Notulen van de openbare vergadering van de commissie Welzijn, gehouden op 12 maart 2013. Aanwezig: Voorzitter Commissieleden
Commissieleden, niet zijnde raadsleden Commissiegriffier Voorts aanwezig Insprekers Notulist Afwezig
: mevrouw H.B. Boudewijnse (GroenLinks) : de heer E. Bezoen (VVD), mevrouw F.M.W.C. Clijsen (D66), de heer P. Hoekstra (PvdA), de heer M.C.A. Klein (ChristenUnie), mevrouw M.C.G. Munneke Smeets (D66) de heer G. Struik (GroenLinks), de heer W.A.M. van Waes (CDA), de heer O. Wagenaar (VVD), de heer A. van Waveren (PvdA) : de heer P.H. Petiet (BussumsBloei), de heer H.L. le Poole (ChristenUnie), de heer F. Vos (GroenLinks) : mevrouw I. van Woudenberg : de heer P. Barneveld, mevrouw A.C. Van den Berg, de heer G. Boekhoff, mevrouw G.N. van Ramshorst, mevrouw J. Agricola, mevrouw A. van der Linden, de heer G. Vreeke : de heer Hanou, mevrouw Jongerden en de heer Griffioen : mevrouw A. Pieterse (Het Notuleercentrum) : de heer A. Fokker (BussumsBloei), mevrouw E.T.M. Groten-Verheijen (PvdA),
Opening De voorzitter, mevrouw Boudewijnse, opent om 20.00 uur de vergadering en heet allen welkom. Zij stelt mevrouw Pieterse van het Notuleercentrum voor. Zij wordt vanaf vandaag de vaste notuliste. 1. Rondvraag De voorzitter zegt dat er één ingekomen punt is, ingebracht door de heer Van Waveren, over de voortgang van het overleg met de tafeltennisverenigingen Good Luck en Buna. De heer Van Waes stelt de gevolgen van de verhuizing van de Huizerweg 54 aan de orde. De heer Van Waveren zegt dat in de vergadering van januari gesproken is over de huisvesting van de tafeltennisverenigingen. Het college heeft toegezegd dat er gezocht zou worden naar een oplossing en dat er gesprekken gevoerd zouden worden. De gesprekken hebben nog niet geleid tot een oplossing. Hij vraagt de wethouder om duidelijkheid. Ten aanzien van de Huizerweg 54 is een notitie van het college ontvangen. Daarin staat dat onderzocht wordt of de zittende huurders in een juridische entiteit, bijvoorbeeld in de vorm van een stichting, het pand zouden kunnen huren. De haalbaarheid hiervan wordt onderzocht en de resultaten zouden in het eerste kwartaal van 2013 bekend zijn. De heer Van Waveren zegt nog geen resultaten te hebben gezien. Hij zou graag geïnformeerd worden over de financiële afwegingen die gemaakt zijn. De wethouder de heer Barneveld meldt dat er volgende week een gesprek is met de tafeltennisverenigingen waarin zij hopen tot een goede oplossing te komen en een locatie vast te stellen. Hij stelt voor om in kaart te brengen wat de bedrijven voor de gemeente en voor zichzelf kunnen betekenen als ze op de Huizerweg 54 blijven zitten. Dit zal in individuele gesprekken met iedere ondernemer besproken worden. De wethouder zal hierover terugrapporteren aan de commissie. De heer Van Waveren verzoekt de wethouder de commissie ook te informeren als er geen oplossing voor eind april verwacht kan worden. De heer Van Waveren zegt dat in het accommodatiebeleid aangegeven wordt dat de gemeente terughoudend is om zelf panden in beheer te hebben. Zeker commerciële huurders zijn niet haar belang. Anderzijds zitten er ook niet-commerciële huurders. Het verbaast hem dat de wethouder eerst met de individuele partijen gaat praten. De heer Barneveld geeft aan dat de eerste zorg en verantwoordelijkheid van de gemeente de maatschappelijke partijen zijn die er in zitten. Het is duidelijk dat alle partijen hervestiging moeten hebben. Verkoop van het pand is nog niet aan de orde; hierover zal eerst binnen het college een besluit genomen moeten worden. Er wordt gekeken in andere panden van de gemeente of partijen daar eventueel gehuisvest kunnen worden. Voor zover de heer Barneveld dit kan overzien, zijn deze mogelijkheden aanwezig. Onderzocht is of er een reële optie is en of dat aan de huurders gemeld kan worden. De gemeente heeft aangegeven daarnaar te zullen kijken. De heer Van Waveren vraagt of voor de raadsvergadering duidelijkheid kan worden gegeven. De wethouder de heer Barneveld kan dit niet toezeggen omdat de gesprekken pas de komende periode gaan plaatsvinden.
