig jaar een ambitie geformuleerd met betrekking inkoop om in een periode van drie jaar € 20 miljoen tot € 30 miljoen aan besparingen in te boeken. We zijn nu ongeveer een jaar bezig en vanaf juli vorig jaar tot juli
pagina 45 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
dit jaar hebben wij op dit moment, afgerond, een bedrag van € 8,5 miljoen aan aanbestedingsresultaten weten te scoren. Dat is de stand van zaken op dit moment. De heer Hoogerduijn: Bedankt, ik zou zeggen ga zo verder, portefeuillehouder. De voorzitter: Dank u vriendelijk. Het woord is aan de heer Blase. Portefeuillehouder Blase: Voorzitter, u zegt terecht dat mevrouw Burger al gesproken heeft over de Drechtstedendinsdag en waar die plaatsvindt. Dat is ook aangegeven vanuit de fractie van de Verenigde Lokale Partijen. In de Agendacommissie twee weken geleden, is daar ook over nagedacht. Daar is op tafel gekomen dat het de voorkeur had om niet steeds op wisselende plaatsen te vergaderen, maar te kiezen voor een locatie die qua kosten het voordeligst is en kwalitatief als hoog ervaren wordt. Dat is bij de gemeente Zwijndrecht in huis. Daar leek draagvlak voor te zijn in de Agendacommissie. Het DSB kan deze lijn ook wel volgen. De heer Van der Plaat: Voorzitter, wij hebben dat op de heizitting van de Agendacommissie besproken. Toen is volgens mij ook aan de orde geweest dat het aan de Drechtraad ligt en er was geen consensus dat het een goed plan was om het op één locatie te houden. Portefeuillehouder Blase: Ik heb volgens mij net gezegd dat het in de Agendacommissie besproken is, dat er toen een meerderheid leek te zijn voor die lijn. Wij zouden een dergelijk voorstel kunnen uitwerken. Het is niet dat het DSB vindt dat het zus of zo zou moeten gaan. Dat is echt iets wat we met elkaar bepalen. U heeft eerder een motie ingediend om een soort kostenplafond uit te spreken en daar voldoen wij gemiddeld aan, maar niet voor iedere Drechtstedendinsdag afzonderlijk omdat we een beetje om die kostenlijn heen werken. Als u echt voor het goedkoopste wilt gaan, dan is dat de locatie Zwijndrecht. Het lijkt ook goed te bevallen, maar het is geen dictaat van het DSB om het zo te doen. U kunt daar met elkaar een uitspraak over doen, en wij werken het uit en leggen het voor. De heer Lichtenberg: Voorzitter, wij hebben vorig jaar inderdaad die motie ingediend. Het was een CDA motie. We hebben het bedrag vastgesteld op € 7.000. In de jaarrekening hebben we kunnen lezen dat we dit net niet hebben gered. Inhoudelijk hebben wij bij die motie aangegeven dat wij het belangrijk vonden en volgens mij vinden wij dat nog steeds, dat wij die Drechtstedenmiddag in alle gemeenten roulerend houden om de verbondenheid met de regio vast te houden. Als er in de Agendacommissie andere voorstellen ontwikkeld worden, dan moeten we die nog maar eens tegen het licht houden. Wat ons betreft is er inhoudelijk niet echt veel veranderd aan die mening. Als er binnen die motie die toen is aangenomen, gewerkt wordt, dan zien wij niet echt een reden om dat te veranderen. De voorzitter: Ik denk dat er nu genoeg over gezegd is. Er zijn altijd thema's in het leven die met een grote regelmaat terugkomen. Ik schat in dat dit een van die thema's is. Dank u vriendelijk. Portefeuillehouder Van de Burgt: Voorzitter, de vraag van de VVD over de transitie Jeugdzorg. Er zijn twee elementen. We hebben een sociaal maatschappelijk bestuursakkoord afgesloten voor de drie D's, waarin een aantal elementen terugkeren die mevrouw Burger noemt. Die worden daar geduid onder een Serviceorganisatie die wij willen opzetten. Dat is het Drechtstedelijk verhaal. U weet ook dat de transitie Jeugdzorg een meervoudig lokaal is binnen de Drechtsteden maar ook binnen de zeventien