COMMISSIE MIDDELEN Notulen van de openbare vergadering van de commissie Middelen, gehouden op 22 juni 2011 Aanwezig: Voorzitter (plv) Commissieleden
: de heer R. Wallenburg (ChristenUnie) : mevrouw E.T.M. Groten (PvdA), de heer J.R. Mulder (PvdA), de heer S.A. Braamhaar (Groen Links), de heer J.A.I. de Lange (CDA), de heer C.J. Gerkens (CDA), de heer H.M. Bellaart (VVD), de heer A.H.J.J. Luijten, mevrouw F.M.W.C. Clijsen (D66), de heer A. Fokker (BussumsBloei) Commissieleden, niet : de heer E.V. Benjamin (ChristenUnie), de heer K. Kingma (D66) niet zijnde raadsleden Gast : accountant de heer G.W. Scheele (bij agendapunt Advies over de vaststelling van de jaarrekening 2010) mevrouw A. Veerman van de Rekenkamercommissie (bij agendapunt 2) Commissiegriffier : de heer L.A. Wieringa Portefeuillehouders: burgemeester de heer M. Schoenmaker, de heer P.C. Barneveld (VVD), mevrouw A.C. van den Berg-van Bart (VVD), de heer G.H.F. Boekhoff (PvdA), mevrouw G.N. van Ramshorst (GroenLinks) (wethouders) Voorts aanwezig: mevrouw M. Plantinga (gemeentesecretaris), mevrouw FJ. Box (Financiën), de heer E.C. van Leeuwen (BMO) Notulist : mevrouw M. Prinsen (Het Notuleercentrum) 0. Opening De plaatsvervangend voorzitter de heer Wallenburg opent de vergadering om 19.30 uur en heet iedereen welkom. Hij neemt de agenda door. Het Sociaal jaarverslag wordt als eerste behandeld. 4. Sociaal Jaarverslag 2010 De heer Fokker vond het een interessant rapport om te lezen. Hij concludeert dat de gemeente een goede werkgever is, maar hoopt dat het efficiënt en resultaatgericht werken niet te veel doorslaat en dat het menselijke contact met burgers behouden blijft. Hij informeert wie het onderzoek naar het efficiënter werken heeft uitgevoerd. Mevrouw Clijsen complimenteert de gemeente met het grotere aantal vrouwen dat er werkt en hun doorstroming naar hogere schalen. Wat betreft de onlangs gestarte Bussumse school vraagt zij zich af of die ook open staat voor collega’s uit andere gemeenten. De heer Luijten sluit zich aan bij eerder geuite complimenten. Opvallend is de daling van het ziekteverzuim. Verder vraagt hij naar de verklaring voor de toename van de personeelsbezetting. De heer De Lange vond het een goed en fijn verslag om te lezen. Mensen werken graag bij de gemeente en krijgen kansen. Het fusietraject zorgt voor onzekerheid, maar mensen blijven toch achter Bussum staan. Wellicht is dat de reden voor het lagere ziekteverzuim. De heer Benjamin noemt het een mooi en helder jaarverslag. Hij heeft geen opmerkingen. Mevrouw Groten complimenteert de bestuurder voor het prettig leesbare en goed gepresenteerde jaarverslag evenals voor de aanpak van de organisatie. In deze tijd van herindelingen en bezuinigingen is de gemeente er klaar voor. Verder spreekt zij waardering uit voor de Bussumse school en het dalende ziekteverzuim. De heer Braamhaar deelt de positieve mening van de vorige sprekers. De persoonlijke verhalen van medewerkers waren prettig te lezen en het cijfermateriaal geeft een goed beeld. Wel bevat het jaarverslag veel spel- en stijlfouten. Hij heeft een vraag over de gepensioneerdendag: hoe vaak is die al georganiseerd en is zo’n dag landelijk beleid? De burgemeester de heer Schoenmaker dankt de commissie voor alle complimenten. Ondanks de rommelige en onzekere tijden maakt Bussum geen pas op de plaats en ook het college waardeert de steun van alle ambtenaren. De gemeente is klaar voor welke fusie dan ook. Over de vragen van de commissieleden zegt hij het volgende: 1
• • • •
• • •
Bussum moet inderdaad niet doorschieten in efficiëntie. Dat zal niet gebeuren. Men probeert de menselijke maat erin te houden. Het onderzoek naar de werkwijze is met een externe partij opgestart en vervolgens intern opgepakt en verder uitgewerkt. De Bussumse school is een manier om opleidingen vorm te geven. Waarschijnlijk heeft de daling van het ziekteverzuim te maken met het plezier dat mensen hebben in het werk, maar ook met de aanpak van het verzuim. De gemeente zit heel strak op losse ziekmeldingen. De toename van de personeelsbezetting houdt verband met het in dienst komen van de BOA’s en het opvullen van meer functies (waarvan sommige in deeltijd). De volgende keer zal men alerter zijn op taalfouten in de tekst van het jaarverslag. De (jaarlijkse) gepensioneerdendag is nu voor het tweede jaar gehouden. Het initiatief daartoe is van de gemeente zelf uitgegaan.