1
De heer Van Waveren vraagt of nu al duidelijkheid gegeven kan worden of het pand wel of niet in beheer van de gemeente gaat komen, en vraagt het college met spoed te kijken naar de mogelijkheden om het pand Huizerweg 54 te houden. De wethouder de heer Barneveld stelt vast dat eerst in kaart gebracht moet zijn wat er met betrekking tot het pand op de gemeente af gaat komen. Het pand is sterk verouderd en moet een totale makeover hebben. Het is van belang dat daarover door het college een besluit genomen wordt. Daarna zal een weloverwogen voorstel naar de commissie gaan. Mevrouw Munneke Smeets vraagt om duidelijkheid over de afweging om met betrekking tot onderhoud het accommodatiebeleid aan te passen. Dit zou de raad wellicht helpen tot een ander besluit te komen. Zij vreest dat er anders geen keuze meer is en de huurders al zijn vertrokken. De heer Van Waes zegt alle vragen die de PvdA heeft gesteld, te steunen maar hecht eraan dat de activiteiten die er in het dorp zijn, blijven voortbestaan. Hij onderstreept het belang dat de Huizerweg 54 blijft bestaan. Hij stelt voor een plan te maken, met als einddoel het behoud van de Huizerweg 54 en het zoeken naar een formule, het liefst buiten de gemeente, waar bijvoorbeeld partijen in de vorm van stichtingen, het pand overnemen. De heer Le Poole stemt met het verhaal van CDA in. De heer Bezoen verbaast zich over de wending die de PvdA maakt in de vraagstelling. Initieel was de vraagstelling aan het college ervoor te zorgen dat de maatschappelijke verenigingen die nu in het pand zitten, ergens anders of misschien in hetzelfde pand, onderdak kunnen vinden. Hij begrijpt nu dat het accent ligt op het behoud van het pand. De heer Van Waveren antwoordt de heer Bezoen dat het college in haar schrijven van november 2012 n.a.v. vragen in de commissie Welzijn van 16 oktober 2012 heeft toegezegd in het eerste kwartaal van 2013 duidelijkheid te geven of het pand door de huidige huurders zou kunnen worden gehuurd. Hierover moet duidelijkheid komen. Als die duidelijkheid er niet op korte termijn komt, dan zal het niet meer mogelijk zijn door het vertrek van commerciële huurders. Mevrouw Munneke Smeets deelt wat de heer Van Waveren heeft gezegd, namelijk dat de commissie dit kwartaal op de hoogte gebracht wil worden. De wethouder de heer Barneveld zegt toe dat hij op de volgende vergadering met antwoorden komt. De voorzitter sluit de discussie en dankt de wethouder voor zijn toezegging. 2. Notulen van de openbare vergadering van de commissie Welzijn d.d. 22 januari 2013. De voorzitter vraagt of er op- of aanmerkingen zijn op de notulen. De heer Van Waes vraagt naar aanleiding van punt 7, bladzijde 3, of er al enig zicht is op het betrekken van bijstandtrekkers bij de monitoring. Mevrouw Munneke Smeets mist op bladzijde 4, laatste alinea, de opmerking van de ambtenaar de heer Herdink. Deze luidde: “De heer Herdink heeft gezegd dat hij het relevant vindt om aan te geven dat het projectbureau één keer een dienst heeft geleverd voor het architectenbureau. Er is een berekening gemaakt, gewoon een calculatie. Verder worden er geen zaken meer met dit bureau gedaan, en niet op basis van de aanleiding die u geeft maar als tot bouwen wordt overgegaan dan wordt openbaar aanbesteed en als firma Pieterse dan mee zou willen doen, dan kan dat”. Zij wil dit toegevoegd zien aan de notulen. De voorzitter zegt dat er nota van is genomen. De wethouder mevrouw Van den Berg zegt dat de gemeente de bijstandtrekkers nog niet in beeld heeft, maar kan wel een trend signaleren. Er is een start gemaakt met “Weg naar werk”. De instroom gaat nog steeds in stijgende lijn en dat betreurt mevrouw Van den Berg zeer. De heer Van Waes verduidelijkt dat zijn vraag gericht was op initiatieven om bijstandtrekkers zelf te betrekken bij de monitoring. Hij heeft deze vraag in de vorige vergadering gesteld en wil dit herhalen. De wethouder mevrouw Van den Berg heeft dit niet toegezegd maar zal ernaar kijken. De wethouder de heer Boekhoff meldt dat in subsidievoorwaarden afgesproken is dat Bussum op IJs zo duurzaam mogelijk zal zijn. Zij zijn goed bezig maar de Milieuraad vindt dat het nog duurzamer kan door bijvoorbeeld een kunststof ijsvloer aan te leggen. Afgesproken is dat de gemeente het initiatief neemt om beide partijen bij elkaar te brengen en te kijken naar de eerste ontwikkelingen van de kunststof ijsvloer. Dit zal in het voorjaar gebeuren. De heer Boekhoff zal de commissie, als er resultaat van is, een mededeling hierover doen. De heer Klein heeft indertijd gevraagd of het mogelijk is dit te koppelen aan de criteria in het welzijnskader. Daarin worden subsidies beoordeeld aan de hand van verschillende criteria en daar is duurzaamheid er een van. Hij vraagt om terugkoppeling en vraagt of de hoogte van de subsidie afhankelijk gemaakt kan worden van de hoogte van de mate van duurzaamheid. De wethouder de heer Boekhoff antwoordt dat in het begin van Bussum op IJs duurzaamheid als voorwaarde was opgenomen. Nu zou er aan de hand van het welzijnskader getoetst kunnen worden.