die in ZuidHolland Zuid hierin samenwerken. Aanstaande vrijdag wordt het sturingskader en het functioneel ontwerp met de portefeuillehouders besproken. Als voortgang, om het proces te duiden, komt er een memo van naar alle afzonderlijke raden. Er is voorgesteld om in september vraagstukken rondom Jeugdzorg met elkaar in een Carrousel te bespreken. Gepositioneerd en procesmatig beantwoord. De voorzitter: Dan gaan we naar collega Mirck. Portefeuillehouder Mirck: Er resteert nog een antwoord op de vraag over de Omgevingsdienst. Wat mij betreft meer milieugericht dan veiligheidgericht. Het is zo dat voor de wettelijke milieutaken de gemeente het bevoegd gezag is. Zij hebben die activiteiten bij de Omgevingsdienst belegd. Daar ontmoeten de zes portefeuillehouders elkaar, steunen elkaar en delen kennis en informatie met elkaar. Ik denk dat al in een behoorlijk grote mate vanuit de lokale samenwerking in het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst precies gebeurt datgene wat u wilt. Ik vraag mij af wat de toegevoegde waarde is, anders dan een stuk informatie terugkoppeling naar u als Drechtraad, van datgene wat wij lokaal al met zijn zessen doen. Of het nu gaat om het dossier Nedstaal of om het lopend onderzoek naar de kwaliteitseisen van een Omgevingsdienst, wij acteren daar met zijn zessen, lokaal in en het is geen enkel probleem om u daarover in dit gremium te informeren over de resultaten daarvan. De voorzitter: Dank u vriendelijk. Ik kijk naar de Drechtraad. Dient u in de beschouwing nog een punt te duiden? De heer Van Antwerpen. De heer Van Antwerpen: Voorzitter, wij willen ons amendement over Manden Maken intrekken na de toezegging van portefeuillehouder Korteland om te komen met een overzicht. Kan hij aangeven wanneer hij dat overzicht verwacht te kunnen aanleveren? Amendement 2 wordt door ons gehandhaafd. De voorzitter: De heer Korteland wilt u hierop reageren? Portefeuillehouder Korteland: Voorzitter, op een zo kort mogelijke termijn. Waarschijnlijk heeft u het na de zomervakantie.
pagina 46 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
De voorzitter: Nog andere beschouwingen? De heer Loos. De heer Loos: Voorzitter, het is onduidelijk hoe het met motie zes gaat lopen. Uiteraard kennen wij de motie van D66 zoals ingediend in januari. Daarbij hebben wij het DSB de kans gegeven om zelf iets te gaan doen en dat uit te voeren. Wij vinden dat daarbij een meetlat ontbreekt om toekomstige voorstellen langs te leggen zodat gemeten kan worden of ze wel of niet voldoen aan wat gevraagd wordt. Dat is de strekking van de motie die wij nu indienen. Komt u nu zelf maar met hoe u dat in de toekomst naar ons toedoet. Het is ons duidelijk, dat als andere partijen deze motie niet steunen, zij vinden dat u tijdig alle informatie gegeven heeft die de Drechtraad nodig heeft om besluiten te nemen. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, nu gaat u net iets te kort door de bocht. Als we het niet steunen dan vinden wij alles maar akkoord. Dat vind ik te vrij vertaald. Wij hebben u uitgedaagd om precies aan te geven waar uw probleem zit. Daar gaat u jammer genoeg niet op in. Dan krijgen we nu als antwoord een meetlat. 1.50 meter? 