1
Verslag van de openbare vergadering van de commissie Samenleving, gehouden op 17 december 2012, in het Stadskantoor.
Aanwezig
: de heer J. Bark mevrouw D.M.J. van Bennekom-van der Pad de heer L.T. van Ravenhorst mevrouw E. Sandifort de heer A.A. Schoon de heer W. Smit de heer J.C. Wolters de heer T.D. Zaal
Voorzitter
: de heer M.L. de Pijper
Commissiegriffier
: de heer L.C.M. van Steijn
Verslag
: mevrouw N.I. Heijdenrijk (Notuleerservice Nederland)
Tevens aanwezig
: de heer W.A.J. Borgonjen (wethouder), de heer J.F.J. Knol (sector Samenleving)
Publieke tribune
1
: 1 persoon
Opening De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur en heet de aanwezigen welkom. Vervolgens feliciteert hij de heer Wolters van harte met zijn verjaardag.
2
Vaststelling agenda Aan de agenda wordt ‘verhuur sportcomplex Geuzenpark aan Stichting Sportcomplex Geuzenpark en gebruik door verenigingen’ onder punt 8a toegevoegd. Daarnaast zal op verzoek van de wethouder een onderwerp besloten worden behandeld. Dit zal na de sluiting van het openbare gedeelte van de vergadering gebeuren. Hiermee wordt de agenda vastgesteld.
3
Spreekrecht Van het spreekrecht wordt geen gebruik gemaakt.
4
Vaststellen van het verslag van de openbare vergadering van 19 november 2012 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
2
Mevrouw Van Bennekom vraagt naar aanleiding van pagina 2, punt 4 of de wethouder nog bij PRIMO heeft nagevraagd hoe het traject bij De Nieuwe Poort loopt. Wethouder Borgonjen antwoordt dat hij eigenlijk nog steeds van het traject december/januari uitging. Dat is dus januari. Wel heeft hij in verband met de bouwplannen navraag gedaan naar de Van Sleenstraat. Als PRIMO of de gemeente besluit dat De Nieuwe Poort voor langere tijd op zijn huidige plek blijft, is het altijd mogelijk om de locatie Van Sleenstraat bijtijds in gereedheid te brengen voor huisvesting van de Meester Eeuwout. Bijtijds is in dit geval 1 augustus 2013, voor het nieuwe schoolseizoen. Mevrouw Van Bennekom vindt het prettig om dat te horen. Mevrouw Van Bennekom merkt naar aanleiding van pagina 4, punt 5b op dat de wethouder heeft gezegd dat er nu meer geld naar De Nieuwe Poort gaat dan op basis van de rijksbijdrage verwacht zou mogen worden. Het lijkt of de wethouder daarmee zegt dat er wel veel geld bij moet voor De Nieuwe Poort, dus dat het maar beter is dat deze school met De Windroos samengaat. Spreekster zou dit onderbouwd willen zien met cijfers, omdat De nieuwe Poort kijkend naar de jaarrekening niet anders is dan andere scholen. Tot slot vraagt zij naar aanleiding van pagina 4, punt 5c of de verslagen van de deelgroepen bij de themabijeenkomst over drugs inmiddels zijn gevonden. Wethouder Borgonjen antwoordt dat hij op basis van informatie van PRIMO had begrepen dat de kosten van De Nieuwe Poort inderdaad hoger zijn dan afgedekt via de rijksbekostiging. Daarmee zegt spreker niet dat het maar goed is dat de school naar Hellevoetsluis gaat, maar hij kan zich wel voorstellen dat dit punt bij de overwegingen wordt meegenomen. De heer Knol antwoordt op de tweede vraag van mevrouw Van Bennekom dat er een uitgebreider verslag beschikbaar is. De commissieleden zullen dit via e-mail ontvangen. Mevrouw Van Bennekom zegt naar aanleiding van pagina 9, punt 9 dat zij het erg fijn zou vinden als toch nog eens nagegaan werd of wijzigingen in verordeningen kunnen worden aangegeven. Bij navraag blijken daar namelijk wel mogelijkheden voor te zijn. Wethouder Borgonjen antwoordt dat er bij de raadsstukken een kort overzicht zat, maar daar moest toch nog de oude verordening bij worden gepakt. Het zou natuurlijk handig zijn als op zijn minst inhoudelijke wijzigingen naast elkaar konden worden gelegd. Spreker zegt toe dat zal worden bekeken of dat mogelijk is. 5
Ingekomen stukken en mededelingen (I) a. REP-lijst De heer Bark zegt naar aanleiding van nummer 36 dat de commissie op 17 september de gemeenschappelijke regeling leerplicht heeft besproken. Bij de toezegging staat dat de wethouder heeft toegezegd de commissie eens in de drie maanden bij te praten. Is er wat bij te praten? De commissie heeft afgesproken dat de punten die terugkomen in een soort evaluatie ook op de REP-lijst zouden worden gezet. De vorige vergadering is de nota Minimabeleid besproken, waarvan de evaluatie het eerste kwartaal van 2014 zou plaatsvinden. Dit onderwerp hoort volgens spreker dan ook op de REP-lijst thuis en hij verzoekt dit op de lijst te vermelden.