De heer Van Leeuwen geeft nadere uitleg over de Bussumse School: die biedt veel voorkomende opleidingen waar men open op in kan schrijven. Het betreft een samenwerking met gemeenten uit de regio en ook hun ambtenaren kunnen aan de opleidingen deelnemen. De heer De Lange merkt tot slot op dat hij vanuit de gemeente positieve opmerkingen heeft gehoord over de wijze waarop de burgemeester inwoners toespreekt en contact met hen heeft. Voorjaarsoverleg met de accountant Advies over de vaststelling van de jaarrekening 2010 De heer Braamhaar informeert of de beide managementletters over 2010 (over de eerste drie kwartalen en over het laatste kwartaal) bij dit agendapunt ook aan de orde zijn. Voorts mist hij een advies van het college op de jaarstukken. Wordt dat mondeling in deze vergadering gegeven? De voorzitter legt uit dat het nu gaat over het verslag van bevindingen en de jaarstukken. De wethouder de heer Boekhoff verklaart dat het college het eens is met de opmerkingen van de accountant en dat het de zaken die aangepakt moeten worden ook zal aanpakken. De heer Braamhaar constateert dat de opmerkingen van de accountant positiever zijn dan vorig jaar. Hij vraagt of het college zelf nog verbeterpunten ziet. Verder is hij van mening dat de aanbevelingen soms wat concreter geformuleerd mogen worden. Mevrouw Groten herkent de stijgende lijn. De accountant adviseert in het verslag van bevindingen om de maatschappelijke effecten zichtbaarder te maken, toetsbare doelstellingen te formuleren en in tabelvorm aan te geven of die doelstellingen zijn gehaald. Kan de accountant in het advies concreter aangeven hoe de gemeente dat moet aanpakken? De heer Benjamin sluit zich aan bij de vorige spreekster. Ook kan hij zich vinden in de aanbeveling om de bestuursrapportage voortaan per programma aan te leveren. Verder heeft hij enkele vragen over de jaarstukken. Op pagina 101 staat dat vanwege de invoering van de Wabo frequenter is vergaderd en de werkwijze is aangepast. In het exploitatieresultaat zijn de legeskosten Wabo lager dan begroot en op grote bouwprojecten zijn ze € 352.000 tegengevallen. Volgt hier nog actie om kostenneutraal te eindigen? Verder vraagt de heer Benjamin zich af of de rekening courant voor ’t Spant nog moet blijven bestaan (pagina 133). De heer Fokker heeft geen commentaar op de jaarstukken. De heer Kingma juicht de aanbevelingen van de accountant toe, zeker waar het gaat om SMART rapporteren. Hij vraagt wat het college hiermee gaat doen. De heer Luijten leest op pagina 4 van het verslag van bevindingen dat de interne beheersing ‘redelijk’ op orde is en op pagina 13 dat de gemeente bij de meeste processen ‘in grote mate’ in control is. Hij vraagt zich af hoe hij deze terminologie moet duiden. Verder leidt de tweede alinea op pagina 13 onder 4.2 Automatisering tot verwarring over de rolverdeling: ‘Wij’ hebben afgesproken een specialist te betrekken zodat ‘u’ tijdig problemen kunt signaleren.
