Notulen van de openbare vergadering van de Commissie Ruimte, gehouden op 3 december 2014. Voorzitter Commissieleden
: de heer H.A.M. Visser (GOP) : mevrouw F.M.W.C. Clijsen (Gooi Duursaam), de heer B. Henzen (Partij voor Bussum), de heer P. Hoekstra (PvdA), de heer J.C. Krabbendam (Fractie Krabbendam), de heer J.A. Kwekkeboom (GOP), de heer P. Rijpstra (VVD), de heer R.M.M. Sweijen (Hart voor Bussum), mevrouw M.M. Sluiter (D66) Commissieleden, niet : de heer M.E.A. Hendriks (Hart voor Bussum), de heer H.J.B. Lansink zijnde raadsleden (GroenLinks), de heer J.A.I. de Lange (CDA), de heer M.J.R. Marshall (VVD), mevrouw M-M. Meijer (PvdA), Portefeuillehouder : mevrouw A.C. van den Berg-Van Bart, mevrouw G.N. van Ramshorst, mevrouw A.J.M. de Ridder Commissiegriffier : mevrouw. I. van Woudenberg Voorts aanwezig : mevrouw A. Soede, de heer F. Elion (ProBussum) Inspreker : de heer Wolf, de heer Wennink mevrouw Boonacker, de heer Van den Eeckhout, de heer Schoon Notulist : mevrouw M. Prinsen (Het Notuleercentrum) Afwezig Commissieleden : de heer L.J.F. Zweers (CDA) Commissieleden, niet : de heer M.P.J. Schouten (GOP), mevrouw W. Griffioen (GroenLinks), zijnde raadsleden Opening De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur en heet iedereen welkom. Vaststelling agenda De agenda wordt vastgesteld. 1. Rondvraag • De heer Sweijen vraagt, naar aanleiding van een concrete situatie, wat het beleid is voor het verwijderen van blad. Kennelijk moet men daar zelf voortaan om verzoeken. Hoe snel wordt zo’n verzoek afgehandeld en kan de procedure via de website worden gecommuniceerd? De wethouder mevrouw Van Ramshorst antwoordt dat de standaardrondes zijn afgeschaft en dat alleen waar het nodig is blad wordt verwijderd. Dit jaar is al vroeg begonnen met blad ruimen om te voorkomen dat putten vollopen. De situatie wordt gemonitord. Bij gevaar en overlast, bijvoorbeeld voor mensen met een rollator, wordt ingegrepen. Als de servicelijn wordt gebeld, wordt het blad snel weggehaald. De heer Rijpstra vult aan dat dit op 25 oktober op de website is gezet en dat er ook via de gemeentepagina over gecommuniceerd is. • De heer Sweijen vernam dat wijkagenten en BOA’s niet kunnen ingrijpen bij de overlast door jongeren in de speeltuin aan de Slochterenlaan. Daartoe zou een bord met openingstijden en toegestane leeftijden geplaatst moeten worden. Kan dit gerealiseerd worden? De wethouder mevrouw Van Ramshorst verklaart dat daar al aan gewerkt wordt. Alle speelplaatsen zijn in kaart gebracht en er komt een werkgroep bij elkaar om de tekst voor bebording samen te stellen. De borden, ook voor de speeltuin aan de Slochterenlaan, worden in het voorjaar besteld. Er wordt in dit verband ook gekeken naar de mogelijkheden om in te grijpen bij alcoholgebruik door jongeren. • De heer Sweijen informeert in hoeverre vrachtverkeer zich verplaatst naar elders nu de Groot Hertoginnelaan ’s nachts vrachtwagenvrij is. Hoe staat het college tegenover zo’n nachtelijk vrachtwagenverbod voor heel Bussum? De wethouder mevrouw Van Ramshorst verklaart dat het verbod voor vrachtverkeer tussen 23.00 en 7.00 uur amper effect heeft voor andere straten omdat er niet zoveel vrachtverkeer door de Groot Hertoginnelaan reed. Het vrachtverkeer neemt doorgaans de daartoe ingerichte en door de regio aangewezen wegen zoals de Ceintuurbaan. Het zou naar de regio toe niet sociaal zijn om heel Bussum vrachtverkeervrij te maken. De maatregel zal waarschijnlijk beperkt blijven tot de Groot Hertoginnelaan en een deel van de Brinklaan. Overigens valt de overlast van vrachtverkeer voor heel Bussum eigenlijk wel mee. • De heer Sweijen merkt op dat de Nota Cultuurhistorie is afgevoerd van de agenda en daarmee de toevoeging van een aantal gebouwen aan de monumentenlijst is vertraagd. Beeldbepalende panden zoals Mariënburg zijn nu onbeschermd en lopen het risico dat ze bij 1
