GEMEENTERAAD VAN SLIEDRECHT NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING GEHOUDEN OP 4 MAART 2004 OM 19.30 UUR
Voorzitter Griffier Verslag
: de heer M.C. Boevée, burgemeester : de heer A. Koenen : mevrouw E. Verveer, bureau Getikt
Aanwezig
16 leden: de heren T.W. Pauw, A. de Winter, G.P. Venis, A. Pietersen, M. Visser, J.A. Lavooi, J.J. Huisman, mevrouw C. Galle-Prins, mevrouw C.A. de Bruin, de heren D. van Meeuwen, J.P. Tanis, T.C.C. den Braanker, mevrouw J.G.C. Hartkoren-de Jong, de heer J.H. van Eijk, mevrouw G.J. Visser-Schlieker, J.C. Buchner.
Wethouders
: de heren R.G. van de Ven, K. Blijenberg, H. van Kooten, mevrouw A.J. Verboom Hofman
Gast
: de heer De Haan van bureau Berenschot
Afwezig
: de heer G. van Dijk, L. van den Heuvel
1.
OPENING
de voorzitter Dames en heren, een extra bijeenkomst van u als raad. Hartelijk welkom aan u allen, ook de publieke tribune. De openbare raadsbijeenkomst. Omdat we toch nogal wat signalen kregen van, wat moeten we ons nou bij deze bijeenkomst voorstellen, hebben we u afgelopen maandag al iets laten weten van wat de sfeer, wat de bedoeling is van deze bijeenkomst. Laat ik vooraf zeggen dat dat een niet besluitvormende is, meer een meningvormende, meer een ordening van de gedachten vanuit de fracties, onderling uitsprekend, en mogelijk leidend tot hier en daar wat hoofdlijnen. Daar is in ieder geval de aandacht op toegespitst. Ondergetekende, maar ook de beide wethouders zitten aan de tafel, maar meer in de positie van toehoorder omdat we gewoon belangstellend zijn hoe u nou tegen het onderwerp samenwerking met Drechtsteden aankijkt, en niet omdat wij denken daar zoveel naar u toe aan te kunnen bijdragen. Het gaat er dus echt om van, heeft u nou eens een gedachtewisseling onderling. Het college heeft u gemeend een voorzet te moeten doen waarbij wij op een aantal punten gewoon geïnteresseerd zijn hoe u verder tot invulling denkt te komen, want het is vooral u die de meningen moet vormen, en de meningen onderling ook zou moeten en zou kunnen afstemmen zodat op het moment dat we volgende week met Bandell om de tafel zitten, die echt geïnteresseerd is om te horen hoe u tegen een aantal zaken aankijkt, ook een volwaardig, een inhoudelijk gesprek met hem kunnen hebben, want daar gaat het om. Het gaat ook hem er niet om dat u klink en klaar even neerzet hoe u tegen alles aankijkt, maar dat we het komende halfjaar een gedachtewisseling hebben wat uiteindelijk als het aan hem ligt, zeg ik heel nadrukkelijk, aan hem ligt, halverwege dit jaar tot een standpunt zou moeten leiden. Nou, daar hebben we nog wel een paar sessies met elkaar te gaan, als u daar behoefte aan heeft. Dat even vooraf. Ik ben ook erg blij dat u er toch in dit aantal bent, want we hebben van de week nogal een beroep op u moeten doen in de diverse vergaderingen en
63 bijeenkomsten. Dus het doet mij zeker heel veel deugd ook u vanavond in uw aantal, zeg ik dan maar, te mogen ontmoeten. In de voorbereiding die we hiertoe gepleegd hebben en de datumbepaling heb ik ook aan de fractievoorzitter gevraagd, heeft u nog behoefte aan een hele korte uiteenzetting, even een paar prikkelingen en even een paar hoofdlijnen, en toen werd er gezegd, nou, dat kan nooit kwaad. Met de heer De Haan heb ik toen ook afgesproken, en dat heeft hij met een aantal sheets voorbereid om echt een hele korte presentatie te geven, hij heeft mij gezegd dat het ongeveer een kwartier, twintig minuten zou kunnen duren, niet meer en niet minder, of u moet daar zelf aanleiding toe zien. Hij heeft nogal wat ervaring opgedaan in het onderzoek van Berenschot. Hij is best bereid om vanavond ook aan u nog eens een aantal signalen af te geven, tips te geven, maar we wachten dat even af. Ik heb ook met hem afgesproken, als je denkt van dat er een bepaald signaal afgegeven zou kunnen worden, laat dat dan even weten en ik kijk dan of daar de tijd en de mogelijkheden en de behoefte toe is. Dat even vooraf, de aard van de bijeenkomst heb ik hiermee denk ik voldoende neergezet, voor zover u dat al niet nadrukkelijk op uw netvlies had, en ik stel voor dat we in een aantal rondes, en ik heb niet echt de bedoeling om dat helemaal af te bakenen, het gaat er mij om dat u vooral gezamenlijk de zaken bespreekt, en als we dat zo eens anderhalf tot twee uur hebben gedaan, dan denk ik dat we toch een mooie tijd hier bezig geweest zijn. En als u het langer wilt, dan hoor ik dat van u. Hooguit dat er misschien hier en daar wat gezucht gaat klinken. Na afloop zullen we toch nog even een drankje drinken als u daar behoefte aan heeft, want ook dat mag zo nu en dan wel. Dan kunt u ook weer even bijkomen van een indrukwekkende week. Meneer De Haan, ik stel voor dat u na het gestelde van mij maar eens ons een sprong in het diepe laat maken, in de verwachting dat we met elkaar na die sprong direct weer als een speer naar boven komen, en daar met elkaar zaken over gaan vinden. Aan u het woord.
2.
BESPREKEN RAPPORT COMMISSIE DIJKSTAL "SAMEN STAD BETEKENT WAT EN TUSSENMETING BURO BERENSCHOT" OVER DE REGIONALE SAMENWERKING IN DE DRECHTSTEDEN
de heer de Haan Dames en heren, de voorzitter van het Drechtstedenbestuur, de heer Bandell heeft u uitgedaagd om met elkaar een kwaliteitssprong te maken, en vandaar natuurlijk de titel van mijn korte presentatie. Uw voorzitter heeft aan mij gevraagd om als een buitenstaander een paar dingen tegen u aan te houden. Dat ga ik doen, de observaties die ik zelf heb gedaan in het onderzoek waar wij in opdracht van Binnenlandse Zaken hebben gedaan. Ik zal daar uiteraard ook de rapportage van de commissie Dijkstal in meenemen. En voor zover u in mijn beschouwingen en een paar dilemma's die ik u wil voorhouden, voor zover u daarin een opvatting proeft, is dat uiteraard alleen maar mijn opvatting waar u mee moet doen wat u goeddunkt. De probleemstelling waar u voor staat, daar wil ik een paar dingen over zeggen. Als je naar de luchtfoto van de Drechtsteden kijkt, of als je er doorheen reist, wat ik inmiddels intensief heb gedaan, dan zie je een sterk verstedelijkt gebied met, dat staat dan zo mooi in die rapporten, met water dat scheidt en verbindt, en met water dat ook een rijke historie aan de regio biedt. Maar als je naar dat sterk verstedelijkt gebied kijkt en je realiseert je dat als je die bestuurlijke grenzen wegdenkt en dat zou zien als één stad die dan qua omvang zo groot is als de vijfde stad van Nederland, dan dringt tot je door dat het inderdaad een sterk verstedelijkt gebied is met ook serieuze grote stedelijke vraagstukken. En het eerste wat opvalt in het onderzoek wat wij hebben gedaan en wat ook de commissie Dijkstal opvalt, is dat u eigenlijk allemaal in de Drechtsteden die problematiek, dat besef, dat u als regio met elkaar verbonden bent, dat u met elkaar een aantal vraagstukken heeft, dat u dat besef terdege deelt en dat u ook de noodzaak van samenwerking ziet. En in de afgelopen jaren is dan ook een toenemende samenwerkingsgezindheid gebleken. En dat is al met al, ik ga straks in op allerlei problemen die er zijn, maar ik wil in ieder geval ook niet onvermeld laten dat wij in onze rapportages keer op keer hebben gezegd, dat wij menen dat u met een heel bijzonder proces bezig bent. Op vele plekken in Nederland heeft men de fout gemaakt door met elkaar over gemeentelijke herindeling de discussie te gaan voeren, en daar kwamen vaak grote ruzies en weinig inhoudelijk resultaat uit voort. En u heeft met elkaar die fout niet gemaakt, en dat is een heel belangrijk punt. U bent met elkaar vooral met de inhoud bezig gegaan. Het is wel grappig, ik was twee maanden gelezen bij een lezing van een futuroloog en die hield prachtige beschouwingen over wat er in de wereld gebeurt, wat er verandert en hoe je daar in zou moeten opereren. En daarin werd de Drechtsteden nadrukkelijk
63
64 als voorbeeld genoemd, van hoe in de toekomst bestuurlijk samengewerkt zou moeten worden om problemen op te lossen. Tegelijkertijd constateren die commissies, en dat constateert u ook zelf, dat uw samenwerking nog weinig resultaat, nog te weinig resultaat heeft opgeleverd. En als de probleemanalyse die ik in mijn eerste bullet heb gemeld, waar is, als u inderdaad problemen heeft vergelijkbaar met de vijfde stad van Nederland, dan heeft u met elkaar dus wel iets te doen, dan is er meer actie nodig dan tot nu toe is gedaan. Wat zijn nou een paar belangrijke knelpunten, ons inziens, die debet zijn aan het feit dat u tot nu toe zo moeilijk tot resultaat komt? Dat heeft te maken, denken wij, met dat u er tot nu toe niet goed in bent geslaagd om een hele specifieke, om een hele doorleefde visie te maken. Uw visiestukken hebben, als ik het nou maar even menselijk zeg, veel bestuurlijke taal, maar het gaat niet echt over de burgers van de Drechtsteden. In die stukken is er onvoldoende doorgedacht, wat moet nou die samenwerking betekenen voor de samenleving waar wij voor staan? Het heeft ook te maken met het feit dat het onmiskenbaar een zeer complexe problematiek is, een complex speelveld is, waar heel veel dingen spelen, waar heel veel dingen met elkaar te maken hebben, en dat het lastig is daar prioriteiten in te stellen. Maar hoe dan ook, als je er van een afstand naar kijkt, ik had het er net nog met mijn buurman over, dan leidt dat tot een grote stapel papier tot nu toe, veel bestuurlijke drukte, maar nog te weinig resultaat. Wij hebben ook geconstateerd dat u in de Drechtsteden een beetje last heeft van schijnconsensus. De discussie over de overeenkomsten die u met elkaar heeft, de verschillen die u met elkaar heeft, verschillen en overeenkomsten in visie, in opvatting over wat er moet gebeuren in de Drechtsteden, die discussie lijkt wel te worden vermeden in de Drechtstedensamenwerking. En ik heb wel eens de indruk gekregen: uit angst, dat als je de discussie echt met elkaar voert, dat er dan verschillen van opvattingen boven water zouden komen. En één van onze aanbevelingen was en is, ga dat nou maar eens aan met elkaar. Ga die discussie nou maar eens echt voeren. Een onderdeel van die schijnconsensus, of van het niet voeren van echte discussies, zo moet ik het zeggen, is dat je ook merkt in de discussies dat er nog steeds spanning zit in de Drechtsteden tussen wat ik dan maar noem: stad en ommeland. Maar die spanning lijkt meer gebaseerd te zijn op beelden dan op feiten. Je merkt bij de randgemeenten dat daar toch al snel het beeld leeft van: ja, de grote stad wil zijn problemen naar ons exporteren, en in de stad hoor je wel eens, ja, die randgemeenten willen wel de lusten, maar niet de lasten van een grote stad. En bij beide opvattingen hebben wij sterk de indruk dat dat meer gebaseerd is op vooroordelen dan op een echte uitkomst van een inhoudelijke discussie met elkaar. En dan heb je uiteraard de spanning tussen het eigen en het gemeenschappelijk belang. En het lastige van die spanning is dat het eigenbelang vaak dichtbij ligt en het gemeenschappelijke belang vaak iets verder weg ligt. En dat het dus wat meer moeite en wat meer vertrouwen vergt om gemeenschappelijk te gaan voor het gemeenschappelijk belang. Resultaten zijn weinig zichtbaar, maar u bent ook niet heel erg bedreven in het vieren van het resultaat wat er wel is. Het grappige is dat wij in het onderzoek van de samenwerkende Drechtsteden ook een paar spiegelregio's hebben meegenomen, en ook daar heb ik gekeken hoe de samenwerking daar gaat. En één van die spiegelregio's is de parkstad Zuid-Limburg. Ik verzeker u dat zij aanmerkelijk beter dan u in staat zijn om ook kleine resultaten groots uit te meten, en dat te vieren met elkaar. Dat heeft misschien iets met volksaard te maken, maar u bent ook geneigd om ze te verdoezelen. Partners benutten elkaars krachten onvoldoende. Wij hebben de indruk dat de Drechtsteden de kracht die vooral ook in Dordrecht zit, gewoon door het eenvoudige feit dat daar een heel groot gemeentelijk apparaat zit, dat die kracht onvoldoende wordt benut. Dat heeft een positief uitgangspunt, omdat Dordrecht heel bewust probeert zich niet al te dominant op te stellen in de samenwerking en dat is nuttig, dat is nodig. Maar tegelijkertijd als u meer daadkracht wilt, als u meer resultaat wilt, denken wij dat het nodig is dat u de kracht die Dordrecht kan ontwikkelen, beter gaat gebruiken, en dat u ook elkaars kracht beter gaat gebruiken. De betrokkenheid en het draagvlak bij maatschappelijke actoren is ons inziens nog onvoldoende benut, met overigens soms verschillen. Bijvoorbeeld op het terrein van woningbouw en bij economie, daar zijn maatschappelijke actoren soms wel zeer intensief betrokken. Dat geldt ook voor de ambtenaren bij de verschillende gemeenten en dat geldt zeker ook voor de gemeenteraden, alhoewel ook dat in het laatste jaar wel wat is verbeterd, maar één van de klachten die van u en van uw collegeraden steeds naar voren komt is dat raden zich onvoldoende betrokken voelen en onvoldoende gelegenheid hebben om democratisch te controleren wat er gebeurt. Er zijn overigens ook kansen. Het gemeenschappelijk besef dat u met elkaar problemen en kansen deelt die u zou moeten aanpakken, nogmaals, is groot. Wat beslist een kans is, is dat u in Drechtsteden bent begonnen met de inhoud en het proces van de samenwerkende en niet met de structuur, niet met de gemeentelijke herindeling, en dat is beslist een kans. Een kans is dat in alle stukken die worden geschreven over de Drechtsteden steeds wordt gesproken over dat het doel zou moeten zijn om te komen tot een gevarieerd woon-,
64
65 werk- en leefklimaat. En dat betekent dat er dus ook ruimte is voor eigenheid. Iets wat ongetwijfeld in uw kring als heel belangrijk wordt ervaren. Niemand in de gesprekken die wij hebben gevoerd, heeft ons gezegd, het zou natuurlijk ook een beetje dwaas zijn, maar we hebben ook nergens bespeurd, dat mensen streven naar één grote grijze stad. Men wil juist een samenwerking waarin ook de verschillen hun plek kunnen krijgen. Bepaald belangrijk is de goede sfeer, de goede verhoudingen, goede mensen die trekken aan de samenwerking. En u heeft in Drechtsteden wat dat betreft uitstekende mensen, uitstekende verhoudingen die de sfeer bepalen. En last but not least constateren wij een zeer positieve rol van de provincie en in sommige gevallen van het Rijk, vooral bij VROM wel, bij andere departementen wat minder. Maar die instanties zijn positief en zijn ook bereid om als u bereid bent de samenwerking verder te intensiveren, om dan bevoegdheden en fondsen uw kant op te schuiven. Ik wil een drietal dilemma's aan u voorleggen. Eén van de problemen waar u mee zit is dat mensen over het algemeen geneigd zijn om het begrip identiteit, wat een lastig begrip is, op lokaal niveau te zoeken. Een burger voelt zich Sliedrechtenaar en geen Drechtstedenaar. Maar diezelfde burger gedraagt zich wel als Drechtstedenaar. Die wil in Sliedrecht een postkantoor, een winkel, een huisarts, allerlei voorzieningen van s' ochtends vroeg tot s' avonds laat open hebben, maar wil tegelijkertijd in Dordrecht naar de schouwburg, in Dordrecht naar het beroepsonderwijs, in Dordrecht naar de grote winkels. Als die werkloos is moet diegene in Dordrecht zich melden bij het CWI, etc. etc. Die burger voelt zijn identiteit lokaal, maar wil in die regio zeg maar van alle voorzieningen gebruik maken die er zijn. mevrouw Visser Hij moet werken, hij zal wel moeten werken. de voorzitter Ja, ik denk, u lokt het uit. mevrouw Visser Want die burger wil niet dat parkeergeld betalen aan de overkant, hoor, maar hij moet. de heer De Haan U heeft gelijk, ik geef een rijtje waarbij niet alle voorbeelden goed zijn. Maar als het gaat om de schouwburg, u heeft onder andere de ambitie om hoger onderwijs te willen in de Drechtsteden. Ik neem aan dat niemand van u de illusie heeft dat er in Sliedrecht een hogeschool komt, maar gemeenschappelijk kunt u die ambitie zeker wel serieus nastreven, en daar willen uw burgers dan ongetwijfeld ook gebruik van maken. de voorzitter Volgens mij is dat een beter voorbeeld. de heer De Haan Dat soort voorbeelden bedoel ik, ik moet opletten. Het volgende wat ik hierbij wil zeggen, dat heeft dan daarmee te maken: of u het nou leuk vindt of niet en dat vindt u dus niet altijd leuk, maar het is onvermijdelijk, de maatschappij om u heen gedraagt zich, organiseert zich wel steeds regionaal. Het voorbeeld van het CWI, het voorbeeld van de politie, het voorbeeld van allerlei instanties in de zorg, die organiseren zich, vaak tegen uw wens, maar het gebeurt wel, op regionale schaal. En dat heeft nadelen, maar dat heeft ook voordelen. Het feit dat er op regionale schaal wordt georganiseerd bij dat soort instanties maakt ook dat er vaak een betere dienstverlening zowel qua kwaliteit als bijvoorbeeld qua openingstijden kan worden geleverd. En daarmee kom ik haast automatisch op mijn volgende bullet. Er is een tijd geweest dat we allemaal dachten, of nou ja, velen dachten dat "big" beautifull was, dat groot een doel op zichzelf was. Die les hebben we denk ik allemaal wel geleerd, groot is geen doel op zichzelf. Maar tegelijkertijd sta je samen in veel gevallen veel sterker. Waar het dus op aankomt is dat je zoekt naar de goede balans tussen datgene wat je lokaal wilt organiseren en datgene wat je regionaal wilt organiseren, en uiteraard geldt dat op het niveaus daarboven ook, het geldt ook op nationaal, op Europees, op mondiaal niveau. En om groot dan niet een doel op zichzelf te laten zijn, maar alleen maar om die aspecten waar dat nuttig en nodig is, is het van belang dat u balans aanbrengt en houdt tussen inhoud, proces en structuur. Als je het over de structuur gaat hebben zonder inhoud, ik noem maar even het meest extreme voorbeeld van de gemeentelijke herindeling, krijg je onherroepelijk ruzie. Als je het alleen maar over inhoud hebt en niet over structuur, dreigt het gevaar van de situatie waar u nu in zit. Dat u wel een aantal mooie plannen heeft, maar dat u er slecht in slaagt om tot uitvoering te komen. Want om tot uitvoering te komen, zult u toch een aantal afspraken met elkaar moeten maken om tot daadkracht te komen. En daarmee kom ik dan automatisch op mijn laatste bullet. Hoe je het ook wendt, op het moment dat je gaat samenwerken, op het moment dat je zegt, dit gaan we samen doen, lever je automatisch een klein stukje