3
De voorzitter zegt toe dat dit onderwerp op de REP-lijst zal worden gezet. Wethouder Borgonjen antwoordt op de eerste vraag van de heer Bark dat de gemeenschappelijke regeling ambtelijk wordt voorbereid. Inhoudelijk kan hij hierover niet veel meer zeggen dan drie maanden geleden. De heer Smit vraagt naar aanleiding van nummer 5 naar de laatste stand van zaken van de klimaatbeheersing in het schoolgebouw en het BRESgebouw. Hij heeft begrepen dat het in het schoolgebouw behoorlijk warm is geweest. Wethouder Borgonjen antwoordt dat het in de school inderdaad te warm was: de temperatuur is opgelopen tot 30° C. De oorzaak was een storing die inmiddels is verholpen. In de BRES is het structureel nog iets te warm. Alle maatregelen die teruggaan naar het ontwerp zijn uitgevoerd. Deze week is er nog overleg tussen de ambtelijke ondersteuning/projectleiding en ingenieursbureau DWA om te kijken of er nog verdere maatregelen mogelijk zijn om het binnenklimaat te verbeteren. Er zou ook nog een GGD-meting worden uitgevoerd. Een onderzoeker zal zich deze week melden en na de vakantie zal het onderzoek moeten starten. Verder zou er een schouw worden gedaan. Hoe deze zal worden vormgegeven, zal deze week worden bekeken in het overleg met DWA. De heer Smit weet wel dat een storing niet te voorkomen is, maar hij is eigenlijk niet zo gelukkig met het hele verhaal. Hij vindt het een beetje een slapstick worden. Mevrouw Van Bennekom vraagt hoe het staat met de energiekosten. Deze komen toch bij de scholen terecht. Zijn de energiekosten ten opzichte van de start met het systeem opgelopen? Wethouder Borgonjen kan zich herinneren dat het voordeel in de loop der jaren zou worden gerealiseerd, maar als ineens naar 30 à 35 graden wordt gegaan, dreigt het voordeel wel te verdwijnen. Spreker durft op dit moment niet te zeggen of dat dit jaar dreigt te gebeuren. Daarvoor zijn nieuwe gegevens nodig. De voorzitter vraagt de commissie of punt 19 kan worden afgevoerd en concludeert dat dit het geval is. b. Informatiebrief burgemeester en wethouders 6 november 2012 Mevrouw Van Bennekom bedankt voor het feit dat het weerstandsvermogen verder is uitgezocht. Er is weer weergegeven hoe het zit met Passend Onderwijs en de ondersteuningsplanraden, maar spreekster wil eigenlijk weten wat het plan is, of er een planning is en welke ouders en leerkrachten er meepraten. Zij zou graag zien dat de gemeente meekijkt en op het juiste moment aanschuift, liever in het begin dan aan het eind. Wethouder Borgonjen antwoordt dat hij hierover contact heeft gehad met het samenwerkingsverband. Het is de bedoeling dat per 1 januari aanstaande de fusie tot het samenwerkingsverband Voorne-Putten Rozenburg plaatsvindt en dat er per 1 februari een kwartiermaker en beoogd directeur moeten worden aangesteld. Vervolgens moeten onder de kwartiermaker de ondersteuningsplanraden worden aangesteld. Dit moet leiden
4
tot planvorming; uiterlijk mei 2014 moeten de plannen bij de Inspectie zijn. Deze moeten mede getoetst zijn door de ondersteuningsplanraden en ook met de gemeente zijn besproken. Er zal ongetwijfeld onderling overleg zijn gedurende het gehele proces. Het samenwerkingsverband heeft het passend onderwijs van de Tweede Kamer als opdracht gekregen, de gemeente de decentralisatie van de jeugdzorg en dat snijdt of overlapt elkaar gedeeltelijk. Daarvoor is wel afstemming nodig. De gemeente kan niet zo ver gaan dat zij de ouders of leerkrachten kiest. Dat zijn vertegenwoordigers van de medezeggenschapsraden. Ze hoeven niet in de medezeggenschapsraad te zitten, maar moeten die wel vertegenwoordigen. Het lijkt spreker dat de medezeggenschapsraden ook aan zet zijn. Mevrouw Van Bennekom wil graag dat de wethouder navraagt of de medezeggenschapsraad aan zet is. Het gaat haar er niet om dat de gemeente kiest wie er in de ondersteuningsplanraad zit, maar wel dat bekend is dat en hoe erover nagedacht wordt. Het stellen van vragen is al goed, want daarmee wordt er misschien al een zetje gegeven. Wethouder Borgonjen antwoordt dat hij navraag heeft gedaan. De vertegenwoordigers komen uit de medezeggenschapsraden. Hij vindt wat mevrouw Van Bennekom vraagt een stap te ver: het is een ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband. Deze is genoemd in de wet of in de opdracht door de wetgever van hogerhand. Daar wordt ook getoetst en gehandhaafd. De gemeente heeft daarin geen enkele rol gekregen. Dat is eigenlijk een stuk interne organisatie dat de wetgever aan de samenwerkingsverbanden heeft opgedragen via de Wet op het passend onderwijs. Spreker zegt dat hij vandaag al zijn belangstelling voor de medezeggenschapsraden heeft laten blijken, maar hij ziet de procedure toch echt aan de samenwerkingsverbanden zelf en er zullen ongetwijfeld waarborgen in de wet zitten in het geval dat de medezeggenschapsraad en de directie er niet uitkomen. 6