herontwikkeling gesloopt worden. Mariënburg zou zo snel mogelijk de in 2012 aangevraagde status van gemeentelijk monument moeten krijgen. Omdat de voorbereidende werkzaamheden al zijn uitgevoerd, kan zo’n besluit worden afgetikt. De heer Sweijen verneemt graag hoe de commissie daar tegenaan kijkt. De wethouder mevrouw Van Ramshorst deelt mee dat de Beleidsnota Cultuurhistorie, met het voorstel om Mariënburg tot gemeentelijk monument te verklaren, in de volgende vergadering wordt voorgelegd aan de commissie. Daarna kan het college het besluit snel afhandelen. De heer De Lange wijst op de beperkingen die kunnen ontstaan voor de ontwikkeling van het pand wanneer het gemeentelijk monument wordt. Mevrouw Sluiter en de heer Lansink steunen het verzoek van de heer Sweijen om hier haast mee te maken. De heren Hoekstra en Kwekkeboom steunen het verzoek eveneens, maar willen wel in januari eerst de kaders bespreken. • De heer Kwekkeboom heeft geconstateerd dat de burgers in Westereng niet actief worden geïnformeerd over de mogelijkheden tot het indienen van een bezwaarschrift of zienswijze als ze het blijvend oneens zijn met aspecten van de herinrichting. In de schriftelijke communicatie worden zij daar niet over geïnformeerd en ook op de inspraakbijeenkomst is daar geen uitleg over gegeven. Daardoor zijn bewoners buiten spel gezet. De heer Kwekkeboom vraagt waarom niet actief wordt geïnformeerd. De wethouder mevrouw Van Ramshorst zal daar op ingaan bij agendapunt 3. 2. Notulen van 29 oktober 2014 Tekstueel: • Pagina 4, laatste alinea, eerste zin: mevrouw Meijer heeft hier gezegd dat, als men naar Aplus gaat, de proef in feite al beëindigd is. e e • Pagina 2, agendapunt 6a, thema 3, 4 alinea, 2 zin: de heer Kwekkeboom merkt op dat het niet alleen ging om overlast tijdens de bouwfase, maar ook daarna (als de tunnel klaar is). Bovendien kan na de aanleg van de tunnel de grond die vrijkomt weer worden benut, bijvoorbeeld als bouwterrein. De notulen worden met deze correcties vastgesteld. Naar aanleiding van: • Pagina 3, thema 3, op één na laatste alinea: de heer Kwekkeboom heeft twijfels uitgesproken over nut en noodzaak van een investering van € 130.000 voor 350 fietsparkeerplekken bij Bussum-Zuid. Een andere fractie heeft recent vastgesteld dat bij Naarden-Bussum de helft van de fietsparkeerplekken wordt bezet door weesfietsen. De heer Kwekkeboom gaat ervan uit dat dit ook in Bussum-Zuid zo is. Bovendien is een deel van de fietsen de benaming fiets niet meer waard. Daarom verzoekt hij om heroverweging van de voorgenomen investering. Als er wordt gehandhaafd, zijn er voldoende plekken voor fietsparkeren. • Pagina 5, laatste bullet: de wethouder mevrouw De Ridder zou de commissie in december nader informeren over Breeduit. Momenteel vindt echter onderzoek plaats naar een kans. Zij wil dat onderzoek de ruimte geven en er in januari of februari bij de commissie op terugkomen. 3. Mededelingen • MC2014-062, Spoorse doorsnijdingen 2014 Mevrouw Meijer spreekt haar zorg uit over de gevaarlijke situaties bij het spoor. Er kan tot 50% financiering uit het landelijke verbeterprogramma voor overwegen komen. Kan ProRail de andere 50% financieren gezien de urgentie en het feit dat de overweg Naarden-Bussum landelijk gezien tot de meest gevaarlijke behoort? De heer Sweijen hoopt dat er met name ook voor de fietsers maatregelen worden getroffen, bijvoorbeeld door hen eerder over te laten steken dan auto’s. Wellicht is een verdiept spoor en ondertunneling een illusie en moet de realiteit onder ogen worden gezien; namelijk dat het nooit of pas over een heel lange tijd gaat gebeuren. De heer Kwekkeboom denkt er ook zo over. Nu wordt een aanzienlijk bedrag geïnvesteerd, maar het probleem wordt pas opgelost als de HLV Huizen wordt gestaakt en de provincie het geld benut voor de spoorse doorsnijding van Naarden-Bussum middels ondertunneling. De heer Rijpstra maakt zich zorgen over de dichtligtijden van de overwegen. Treinen gaan harder rijden en de intensiteit neemt toe. Om de capaciteit van oversteken te behouden, moeten er vijf overgangen blijven bestaan. De heer Rijpstra wil wel blijven inzetten op een verdiepte ligging. Hij is benieuwd naar de aanpak op korte termijn en de gevolgen die voor de gebruikers merkbaar zijn. Verder informeert hij of de plannen voor een tweede toegang tot het station, aan de westelijke zijde, nog actueel zijn. Mevrouw Sluiter gaat eveneens voor een veilige duurzame oplossing op langere termijn. De 2