65
66 autonomie in. Want samenwerken zonder een stukje autonomie in te leveren gaat nou eenmaal zo slecht. Dat geldt in een huwelijk, maar dat geldt ook in de bestuurlijke wereld. En dat betekent dus dat als je gaat samenwerken, dat je geen 100 procent controle meer hebt over alles wat er gebeurt. En dat heeft dus een risico, en dan leidt dat dus tot de vraag, kun je, durf je met elkaar tot afspraken te komen en durf je elkaar dan te vertrouwen dat je elkaar aan die afspraken houdt? Ik heb een paar aanbevelingen. Ik beveel u aan om meer dan nu aandacht te investeren in het specificeren wat nou die lokale en die regionale belangen zijn. Lokaal voor de Sliedrechtse burgers, regionaal voor de Drechtstedenburgers. En probeer die vooroordelen van uw kant naar de grote stad, en bij de grote stad andersom, probeer die vooroordelen te doorbreken. Dan zul je naar mijn stellige overtuiging merken dat in heel veel aspecten die belangen helemaal niet zo uit elkaar lopen, en tegelijkertijd zul je uiteraard ook op belangen of aspecten komen waar de meningen wel verschillen. Maar misschien zijn die wel heel erg goed overbrugbaar op het moment dat u ze goed van elkaar kent. En daarbij dan het advies om te denken in belangen, en niet te denken in standpunten. Belangen laten zich aanmerkelijk beter met elkaar verenigen dan standpunten, omdat je bij belangen namelijk kunt zoeken naar alternatieve wegen om elkaars belangen allebei in de lucht te houden. Respecteer ieders belang en autonomie als vertrekpunt en werk aan een proces van zelfbinding. Dus werk aan een proces waarin partijen, waarin de zeven gemeenten uit eigen vrije wil besluiten tot verregaande samenwerking over te gaan en tot verregaand bij elkaar brengen van bestuurskracht van geld etcetera om tot resultaat te komen. En daarbij geldt dan uiteraard, dat verregaande samenwerking ook moet leiden tot verregaande democratie, betrokkenheid en controle. Zoek en benut de win-winmogelijkheden en streef naar faire deals waar de belangen spannen. Het mandje van Bandell, zoals hij dat zo mooi noemt, bevat die elementen waar u snel met elkaar tot zaken kunt komen, omdat u het eigenlijk allemaal met elkaar eens bent, en bevat een aantal zaken waar u zou kunnen proberen tot uitruil te komen. Als ik jou help met dat punt, wil jij mij dan helpen op dat punt? Maar dan moet u dus wel weten wat u wilt, en dan moet u ook weten wat u niet wilt. En als u dat weet, als u weet wat u in die samenwerking zou willen bereiken, en als u weet wat u in die samenwerking in ieder geval niet over u wilt laten komen, dan is het risico van de sprong wellicht beheersbaar. Dan zou u dat gesprek met Bandell en straks met de anderen zes gemeenten open kunnen voeren, hou ik u voor. Houd daarbij de balans tussen inhoud, proces en structuur in de gaten. Dus ga niet te hard op de structuur en verwaarloos de inhoud, maar ook niet andersom. Realiseer je dat als je inhoudelijk echt stevig voortgang wil maken, dat je daadwerkelijk met elkaar een aantal afspraken zult moeten maken om bijvoorbeeld een dagelijks bestuur of iets dergelijks bij de Drechtsteden te creëren waar meer besluitkracht aanwezig is. Realiseer u dan dat er meer regionale fondsen nodig zijn waardoor dingen kunnen worden betaald. Investeer, is mijn advies aan u, zowel in lokale als in regionale samenhang. En dan sluit ik af met een stelling, want mij lijkt dat de beste samenvatting van mijn betoog is, dat de burgers van Sliedrecht het meest gebaat zijn bij een hechte, op elkaar betrokken lokale gemeenschap, binnen een intensief samenwerkend Drechtstedenverband. Voorzitter, dank u wel. de voorzitter Het was soms even gedurfd, maar aan de andere kant in de voorbereiding ook aan de orde geweest, dat we proberen een aantal voor Sliedrecht belangrijke items neer te zetten en te proberen die in een stelling samen te vatten. Misschien lastig om nu de discussie te starten. In het college hadden we ook even tijd nodig om warm te lopen en zijn we begonnen met een algemeen rondje, en op basis daarvan te kijken van, welke zaken kunnen we daaruit distilleren dat we eigenlijk vrij snel toch eenzelfde opvatting hebben, en welke zaken moeten we nog eens even met elkaar uitkristalliseren en verder bediscussiren? Voordat we daar aan beginnen is er alle gelegenheid om nog even aan onze inleider, de heer de Haan een aantal vragen te stellen en opmerkingen te ontlokken, maar daar moeten we dan echt behoefte aan hebben. de heer Pauw Eigenlijk een hele korte vraag over de stelling, voorzitter. Want die staat eigenlijk gewoon precies in het midden. Zowel de fervente aanhanger van dit dorp als de grootste fervente mensen in de regio kun je hier geen kwaad mee doen. En ik ben nou zo benieuwd waar nu volgens u de grens ligt. Aan de ene kant is het zeg maar een zelfstandig dorp, uit de Drechtsteden en aan de andere kant is hij voor met z'n allen één Drechtstad en ben de vijfde stad van Nederland. Maar dat advies heeft u niet meegegeven, en ik ben nou zo benieuwd wat nu de reden is om niet te kiezen voor een zelfstandig dorp buiten Drechtsteden, en ook niet te kiezen voor zeg maar één Drechtstad, want dan zijn we tenslotte de vijfde stad van Nederland, dat is helemaal geweldig, enzovoort. Maar in beide gevallen heeft u niet gekozen voor links of rechts, maar eigenlijk gewoon precies in het midden,
66
67 en van allebei een beetje. Is daar nog een reden voor? de heer De Haan De reden daarvoor is dat naar mijn mening het onverstandig zou zijn om voor één van de twee te kiezen, dat u daar uw burgers niet het beste mee dient. En dat heeft te maken met wat ik zei, dat uw burgers aan de ene kant behoefte hebben aan een hechte op elkaar betrokken gemeenschap hier in Sliedrecht, en tegelijkertijd behoefte hebben aan dat in die regio waar diezelfde burgers in wonen, waar serieuze grote stadsproblemen aanwezig zijn, dat die met elkaar worden aangepakt. Je kunt dat benaderen als probleem, maar je kunt dat ook benaderen als kansen. Als je kijkt naar dat lijstje wat het college voor u heeft voorbereid van punten die u als Sliedrechter zou kunnen voorstellen voor het mandje van Bandell, maar ook in de Perspectiefnota staan vergelijkbare dingen, dat zijn blijkbaar zaken die u als Sliedrecht heel belangrijk vindt om gerealiseerd te krijgen, waar u blijkbaar als Sliedrecht zelfstandig onvoldoende toe in staat bent, en die u met elkaar wellicht wel kunt realiseren. Om dat te realiseren is het absoluut niet nodig om één Drechtstad te worden. Dat is de reden waarom ik u voorhoud dat u het beste van beide werelden zou moeten nastreven. Ik memoreerde even die futuroloog; dat is ook precies de essentie van zijn betoog. Het werken in de toekomst zou moeten bestaan uit dat soort verbanden tegelijkertijd aangaan. We zijn ook, tenminste dat neem ik aan, ik neem aan dat wij onszelf allemaal nog steeds Nederlander voelen en Nederlander zijn, en ook heel veel dingen in Nederland hebben; tegelijkertijd weten we heel veel dingen in Brussel worden besloten. Dat is niet altijd fijn, er is nog wel eens ruzie, en we vinden wel eens dat het heel veel geld kost, maar uiteindelijk blijken die twee dingen heel goed naast elkaar te kunnen bestaan. de voorzitter Vragen? de heer Den Braanker. de heer Den Braanker Zou dit verhaal nu ook kunnen gelden voor de Alblasserwaard? U begrijpt, daar zit iets achter van dat je als Sliedrechter toch een andere positie inneemt dan een andere Drechtstedengemeente. de heer De Haan Ik ken uw specifieke situatie beslist onvoldoende om daar met kennis van zaken iets over te zeggen. Dus over uw precieze situatie tussen de Alblasserwaard en de Drechtsteden in, dat kan ik niet beoordelen. Ik kan u wel zeggen dat het betoog wat ik net aan meneer Pauw gaf, van je kunt het één doen en het ander niet laten, dat dat ook kan gelden voor de Alblasserwaard en voor Drechtsteden. Het feit dat u ervoor zou kiezen om intensief te gaan samenwerken met Drechtsteden, hoeft op zichzelf niet te betekenen dat u tegen uw andere buren zegt, met u heb ik niks meer te maken. Maar wat voor u het belang is van de samenwerking in die richting, daar heb ik gewoon onvoldoende zicht op. de voorzitter Maar wat mogelijkerwijs ook bedoeld zou kunnen worden, als wij zouden moeten kiezen voor samenwerking, samen met de Alblasserwaard een gebied vormen, of moeten kiezen voor Drechtsteden en daar een gebied mee te vormen, zou die stelling daarmee anders worden? de heer De Haan Voor mij niet. In beide gevallen geldt, veronderstel ik, of het nou gaat om de Alblasserwaard of om de Drechtsteden, dat burgers dicht bij huis een hechte, op elkaar betrokken gemeenschap willen hebben, en tegelijkertijd willen profiteren van voorzieningen die om hen heen zijn. En of dat dan gaat om, maar ik weet niet of ik dan goed zit, of het dan gaat om recreatieve voorzieningen in de richting van de Alblasserwaard en om stadse voorzieningen in de richting van Dordrecht, dat maakt natuurlijk niet uit. Uw burgers willen alles, en daar is op zichzelf niks mis mee. mevrouw Visser Ik heb drie vragen. Bij 2a, de knelpunten, schijnconsensus zegt u op dat moment: het is niet verkeerd om ook de verschillen van opvattingen met elkaar uit te spreken. Daarna zegt u over de stelling: ja, eigenlijk moet je het ook een beetje zien wat Nederland nu al in Europa is. Maar je ziet daar juist in Europa op het moment dat de verschillen van opvattingen daadwerkelijk uitgesproken worden, dat gewoon processen weer twee, drie jaar getraineerd worden. Dus dat is het eerste dilemma. Het tweede waar ik vragen over heb, dat is bij 5a, de aanbevelingen. U zegt: verdergaande samenwerking moet ook leiden tot verdergaande democratische betrokkenheid en controle. Dat staat geweldig op papier, maar hoe stelt u zich dat voor? Daar moet u ideeën over hebben als u dat zo opschrijft. Want juist in al die stukken wordt gezegd: het bestuur nu is vrij log en niet
67
68 slagvaardig. Dat komt omdat er gekozen is voor een hoe stelt u zich dat dan voor?
bepaalde vorm van democratische betrokkenheid. Dus
de voorzitter Is dat nou eerlijk, of zou je eerst bij jezelf ter rade moeten gaan: wat vind ik? mevrouw Visser Het is een aanbeveling.... (microfoon staat uit) de voorzitter Ja, maar de invulling van die aanbeveling zou denk ik bij u vandaan moeten komen. Anders krijgen we het vraag- en antwoord spelletje. De heer de Haan heeft daar absoluut een antwoord op, maar het is niet interessant, denk, ik om te weten wat de heer de Haan daar van vindt, maar wat u daarvoor beoogt, danwel verantwoord vindt om te moeten hebben om als democratie te kunnen functioneren. Net zo goed als u hier in de raad functioneert en uw volksvertegenwoordigende rol als raadslid moet vervullen. Dus ik denk dat ik de heer de Haan in die zin wil beschermen. Hij zou het u straks best willen vertellen, want het is één van de onderwerpen denk ik die we hier vanavond aan de orde hebben. Maar ik denk dat het meer een taak is naar u als raadsleden toe, om te kijken wat vindt u nou en wat vindt u dat we daar onder zouden moeten verstaan? En wat de bedoeling was met betrekking tot deze voorbereiding, is dat we hier en daar eens even nog wat prikkelingen bij u op de tafel leggen op basis waarvan u verder een gedachtewisseling aangaat. U kennende, vindt u dat eigenlijk ook, dat u dat zou moeten willen. de heer De Haan Mag ik er toch één zin over zeggen, voorzitter? de voorzitter Ja hoor. de heer De Haan De essentie van die opmerkingen is dat wij in onze adviezen aan de bestuurders van de Drechtsteden hebben gezegd, dat wij de klacht die wij bij veel gemeenteraadsleden hebben gehoord, dat ze zich onvoldoende betrokken voelden, voelen bij het proces. En dat er onvoldoende mogelijkheden zijn voor democratische controle, dat wij die klacht terecht vinden. En ons advies is dus ook aan het Drechtstedenbestuur: als je nou die sprong wil maken, moet je zorgen dat je ook op dat punt een sprong maakt. En ik sluit mij graag aan bij de voorzitter als het dan gaat over hoe doe je dat dan. Daar kan ik inderdaad wel een paar suggesties aan u doen, maar ik weet niet of u daarmee gediend bent. Het is meer onderstrepen dat ik vind dat u daar op uw strepen moet staan; daar heeft u gelijk in. de heer Lavooi U zegt, u heeft daar gelijk in, ga op je strepen staan. Hoe verhoudt dat zich dat dan ten opzichte van één van de belangrijke aanbevelingen van de commissie Dijkstal om een dagelijks bestuur te vormen met eigen bevoegdheden? de heer De Haan Dat verzet zich toch niet tegen vervolgens een algemeen bestuur wat door raadsleden wordt bezet. ..... de heer Lavooi Dat is even een vraag die ons zeer bezighoudt. de heer de Haan Als ik goed ben geïnformeerd bent u in september, oktober met alle raadsleden uit de Drechtsteden bijeen geweest en heeft u gediscussieerd over de mogelijkheden van een Drechtstedenparlement. mevrouw Visser (microfoon staat uit) de heer De Haan Oké, maar wat ik bedoel te zeggen is: er is toch niets mis mee om als uw raad te zeggen, meneer Bandell, wij willen graag meewerken aan het vormen van een krachtdadig bestuur, maar wij willen dan wel ook in Drechtstedenparlement of algemeen bestuur of hoe je het ook vorm geeft, wat op die en die punten de bevoegdheid heeft om dat bestuur terug te fluiten. Die twee dingen kunnen volgens mij goed samen. mevrouw Visser (microfoon staat uit)
68
69 de heer de Haan En een aspect daarbij is overigens, misschien dat dat ook wel nuttig is, wij hebben geconstateerd dat voor zover u als gemeenteraad bij die samenwerking betrokken bent in de jaren tot nu toe, dat dat heel vaak achteraf is, met veel papier, en dat u weinig vooraf bent betrokken. En wat er dus nu gebeurt, dat Bandell u uitdaagt om uw opvattingen te formuleren, is in die zin al een trendbreuk met het verleden. Dan heeft u nog een vraag gesteld over ... mevrouw Visser (microfoon staat uit) de heer de Haan Ja, precies. Ik ga u geen sprookjes vertellen en daarmee bedoel ik dit. Zeker als u met elkaar dat avontuur verder aangaat, en dat doet terwijl u het niet wil hebben over gemeentelijke herindeling en een Drechtstad etcetera en dus zeven gemeenten met elkaar dat proces blijven trekken, dan ontkomt u er niet aan dat u zo nu en dan zuchtend en steunend zult denken, het is hier net Europa, eindeloos praten. Dat hoort er een beetje bij. Als je dat niet wilt, als je dat echt niet wilt, en je wilt toch samenwerken, ja, dan moet je een Drechtstad vormen. Ik zou u dat absoluut niet willen adviseren, want dat wilt u niet. En dus is het alternatief om dan met elkaar die samenwerking aan te gaan, maar dan moet je voor lief nemen dat je dan wat meer energie kwijt bent aan discussies met elkaar, en dat dan net als in Europa soms leidt tot twee stapjes vooruit, één stapje achteruit. En als je daar van heel dichtbij tegenaan kijkt, dan word je soms moedeloos, maar als je nou iets verder terugkijkt, en je kijkt naar wat er in Europa sinds 1950 gebeurd is, heeft er een onvoorstelbare ontwikkeling plaats gevonden. Heb ik uw vraag daarmee beantwoord? de heer Venis Voorzitter, de vergelijking met Europa, afgezien van de schaalgrootte natuurlijk, gaat op één ding ook nog volstrekt mank en dat is dat Europa, zij het met al z'n beperkingen, een democratisch gekozen parlement heeft. En dat we hier in de Drechtsteden, en dan kijk ik maar even naar Zuid-Holland Zuid, hoewel dat ook weer een afgeleide daarvan is natuurlijk, een bestuur hebben zitten van ik meen 69 mensen zo'n beetje, en dat gaat dus volstrekt nergens over. Dan zou je er eigenlijk voor moeten kiezen, en ik heb dat pleidooi ook gehouden bij de bijeenkomst voor het Drechtstedenparlement, nou maak daar dan maar een vierde of vijfde, of weet ik hoeveelste bestuurslaag van, en geef daar mensen dan maar de verantwoordelijkheid, en daarmee heb je de vraag van Lavooi denk ik ook te pakken, dan heb je een dagelijks bestuur en dat wordt dus gecontroleerd door lui die daar speciaal voor gekozen zijn. Vraag me nou niet wat het percentage opkomst daarvan zal zijn, maar als je dat een beetje slim doet in samenhang met gemeenteraadsverkiezingen die we toch ook allemaal tegelijk moeten houden, zou dat een te bewandelen weg kunnen zijn als je naar het bestuurlijk functioneren van zo'n club kijkt. En dan vindt er een democratische controle plaats, maar op een afstandje als gemeenteraad van Sliedrecht of Papendrecht of Alblasserdam gaan zitten roepen wat je er van vindt, en dat dan vervolgens drie jaar voor laten modderen en het wordt nog niks, nou daar moet je dus mee ophouden. de heer Tanis Voorzitter, is het niet aardig om eerst eens een algemeen rondje te houden wat alle fracties daarvan vinden. de voorzitter Dat gevoel had ik ook. de heer Tanis Het wordt natuurlijk heel verleidelijk om hier op te gaan reageren. de voorzitter Maar goed, aan de andere kant, als je de een de gelegenheid geeft om een vraag te stellen, ontkom je er niet aan om een ander ook de gelegenheid te geven. Maar mijn voorstel was al om een algemeen rondje te houden en ik denk dat dat het meest recht doet, want hier kunnen we natuurlijk gewoon even op doorgaan. Dus ik ben toch wel content dat u even ook zegt van, een algemeen rondje lijkt goed. We hebben geen loting of iets dergelijks, maar ik heb toch altijd wel een goed gebruik om ergens in het midden te beginnen en dan naar links danwel naar rechts uit te wijken, dus ik zou eigenlijk toch maar aan de partij die in het midden zit willen zeggen, zou u de aftrap willen doen. de heer Tanis Dat zal ik doen, voorzitter. Ik heb een vreselijk uitvoerig verhaal op papier gezet.