2
De heer Vos zegt naar aanleiding van bladzijde 2, punt 2b, dat er een overzicht van panden waar de gemeente eigenaar van is, verspreid zou worden. De voorzitter zegt dat dit bij de notulen van 27 november 2013 is toegevoegd. Hierna stelt de voorzitter de notulen vast. 3. Mededelingen De voorzitter vraagt of er naar aanleiding van de drie mededelingen opmerkingen of vragen zijn. Dit is niet het geval. De voorzitter besluit dat de mededelingen geen opmerkingen opleveren. 4. Bespreken dynamische jaaragenda De heer Van Waveren zegt dat er een vervolg zou komen op het armoededebat. Hij mist dit op de dynamische jaaragenda. Hij vraagt of daar een datum voor te geven is. Daarnaast is medio 2012 de nota kunst en cultuur aangekondigd voor de eerste helft van 2013. Deze nota staat niet vermeld op de agenda. De heer Van Waveren vraagt zich af of de nota dit jaar nog verwacht wordt. Wethouder mevrouw Van Ramshorst antwoordt dat toen zij net wethouder was waren er wel ideeën over een nieuwe nota, maar de afdeling was onderbezet waardoor het maken van een nota niet lukte. Toen het meerjarenwelzijnskader ontstond zijn de elementen die van belang waren voor de voortgang daarin verwerkt. In die zin is er dus geen nieuwe nota gekomen, maar is deze deel uit gaan maken van het meerjarenwelzijnskader. 5. Ingekomen brieven Ingekomen brief van bewoners Vituskerk De voorzitter stelt de ingekomen brief aan de orde. De heer Hanou voert namens de bewoners rondom de Vituskerk het woord. Bewoners van de Vituskerk vragen het college om aandacht voor de extreme geluidsoverlast van het schoolplein van de tegenover de Vituskerk gelegen Vitusschool. De voorzitter vraagt of er naar aanleiding van de brief een commissielid is die het woord wil voeren. Mevrouw Munneke Smeets vraagt de heer Hanou of er al een gesprek is geweest met het college en indien dat het geval is of daarin afspraken zijn toegezegd. De heer Hanou antwoordt dat er nog niet gesproken is met het college. Wel met het hoofd van de Vitusschool. De toezegging door de directeur om te letten op de overlast heeft niet geresulteerd in concrete maatregelen. De school verwijst naar de gemeente. De heer Hanou spreekt namens de bewoners de wens uit dat er duidelijke afspraken worden gemaakt over het inperken van de openingstijden van het schoolplein en dat het plein voor buitenstaanders afgesloten wordt als ook de school dicht gaat. Daarnaast zouden zij het op prijs stellen als experts onderzoeken of er iets gedaan kan worden aan de zogenaamde kom die gevormd wordt door de muren van de school en de muren van de Vituskerk waar het geluid niet uit kan ontsnappen. De heer Klein vraagt of de vereniging van eigenaren deze mogelijkheden al heeft onderzocht. De heer Hanou meent dat dit onderzoek zou moeten worden gedaan door de school. Mevrouw Munneke Smeets is benieuwd naar de reactie van het college hierop. Zij vindt het wel een punt voor de volgende vergadering. De wethouder mevrouw Van den Berg geeft aan dat het een kwestie is tussen bewoners en de school. Het is aan de school om het schoolplein open te stellen voor andere activiteiten. De directeur ontkent dat het geluid de laatste jaren is toegenomen, maar heeft toegezegd de leerkrachten erop te wijzen dat de kinderen niet te buitensporig joelen. De wijkagent houdt extra rondes in de avonduren. De heer Hanou zegt dat er wel degelijk meer geluidsoverlast is sinds 2003. Hij zegt niets te hebben gemerkt van de toezegging van de directeur, noch van de wijkagent. Deze constatering is aanleiding geweest om de brief te schrijven. De heer Le Poole stelt voor als vereniging van eigenaren de kosten te onderzoeken om bijvoorbeeld de speelplaats te laten betegelen met geluidsdempende tegels. De heer Hanou meent dat de school verantwoordelijk is voor de overlast en dus voor de kosten. Mevrouw Munneke Smeets denkt dat het goed is een gesprek te plannen met de school, met de BSO en met de Vituskerk om te kijken of er oplossingen mogelijk zijn. De heer Vos wil weten waar de verantwoordelijkheid ligt: bij de gemeente die het plein aanwijst als openbare ruimte, of bij de school zelf. De wethouder mevrouw Van den Berg antwoordt dat dit bij de school ligt. De heer Vos concludeert dat het dus een zaak is tussen de bewoners en de school. De heer Van Waes is zeer stellig dat bij overlast in de avonduren, door bijvoorbeeld bezoekers van de Piramide, de verantwoordelijkheid bij de gemeente ligt die er op moet toezien dat het in de avonduren rustig is. Dit zou opgelost kunnen worden door een afsluitbaar hek om het schoolplein.
3
De wethouder mevrouw Van den Berg zegt dat de gemeente aan de overlast in de avonduren heeft gedaan wat ze kan, zoals het plaatsen van schriklichten en camera’s. De voorzitter vraagt of het voorstel van D66 om met de gemeente erbij een gesprek te voeren tussen de verschillende partijen, steun krijgt vanuit de commissie. De heer Hoekstra juicht het toe als er een constructief gesprek plaatsvindt tussen school en de bewoners, waarbij de gemeente een faciliterende rol kan spelen. De overige leden sluiten zich hierbij aan. De wethouder mevrouw Van den Berg is voorstander van faciliteren en bemiddelen, maar wil wel dat de verwachting getemperd wordt dat de gemeente alles op kan lossen. De heer Hanou dankt mevrouw Munneke Smeets en de heer Hoekstra. Hij is redelijk ingenomen met het voorstel. Hij vraagt de gemeente om voorafgaand aan het gesprek concreet aan te geven waar de verantwoordelijkheden van de gemeente en de school ophouden en beginnen. De voorzitter dankt de inspreker voor zijn betoog en de aanwezigen voor het stellen en beantwoorden van vragen. Ingekomen brief van dierenasiel Crailo De voorzitter stelt de ingekomen brief van dierenasiel Crailo aan de orde. Zij stelt de inspreker, mevrouw Jongerden, voor. De heer Griffioen van het bestuur van het asiel zal eventuele vragen beantwoorden. De heer Griffioen deelt een brief uit van de Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (SLID) waarin staat dat het dierenasiel voldoet aan het Honden- en Kattenbesluit. Mevrouw Jongerden, hoofd beleidszaken van het dierenasiel, zegt dat het asiel de afgelopen decennia bewezen heeft een sterke vereniging te zijn met een groot maatschappelijk belang. Dit wordt onderstreept door honderden petitieondertekenaars