gemeente moet dus in de ad-hocmaatregelen heel goed weten wat ze wel en niet wil, mag geen overgangen laten sluiten, en moet voorkomen dat nu voorgestelde maatregelen ten koste gaan van de structurele duurzame oplossing middels een verdiept spoor. Het spoor wordt drukker en er zal harder gereden worden. De spoorwegorganisaties behoren ervoor te zorgen dat er een verdiept spoor komt. Dat moet bovenaan de agenda blijven staan. Zij is benieuwd hoe het college de raad informeert over de ad-hoc maatregelen. De heer Krabbendam is minder optimistisch over de komst van een verdiept spoor en pleit ervoor alle maatregelen te nemen die mogelijk zijn om de knelpunten zoveel mogelijk te bestrijden. Zijn fractie heeft contact gehad met ProRail over de proef met de afteller in Hilversum. Die leidt tot aanzienlijk kortere dichtligtijden van overwegen. Daarom heeft zijn fractie ProRail schriftelijk verzocht om het experiment ook in Bussum uit te voeren. De wethouder mevrouw Van Ramshorst zegt toe dat het college blijft inzetten op een definitieve oplossing voor langere termijn. Maatregelen op korte termijn bieden enige verlichting en zijn akkoord als ProRail betaalt. Dat geeft de mogelijkheid om overwegen te beveiligen en fietsstroken te veranderen. Ook de achterkant van het station kan worden aangepakt. ProRail zal daar een ontwerp voor maken en daarover zal de commissie geïnformeerd worden. Wellicht is ProRail ook gevoelig voor het overnemen van de proef die in Hilversum draait. Wat betreft de oplossing op langere termijn kan het helpen als alle commissieleden hun fracties de commissie van de Tweede Kamer daarover benaderen. De wethouder zal zo gauw als mogelijk bij de commissie terugkomen op dit onderwerp. •
MC2014-065, vaststellen VO DP5 Herinrichting Westereng De voorzitter wijst erop dat dit onderwerp in het voorjaar van 2015, zodra het voorstel van het college beschikbaar is, terugkomt op de agenda. De heer Wolf (inspreker) schetst namens een aantal bewoners van het Margrietplantsoen een overzicht van het proces voor de herinrichting Westereng deelplan 4. In juni 2013, bij de eerste presentatietekeningen, hebben zij verzocht om extra parkeerplaatsen aan de zuidzijde ter compensatie van het verdwijnen van het tweezijdig parkeren in de straat. In oktober 2013 lazen ze in de nota van beantwoording dat langs het plantsoen inderdaad parkeerplekken werden toegevoegd. Na de informatiebijeenkomst in november, gingen ze ervan uit dat het goed was geregeld en dat het niet nodig zou zijn om in december aanwezig te zijn bij de behandeling in de commissie en de raad. In januari ontdekten ze dat de toegezegde parkeerplaatsen weer waren verdwenen. Vervolgens is namens de bewoners een brief gestuurd naar B&W, gemeenteraad en politieke partijen en is er een onderhoud geweest met de wethouder en de projectleider. Dit heeft niet tot resultaat geleid. Daarom is in april 2014 opnieuw ingesproken in de commissie. Afgesproken werd dat bij deelplan 5 de parkeervakken opnieuw in het onderzoek meegenomen zouden worden en dat de commissie dan een evenwichtige afweging van belangen zou maken. Op 10 november zijn alle bewoners schriftelijk geïnformeerd over deelplan 5. Daaruit bleek dat na extra parkeeronderzoek de parkeerplekken zijn afgewezen. De heer Sweijen vraagt waarom de plaatsen zijn vervallen. Volgens de heer Wolf heeft een bewoner van de noordzijde (nummer 23) op 19 december namens medebewoners opmerkingen gemaakt over de vijf plekken aan de noordzijde bij de Lidl. Daardoor zijn alle extra parkeerplaatsen weggehaald, terwijl dat niet de bedoeling was. De heer Lansink proeft dat het extra parkeeronderzoek niet juist zou zijn gedaan. De heer Wolf begreep dat het onderzoek in de vakantietijd tussen 24.00 en 6.00 uur is gehouden. Dat geeft geen reëel beeld van de situatie. De heer Wennink (inspreker) merkt op dat de parkeerplekken, die op verzoek van bewoners