1
Verslag van de openbare vergadering van de commissie bestuurlijke zaken en middelen , gehouden op 14 december 2010, in het Stadskantoor.
Aanwezig
: Mevrouw A.H.M. van Alphen en de heren K. Olijve, M.L. de Pijper, L.T. van Ravenhorst, F. Silva Maniche en J.C. Wolters
Met kennisgeving afwezig
:
Voorzitter
: de heer T. D. Zaal
Commissiegriffier
: de heer J. J. H. Verloop
Verslag
: mw. L. D. A. Assenberg van Eijsden-van der Most
Tevens aanwezig
: Mevrouw G.W.M. van Viegen, burgemeester De heer D. A. Verbeek, wethouder De heer W. van Noord, gemeentesecretaris
Publieke tribune 1.
: 6 personen
Opening De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Hij zegt dat er naast de heer Kievit van bureau Halt ook vertegenwoordigers van de politie aanwezig zijn om een inleiding te geven bij agendapunt 6, Districtsplan 2011. Na het spreekrecht komt de heer Kievit aan het woord. Daarna komt het districtsplan en het punt veiligheid (brief van de Korpsbeheerder) aan de orde. De commissie kan zich hierin vinden.
2.
Vaststelling agenda Voor het overige wordt de agenda vastgesteld volgens voorstel.
3.
Spreekrecht Er zijn geen aanmeldingen ontvangen om gebruik te maken van het spreekrecht. Inleiding door de heer Kievit van Bureau HALT De heer Kievit van Bureau HALT is ingegaan op de uitnodiging van de commissie. HALT richt zich op het voorkomen en bestrijden van veel voorkomende jeugdcriminaliteit. Jongeren tussen de 12 en 18 jaar oud en worden door de politie aangemeld als zij zich schuldig hebben gemaakt aan vandalismezaken, vermogensdelicten, winkeldiefstal, vuurwerkoverlast, baldadigheid, schoolverzuim en het gebruik van alcohol in de openbare buitenruimte. Vroeger verrichtten jongeren, veelal op zaterdag, in de buitenruimte werkzaamheden. Een aantal jaren geleden is er door het Ministerie van Justitie onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de HALT-afdoening en daaruit is naar voren gekomen dat het wel beter moest met die effectiviteit. Er werd een vergelijking
2
gemaakt tussen jongeren die geen HALT-straf hadden ondergaan en jongeren die dat wel hadden en in beide gevallen bleek de recidive gelijk, namelijk 29 procent. Dit heeft er in geresulteerd dat de HALT-afdoening gewijzigd is van een werkopdracht in een leeropdracht. Begin dit jaar is er begonnen met een vernieuwde HALT-afdoening. Het straatbeeld van jongeren die op straat werkzaamheden verrichten, dat zie je dan ook bijna niet meer. Het gaat nu veel meer om leeropdrachten uitvoeren, excuses aanbieden bij de benadeelde, veel meer contacten tussen ouderen en jongeren, de zogenoemde ouderbetrokkenheid. Er zijn ook toevoegingen geweest aan het aantal Halt-feiten, zoals bijvoorbeeld misbruik van het alarmnummer 112, schoolverzuim en de zogenoemde alcoholfeiten. Bij vuurwerkoverlast wordt nog wel de oude manier toegepast, namelijk dat er werkstraffen worden uitgevoerd. Maar bij winkeldiefstal en vandalisme gebeurt dit nu anders. Bij alcoholfeiten wordt er ondersteuning gegeven door Bouman GGZ en wordt er een leeropdracht uitgevoerd van Bouman GGZ. Het lijkt dat hiervoor in 2011 geen subsidie meer is in deze regio. Dit zal het werk wel bemoeilijken. Regionaal gaat het om 2100 zaken, die door de politie en leerplichtambtenaren aan HALT worden toegestuurd. Er wordt standaard een signaleringsinstrument uitgevoerd. Bij al deze jongeren wordt een landelijk vastgesteld instrumentarium afgenomen, waarbij er gekeken wordt naar psychosociale problematiek. Eventuele verwijzingen worden gedaan naar de uitvoeringspartners van de Stichting Pak je Kans, zoals Humanitas, Flexus Jeugdplein en Kwadraat. In 2010 is er sprake van een neerwaartse spiraal. Er is een afspraak met de politie om een aantal verwijzingen te doen. Voor dit jaar was dat 2100 zaken. Dit aantal