uit Bussum. De afgelopen weken is het asiel in verweer gekomen tegen de voorgenomen plannen die het gewest Gooi en Omstreken bij de gemeente Bussum heeft neergelegd. De insprekers zijn vanavond aanwezig om het college ertoe te brengen het voorstel van het college, de zwerfdierenopvang niet meer onder te brengen bij dierenasiel Crailo maar over te gaan naar Naarden en Amersfoort, alsnog te verwerpen. De reden is dat het voorstel van het gewest is gebaseerd op onjuiste informatie. Het asiel zou niet voldoen aan het Honden- en Kattenbesluit. Daarnaast is er onjuiste financiële informatie verstrekt over het bedrag per inwoner en per dier. Het juiste bedrag is € 1,35 per inwoner.Tenslotte heeft het gewest een veel te laag aantal dieren gebruikt. Mevrouw Jongerden zegt dat nu de geplande tussenstop in Naarden niet blijkt te mogen van de SLID, dit meer en duurdere ritten tot gevolg heeft wat weer leidt tot hogere kosten voor de gemeente. Er zijn andere gemeenten waar de raad het college verzocht heeft een en ander in heroverweging te nemen. Deze colleges zijn bezig zelf de juiste en volledige informatie in te winnen. Mevrouw Jongerden vraagt ditzelfde aan de raad van Bussum, en gebaseerd daarop een maatschappelijk verantwoorde keuze te nemen. De voorzitter dankt de inspreker en vraagt of de commissieleden vragen hebben. De heer Le Poole vraagt de wethouders wat de juiste informatie bij certificering van het asiel is. De heer Bezoen vraagt of er al een besluit is genomen door college Bussum ten aanzien van het gewest. Volgens de inspreker zijn er gegevens die niet de juiste informatie weergeven. Mevrouw Munneke Smeets sluit zich aan bij de heer Le Poole. Zij wil een reactie op de drie punten waarop het gewest afwijkt van de realiteit en hoort graag met welke gegevens Bussum werkt. Daarnaast vraagt zij of er contact is geweest met andere gemeenten die een eigen onderzoek doen en vraagt of Bussum zich daar bij aansluit. De heer Le Poole vraagt of deze ontwikkelingen zouden kunnen leiden tot de ondergang van het dierenasiel. Mevrouw Jongerden zegt dat het asiel open blijft, met of zonder opvang van zwerfdieren. De wethouder de heer Boekhoff geeft aan dat het om een wettelijke taak van de gemeente gaat. De gemeente moet veertien dagen lang zwerfdieren opvangen. Besloten is om dat in gewestelijk verband te doen omdat er anders met te veel partijen gesproken moet worden. Het verbaast de heer Boekhoff dat er nu nieuwe gegevens komen. Hij zegt dat het college nog geen besluit heeft genomen. De gegevens die nu zijn binnengekomen zullen worden meegewogen. De heer Bezoen wil het college meegeven dat het onwenselijk zou zijn als het gewest zou besluiten om een goed dierenasiel, dat aan alle wettelijke eisen voldoet, naar buiten de regio te verplaatsen. De wethouder de heer Boekhoff is het hiermee eens. Hij benadrukt dat bij het college van Bussum dier en welzijn zeer belangrijk zijn, maar ook de kosten. 4
Hij zegt toe contact op te nemen met collega’s en de commissie haar besluit te laten weten. De heer Hoekstra verzoekt daarbij de kosten te betrekken van ritten buiten de regio. De heer Wagenaar vraagt hoe duurzaam het is het om zoveel kilometers met de zwerfdieren te rijden als er in de buurt een opvang is. Hij vraagt dit ook mee te laten wegen. De voorzitter dankt de wethouder voor het gaan onderzoeken van de nieuwe gegevens en deze mee te laten wegen in de besluitvorming. Zij vraagt de inspreker of zij naar tevredenheid kan terugzien op het inspreken. De heer Griffioen reageert op het gestelde door wethouder Boekhoff. De wethouder is verbaasd over de nieuwe informatie. De heer Griffioen zegt dat de informatie niet nieuw is maar dat dierenasiel Crailo gaandeweg harder is gaan praten. Als het gaat over de ISO-certificering werd daar eerst door het gewest enthousiast op gereageerd maar na 2011 zag het gewest de certificering slechts als een administratieve onderscheiding. Het betreurt de heer Griffioen zeer dat zij hier steeds zo hard voor moeten werken en dat wordt voorbij gegaan aan de wettelijkheid van dierenasiel Crailo. De voorzitter denkt dat het de commissie duidelijk is voor welk belang dierenasiel Crailo opkomt. Zij neemt aan dat de commissieleden de vinger aan de pols zullen houden. 6. Presentatie samenhang Sociaal Domein – door mevrouw J. Agricola De voorzitter kondigt mevrouw Agricola, hoofd afdeling Samenlevingszaken van de gemeente Bussum aan. Mevrouw Agricola geeft een presentatie over de samenhang van het sociaal domein. In de presentatie wordt de commissie geïnformeerd over de drie transities in het sociaal domein: sociale zekerheid, jeugdhulp en AWBZ. Mevrouw Agricola zegt na de presentatie een A3-factsheet, evenals de sheets van de presentatie, voor de deelnemers beschikbaar te stellen in de dropbox. Na de presentatie dankt de voorzitter mevrouw Agricola voor de duidelijke uiteenzetting. 7a. Vaststellen Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Bussum 2013/Intrekken Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning De voorzitter geeft aan dat de commissie gevraagd wordt de Raad te adviseren over het vaststellen van deze verordening. Zij geeft de aanwezigen gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer Van Waes vraagt wat de consequenties zijn van de vergrijzing en hoe dit wordt gefinancierd. Hij vraagt waarom bij een persoonsgebonden budget (pgb) gekeken wordt naar de facturen van diensten die worden ingekocht voor iemand met een pgb, en of de pgb wordt gekort als er minder wordt uitgegeven en andersom of de pgb wordt verhoogd als er meer wordt uitgegeven. Hij vraagt hoe het wordt geregeld als iemand arbeidsongeschikt wordt en het inkomen daalt. Daarnaast wil hij weten hoe stichting MEE wordt gefinancierd. Hij begrijpt dat MEE gaat verdwijnen. Bij de kanteling wordt gekeken naar de behoeften in plaats van naar het recht. Hij heeft ook gelezen dat de rechten dezelfde blijven. Hij vraagt of mensen dan weer kunnen terugvallen op de oude rechten. Ten slotte vraagt hij of, als een cliënt het niet eens is met de indicatie en bezwaar maakt, het bezwaar dan wordt toegekend. De heer Van Waveren vindt het een goed opgebouwd raadsvoorstel. Mijn bijdrage is met namen gebaseerd op de inbreng van Beraad Naarden-Bussum die er ook vanuit hun expertise naar