NOTULEN van de vergadering van de commissie Welzijn van de gemeente Bergen gehouden op 29 januari 2013 om 19.30 uur Aanwezig: Commissieleden:
dhr R.L.F. Beltjens (VVD), mw L. Ceelen (VVD, vanaf 19.40 uur), dhr J. Derks (PK), dhr E.J. Dilweg (PK), dhr W.R. van der Kwast (VVD, tot 19.40 uur), dhr H.A. Mol (CDA), mw H. Nillesen-Van Lammeren (CDA), mw G. van Klaarbergen- van der Zalm (CDA), mw M.H.M. Raijmakers- van der Stap (KERN), dhr L.W. Seel (VVD), dhr H. Theunissen (KERN)
Voorzitter: Griffier: Portefeuillehouder: Ambtenaar:
dhr R.P.M. Arts dhr W.P.G.M. Scheepens dhr F.J.R. Pekema dhr W. Strolenberg
Verslag:
Buro Service Overasselt, mw M.R.H.M. de Meijer
1.
Opening en mededelingen
De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur en heet de aanwezigen welkom. 2.
Burgers aan het woord
Er zijn geen insprekers. 3.
Definitieve vaststelling van de agenda
De agenda wordt conform vastgesteld. 4.
Verslag van de commissie Welzijn van 27 november 2012
TEKSTUEEL: Dhr Derks (PK) corrigeert zijn naam. Het moet zijn J. Derks. NAAR AANLEIDING VAN pagina 2: Mw Van Klaarbergen (CDA) heeft het bedrag van de afkoopregeling van de Meander nagekeken. In de raadsvergadering van 27 maart 2012, waarin de afkoopregeling als bespreekstuk stond geagendeerd, staat dat de afkoopsom is gemaximeerd op €634.000,-. Zij vraagt de wethouder om de raad te informeren, als het bedrag aanzienlijk hoger gaat worden. Wethouder Pekema antwoordt dat er geen verschil van mening bestaat over het bedrag van €634.000,-, dat bij de vaststelling van het ontbindingsbesluit door de raad als het maximale bedrag is gereserveerd voor de afkoopregeling van de Meander. De raad heeft daarbij het college de opdracht gegeven om het bedrag zo laag mogelijk te houden en liefst naar 0 terug te brengen. Er zijn inmiddels twee zittingen van de commissie van Bezwaar en Beroep geweest en het advies van de commissie na de tweede zitting is bekend. De commissie is het met het college eens dat de vuistregel waar de Meander zich aan vasthoudt, niet bindend is, omdat er concreet een overeenkomst ligt met daarin de formule voor de precieze berekening van het bedrag dat de gemeente Bergen verschuldigd is bij ontbinding van de overeenkomst. De formule luidt A+B+C, waarbij A de fictieve wachtgeldverplichtingen zijn die ontstaan door het uittreden van de gemeente Bergen, B de overheadkosten en C de kosten om het bedrag uit te rekenen. Het geschil met de Meander gaat over de component A. De Meander stelt dat daarbij rekening moet worden gehouden met de CAO-wijziging in 2013, hetgeen wellicht tot veel hogere wachtgeldverplichtingen leidt, terwijl de gemeente zegt dat zij de overeenkomst al per 1 mei 2012 en formeel per 1 januari 2012 heeft opgezegd. Wat de gemeente betreft is dan ook 1 mei 2012 dan wel 31 december 2012 de laatste dag waarop de gemeente iets met de Meander te maken heeft. Bovendien is onderdeel van de overeenkomst dat de Meander maximaal aan 1 Verslag commissie Welzijn van de gemeente Bergen d.d. 29 januari 2013
schadebeperking voor de gemeente moet doen. Het betekent dat iemand, die al op 1 juli 2012 vrijwillig vertrokken is, niet meer meetelt en dat er ook zelfs geen fictieve wachtgeldverplichtingen zijn. Ook hierover is er verschil van mening. De gemeente heeft de Meander formeel gevraagd om 1. een opgave te doen van het aantal personeelsleden in dienst, de verwachte duur van verplichtingen per persoon etc. en 2. de accountants van de gemeente en de Meander samen een voorstel te laten doen. De Meander heeft de gevraagde gegevens nog niet geleverd. In afwachting van een en ander heeft de gemeente Bergen €100.000,- overgemaakt, zodat de Meander financieel voorlopig vooruit kan. Het verslag wordt vastgesteld met inachtneming van bovenstaande opmerking.
5.