wordt niet gehaald; waarschijnlijk wordt slechts 70% van de prognose gehaald. Uit de cijfers blijkt dat het aantal jongeren in Brielle stijgt ten opzichte van 2009. Dit over de repressie. Dan de preventie, want er wordt ook getracht om te voorkomen dat jongeren met HALT in aanraking komen. Halt medewerkers gaan naar alle scholen in de regio en er wordt lesgegeven met een speciale module. Dit wordt afgestemd met de school. Ook is er een vuurwerkcampagne. Bijzonder initiatief is dat er een nieuwe vuurwerkfilm is ontwikkeld, in samenwerking met de gemeente Vlaardingen. Ook worden er op kleine schaal, vaak via scholen, themabijeenkomsten georganiseerd voor ouders over opvoedingsvraagstukken, de zogenoemde lichte opvoedingsondersteuning, maar dit staat nog in de kinderschoenen. Mevrouw Van Alphen is benieuwd naar het doel van Halt. Wat wil men bereiken? De heer Kievit zegt dat het er om gaat jongeren buiten de criminaliteit te houden en om ze te laten stoppen na een eerste overtreding. Jongeren worden door de politie naar Halt gestuurd en als ze zich aan de afspraak houden wordt de zaak geseponeerd. Zo niet, dan gaat de zaak terug naar de politie en naar het Openbaar Ministerie voor strafvervolging. Mevrouw Van Alphen zegt dat de ervaring is dat 29% recidiveert. Zij vraagt of dit ook opschaalt. Ze vraagt ook wat het slachtoffer ziet van HALT, want zij kan zich voorstellen dat er geroepen wordt dat dit allemaal maar soft is, dat er niets gebeurt, dat het niets oplost en dat men maar recidiveert De heer Kievit antwoordt dat het recidivecijfer over een aantal jaren wel weer zal worden onderzocht. Inmiddels was iedereen er wel achter -en dit was ook uit onderzoek gebleken- dat de HALT-afdoening, in combinatie met een werkstraf zijn beste tijd gehad had. Er moet ingezoomd worden op andere manieren om jongeren te confronteren met hun gedragingen en hen te laten inzien dat ze zich anders moeten gedragen en zo is men op leeropdrachten uitgekomen. Na twee jaar zal de effectiviteit van de nieuwe aanpak worden onderzocht. Afgewacht moet worden of dit de juiste manier is. In de
3
nieuwe procedure wordt regelmatig excuus aangeboden aan het slachtoffer en als er schade is aan gemeentelijke eigendommen, dan is de wethouder bereid om hierover met de jongeren in gesprek te gaan en de excuses te bespreken. Ook moet de aangerichte schade worden vergoed. Het uitvoeren van de leeropdracht en het aanbieden van excuses is niet voldoende. Met een schade tot € 900,-- kan een zaak naar HALT. Grotere zaken gaan altijd naar de politie. De jongeren moeten de schadevergoeding zelf betalen. Mevrouw Van Viegen zegt dat er briefjes komen van HALT welk bedrag de jongere gaat overmaken. Aangenomen wordt dat zij het inderdaad zelf moeten betalen. Mevrouw Van Alphen vraagt hoe afschrikwekkend een en ander is naar de omgeving van de jongeren. Werkt de methode van HALT preventief? De heer Kievit zegt dat het voor een jongere niet leuk is als bekend wordt dat er een schadevergoeding moet worden betaald. Hij heeft niet het idee dat verwijzing naar HALT statusverhogend werkt. Afspraken worden op een moment gemaakt waarbij niet gekeken wordt naar de tijdsbesteding van de jongeren zelf, zoals voetbaltraining. Mevrouw Van Alphen vraagt of het zinvol is op de gemeentepagina aan te geven welke straffen via HALT zijn uitgedeeld. Mevrouw Van Viegen zegt dat bij een thema als veiligheid hieraan aandacht kan worden besteed. Dit jaar krijgt het integraal veiligheidsplan opnieuw vorm. Op zo’n moment kan met een themanummer naar buiten worden gekomen. Zij vindt dit een goede suggestie. De heer Olijve zegt dat gesteld is dat maar 70% van de norm is gehaald. Hij vraagt hoe dit kan. Ook vraagt hij hoe het komt dat het aandeel van de Brielse jongeren stijgt. De heer