gekeken heeft. Zij hebben twee punten. Zij zouden voorlichting in de verordening opgenomen willen zien. De heer Van Waveren zet hier zijn vraagtekens bij omdat na een tijd niemand meer weet dat er een kanteling is geweest. Wat hij wel nuttig vindt, is dat alle klanten een duidelijk verhaal krijgen. Hij vraagt het college wat zij van plan zijn als ze niet ingaan op het punt van Beraad Naarden-Bussum. Het tweede punt is het verslag van het gesprek tussen de consulent en de cliënt. Zij vragen om een gedetailleerd verslag en indien mogelijk geaccordeerd door de cliënt. De heer Van Waveren denkt niet die kant van juridisering op te moeten gaan, maar dat het college duidelijk moet aangeven dat de aanvraag bepalend en het gesprek adviserend is voor het college. Hij vraagt naar de mening van het college. De heer Struik sluit zich voor wat betreft voorlichting aan bij de heer Van Waveren. GroenLinks is tevreden over het feit dat er meer wordt gekeken naar de behoefte van de cliënt. De heer Struik vraagt zich af wat er gebeurt met mensen die niet goed in staat zijn om hulp te vragen of zich niet melden aan het loket. De heer Struik vindt het een abstract ambtelijk stuk en zou liever een concreet verhaal zien. Het stuk geeft niet helder aan hoe het traject van A tot Z in zijn werk gaat. Hij vraagt om een notitie over de concrete manier van aanpak.
5
Vervolgens vraagt de heer Struik wat er gedaan wordt aan preventie. Wat doen gemeenten om te zorgen dat mensen niet in de positie komen dat ze hulp nodig hebben? Het toepassen van de vraagsturing vergt veel van de consulenten die het gesprek moeten voeren aan de keukentafel. Uit het voorstel blijkt dat deze taak door de gemeente moet worden uitgevoerd. De heer Struik vraagt of dit uit te besteden is aan professionele organisaties. Hij vraagt zich af wie uiteindelijk de beslissing neemt de aanvraag in te dienen en om dat door te geven aan het college. Hij zou deze aanpak in de notitie toegelicht willen zien. De heer Le Poole sluit zich aan bij wat door PvdA en GroenLinks is ingebracht. Hij wil nog onderstrepen dat er een uitgebreid communicatietraject aan gekoppeld wordt. Hij zou graag willen horen op welke manier de wethouder de communicatie gaat regelen. Ten aanzien van de vragen van de heer Van Waes verduidelijkt de heer Boekhoff dat stichting MEE niet gaat verdwijnen. MEE zal gefinancierd worden vanuit de gemeente. Op de vraag naar het recht legt de heer Boekhoff uit dat de grote verandering bestaat uit het overgaan van recht op voorzieningen naar recht op een compensatievoorziening. Ten aanzien van een bezwaar tegen het verslag geeft de heer Boekhoff aan dat in het gesprek vooral overeenstemming moet komen over de behoeften van mensen en wat ze zelf kunnen doen. De wethouder de heer Boekhoff neemt het voorstel van de heer Struik om in een memo uiteen te zetten wat er gebeurt met cliënten die een vraag hebben over. Hij zegt dit toe voor de komende raadsvergadering. Het lijkt hem ook verstandig om op uitwerking van de nieuwe verordening bijvoorbeeld in oktober terug te komen middels een presentatie. Op de vraag van de heer Van Waveren beaamt de heer Boekhoff dat voorlichting erg belangrijk is. Voorlichting gebeurt op twee manieren: een algemeen communicatieplan en op het moment dat mensen het traject ingaan. In dat traject speelt vooral het gesprek een belangrijke rol. Ten aanzien van het Beraad Naarden Bussum vindt de heer Boekhoff niet dat communicatie en voorlichting in de verordening opgenomen moeten worden. De wethouder de heer Boekhoff vindt een verslag van het gesprek van belang omdat dit de basis is waar verdere ondersteuning op gegeven wordt. Als mensen het verslag krijgen kunnen zij daar bezwaar tegen maken. Hij is niet voor een formele akkoordverklaring. Hij houdt wel in de gaten of het op deze manier werkt en zal dat ook met Beraad Naarden Bussum bespreken. Op de vraag van de heer Struik ten aanzien van mensen die niet goed in staat zijn tot formuleren geeft de wethouder aan dat er ook gesprekken plaatsvinden op het gebied van signalering. Hij geeft aan dat het onderwerp preventie niet in de verordening zit. De wethouder de heer Boekhoff beaamt dat vraagsturing veel vergt van de mensen die in de uitvoering zitten. Hij denkt niet dat het uitbesteed moet worden. Op de vraag wie de beslissing neemt antwoordt de heer Boekhoff dat dit het college van burgemeester en wethouders is. Met betrekking tot het pgb verduidelijkt mevrouw Van der Linden dat mensen met een pgb een geldbedrag krijgen. Steekproefsgewijs wordt dit gecontroleerd op basis van de facturen. Als blijkt dat mensen een hoger budget hebben gekregen dan aan hulp is ingekocht wordt het resterende bedrag teruggevorderd. Mevrouw Van der Linden zegt dat bij mensen met een sterke inkomensdaling er opnieuw een peiling wordt gedaan door het CAK en op basis daarvan wordt de aangepaste eigen bijdrage verrekend. De voorzitter constateert dat dit de vragen waren in de eerste termijn en gaat over naar de tweede termijn. De heer Bezoen denkt dat met het vaststellen van deze verordening een belangrijke, zij het kleine, stap is gezet. Dit moet zijn weerslag vinden in de ontwikkeling van de communicatie en de gesprekken die gevoerd gaan worden. Hij heeft er alle vertrouwen in dat het proces gaande de tijd beter zal worden. Hij is ook om die reden geen voorstander van outsourcing. De heer Struik ziet graag de memo van de wethouder vóór 4 april tegemoet. Hij zegt niet concreet te hebben hoe het signaleren gebeurt en vraagt of de betrokken medewerkers contact hebben met de verschillende eerstelijns organisaties. Over het eventueel outsourcen zegt de heer Struik dat je een onafhankelijke organisatie zou moeten hebben die de gesprekken voert. Hij vraagt zich af of door het invullen van het vragenformulier al niet de keuzes in het aanbod gemaakt worden. Door bepaalde zaken aan te vinken wordt al aangegeven waar je recht op zou hebben. De heer Van Waes vraagt zich af wat er gebeurt als de cliënt het niet eens is met het besluit van de consulent en bezwaar maakt. De wethouder de heer Boekhoff beaamt wat de heer Bezoen aangeeft. Ten aanzien van het vragenformulier geeft de heer Boekhoff aan dat het meer is dan een formuliertje invullen. Het gaat om het proberen de behoefte te achterhalen.