Actuele mededelingen, toegelicht door wethouder Pekema
* In het kader van de herziening subsidiebeleid is op 13 december gesproken met verenigingen. De opkomst was groot en de avond was, ook volgens de verenigingen, nuttig en interessant. De planning is dat de kadernotitie op 12 maart met de commissie wordt besproken en op 2 april in de raad. In verband met een eventueel te organiseren informatieavond voor de commissie is het nog even afwachten of de raad op 2 april de nieuwe subsidienota zal vaststellen of de uitgangspunten van beleid. * De combinatiefunctionarissen zijn volop aan de slag. Het is de bedoeling dat er op 21 mei een gezamenlijke sportdag komt voor alle groepen 7 en 8. * De WAA heeft een persbericht doen uitgaan. Het komt erop neer dat om aan de wensen van de klanten te kunnen voldoen de organisatie grondig is onderzocht, dat in het najaar 2012 een plan is ontwikkeld en besproken met de OR die in december positief heeft geadviseerd en dat het plan vanaf 1 februari 2013 wordt uitgerold. Het plan houdt in het in 2013 structureel verbeteren van de efficiency en doelmatigheid om daardoor nog meer opbrengsten uit de markt te genereren. Daarmee wordt ook een mogelijk komende krimp in de WSW-sector vanuit het Rijk beter opgevangen. De maatregelen zullen effect hebben op de personeelsbezetting; functies worden opgeheven, formatie wordt ingekrompen of aangepast, sommige medewerkers krijgen andere functies en anderen raken boventallig. Het gaat hierbij om de groep niet-WSW-ers die bij de WAA in dienst zijn. Daarnaast is het schapbestuur al sinds 2007 feitelijk bezig met de herpositionering van de WAAWSW. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat in 2012 de bijdragen van de gemeenten naar 0 zouden zijn teruggebracht, maar vanwege landelijke ontwikkelingen en de economische crisis bleek deze doelstelling niet haalbaar te zijn. In 2011 is een hernieuwd traject gestart, waarbij bureau K+V was gevraagd om er richting aan te geven. Op een tweetal informatieavonden zijn de gemeenteraden geïnformeerd over de uitkomsten van dit traject. Omdat het traject is afgerond maar niet geheel tot tevredenheid, heeft het schapbestuur besloten om verder te kijken naar hoe de WAA er in de toekomst moet uitzien, onder leiding van de heer Langendijk als externe procesbegeleider. De heer Langendijk heeft eerst een indringend gesprek gehad met de drie betrokken portefeuillehouders en ambtelijke ondersteuning en op basis daarvan vastgesteld dat de drie gemeenten hetzelfde doel voorstaan, namelijk een adequate voorziening voor diegenen die een WSW-indicatie hebben waarbij ook oog moet zijn voor gemeentelijke financiële belangen. Vervolgens is er onder leiding van de heer Langendijk een gesprek geweest van de projectgroep (de drie bestuurders met ambtelijke ondersteuning) met de voltallige Raad van Commissarissen en de directie. De Raad van Commissarissen en de directie hebben de uitdaging aangenomen om eind januari, begin februari een plan van aanpak op te leveren dat aansluit bij de visie van de drie gemeenten. Het zou kunnen betekenen dat men voor een aantal zaken enigszins richting privatisering gaat, maar ook dat de WAA grondig moet kijken naar alle interne processen. Er is ook een aantal werkmaatschappijen of afdelingen die zijn opgezet in het vertrouwen dat ze wat gaan opbrengen. Als het opbrengend vermogen erdoor verhoogd zou worden, zou voor de totale NV het verlies omlaag gaan en kan dit gevolgen hebben voor de gemeentelijke bijdrage. Als echter de doelstellingen niet gehaald worden, is het belangrijk om kritisch te kijken of dit dan wel de juiste activiteiten zijn. Enkele weken geleden is het schapbestuur naar de gemeente Hardenberg geweest dat een vergelijkbare WSW-voorziening heeft en op vergelijkbare manier met de problematiek bezig is geweest. Er is 2 Verslag commissie Welzijn van de gemeente Bergen d.d. 29 januari 2013