aan het einde van het plantsoen waren ingetekend ter compensatie van 30 te schrappen parkeerplekken, op merkwaardige wijze uit de tekeningen zijn verdwenen. Daarom zouden ze alsnog bij deelplan 5 worden betrokken en dan zou de commissie een evenwichtige belangenafweging maken. Nu is per brief meegedeeld dat de parkeerplekken niet worden aangelegd. Wat vindt de commissie ervan dat het besluit al is genomen en gecommuniceerd terwijl de toegezegde evenwichtige afweging nog niet heeft plaatsgevonden? Aanvullend onderzoek zou geen nieuwe inzichten hebben opgeleverd over de parkeerdruk aan de zuidzijde. Wat vindt de commissie ervan dat ze in 2013 wel op basis van parkeeronderzoek zijn ingetekend en in 2014 niet? Bewoners vragen ter compensatie van 30 plekken slechts enkele parkeervakken terug aan het einde van het plantsoen. Daardoor wordt het plantsoen zelfs nog breder en groener. Hoe kijkt de commissie daar tegenaan? 3
De heer Kwekkeboom heeft recentelijk geconstateerd dat alle parkeerplekken in de wijk bezet waren. Hij vindt dat de vijf plekken terug mogen komen en dat de gemeente steken heeft laten vallen in de procedure. De heer De Lange stelt dat er op deze locatie voldoende ruimte is voor de parkeerplekken. Hij verzoekt het college om dat mee te nemen bij de ontwikkeling van het raadsvoorstel. Mevrouw Sluiter is benieuwd wat er mis is gegaan in de communicatie en hoe dat komt. De heer Krabbendam informeert waarom deze parkeerplaatsen er wel moeten komen en de andere niet. Ook begreep hij dat insprekers niet op de informatiebijeenkomsten waren. De heer Wennink verklaart dat hij bij alle informatiebijeenkomsten is geweest, maar dat de zaken worden gedaan in de commissievergaderingen. Alleen op de inspraakavond in november 2013 was hij niet aanwezig omdat de bewuste parkeerplaatsen toen al waren ingetekend en hij ervan uitging dat de uitvoering conform de tekening zou gebeuren. De bewoner die de parkeerplaatsen aan de noordzijde weg liet halen, had niet de intentie om dat ook voor de zuidzijde te doen. De heer Rijpstra verzoekt de heer Wennink om te komen met een petitie van de bewoners waaruit blijkt dat ze allemaal hetzelfde denken. De heer Wennink zal dat regelen. De wethouder mevrouw Van Ramshorst reageert niet op de vragen en opmerkingen omdat inhoudelijke bespreking van de herinrichting nu niet is geagendeerd. Maar als in één project veel is gecommuniceerd met bewoners, dan is het bij Westereng. Alle reacties worden serieus genomen en beantwoord. De beide insprekers hebben zelfs nog extra tijd gekregen om te reageren. •
MC2014-067, tijdelijke inrichting entree C&A De heer Hendriks stelt vast dat de artist impression van de herinrichting niet overeenstemt met de feitelijke situatie. Hij pleit ervoor om dit soort incidenten niet op deze wijze in commissievergaderingen te behandelen en ontvangt graag een visie en een strategie.
•
MC2014-072, nachtelijk inrijverbod voor vrachtverkeer Groot Hertoginnelaan De heer Rijpstra informeert wanneer de publicatie in de Staatscourant is voorzien, wanneer het verbod in werking treedt, en hoe chauffeurs daarop gewezen worden. De wethouder mevrouw Van Ramshorst verklaart dat vooraf wordt gesproken met vervoerders. De borden voor chauffeurs worden zeer ruim voor de Groot Hertoginnelaan geplaatst zodat er geen manoeuvres op het laatste moment hoeven te gebeuren. De inzagetermijn van het besluit is vrijwel ten einde en dan kan het worden uitgevoerd. De exacte invoeringsdatum zal zij op het RIS vermelden.
•
MC2014-068, vaststellen Gladheidsbestrijdingsplan NMB De heer Lansink is van mening dat bij de gladheidsbestrijding veiligheid voor bereikbaarheid moet gaan. Ook zou, voor de veiligheid van fietsers, eerst op de 30 kilometerwegen en de fietspaden gestrooid moeten worden en daarna pas op de andere wegen. Blikschade is immers minder ernstig dan persoonlijk letsel bij fietsers. De wethouder mevrouw Van Ramshorst verklaart dat er een afweging is gemaakt in de volgorde van strooien. Zij zal die nog verduidelijken. Verder bevestigt zij dat veiligheid boven bereikbaarheid gaat.