30 cm? De heer Loos: Voorzitter, dat is aan het bestuur om te komen met 'zo gaan wij dat voortaan doen' en dan mag u bepalen of die 30 cm of minder is. Mevrouw De Smoker, u vindt dat uw motie goed uitgevoerd wordt? Daar bent u tevreden over? Mevrouw De Smoker: Nee, nu draait u de discussie om. De heer Loos: Geeft u daar dan eens antwoord op. Mevrouw De Smoker: U kent mijn kritiek op het dossier Noordoevers. Wij hebben daar twee maanden geleden een motie over ingediend. U was daar voldoende over geïnformeerd, u heeft die motie niet gesteund. U kent onze kritiek rondom ICT. Daar loopt gelukkig nu een onafhankelijk raadsonderzoek naar. Maar als we u nu uitdagen om man en paard te noemen dan krijgen we niets terug. Trek hem dan maar in. De heer Van Verk: Voorzitter, ik ben het eens met mevrouw De Smoker. Ik heb er wel een vraag over. Ik heb niemand van het bestuur gehoord hoe zij die motie duiden. En bij gebrek daaraan vraag ik aan u, als primus inter pares van het gezelschap hoe u deze motie duidt. Ziet u het als een warme ondersteuning of neigt het naar een motie van afkeuring? Mevrouw Burger: Ik wil aan de heer Loos vragen of hij een onderbouwing kan geven voor het indienen van deze motie. Noem dan niet concrete projecten. Het is te eng dat u zegt " in de aflopen periode is geconfronteerd met". De heer Loos: Mevrouw Burger u kunt zelf de antwoorden geven. Die hoef ik niet te geven. U bent slim genoeg. Mevrouw Burger: Ik dien de motie niet in. De heer Loos: U bent slim genoeg. De heer Van Verk: Voorzitter, ik stel wel vast dat de Lokale Partijen nu een zekere lafheid tonen. Dat vind ik jammer. Ik vind het dapper als je naar voren durft te komen met een dergelijke motie, maar dan moet je inderdaad een onderbouwing geven en niet zeggen dadelijk, als het grootste deel van de raad tegenstemt: "jullie hebben het gedaan want jullie laten het toe". Dat vind ik dan slappelullengedoe. De voorzitter: Ik denk dat we niet moeten proberen om boven dit vocabulaire uit te komen. Als u mij toestaat, dat ik namens het DSB reageer. Anders moet ik de heer Loos vragen of hij de vergadering wil voorzitten zodat ik namens het DSB hierop kan reageren. Ik wil de vraag van de heer Van Verk niet ontwijken. Laat een ding duidelijk zijn dat het DSB de afgelopen jaren, met betrekking tot het in positie brengen van de Drechtraad, het op een juiste manier informatie geven aan de Drechtraad iedere keer weer, in ieder Drechtstedenbestuur, een serieus punt is. Het hoort bij het mondig worden en het volwassen worden van de Drechtraad als de Drechtraad daar meer positie in claimt. Als de achterliggende gedacht bij de motie is dat op tal van processen en casuïstiek nog verbeterslagen te maken zijn, dan zegt het DSB daar volmondig 'ja' op. Dat daar nog scherper dan, ook in het recente verleden, gestuurd moet worden, daar kunnen we ook 'ja' op zeggen. Dus in die zin zien wij het als een permanente uitdaging om de Drechtraad op een goede manier te bedienen. Wij willen ons verder niet begeven in de politieke lading die of de een of de ander daaraan geeft. Dat is niet aan ons. Deze motie is in de tweede termijn ingediend. Daarmee is de beraadslagingendiscussie ook aan uw Drechtraad zelf. Daar wil ik het bij laten. De heer Van Verk: Maar voorzitter, ik vind dat u nu ook een beetje duikt. Ik wil van u graag horen hoe u de woorden 'structureel, telkens te laat geïnformeerd heeft' interpreteert. De voorzitter: Ik ga u geen verdere toelichting geven. Ik heb de toelichting op een heel duidelijke manier gegeven en verder is de beraadslaging over deze motie aan uw eigen Drechtraad. De heer Loos, wenst u nog het woord? Nee. Iemand anders nog? De heer Hoogerduijn. De heer Hoogerduijn: Voorzitter, wij hadden over motie 6 nog niet iets gezegd. Gelet ook op wat u daarover zei. Wij vinden de motie overbodig, vooral omdat wij ons niet herkennen in de toch wel negatieve formulering, vooral in combinatie met grote financiële tegenvallers. Het gaat kennelijk niet zo maar om zaken van niet goed geïnformeerd zijn. Het gaat kennelijk om grote financiële tegenvallers. Wij herkennen dat onvoldoende en daarom zullen wij met die motie niet instemmen. De voorzitter: Dank u wel. Ik stel voor dat wij over gaan tot de stemming van de amendementen en de moties.