6
Hij denkt dat het verstandig is hier in oktober op terug te komen. Ten aanzien van signalering meent de heer Boekhoff dat het goed is met organisaties samen te werken zoals thuiszorgorganisaties. Het is ook verstandig dit in kaart te brengen. Op de vraag van de heer Van Waes geeft de heer Boekhoff aan dat op ieder besluit bezwaar gemaakt kan worden. Een eventueel bezwaar wordt gehoord en dan wordt de beslissing heroverwogen. De voorzitter kan niet goed inschatten of commissies adviseren tot vaststellen van deze verordening. Zij stelt vast dat GroenLinks het mee terug neemt naar de fractie. Zij vraagt de andere partijen hoe zij hier in staan zodat het duidelijk is voor de raad. Mevrouw Clijsen (D66)neemt het mee terug naar de fractie. De heer Van Waes (CDA) heeft er alle vertrouwen in dat het degelijk en goed is voorbereid en ondersteunt het voorstel. Ook de heren Van Waveren (PvdA), Bezoen (VVD), Le Poole en Petiet (ChristenUnie) ondersteunen het voorstel. 7b. Vaststellen van de regionale visie en kennisnemen van het Plan van Aanpak Jeugdhulp Wethouder mevrouw Van Ramshorst geeft een inleiding. Ter tafel liggen de eerste twee officiële stukken die voor de jeugdzorgtransitie bij de commissie langskomen. Beide plannen zijn in het gewest, na zorgvuldig beraad, ook met mensen uit het veld vastgesteld. De voorzitter vraagt wie hier in de eerste termijn op wil reageren. De heer Le Poole zegt dat het onderwerp voor de ChristenUnie een belangrijk onderwerp is. Hij begrijpt dat is gekozen voor dit regiemodel maar vraagt hoe dit ligt bij omliggende gemeenten. De heer Le Poole vraagt zich af of de gemeente niet bezig is het provinciale bureau jeugdzorg op te heffen en het vervolgens opnieuw zelf op te bouwen. Hij leest dat in het plan de nadruk ligt op eenvoudige hulpondersteuning maar hij vraagt hoe het zit met de langdurige en complexere problematiek. De heer Le Poole vraagt hoe voorkomen kan worden dat schillen gaan functioneren als een stapsgewijze aanpak. Hoe wordt voorkomen dat iemand die al die schillen langs gaat, pas na drie stappen terechtkomt bij de deskundige die hij eigenlijk in een keer nodig had. Vervolgens vraagt de heer Le Poole wat er gebeurt met de jeugd die achttien jaar wordt. Hoe kan voorkomen worden dat zij in een gat valt? De heer Le Poole vraagt welke mogelijkheden er overblijven als jeugdigen behoefte hebben aan de keuze voor een bepaalde zorgaanbieder. Het valt de heer Struik op dat in het stuk de gemeente centraal wordt gesteld. Hij sluit zich aan bij de vraag van de heer Le Poole waarom de keuze is gemaakt voor deze optie. Hij mist in het stuk het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en had begrepen dat deze juist centraal zou staan binnen deze transitie. Hij mist de centrale rol volledig in het stuk. Tot slot vraagt de heer Struik wat er gedaan wordt om te voorkomen dat jongeren in deze situatie komen, dus wat er gedaan wordt aan preventie. Wat GroenLinks betreft moet jeugdzorg breder worden getrokken en worden meegenomen in het gehele jeugdbeleid. De heer Van Waveren is verheugd dat de gemeente ten aanzien van incidenten binnen jeugdzorg de mogelijkheid krijgt om daar structureel verbetering in door te voeren. De heer Van Waveren meldt op bezoek te zijn geweest bij het CJG. Hij erkent dat het pittig is wat er op de gemeente af komt en denkt dat er qua kwaliteit nog wel bijgespijkerd kan worden. In het plan van aanpak staat dat het beroep op de uitvoering van procesregisseurs en consulenten nog niet is uitgewerkt. Hij is van mening dat dit iets is waar nu al over nagedacht moet worden. Gezien alle deelprocessen die in het geheel lopen vraagt de heer Van Waveren zich af of men niet naar een soort matrixbenadering moet. Hij vraagt hoe dat binnen de regio aangestuurd gaat worden. De heer Van Waes meent dat als overgegaan wordt naar één loketfunctie en één coördinator er goed gecoördineerd moet worden als er een kind is uit een gezin waar alcoholproblemen zijn. Dan spelen de alcoholproblemen van de ouders ook een rol. De gemeente blijft in dit verhaal eindverantwoordelijk voor de zorg. De heer Van Waes zegt dat er gesproken wordt over eigen kracht in de presentatie maar er wordt niet gesproken over eigen kracht conferenties. De heer Van Waes vindt dit een omissie en zou een pleidooi willen houden om dit ook op te nemen omdat de kwaliteit ermee verbetert en de kosten dalen. Mevrouw Munneke Smeets sluit zich bij meeste sprekers aan. Zij heeft gelezen dat de wethouders Jeugdzorg bij elkaar komen en een regionale bestuursgroep vormen. Zij vraagt wat de reden is dat er alleen wethouders in dit overleg zitten. Vervolgens vraagt zij of de gemeente de werkwijze en expertise overneemt van de zorgaanbieders die er al zijn. Als de gemeente de taak jeugdhulpverlening overneemt dan geeft dit kans op een verbeterslag. Mevrouw Munneke Smeets vraagt zich af hoe dit bereikt gaat worden.