4. Dynamische jaaragenda De heer Rijpstra constateert dat het definitieve ontwerp voor de geweststrook al wel op de agenda voor 2015 staat, maar het voorlopige ontwerp niet. Verder adviseert hij om openbare verlichting bij één in plaats van twee wethouders te beleggen. Tot slot merkt hij op dat veel zaken die in voorbereiding zijn allemaal rond juni in de commissie gaan komen. De wethouder mevrouw Van Ramshorst zegt toe dat de dynamische jaaragenda voor 2015 nog wordt verfijnd en verduidelijkt. 5. Ingekomen brieven Er zijn geen ingekomen brieven. 6. Conceptagenda raad d.d. 18 december 2014 6a. Vaststellen Winkeltijdenverordening Bussum 2015 (RV2014-085) Mevrouw Boonacker (inspreker namens de BOV) wijst erop dat, om goed te kunnen ondernemen, een overheid nodig is die de juiste voorwaarden schept, en de ondernemers faciliteert en ondersteunt. Bij ondernemers is de vraag van klanten leidend voor hun bedrijfsvoering en 4
product. De economische constellatie is veranderd en heilige huisjes verdwijnen. Namens bijna 200 leden van de BOV en vele niet-leden pleit zij voor de zondagopening omdat die voor hen van levensbelang is. Ondernemers uit andere gemeenten trekken klanten uit Bussum weg. Om Bussum qua winkels tot het hart van het Gooi te maken, is zondagopenstelling nodig. De supermarkten en perifere detailhandel willen elke zondag open, de andere winkeliers maximaal 20 zondagen (de eerste zondag van de maand en rond bepaalde feestdagen). Overigens is het voor hen geen moeten, doch mogen. De heer Kwekkeboom informeert of de BOV ook onder kleine winkeliers onderzoek heeft gedaan. Mevrouw Boonacker bevestigt dat: er is een enquête gestuurd naar leden en ontvangers van de nieuwsbrief, in totaal zo’n 1.200 mensen. Ook in vergaderingen met straatmanagers is er herhaaldelijk om verzocht. De overgrote meerderheid wil op zondag open kunnen. Desgevraagd verklaart zij de splitsing tussen groot winkelbedrijf en kleine winkeliers niet voorhanden te hebben. Die kan wel worden aangeleverd. De heer Kwekkeboom vindt in dit verband de kleine winkeliers belangrijker dan de grote. Voor de raadsvergadering ontvangt hij graag de onderbouwing, uitgesplitst naar klein, middelgroot en groot. Hij heeft persoonlijk navraag gedaan bij ondernemers en daarvan wilde er geen enkele open op zondag. Mevrouw Boonacker stelt dat de winkels niet open moeten; ze mogen open. Het is belangrijk dat de gemeente faciliteert in plaats van beperkt. Tijden veranderen en ruim de helft van de detaillisten zit nu in zwaar weer. De heer Kwekkeboom wil graag harde onderbouwende cijfers zien. Mevrouw Boonacker levert die aan. De heer De Lange vraagt zich af of het verschil van 52 zondagen voor supermarkten en 20 zondagen voor speciaalzaken leidt tot rechtsongelijkheid en risico’s. Mevrouw Boonacker legt uit dat dit de wens is van de winkeliers zelf. Wellicht kan ook de verordening van Muiden worden gevolgd, waar alle winkeliers op zondag open mogen. De heer Hendriks informeert wat er, in het kader van halen en brengen, wordt gebracht bij een zondagopenstelling. De gemeente moet immers extra kosten maken voor toezicht en schoonmaken. Afgelopen zondag, voor het Sinterklaasweekend, was het centrum bijna net zo leeg op andere zondagen terwijl de winkels open waren. Dat geldt ook voor de parkeergarage Nieuwe Brink. Mevrouw Boonacker was zondag ook in het centrum en toen was het er heel druk. Het publiek vond het jammer dat kleine winkels dicht waren. De zondagopenstelling draagt bij aan het bruisende en levendige Bussum waar momenteel door ProBussum aan gewerkt wordt. De heer Krabbendam informeert of die 20 zondagen voldoende zijn voor de kleine winkeliers Mevrouw Boonacker bevestigt dat. De heer Krabbendam vraagt of de wekelijkse zondagopening van supermarkten beperkt moet worden tot het centrum dan wel het kerngebied, of dat het voor heel Bussum moet gelden. Mevrouw Boonacker stelt dat elke supermarkt open moet kunnen op zondag. In het kader van de gelijkheid zou het voor allemaal moeten gelden. De overheid schept de mogelijkheid en de ondernemers bepalen zelf of ze daar gebruik van willen maken. De heer Van den Eeckhout (inspreker namens vereniging van eigenaren van het flatgebouw bij de Koekoeklaan) stelt dat bewoners na de verbouwing van het