Kievit deelt een overzicht rond. Hij zegt dat HALT afhankelijk is van de politie. Als regionaal de 100% niet wordt gehaald, dan staan de gemeenten garant voor de tekorten. Samen met de politie wordt er alles aan gedaan de 100% te halen. Het heeft tijd nodig om met de nieuwe HALT-afdoening bekendheid bij de politiemensen te krijgen. Er is nog regelmatig sprake van onbekendheid over de zaken die naar HALT kunnen worden verwezen. Het kan ook zo zijn dat er een aantal delicten minder wordt gepleegd. Mevrouw Van der Ham van de politie zegt dat als het gaat om een toename van de HALT-cijfers, dat het dan volgens haar gaat om aandacht vragen voor en uitleg geven over de procedures aan de collega’s. Als het gaat om de afname van HALT-afdoeningen dan ziet zij dat de keus meer en meer door ouders gemaakt wordt om de bekeuring te betalen in plaats van het HALT-traject te volgen. Ouders moeten toestemming geven voor de Halt procedure, maar een keuze is ook om de bekeuring te betalen. Deze keuze geldt vooral na overtredingen. De heer Olijve concludeert dat ouders een correctie op deze manier vaak niet willen. Hij vraagt of de effecten hiervan zijn gemeten. De heer Kievit zegt dat de boetes netjes worden betaald, maar dat het niet bekend is of er door jongeren daarna antecedenten worden opgebouwd. De heer Van Ravenhorst zegt dat de heer Kievit een gloedvol betoog heeft gehouden over de nieuwe aanpak, maar dat het eigenlijk nog niet duidelijk is of deze ook goed werkt. Dat zal later onderzocht moeten worden. Niettemin is hij benieuwd naar wat eerste impressies. De heer Kievit zegt dat pas begin dit jaar met de nieuwe wijze van afdoening is begonnen. Ouders zijn enthousiast en voelen zich hierbij meer betrokken. Wat de mening is van jongeren en wat de effectiviteit is van de nieuwe aanpak is inderdaad nog niet bekend. De heer Van Ravenhorst vraagt hoeveel zaken terug gaan naar de politie. De heer Kievit zegt dat dit altijd al ca 10% was. Als ouders en jongeren kiezen voor de
4
HALT-aanpak, dan wordt het traject ook meestal wel goed doorlopen. Omdat de sector dit nieuwe traject zelf heeft mogen opzetten en daar enthousiast over is, gaat de heer Kievit er van uit dat uit later onderzoek ook zal blijken dat de nieuwe werkwijze resultaten heeft opgeleverd. De heer Van Ravenhorst vraagt naar de ervaringen van de politie. Mevrouw Van der Ham zegt dat het hiervoor nog te vroeg is. Er bestaat ook geen zicht op of de mensen die nu een HALT-traject niet voltooien, onder de oude of de nieuwe wijze van afdoening vallen. De heer Silva Maniche vraagt hoeveel mensen er bij HALT werken. Mevrouw Van Viegen zegt dat er in de regio aanvankelijk 7 HALT bureaus waren, maar dat er nu gewerkt wordt aan de transitie naar één organisatie voor de hele regio. Dit moet zijn beslag krijgen per 1 juli 2011. Het fusieproces vraagt veel energie. Er werken nu 20 mensen in het totaal. De heer Silva Maniche vraagt of drugs ook onder het regime van HALT vallen. De heer Kievit zegt dat dit het geval is. Deze worden afgedaan op dezelfde wijze als alcohol. Er is veel baat bij bijeenkomsten voor jongeren. Parallel hieraan worden bijeenkomsten georganiseerd voor de ouders. Hiermee worden goede resultaten geboekt. De heer Silva Maniche vraagt naar de boete die betaald moet worden. Bij betaling zou deelname aan het behandeltraject achterwege kunnen blijven. Maar eerder is aangegeven dat het een situatie van en/en is. Hoe zit dit? De heer Kievit zegt dat voor een aantal delicten naar HALT gegaan kan worden - HALT is een recht- , maar dat er ook gekozen kan worden voor een boete. Het blijft een keuzemogelijkheid. De heer Kievit geeft aan dat eerder is opgemerkt dat wel altijd de schade moet worden vergoed. De voorzitter dankt de heer Kievit voor zijn bijdrage. 6.