7
Wethouder mevrouw Van Ramshorst meent dat als ontschotting ergens belangrijk is dit wel bij de nieuwe inrichting van de jeugdhulp is. Op de vraag van de ChristenUnie over de schillen antwoordt mevrouw Van Ramshorst dat als de gemeente het in eigen regie houdt men er het beste zicht op heeft. Mevrouw Van Ramshorst antwoordt ontkennend op de vraag of de gemeente een eigen bureau Jeugdzorg opbouwt. Zij zegt dat Jeugdzorg op de huidige manier verdwijnt maar wellicht zal er via aanbesteding nog gebruik gemaakt worden van de expertise. Zij zegt dat er altijd gevallen zijn waarvoor geen opvang in de regio aanwezig is. Mevrouw Van Ramshorst vindt in de zogenaamde schillen preventie, die vanaf de voorschoolse opvang al speelt, belangrijker dan ooit. Op de vraag of er een gat valt als een kind achttien jaar wordt antwoordt mevrouw Van Ramshorst dat dit niet meer kan gebeuren omdat het sociaal domein doorloopt. Ten aanzien van de vraag of een klant inspraak heeft in de keuze van zorgaanbieders zegt mevrouw Van Ramshorst dat er met een soort aanbesteding gewerkt gaat worden. Ook daar zullen speciale hulpvragen zijn. Zorg op maat zal altijd geleverd blijven. Het CJG is op de achtergrond geraakt maar ook daar zal van de kennis, bijvoorbeeld van de procesregisseurs, gebruik gemaakt blijven worden. Mevrouw Van Ramshorst gaat in op de gerichte bijscholing die medewerkers nodig zullen hebben. Dit geldt ook voor de Wmo-consulenten die gesprekken moeten voeren. Op de vraag van de PvdA hoe een en ander ingevuld gaat worden zegt mevrouw Van Ramshorst dat al veel gesprekken zijn gevoerd met hulpverlenende instanties en met scholen. Nu zijn zij in de fase beland om naar de mensen, de hulpaanbieders, toe te gaan om verdere afspraken te maken. Dat het CDA de grote risico’s benoemt begrijpt mevrouw Van Ramshorst. Die zijn er ook maar zij heeft er alle vertrouwen in dat het verbeterd gaat worden en dat het wat op gaat leveren. De eigen kracht conferenties vindt mevrouw Van Ramshorst een uitstekend werkend middel om in te zetten en deze zullen ook zeker bij de uitvoering horen. Op de vraag over de stuurgroep met wethouders zegt mevrouw Van Ramshorst dat deze stuurgroep terugkoppelt naar een groot portefeuillehoudersoverleg. Het belangrijkste is het transitieteam van ambtenaren dat alles voorbereidt en het team voedt met kennis van zaken en achtergrondinformatie. De voorzitter vraagt of er vragen in de tweede termijn zijn. De heer Le Poole denkt dat de wethouder een grote mate van betrokkenheid en inleving toont. Hij hoort enig optimisme doorklinken zoals Wmo-medewerkers die opgeleid moeten worden om de hulpvraag helder te krijgen. Hij meent dat voor deze jonge mensen met een vaak lang lopende ingewikkelde problematiek de allerbeste expertise nodig is. Verder heeft hij niets dan goeds gehoord. De heer Struik komt terug op het CJG. Er wordt steeds uitgegaan van één gezin, één plan en één aanpak maar daar hoort naar zijn mening ook één hulpinstantie bij. De heer Van Waes vindt dat alles vertrouwen uitstraalt. Hij vraagt zich echter af waarom niet al eerder begonnen is met de eigen kracht conferentie. Uit de praktijk blijkt bijvoorbeeld dat andere voedingsmethodieken kunnen helpen om ADHD te voorkomen. Mevrouw Munneke Smeets vraagt hoe de overdracht gaat van instanties nu naar de instanties die de gemeente gaat inhuren voor de hulpverlening. Zij sluit zich aan bij GroenLinks die uitgaat van een andere aanpak met het liefst één hulpinstantie die daaraan gekoppeld wordt. Nu is het zo dat gezinnen meerdere instanties hebben. Zij vraagt wat hierin het plan is en hoe dit naar de gemeente gebracht wordt. Het lijkt haar een lastig proces. Mevrouw Van Ramshorst antwoordt dat het lastige exact de oorzaak is dat zij nog geen duidelijkheid kan geven. Het loket is iets waar nu vooral aan gewerkt wordt en waar een voorstel uit komt. Met betrekking tot de vraag van de heer Le Poole over de opleiding van medewerkers, legt zij uit dat mensen met een probleem niet opgevangen worden door medewerkers aan het loket die het probleem gaan oplossen maar die wel goed moeten kunnen doorverwijzen. Er wordt gevraagd of er nog iets over de overdracht kan worden gezegd. De heer Vreeke (beleidsmedewerker) zegt dat de gesprekken met de provincie voor een deel gaan over overdracht en het aanbod dat er ligt. Er kan vooral gedacht worden aan de ambulante hulp. Hij erkent dat het een ingewikkeld proces is waar behoorlijk wat gedaan moet worden. De heer Van Waveren is positief over de insteek van de wethouder maar vindt de visie wat procedureel en aanpakgericht. Wat hem betreft had in de visie mogen staan dat het doel is minder problemen in de jeugdzorg en de bereidheid om naar nieuwe wegen te zoeken. Hij zou dat aan de visie toegevoegd willen zien. Daarnaast vraagt hij nog eens te kijken naar de goede ervaringen die Sterrenkamp en andere kampen voor bepaalde typen kinderen opleveren. Er is daar veel mogelijk en hij hoopt dat met de nieuwe constructie dit directer aan de kinderen die het nodig hebben aangeboden kan worden.