Rapportage signalerend huisbezoek 2011 (I) De heer Van Ravenhorst is blij dat de rapportage er ligt. Het is opvallend dat er in 2012 zo weinig vragen zijn. Is hiervoor een verklaring en betekent dit dat de mensen vorig jaar erg goed geïnformeerd zijn? Kan de wethouder wat meer vertellen over een actief beleid om de bekendheid van het begrip mantelzorger te vergroten en de mantelzorgers meer te betrekken? In het verslag wordt gewezen op specifieke problemen zoals alcoholgebruik en fysieke en geestelijke mishandeling. Hoe denkt de wethouder hiermee om te gaan? Er is ook nieuwe regelgeving op het gebied van huiselijk geweld. Wordt dit soort zaken meegenomen in de training van degenen die de huisbezoeken afleggen? De heer Smit denkt niet dat er bij weinig vragen geen problemen zijn. Hij is er een voorstander van dat mensen zo veel mogelijk voor zichzelf opkomen en vragen stellen, maar het gaat hier wel om een categorie mensen die dit van oudsher waarschijnlijk niet gewend is. Daarnaast moet de gemeente zelf actief zijn als mensen vragen hebben. Tot slot zegt spreker meer geïnformeerd te willen worden over de aanpassing van het aantal te subsidiëren uren van 9,6 naar 5,5. De heer Bark zegt dat in 2012 gestart is met een maatjesproject. Hoe staat het daar op dit moment mee? Spreker kan zich aansluiten bij de opmerkingen van de heer Van Ravenhorst. Er komt duidelijk naar voren dat zich specifieke problemen zoals alcoholgebruik en mishandeling voordoen. Kan het college meedelen of hierop nadere
5
stappen worden ondernomen of wat de ontwikkelingen zijn? De heer Zaal zegt dat de vermindering van het aantal uren van 9,6 naar 5,5 betrekking heeft op de coördinatie van de Catherina Stichting. Het bellen en het bezoeken van de mensen wordt door vrijwilligers gedaan. Spreker heeft daar prima ervaringen mee. Wie gaat er bij ernstige problemen in actie komen? Is dat de Catherina Stichting of heeft de gemeente daarin een taak? De heer Wolters zegt dat de coördinator van het project Signalerend huisbezoek zich baseert op landelijke onderzoeken en dat het niet vaststaat dat alcoholgebruik en mishandeling in Brielle zo ernstig zijn. Spreker denkt dat dat eerst zou moeten worden vastgesteld. Het stuk toont aan dat het belangrijk is om ouderen te blijven volgen en dat is ook wat de Wmo-raad aangeeft. Er kunnen dan signalen worden opgepikt en trends worden waargenomen. Uit de uitkomsten van 2011 blijkt dat op de bekendheid van instanties niet altijd maximaal wordt gescoord. Nu kan dat ook niet, maar sommige instanties zouden bij ouderen toch beter bekend moeten zijn. Wordt daar wat aan gedaan? Mevrouw Van Bennekom zegt dat hier goed te zien is dat het belangrijk is om een Wmoraad te hebben. Ze is blij dat de raad ook heeft aangegeven dat het signalerend huisbezoek niet om de twee jaar moet worden gedaan, omdat er dan misschien vrijwilligers afhaken. Er wordt elke keer gesproken over het tabellenboek van Tympaan. Betekent dit dat Tympaan bepaalt welke vragen tijdens een signalerend huisbezoek worden gesteld en zitten er ook vragen bij die op de Brielse situatie van toepassing zijn? Met het signalerend huisbezoek kan de gemeente ook bepaalde dingen onder de aandacht brengen. Gebeurt dit wel eens? Wethouder Borgonjen antwoordt dat het college en de Catherina Stichting niet helemaal konden verklaren waarom het aantal vragen aan het Wmo-loket ineens zo drastisch is gedaald. Om die reden heeft het college wat kritische vragen aan de Catherina Stichting gesteld. Het kan zijn dat de kanteling van de Wmo een rol speelt, maar het effect daarvan zou dan wel erg drastisch zijn. Op de vraag van de heer Smit over de vermindering van het aantal uren zegt spreker dat dit gaat over de uren voor de coördinatie. Er bleken meer uren coördinatie dan nodig in het productenboek berekend te zijn en het aantal uren is bijgesteld naar het