Concept ‘Districtsplan 2011’ politie Rotterdam-Rijnmond (I) Mevrouw Van Viegen zegt dat Mevrouw Van der Ham wijkteamchef is. Zij is een jaar hier werkzaam. De districtschef vanaf 1 december is de heer Laurens. Zij dankt hen voor hun aanwezigheid. De heer Zaal heet hen ook welkom en geeft gelegenheid voor het geven van een presentatie. De heer Laurens stelt zichzelf voor en geeft inzicht in het districtsjaarplan aan de hand van een PowerPoint presentatie. Zijn naam is Gerrit Laurens. Hij is begonnen als agent in de gemeente Utrecht en als inspecteur is hij begonnen in de gemeente Vlaardingen. Na 4 jaar als diensthoofd Facilitair Bedrijf, is hij begonnen als districtschef van De Eilanden. Bij grootschalig en bijzonder optreden is hij commandant en hij houdt zich bezig met geweld in het Openbaar Vervoer. Hij toont het Korpsjaarplan. Belangrijk vindt hij de informatiepositie en het voorspellen in plaats van reageren, proactief optreden. Hij toont een beeld van gebiedsgebonden politiewerk. Er moet een gebiedsscan worden gemaakt. Dit wordt volgend jaar gedaan. Daarna kunnen prioriteiten worden gesteld en deze vinden hun plaats in het Jaarplan. Daarna worden Werkplannen gemaakt. Problemen worden bekeken en de mogelijke oplossingen onderzocht. Na de werkplannen wordt dit uitgevoerd en vervolgens geëvalueerd. Vervolgens toont hij wie bij een en ander is betrokken. De districtsleiding bepaalt hoeveel personeel kan worden ingezet. Er is een meerjarenbeleidsplan, hierin zijn zeven speerpunten benoemt. Deze worden vastgesteld in het regionaal college. Dit Korpsjaarplan is verspreid. Districten kunnen keuzes maken voor het districtsjaarplan. Daarna worden wijkwerkplannen gemaakt. De zeven thema’s worden genoemd, dit zijn vertrouwen in veiligheid, wijken
5
in onbalans, hoge impact delicten, jongeren, alcohol en drugsgebruik, ondermijning van de maatschappelijke integriteit en cybercrime. Hij vertelt dat er volgend jaar een overvalteam in het leven wordt geroepen. In het districtsjaarplan worden korpsdoelstellingen verwoord. Hierin zijn operationele en ontwikkelingsdoelstellingen per regio opgenomen. In hoofdstuk 2 volgen de regionale prioriteiten. Hij toont een aantal cijfers uit het districtsjaarplan 2011. Wat betreft de verdachtenratio zeden wil men 58% van de daders aanleveren. Dit heeft te maken met keuzes. Zeden heeft een hoge prioriteit. Het is bij een één-op-één verklaring niet altijd te bewijzen. Op forensisch gebied is heel veel mogelijk, hetzij via het team in de regio of via de landelijke dienst. De locale prioriteiten zijn uitgaansgeweld en toezicht op horeca, verkeersveiligheid, vernielingen, woninginbraken en evenementen. Deze prioriteiten gelden voor de hele regio en zijn in vrijwel alle gemeenten genoemd. Voor bijvoorbeeld graffiti wordt een apart project gemaakt, waarbij tags op foto’s worden vastgelegd. Er zijn in het district rond de 1200 evenementen per jaar. Voor gemeenten zijn er ook specifieke thema’s, voor Brielle is dit overlast jongeren. In Westvoorne wordt gekeken naar de overlast en vandalisme op de routes vanaf de horeca. Hiervoor zijn veel mensen nodig. Voor Brielle zijn als locale prioriteiten voor het districtsjaarplan aangegeven: vandalisme en graffitibestrijding, gebiedsgerichte aanpak, verkeersveiligheid en drank- en drugsgebruik jongeren en drank- en drugsoverlast. Door de overgang naar een nieuwe districtschef is een late start gemaakt met het districtsjaarplan. Hij verwacht dat volgend jaar na de zomer een eerste scan wordt gedaan en eerder wordt gevraagd wat er leeft in de gemeente, waar de politie aandacht aan moet geven. De heer Van Ravenhorst complimenteert de heer Laurens met zijn enthousiasmerende verhaal. Hij vraagt hoeveel ruimte er is voor gemeenten en hoe omgegaan wordt met gemeentelijke prioriteiten. Wie worden daar bij betrokken? De heer Laurens zegt dat hij voorstander is van integrale aanpak. Hij wil partners betrekken bij problemen, eerste partner is de gemeente. Het kan ook gaan om een school, bijvoorbeeld bespreken van pauzemomenten en begin- en eindtijden. Als het moet komt het strafrecht om de hoek kijken, maar er kunnen ook op andere manieren problemen worden opgelost. Er moeten wel keuzes worden gemaakt bij wat wordt opgepakt. Mensen kunnen maar één keer worden ingezet en daarom moeten ook prioriteiten worden gesteld. De heer Van Ravenhorst begrijpt dat er prioriteiten moeten