vooral gesproken met bestuurders om te kijken welke problemen zij tegenkwamen in de herpositionering van het WSW-bedrijf en wat de valkuilen zijn. Dhr Strolenberg voegt eraan toe dat de drie gemeenten Venlo, Beesel en Bergen een aantal uitgangspunten hebben geformuleerd. Zo is het de bedoeling om de gemeenschappelijke regeling op te heffen. In plaats daarvan zal iedere gemeente verantwoordelijk worden voor dienstverlening aan de afzonderlijke WSW-er. De mensen in het zittende bestand behouden hun rechten en plichten. Zij zijn onder te verdelen in drie categorieën: 1. Mensen met een loonwaarde >70%, dus met een behoorlijke verdiencapaciteit. De gemeente gaat in samenwerking met het Werkplein proberen deze mensen aan regulier werk te helpen. 2. Mensen met een loonwaarde tussen 40% en 70%; hun problemen zijn iets groter dan bij groep 1 en zij hebben enige begeleiding nodig. De WAA is gevraagd om voor deze groep een bedrijfsplan te maken om met deze mensen te gaan ondernemen en hen via een soort detacheringsconstructie bij gewone bedrijven te plaatsen. 3. Mensen met een loonwaarde < 40%. Zij hebben zorg nodig, het zijn vaak de mensen die een beroep doen op de WMO en AWBZ en zij zijn aangewezen op een beschutte werkplek. Deze groep moet in het publieke domein blijven en het is de bedoeling dat de gemeente de verantwoordelijkheid voor hen blijft dragen. Er zijn vele manieren waarop beschutte werkplekken vorm gegeven kunnen worden, bijvoorbeeld in het reguliere bedrijfsleven maar ook in een wijk of dorp, bij een zorgboerderij etc. Het is nog niet bekend hoe het er in de gemeente gaat uitzien, maar het vergt feitelijk ook een verandering van de maatschappij. Dhr Dilweg (PK) stelt dat de mensen die als klant gebruik maken van de WAA, veel begeleiding nodig hebben. Hij zou het betreuren als de efficiency waarover de wethouder spreekt, zou plaatsvinden in de begeleiding. Hij vraagt wat er gebeurt met alle mensen die niet in categorie 3 zitten, als de geprivatiseerde WAA het niet haalt. Hij vraagt ook hoe het schapbestuur denkt richting te kunnen geven, als niet het nieuwe landelijke beleid dat nog niet bekend is, wordt meegenomen. Wethouder Pekema antwoordt dat de drie gemeenten destijds zeer bewust hebben besloten om de WAA op afstand te zetten en slechts zitting te nemen in een schapbestuur dat formeel de enige aandeelhouder is van de NV. De WAA heeft een eigen directie met een eigen beleid en een eigen Raad van Commissarissen. Op dit moment is het dan ook niet mogelijk om te zeggen waar de efficiencymaatregelen precies gaan landen en welke functies het precies betreft. Hij zegt toe bij de WAA te zullen nagaan of zij bereid zijn hierover nadere informatie te geven. Het schapbestuur heeft aan de Raad van Commissarissen en directie meegegeven dat zij van oordeel zijn dat het construct met de NV op afstand, waarbij de gemeenten geen inbreng hebben terwijl er vele ontwikkelingen gaande zijn, niet het juiste is en denken aan opheffing ervan. Op de vraag van het schapbestuur of directie en Raad van Commissarissen bereid zouden zijn om aan de slag te gaan met de zojuist beschreven uitgangspunten als kader en er een plan van aanpak voor te schrijven, hebben directie en Raad van Commissarissen volmondig ‘ja’ gezegd. Als het plan van aanpak gereed is, zal het schapbestuur het kritisch op realiteitswaarde beoordelen. Het heeft dan ook op dit moment geen zin om te filosoferen over de vraag wat er gebeurt, als het niet lukt. Het nieuwe landelijke beleid is wellicht nog niet tot in de finesses bekend, maar duidelijk is wel dat er per 1 januari 2014 nergens in Nederland nog WSW-ers bij komen. Duidelijk is ook hoe politieke partijen denken over de concept Participatiewet. Van gemeentebestuurders mag worden verwacht dat zij vooruit denken, op de nieuwe wet anticiperen en tevens controleren of een en ander strookt met de uiteindelijk werkelijk door het parlement vastgestelde wetten. Dhr Dilweg (PK) stelt dat er weliswaar in formele zin geen WSW-ers meer bijkomen per 1 januari 2014, maar de cliënten blijven en zullen zich bij de gemeente aandienen. Hij vraagt hoe de gemeente met hen zal omgaan. Wethouder Pekema antwoordt dat er per 1 januari 2014 een nieuw participatiebeleid is dat aangeeft wat de gemeenten moeten doen met de doelgroepen. Op dit moment wordt eraan gewerkt en daarbij wordt zo goed mogelijk gekeken naar wat vermoedelijk de uitgangspunten van de nieuwe Participatiewet zijn. Het kan zijn dat de gemeente toch weer naar de WAA-groep gaat, als de WAA nog bestaat in die vorm, maar het kan ook zijn dat de gemeente gaat inkopen bij een
3 Verslag commissie Welzijn van de gemeente Bergen d.d. 29 januari 2013