69
70 de voorzitter Kunt u het samenvatten of niet? de heer Tanis Nee, dat wordt lastig. mevrouw Visser Heb je er een kopietje van? de heer Tanis Ik heb het op papier staan, dat wil ik net zeggen, dus het is een kleine moeite om dat uit te delen. Het is voor ons eigenlijk, noem het maar een soort algemene beschouwingen over onze positie in de Drechtsteden. We hebben er in de fractie ook best wel over gediscussieerd. Vandaar dat ik het eigenlijk maar gewoon voorlees. Ik heb er geen enkele moeite mee, als ik te snel ga, om geïnterrumpeerd te worden, of dingen toe te lichten. mevrouw Visser Maar wil je geïnterrumpeerd worden? de heer Tanis Ja, je mag mij interrumperen, dat is geen enkel probleem. de voorzitter Nou, dan wordt het nog spannend. mevrouw Visser Het hoeft niet, het mag. de heer Tanis Misschien is ze het wel volledig met ons eens. de voorzitter Ga uw gang. de heer Tanis Eerst even een paar algemene opmerkingen. Naar ons idee, en dat sluit een beetje aan bij de opmerkingen die net over tafel gegaan zijn, heeft Sliedrecht toch een wat unieke positie in de regio. Als je aan de ene kant kijkt, dan liggen we natuurlijk aan de rand van de Drechtsteden en aan de andere kant aan de rand van de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. In onze fractie was er iemand die zei dat hij Sliedrecht een soort scharnierfunctie vond hebben. Wat het scharnier is weten we natuurlijk allemaal. Aan de ene kant hebben wij het idee dat Sliedrecht door middel van het kozijn verbonden is aan de Drechtsteden, en daar zitten we dus aan vast, en dat willen we ook niet. Aan de andere kant willen we ook graag de deur wel eens open kunnen doen en de Alblasserwaard in kijken. Als we nu heel kort even terugkijken, dan wil ik daar twee dingen over zeggen. Dat is aan de ene kant dat onze fractie van mening is dat wij als Sliedrecht in het verleden te weinig hebben geprofiteerd van de Drechtsteden. Wij zijn naar ons idee te afwachtend geweest. We hebben misschien wel te weinig visie gehad over onze wensen en verwachtingen van het samenwerkingsverband. Om het maar heel simpel duaal te zeggen: we hadden geen doelen en we hebben eigenlijk geen kaders gesteld. Twee. We constateerden een kentering in de houding van de gemeente Dordrecht. Naar ons idee niet in het minst door de inbreng van burgemeester Bandell. We hebben wat dat betreft ook waardering voor zijn optreden. We hebben ook het idee dat hij met overtuiging oog heeft voor de belangen van alle Drechtsteden, en niet alleen voor Dordrecht. Wat dat betreft was het opvallend dat hij met nadruk aandacht vroeg voor de Derde Merwedehaven in zijn Nieuwjaarstoespraak. Aan de hand van de vragen die gesteld zijn, begin ik maar bij vraag 1, en dan beperk ik me even tot de samenvatting. de heer Venis Die vind ik ijzersterk. Als er iemand in deze regio bij machte is om aan de Derde Merwedehaven iets te doen, dan is het de voorzitter van de Drechtsteden met de ketting van de burgemeester van Dordrecht. En als je dan op je Nieuwjaarstoespraak zegt van: we zouden er iets aan moeten doen, dan zeg ik van ja, dat vinden wij ook. de heer Tanis Nou, wij zien het meer in de richting van een signaal. Het is helder dat je een Nieuwjaarstoespraak niet kunt gebruiken om uitvoerige plannen neer te leggen. Maar wij als fractie hadden toch in het verleden wel eens het idee dat de belangen niet helemaal evenwichtig verdeeld waren, als het gaat over de Drechtsteden. En
70
71 wij hebben gewoon in contacten die we hebben gehad met burgemeester Bandell toch het idee gehad dat de positie van de gemeente Dordrecht wat dat betreft een iets andere aan het worden is als in het verleden. de heer Venis ...als burgemeester Bandell zou willen dat morgen de Derde Merwedehaven gesloten zou worden, dan zou hij zich als burgemeester van Dordrecht binnen het college van Dordrecht voor meer dan 100 procent moeten inzetten; dan was het dus overmorgen gebeurd. de heer Tanis Dat is uw mening; we hebben hier geen discussie over de Derde Merwedehaven, maar daar ligt een heel politiek spel aan te grondslag, denk ik. Ik ga terug naar het onderwerp van vanavond, voorzitter. Aan de hand van het rapport onder "samenvatting" proberen wij de vraag te beantwoorden hoe wij aankijken tegen de conclusie van de commissie Dijkstal. En dan gaat het uiteraard om de hoofdzaken. Op bladzijde twee staat een aantal punten met betrekking tot de effectievere samenwerking. Dan gaat het als eerste over het gemeenschappelijk streefbeeld. Het vaststellen van zo'n gezamenlijk streefbeeld of einddoel heeft op zich onze instemming. Het dwingt je kritisch na te denken over wat we uiteindelijk met elkaar willen. En onze fractie wil zonder de belangen van de Drechtsteden als het geheel uit het oog te verliezen, bij de prioriteitsstelling toch ook nadrukkelijk aandacht vragen voor de positie van Sliedrecht. Als het gaat over het bestuur, het werken met een kleiner en krachtiger bestuur, dat heeft ook onze instemming, mits ingebed in duidelijke kaders en als voorwaarde een goede communicatie in de richting van de raad. Wij zijn van mening, en ik werk dat zo even wat verder uit, dat er geen democratisch vacuüm mag ontstaan. De controle moet door de raad plaats kunnen vinden. Als het gaat over de financiële middelen, dan zijn wij eens met de stelling die daar staat. Maar het punt moet met nadruk juist ook op lange termijn bekeken worden. En naar ons idee zou dat kunnen aan de hand van het programma heel concreet, met projecten van elke gemeente met daarbij een financiële onderbouwing, een planning en een kwaliteitsaanduiding. En op die manier zou er een relatie moeten komen met de financiële input en het door de regio te financieren project. Dat dwingt naar ons idee ook de gemeenten om heel concreet en heel serieuze projecten in te brengen. Als het gaat over de ambtelijke kwaliteit, daar wordt ook een aanbeveling in gedaan, dan is dat wat ons betreft niet hetzelfde, dus de verhoging van die ambtelijke kwaliteit, als de uitbreiding van de capaciteit. Want onze fractie is op zich beducht voor een Drechtsteden dat als doel op zichzelf in stand gehouden moet worden door een groot ambtelijk apparaat. En dat is misschien ook één van de problemen die we hebben met Europa, maar dat even terzijde. Als bedoeld wordt met de verhoging van de ambtelijke kwaliteit dat de regio uitvoerend werk uit handen neemt van de gemeenten en in staat is om kwaliteit te leveren, dan zijn wij daar uiteraard een voorstander van. Dan op bladzijde drie staan wat punten over het deskundigenpanel, dan gaat het voornamelijk over het dagelijks bestuur. Onze fractie vindt dat de bevoegdheden van het dagelijks bestuur vooral procesmatige bevoegdheden moeten zijn, gericht dus in feite op de uitvoering van projecten. De gemeente zou dan als het ware de opdrachtgever worden van het regiobestuur. Om het democratisch gehalte hiervan, en daar hebben we het net ook al over gehad, te waarborgen, zal de uitwerking wat ons betreft bijvoorbeeld gekoppeld kunnen worden aan het investeringsfonds. Heel concreet, wij stellen ons een soortgelijke procedure voor als we momenteel hier in Sliedrecht kennen. Een soort Zomernota die gebruikt wordt om te discussiëren en de hoofdlijnen met elkaar neer te zetten voor de begroting. Vervolgens kan dan de begroting gefiatteerd worden door de raden, en de raad is vervolgens in staat aan de hand van voortgangsrapportages op de hoofdlijnen de voortgang daarvan te bewaken. En als het dan gaat over de ambtelijke capaciteit, zijn wij van mening dat Dordrecht wat dat betreft geen uitzonderingspositie zou moeten hebben. Met andere woorden, alle gemeenten leveren capaciteit en hebben dan op basis van gelijkwaardigheid een soort trekkingsrecht uit de beschikbare capaciteit om de projecten uit te voeren. Als het gaat over de rol van ROM-D, die zou wat ons betreft toegespitst moeten worden op de nieuwe taak, het regionaal grondbeleid ombouwen tot een slagvaardige organisatie met daarbij de nodige faciliteiten. En als het dan als laatste gaat over de rol van het bestuur, dan staan in het rapport grote woorden als betrokkenheid. Wij vragen ons een beetje af, ja, wat is dat? Een verantwoorde balans, wat houdt dat eigenlijk in? Ruimte bieden voor raadsleden, ja, hoeveel ruimte hebben we eigenlijk? Als we dat soort schitterende frasen horen, dan roept dat bij ons toch wat tegengestelde gevoelens op. En we vragen ons dus ook af hoe we dat kunnen concretiseren. De tweede vraag, en nu ga ik wat sneller: is Samen stad aan het water wel voldoende helder? Op zich is de zin wel helder. De vraag voor ons is echter of de waarde hiervan niet meer symbolisch is dan feitelijk. Want Samen stad aan het water wordt immers doorkruist door het belang van de vaarroute tussen Rotterdam en Duitsland, en de hiermee gepaard
71
72 gaande regelgeving van Rijkswaterstaat. Wij hebben wel eens het idee dat het water voor de overkant een veilige kloof is tussen ons en die overkant, en voor ons als Sliedrecht een kloof tussen de overkant waar wij soms wel eens een dreigende onveiligheid ervaren. Als het gaat over het streefbeeld voor ons dorp, dan hebben wij er één verzonnen: een sociale, veilige en een waarde en waardenvaste gemeenschap, die wat ons betreft gericht moet zijn op het welzijn van alle inwoners, en dat zou voor ons best het streefbeeld van de regio kunnen worden. Als het gaat over een noodzakelijke kwaliteitssprong, willen wij dat koppelen aan de in te brengen projecten. De noodzaak van zo'n kwaliteitssprong, meneer de Haan heeft dat ook genoemd, die onderschrijven we, weliswaar met een aantal kanttekeningen. Wij vragen ons af of de Drechtsteden uitvoeringsorganisatie op eigen kracht zo'n kwaliteitssprong zou kunnen maken. Wij zullen moeten werken met hele concrete resultaatafspraken, en niet alleen over het proces praten. En als het gaat over de projecten die genoemd zijn, dan zouden wij graag zien dat er gesproken werd over het Plaatje van Volker of de Voorpoort, de herstructurering van het Winklerplein, de herstructurering van diverse wijken in Sliedrecht, het ontwikkelen van een natuurgebied ten noorden van de spoorlijn, waar wonen niet verboden is, sluiting van de vuilstort van de Derde Merwedehaven, het Griendencollege en de Nijverwaard. Een willekeurige volgorde overigens. We hebben hier geen prioritering in aangebracht. Al deze projecten moeten naar ons idee kunnen passen in het streefbeeld dat we hebben voor Sliedrecht en de regio. En misschien is het zelfs mogelijk om een project als bijvoorbeeld het Griendencollege, waar tenslotte ook de Alblasserwaard bij betrokken is, ook in samenwerking met de Alblasserwaard uit te voeren. Als het gaat over investeringsafspraken, dan vinden wij het prima dat er gestreefd wordt naar het komen tot investeringsafspraken. We zullen echter met elkaar moeten komen tot een samenhangend pakket, wat vervolgens weer getoetst moet worden aan het gemeenschappelijk streefbeeld. Uiteraard erkennen ook wij dat de uitwerking hiervan financiële consequenties kan hebben. Het zal gewoon wat kosten. Maar willen we wat met elkaar bereiken, dan moeten we daar ook in durven investeren. Aan de andere kant vinden ook wij dat we kritisch moeten kijken naar het huidige budget, en we gaan er niet op voorhand al vanuit dat er heel veel extra geld gevoteerd zullen moeten worden. Als het gaat over de structuur, dan herkennen we de analyse van Dijkstal. Wij vragen ons echter af of de gehele structuur wel op de schop moet. De Drechtsteden is momenteel naar ons idee éénzijdig op beleid gericht, en voor ons is het de vraag of een beleidsgerichte organisatie zichzelf in feite kan verheffen tot een beleidsformulerende en een uitvoerende organisatie. Daarom hebben wij het idee dat als het over het beleid gaat, het belang van het draagvlak daarin ook groot is, en of niet verstandig is om de huidige structuur te handhaven. En naar ons idee zou het uitvoeren van de projecten, dus het uitvoeren van het beleid, direct gehangen moeten worden aan het Drechtstedenbestuur. Samenvattend, voorzitter, als uitgangspunt hecht onze fractie aan de autonomie en de zelfstandigheid van Sliedrecht. Het behoud van eigenheid is voor ons van belang. En als het over de toekomst gaat, samenvattend, het intensiveren van de samenwerking binnen Drechtsteden op projectbasis, het aanpassen van de bestuursstructuur zodat de gemeente meer opdrachtgever wordt en het Drechtstedenbestuur meer belast wordt met de uitvoering. Het verbeteren van de communicatie, want het bestuur staat op afstand, zowel naar de raden als naar de burgers. Drechtsteden mogen geen doel op zichzelf worden. Wij zullen kaders aan moeten geven; wat willen we met Sliedrecht en wat zien we als rol van Drechtsteden daarbij. Samenwerken op basis van gelijkwaardigheid, contact blijven onderhouden met de Alblasserwaard, en voor ons is het regionale geheel meer dan de som der afzonderlijke delen. Kortom, onze fractie is kritisch, argwanend, maar ook positief. Dat was het, voorzitter. de voorzitter Dank u wel. Ik kijk eens naar de linkerzijde. mevrouw Visser Dank u wel, voorzitter. We hebben gisteravond hier in de fractie twee en een half, drie uren aan gewijd, over wat gaan we daar nou over zeggen? We weten er wel wat over, en we willen er ook wel wat over zeggen. En dan begin je met elkaar van, jongens, wat waren de uitgangspunten van Drechtsteden? De uitgangspunten van Drechtsteden waren werk, bereikbaarheid en wonen. Dat waren van oorsprong in 1997, dus bijna acht jaar geleden, de uitgangspunten waar het om gaat. Dan zeg je nou, we zitten nu in 2004, de laatste twee jaar betalen we toch pak hem beet 6 euro per inwoner aan Drechtsteden. En wat heeft het ons nou met elkaar opgeleverd in die zeven jaar? Bergen papier, dat is iedereen bekend, maar wat nog meer. Jongens, noem nou eens op, zo zaten we gisteravond, wat heeft het Sliedrecht gebracht? De eerste is natuurlijk de Waterbus, want ja, die weten we allemaal en dat is ook een succes, daar is iedereen blij mee. En de vraag die daar achteraan komt: hadden we dat ook zonder Drechtsteden voor elkaar gekregen? Dat is dan zo'n dilemma in je fractie van
72
73 ja, was dat wel, was dat niet gelukt? Nou, de volgende die dan lang praten komt is ROM-D. ROM-D is denk ik voor de Drechtsteden, omdat ze het economisch tij de afgelopen jaren aardig mee gehad hebben, best wel succesvol geweest. We hebben daar een aantal jaren leuk dividend van gehad. Maar dan de volgende vraag is dan meteen, wat was ROM-D voor Sliedrecht? Ja, we hebben er alleen maar in meegedaan, maar voor ons heeft het niks gedaan. Het noord-oost kwadrant was bijna klaar toen we in ROM-D stapten, Nijverwaard weten we nog niet zeker, dat is ook al bijna klaar, terwijl nu pas die ROM-D begint met bestaande terreinen. Wat nog meer? Ja, ISV gelden, want iedereen zegt ons altijd: als we niet in Drechtsteden zouden zitten, dan zouden we als Sliedrecht niet zoveel ISV gelden hebben gekregen. En dan draai ik hier toch ook wel acht, negen jaar mee. En het enige wat ik me dan van die ISV gelden herinner is: we hadden gerekend heel veel te krijgen, maar we kregen het niet omdat we wel een project hadden ingediend, maar geen raadsbesluit hadden genomen. Tot overmaat van ramp sla ik vanmorgen de krant open en dan lees ik dat Drechtsteden de komende drie jaar 4,2 miljoen ISV gelden kreeg, en dat lijkt hartstikke veel. En dan lees je dat Gorinchem zonder regionale binding 2 miljoen krijgt. En dan lees je dat de samenwerkende Rijnmondgemeenten buiten Rotterdam 18 miljoen krijgen, en dan begin je toch weer te twijfelen. Van ja, Drechtsteden, wat brengt het ons? Want dat is natuurlijk toch de vraag. Je weet met elkaar ook dat bij sommige dingen de kosten voor de baten moeten uitgaan. Het is niet altijd zo van: als we dit inbrengen, krijgen we dat terug. Dat is bekend. Dan zit je zo van: jongens, hoe kunnen we nou enthousiast zijn over Drechtsteden? Nou, ik heb wel vaker geroepen natuurlijk: al die clubjes, al die bestuurtjes, want ja, we hadden acht gemeenten, dus we moesten acht bestuurlijke commissies hebben, we moesten acht ambtelijke commissies hebben, want ja, stel toch voor dat er van één gemeente niemand bij zou zitten.... En toen hebben we gisteravond met elkaar gezegd: waar Drechtsteden naar toe zou moeten is, en dat sluit een beetje aan op wat Hans Tanis zei: formuleer nou eens een aantal korte termijndoelstellingen, en dan niet te veel, het hoeven er niet persé acht of zeven of veertien te zijn, want iedere gemeente moet zijn appel op die schaal hebben, maar formuleer die nou, en probeer dan te zoeken naar twee of drie zaken die voor de complete Drechtsteden belangrijk zijn. Nou, één daarvan is bijvoorbeeld de A15, daar hebben bijna alle Drechtsteden een enorm probleem mee. Vanaf Alblasserdam tot Sliedrecht, maar ook Zwijndrecht, Hendrik Ido Ambacht, want op het moment dat de A15 fout loopt, gaat de A16 dicht lopen, gaat de N3 dicht lopen. Dan hebben al die Drechtsteden een enorm probleem. Nou, dan ga je denken van: dat kunnen we benoemen. We weten ook dat er in de MIT geen geld zit vanuit het Rijk voor die A15. Toen hebben wij gezegd: één concreet doel wat wij nou mee zouden kunnen geven richting Drechtsteden is van, Drechtsteden kijk nou eens met elkaar, ook met het Rijk, eventueel met private partners van, zou er een mogelijkheid zijn om als Drechtsteden te zeggen, we gaan die verbreding A15 van 2x2 naar 2x3 als project voorfinancieren? Dat kost veel geld, daar ben ik best van doordrongen, maar met zeven gemeenten kun je een eind komen. Dan heb je een heel concreet iets waar al die zeven Drechtsteden gemeenten wat aan hebben. Want op het moment dat we een goede bereikbaarheid hebben, dan kan dat ook werkgelegenheid opleveren. Want wat waren de uitgangspunten van Drechtsteden? Wonen, werk, bereikbaarheid. Palt-afspraken, ik heb daar best vertrouwen in. Die afspraken die afgelopen jaar op het gebied van wonen gemaakt zijn, van elkaars kracht, van elkaars kennis gebruik maken op het gebied van woningbouw, ik denk dat Drechtsteden daar best wel een eind mee is. Maar concretiseer dat in de zin van een stappenplan, of benoem het als project, en zeg van: in 2006 of in 2007 willen we dit en dat bereikt hebben. Dat waren de twee punten, zeg maar de intergemeentelijke twee punten die wij richting Drechtsteden mee willen geven. Wat de twee punten betreft, zeg maar het verlanglijstje Sliedrecht, wat wij mee zouden willen geven, is in ieder geval de Grienden op de één of andere manier mee laten gaan in het Leerpark en al dat soort dingen. Want meneer De Haan zei, jullie gebruiken het hoger onderwijs in Dordrecht. Ik denk dan, we moeten, want wij hebben het nooit in Sliedrecht gehad, dus we hebben op dat punt altijd buiten Sliedrecht gemoeten. En misschien, er is ook hoger beroepsonderwijs in Rotterdam, maar ik denk dat zeker ouders in de zes kleinere gemeenten rondom Dordrecht de voorkeur geven om hun kind in Dordrecht op school te doen, liever dan het naar de grote stad Rotterdam te sturen. Dus dat bevorderen van het Leerpark, maar dan de Grienden in de vaart mee laten lopen is het appeltje wat wij vanuit Sliedrecht mee willen geven. Als je het draagvlak voor Drechtsteden, enthousiasme voor Drechtsteden of hoe je het noemen wilt, vanuit Sliedrecht een push zou willen geven, dan komt toch het verhaal Derde Merwedehaven. Zolang dat boven de markt hangt, zolang dat niet op één of andere manier bevredigende manier is opgelost, zal de argwaan vanuit Sliedrecht, zowel vanuit de raad als vanuit de burgers een hele grote rol blijven spelen. Dat was de eerste termijn.