worden gesteld. Hij zegt dat dit mogelijk leidt tot een verschuiving naar de wat zwaardere gevallen die meer in de stedelijke gebieden voorkomen. Dit brengt hem tot de vraag hoeveel ruimte er dan feitelijk nog is voor de Brielse prioriteiten. De heer Laurens antwoordt dat de politie de beschikking heeft over het wijkteam van 18 fte. Deze moet soms ook bijstand verlenen in de regio. In april wordt gebruik gemaakt van collega’s uit de regio’s die hier ondersteuning verlenen. Men moet er alert op zijn dat niet alle inzet naar de grote stad gaat. Het belang van de veiligheid in de kleinere gemeenten moet worden gewaarborgd. Mevrouw Van Viegen zegt dat zij haar zorg uitgesproken heeft over de evenementen, voor wat betreft een evenwichtige manier van inzet. Bij grote evenementen moet er personeel geleverd worden. Zij heeft daar geen probleem mee, want als deze regio extra personeel nodig heeft dan wordt er ook geleverd. Als zij kijkt naar de wijze van invulling in het wijkteam, dan zijn dat primair Brielse mensen die zich met Brielse problemen bezig houden en niet met problemen van Rotterdam. De toename van het aantal verwijzingen naar HALT vindt zij een goede zaak, omdat het aantal incidenten dat
6
er heeft plaatsgevonden nauwelijks groeit, maar het aantal gepakte daders wel is toegenomen. In de afgelopen jaren heeft zij nooit het gevoel gehad dat de gemeente ondergesneeuwd dreigde te raken, omdat er onvoldoende capaciteit beschikbaar was. Mevrouw Van Alphen vraagt of er nog capaciteit is voor de politie om op school lessen te geven, kastjes te controleren etc. De heer Laurens zegt dat vandaag in Middelharnis alle scholen zijn gecontroleerd op drugs en wapens. Er is niets aangetroffen. In Brielle zijn onlangs drie scholen bezocht en ook toen is niets aangetroffen. Mevrouw Van der Ham zegt dat het School Adoptie Project is beëindigd. Er is wel vrijheid binnen het wijkteam om bij incidenten onderwerpen te bespreken in klassen, maar wel op verzoek en onder de regie van de school. 8.
Veiligheid - Brief van de korpsbeheerder politie Rotterdam-Rijnmond met als onderwerp: politiebestel (I) De heer Zaal stelt agendapunt 8 aan de orde, de brief van de korpsbeheerder. Mevrouw Van Viegen zegt dat het gaat om een bestuurlijke zaak die in Den Haag is besloten. Minister Opstelten heeft vandaag zijn plan gepresenteerd "Op weg naar een nationale politie". Er komen 10 politieregio’s. Deze vallen niet meer samen met de Veiligheidsregio’s. De Veiligheidsregio's worden in hun huidige omvang voorlopig gehandhaafd. Er vindt alleen een opschaling van de politie plaats op arrondissementsniveau. Binnen de regio is in toenemende mate samenwerking met Dordrecht en Zuid. Dit zal worden geïntensiveerd, omdat dit de politieregio wordt voor dit gebied. De brief van dit agendapunt heeft zij ontvangen van de burgemeester van Rotterdam als een soort tussenbericht, nadat er bijvoorbeeld weer een korpsbeheerdersoverleg is geweest en omdat de politie voor grote veranderingen staat. De zorg is nog steeds erg groot over de reductie van het aantal formatieplaatsen bij de politie. Dit zou gaan om ongeveer 600 Fte's. Ook bij het nieuwe budgetverdelingssysteem kwam de regio er slecht uit. Hier zit men ook boven de formatie. Hiervoor is in het verleden ook eigen vermogen ingezet, in de verwachting dat het aantal politiemensen zou toenemen. In de brief wordt gesteld dat er terug wordt gegaan in formatie. In Rotterdam-Rijnmond pakte dit negatiever uit, omdat men daar ook nog zit met een negatief budgetverdelingssysteem. Een en ander zal zijn vertaling vinden in wat er in dit gebied gaat gebeuren. Hierover zal mevrouw Van Viegen de commissie regelmatig informeren. De heer Olijve twijfelt, of het nieuwe jaarplan reëel is, gelet op de gewijzigde inzichten van Den Haag. De heer Laurens zegt dat hier nu 18 fte's zijn. De reorganisatie bij de politie heeft een doorlooptijd tot 2015. Een aankondiging van een reorganisatie zal volgend jaar nog niet sterk doorwerken. Het korps is bezig met een contourennota. Geprobeerd wordt om zo efficiënt mogelijk om te gaan met de personeelsinzet. Een afname met 600 personen zal echter beslist merkbaar zijn. Als een en ander consequenties heeft, vindt hij dat dit moet worden besproken met de gemeente. Prioriteiten moeten dan opnieuw worden bekeken. De heer Zaal dankt mevrouw Van der Ham, de heer Laurens en de heer Kievit voor hun bijdrage.