reëel aantal uren. Er wordt op mantelzorg ingezet door middel van het staande beleid, dat wil zeggen via het signalerend huisbezoek, het Wmo-loket, de mantelzorgsalon en de Dag van de Mantelzorg. Voor het maatjesproject hebben zich drie personen aangemeld die een maatje willen. Dit wordt overtroffen door het aantal maatjes. Er zal worden bekeken hoe zich dit volgend jaar ontwikkelt. Dat neemt niet weg dat er het komende jaar een grondige heroverweging van het welzijnsterrein zou moeten plaatsvinden, ook in relatie tot de decentralisatie van de AWBZ. Het gaat dan niet om twee of drie uur minder, maar om tientallen procenten minder budget dat overkomt. De heer Wolters heeft terecht naar voren gebracht dat de gegevens over specifieke problemen uit landelijk onderzoek komen, waarbij gezegd is dat landelijke problemen ook in Brielle zullen voorkomen. Uit het signalerend huisbezoek is dat nog niet direct gebleken. De vraag is of deze problemen ook boven tafel te krijgen zijn door een vrijwilliger die een signalerend huisbezoek aflegt. Er zijn trajecten ingezet voor de aanpak van alcoholverslaving en mishandeling, maar er zijn geen specifieke beleidsinitiatieven op deze terreinen genomen. Spreker sluit zich aan bij de opmerking van de heer Wolters over de bekendheid van instanties en denkt dat het goed is dat
6
vrijwilligers dat punt ook meenemen in hun verhaal. Mensen moeten in ieder geval bekend zijn met het Wmo-loket: daar kunnen zij met al hun vragen terecht. De heer Van Ravenhorst zegt dat de aanbeveling van de projectcoördinator is om toch meer aandacht aan de specifieke problemen te besteden. Er kan gezegd worden dat eerst bekend moet zijn of deze problemen zich ook in Brielle voordoen, maar waarom zouden de problemen er in Brielle niet zijn? Als een coördinator dit aangeeft, vindt spreker dat daar ook respons op moet komen. Hij gelooft best dat de problemen niet naar boven komen bij de huisbezoeken, maar als mensen niet getraind zijn om de problemen op te merken, komen deze ook niet naar boven. Het gaat om ernstige zaken en het lijkt spreker goed als de mensen die de huisbezoeken afleggen worden getraind in het herkennen van dit soort zaken. Hij vraagt of de wethouder kan toezeggen dit punt op te pakken en te bevorderen dat er trainingen worden gegeven. De heer Bark ondersteunt de stelling van de heer Van Ravenhorst van harte. De heer Zaal vraagt of de Catherina Stichting of de gemeente in actie moet komen. Wethouder Borgonjen antwoordt op de vraag van de heer Zaal dat het aan de aard van de problematiek ligt wie in actie moet komen. Als mensen eenzaam zijn, kan de Catherina Stichting wijzen op het aanbod van Stichting Welzijn Ouderen. Als het gaat om mensen die slecht ter been zijn en die moeite hebben met het huishouden, ligt er een actiepunt voor de gemeente via het Wmo-loket. De heer Zaal zegt dat het hem erom gaat dat er voldoende waarborg is dat de verantwoordelijke instantie ook in actie komt. Wethouder Borgonjen antwoordt dat hij het daarmee helemaal eens is. Dit is eigenlijk ook gerelateerd aan het punt dat er dit jaar zo weinig signalen naar het Wmo-loket zijn doorgekomen. De vorige jaren werd de weg makkelijker gevonden en er zou nog eens bekeken kunnen worden of de vrijwilligers daar voldoende alert op zijn. Op de opmerkingen van de heer Van Ravenhorst antwoordt spreker dat hij niet heeft gezegd dat de problemen niet in Brielle voorkomen. Er zijn echter geen specifieke aanwijzingen dat deze meer of minder in Brielle voorkomen dan gemiddeld landelijk het geval is. Spreker is bereid na te gaan of er specifieke scholing mogelijk is, maar aangezien de Catharina Stichting over training en scholing gaat, wil hij dat met deze stichting kortsluiten. De heer Van Ravenhorst bedankt de wethouder voor de toezegging en vraagt of de commissie hierover terugkoppeling kan krijgen in de volgende vergadering. De voorzitter zegt toe om het punt op de REP-lijst te zetten. De heer Bark is zeer tevreden met de toezegging. Als de problematiek naar boven zou komen en hierop een training kan worden ingezet, kan dit alleen maar helpen. Daarna kan dan altijd aan de hand van de problematiek bekeken worden welk beleid kan worden ingezet. De heer Van Ravenhorst vindt dat er vooralsnog van uit moet worden gegaan dat de problematiek er in Brielle is en dat daarop maatregelen moeten worden genomen.