73
74 de heer Van Meeuwen Mag ik ook iets vragen? In het in Drechtsteden, maar...
begin dacht ik van, nou, ze zien er helemaal niets in,
mevrouw Visser We hebben altijd gezegd, wat lokaal kan, zal lokaal moeten blijven. Maar je weet ook dat je bepaalde problemen niet op kan lossen. de heer van Meeuwen Oké, maar goed, het eerste verhaal was zeer afhoudend, maar even voor mijn beeldvorming. Het laatste gedeelte van het verhaal was toch wel heel positief eigenlijk, toen kwam er een draai in. mevrouw Visser Maar we hebben gisteravond echt zo zitten praten van: hoe kunnen we nou positief naar die Drechtsteden toegaan? de heer Van Meeuwen Stel nou eens dat al deze dingen, al deze wensen, appeltjes gerealiseerd gaan worden, betekent dat voor de fractie van Leefbaar Sliedrecht dat ze dan echt voor Drechtsteden zijn, en als het niet gerealiseerd wordt, bent u er dan tegen? mevrouw Visser Wanneer zes van de zeven gemeenten tegen ons zeggen van, joh, die Grienden moeten jullie vergeten, kan je natuurlijk niet zeggen: dan doen we helemaal niks meer met elkaar. Maar het enthousiasme vanuit deze gemeente zal daardoor kleiner worden natuurlijk. Want je zal op één of andere manier moeten gaan uitruilen. Het zal toch zo moeten zijn van: voor wat, hoort wat. de heer Van Meeuwen Ik begrijp dus als bijvoorbeeld dat project de Grienden gaat lukken, dan is Leefbaar Sliedrecht toch voor die Drechtstedenontwikkeling? mevrouw Visser In zoverre, niet dat we ons volledig overgeven. de heer Van Meeuwen Nee, dat doet u nooit volgens mij, maar. mevrouw Visser Vul maar aan. de heer Venis Beste Dick,... de heer van Meeuwen Dat heb je nog nooit tegen mij gezegd. de heer Venis Nee, ik begrijp dat je destijds bij de collegeonderhandelingen niet de behoefte had aan deelname van Leefbaar Sliedrecht aan het college hier in Sliedrecht. de heer Van Meeuwen Dat speelt geen rol in deze discussie. de heer Venis Wacht nou even. de heer van Meeuwen Ja, nee, maar dit vind ik een vervelende suggestie. de heer Venis Laat me nou mijn verhaal even afmaken. Er is vervolgens, we hebben hem niet eens voorgelezen. We hebben gezegd, neem hem maar op in de notulen want het heeft toch al niet zo gek veel zin, heeft Leefbaar Sliedrecht aangegeven op welke punten wij wel en welke punten we minder enthousiast zijn over het collegeprogramma. In onze reactie daarop hebben we notabene verwoord dat onze ideeën over het functioneren van de Drechtsteden bijna aansluiten bij de opvattingen van de SGP, even afgezien van de relatie met de Alblasserwaard. Wat me nou tegenvalt, is dat je hem nooit gelezen hebt. de heer Van Meeuwen Ik luister naar het verhaal vanavond. En dan constateer ik dat...
74
75 de heer Venis Nee, consistent is, Dick, dat als er een verhaal geschreven is dat wat er nu vanavond verteld wordt, daarop aansluit. En als je het gelezen had, dan had je deze vragen niet hoeven stellen, want dan sloot het aan. de heer Van Meeuwen Nee, als we deze verhalen horen, dan heb ik denk ik het recht om gewoon helderheid te krijgen. Die helderheid, die wil ik graag ook dan aan het eind van zo'n verhaal gewoon even vernemen. En het kan zijn dat voortschrijdend inzicht u een ander inzicht heeft gegeven. Nou, dat was niet het geval. de heer Venis Voortschrijdend inzicht is dat je het verhaal niet gelezen hebt, wat we zonder het uit te spreken hebben op laten nemen in het verslag van de betreffende vergadering. de voorzitter Ik denk dat we er goed aan doen om even naar de toekomst te kijken, en hier en daar even terug te blikken, dus ik stel voor.... de heer Venis Voorzitter, daar gaat het niet om, meneer van Meeuwen doet of dat hij nu iets volstrekt nieuws hoort, en dat is dus niet zo. de voorzitter Nou, dat idee heb ik niet. de heer Van Meeuwen Ik wil gewoon helderheid, meer wil ik niet. de heer Venis Had het dan gelezen, dan had je het gezien. de voorzitter Dan nog had de rest het niet gelezen, meneer Venis. Het ligt niet op tafel en het is dus ook niet denk ik het onderwerp van gesprek. Hooguit dat u nu wat geprikkeld wordt in het doen van een bepaalde stellingname en het onderbouwen daarvan. Dat moeten we elkaar even vanavond gunnen, denk ik dan. mevrouw Visser Ik wil nog één toevoeging doen in de richting van de heer van Meeuwen. Wij hebben natuurlijk altijd redelijk ambivalent en terughoudend gestaan tegenover Drechtsteden. Maar onze fractie reageert wel op allerlei nota's die we krijgen. Ik bedoel, steen voor steen, dat soort dingen schrijven we allemaal keurig terug naar de Drechtsteden hoor, dus Drechtsteden, gooi maar overboord, zo hebben wij er nog nooit tegenover gestaan. de heer Van Meeuwen Dat heb ik ook niet gesuggereerd, hoor. de voorzitter Mevrouw Visser, u hoeft zich helemaal niet te gaan zitten verdedigen. Meneer Lavooi. de heer Lavooi Ja. Vragen, vragen, vragen heeft de fractie van de Partij van de Arbeid. In ieder geval nog bijzonder weinig antwoorden. Dat is het resultaat van een ook in onze fractie langdurig gehouden discussie over dit onderwerp. De vraag die ons bezig houdt is: wanneer stellen we de vragen? Doen we dat vanavond of doen we dat als de heer Bandell hier is? Dat is één van de punten, en dat heeft ook te maken met onze opmerkingen over de procedure. Daar zou ik vanavond het nodige over kunnen zeggen, maar wat ik erg van belang vind is om dat ook in de richting van de heer Bandell kwijt te raken, want om het maar even als onder één grote noemer te brengen: we voelen ons nogal overvallen door de tijdsdruk die op dit proces wordt gezet. Maar de vraag is, wat doe je met zo'n opmerking van vanavond? Want eigenlijk wil ik hem richten aan de initiatiefnemer van dit proces, en dat is de heer Bandell. Wij voelen ons overvallen door de tijdsdruk, maar we voelen ons ook overvallen door het feit dat er inmiddels niet alleen een rapport ligt van de commissie Dijkstal, onderbouwd door een rapport van Berenschot, maar die trein is al lang verder. Er ligt ook een vrij concreet plan van aanpak getiteld "Manden maken". Ja, dat lag ter inzage in de leeskamer. Ik heb nog gesuggereerd aan het college via een geeltje van: zou het niet handig zijn de rest van de raad er ook op te attenderen, want ja, het is een behoorlijk stevig stuk voor na 2 april, zeg maar. Dat wordt nog eens bevestigd door het procesontwerp wat ik vanavond
75
76 hier vind. Feitelijk komt het er op neer dat men zegt: in mei moeten we die zaak rond hebben. Die druk ten opzichte van allerlei vragen die we hebben, dat vinden we een hele lastige, laat ik daarmee beginnen. Maar nogmaals, eigenlijk wil ik dat verhaal kwijt in de richting van de heer Bandell. Maar ik ben ook benieuwd hoe de rest van de fracties daar tegen aankijkt. mevrouw Visser Op zich onderschrijf ik die kritiek wel. Aan het eind van de raadsvergadering is gauw die datum van vanavond even gekomen; ineens was het een raadsvergadering, toen was het toch weer een informele werkvergadering, maar de tijdsdruk is enorm groot. de heer Lavooi Ervaart de rest van de fracties dat ook? de heer Tanis Dat is bij ons ook naar voren gekomen. Ik vond het zelf ook. Ik moest dit verhaal schrijven voor vanavond, en ik vroeg me ook een klein beetje af van, moet ik het nu vanavond houden of dinsdagavond als de heer Bandell aanwezig is? Ik vind de procedure ook niet helder en de tijdsdruk. mevrouw Hartkoren Er is een enorme tijdsdruk. de heer Lavooi Dan hebben we in ieder geval een gemeenschappelijk punt wat we volgende week in kunnen brengen. de voorzitter De tijdsdruk is een situatie die u denk ik terecht aangeeft. Zo wordt het denk ik vanuit iedere gemeente ervaren, en dat is iets wat de voorzitter van Drechtsteden zeer nadrukkelijk meent te moeten veroorzaken. de heer Lavooi Des te meer reden om daar volgende week in zijn aanwezigheid over te beginnen. de voorzitter Maar met betrekking tot mandjes maken, het procesontwerp, daarvan is het definitieve stuk enkele dagen geleden pas binnengekomen. Ik heb er wel in concept kennis van kunnen nemen, maar verder ook niet. de heer Lavooi Hij ligt ter inzage voor de raad, hoor. mevrouw Visser (microfoon staat uit) de heer Lavooi Nee. de voorzitter Ik probeer even aan te geven dat het er nog maar een paar dagen ligt, en zo lang is het stuk dus ook binnen. de heer Lavooi Maar ik verwijt het college niets. de voorzitter Nee, ik wil gewoon even de feiten helder hebben. Dat stuk is dus een paar dagen binnen, dat is één. En daar moet u zelf even een verdere invulling aan geven. Bandell zet daar de nodige druk achter. Aan de andere kant zijn we er met elkaar bij om dat proces helder en correct te laten verlopen. Ik denk ook dat zijn inzet vertaald moet worden in de geest van, je kunt daar binnen een korte periode intensief met elkaar over van gedachten wisselen. De ervaringsgegevens en de feiten liggen allemaal op tafel. Willen we nou wat, of willen we nou niks? Je kunt het ook namelijk tot een zeer slepende kwestie maken, en die kwesties hebben we in den lande namelijk ook heel veel gekend. de heer Lavooi Daar pleit ik ook uiteraard voor. de voorzitter Nee, maar om even te sfeer van denken zoals hij het probeert over tafel te brengen en dat lukt voor een deel wel maar allemaal met de kanttekening, maar het proces moet wel correct verlopen.
76
77 de heer Lavooi Laten we dit dan als een soort generale repetitie beschouwen waarbij u nu de rol van Bandell speelt, maar ik denk dat het handig is om daar volgende week met elkaar over te praten. de voorzitter Maar vandaar ook deze voorbereiding, dat was niet persé noodzakelijk, hij heeft het gesuggereerd en ik meende dat het verstandig was dat u met elkaar een gedachtenwisseling heeft om die gedachtenwisseling daarna te ordenen en geordend bij hem daarna op tafel te kunnen brengen en niet onvoorbereid met hem vanuit de gemeenteraad een discussie aan te gaan. Vandaar deze avond. de heer Lavooi Ik ben ook blij met initiatief van het college. Mij gaat het om de druk die door de heer Bandell op het totale proces is gezet, en dat ervaren wij als te hoog. de heer Van Meeuwen Ik ben het wel eens met de heer Lavooi, alleen is het voor ons een valkuil denk ik om volgende week hoofdzakelijk op processen te letten. de heer Lavooi Nee, maar ik ben nog maar bij mijn eerste punt. de voorzitter De heer Lavooi gaat verder. de heer van Meeuwen Want dan gaat de heer Bandell toch nog met de winst naar huis, denk ik namelijk. de heer Lavooi Nou kijk, Bandell is natuurlijk een bestuurlijk charmeur die ons wat dit soort procedures betreft al heel snel kan lijmen, daar ben ik van overtuigd. de heer Van Meeuwen Ik ondersteun hier wel de voorzitter in, ik heb ook zijn nieuwjaarstoespraak gehoord en daar heeft hij dat ook al in aangekondigd. Wij vinden het ook allemaal te veel druk en te snel enzovoorts, dat vinden wij ook wel. Ik wil alleen maar zeggen dat we het vooral ook over de inhoud moeten hebben. de heer Lavooi Ja, nogmaals, ik denk dat het verstandig is om daar volgende week ook over te beginnen en gelet op de instemming van andere fracties denk ik dat wij niet alleen staan. Dat even over de procedure, voorzitter. de heer Venis Voorzitter, als het dan over de procedure gaat, even voor alle helderheid. Blijkbaar is er een eerste versie van het plan van aanpak geweest op 6 februari. Die eerste versie is besproken in het Drechtstedenbestuur waar u deel van uitmaakt, dus ik zou me voor kunnen stellen dat u dit plan kent. Die is besproken met de gemeentesecretarissen, daar hebben de directeuren grondgebied iets over mogen vinden en daar hebben de griffiers iets over mogen vinden. En vervolgens zit in die notitie een totaalplanning manden maken, en daar staat gewoon in dat er een discussie in de gemeenten over het streefbeeld zal plaatsvinden, en daarna een rondje voor de regio, voorzitter. Dus volgens mij doet Sliedrecht niks voor niks en doen alle gemeenten gewoon precies hetzelfde op basis van dit plan. de voorzitter Het is een nadere uitwerking van het proces en dat is met een aantal partijen doorgesproken, maar het is niet door het Drechtstedenbestuur op pak hem beet van 12 februari vastgesteld, als u dat bedoelt. de heer Venis Dat weet ik .......... de voorzitter Nee, maar goed, dat vertel ik u dan. de heer Lavooi Wat mij betreft, het was een vrij kort betoog voor mij over dit proces, maar de discussie blijkbaar niet. Dan nog even de rol van het college. Natuurlijk leven we in een dualistisch tijdperk, maar onze fractie heeft gevraagd aan het college: u zit beter in de materie, in ieder geval in de dagelijkse praktijk, dan wij. Kunt u ons nog wat handvatten geven, kunt u ongeveer aangeven hoe u nou tegen die rapporten aankijkt? U heeft toegezegd
77
78 dat te zullen doen, maar we hebben geconstateerd dat de stukken die we toegezonden hebben gekregen bij alle gemeenten zijn rondgestuurd, maar niet meer bevatten dan een soort samenvatting van de twee rapporten, en dan gerubriceerd per negen vragen. Er staat niks in over de visie van het college ten aanzien van een aantal zaken. En ik begreep ook van u dat u er vanochtend pas echt over heeft gesproken. Maar wij blijven toch benieuwd, niet om ons te leiden, maar om ons toch ook van advies te dienen. We blijven benieuwd naar de mening van het college over dit soort onderwerpen. de heer Tanis We hebben ook een hele korte brief gekregen van het college, en ik vind het wel grappig dat u zo reageert. Wij hebben eigenlijk als fractie bewust gezegd van: we leggen het terzijde, en we bepalen als fractie onze eigen mening. Maar dat even terzijde. de heer Lavooi We hebben een mail gekregen? de voorzitter We hebben onze uiterste best gedaan, en het lag dinsdagavond in de bakjes en op de mail. de heer Lavooi Dan heb ik niks gezegd, ik heb alleen mijn mailbox niet geopend. de voorzitter Nee, maar het lag ook in uw bakje dinsdagavond. de heer Lavooi Ik ben hier ook niet op het gemeentehuis geweest. de voorzitter Het is uitgereikt dinsdagavond. de heer Lavooi Voorzitter, ik heb hier niks over gezegd. Het is onze fout. de voorzitter Oké, nou jammer. de heer Van Meeuwen Maar wat denkt de Partij van de Arbeid nu? Daar zijn we natuurlijk benieuwd naar. de heer Lavooi Ik heb al gezegd, we hebben heel veel vragen. Wat moet ik nou vanavond zeggen, Dick of meneer van Meeuwen? de voorzitter Beste Dick. de heer Lavooi We hebben het geprobeerd aan de hand van de negen vragen van Bandell te behandelen. Vraag 1, hoe kijkt u in uw gemeente aan tegen de conclusies en aanbeveling van de commissie Dijkstal, enz. In het antwoord daarop pik ik gelijk het antwoord op een aantal volgende vragen mee. Feitelijk vinden wij bladzijde drie van het rapport van Dijkstal het belangrijkste, waarin die vijf bullets staan. Ik begin met de eerste, een dagelijks bestuur te vormen voor de Drechtsteden met eigen bevoegdheden. Dat is zó kort geformuleerd. En er zit ook geen voor- en nadelenanalyse aan vast. Er zijn ook geen alternatieven aangegeven met voor- en nadelen. De relatie met Zuid-Holland Zuid is niet gelegd. Wat ons betreft is dit niet meer dan een kreet waarvan we niet de draagwijdte kunnen beoordelen; dat is dus een vraag. En we hebben er tot op de dag van vandaag geen antwoord op. De tweede: ambtelijke capaciteit beschikbaar stellen voor de regio. Betekent dat bovenop het huidige apparaat, betekent dat extra capaciteit? Wat heeft dat voor gevolgen voor het bestaande ambtelijke apparaat van onze eigen gemeente? Vragen waar we geen antwoord op hebben, en dus eigenlijk ook niet veel mee kunnen. Hetzelfde geldt voor het beschikbaar stellen van gelden. Waar hebben we het dan over? Wat stelt het Rijk mogelijkerwijs ter beschikking, want wij horen allerlei bedragen, en dan gaat het echt om forse miljoenen. Maar wat het concreet voorstelt weten we niet, en wat men concreet van de gemeente Sliedrecht verlangt weten we ook niet. Wat ROM-D versterken betekent weten we ook niet, en tenslotte lokale bestuursbijdrage te laten leveren aan concrete resultaten enzovoorts, ja, ook dat is wat ons betreft niet meer dan een kreet. Dus we vinden het uiterst mager om op basis van deze aanbevelingen tot een oordeelsvorming te komen, en eigenlijk kunnen we
78
79 het gewoon niet, daar komt het in het kort op neer, voorzitter. Dan vraag twee. Daar hebben we wel een helder standpunt over en dat is de vraag of wij nou voor de Drechtsteden een gezamenlijke missie zouden kunnen formuleren. Wij denken dat het niet mogelijk is. de voorzitter Niet? de heer Lavooi Niet. En waarom niet? Ik herinner me nog de pogingen destijds om voor Zuid-Holland Zuid een gemeenschappelijke visie te formuleren. Toen heeft een beroemde professor gezegd, als je geen gemeenschappelijke missie en visie hebt, dan zal het ook nooit wat worden met Zuid-Holland Zuid. Dat is in de loop der tijd ook gebleken. Waarom is voor de Drechtsteden geen gemeenschappelijk missie of visie te formuleren? Voorzitter, wij kijken daar vrij simpel tegenaan. Sliedrecht heeft een, zij het een lichte, binding met de gemeente Dordt als het gaat om voorzieningen. Sliedrecht heeft een lichte binding met Papendrecht als buurgemeente, maar met Hardinxveld in feite net zoveel. Met de overige gemeenten, Zwijndrecht, Hendrik Ido Ambacht, Alblasserdam, s' Gravendeel, hebben wij geografisch gezien, maar ook in de sfeer van verkeer, van intermenselijk verkeer, noem maar op, eigenlijk niet of nauwelijks het binding. En het water, men doet een poging om iedere keer, dat zie je ook bij de Floriade, dat water als gemeenschappelijk element naar voren te brengen. Dat is leuk, maar het water leidt eerder tot een scheiding dan tot een verbinding, zij het dat we via de waterbus proberen om die zaken wat bij elkaar te trekken. Maar er is voor dit conglomeraat van één grote stad en omliggende gemeenten, en dan gescheiden door rivieren, geen gemeenschappelijke missie te creëren. Nou, dan moet je naar ons idee realistisch zijn, en dan komen we een eind in de buurt van de richting van de SGP. Concentreer je dan op projecten, projecten waarvan je tegen elkaar zegt, hé, ondanks het feit dat het nooit een echte binding zal worden, moeten we wel zaken doen met elkaar, want op sommige terreinen is het heel handig om samen te werken. Maar ga nou niet gekunsteld gemeenschappelijke visies proberen te ontwikkelen, want het zou je niet lukken. de heer Tanis ........ nodig is, als je kijkt ook naar een aantal ontwikkelingen. de heer Lavooi Nee, gewoon nodig. de voorzitter Nodig, maar wel projectmatig. de heer Lavooi Maar geef er nou niet zo'n saus over van, we gaan een gemeenschappelijk gevoel ontwikkelen of zo, maar hou het gewoon zakelijk, op sommige terreinen. En denk nou niet dat een gezamenlijk korenfestival leidt tot een binding waardoor ik denk van hé, ik voel me ook Hendrik Ido Ambachter, want zo is het niet. de heer Tanis Maar wat dat betreft zou u zich dus iets voor kunnen stellen bij het vormen van noem het dan maar even zo'n soort investeringsfonds, wat voorgesteld wordt? de heer Lavooi Daarom zei ik, we komen wat dat betreft al een behoorlijk eindje in de richting van de SGP. Daar begon ik mee, overigens. de heer van Meeuwen Dus u bent het toch wel behoorlijk met ons eens, begrijp ik. de heer Lavooi Op dit front, dus beperk je tot gewoon concrete projecten en gooi er niet zo'n modieuze saus overheen, want dat wordt toch niks. Beperk je tot de zaken, dat is eigenlijk het verhaal. Dat ging over stelling twee. Noodzakelijke kwaliteitssprong. Mijn fractie zegt ook, Sliedrecht houdt niet op bij de Sliedrechtse grenzen en je zult op bepaalde terreinen moeten samenwerken, en de stroperigheid van het hele proces moet er gewoon uit. de heer Tanis Maar ben je het wat dat betreft met ons eens, Johan, dat je zou moeten streven naar hele concrete resultaatafspraken?