organisatie die gespecialiseerd is in het werken met de doelgroep. Een en ander is in ontwikkeling, maar het staat buiten kijf dat de gemeente straks de verantwoordelijkheid voor deze mensen heeft. Dhr Dilweg (PK) vraagt wat in de toekomst de rol van de huidige WAA zal zijn, vooral voor categorie 3. Wethouder Pekema antwoordt dat de gemeente verantwoordelijk zal zijn om op een adequate manier iets te vinden voor de mensen van deze doelgroep waarin zij kunnen functioneren. De gemeente heeft de WAA in dit verband uitgedaagd maar zal ook zelf bekijken welke partij dit het beste kan doen. Het kán de WAA zijn, maar ook een ander WSW-bedrijf of een heel andere partij. Dhr Dilweg (PK) concludeert dat het feitelijk neerkomt op de ontmanteling van de WAA in zijn huidige structuur. Wethouder Pekema bevestigt dat dit inderdaad het gevolg zou kunnen zijn. Het hangt af van het plan van aanpak van de WAA en de ervoor gevraagde financiële inzet van de gemeenten. Mw Van Klaarbergen (CDA) vraagt hoe groot de nieuwe WSW-instroom voor 2013 zal zijn. Dhr Strolenberg antwoordt dat het momenteel om 5 personen gaat. Het heeft te maken met het feit dat de indicering sinds 2007 aangescherpt is, waardoor mensen moeilijker de WSW binnenstromen. Op dit moment heeft de gemeente Bergen 120 mensen die een dienstverband met de WAA hebben en staan er circa 30 mensen op de wachtlijst. Wethouder Pekema zegt toe dat het college, zodra er een inhoudelijke discussie gevoerd moet worden, een voorstel aan de commissie zal doen om het punt te agenderen. Daarnaast houdt hij de commissie op de hoogte via de Actuele mededelingen. * Bij het vaststellen van de begroting 2012-2013 heeft de raad kennis kunnen nemen van de in de risicoparagraaf genoemde zaken. Er is uitdrukkelijk melding gemaakt van het feit dat er een weerstandsvermogen is bij de WAA en dat men bezig is met de herpositionering van het geheel, maar in de programmabegroting is uitdrukkelijk gewaarschuwd dat het financiële risico zou kunnen oplopen naar €450.000,-. Op dit moment zegt de WAA dat het zo zou kunnen zijn dat de gemeente Bergen aanvullend €400.000,- moet betalen.
6.
Presentatie stand van zaken seniorenbeleid door Miranda van Duijnhoven
VRAGEN EN OPMERKINGEN NAAR AANLEIDING VAN DE PRESENTATIE: Mw Van Klaarbergen (CDA) vraagt 1. wat de reactie was van de Seniorenraad op het discussiestuk; 2. of nog andere ouderenorganisaties zoals KBO zijn betrokken bij het maken van het discussiestuk. Mw Van Duijnhoven antwoordt dat de aanvullingen die door de Seniorenraad zijn aangedragen, al in het discussiestuk zijn verwerkt. Er zijn geen andere ouderenorganisaties betrokken bij het opstellen van het stuk, omdat ze allemaal zijn vertegenwoordigd in de Seniorenraad. Er is niet gekozen voor een uitgebreid behoefte-onderzoek, omdat het kostbaar en tijdrovend is. Men verwacht het antwoord op de vragen te verkrijgen uit het GGD-onderzoek en de op te stellen statistisch-sociale kaart. Mw Van Klaarbergen (CDA) pleit voor een voortvarende aanpak, als het gaat om de inkomensafname van ouderen. Zij vraagt de wethouder te kijken welke acute maatregelen de gemeente kan nemen om ondersteuning te bieden. Daarnaast is het ook goed om ruchtbaarheid te geven aan de bestaande regelingen die er zijn om mensen te helpen en aan het bestaan van de groep die mensen helpt bij hun financiën. Het is niet goed om af te wachten, want de situatie voor de betreffende ouderen wordt dan alleen maar ernstiger. Zij stelt voor om, net als er voor de jeugd op zeer succesvolle wijze een jeugdwerker wordt ingezet, te kijken naar de mogelijkheid om een ouderenwerker in te zetten of een ambtenaar aan te wijzen die er gevoel en hart voor heeft. Dhr Dilweg (PK) stelt voor de Belastingbrigade te instrueren naar wie zij mensen kunnen verwijzen. Wethouder Pekema is het eens met mevrouw Van Klaarbergen. Het is belangrijk om mensen te wijzen op de mogelijkheid dat zij bij de gemeente kunnen aankloppen voor een luisterend oor en meedenken richting praktische oplossingen. Er zal aandacht aan worden besteed in de gemeentelijke informatierubriek. Het idee van een ouderenwerker of ouderenambtenaar kan worden meegenomen als een van de oplossingen, maar voorlopig zit men nog aan de voorkant van het traject.