7
De voorzitter meldt ten slotte dat dit punt terugkomt op de REP-lijst. 7
Collectieve ziektekostenverzekering minima 2013 (I) Mevrouw Van Bennekom vraagt naar het percentage mensen dat gebruikmaakt van de collectieve ziektekostenverzekering. Wat is het bereik? De compensatie in de aanvullende zorgverzekering maakt natuurlijk erg veel uit. Wethouder Borgonjen antwoordt dat hij dat cijfer niet paraat heeft. Hij zegt toe dit na te vragen. De voorzitter zegt dat de vraag van mevrouw Van Bennekom via de notulen zal worden beantwoord.
8
Decentralisaties (I) Wethouder Borgonjen zegt dat er op het terrein van de sociale werkvoorziening nog niet zoveel is veranderd en evenmin op het terrein van de AWBZ. Rondom de AWBZ is met name spannend hoe omgegaan wordt met het voornemen te decentraliseren naar de 100.000+-gemeenten. Daarover wordt in Den Haag flink nagedacht. Inmiddels is een aantal partijen al stellingen aan het betrekken. Zo zijn er partijen die vinden dat niet alle naar de gemeente gaande AWBZ-zaken naar de gemeente zouden moeten gaan, maar dat er ook wat naar het ziekenfonds zouden moeten. Daarover zal volgend jaar ongetwijfeld nog een flinke discussie plaatsvinden. Wel moet worden vastgesteld dat hoe smaller het pakket is, hoe lastiger de ombuiging is in te vullen. Het kan ook gemakkelijker zijn: de ombuiging is dan bijna geoormerkt en dan heeft de gemeente bijna geen keuzevrijheid meer. Spreker is van plan het komende jaar met de betrokken partijen in Brielle en in het veld regelmatig stil te staan bij de voortgang en invulling. Over de decentralisatie van de jeugdzorg zegt spreker dat in de stadsregio langzaamaan verdere stappen worden gezet. Een aantal werkgroepen heeft nagedacht over de vormgeving van de jeugdzorg. Een uitdaging is om na 1 januari 2015 ook als gemeente zicht en grip te houden op de zorg. Een nieuwe loot aan de stam is de gezinsgeneralist. Deze moet ervoor zorgen dat het contact met alle zorg voor alle gezinnen laagdrempelig wordt. Er wordt ook wel gesproken van een sociale-huisartsfunctie of een wijkaanspreekpunt. Het gaat om een laagdrempelig contactpersoon die zelf al wat zorg kan verlenen of zorg rond een gezin kan organiseren. De gemeente heeft vanaf 1 januari 2015 niet meer maar juist minder geld. Spreker heeft in het stadsregionaal overleg naar voren gebracht dat hij dan wel concreet wil zien hoe dat invulling krijgt. Als er inderdaad door de inzet van een gezinsgeneralist winst kan worden geboekt, moet die winst ook direct verzilverd worden in de zin dat andere functies minder belast of ingezet worden of misschien worden opgeheven. Verder wordt er nog nagedacht over de financiële kant van de zaak als de stadsregio is opgeheven. Wat wordt er nog gezamenlijk op het niveau van de stadsregio en het niveau van Voorne-Putten ingekocht en wat koopt de gemeente nog zelf in? Mevrouw Van Bennekom vraagt of er al stukken zijn die de raad kan lezen. Wethouder Borgonjen antwoordt hierop ontkennend. Wel bereiden de stadsregionale gemeenten in het voorjaar een soort plan van aanpak voor dat beschikbaar moet komen voor de commissies en raden.