79
80 de heer Lavooi Yes. de heer Tanis Dus meer richten op resultaten als processen? de heer Lavooi Ja. Maar dan kom je op het punt, hoe je het ook wendt of keert, want men probeert dat weg te schuiven: in welke structuur gieten we dit nou? En zijn er niet alternatieven denkbaar? Gerrit Venis heeft er al één genoemd. Feitelijk hebben jullie er ook al één genoemd. Zijn er alternatieven denkbaar voor de kreet, want het is echt niet meer dan een kreet, dat is veel te mager, laten we een dagelijks bestuur vormen met uitgebreide bevoegdheden? Want er is naar mijn idee geen gemeenteraad die daar in trapt, dat zal veel verder uitgewerkt moeten worden voordat je er überhaupt wat over kan zeggen. En ik denk dat het gezamenlijk nadenken over de vraag hoe je dan een structuur kan bedenken, waarbij één van de aanbevelingen van de heer de Haan ook gerealiseerd kan worden, verdergaande samenwerking moet ook leiden tot verdergaande democratische betrokkenheid en controle, ja, dat is denk ik een gezamenlijke opgave om daar eens goed over na te denken, en Dijkstal is wat dat betreft veel te oppervlakkig gebleven. Vier. Dat is nog een alternatief waar wij over denken. Zou je je nou kunnen beperken tot poolvorming van een ambtelijk apparaat? Stel dat je dat met elkaar regelt; zou je dan die hoofdpijn-dossiers van bijvoorbeeld Sliedrecht ook weg kunnen werken door te putten uit die pool van medewerkers, maar wel onder verantwoordelijkheid van je eigen gemeente? Dat is één van die alternatieven waarvan wij denken, ik zeg vanavond niet, dat is de oplossing, maar dat zijn dingen waarvan wij denken: daar moet je het eens met elkaar over hebben. En dat kan allemaal niet voor 2 april, maar dat terzijde. Herkent u in de sfeer van investeringsaspecten........ ja, het antwoord is ja. Voor de rest kom ik niet zo gek veel verder; we verzandden daarna in details als het gaat om zes tot en met negen, maar toen werd het inmiddels ook erg laat, eerlijk gezegd. Ik heb nog één heel concrete vraag aan het college. In dat stuk manden maken, -mijn moeder zei altijd, je moet niet in een mandje melken, maar dat terzijde-, staat iets wat me zeer is opgevallen. Onderzoek financiële positie gemeente, dat heeft dus te maken met de vraag: hoeveel geld vraagt men nu eigenlijk van ons en wat kan er worden ingezet? Er staat dat in de maanden januari en februari een onderzoek plaatsvindt naar de financiële situatie in elk van de Drechtsteden; deze informatie is bijzonder waardevol voor het vormgeven van lange termijnafspraken enzovoort enzovoort. Heeft dat onderzoek al wat opgeleverd? de voorzitter Nee, wordt er geschud, ambtelijk en bestuurlijk. de heer Lavooi Oh, dan is het een gekke zin. mevrouw Visser Lees het nog eens voor, Johan. de heer Lavooi Bladzijde zeven. Onderzoek financiële positie. In de maanden januari en februari vindt een onderzoek plaats naar de financiële situatie in elk van de Drechtsteden. de voorzitter Nou, dat is misschien een mooie vraag voor Bandell. de heer Lavooi Ja, dag. Sorry dat ik het zo formuleer, maar ik denk dat dat een taak van het college is om daar achteraan te gaan. Tot zover de eerste termijn, voorzitter. de voorzitter Ik kom straks nog wel even op een paar punten toch terug, want ik vind het goed om opdrachten te krijgen, maar ik... de heer Lavooi Nee hoor, het is een vriendelijk verzoek. de voorzitter Nou nee, ik snap het wel, maar sommige documenten, als het geen echte bestuurlijk vastgestelde status heeft, vind ik altijd hartstikke mooie documenten,.... de heer Lavooi Nee, sorry, er lag een stuk ter inzage wat naar mijn idee was vastgesteld door het DB van de Drechtsteden.
80
81 de voorzitter We hebben geen DB. de heer Lavooi Dan vraag ik me echt af wat er staat. de voorzitter Het is dus niet door het DB vastgesteld, het is niet door het Drechtstedenbestuur vastgesteld. de heer Lavooi Oké, blijft over de vraag.... de heer Venis Voorzitter, de stukken van het Drechtstedenbestuur van donderdag 12 februari vermelden dat er een stuk nagezonden zou worden, wat er overigens dus bij dit pakketje niet zit. Dit pakketje ligt ter inzage in de leeszaal. Daar wordt aangegeven dat het Drechtstedenbestuur op 12 februari wel degelijk afspraken heeft gemaakt of in ieder geval voornemens afspraken te maken over dat verhaal, en vervolgens staat in het manden maken-verhaal echt dat op 12 februari het plan van aanpak, manden maken, akkoord is bevonden in het Drechtstedenbestuur. mevrouw Visser Dit zijn nou wezenlijke voorbeelden .... de heer Lavooi Dit vind ik echt wezenlijk. Ik citeer uit een stuk, en ik vraag A, heeft dat onderzoek plaatsgevonden; nou, daar is het antwoord niet op te geven. B, wat is de status van het stuk? Gerrit Venis geeft daar een helder antwoord op, naar mijn idee, en dat antwoord van Venis is waar of niet, daar zit niks tussen. de voorzitter Ik zoek het op. de heer Lavooi Dank u wel. de heer Van Meeuwen Voorzitter, ik heb nog een vraag aan Johan Lavooi, ook weer voor mijn helderheid. Ik moet wat voorzichtig zijn met die vragen, begrijp ik uit de interruptie van de heer Venis. Ik heb het idee, we hebben er even over zitten praten, maar misschien zien we dat wel helemaal verkeerd: maakt de Partij van de Arbeid nou toch weer een klein beetje een draai naar achteren? U stelt veel vragen. Een paar maandjes geleden was de PvdA toch nog heel positief over de Drechtsteden. En die positieve ondertoon mis ik nu een beetje, hoe zit dat? Is er wat veranderd in de fractie? de heer Lavooi Er is niks veranderd in de fractie. Waar wij op reageren is het rapport van Dijkstal. En wij vinden dat qua analyse, van jongens het is te stroperig, en er moet vaart in komen enzovoort, een uitstekend rapport, maar daar waar men komt met aanbevelingen vinden we het heel erg magertjes en roept het allerlei vragen op. En die vragen die willen we gezamenlijk, we weten dat het moeilijk is hoor, maar gezamenlijk beantwoord zien. En op het moment dat die vragen beantwoord zijn komen wij tot een oordeel. Dus het is eerder voorzichtigheid dan dat het te maken heeft met een standpuntverandering. En het wordt gevoed door het feit dat we ons onder druk gezet voelen. de heer Tanis Maar Johan, even los van dit pleidooi, de vraag is natuurlijk wel wanneer tussen nu en twee april je in feite antwoord kan verkrijgen op de vragen die jullie stellen zodat je als fractie c.q. als raad met één mond kan spreken op 2 april. En dat vind ik wel een hele lastige. de heer Lavooi Ik denk dat het ook lastig is, maar ik denk dat onze fractie zich niet onder een zodanige tijdsdruk wil laten zetten, dat we naar ons idee niet adequaat antwoord krijgen op de vragen die we hebben. de heer Tanis Je zou het natuurlijk ook om kunnen draaien, en dat was een beetje de insteek van onze fractie. Als er gesproken wordt over dagelijks bestuur, dan kan ik natuurlijk aan de ene kant gaan vragen van ja, wat bedoel je er eigenlijk mee. Je zou natuurlijk ook de insteek kunnen kiezen, en ik zeg niet dat wij de wijsheid in pacht hebben, zo bedoel ik het niet, maar je zou wel kunnen zeggen, oké wij gaan mee met het vormen van een
81
82 dagelijks bestuur als het die richting op gaat. En zo niet, dan zijn we er dus niet voor. Ik ben zo bang, en dat was ook de analyse bij ons in de fractie, dat als we niet in staat zijn om duidelijk aan te geven wat wij als gemeente willen, dat je in feite weer het nakijken hebt. En dat is denk ik ook één van de redenen dat, naar onze inschatting althans, we de afgelopen jaren als gemeente gewoon onvoldoende geprofiteerd hebben van de Drechtsteden. de heer Lavooi Ja. Jullie hebben een poging gedaan om een aantal randvoorwaarden te formuleren, en die zijn behoorlijk vergaand zelfs geweest. Zo'n poging, daar heb ik ook alle bewondering voor. Wij zijn voorlopig blijven steken in het stellen van een x aantal vragen. de voorzitter Ik denk dat we eerst het rondje maar even afmaken, en dan nog even verder wat opmerkingen maken. De heer van Eijk. de heer van Eijk Dank u wel, voorzitter. De heer Tanis heeft zeer uitgebreid gesproken, en het ook keurig netjes op papier gezet. Er zijn toch veel punten waar wij ons ook wel in kunnen vinden, voorzitter. Wij zien wel veel in de samenwerking in de Drechtsteden, en we voelen ons zeker ook wel betrokken bij de maatschappelijke, maar zeker de economische aangelegenheden in dit gebied. Ook op het onderwijsgebied kunnen wij het in Sliedrecht niet alleen, dat is wel bewezen, want dat komt momenteel toch wel tot uiting in wat de plannen zijn van het Griendencollege. Dan hoef ik maar te noemen het openbaar vervoer, de regionale brandweer, GGD en politie. Wij zeggen wel, goed, samenwerken, maar zeker niet samen gaan. Al een paar keer is hier ook vanavond het woord Derde Merwedehaven gevallen. Vanmorgen las ik in de Dordtenaar dat er grote problemen zijn aan de overkant wat betreft het schoonmaken van vervuilde gebieden en er werd met name genoemd, en daar maak ik me toch erg zorgen over, het Plaatje van Troost. Het haventje van Troost wordt vermoedelijk weer naar achteren geschoven. En als ik dan kijk hoeveel miljoenen er naar Dordrecht toe gaan, dan denk ik dat wij ons met elkaar hard moeten maken voor die Derde Merwedehaven, maar zeker ook voor het Plaatje van Troost. Hier wil ik het voorlopig bij laten, voorzitter. mevrouw Hartkoren Voorzitter, zoals bij u wel bekend is, waarschijnlijk en bij meerdere raadsleden, zijn wij best voor samenwerking in de Drechtsteden en dat willen we ook duidelijk onderschrijven. In stelling 6 kunnen wij ons helemaal vinden. Het rapport Dijkstal geeft aan dat er tot nog toe veel plannen zijn gemaakt. Bestuurlijk en ambtelijk hebben we elkaar bezig gehouden; weinig uitvoering aan die plannen gegeven. Maar dat kan ik me ook wel voorstellen: als je een samenwerking begint, dat je dan ook een beetje naar elkaar toe moet groeien, elkaar moet leren kennen, elkaar moet gaan leren vertrouwen. Dus daar gaat wel een paar jaar overheen. En dan denk ik: nu is zo langzamerhand dat elkaar leren kennen, die verkeringstijd, voorbij, dan moet er nu zo langzamerhand maar eens getrouwd gaan worden. En dus wat meer, wat stevigheid geven aan de vorm en samenwerking van Drechtsteden. Dat wil niet zeggen dat je alles klakkeloos zomaar moet volgen. Ik bedoel, net als in een huwelijk moet er wel eens stevig gepraat worden. Zo zal dat ook wel eens gebeuren als we meer samen gaan werken, meerdere projecten gaan uitvoeren met de Drechtsteden. de heer Tanis Mag ik een vraag stellen, mevrouw Hartkoren? mevrouw Hartkoren Ja. de heer Tanis U pleit voor een huwelijk, betekent dat dat de CDA fractie van mening is dat er uiteindelijk één Drechtstad moet komen? mevrouw Hartkoren Nee, beslist niet. Ik vind echt, die stelling die daar staat.... dan is het misschien een huwelijk op huwelijkse voorwaarden of zo. de voorzitter Meer een lat-relatie. mevrouw Hartkoren Zoiets. Er moet meer samengewerkt worden, er moeten meer uitkomsten zijn, het moeten
82
83 geen plannen blijven. We moeten gewoon verder. En dan hebben we gezegd van oké, we moeten mandjes maken en daar wat in doen en kijken wat daar uitkomt. U heeft wat dingen genoemd, de SGP heeft ook wat projecten gezien die ingebracht moeten worden. Daar kan ik mij helemaal in vinden, maar er staat de VINEX locatie Baanhoek-west, dat zou ook wel prettig zijn in onze beleving om die daar ook bij te doen. Er staat niet bij wat de SGP inbrengt voor het volgende traject, toch? de heer Tanis Dat klopt, daar heb je gelijk in. Ons standpunt daarover is helder he, die had er gewoon bij gemoeten. mevrouw Hartkoren Het mandje waar je alles indoet, dat is prima. Een mandje kan ook een zeef worden waar het beste in boven blijft drijven, en dat is misschien ook wel een goed uitgangspunt. Ja, die vragen, daar heb ik niet zo uitgebreid naar gekeken. Ik heb hier die vragen wel gezien, dus vraag één, twee en drie. Die kwaliteitssprong, wij zetten toch wel heel erg in op economie en onderwijs, omdat, in de Drechtsteden blijven we toch wat achter qua economische ontwikkeling en dan denk ik, ja, we moeten toch zorgen dat we dat met elkaar goed op de rit krijgen en vooral ook te houden, vooral ook in Dordrecht. Daar is dus de werkeloosheid en de jeugd die zonder diploma van school komt, best hoog. En als dus die werkgelegenheid en de economie wat op gang komt en het gaat in Dordt goed, vindt dat naar mijn beleving toch ook een uitstraling verder in de regio. mevrouw Visser Mevrouw Hartkoren, geldt dat voor u andersom ook? mevrouw Hartkoren Hoe bedoel je? mevrouw Visser U zegt als het in Dordt goed gaat, dan gaat het met de regio goed. Maar bedoelt u dat als alle winkels in de binnenstad van Dordrecht failliet gaan, dat automatisch bij ons op de Kerkbuurt ook de winkels failliet gaan? mevrouw Hartkoren Nee, je moet het natuurlijk wel in positieve zin bekijken. Als de werkgelegenheid daar toeneemt, denk ik toch dat het z'n weerslag heeft op de regio. mevrouw Visser Daarom vraag ik aan u, denkt u dat het omgekeerd ook zo geldt? mevrouw Hartkoren Nee, dat denk ik niet. Als het hier minder of beter gaat, dat het z'n weerslag ook in Dordt heeft? Ja, dat zou kunnen. Ik bedoel, waar het goed gaat vindt dat toch in de omgeving z'n weerslag, een positieve uitstraling, dat kan volgens mij niet anders. Dan met betrekking tot Zuid-Holland Zuid, als nu een Drechtstedensamenwerking verstevigd wordt na verloop van tijd. Dat kan allemaal niet heel snel, en dat gaat ook in etappes, en er moet over gesproken worden. En de ene keer zal het beter gaan als de andere keer. Er zal ook, als je wat verder weer bent ook met woningbouw en zo, zal ook aan fondsvorming gedaan moeten worden, dus dat je met elkaar, als je die projecten hebt gewogen en er blijft wat in dat mandje, wat je daar aan fondsvorming, misschien ook inderdaad aan uitruil iets kan doen. Dus als Drechtsteden steviger op z'n poten staat, vraag ik me af of Zuid-Holland Zuid zoals die staat dan toch niet een groot gedeelte teruggebracht moet worden. mevrouw Visser Hoe stelt u dat zich dan voor, met bijvoorbeeld GOR, GGD, dan ga je weer aan schaalverkleining doen? mevrouw Hartkoren Ja, misschien kan er best wel wat in een afgeslanktere vorm. Het is nu een heel groot log gebeuren; misschien dat het dan toch wel beduidend minder kan. En wie weet op den duur dat dat misschien helemaal ergens....of het bij Drechtsteden ondergebracht moet worden, weet ik niet. En dat roep ik misschien wel heel erg hard, en dan loop ik misschien wel heel ver voor de muziek uit, maar je weet niet, in de toekomst. Zuid-Holland Zuid is groot, dus misschien kan dat best wel een stukje teruggebracht worden. En dan zou het ook mooi zijn in onze beleving, dat als we iets hadden, een project, misschien met alle zeven plaatsen gezamenlijk één project, wat dus binnen een korte termijn toch aan de burgers van de Drechtsteden laat zien van: nou, hier
83
84 zijn we echt mee bezig. Dat er gezien wordt waar wij aan werken, en dat het toch bij de burgers van Drechtsteden ook positief overkomt, en dat die niet zeggen: inderdaad, er worden plannen gemaakt, er liggen papieren en er gebeurt niks. Ze willen ook resultaat zien. Daar wil ik het even bij laten. de heer Tanis Hebben jullie ook nagedacht over de democratische controle of het vergroten daarop? Hoe zien jullie de rol van de raden in dat hele proces? mevrouw Hartkoren De raden moeten daar duidelijk wel bij betrokken worden, hoe precies weet ik niet, ik zit nu in het BORS, en dat is natuurlijk wel een klein overleg waar dus de raadsleden van de Drechtstedengemeenten vrijelijk en zonder last der ruggespraak over Drechtsteden kunnen praten, maar daar komen ook die processen aan de orde, en vind ik wel dat u als raad toch heel duidelijk betrokken moet worden bij de Drechtsteden. Maar hoe? Je kunt niet allemaal daar naartoe, en een Drechtstedenparlement is misschien ook wel erg ver gegrepen. Maar je moet er zeker als raad dicht bovenop zitten, toch, maar hoe precies, dat kan ik je niet zeggen, maar wel duidelijk er bij betrokken blijven, zondermeer, en ook je inbreng hebben. de heer Venis Nou, ..(microfoon staat uit) de voorzitter Nou, ik denk dat we eerst nog even wat vraagstellingen. Ik zat nog even te kijken naar het plan van aanpak. Dat is ook met de nodige spoed, tempo en weet ik veel wat voorbereid. Een procesmatig stuk wat ik in concept heb gezien. Waar het mij in ieder geval in belangrijke mate om ging, van hoe ziet die planning er uit en welke fases gaan we allemaal doorlopen en op welke wijze is de raad daarbij betrokken? En dan reageer ik ook gelijk even op de opmerking van de heer Lavooi. Als wij denken dat we voor 2 maart alle zaken even dichtgetimmerd hebben en even scherpgesteld met betrekking tot de invullingen, dan denk ik dat dat niet kan, en dat dat niet moet. Het gaat om richtingen die we willen lopen, danwel niet willen lopen. Beperkingen die we zien, mogelijkheden die we zien, en een sfeer met elkaar om daar binnen een bepaalde periode dan uitwerking aan te geven. Er zijn wat groepen mensen bezig om dat voor te bereiden, en daar zit ook vanuit de gemeente Sliedrecht wethouder van Kooten tussen, of in. de heer Venis Of bij. de voorzitter Bij, het maakt me niet uit. Maar in ieder geval, u heeft kunnen lezen in het processtuk dat ook hij zich oriënteert op de organisatie, de organisatorische samenwerking en dat soort elementen meer. de heer Tanis Voorzitter, mag ik even tussendoor een vraag stellen? de voorzitter Ja. de heer Tanis Betekent dat dan dat er op dit moment al in feite een gedachtenwisseling plaatsvindt, vooruitlopend op de uitkomsten van de consultatie van de raden? de voorzitter Het zijn oriëntaties. de heer Tanis Oké, Nee, dat is helder. Dat wou ik even beaamd hebben. de heer Lavooi Lees het stuk Manden maken, dat is hartstikke concreet. de voorzitter Wij hebben vanuit het Drechtstedenbestuur, en daar ben ik mede debet aan geweest, al zeer lang een discussie, hoe kijken we tegen de organisatorische, ambtelijke samenwerking aan? Wat levert dat nou eens een keer op? Wat betekent dat nou voor de ambtelijke organisatie als we zaken samen gaan doen? En dat zijn zaken naast de organisatorische samenwerking van hoe zou je dan aankijken tegen een democratisch gelegitimeerd bestuur? Wat versta je daar nou onder? Daar is een groepje bestuurders mee aan de slag om daar gewoon eens over na te denken.