4.
Vaststellen van het verslag van de openbare vergadering van 23 november 2010 Het verslag wordt vastgesteld volgens voorstel. Naar aanleiding van het verslag zijn er geen opmerkingen.
7
5.
Ingekomen stukken a. REP-lijst 14 december 2010 (I) De heer Silva Maniche vraagt naar punt 47, onderzoek SSC / ICT. Hij zou Hellevoetsluis willen uitnodigen om inzicht te geven in haar ICT plannen. De heer Verbeek zegt dat er een convenant wordt voorgesteld tussen vier gemeenten,met uitsluiting van Hellevoetsluis,om stappen te nemen op dit gebied. Hellevoetsluis wil niet direct meedoen, maar er wel bij blijven. De heer Van Ravenhorst vindt dat dit eerder had kunnen gebeuren. Hij vraagt zich af waarom Hellevoetsluis dit niet eerder heeft aangegeven. De heer Olijve vraagt wie de kar nu gaat trekken. De heer Verbeek zegt dat Spijkenisse de trekker wordt. Mevrouw van Viegen zegt naar aanleiding van punt 93 dat het rapport inzake LPG stations bijgesloten is. Over de uitzending van Nova is contact geweest met de DCMR. Deze heeft hierover contact gehad met VROM. Er werd gewacht op het advies van het RIVM. Dit advies is inmiddels bekend. Het RIVM ziet geen aanleiding voor aanpassing van de rekenmethodiek. VROM is dan ook van mening dat het rapport geen invloed heeft op de huidige afstand en risicobenadering. Mevrouw Van Alphen zegt naar aanleiding van dit antwoord dat dit punt van de REPlijst kan worden gehaald. De heer Van Ravenhorst vraagt naar bestemmingsplannen en latente saneringssituaties. Hij vraagt hoe daarmee wordt omgegaan. Mevrouw Van Viegen zegt dat er nu geen redenen zijn om te saneren. Als er rondom de Thoelaverweg ontwikkelingen plaatsvinden, dan zouden die aanleiding kunnen zijn om te saneren.
7.
Recreatie en toerisme De heer Verbeek zegt dat er morgen een vergadering is van het Recreatieschap. Dit gaat voornamelijk over onderhoud en wat formele zaken. Hij heeft algemene informatie beschikbaar over het Koepelschap en Europese subsidies voor het platteland via de Provincie. De heer De Pijper refereert aan de BIZ draagvlakmeting. Hij vraagt deze draagvlakmeting nu al nietig te verklaren. De draagvlakmeting gaat niet zoals afgesproken. Het vastgestelde reglement wordt niet gevolgd. Er worden nu stemmen geworven door leden van het CMB en die zijn niet in dienst van de gemeente Brielle. Er zijn nu vier personen die stemkaarten brengen en ophalen en die niet onafhankelijk zijn, terwijl dit in het reglement wel is voorgeschreven. Mensen voelen zich hierdoor onheus bejegend. Het verzoek is ook om de lijst nog eens door te nemen. Op de lijst staan nu tandartsen en fysiotherapeuten. Er is een brief ontvangen van de heer Tjabberinga, die verzoekt om van de lijst te worden afgevoerd omdat hij er meer last dan profijt van heeft. Stembiljetten zouden via de post bezorgd worden en dus niet via de betreffende vier vertegenwoordigers van het CMB. Ook zouden de stembiljetten teruggestuurd worden naar het gemeentehuis of in een bus gedeponeerd worden, maar ook dit gebeurt niet omdat de biljetten door diezelfde vertegenwoordigers van het CMB opgehaald worden. Hij vraagt een en ander opnieuw te doen, maar dan volgens de regels. De portefeuillehouder voor wat betreft dit punt is de heer Schipper, maar deze is wegens ziekte afwezig. Mevrouw Van Viegen merkt op dat zij deze vragen niet zomaar kan beantwoorden en dat hetzelfde zal gelden voor haar collega Verbeek. Maar misschien dat de gemeentesecretaris, die nauw bij deze zaak betrokken is, dit wel kan. De voorzitter concludeert dat dit dan een technische beantwoording zal zijn, waarbij de
8