winkelcentrum nu eindelijk wat rust hebben. Er is een goede wisselwerking tussen bewoners en winkeliers en dat wil men graag zo houden. Gezien de ligging van de Koekoeklaan, de verwachte overlast, en de voornoemde wisselwerking zijn de bewoners tegen opening op zondag. Ook de supermarkt is tegen. Wanneer die open gaat op zondag, heeft dat ook consequenties voor andere winkeliers. Als mensen op zondag hun inkopen doen, zijn ze gedwongen open te gaan want het publiek zal de volgende dag niet meer terugkomen om bij hen nog boodschappen te doen. De continuïteit van de winkels is dus in het geding. En bewoners willen de zondagsrust handhaven. De heer Marshall heeft ook gesproken met de winkeliers van de Koekoeklaan en heeft van hen begrepen dat ze voorstander zijn van opening op zondag. De supermarkt wil open omdat klanten nu op zondag naar Hilversum en Naarden gaan. De heer Eeckhout stelt vast dat er dan met dubbele tong gesproken is. Tegen hem hebben ze gezegd dat ze niet op zondag open willen. Ook de heer Kwekkeboom heeft van de supermarkt en de bijbehorende slijterij begrepen dat ze geen zondagopening willen, maar zich gedwongen voelen om mee te gaan als andere supermarkten in Bussum wel op zondag de deuren openen. Hij kan zich voorstellen dat de rayonleider van de supermarkt andere uitspraken doet dan de bedrijfsleider. De heer Hendriks zou graag zien dat de ondernemers van de Koekoeklaan schriftelijk aangeven wat ze willen. De heer Krabbendam heeft eveneens gesproken met de desbetreffende winkeliers. Hij kreeg bij de supermarkt te horen dat één zondag in de maand niet interessant is vanwege logistieke aspecten. Het zou elke zondag of geen enkele zondag moeten zijn. Met uitzondering van de slijter, die zich aan de supermarkt moet conformeren, gaan de andere winkeliers niet open op zondag. Wat betreft de zondagopening van drankenwinkels moet bovendien rekening worden gehouden met de nieuwe Winkelwet. De Koekoeklaan is makkelijk bereikbaar vanuit Huizen en Crailo en biedt mogelijkheid tot gratis parkeren. 5
De heer Schoon (inspreker namens Actiegroep Zondagsrust) is van mening dat omwonenden van de Koekoeklaan onvoldoende zijn betrokken bij de beleidsvoorbereiding. Er dient een zorgvuldige belangenafweging plaats te vinden tussen werkgelegenheid en economische bedrijvigheid, de zondagsrust, alsmede de leefbaarheid, veiligheid en openbare orde. Die belangenafweging is wettelijk voorgeschreven. Volgens de BOV is er een enquête gehouden, maar hij heeft daar niets van gezien. Bovendien is bij die enquête sprake van de slager die eigen vlees keurt. Vanuit de gemeente is geen onderzoek gedaan. De heer Schoon betwijfelt of de gevolgde procedure stand kan houden in een rechtszaak. Hij is voorts van mening dat het voorstel discriminatoir is vanwege het verschil dat wordt gemaakt tussen het grootwinkelbedrijf en de kleine winkeliers. Het is concurrentievervalsend voor Food. Het voorstel is ook onvolledig aangezien het leefbaarheidscriterium niet is toegelicht. Tot slot zijn er ongunstige neveneffecten. Er zal klantverlies zijn voor kleine winkels die op zondag dicht blijven. En de opening van supermarkten in woonwijken ondergraaft het voornemen van het college om het centrum levensvatbaar te houden. De heer Schoon roept de raadsleden op dit standpunt te delen. De heer De Lange verwijst naar een recent krantenartikel over oneerlijke concurrentie in Hilversum. Buurtwinkels kunnen zich gedwongen voelen om mee te gaan met de verruiming van het aantal koopzondagen, maar zij hebben daar geen behoefte aan. Het brengt geen extra omzet terwijl ze meer kosten moeten maken. Een aantal van hen zal het hoofd niet boven water kunnen houden en zo neemt de dominantie van de grote ketens toe. Alle steden gaan er hetzelfde uitzien en ondernemers hebben geen dagen meer voor rust en ontspanning. De heer De Lange verzoekt het college om een zorgvuldige belangenafweging te maken zoals voorgeschreven in de Winkeltijdenwet. Daarin dient ook het belang te worden betrokken van winkeliers met weinig of geen personeel, alsmede de veiligheid en leefbaarheid en de openbare orde. Hij zou graag geïnformeerd worden over onderzoek dat daarnaar is gedaan en de resultaten daarvan. Verder informeert hij waarom de gemeente geen onderzoek