8
8a
Verhuur sportcomplex Geuzenpark aan Stichting Sportcomplex Geuzenpark en gebruik door verenigingen (A) De heer Smit vindt het stuk knap in elkaar zitten. Eerst vond hij dat er werd gegoocheld met getallen, maar later werd het door de staatjes duidelijker. Waarom komt het geld voor de voetbalvereniging beschikbaar als de velden gerenoveerd moeten worden en is dit niet het geval bij de tennisvereniging? Wellicht is dit een afspraak die ooit gemaakt is, maar het komt wat vreemd over. De heer Bark zegt dat hij op een gegeven moment ook niet meer alles van de cijfers begreep. Wat belangrijk is, is dat alles met de verenigingen en stichtingen is besproken. Zijn deze ook allemaal akkoord? Het is een goede zaak dat de opmerkingen van de externe jurist en Deloitte in de conceptovereenkomst zijn verwerkt. Ook goed is dat wordt voorgesteld om de wethouder indien nodig te machtigen ondergeschikte wijzigingen ten opzichte van het nu voorliggende concept aan te brengen, maar spreker vraagt zich af of er nu overeenstemming is of net niet. Het moet de heer Zaal van het hart dat niet helemaal duidelijk is waarmee de commissie akkoord gaat. Er zit nog steeds een onderzoek over de subsidierelatie tussen de gemeente en de sportverenigingen in de pijplijn en er zou in september 2012 een rapport verschijnen. Een aantal zaken is historisch bepaald en spreker begrijpt dat daar niet ineens een punt achter gezet kan worden. Onder exploitatie staat echter: “…voor het onderhoud van de velden op sportcomplex Meeuwenoord als compensatie voor het door de verenigingen verrichten van destijds door de gemeente gedaan maar aan hen afgestoten onderhoud.” Hoe lang geldt een dergelijke toezegging? Daaraan moet volgens spreker een einde zitten of er moet een afbouw zijn. De heer Zaal wil verder weten welke rol het rapport van Andres heeft gespeeld en hij zou dit graag bepalend willen laten zijn voor het uiteindelijk te voeren beleid. Tot slot merkt hij op dat Deloitte tamelijk laat is met zijn opmerkingen over hoe het juridisch geregeld moet worden; het moet voor 1 januari klaar zijn. De voorzitter citeert het aan de commissie gevraagde advies: “de raad positief adviseren om de financiële gevolgen overeenkomstig de wijzigingen van de productraming te verwerken in de najaarswijziging.” De heer Van Ravenhorst sluit zich aan bij de opmerkingen van de heer Zaal over de afbouw van de tegemoetkoming. De overeenkomst moet nog in december worden ondertekend, maar dit soort stukken komt normaal nog in de raad. Het zou dan januari worden. De griffier antwoordt dat het wordt verwerkt in de najaarsrekening. Mevrouw Van Bennekom zegt dat bij gebruik van het sportcomplex door scholen de vergoeding minimaal kostendekkend moet zijn. Hoe wordt deze berekend? Aan de ene kant worden sportverenigingen gestimuleerd om inkomsten te verkrijgen door verhuur aan derden, maar spreekster wil eigenlijk ook graag dat scholen gewoon van het terrein gebruikmaken en daarin gestimuleerd worden. Stelt de gemeente ook aan scholen een bijdrage beschikbaar om buiten te kunnen sporten? Verder vond spreekster de benchmark interessant. Het voetbal wordt naar beneden bijgesteld en de tennis blijft op 24.000 euro staan. Kan de wethouder dit toelichten? Is de gebruikersvergoeding het bedrag dat door de leden wordt opgebracht? Dit is bij de voetbal wel erg hoog. Krijgt de
9