2
De heer Gerkens deelt de mening van vorige sprekers dat men wat concreter zou moeten zijn in de aanbevelingen en in de verslaglegging. De voorzitter verontschuldigt nog accountant de heer Wisse van Deloitte die een andere afspraak had. Gebruikelijk is dat het team van accountants in de commissie aanwezig is. Accountant de heer Scheele geeft vanuit Deloitte de volgende antwoorden op de vragen: • Enerzijds zijn er de interne processen die in de najaarscontrole worden meegenomen en waarover in de management letter wordt gerapporteerd. Daar is geconstateerd dat er duidelijk en snel een verbetering plaatsvindt. Anderzijds is er de jaarafsluiting. Die was redelijk op orde, maar af en toe krijgt de accountant stukken te laat. Bovendien lopen er nog discussies in dit laatste traject (over grondexploitatievoorzieningen en begrotingsrechtmatigheid). Daarin kan de gemeente nog een slag maken. De primaire processen zijn dus goed op orde en de jaarafsluiting voldoende. De accountant is voornemens om een goedkeurende verklaring af te geven. Er zijn geen onjuistheden of onzekerheden, maar men heeft wel wat extra werk gehad door een te late oplevering. • In de aanbevelingen is in overleg met de gemeente gekozen voor het begrip toetsbaar in plaats van SMART. Het verslag van bevindingen is een advies en maakt geen onderdeel uit van de officiële controle. Het toetsbaarder maken van doelstellingen moet opgepakt worden bij de begroting voor 2012. De accountant zou daar eventueel bij het najaarsoverleg dieper op in kunnen gaan. • De formulering op pagina 13 ten aanzien van automatisering berust op het feit dat de accountants zelf te weinig IT-kennis hebben om goed te kunnen oordelen. Daarom hebben zij een auditor ingeschakeld. De adviezen die daar uit komen stellen de gemeente in staat verbeteringen door te voeren. De wethouder de heer Boekhoff beantwoordt de resterende vragen • Het college onderschrijft de aanbevelingen van de accountant en zal proberen de aangegeven verbeteringen aan te brengen in het proces. • Het is lastig alles SMART te formuleren, maar het streven is om dat zoveel mogelijk te doen. De gemeenteraad (die de kaders vaststelt) en het college werken daaraan. De heer Braamhaar zou het op prijs stellen als in het najaarsoverleg inderdaad wordt gekeken hoe men de aanbevelingen handen en voeten kan geven. Hij wijst er verder op dat de datum op de voorpagina van het Verslag van Bevindingen niet juist is (2010 in plaats van 2011). De heer Kingma vraagt of er afspraken zijn gemaakt over het verbeteren van de jaarafsluiting. En worden alle aanbevelingen volgend jaar overgenomen? De wethouder de heer Boekhoff beaamt dat. Er worden bijvoorbeeld een aantal controles naar voren gehaald. Alle aanbevelingen worden aangenomen. Bespreken gehouden onderzoeken in 2010 (rekenkamercommissie, 213a, eventuele andere onderzoeken) De heer Wieringa geeft een korte toelichting op dit punt. Zowel in het voorjaarsoverleg als in het najaarsoverleg is er een rapportage en wordt afgestemd waar men in de diverse gremia mee bezig is. De rekenkamercommissie, de gemeenteraad, het college en de accountant kunnen immers allemaal los van elkaar onderzoeken doen. Dit agendapunt is dus iets breder dan alleen het doornemen van het jaarverslag en het jaarplan van de rekenkamercommissie. De heer De Lange, de heer Luijten en de heer Fokker hebben geen vragen of opmerkingen over de stukken. Mevrouw Clijsen vraagt of de conclusies en adviezen uit het jaarplan worden meegenomen in het beleid. En hoe gaat men om met de follow up in de commissie Middelen? De heer Benjamin heeft een opmerking over pagina 7 en 8 van het Jaarplan 2011 (punt 3): is de groslijst (met mogelijke onderwerpen voor een onderzoek) nog actueel? Mevrouw Groten merkt op dat het prettig is dat Jaarverslag en Jaarplan gezamenlijk worden gepresenteerd. In eerdere jaren had de Rekenkamercommissie een tekort aan capaciteit, maar dat is nu rechtgetrokken. Op pagina 8 van het jaarplan staat dat de raad geen suggesties heeft gedaan, maar haar fractie heeft dat wel gedaan. Verder is mevrouw Groten benieuwd naar de uitkomsten van het onderzoek van de Rekenkamercommissie. 3