84
85 de heer Lavooi Zijn daar al conclusies uit getrokken? de voorzitter Absoluut niet, ik vraag me zelfs af...als ze al één keer bij elkaar geweest zijn, is het slechts één keer. de heer Lavooi Het is dus een clubje die zich bezig houdt met dezelfde vragen als die wij hebben. de voorzitter Ja precies, u heeft het goed gelezen. Dan heeft u daarin kunnen constateren dat er natuurlijk een heel aantal burgemeesters buitengewoon geïnteresseerd waren. Een aantal wethouders en een aantal raadsleden zijn aangezocht om daar gewoon eens in oriënterende zin, niet meer en niet minder, met elkaar over van gedachten te wisselen. de heer Tanis Voorzitter, neem mij niet kwalijk. Zo'n proces, en eigenlijk irriteert het me een beetje, wij hebben daar als fractie vreselijk veel tijd en energie in gestopt, en ik zal het woord niet gebruiken wat ik op mijn werk zou zeggen, maar eigenlijk voel ik me een beetje genomen, laat ik het maar zo zeggen. de voorzitter Waarom nou? de heer Tanis U weet net zo goed als ik hoe die processen lopen. Als je in het bedrijfsleven of in een fractie of in één of andere commissie met elkaar van gedachte vormt, dan zit je op een bepaald spoor. mevrouw Visser En dan kan je niet meer terug. de heer Tanis En daar kom je inderdaad nauwelijks meer van af, en dan moeten wij als gemeenschappelijke raden wel hele goede argumenten hebben om die trein nog de andere kant op te krijgen, als we dat zouden willen. Dat weten we niet, want wij kennen de hele procesgang niet. Ik vind als het nu gaat over zo'n proces, waar juist één van de dingen is "vertrouwen in elkaar hebben" begrijp ik niet dat er niet eerst gewacht is tot de uitkomsten van de consultaties van de raden en twee april voordat deze club officieel .... de voorzitter Ik weet dus niet of ze al gestart zijn. Het is een procesmatige aanpak, die beschreven staat. de heer Tanis Nee, dat begrijp ik. de voorzitter Ik heb van wethouder van Kooten niet begrepen dat hij al ergens naar een bijeenkomst is geweest omtrent dit onderwerp, maar ik sluit het ook niet uit. Dus ik hou mij toch een beetje op de vlakte. Het is een procesmatige invulling van een traject wat je loopt, en binnen dat traject gaat er dus ook gekeken worden door een aantal mensen met een zeer gevarieerde en buitengewone kritische invulling naar welke mogelijkheden daartoe zouden zijn. de heer Tanis Ik begrijp u wel, maar ik ben hier gewoon uiterst ongelukkig mee, punt. mevrouw Visser ... (microfoon staat uit) de heer Pauw Kunt u dan misschien aangeven, voorzitter, wat nou de waarde is van het feit dat het plan van aanpak van dat mandjes maken of hoe het ook heet, is vastgesteld in het Drechtstedenbestuur? Wat voor waarde moet ik daar aan hechten? de voorzitter Als procesgang, een aantal stappen die je met elkaar zou moeten zetten, een aantal invuloefeningen die je daar mee zou kunnen en moeten doen, om op basis daarvan de individuele gemeenten de gelegenheid te geven om zich uit te spreken. En niet meer en minder.
85
86 de heer Pauw En als daar dus een andere visie
uitkomt, dan wordt het plan van aanpak aangepast?
de voorzitter Het plan van aanpak heeft niks met een visie te maken, het heeft met een procesgang te maken. de heer Venis Voorzitter, de verwarring ontstaat op het moment dat hier nog een stuk in de leeskamer ter inzage ligt met de datum er op, Manden maken 6 februari. Want het meest recente stuk is gedateerd 24 februari. de voorzitter Ja. de heer Venis In de richting van de heer Lavooi, hij citeert uit dat oude stuk, ja, iets anders heeft hij ook niet, want het ligt hier ter inzage. Maar in het stuk van 24 februari is dat hele financiële onderzoek uit beeld verdwenen, daar wordt niet meer over gesproken. Als je dan vervolgens kijkt..... de heer Lavooi ... (microfoon staat uit) de heer Venis Nou, in ieder geval binnen de gestelde termijnen. Maar als je vervolgens kijkt en ik weet niet, meneer Tanis, of dat uw zorgen een beetje wegneemt, is er een clubje bezig, blijkbaar, en die hebben op 2 en 3 maart met elkaar over streefbeeldontwerpen gesproken. En die hebben dus met elkaar vastgelegd van, nou, dit zijn de streefbeelden die we hebben. Die gaan ze volgens het schema op 17 maart in een aparte bijeenkomst voorleggen aan deskundigen uit de regio en aan maatschappelijke actoren. Het streefbeeld zal ook geoperationaliseerd worden in een aantal criteria waarvan de groslijst van de projecten voor het mandje zal worden teruggebracht tot een openingsbod. Dus als iedereen straks klaar is van alle gemeenten, dan hebben we een hele lange lijst. Dan wordt die door, iemand zal het moeten doen, dan wordt die door een aantal mensen dus naast het streefbeeld gelegd, en vervolgens krijgt u op de conferentie van 2 april een aangepaste vorm van het stuk wat daar is voorbereid, met de inbreng van de verschillende gemeenten. Nou kun je natuurlijk met elkaar altijd vragen: is dat dan de juiste procedure, maar iemand moet dus ergens een keer mee beginnen. de heer Tanis Daar zijn we het wel over eens. Ik vind het uiterst frappant dat u de heer Boevée verdedigt, wat dat betreft. Maar het is toch een beetje de omgekeerde volgorde. Stel nou voor dat wij als Sliedrecht en de meerderheid van de Drechtsteden in feite de mening van de heer Lavooi volgen, die ventileert van: ja, eigenlijk hebben we helemaal geen behoefte aan een gemeenschappelijk streefbeeld. Als dat er nou uitkomt 2 april, puur theorie, wat doen we dan met heel de discussie? de heer Venis Dat is een hele aardige, dan heeft het een aantal mensen wat werk gekost. de heer Tanis En dan denk ik, maar dat is mijn persoonlijke mening, als het nou gaat over vertrouwen in zo'n proces, dan denk ik van, stel nou eerst die kaders vast. Ga op 2 april, kom tot een stukje gemeenschappelijkheid en ga het dan uitwerken. En nu constateer je dus dat men in feite al, u heeft het nog beter gelezen dan ik, ik ken dit stuk niet, aan de gang is. mevrouw Visser (microfoon staat uit) de heer Venis ........zo'n geheim clubje van raadsleden. de voorzitter Heren, mevrouw en heren, denk ik, nu. Waar ik net de nadruk op wilde leggen: het is een procesgang, en binnen die procesgang vinden een aantal oriëntaties plaats. Ik heb me ook beraden op het conceptstuk waar ik ook dus andere dingen in zag staan. Gezien het feit dat op de 12e het stuk is vastgesteld als processtuk met daarna een verwerking wat nog maar paar dagen binnen is, weet ik dus ook alleen maar dat het mij in ieder geval in die situatie ging om: welke activiteiten staan er gepland om ten uitvoer te worden gebracht? Daar zijn later dan ook nog weer een aantal data aan toegevoegd. Op zich gaat het er niet om om u daarmee te irriteren of te confronteren. Het gaat erom dat een aantal zaken gewoon parallel lopen, en van enige studie worden voorzien om passende antwoorden te hebben op de momenten dat u daar behoefte aan heeft, om meer
86
87 invulling met elkaar aan bepaalde begrippen te kunnen geven. Want als je dat op 2 april gaat constateren, dat je als raad een uitspraak wordt gevraagd, dan zou je zo graag op 3 of 4 april willen weten van, als we dat principe nou van een klein dagelijks bestuur wenselijk achten, en dat zijn uitingen die afgelopen periode gewoon gedaan zijn, dan kun je er natuurlijk heel veel van zeggen, dat je zegt van, ja, je had zo'n vraag kunnen voorzien, en waarom heb je er niet alvast je gedachten over laten gaan? Dat wil niet zeggen dat je het moet aanvaarden! Dus ik constateer, en u mag allerlei opmerkingen maken, maar we moeten ook geen poppenkast gaan zitten spelen. Want op het ene moment wilt u eigenlijk al een volledig uitgewerkt plan, en op het andere moment verstopt u zich, dat u eigenlijk nog niet wil weten dat er enige oriëntatie en voorbereiding op gewenst is. Dus dat wil ik toch even als kanttekening neerzetten. de heer Lavooi Voorzitter, ik heb daar geen oordeel over gegeven. de voorzitter Nee, maar ik heb het ook niet over u. Ik heb het in zijn algemeenheid dat hier irritatie ontstaat. de heer Lavooi Ik begrijp die irritatie van de heer Tanis ook wel, want hij heeft met zijn fractie een behoorlijk lange tijd gediscussieerd, met als eindresultaat dit stuk wat er ligt. En nu komt hij tot de ontdekking dat een aantal mensen zich al een aantal weken bezighoudt met dezelfde materie. de voorzitter Dat is niet waar. Dat is niet waar. Er is een processtuk geschreven waarin staat dat men zich daarmee bezig gaat houden. de heer Pauw En het processtuk is op geen enkele wijze richtinggevend? de voorzitter Het processtuk is een, noem het maar een stuk vanuit de uitvoerende, danwel de bevoegdheid van het bestuur van Drechtsteden om u te helpen binnen het proces van het komende halfjaar om tot een gedachtenwisseling te komen op een adequaat moment. En dan kun je niet binnen dat proces zeggen van hé, heeft u nu niet nagedacht dat we bepaalde antwoorden wilden hebben. Zoals het college over democratische controle al lang een paar ideeën heeft, zo heeft u ze ook, en dan kun je natuurlijk net zo lang wachten tot we die ideeën een keer uitgesproken hebben en zeggen van, ja, hoe gaan we het dan invullen? Maar je kunt natuurlijk als bestuur van Drechtsteden ook zeggen: wij verwachten dat dat soort vragen gaat komen, en doen we er niet verstandig aan om ons daar vast wat op te oriënteren? Want die vragen, die komen. Dus ik vind het van politieke moed enerzijds getuigen, maar ook van inzicht getuigen om te zeggen van: jongens, die vragen gaan komen want die spelen al een hele tijd, de democratische controle, legitimiteit, etcetera. Dat zijn toch vragen die we nu niet opnieuw verzinnen en voor het eerst verzinnen? Die hebben we al jaren geroepen. Hooguit kun je zeggen, we hadden daar al lang meer antwoorden op moeten geven, de communicatiebetrokkenheid, waarom zo laat in het traject, daar hadden we toch eigenlijk al lang procesmatig met elkaar over van gedachten moeten wisselen? Hoe meer je streeft naar een beeld van samenwerking en daar uitspraken over wilt hebben, hoe meer je de behoefte hebt om daar toch wat voorbeelden, wat onderbouwingen, wat oriëntaties op te hebben. de heer Lavooi Voorzitter, ik verwijt het Drechtstedenbestuur absoluut niet dat men denkwerk verricht. Waar het om gaat is dat het plezierig zou zijn als dat verschillende denkwerk van ons Drechtstedenbestuur, van u als college, enzovoorts, op elkaar is afgestemd. de voorzitter Dat is waar. Dat is helemaal waar. de heer Lavooi Dat gebeurt dus niet. de voorzitter Nee, maar ik constateer met u dat het een zeer snel proces is en dat binnen dat proces een aantal zaken nu in ontwikkeling zijn waarvan ik zeg van, dat hoeft niet slecht te zijn, alleen met betrekking tot het tempo van het proces kunt u terecht hier en daar vraagtekens zetten. de heer Tanis Voorzitter, ik stel voor dat we teruggaan naar de inhoud. Ik blijf het met u oneens, ik vind dat de
87
88 raden in feite een aantal uitgangspunten zouden moeten formuleren, die vervolgens uitgewerkt zouden moeten worden door het Drechtstedenbestuur. Wij zijn als fractie van mening, als fractie, om één voorbeeld te noemen; als het gaat over de status van het dagelijks bestuur pleiten wij in feite voor procesmatige bevoegdheden, en niet meer. Als alle raden dat zouden vinden, dan krijg je een heel andere uitwerking van zo'n proces als waar waarschijnlijk nu over gedacht gaat worden. Ik noem het als voorbeeld, en dan denk ik: juist het feit dat u zegt van, jullie hebben bezwaar tegen de snelheid, pleiten we er juist voor om daar even op te wachten, want zo lang duurt het niet meer. 2 april weet in feite het Drechtstedenbestuur wat we willen. Maar goed, laten we terug gaan naar de inhoud. de voorzitter Ik ben het dus fundamenteel met u oneens, en nou wil ik ook even aangeven waarom ik dat vind. Het punt is, u moet straks kunnen kiezen tussen bestuurlijke structuren en dan kan het niet zo zijn dat een raad danwel meerdere raden zeggen, dat is onze richting, en dat je je niet oriënteert op datgene wat er nog aan andere richtingen, dus keuzemogelijkheden zijn. Dus ik vind het helemaal niet zo, dat je moet wachten tot een raad of meerdere raden een uitspraak gedaan hebben, want de raden met z'n politieke samenstelling zullen binnen dat proces wat je kiest, ook moeten kunnen wegen met betrekking tot de mogelijkheden die er op dat terrein zijn. En dan laat je je niet leiden tot datgene wat je als definitieve of als keuzeaspect zou willen gaan realiseren, maar dan moet je ook eventjes iets breder kijken dan het beperkte beeld wat je er zelf van hebt. Dus ik ben het dus fundamenteel met u oneens. En ik vind ook niet dat je als voorbereidend orgaan, of het nou Drechtstedenbestuur is of college, of we nou altijd doen of niet doen, ik vind dat je de raad keuzemogelijkheden en oriëntaties moet aanbieden die verder gaan dan datgene wat u nu net zegt. Het streefbeeld even, want het streefbeeld, daar staat namelijk nog een aantal zaken achter, en dat wil ik dan ook even citeren. Een streefbeeld van een beperkt aantal, liefst maximaal vier A4-tjes voor Drechtsteden samenwerking. Tussen haakjes: op basis waarvan criteria voor weging van de doorbraakdossiers kunnen worden geformuleerd. Nou, dat is van wezenlijk belang. Daarna staat er ook nog achter: de perspectiefnota dient met de visies op deelterreinen als basis voor dit streefbeeld. We hebben namelijk al eens een keertje, pak hem beet, anderhalf tot twee jaar geleden vanuit Sliedrecht voor het eerst een beeld gegeven van datgene wat we van samenwerking verwachten. Dat beeld moeten we verder invullen, dat streven zal dus van handen en voetjes moeten worden voorzien, en dat is ook wat er nu wordt bedoeld met streefbeeld. Waar werken we naar toe? En dat hoef je niet altijd te voorzien van een mooie slogan waar je van zegt, ja, zijn we daar nu op uit? Nee, het gaat om die feitelijke samenwerking qua inhoud en qua projecten waar je naar streeft, dat is ook een streefbeeld. Maar dan moet je er wel even met elkaar wat meer vorming en inhoud aan geven dan alleen het woord streefbeeld. Ik wilde dat toch nog even kwijt. de heer Venis Voorzitter, ik ga me niet in deze discussie mengen in de zin van daar iets over zeggen of dat ik het met u eens bent of met de heer Tanis eens ben. Zou ik mogen constateren dat het verrekte jammer is dat de gemeenteraadsleden gewoon niet de beschikking hebben gekregen over het plan van aanpak Manden maken van 24 februari? Want ik denk dat een heleboel irritatie die hier nou zit, voorkomen had kunnen worden als dat was gebeurd. Dat zeg ik nou ook achteraf, want ja, het is altijd zo gemakkelijk praten. Ja, ik kon het ook niet helpen dat ik het eerder had. mevrouw Hartkoren Ik heb het dus ook gekregen, maar ik had gedacht dat het iedereen toegestuurd zou worden. de heer Venis Het was voor onze fractie in ieder geval, nou ja, gemakkelijk niet, want het heeft een vrij lange discussie opgeleverd, maar het kader was wel helder waar het over ging. En als jullie er gewoon hartstikke veel tijd in gestoken hebben en dit kader niet gekend hebben, dan heb je daar dus een massa werk zitten doen die ongetwijfeld goed is voor de eigen beeldvorming binnen jullie fractie, en ongetwijfeld een bijdrage levert aan de beeldvorming binnen deze raad, maar het is zo jammer dat je constateert van, waar heb ik dat werk voor zitten doen? Dat is het. En als ik dan toch moet kiezen, dan vind ik eigenlijk dat de voorzitter gelijk heeft als hij zegt, in een procesmatig proces is dit niet gek dat je het op die manier doet. Het gaat ook niet om het tot in de puntjes definiëren van "en daar en daar zou het over moeten gaan", want anders hadden ze dat rondje raden gewoon wel achterwege kunnen laten. Dan had het Drechtstedenbestuur wel een stukje kunnen schrijven en zeggen van nou, van Sliedrecht doen we dat en dat, en Papendrecht, enz. enz.