8
De heer Van Waes had de vraag gesteld waarom niet nu al met de eigen kracht conferentie begonnen wordt. Hij biedt aan om de gemeente met mensen in contact te brengen. Mevrouw Van Ramshorst doet even pas op de plaats. De eigen kracht conferentie zou een onderdeel van het CJG kunnen zijn maar dit komt allemaal aan de orde in de transitie. De heer Van Waes vraagt de eigen kracht conferentie op te nemen in het plan. Mevrouw Munneke Smeets verzoekt om in het najaar te laten horen hoe het er voor staat en wat de ontwikkelingen zijn. Mevrouw Van Ramshorst zegt toe de commissie tussentijds op de hoogte te houden. De voorzitter constateert dat de commissie positief adviseert over het plan van aanpak. 8. Kennisnemen van Jaarstukken 2011/2012 TCCS Beheer B.V. (voorheen Spant!) De heer Hoekstra zegt kennis te hebben genomen van de resultaten zoals die zijn voorgelegd. Hij wil bekijken hoe de raad een vinger aan de pols kan houden bij de meerjarige ontwikkeling die zich in het Spant afspeelt. De exploitatie staat op een afstand dus het is veel meer een Beheer B.V. die nu de continuïteit van die exploitatie doorgang laat vinden. Hij vraagt om hier meer inzicht in te geven, ook in de vermogenspositie van TCCS en de meerjarenafspraken die daar zijn gemaakt. Hij stelt voor dit onderwerp nog even aan te houden en hier de volgende keer met een nog uitgebreidere notitie kennis van te nemen. De heer Bezoen spreekt alle lof uit over het positieve resultaat en is vol vertrouwen dat de weg die is ingeslagen de goede weg is. Hij is ook voorstander van meer informatie. De heer Le Poole deelt de mening van de vorige twee sprekers. De heer Van Waes heeft de informatie beoordeeld als zijnde in overeenstemming met de bedoelingen die er waren, dus het afbouwen van de subsidie. Hij is tevreden met de informatie, maar is er niet op tegen als er meer informatie gegeven wordt. De heer Hoekstra juicht het toe om elk jaar de momentopname te zien van een gezonde bedrijfsvoering. Het vindt het borgen daarvan ook van belang. In dat borgen zit onder andere of er voor groot onderhoud is gereserveerd als bijvoorbeeld het dak het begeeft. Het belang van de gemeente zit nu veel minder bij de exploitatie en veel meer op het langjarige beheer. Zijn aanbod was om daarover mee te denken en om te kijken of de jaarlijkse rapportage ook daarin verrijkt kan worden zodat die inzichtelijker wordt. De heer Bezoen vraagt of kan worden opgenomen wat het openstaande bedrag is waarvoor de gemeente garant staat. De heer Vos concludeert dat in het verschil tussen 2010 en 2011-2012 blijkt dat een groot deel van zowel de baten als de lasten ligt bij EMS. Dit betekent dat daar een groot deel van het risico ligt. Het is niet meer officieel de verantwoordelijkheid van de gemeente, maar hij deelt de mening van de PvdA dat continuïteit van het Spant voorop staat. Wethouder mevrouw Van Ramshorst zegt dat toen het Spant overging in de nieuwe constructie er veel dingen zijn vastgelegd en garanties zijn ingebouwd voor de gemeente. Ook de onzekerheden waarnaar gevraagd werd zijn vastgelegd toen de management buy-out plaatsvond, alsmede het afbouwen van de subsidie. Zij denkt dat het niet verstandig is daar nu veel tijd en onderzoek in te steken maar dat dit volgend jaar, als er vergelijkbare stukken zijn, veel makkelijker te beoordelen is. Wethouder mevrouw Van Ramshorst stelt de heer Van Vuuren voor, de directeur van de beheer B.V. De heer Van Vuuren deelt mee dat bij de overname een tienjarenplan van onderhoud is opgesteld door een onafhankelijk bureau. Dit rapport is opgemaakt in 2009 en wordt gerevalueerd in april aanstaande. Wat aan onderhoud werd verwacht hoefde niet plaats te vinden. Wel is er afgelopen zomer een grote renovatie aan de keuken uitgevoerd. Op dit moment draait het Spant nog steeds goed en het resultaat van het afgelopen boekjaar zal zeker weer gerealiseerd worden. Mevrouw Van Ramshorst noemt hierbij ook de investeringen in alle milieumaatregelen. De heer Vos complimenteert zowel TCS Beheer als EMS voor een schitterend resultaat. De voorzitter concludeert dat aanhouden van de jaarstukken niet nodig is maar dat de commissie adviseert aan de raad om kennis te nemen van de jaarstukken. Zij dankt de heer Van Vuuren hartelijk voor zijn bijdrage. Sluiting Om 23.30 uur sluit de voorzitter de openbare vergadering.
9
Hierna volgt een besloten vergadering waarbij de portefeuillehouder toelicht waarom de vergadering besloten is zodat allen daarmee in kunnen stemmen. De voorzitter verzoekt degenen die niet beëdigd zijn de zaal te verlaten. Aldus vastgesteld tijdens de openbare vergadering van de commissie Welzijn op 23 april 2013. De voorzitter, Mw. H.B. Boudewijnse
de commissiegriffier, Mw. I. van Woudenberg
10