heeft verricht naar de economische effecten van andere winkeltijden, in hoeverre de gemeente op de hoogte is van de mening van een grote groep ondernemers die niet is georganiseerd, en welke visie het college heeft op de waarde van een collectieve rustdag. Tegenover de groep consumenten die wil winkelen op zondag, staat een andere groep die daar een nadeel van ondervindt. Ook is de heer De Lange benieuwd hoe het college aan kijkt tegen de positie van de winkelier die zich gedwongen voelt om ook op zondag open te gaan, of het college inzicht heeft in de economische en sociale consequenties voor de kleine winkelier van een extra openstelling, en waarom niet wordt gekozen voor een gelijk aantal koopzondagen voor alle ondernemingen in Bussum. En is er onderzoek gedaan naar de toegevoegde waarde van extra koopzondagen? Leidt dat tot een omzetverhoging voor de hele detailhandel? De BOV stelt dat een meerderheid van de ondernemers voor zondagopenstelling kiest, maar de heer De Lange beschikt over een schrijven van de BOV dat daar geen draagvlak voor is bij de meerderheid van de ondernemers in het centrum en de aanloopstraten. Indien niet iedereen open gaat zal de zondagopenstelling niet winstgevend zijn. Vooral veel kleine winkeliers zijn tegen. Hij hoopt dat het college zorgvuldig onderzoek gaat doen en de verordening afstemt op alle belangen binnen de gemeente. Een eventuele verruiming van het aantal koopzondagen moet uniform zijn voor alle winkeliers in Bussum. Het beleid op dit vlak moet aansluiten bij de centrumvisie waarin wordt gesteld dat Bussum zich richt op het midden- en kleinbedrijf. De heer Lansink verzoekt om naleving van het coalitieakkoord waarin staat dat de behoefte van winkeliers leidend moet zijn. Als de BOV de winkeliers vertegenwoordigt, is de gevraagde uitbreiding van het aantal koopzondagen gerechtvaardigd. Maar het maximum van 20 zou dan ook moeten gelden voor supermarkten. In dit standpunt is werkgelegenheid, het belang van het winkelpersoneel, de zondagsrust en de leefbaarheid meegewogen. Bij nieuwe feiten, wordt het heroverwogen. De heer Sweijen is van mening dat het raadsvoorstel onvolledig is en dus nog niet door het presidium naar de commissie gestuurd had mogen worden. Er ontbrak een bijlage die later is toegevoegd. Het onderzoek waar in de bijlage naar verwezen wordt, is niet aangeleverd. Verder staat er een verkeerde datum en een verkeerde commissie in het raadsvoorstel. De VNG stelt een aantal criteria waaronder een deugdelijke motivering van een besluit. Die ontbreekt in dit geval. De discussie die zojuist is gevoerd over het eigen onderzoek door commissieleden, illustreert dat het raadsvoorstel niet deugdelijk is. Het is niet aan raadsleden om te onderzoeken, doch om te beoordelen of het college tot een zuivere belangenafweging is gekomen. In antwoord op vragen vanuit de vergadering, stelt de heer Sweijen dat hij niet tegen eigen onderzoek door commissieleden is. Wel vindt hij dat een onderzoek waar het college naar verwijst beschikbaar en controleerbaar moet zijn. Zijn fractie wil nu niet inhoudelijk op de verordening ingaan. De aan het college gestelde vragen, onder andere om het voorstel SMART 6
te maken, worden niet beantwoord. Hij vindt dit minachting naar de commissie en naar de raad toe. Die kan z’n controlerende taak niet goed uitoefenen. Er is niet onderzocht wat personeel, consumenten en inwoners willen. Daardoor kan geen goede afweging worden gemaakt. De heer Hoekstra spreekt zorg uit over de zorgvuldigheid waarmee het voorstel aan de raad wordt voorgelegd. Het is een onderwerp dat zich zou lenen voor burgerparticipatie. De gemeente wil met de voeten in de samenleving staan. Bij dit onderwerp had men actiever gevoelens en signalen uit de samenleving op moeten halen. De motivatie en toelichting op het voorstel zijn bescheiden en er zal gekeken moeten worden of die juridisch houdbaar zijn. Verder heeft zijn fractie moeite met het onderscheid tussen supermarkten en andere middenstanders. De gronden voor het onderscheid moeten worden toegelicht en juridisch houdbaar zijn. De heer Hoekstra constateert dat de maatschappij anders gaat aankijken tegen de zondagsrust en dat er binnen de regio ontwikkelingen zijn waar Bussum zich niet aan kan onttrekken. Maar