De heer Braamhaar constateert dat het overschot van € 14.000 terugvloeit naar de algemene middelen. Het is jammer dat dit geld niet benut is. Verder kan de rekenkamercommissie misschien wat minder wollige taal gebruiken in de stukken en wat korter en concreter zijn. De heer Wieringa deelt mee dat de voorzitter van de rekenkamer is verhinderd. Wel is aanwezig mevrouw Veerman, extern rekenkamerlid sinds mei 2011. Hijzelf zal, in zijn functie als ambtelijk secretaris van de rekenkamercommissie, de vragen over 2010 beantwoorden: • De Rekenkamercommissie heeft in 2010 een inhaalslag gemaakt en er naar toe gewerkt dat de oude raad alle nog lopende onderzoeken kon afwerken. • Er is inderdaad een overschot van € 14.000, maar waarom zou men meer geld uitgeven als men op een goedkopere manier toch een goed rapport kan produceren? Het is een vaste regel dat zo’n overschot terugvloeit naar de algemene middelen tenzij de Rekenkamer zelf aangeeft het geld het jaar daarop om een belangrijke reden nodig te hebben. Zo’n verzoek tot overheveling is nu niet ingediend. Het budget voor de Rekenkamercommissie wordt elk jaar opnieuw vastgesteld. Kennelijk is dit budget (€ 1 per inwoner en € 25.000 ondersteuning) voor 2011 toereikend. Mevrouw Veerman behandelt de overige vragen: • Zij zal de aangereikte opmerkingen en adviezen bespreken in de volgende vergadering van de Rekenkamercommissie. • Voor zover haar bekend is de groslijst nog actueel. • Aan het wollige taalgebruik zal gewerkt worden. Naar aanleiding van deze antwoorden zijn er nog de volgende vragen De heer Benjamin vraagt of punt 2 van de groslijst al is afgehandeld. Mevrouw Clijsen herhaalt haar eerder gestelde vragen. De heer Wieringa legt uit dat de Rekenkamercommissie twee jaar na een onderzoek een effectmeting doet. Zo komt een en ander terug. Ook vindt er rapportage plaats over genomen besluiten. Zaken die niet snel genoeg worden afgehandeld komen op de actielijst. Tot slot wijst hij op de jaaragenda. De groslijst is enkele maanden geleden opgeschoond. De lijst en de bespreking via het voor- en najaarsoverleg moet voorkomen dat verschillende gremia zaken dubbel gaan doen. Inventariseren onderwerpen voor het najaarsoverleg De voorzitter stelt voor om de onderwerpen voor het najaarsoverleg te inventariseren. De heer Braamhaar heeft al voorgesteld om te kijken hoe men de aanbevelingen dan handen en voeten kan geven. Mevrouw Groten en de heer Benjamin sluiten zich daar bij aan. Mevrouw Clijsen en de heer Luijten maken graag gebruik van de mogelijkheid om in de komende week nog onderwerpen aan te leveren. De wethouder de heer Boekhoff doet de suggestie om in het najaarsoverleg ook aandacht te geven aan de scope van de accountantscontrole. De voorzitter constateert dat voor het najaarsoverleg met de accountant de volgende onderwerpen worden genoemd: 1. Waar let de accountant op bij de controle; 2. Heeft de accountant een prioritering bij zijn aanbevelingen? 3. Vaststellen Jaarstukken 2010 (RV2011-083), Bestuursrapportage 2011-1 (RV2011-077) en de Perspectiefnota 2011 (RV2011-082) De voorzitter stelt aan de orde dat in deze commissie de Jaarstukken 2010, de Bestuursrapportage 2011-1 en de Perspectiefnota 2011 per programma worden besproken. Voor deze commissie gaat het om de Algemene dekkingsmiddelen en overig, zoals de paragrafen. Algemene dekkingsmiddelen De heer Braamhaar vraagt naar aanleiding van het overzicht op pagina 7 hoe de cijfers over 2012 moeten worden gelezen en hoe hard de cijfers tot 2015 zijn. Men is afgestapt van de septembercirculaire en het bestuursakkoord leidt tot nogal wat onzekerheid. Verwacht de 4
wethouder nog grote veranderingen als de nieuwe septembercirculaire komt? Verder is de heer Braamhaar tevreden met de efficiencygetallen op pagina 49 (behaald voordeel van € 2 miljoen) mits de dienstverlening daardoor niet minder is geworden. Hij kan instemmen met de herbestemming van het overschot van vorig jaar. Tot slot heeft hij vragen bij de koppeling tussen de verlaging van de rioolbelasting en de stijging van de OZB. Mevrouw Groten deelt de meeste vragen van vorige spreker. Zij veronderstelt dat de efficiencyverbetering voornamelijk is gerealiseerd door de automatisering en het anders inrichten van processen. Verder vraagt zij naar aanleiding van pagina 53 wie verzoekt tot verruiming van het betaald parkeren. Mevrouw Groten is van mening dat 19.00 uur erg ruim is voor Bussum. De heer Benjamin wijst op de nog openstaande vragen van agendapunt 1. De koppeling tussen rioolbelasting en OZB vindt hij een goede zaak, maar