4 Verslag commissie Welzijn van de gemeente Bergen d.d. 29 januari 2013
Mw Van Duijnhoven voegt eraan toe dat de Seniorenraad de informatiefunctie naar de ouderen toe vervult. Zij hebben daarin een positie onafhankelijk van de gemeente en kiezen daar bewust voor. Dhr Dilweg (PK) vraagt wat het precies betekent als in de presentatie wordt gezegd dat wonen met zorg alleen in Nieuw Bergen mogelijk is. Mw Van Duijnhoven antwoordt dat een aangepaste woning met mantelzorg en thuiszorg overal kan, maar wonen met zorg is enkel mogelijk in Maasduinen Staete. Dorpsraden hebben in het verleden geopperd dat er in elk dorp een soort steunpunt zou moeten zijn, waaromheen een aantal seniorenwoningen gegroepeerd zouden zijn en van waaruit de zorg permanent geleverd zou kunnen worden. Men moet echter concluderen dat het te kostbaar is om dit te realiseren, want permanente zorg houdt in dat er 24-uur per dag verpleegkundige hulp aanwezig is.
7.
Rondvraag
Dhr Dilweg (PK) zegt dat de fractie bezoek heeft gehad van mensen uit de bevolking, die aangeven dat er niets meer te doen is in Nieuw Bergen. De gemeente gaat weliswaar geen kroeg openen, maar moet wel zorg dragen voor de leefbaarheid. Hij vraagt de wethouder te kijken wat voor elke doelgroep, ook de jongeren, de mogelijkheden zijn om iets te creëren, waar hij kansen ziet om horeca te krijgen en hoe dit gerealiseerd kan worden. Het is gelukt in Siebengewald en in Well, maar in Nieuw Bergen dreigt het te verzanden. Er moet aan gewerkt worden want net zo goed als Mosaïque hoort het bij leefbaarheid. Wethouder Pekema antwoordt dat het college ook een brief van betrokkenen heeft gekregen en erop geantwoord heeft dat de situatie ook het college zorgen baart. Men kan niet verwachten dat een gemeente een horecagelegenheid gaat exploiteren, maar het college hoopt wel dat er straks in Mosaïque ruimte zal zijn voor iets, waarvan ook de jeugd de meerwaarde ziet. Het college heeft aan briefschrijvers gemeld open te staan voor suggesties en deze wil ondersteunen en faciliteren, maar niet kan uitvoeren. Dhr Dilweg (PK) stelt dat de onderhandelingen met Optisport over Den Asseldonk nog steeds lopen. Wellicht biedt het horecagedeelte daar mogelijkheden en kansen. Wethouder Pekema neemt de suggestie graag mee. Mw Raijmakers (KERN) merkt op dat de briefschrijvers hebben aangegeven dat zij tot op heden nog geen antwoord hebben ontvangen van het college op hun brief van 12 januari 2013. Verder schort er iets aan het horecabeleid van de gemeente, want een horecabedrijf aan het Raadhuisplein mocht niet als disco terugkomen, maar enkel als grand café. De gemeente moet een ondernemer die graag in Nieuw Bergen wil terugkomen, op een zodanige manier helpen dat hij zich normaal kan vestigen en een boterham kan verdienen. Wethouder Pekema zal deze opmerking meenemen naar het reguliere overleg met de projectontwikkelaar. Wat de brief betreft, gaat hij ervan uit dat de brief die hij vorige week heeft ondertekend, ook daadwerkelijk is verstuurd. Dhr Beltjens (VVD) vraagt wanneer de evaluatie van Alexander Calder te verwachten is. De voorzitter antwoordt dat de evaluatie vanuit het college moet komen, niet van Alexander Calder zelf. Het college zou de evaluatie kan aanleveren via de info zodat deze daarna in de commissie geagendeerd kan worden. Hij zegt toe dat hij op de vraag zal terugkomen.
8.
Sluiting
De voorzitter sluit de vergadering om 20.45 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Welzijn gehouden op 12 maart 2013. de secretaris,
de voorzitter,
5 Verslag commissie Welzijn van de gemeente Bergen d.d. 29 januari 2013