pagina 47 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
De heer Van Verk: Sorry, voorzitter, ik wil graag even schorsen. De voorzitter: Hoe lang wilt u schorsen? Vijf minuten. Prima. SCHORSING De voorzitter: Vindt u het goed dat ik overga tot stemming over de moties en amendementen die ingediend zijn? Inmiddels zijn de moties 1 en 3, evenals amendement 1 ingetrokken. Zij maken geen onderdeel meer uit van de beraadslagingen als zodanig. Ik meld u nogmaals dat punt 8, 9 en 10 in zijn totaliteit in één keer zijn behandeld en dat er op een tweetal punten een amendement is ingediend en nu nog op één punt, dat is amendement 2. Dat amendement handelt over de ICT inhaalafschrijvingen. Ik stel voor om eerst dit amendement in stemming te brengen. Ik meld u, dat er 465 stemmen van het totaal van de vanavond aanwezige 929 stemmen nodig zijn om een amendement of een motie ondersteund te krijgen, waarbij het fractiegewicht als volgt is verdeeld: Lokalenlijst 251 stemmen, SGP/Christenunie 130 stemmen, PvdA 139 stemmen, VVD 122 stemmen, CDA 115 stemmen, D66/VSP 83 stemmen, GroenLinks 60 stemmen, Lijst Lammers 5 stemmen, WEK 24 stemmen. De voorzitter: Stemming over amendement 2. De heer Van Verk: Voorzitter, wilt u even kort aangeven welk amendement het betreft. De voorzitter: Dat zei ik zojuist, dat is amendement 2 dat gaat over de ICT inhaalafschrijvingen, ingediend door de Samenwerkende Lokale fracties. Wie is voor dit amendement? Dat zijn de Samenwerkende Lokale fracties en GroenLinks: 331 stemmen. Wie is tegen dit amendement? Dat is de rest. Dit amendement is verworpen. Ik stel voor dat we de moties aflopen van 2 naar 6. De motie van de PvdA, SMS Kinderfonds. Wie is voor deze motie? Dat is bijna iedereen. Wie is tegen de motie? Dat is de VVD met 122 stemmen. Dat betekent dat de motie is aangenomen. De motie Frictiekosten Servicecentrum Drechtsteden. Wie is voor deze motie? Lijst Lammers en WEK. Wie is tegen deze motie? Dat is de rest. Deze motie is verworpen. De motie ICT inhaalafschrijvingen. Wie is voor deze motie? Lijst Lammers en WEK. Wie is tegen deze motie? Dat is de rest. Deze motie is verworpen. Motie 6 ingediend door de Samenwerkende Lokale Partijen. Wie is voor deze motie? De heer Van Verk: Voorzitter, ik heb behoefte aan een stemverklaring. Wij hebben daar net overleg over gehad. Onze fractie komt tot de conclusie deze motie niet te willen steunen. Niet omdat de informatievoorziening niet beter zou kunnen. Dat geeft u zelf ook aan in uw beantwoording. Dat blijft een voortdurende uitdaging, voor elk bestuur in dit land. Wat dat betreft zou het een open deur zijn. Maar wij zijn ervan overtuigd dat dit bestuur zijn uiterste best doet om ons op tijd te informeren. Dat het niet altijd slaagt, dat zien wij ook. Maar gezien de inspanning die u vrijwel elke maand doet, zijn wij van mening dat wij deze motie niet kunnen steunen. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, ook wij willen een stemverklaring afgeven. Wij hebben de Verenigde Lokale Partijen geconfronteerd met onze motie die ingediend is in januari 2012. Wij hebben daarbij aangegeven dat de motie die nu voorligt door ons gelezen wordt als een motie van afkeuring. Maar zo concreet willen de Verenigde Lokale Partijen het niet maken. Maar we kunnen wel zien als een motie van afkeuring op onze motie. Voorzitter, voor zulke karretjes laat ik mij niet spannen. Ik houd er niet van om in een bepaalde positie zo gemanoeuvreerd te worden. Daarbij vinden wij die vertaling te kort door de bocht. Verder sluit ik mij aan bij de woordvoering van de heer Van Verk. De voorzitter: Nog andere opmerkingen? Nee. Dan breng ik de motie in stemming. Wie is voor de motie? Dat zijn de Samenwerkende Lokale Partijen. Wie is tegen de motie? Dat is de rest. Deze motie is verworpen.
pagina 48 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Dan de stukken als zodanig, de concept jaarstukken en de andere stukken. Wie is tegen deze stukken als zodanig? Dan zijn de stukken vastgesteld. Aldus besloten. Niets meer aan de orde zijnde. 8.
Concept Jaarstukken Gr Drechtsteden 2012 1. Er wordt kennis genomen van: 1. Het accountantsverslag. 2. De reactie van het Drechtstedenbestuur op het accountantsverslag. 3. Het advies van de Cliëntenraad WWB Drechtsteden. 4. De reactie van de portefeuillehouder sociaal op het advies van de CWD. 2. Besloten wordt vast te stellen: 1. De concept jaarstukken 2012. 2. De resultaatbestemming zoals voorgesteld. 3. De afrekening met de gemeenten zoals gespecificeerd.
9.
Eerste Bestuursrapportage Gr Drechtsteden 2013 Besloten wordt vast te stellen: 1. De eerste Bestuursrapportage GrD 2012. 2. De voorgestelde begrotingswijzigingen. 3. De voorgestelde gemeentelijke bijdragen.
10. Concept Primaire begroting Gr Drechtsteden 2014 Besloten wordt vast te stellen: 1. De concept begroting 2014 en de meerjarenraming 2015 tot en met 2017. 2. De gemeentelijke bijdragen voor 2014. 11. Rondvraag en sluiting De vergadering is gesloten. Dank u wel. Dit verslag is vastgesteld in de vergadering van de Drechtraad op 3 september 2013.