misschien had de verlaging van de rioolbelasting en de verhoging van de OZB wat geleidelijker gekund. Op pagina 27 van de bestuursrapportage las hij dat de schoonmaakkosten door het nieuwe contract met € 15.000 zijn gestegen. Wat is de oorzaak daarvan? De aanbevelingen van de accountant op pagina 36 kunnen wellicht nog gerubriceerd worden (welke moeten echt worden uitgevoerd, welke kunnen eventueel worden uitgevoerd en welke kunnen worden doorgeschoven). De heer Fokker heeft geen opmerkingen. De heer Kingma mist in de bestuursrapportage bij de risico’s de gevolgen van de stagnerende woningmarkt en de toenemende leegstand van kantoren en winkels. Verder informeert hij of alle punten op pagina 36 en volgende worden opgelost. Tot slot leest hij op pagina 67 van de perspectiefnota het woord ‘onderdaan’. Het is niet meer van deze tijd om burgers zo te zien. De heer Bellaart heeft geen opmerkingen. De heer De Lange vindt de verhoging van de toeristenbelasting (pagina 52 van de perspectiefnota) met 100% erg hoog. Ook hij vindt betaald parkeren tot 19.00 uur onwenselijk voor de inwoners zelf. Bovendien vraagt hij zich af of minder parkeerinkomsten automatisch moeten leiden tot hogere tarieven. Wat betreft de OZB is zijn partij van mening dat die alleen mag worden verhoogd met de inflatie. Een verdere verhoging doorbreekt de traditie en krijgt geen steun van zijn partij. Er zullen vast alternatieven te vinden zijn voor verhoging van de OZB. De wethouder de heer Boekhoff geeft de volgende reactie op de vragen en opmerkingen: • Bussum is tijdig begonnen met efficiencymaatregelen. Op pagina 49 is achter de bullets aangegeven wat er is gedaan om de efficiency te verbeteren. Er wordt slimmer gewerkt, lagen in de organisatie zijn weggehaald, verantwoordelijkheden liggen dieper in de organisatie en ook digitalisering speelt een rol. De dienstverlening is op peil gebleven. De gemeente gaat uit van de behoeften van de inwoners en werkt vraaggericht. Maar door alle maatregelen heeft de organisatie nu minder ruimte om er ad hoc dingen bij te doen. • Door efficiënter werken zijn er minder kosten gemaakt en kan de rioolheffing omlaag. Het is niet toegestaan om de verlaging van de rioolheffing uit te smeren over meerdere jaren omdat het een kostendekkende heffing is. De rioolheffing maakt net als de OZB deel uit van de woonlastenberekening en het college geeft er de voorkeur aan om naar het totaal van woonlasten te kijken. Als, vanwege de bezuinigingen, de lastenverlichting door de rioolheffing volledig zou worden teruggehaald op de OZB zou de OZB met 14% kunnen stijgen. Het college stelt echter gedurende 4 jaar een stijging van 2% per jaar voor (dus in totaal 8%). Het is niet uit te leggen als tegelijk met de daling van de lasten ook voorzieningen worden afgebroken. Mensen in Bussum willen best betalen voor voorzieningen. Overigens klopt het niet dat er een traditie bestaat waarin de OZB-stijging nooit hoger is dan de inflatie. Bovendien biedt het coalitieakkoord de mogelijkheid om verder te verhogen als door het Rijk overgedragen taken veel geld kosten. Dat is met dit bestuursakkoord zeker het geval. • De verruiming van de parkeertarieven tot 19.00 uur is een wens die uit het college komt. De opmerkingen vanuit de commissie, dat de inwoners hier niet door mogen worden getroffen, is echter duidelijk. • Er waren minder bouwleges doordat er minder grote projecten waren. Bij het vaststellen van de nota Locale Heffingen wordt bekeken of de leges verhoogd moeten worden. In hoeverre dit gevolgen heeft voor het aantal ambtenaren is iets waar in Bloeien door Snoeien naar is gekeken. 5
• • • • •
De rekeningcourant voor ’t Spant is opgeheven. Er is geen risico voor leegstand van kantoren omdat de gemeente alleen de kantoren bezit van waaruit ze zelf werkt. Het woord onderdaan is chargerend gebruikt om tot een visie te komen op de verschillende rollen die inwoners hebben. De verhoging van de toeristenbelasting heeft te maken met de bezuinigingen. Bussum was op dit punt erg goedkoop en zit nu op het gemiddelde bedrag in de regio. Het is lastig om aan te geven hoe zeker de cijfers tot en met 2015 zijn. Het bestuursakkoord is zo goed mogelijk doorgerekend. De cijfers zijn niet tot achter de komma nauwkeurig, maar geven wel een richting aan. Duidelijk is dat het bestuursakkoord niet budgetneutraal kan worden ingevoerd.