gemeentesecretaris niet de verantwoordelijkheid draagt van de portefeuillehouder. De heer Van Noord zegt een technische beantwoording op de vragen te willen geven. Door de SP wordt het bestuurlijk karakter naar voren gebracht en de heer Van Noord zegt zich daarvan te willen onthouden. Hij zegt dat het bekend is dat er op de lijst bedrijven staan die er wellicht niet onder zouden vallen. De gebruikte lijst is ontvangen van het SVHW. Deze lijst is gescreend met de Kamer van Koophandel en dat is gelegd naast de verordening. Daar komt deze lijst uit. Er zijn mensen die daarop hebben gereageerd en dit moet bekeken worden of hun opname op de lijst juist is of niet juist is. Als het gaat om de verspreiding van de stembiljetten dan staat er volgens de heer Van Noord in de regeling tussen haakjes bij "post"; de biljetten worden dus bezorgd. Bij de draagvlakmeting gaat het er om dat mensen binnen de zone in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen. Deze stem kan worden bezorgd in de stembus of op het stadskantoor. Er staat niet in wie die stem daar zal gaan ophalen. De heer Van Noord geeft aan dat de vragen van de heer De Pijper om een bestuurlijke behandeling vragen en dat voor sommige vragen hij ook zaken moet nagaan. Mevrouw Van Viegen zegt dat er gevraagd wordt de meting ongeldig te verklaren. Afgesproken is de datum van 1 januari, als ingangsdatum voor deze regeling. Er is nog geen stemcommissie van drie personen, deze komt er nog. De bezorging is niet per post gebeurd. De heer Van Noord geeft aan dat er signalen waren dat de post zou gaan staken en dat daarom voor deze bezorging is gekozen.. De heer De Pijper zegt dat hij er in dat geval de voorkeur aan zou hebben gegeven, als de bezorging door de bodes zou zijn gedaan. Nu voelden mensen zich overvallen door vertegenwoordigers van het CMB. Mevrouw Van Alphen vraagt of zij de namen van die mensen kan krijgen, omdat dit wat makkelijker praat. De heer De Pijper antwoordt dat mensen door vertegenwoordigers uit hun eigen branche zijn bezocht. Als hij dan ook nog constateert dat daar een raadslid nauw bij betrokken is, dan vindt hij dit geen goede zaak. De heer Zaal vindt dat er geen namen over tafel moeten gaan. Dit kan alleen in een besloten vergadering. Mevrouw Van Alphen vindt dat er transparantie moet zijn en het zomaar uiten van beschuldigingen vindt zij niet goed. De heer Zaal zegt dat over het eventueel noemen van namen zorgvuldig moet worden nagedacht. Dit mag niet zomaar in een opwelling gebeuren. Mevrouw Van Viegen zegt dat er een toelichting is bij de uitvoering, die het mogelijke conflict in de uitvoering van de regeling beantwoordt. Zij stelt voor de vragen van de heer De Pijper voor het weekend per mail te beantwoorden. Het stembiljet kan in gesloten retourenveloppe worden verzonden aan de afdeling economische zaken en kan ook in de stembus in het Stadskantoor worden gedeponeerd. De heer De Pijper zegt dat dit niet gebeurt, omdat de stembiljetten ingevuld worden en dan direct worden meegenomen. Dus het gaat niet zoals het zou moeten gaan. Mevrouw Van Viegen ontraadt het om de draagvlakmeting ongeldig te verklaren, maar zij wil wel tot een nadere uitleg komen van de zaken die door de heer De Pijper zijn geconstateerd en hoe die zich verhouden tot de vastgestelde regeling. Dat antwoord komt voor het einde van de week per mail. De heer Van Ravenhorst zegt dat het belangrijk is dat een en ander zorgvuldig gebeurt en dat er vertrouwen moet zijn in de wijze waarop een en ander gaat. Naar ondernemers die hun stem mogen indienen kan een toelichting worden gegeven, afhankelijk van dat wat wordt geconstateerd. Er moet een werkwijze komen waarin iedereen vertrouwen heeft.