raad het rapport over de subsidies van tevoren ter informatie of pas nadat dit met de verenigingen is besproken? Spreekster heeft een voorkeur voor het eerste. Wethouder Borgonjen antwoordt dat de gemeente al sinds 2008 bezig is om het beheer van het Geuzenpark vorm te geven, waarbij is toegegroeid naar een stichting. Dit lijkt nu eindelijk zijn beslag te krijgen. De overeenkomst, de huur die de gemeente aan de stichting moet vragen en de huur die de stichting vervolgens aan de verenigingen en andere gebruikers moet vragen, is ingewikkeld gebleken. Het college heeft gemeend daar een subsidie tegenover te moeten stellen. Los van dit alles is er een onderzoek gestart naar de subsidiëring van de sportverenigingen. Er is voor gekozen om het beheer te regelen zonder dit te belasten met discussies over financiën, omdat het anders wel erg ingewikkeld zou worden. Dat betekent dat verenigingen hetzelfde stramien hebben als ze op Meeuwenoord hadden, alleen zijn voor de atletiek wat nieuwe dingen ontwikkeld. Het subsidieonderzoek van Andres wordt waarschijnlijk in januari gepresenteerd. Het idee is dat dit wordt gepresenteerd aan de sportverenigingen en dat de raad wordt uitgenodigd om de presentatie bij te wonen. De raad kan dan ook de reacties van de sportverenigingen waarnemen. Er zal ook gesproken moeten worden over bijvoorbeeld de gebruikersvergoeding van 54.000 euro en de renovatiekosten, die nu nog door de gemeente worden vergoed. De bestaande afspraak is dat de renovatie van de voetbalvelden door de gemeente wordt vergoed. De gemeente vergoedt niet de renovatie van de tennis- en atletiekvelden. Of dit zo blijft, wordt meegenomen in het onderzoek met de vraag welke rol de gemeente daarin zou moeten spelen. Als de raad mocht besluiten dat het financieel kader ongewijzigd blijft, maar dat andere verenigingen ook tegemoetgekomen moeten worden, kan het niet anders dan dat de voetbal minder krijgt. Mevrouw Van Bennekom heeft al gewezen op het bedrag dat de voetbal moet betalen. Dit is grosso modo voor dezelfde zaken als waar de voetbal op Meeuwenoord voor betaalde, zoals het gebruik van de velden, kleedkamers en douches, het onderhoud van de velden en de elektra. De kantine is eigendom van de voetbal zelf. Op de vraag van de heer Bark of de verenigingen akkoord zijn, antwoordt spreker dat er vier overeenkomsten zijn. Er is een overeenkomst tussen de stichting en de gemeente. Deze zijn beide akkoord. Verder is er een overeenkomst tussen de voetbal en de stichting. De heer Knol merkt op dat vandaag de laatste opmerkingen zijn binnengekomen en dat er morgen nog een laatste besluitvormend overleg met alle partijen plaatsvindt. Dan moet de zaak zijn afgerond, omdat eind deze week de ondertekening van de overeenkomsten is. Wethouder Borgonjen zegt dat alle partijen in het overleg zijn meegenomen. Zij lezen het stuk erg zorgvuldig, omdat ze voor de eerstkomende twintig jaar nogal een stap zetten. Vervolgens gaat de stichting per 1 januari echt van start. Spreker zegt dat hij langzamerhand ook wel de meerwaarde van de stichting is gaan inzien. De stichting is het gremium waar het belang van het Geuzenpark in zijn geheel samenkomt, maar het is ook een platform waarin elke vereniging haar vertegenwoordiger heeft en zaken onderling kunnen worden besproken. De scholen hebben dit jaar al van het sportcomplex gebruikgemaakt. Volgens spreker betalen zij hiervoor een vaste vergoeding die ook in de lumpsum is vastgelegd. De heer Knol voegt hieraan toe dat de scholen een vergoeding betalen. Deze vergoeding is bepaald door de kosten te delen door het aantal uren en het Maerlant College is met de prijs akkoord gegaan. Het bedrag wordt verrekend en blijft binnen de mogelijkheden van de school.