88
89 de voorzitter Maar laten we even kort zijn. Noch ondergetekende, noch het college heeft dit stuk verder in zijn voorbereiding bij deze bijeenkomst gebruikt en kunnen gebruiken, want ik meen dat het vrijdag, maar het kan ook zelfs afgelopen maandag geweest zijn, bij mij is binnengekomen, dus laat dat even helder zijn. En ik denk dat datgene wat u hier vanavond gezegd heeft, vanuit gewoon uw eigen beeldvorming, dat dat zeer waardevol is met betrekking tot uw eigen gedachten en het vormgeven daarvan. Het gaat helemaal niet om wat Drechtsteden wil, het gaat er helemaal niet om wat Bandell wil, het gaat er uiteindelijk om wat u wilt, en hoe u denkt invulling te geven aan de samenleving van Sliedrecht, maar vanuit die optiek wel in wil brengen in de samenwerking Drechtsteden. Zo hebben we ook twee jaar geleden de discussie gehad van: wat is nou de meerwaarde van samenwerking? Toen zijn we er uiteindelijk op gekomen, als wij meerwaarde van samenwerking nastreven, wat willen we daar dan binnen? Toen hebben we ook, voor het eerst naar mijn mening, een hele duidelijke uitspraak gedaan van: daar verstaan we dus onder, dat we vinden dat er binnen de samenwerking met dat en dat en dat en dat rekening gehouden moet worden, en als projecten een plaats zouden moeten krijgen. Nou, in feite doen we nu een stap verder. mevrouw Visser Voorzitter, even iets heel anders. Zouden we misschien allemaal nog wat te drinken kunnen krijgen? de voorzitter Wat stelt u zich voor? Frisdrank? mevrouw Visser Koffie of fris, wat ieder wil, maar in ieder geval iets meer dan water. de voorzitter Ik heb al op het knopje gedrukt. Nog even een paar kanttekeningen in dit verband ook. Ik hoorde in uw discussie bijvoorbeeld ROM-D vallen. Ik hoorde ook ISV vallen. Het is mooi om te zeggen: wat hebben wij aan ISV? Nou, welke projecten hebben wij vanuit Sliedrecht aangedragen binnen ISV? En zijn die al dan niet gehonoreerd? Dat is waar we ons mee bezig moeten houden. Als we het hebben over ROM-D, dan kun je eigenlijk geen uitspraak over ROM-D doen als je niet zegt: welke zaken of projecten heb ik er dan vanuit Sliedrecht ingebracht? Nee, dat hebben we niet gedaan. Dus je kunt pas weten wat je aan ROM-D hebt, als je met ROM-D iets doet. En als dat zinvol is om daar wat mee te doen, geeft u daar dan invulling aan. Dat soort discussies vinden dus ook in het college op dit moment plaats, door te zeggen van, ja, als we iets met elkaar willen moeten we met elkaar ook invullen. We moeten dus niet naar een samenwerking kijken van: wat heeft het ons opgeleverd, nee, wat hebben we er in gestopt. de heer Buchner Voorzitter, even terugkomend op ROM-D. Ik kan me de discussie over ROM-D nog heel goed herinneren, en ik weet ook dat de privatisering van de Nijverwaard steeds door ons als raad ingebracht is. Er is gezegd, jongens, dat moet naar ROM-D toe. En het is niet doorgegaan, omdat het college het niet wilde. de voorzitter Er is in ieder geval tot nu toe nog weinig ingebracht in de ROM-D samenwerking. Dat is gewoon een concreet feit. Ik wilde toch even die gegevens op tafel leggen. de heer Van Meeuwen Maar dat is nu net datgene, denk ik, wat meneer Lavooi bedoelde te zeggen. We hebben natuurlijk de afgelopen jaren heel veel naar processen gekeken, daar werden ook besluiten over gevraagd enz., daar moest je over meedenken, maar het zou veel beter zijn om nou daadwerkelijk te ervaren wat regionale samenwerking betekent door je op zo'n pilot, op een bepaald onderdeel te richten, ROM-D, daar iets in te stoppen vanuit Sliedrecht, en vervolgens te zien wat er dan gaat gebeuren. Dan wordt het geloofwaardig, dan heb je dus een bepaald project. En dan zou je dus, en dat heeft de heer Tanis verwoord namens de fractie, als we dat actiever gedaan hadden in het verleden, dan hadden we wellicht ook meer de meerwaarde ingezien van wat het ons daadwerkelijk oplevert. de voorzitter Exact. wethouder Verboom Als het over de Nijverwaard gaat, dan hebben wij wel degelijk geprobeerd of ROM-D daar z'n kennis en kunde op los wilde laten. Maar dat was een heel moeilijk dossier, want hoe ontwikkel je een Connexion lokatie, hoe ontwikkel je op enig moment met name de lege gebieden? Die zijn gewoon
89
90 teruggegeven. de heer Van Meeuwen Maar ik bedoel dit ook niet in verwijtende zin. wethouder Verboom We hebben het ingebracht, en we hebben het teruggekregen. de heer Van Meeuwen Ik bedoel het ook helemaal niet in verwijtende zin. Ik bedoel het vooral met het oog op de toekomst. Wil je er iets mee gaan doen, met regionale samenwerking, zou je het daar op moeten gaan insteken. En volgens mij moeten we daar ook volgende week in de boodschappen naar Bandell naar toe, hoor. mevrouw Visser Maar meneer van Meeuwen, denkt uw fractie op dit moment ook niet dat Drechtsteden zich veel meer moet gaan concentreren op een aantal zaken, in plaats van op die vergrote diversiteit van zaken waar ze zich nu mee bezig houden, waar ze rapporten over produceren? Moeten dan die zeven gemeentes niet gewoon nu eens zeggen, van 2 jaar lang zetten we dat, dat en dat op stapel en daar houden we het eens even bij? Net wat meneer Lavooi zei, wat is de meerwaarde van dat hele korenverhaal met die 50 cent per inwoner? Dat kan misschien later wel, maar dan zal eerst dat vertrouwen er moeten zijn, en ik neem niet aan dat Sliedrecht uniek is in dat vertrouwensverhaal. de heer van Meeuwen Ik heb Bandell horen zeggen in die Nieuwjaarstoespraak, en dan gaat het niet om de persoon zelf, we moeten naar de concretisering van de dingen toe. En als het nou gaat over concretisering, dan worstelt men binnen dat Drechtstedenbestuur toch ook met een soort besluitvaardigheidscrisis, van hoe kun je nou adequaat en besluitvaardig ook de dingen regelen? Nou, vandaar dat er ook voorstellen zijn over dat besluit. Ik herinner me ook heel goed dat in de laatste grote regionale bijeenkomst kamerbreed in die zaal in de Lockhorst naar voren kwam dat er iets van democratische controle moest zijn. Het woord Drechtstedenparlement is er zelfs gevallen, dus daar kunnen ze gewoon niet omheen, dat zou wat mij betreft ook een boodschap moeten zijn volgende week, dat je dat als raden unaniem ook zo stelt. Het is natuurlijk een hot item. de heer Venis Daar gaat het niet over, want, en daar werd meneer Tanis een beetje boos over, dat heeft het Drechtstedenbestuur dus op zijn agenda gezet en gezegd van, kijk, we hebben die bijeenkomst gehad. En wat is er nou sinds die bijeenkomst gebeurd? Eigenlijk nog niet zo gek veel. En laten we nou de volgende slag maken, en nu eens heel concreet gaan kijken hoe je die bestuurlijke invulling en de democratische controle met elkaar regelt. Dat hoef je dus niet meer mee te geven, dat gaat al gebeuren. Je kunt hooguit nog eens omlijnen van: verrek, daar gaat het om. Maar wat het Drechtstedenbestuur ook vraagt in dat verhaal, dat is van, kom nou niet met een waslijst van 20 punten waarvan je roept, ja dat zouden we ook allemaal wel leuk vinden. Nee, geef nou eens heel concreet projecten aan waarvan je zegt, A, daar hebben we voor ons dorp iets aan, en B, het levert een bijdrage aan het streefbeeld, wat het dan ook moge zijn op dit moment, want dat weet ik ook nog niet. Wat is die gemeenschappelijke visie, wat is die missie. Kom nou eens met een aantal projecten die je gezamenlijk aan zou kunnen pakken, en daar haal je de meerwaarde voor je dorp dan uit. Onze fractie heeft dus gezegd van: nou oké, als je over dat soort projecten praat, grijpen we nog even terug op het oude verhaal van de bereikbaarheid uit de eerste drie clusters van belangrijkheid binnen de Drechtsteden, wonen, werken, bereikbaarheid. Nou, die bereikbaarheid heeft een invloed op alles, op het wonen en op het werk, dus als die bereikbaarheid voor deze regio verbeterd zou kunnen worden door gezamenlijk in Drechtstedenverband iets te doen aan die bereikbaarheid, A15, openbaar vervoer, dan is dat prima, dat is goed voor de Drechtsteden en ook goed voor Sliedrecht. Tweede suggestie die onze fractie heeft gedaan is: pak het onderwijs, het is goed voor de Drechtsteden als je daar een bredere basis aan zou kunnen geven en dat is ook goed voor ons dorp. En dan weten we er ook nog wel honderd, die we zouden kunnen opnoemen. Maar het is niet realistisch om te veronderstellen dat dat zaken zijn die je binnen nu en het tijdsbestek van dit verhaal aanpakt. de heer Tanis Even terug naar het begin van jouw verhaal. Je greep terug op de bijeenkomst in de Lockhorst. Daar ging het in feite over democratische controle. Eigenlijk zeg jij, de richting is gezet tijdens die bijeenkomst in de Lockhorst, dus daar hoef je niet meer op terug te komen. Dat is opgepakt, maar niet meer opgepakt door
90
91 ons als een hele algemene lijn, en vandaar dat onze fractie zegt, oké, zou het niet goed zijn om als uitgangspunt bijvoorbeeld te hanteren wat wij zeggen van, joh, het dagelijks bestuur, dat moet in feite alleen maar procesmatige bevoegdheden hebben. Dat is wel een uitgangspunt, he! de heer Venis Nee prima, maar dan de democratische controle, want als ik nou heel eerlijk ben, dan zal het mij als raadslid, als volksvertegenwoordiger en als controleur kaders stellend, enz, enz, al die termen, zal het me in wezen een zorg zijn hoe dat dagelijks bestuur georganiseerd is. Mij gaat het er dan vooral om van, hoe kan ik daar als raad controle op houden? Nou, dan zijn er een aantal varianten. Dan kun je naar zo'n Drechtstedenparlement; er is net gedaan of dat die hele zaal daar unaniem voor was. Nou, ze waren unaniem voor het feit dat het niet meer zo stroperig moest gaan als het nu gaat. Maar dat Drechtstedenparlement is het niet, per definitie. Rechtstreekse verkiezingen, ik heb het net zo even gedaan, maar ik snap ook wel dat het dan iets voor moet stellen. Nou ja, welke varianten heb je dan nog meer? En ik vind eerlijk gezegd dat wij als gemeenteraadsleden daar best met elkaar over kunnen praten, van hoe zouden we dat nou het best willen, prima, maar ik ga dat niet uit zitten werken, daar heb ik die bestuurders voor. Laat ze dat vooral doen. de heer Van Meeuwen Nee, maar dan gaat het er wel om dat we volgende week natuurlijk iets neerzetten in die zin. Daar gaat het wel om. We zijn het toch meer eens dan we dachten. de voorzitter Maar is het niet zo dat dit signaal... in de Lockhorst is deze conclusie natuurlijk al lang getrokken, dat er een stukje uitwerking moest plaatsvinden. mevrouw Visser ... (microfoon staat uit) de heer Venis .... deze omschrijving heel hard één van die pilots in dat plan van aanpak, waarvan het dan nog een keer jammer is dat je het gewoon niet...... de voorzitter Als u er misschien nog aan hecht even naar het collegevoorstel te kijken, dan zegt het collegevoorstel op pagina 2 dat wij behoefte hebben aan regionale schaalbenutting en een regionale organisatie van de uitvoering. De voorzet, ja, ik denk nog even monistisch, ik val ook wel eens terug in een oude rol. Het college is best geporteerd van: laten wij benutten wat je binnen de schaal van Drechtsteden kunt, zodat je niet alle activiteiten, zeker niet die in het kader van wetgeving en samenwerking effectiever georganiseerd kunnen worden vanuit de samenwerking, allemaal zelf gaat zitten doen. De basis van bepaalde wettelijk verplichte regelingen, danwel wettelijk verplichte nota's, of het nou vluchtelingenbeleid is of het gezondheidsbeleid, of op een aantal punten het milieubeleid, of Wet Werk en Bijstand, dat kent allemaal een bepaald wettelijk kader met daarna een aantal op maat toegepaste uitwerkingen op lokaal niveau. Nou, wij hebben het idee dat wij qua schaalbenutting daar nog veel meer naar zouden kunnen kijken, en dat we niet alle nota's op al die gemeentehuizen moeten gaan zitten voorbereiden, maar dat we misschien twee of drie van die gemeenten vragen van, ga eens met elkaar om de tafel en doe eens een concept, zodat we daarna daar een lokale verdere invulling aan kunnen geven. Dat soort werkzaamheden zou je veel meer gezamenlijk op kunnen pakken. Regionale organisatie van uitvoering, als je projecten hebt met bepaalde specialistische aspecten, en of het nou woningbouw is of werkgelegenheid, zet je specialisten bij elkaar en maak daar gebruik van, organiseer dat gezamenlijk. Die regionale investering, danwel regionale fondsvorming, daarvan zegt het college: als je bepaalde projecten in het mandje gooit, zul je daar ook fondsvorming voor moeten realiseren, maar wel binnen afgesproken kaders en wel binnen een afgesproken beleid. Hetzelfde geldt ook voor Grondbedrijven. Als je werkelijk iets met ROM-D wilt, zul je waarschijnlijk in de toekomst groeien naar een afsprakenkader danwel een gezamenlijk beleid, danwel een gezamenlijk grondbedrijf. Maar willen we dat, of willen we dat niet? Willen we dat snel, of willen we dat op langere termijn? Dat zijn uitspraken waar ik toch vanavond de basis van gevonden heb binnen uw beraadslaging. Ik heb niemand van u vanavond horen zeggen dat u een aantal onderwerpen niet Drechtstedelijk zou willen doen, dat u geen vulling aan het mandje zou willen geven. Nou, als je vulling aan het mandje geeft, moet je dat wel gaan organiseren, dan moet je dat denk ik ook democratisch gelegitimeerd doen, dat heb ik u ook allemaal zo'n beetje horen zeggen. Alleen de invulling die we daar op moeten geven, ja, dat staat ons nog niet helemaal helder voor de geest. Het college heeft het overigens zo
91
92 geformuleerd. Bij vraag 8 merken we op de democratische legitimatie van de bestuurlijke organisatie zeer belangrijk te vinden. Het nieuw te vormen bestuur, dat klein en slagvaardig dient te zijn moet over een mandaat beschikken. Zij dient vooraf kaderstellende plannen bij de raden in te dienen, waarover de raden besluiten dienen te nemen en waarover achteraf verantwoording wordt afgelegd aan de raden. Dus je zult vooraan in het proces bepaalde afspraken, kaders moeten stellen op basis waarvan je controle uitvoert, in inhoudelijke en financiële zin. Alleen, dat vraagt nogal wat studie en uitwerking, want het is makkelijk gezegd. Maar ik proef toch een beetje dat u dat soort lijnen ook onderschrijft. Het gaat er denk ik volgende week niet om voor Bandell dat u zich precies uitspreekt over hoe dat bestuur eruit moet zien, en wat de invulling van die taken is, en hoe we dat democratisch vormgeven. Nee, u stelt als randvoorwaarde, denk ik, dat u het een democratische vorm wilt geven. En als je dat democratisch vorm wilt geven, dat daar dus bepaalde kaders, bepaalde randvoorwaarden, bepaalde uitgangspunten aan meegegeven zullen moeten worden. de heer Pauw Voorzitter, mag ik er nog even op reageren. Ik zit nu even met wat we in het mandje moeten gooien, om het zo maar eens even te zeggen. Er zijn een aantal dingen over tafel gegaan vandaag, een aantal dingen zijn er besproken. Het college heeft het over het Burg. Winklerplein als regionaal winkelcentrum, maar dat ziet onze fractie dan meer als zijnde richting de Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden en niet richting bijvoorbeeld Papendrecht. De vraag is even, moet je ook niet-realistische zaken in dat mandje gooien? de voorzitter Het is dus de vraag of het er allemaal wel in zal komen. Maar als we het dan over herstructurering hebben, dan hebben wij het idee dat we ook gezamenlijk zouden kunnen kijken naar bijvoorbeeld de problematiek van parkeren, dat we ook gezamenlijk zouden kunnen kijken van, zijn er voor revitalisering en herstructurering ook subsidiale middelen, waar dan ook te verkrijgen? Alleen al vanuit de invalshoek is het belangrijk om ook dit soort onderwerpen op de rol te zetten, en of het ook stand houdt, dat is even de vraag. Maar revatalisering danwel kwaliteitsverbetering van de Nijverwaard, dat is toch voor een deel een regionale kwestie, waar het REO zich op een aantal punten met betrekking tot de activiteiten die er kunnen en mogen plaatsvinden, adviserend een uitspraak over dient te doen. Dus je probeert een aantal onderwerpen te vinden waar je regionaal met elkaar aan gebonden bent, soms met handen en voeten, en soms omdat er advisering over dient plaats te vinden voordat de provincie toestemming geeft. Ik veronderstel dat we het over de Derde Merwedehaven al lang over eens zijn. de heer Van Meeuwen Ik zit me nu af te vragen hoe het volgende week precies gaat, maar dat kunt u dadelijk misschien nog wel uitleggen. Er wordt door burgemeester Bandell ook over doorbraakdossiers gesproken; dat vond ik een hele mooie term. Ik vind dat, als het nou over één doorbraakdossier gaat waar wij dus ook iets van de regionale samenwerking zouden kunnen zien, dan is het de Derde Merwedehaven. Nou, wie ben ik, maar ik zou dan adviseren dat we dat dus raadsbreed goed neerzetten, dat we dat als een doorbraakdossier van Sliedrecht willen zien. de heer Pauw Maar dan heeft u ook waarschijnlijk het rapport Dijkstal gelezen, en het verhaal wat daarin gezegd wordt over de conclusie wat Dordrecht zou moeten doen voor het beïnvloeden van het woongenot van bewoners van kleinere buurtgemeenten (daar had eigenlijk gewoon Sliedrecht kunnen staan) aan de overkant van het water. Om de belangen van de kleine gemeenten, lees Sliedrecht, te dienen, dient Dordrecht zwaar te onderhandelen met exploitanten van het terrein, en bereid te zijn fors te investeren. Nou, dat vind ik dus niet realistisch. En nu vraag ik mij af, wat voor waarde heeft het dan om zoiets in te brengen, hoe belangrijk ik het ook vind? de voorzitter Een delegatie van het college heeft een gesprek gehad met de visitatiecommissie, want die moest zich oriënteren, dat is één. Dat is nog eens een keer weer teruggekoppeld, en in die gesprekken hebben wij zeer nadrukkelijk vanuit het college uw opvatting die al jaren bij u leeft. neergelegd en gezegd van, als u Sliedrecht serieus neemt, als u van mening bent dat u samenwerking nastreeft, dan kunt u zich niet meer permitteren uitspraken vanuit het verleden, noch vanuit Dordrecht, noch vanuit Drechtsteden, en te zeggen dat u niet van plan bent om de Derde Merwedehaven Drechtstedelijk te behandelen.