Mevrouw Box verklaart dat er voor het schoonmaken een nieuw contract is afgesloten waarbij is gekozen voor duurzaamheid. Die keuze leidt tot hogere kosten. Mevrouw Box legt uit dat het prioriteren van de door de accountant gemaakte aanbevelingen lastig is: het college mag geen prioriteiten aangeven in wat de accountant vindt. De heer Kingma informeert of de in het bestuursrapport genoemde punten van de accountant volgend jaar zijn opgelost. De wethouder de heer Boekhoff verklaart dat de commissie uit mag gaan van wat op pagina 36 en volgende staat. De heer Benjamin begrijpt dat alle punten van de accountant even belangrijk zijn. Maar het college kan wel aangeven welke in elk geval zijn op te lossen. De wethouder de heer Boekhoff merkt op dat de scope van de beoordeling en prioritering aan de orde kan komen in het najaarsoverleg met de accountant. De heer Braamhaar wijst er op dat de management letter wel een prioritering aangeeft. De heer Kingma is benieuwd wat de einddatum is van het in 2011 gestarte jaarplan (pagina 27), wanneer de aansluiting met de subadministratie (pagina 40) klaar is, en wat de einddatum is van de op pagina 43 genoemde punten. Die vragen mogen in het najaarsoverleg worden beantwoord. Verder is niet duidelijk in hoeverre de gemeente risico’s loopt op gronden of panden. De wethouder de heer Boekhoff legt uit dat er enerzijds zaken zijn die de accountant controleert en afrondt met een verklaring. Dat gaat vooral de raad aan. Anderzijds komt hij in de bedrijfsvoering ook zaken tegen die het college moet uitvoeren en daar is nu een voortgangsverslag van gegeven. De opmerkingen vanuit de commissie worden daar in meegenomen. Het één hoort wat meer bij de commissie dan het ander. De heer Bellaart merkt op dat de woonlasten essentieel zijn bij de OZB. Het is elegant om de gebruikers uit te zonderen. De heer Gerkens begrijpt dat er wat betreft de cijfers tot 2015 niks zeker is. Het kan dus alleen maar meevallen want een goede boekhouder gaat altijd uit van het worst case scenario. Verder vindt hij het principieel onjuist om rioolheffing en OZB met elkaar te verbinden omdat het wezenlijk verschillende heffingen zijn. De één is kostendekkend en de ander komt in de algemene middelen. Weliswaar behoren ze allebei tot de woonlasten, maar de verdeling is onevenredig. De heer Kingma deelt de mening van de heer Gerkens over de koppeling niet en vindt het voorstel van het college transparant. Het laat zien waar de kosten worden gemaakt. De heer Gerkens informeert naar de achtergrond van de het bedrag van € 21.000 onderaan op pagina 11 van de bestuursrapportage. De wethouder de heer Boekhoff behandelt de nog openstaande vragen: • Bussum loopt geen grote risico’s met gebouwen en grond omdat de gemeente er weinig van bezit.
6
•
De boekhouder van de gemeente gaat er in de begroting niet vanuit dat het allemaal meevalt. De boekhouder maakt een sluitende meerjarenbegroting, zorgt voor een goede reservepositie, en aanvaardbare woonlasten tegenover goede voorzieningen.
Mevrouw Box legt uit dat het bedrag van € 21.000 negatief is veroorzaakt door gewijzigde inwoneraantallen. De voorzitter sluit om 21.30 uur de vergadering. Aldus vastgesteld tijdens de openbare vergadering van de commissie Middelen van 15 september 2011
de commissiegriffier,
de voorzitter,
7