9
De heer De Pijper zegt dat hij het nu naar voren brengt omdat stemmen tot 17 december uitgebracht kunnen worden en dit de laatste vergadering is voor die datum. Hij vindt dat een en ander zorgvuldig moet gebeuren zonder dat mensen zich onder druk gezet voelen. Hij gaat akkoord met beantwoording van de vragen via email. De heer Silva Maniche vraagt of diegenen die mogelijkerwijs ten onrechte op de lijst staan opgenomen, ook worden meegenomen in de totaaltelling of voor de berekening van de lijst worden afgevoerd. Mevrouw Van Viegen antwoordt dat personen die ten onrechte op de lijst zijn opgenomen, daarvan worden afgevoerd. De heer Van Ravenhorst neemt aan dat de lijst op een zorgvuldige manier tot stand is gekomen. Reacties zouden naar zijn mening niet moeten leiden tot veel mutaties. Mevrouw Van Viegen zegt dat er altijd een vergissing kan voorkomen. Als mensen niet op de lijst thuis horen moeten zij van de lijst af. 9.
Rekenkamercommissie De heer Zaal heeft het officiële verslag van de vergadering van de Klankbordgroep doorgestuurd aan de leden van de commissie. Over dit agendapunt zijn verder geen opmerkingen.
10.
Stadsregio / Samenwerking Voorne-Putten De voorzitter deelt mee dat er op 29 september een bijeenkomst geweest is in Capelle over bestuurlijke vernieuwing, waar de burgemeester en hijzelf aanwezig waren. Er is een vervolgbijeenkomst geweest op 26 november in het Provinciehuis. Het verslag van die vergadering is toegestuurd aan de leden van de commissie. De voorzitter vraagt de leden van de commissie het te melden, als zij dit punt willen agenderen voor een vergadering van de commissie. Mevrouw Van Viegen zegt dat er gisteren een vergadering is geweest van het algemeen bestuur van de Stadsregio. Er is gesproken over de regionale strategische agenda en die is gisteren definitief vastgesteld. Ook is er gesproken over de regionale investering verkeer en vervoer. Deze is eveneens vastgesteld. Ook is gesproken over de eerste begrotingswijziging 2011. Deze heeft o.a. betrekking op de bezuinigingen en in verband met het vastgestelde RSA. Zij verwacht over enkele maanden opnieuw een begrotingswijziging, omdat dan meer bekend is over de regelingen vanuit het Rijk. De algemene mening is dat een aantal zaken hoe dan ook in gezamenlijkheid geregeld zal blijven worden.
11.
Wat verder ter tafel komt Voor dit agendapunt zijn er geen onderwerpen.
12.
Rondvraag De heer De Pijper stelt voor iedereen, inclusief de ambtenaren, de keuze te geven tussen een kerstpakket of een bijdrage aan een Brielse culturele instelling. Hij vraagt wat men hiervan denkt. De heer Olijve vindt het een leuke geste, maar nu zijn de pakketten al besteld. De keuzevrijheid zou er moeten zijn. De heer Van Ravenhorst vindt dat een werkgever een kerstpakket moet kunnen geven. Dat hierin keuzemogelijkheden zijn, daar is niets op tegen. Een keuze kan ook een goed doel zijn. Een andere keuze is bedragen voor de kerstpakketten te besteden bij de locale middenstand. Hij vindt dat dit op een redelijk tijdstip zou kunnen worden geagendeerd. De heer Wolters vindt het een sympathiek idee. Hierbij kunnen meerdere facetten
10
worden betrokken en die zouden eens op papier gezet kunnen worden. Het punt wordt bij een volgende vergadering van de agendacommissie besproken. De heer Verbeek dringt er op aan dat de procedure hiervoor eenvoudig gehouden wordt. Mevrouw Van Viegen zegt dat de raad voor zichzelf beslist en dat de OR en de ambtelijke organisatie ook voor zichzelf beslissen. De commissie gaat hier niet over. Iedereen aan tafel zal het idee van de heer De Pijper waarschijnlijk wel goed vinden, maar zij wil wel aangeven waar de verantwoordelijkheid van het college ligt en waar de verantwoordelijkheid ligt als het gaat om de ambtelijke organisatie en dat het dan met de OR geregeld moet worden. Maar dat betekent niet dat je dit nooit ter discussie zou kunnen stellen, aldus mevrouw Van Viegen. 13.
Sluiting Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om 21.50 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2011, de commissiegriffier,
de voorzitter,