10
Wethouder Borgonjen zegt dat aan de commissie wordt gevraagd instemming te verlenen aan het voteren van 9000 euro structureel om dit gestalte te geven. Vervolgens zal de commissie dan ook moeten spreken over de verdeling van de subsidies over de sportverenigingen. De heer Zaal vindt het belangrijk hoe lang de gemeente vastzit aan de afspraken die nu worden gemaakt. Het bedrag wordt voor het komende jaar ter beschikking gesteld en de uitvoering geschiedt zoals het in het stuk staat. Verderop gaat het stuk van Andres een rol spelen en daarin kan de commissie wijzigingen aanbrengen. Spreker neemt aan dat die dan mogelijk blijven. Wethouder Borgonjen antwoordt dat de gemeente het huurcontract voor twintig jaar aangaat. Dit geldt niet voor de subsidie: die wordt jaarlijks vastgesteld. De raad heeft te allen tijde budgetrecht via de begroting op het algeheel van de subsidies, dus ook op subsidies aan de sportverenigingen. De raad kan de subsidies hoger en lager vaststellen. De heer Zaal vraagt of de kosten van de renovatie van de velden voor twintig jaar worden vastgelegd. Komt er een afbouwregeling? Liggen de genoemde huurbedragen ook voor twintig jaar vast of zit daar een indexering op? Wethouder Borgonjen antwoordt dat dit ook voor de renovatie geldt. Hij ziet dat eigenlijk als een indirecte subsidie als aan de voetbalverenigingen. Dat is publiekrechtelijk geld en geen privaatrechtelijke overeenkomst tussen een eigenaar van een perceel en de gebruiker van een perceel. De gemeente verstrekt de bijdrage als overheid, dus in die zin kan dit naar sprekers idee ook niet onder dit privaatrechtelijke contract vallen. Dat zit altijd in het budgetrecht van de raad verdisconteerd. De huren zijn ook geïndexeerd. De heer Smit bekruipt een beetje het gevoel dat de voetbalvereniging goed heeft onderhandeld. De vereniging zal van tevoren wel geweten hebben wat zij ongeveer moest gaan betalen, maar spreker is wat bang dat de gemeente daar in de toekomst ook niet vanaf kan. De heer Bark wijst op de laatste twee zinnen van punt 4 op pagina 10. Wat gebeurt er als het niet lukt om het aanvullend dienstbetoon bij het geven van gelegenheid tot sportbeoefening goed aan te tonen? Zijn daar financiële consequenties aan verbonden? Wethouder Borgonjen zegt op de opmerking van de heer Smit dat de voetbal goed heeft onderhandeld dat de gemeente al bij de uitgangspunten in 2008 heeft gezegd dat de financiële regeling zoals die op Meeuwenoord geldt een-op-een zou worden overgezet naar het Geuzenpark. Dat is een gebruikersvergoeding van 54.000 euro. In het overleg met de verenigingen heeft spreker ingebracht dat de subsidies jaarlijks worden vastgesteld en dat het subsidieonderzoek nog loopt. Het lijkt spreker goed om dat morgen in het overleg nog eens te benadrukken en te vermelden dat dit kan betekenen dat er een verschuiving plaatsvindt en dat geen enkele sector gevrijwaard kan zijn van een ombuiging als de begroting volgend jaar op de schop moet. Op de vraag van de heer Bark antwoordt spreker dat de gemeente dan alsnog btw moet betalen en dat het te betalen bedrag kan oplopen tot maximaal 1,5 miljoen euro. De heer Knol voegt hieraan toe dat Deloitte in zijn rapport de periode 1 september 2011
11
tot en met 31 december 2012 heeft onderscheiden omdat de gemeente dan de exploitatie regelt. Voor dat onderdeel is er een zeker risico dat kan worden afgedicht met het aantonen van facturen, urenstaten en dergelijke. Voor de periode na 1 januari 2013 schat Deloitte geen risico op dat punt in. Mevrouw Van Bennekom begrijpt van de wethouder dat de scholen het gebruik van het sportcomplex financieren vanuit hun lumpsum. Vroeger sportten de leerlingen van het Maerlant College tot de herfstvakantie en na de voorjaarsvakantie buiten, maar nu zit een deel van de groepen binnen omdat de kosten niet betaald kunnen worden. Niet elke groep kan dus buiten sporten als het mooi weer is. Wethouder Borgonjen antwoordt dat hij geen enkel signaal heeft ontvangen dat de scholen kinderen om financiële redenen binnen laten sporten. Wel heeft hij vernomen dat de voetbal vindt dat de velden wel erg intensief door de schoolsport worden gebruikt. Mevrouw Van Bennekom zegt dat zij over dit punt navraag zal doen. De heer Knol antwoordt op de vraag van de heer Zaal wat de gevraagde beslissing is dat in de Begroting 2013-2016 de bedragen zijn opgenomen die in dit stuk zijn verwoord. Het gaat nu dus enkel over 2012. Bij de begrotingsvaststelling in de raad van november is de rest al geaccordeerd. De voorzitter vraagt om het advies van de commissie en concludeert dat deze unaniem positief adviseert. 9
Wat verder ter tafel komt Van dit agendapunt wordt geen gebruik gemaakt.
10
Rondvraag De heer Smit zegt dat hij zich zorgen blijft maken over de bouw van het zorggebouw. Kan de wethouder nog eens goed navragen of er echt afspraken zijn gemaakt tussen de bouwer en de scholen? Spreker heeft signalen gekregen dat dit niet het geval is. Wethouder Borgonjen zegt toe na te vragen welke afspraken precies zijn gemaakt.
11
Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 21.15 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 januari 2013. de commissiegriffier,
de voorzitter,