92
93 de heer Lavooi Het enige concrete wat de heer van Meeuwen voorstelt is: laten we daar dan volgende week dinsdag een hot item van maken. de voorzitter Dat sluit aan bij datgene wat het college al maanden in voorbereidende zin heeft geroepen. de heer Lavooi Dan zou misschien het antwoord "ja" op z'n plaats kunnen zijn op de suggestie van de heer van Meeuwen. de voorzitter Ja, maar ik hoop daarnaast even te kunnen constateren dat we een aantal andere onderwerpen ook goed doen om aan de orde te stellen. de heer Lavooi Ik bedoel het bij wijze van voorbeeld, want ik heb het idee dat we anders hier om twaalf uur nog zitten. de heer van Meeuwen De enige bedoeling van mijn opmerking was, dat mandje vullen, maar u moet het dadelijk nog maar even aangeven hoe we dat moeten doen, want volgens mij is het echt niet de bedoeling dat we dat allemaal concreet gaan zitten invullen. Het gaat veel meer om de bereidheid, willen we wel een mandje vullen, denk ik. Maar ik vind: de Derde Merwedehaven is niet zomaar een gewoon onderwerp voor een mandje. De term doorbraakdossier is geïntroduceerd, en dat zijn dossiers die bijzonder zijn, waar we met grote kracht met elkaar iets mee moeten doen en kunnen doen. Nou, dan vind ik dat wij het recht hebben om dat dus als één voorbeeld van doorbraakdossier stevig neer te zetten. Dat is de enige bedoeling van mijn opmerking geweest, en geen inhoudelijke discussie erover, want dat weet Bandell toch wel, hoe dat zit. de voorzitter Ik denk dat Bandell niet anders verwacht. de heer De Winter Maar zo kun je natuurlijk nog meer voorbeelden geven, want we hebben natuurlijk dit prachtige boekje gekregen, en daar staat een serie "hot items" in. Ik wil ze niet allemaal voorlezen, maar dan gaat het ook over een stukje werk. Wij zijn bijvoorbeeld bezig in Sliedrecht om een prachtige woonboulevard aan te leggen. En nu we het over samenwerking hebben: moet je eens gaan kijken wat er nu in Dordrecht gebeurt. Daar gaan ze een haven dichtgooien, en dat wordt een woonboulevard. de heer Van Meeuwen Oké, dat ben ik met je eens, Bram, maar dat vind ik dan mandjesonderwerpen. Maar je moet niet alles doorbraakdossier gaan noemen, want dan maakt het geen indruk meer. Er is er maar eentje voor ons. de voorzitter Er is er ook naar de opvatting van het college maar één, en dat is relevant, en de rest volgt er op. de heer Venis Voorzitter, we komen denk ik aardig naar de kern van de zaak. Als je nou kijkt naar wat dan gezegd wordt over de doorbraakdossiers, dat zou dan moeten passen in het vastgestelde streefbeeld. Dus nou tillen we het één verdieping hoger, en dan zeggen we, goed, hoe formuleren we vanuit de raad van Sliedrecht het streefbeeld voor de Drechtsteden waar dit onderdeel in past? Ja, dan krijg je dus misschien wel, je had er geloof ik eentje in de eerste zin of zo staan, een regio waar iedereen het plezierig vindt om in te wonen en te werken, of heb ik dat zelf gezegd? de heer Tanis Een sociale, veilige en waardevaste gemeenschap, gericht op het welzijn van alle inwoners. de heer Venis Het trieste is natuurlijk dat dat streefbeeld voor Rotterdam ook zal gelden en voor Amsterdam ook, en waar onderscheiden we ons dan weer in? Dat is dan ook weer een goeie vraag. de heer Van Meeuwen Dat is dan ook een open vraag naar de heer Bandell toe. Die zal dat dik onderstrepen, dat geldt inderdaad voor iedere plaats. Maar voor ons wel in het bijzonder natuurlijk, met zo'n situatie aan de overkant. Dus dan is het toch voor ons een doorbraakdossier?
93
94 de heer Venis Ja, maar het streefbeeld vind ik niet
uniek.
de voorzitter Het is iets anders, natuurlijk. Maar om tot een streefbeeld te komen is de nadrukkelijke wens om een gezamenlijk probleem op te lossen, zo hebben wij het altijd gepresenteerd. Ik denk als wij niet minimaal van u de uitgestoken hand zien dat er wat gebeurt met de Derde Merwedehaven, dan kunt u samenwerking wel schudden. Dan komt dat absoluut niet van de grond. de heer De Winter Maar voorzitter, ik wil ook eigenlijk nog een vraag stellen, want dinsdagavond ben ik zoals u weet voorzitter van die commissie waar onze grote vriend de heer Bandell komt. de voorzitter Nee, die komt niet in die commissie, het wordt een formele raadsvergadering waar de voorzitter van het Drechtstedenbestuur van u hoopt te vernemen wat uw gedachten vanuit de fracties zijn. Ik heb dat geprobeerd op een aantal momenten uitgelegd te zien, en dat hebben we ook geprobeerd om in dit memo te vermelden. Het is op dezelfde avond om in zo min mogelijk tijdsbeslag op uw agenda's te leggen, die toch al druk zijn. Je had Bandell ook nu om 21.00 uur kunnen uitnodigen, wilt u zeggen? Ik stel voor, ik denk dat er toch een aantal signalen af te geven zijn. Ik heb niemand van u gehoord die zegt dat er niet de wil is om te kijken, dat het niet de wens is om te kijken, dat er een bepaalde noodzaak is om te komen tot samenwerking... mevrouw Visser ...(microfoon staat uit) de voorzitter Nou ja goed, maar sommigen vinden het een wens en anderen vinden het een noodzaak. Dus hoe u zich uitspreekt, maar het komt er allemaal op neer dat toch een vorm van samenwerking door u wordt gezocht met Drechtsteden. Dat u daar eigenlijk een voorwaarde aan verbindt voordat u daar feitelijk echt toch mee verder zou willen gaan, en dat is een oplossing voor de problematiek van de Derde Merwedehaven. En dat u het daarnaast van belang vindt dat er op een effectieve, stevige wijze samengewerkt wordt, maar dat we de meerwaarde van de samenwerking ook zien in de vorm van schaalbenutting en een duidelijke organisatie van de uitvoering, liefst procesmatig, liefst projectmatig, met een duidelijke bestuurlijke controle, democratisch gelegitimeerd. Dat is ongeveer het beeld wat u hier vanavond schept, met natuurlijk enige nuancering, en hier en daar bij de één wat meer ingevuld dan bij de ander. En ik denk dat Bandell niet mag verwachten dat u vanavond verder komt dan, of dat u dan verder komt dan. En hooguit dat hij u wat zal uitlokken om naar de verschillen tussen u als fracties wat te proeven. En u kent hem ook, u heeft het hier aardig vertaald, hij heeft de charme om u wat te prikkelen en daarmee te overtuigen dat we het met elkaar zo goed bedoelen. de heer Lavooi Ik heb nog één punt voorzitter, want ik heb het idee dat het een vrij aardige samenvatting is van een soort raadsbreed gevoel, maar waar ik nog mee zit is die snelheid van het proces. Hebben we daar ook een soort gemeenschappelijk gevoel over? de voorzitter Het gaat te snel. mevrouw Visser Het feit is altijd geweest dat Drechtsteden na een lang beraad, en we horen het pas als het al klaar is, en dan was het verhaal, als onze raad niet meedoet, dan betaalt de provincie ook niet. Maar in dit geval gaat het juist helemaal verkeerd om, en veel en veel te snel. de heer Lavooi Volgens mij hoort dat dus ook bij die samenvatting. de heer Van Meeuwen Misschien nog een kanttekening, die democratische controle was er altijd eentje, maar die wens is eigenlijk voortgekomen omdat de communicatie naar de raadsleden, naar de raden de zwakke plek in het hele Drechtstedenverhaal was, vanaf het begin. Als je dus nu kijkt naar het proces, en dan bedoelt Johan ook, hoe dat ons overkomen is, nou ja, dan is dat inderdaad een schoolvoorbeeld van hoe het eigenlijk niet zou moeten. de voorzitter Het moet vroegtijdiger en vooral kaderstellend.
94
95 mevrouw Visser Ja, maar toch wel gestructureerd en niet zo van... de voorzitter Ja, oké. de heer Lavooi Het is heel simpel. Ik heb dinsdag mijn mail niet geopend en daardoor weet ik niet dat er een stuk van het college ligt, en er is inmiddels een plan van aanpak wat ons niet is toegestuurd. Dat zijn sporen van haast. de voorzitter Dat is waar, dat is absoluut waar. de heer Pauw Maar het stond wel op de stukken van de ingekomen stukken in de leeskamer, dus.... Ik sla ze ook negen van de tien keer over, zeg ik eerlijk. de heer Lavooi Het is een verouderd stuk. de voorzitter Het is waar dat het onder een hoog pressure cooker gehalte gaat, en het streven was overigens dat het nog sneller moest. Nou, dat was ons helemaal niet mogelijk. Het voorstel is om enige samenvatting toch hier van deze bijeenkomst op papier te zetten. We zullen er in ieder geval naar streven; dat ligt maandagavond in uw bakje en op de mail. Eerder lukt het absoluut niet. Ik heb alleen nog één vraag, de stelling die hier naar voren is gebracht, "de burgers van Sliedrecht zijn het meest gebaat bij een hechte op elkaar betrokken lokale gemeenschap, binnen intensief samenwerkende Drechtsteden", is dat toch een beetje een samenvatting? de heer Pauw Ik heb al aangegeven aan het begin, het is een doelstelling, daar kan je alle kanten mee op. de voorzitter Maar het geeft wel een beetje een beeld aan waar vanuit u vertrekt. Want u vertrekt vanuit een hechte, op elkaar betrokken lokale gemeenschap, en wenst die dan ook, want je kunt het invullen, wenst die dan ook op een verantwoorde wijze zelf vorm en inhoud te kunnen geven, ook in de toekomst. Daarom staat het er. de heer Lavooi Maar zeker het bestuurlijk leven is zo gecompliceerd, dat je dit soort dingen niet in dit soort kreten kan samenvatten, hoeveel waardering ook voor de poging. de voorzitter Dan houd ik op. de heer Tanis Voorzitter, ik heb nog een rondvraagpunt, mag dat ook? de voorzitter Zullen we gewoon een rondje doen? Wie wil er nog iets kwijt met betrekking tot datgene wat er op papier gezet zou moeten worden, danwel in zijn algemeenheid deze avond? Mevrouw Verboom? wethouder Verboom Even een opmerking aan de zijlijn. De haast die wellicht geboden is: het zou een reden kunnen zijn dat wij natuurlijk al heel snel met een begroting moeten gaan beginnen. Dat is van de zomer. Op het moment dat wij concreet uitvoering willen geven aan projecten in Drechtsteden betekent het wel dat we die heel snel op tafel moeten hebben liggen. En dat kan financiële consequenties hebben. Het rapport Dijkstal ligt er nu pas, die visitatiecommissie is dit jaar pas geweest. En de conclusies die wij met elkaar als Drechtsteden er uit getrokken hebben, die onderschrijven we ook. Wil je snel concreet een paar zaken aanpakken, dan moet je ook gewoon snel handelen. Ik heb niet zo'n behoefte om het Drechtstedenbestuur te verdedigen, maar ik voel me wel onderdeel daarvan. Ik vind dat mede een argument om heel snel en adequaat zaken op te zetten. de heer Lavooi Krijgen we de meest actuele versie van het rapport Manden maken? de voorzitter Dat zullen we u morgen doen toekomen. We kunnen het in ieder geval kopiëren en in uw bakjes deponeren, danwel met uw poststukken meezenden, dat moet lukken. Daar heeft u denk ik gewoon recht op. Digitaal kunt u er in ieder geval ook over beschikken. De heer Tanis.
95
96 de heer Tanis Ik had een algemeen punt, voorzitter. Ik had het aan het begin willen melden, dus het staat los van de discussie die wij samen even hadden. Onze fractie vindt het eigenlijk een goede gewoonte, die we vorige jaar ingezet hebben, om informele raadsvergaderingen te laten voorzitten door de nestor van de raad, door de tweede voorzitter. Dat staat los van uw persoon; vorig jaar hebben we dat een keer gedaan en dat vonden wij zelf best wel een aardig initiatief, los van dat het toevallig een fractiegenoot van ons is. Ik weet dat dat in het presidium thuis had gehoord. Ik was er zelf niet, Dick was er wel, maar die zei, ik ga niet voor mijzelf pleiten. Maar ik leg dat hier wel gewoon hier even neer. Dat is los van uw persoon hé, laat dat helder zijn. de voorzitter Daar hebben we in het duale stelsel een uitspraak over gedaan. de heer Tanis We hebben in de Lockhorst natuurlijk met elkaar er over gesproken, en juist over de raadsvergaderingen, dat als er punten waren die betrekking hadden op de verantwoordelijkheden van de burgemeester, zou de tweede voorzitter even zijn positie opnemen... de voorzitter Helemaal waar. de heer Tanis .. en één van de punten die mij natuurlijk vanavond opviel is, op een gegeven moment heb je natuurlijk je rol als voorzitter, en vervolgens neem je ook actief aan de discussie deel. Dus wat dat betreft had het er ook voor gepleit, maar dat even terzijde. Dat staat los van vanavond hoor, nogmaals. de voorzitter U heeft gelijk. de heer Tanis Het is gewoon de mening van onze fractie. de voorzitter Volgens mij hebben we daar ook recentelijk in die duale Lockhorst-avond een afspraak over gemaakt. U heeft helemaal gelijk. mevrouw Visser Volgens mij moeten we er maar in Burger en Bestuur nog eens even over verder praten, want er zijn nog meer dingen. de voorzitter Dat gaan we meer doen. De heer van Meeuwen? de heer Van Meeuwen Nee, dank u. de heer Venis Voorzitter, het eerste is dat ik even in de richting van de heer Lavooi de opmerking moet maken dat ook in die nieuwe Manden maken dat verhaaltje nog staat over het onderzoek in januari/februari. Het is niet meer zo dik gedrukt als de vorige keer. Wethouder van Kooten is één van de mensen die dat rondje gaat maken, neem ik maar aan, want ik ga er nu wel vanuit dat dat nog niet gebeurd is. de voorzitter Ik weet het echt niet. de heer Venis En de tweede opmerking, dan wil ik nog graag even de woorden terughalen van de fractievoorzitster van het CDA. Die heeft gezegd van ja, hoe vertel ik het nu aan mijn kinderen, niet in die woorden, maar hoe leg ik dit nou terug aan de burgers? Als nou elk raadslid vanavond na afloop hier de vraag voorgelegd krijgt, verkoopt u nou de Drechtsteden eens aan, laten we maar beginnen aan je familieleden...wie durft dan te zeggen dat hij in staat is om dat heel goed te doen? Dus ik zit even met het probleem, hoe gaan we nou, als we verder gaan met de Drechtsteden, maar dat zal wel gaan gebeuren als ik uw samenvatting van deze avond een beetje volg, hoe gaan we nou zorgen dat dit ook gaat leven bij de burgers, en dan vind ik niet dat dat een eerste taak is van het Drechtstedenbestuur, want dat is een stukje verder, maar daar moeten we allemaal iets aan kunnen doen.
96
97 de voorzitter Ja, de vertaalslag naar de bevolking, heel
lastig. Dat is een moeilijke slag.
de heer Venis Hij zal gemaakt moeten worden. de voorzitter Hij zal gemaakt moeten worden. de heer Venis Als je het draagvlak daar niet kunt creëren, dan is zo'n discussie best leuk. de heer De Haan Ik begrijp uw opmerking niet. Als u nou kijkt naar de drie voorbeelden die u vanavond hier pregnant naar voren heeft gebracht waar het wat u betreft nu in eerste instantie over moet gaan: de Merwedehaven, de A15 en onderwijs... dat kunt u toch uitleggen aan uw burgers? mevrouw Hartkoren Toch een beetje proberen een positieve instelling te hebben daarover. de heer Venis Dat ben ik met je eens. En dan zeggen ze, joh Venis, nou thuis zeggen ze dan Gerrit tegen mij, dan zeggen ze van, hoe lang draai jij nou daar al mee in die Drechtsteden? Dan zeg ik, nou, een jaar of vijftien. Nou, wat hebben we er al tot nu toe van gezien, en geloof je daar nu echt in? de heer De Haan Die scepsis begrijp ik, maar daarin zou ik u aanbevelen: geef nou de uitdaging van Bandell van: zullen we een sprong wagen, in ieder geval nog één kans om te kijken van, kunnen we die sprong met elkaar maken? de heer Venis Daar hoef je mij niet van te overtuigen. de voorzitter Kijk, dat horen we graag. Dank. Tot maandag. Ik sluit de vergadering.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Sliedrecht op, 29 maart 2004 De griffier,
De voorzitter,
A. Koenen
M.C. Boevée
97