dat moet wel zorgvuldig gebeuren. Volgens de voorgestelde verordening kan een vergunning worden geweigerd als de leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbaar nadelige wijze wordt beïnvloed. Waar dat aan afgewogen wordt, zou nader toegelicht moeten worden. Verder zouden de punten van de VNG opgenomen moeten worden in de toelichting. Tot slot verwijst de heer Hoekstra naar de fusie. Muiden kent al een ruimer regime en in Naarden loopt daartoe een proef. Het is niet handig om nu voor Bussum een regime op te leggen en dat bij de fusie te veranderen. Gezien alle vragen kan zijn fractie de verordening nu nog niet steunen. De heer Henzen pleit voor een goede, representatieve enquête onder winkeliers en bewoners. Anders zal de verordening geen stand houden bij de rechter. De heer Marshall stelt dat de voorgestelde verordening in lijn is met het coalitieakkoord. De oude verordening dateert uit 1996 en sindsdien is er veel veranderd. Er zijn overal koopzondagen. Deelname is niet verplicht. De gemeente moet faciliteren en niet opleggen. Ondernemers beoordelen zelf of het rendabel voor hen is om mee te doen. Het is niet juist om te stellen dat grote ketens kleine winkeliers verdringen: ze gaan elkaar juist versterken. De grote winkels trekken traffic aan. Desgevraagd verklaart hij niet goed bekend te zijn met de situatie in Hilversum zoals geschetst in het door de heer De Lange genoemde krantenartikel. De heer Marshall pleit ervoor om als gemeente de ruimere zondagopenstelling te faciliteren. ProBussum kan dan samen met de BOV initiatieven nemen om tot succes te komen. Hij deelt de mening van de heer Hoekstra dat het faciliteren wel op een zorgvuldige wijze dient te gebeuren. De heer Kwekkeboom vindt de cijfers van de BOV en de kwaliteit ervan relevant om te komen tot een ultieme belangenafweging. Het kleinbedrijf is voor zijn fractie leidend. Voorkomen moet worden dat winkeliers, die niet mee willen doen, omzet mislopen en uit Bussum verdwijnen. Het weglekken van omzet uit Bussum naar bijvoorbeeld Huizen is lastig. In Naarden is gekozen om bij wijze van proef buiten de vesting zes maanden op zondag open te gaan. Het resultaat kan alleen proefondervindelijk worden vastgesteld. Binnen een bepaalde termijn zou geëvalueerd moeten worden. De heer Kwekkeboom neigt naar een optie met cijfers en nader onderzoek. Dit voorstel zou van tafel mogen. De heer Marshall wijst erop dat nu al omzet uit Bussum weglekt omdat winkels in de omgeving wel op zondag open zijn. Mevrouw Sluiter merkt op dat haar fractie pleitbezorger is van de zondagopenstelling. Er zou geen verschil gemaakt mogen worden tussen grote supermarkten en het MKB. Als een amendement wordt ingediend om dat verschil op te heffen, zal haar fractie dat ondersteunen. Een samenleving moet zelf de dingen kunnen regelen. Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun leefomgeving en de gemeente moet faciliteren. Het is niet aan de gemeente om hierin als politieagent op te treden. De buurt komt zelf, op basis van wensen van inwoners en winkeliers, tot een invulling. Mevrouw Sluiter kan zich voorstellen dat voor een proefperiode wordt gekozen. Zij is benieuwd hoe de wethouder kijkt naar de evaluatie die Naarden na zes maanden houdt. Als in Bussum-Zuid een enquête wordt gehouden, zou daaruit voort kunnen komen dat – vanuit hun religieuze instelling – juist voor islamitische inwoners een zondagopening wel gewenst is. De heer Sweijen is benieuwd hoe mensen dit onderwerp samen zouden kunnen regelen. De heer Krabbendam mist de cijfermatige onderbouwing en vindt dat de verordening terug moet naar de tekentafel. Doordat de verordening zo wijd is, wordt de versterking van het centrum in de wielen gereden. Er zou onderscheid moeten zijn tussen het winkelhart en de buitenwijken. De wethouder mevrouw Van den Berg heeft veel tegenstrijdige meningen beluisterd over dit beladen onderwerp. Aan het begin van de coalitie is afgesproken dat het college goed naar 7
inwoners zou luisteren en zoveel mogelijk faciliterend zou optreden. Onder andere vanuit de BOV, waarin veel winkeliers zijn vertegenwoordigd, is verzocht om uitbreiding van de zondagopenstelling. ProBussum, dat overal een luisterend oor heeft, vroeg Bussum meer reuring en een bruisend hart te geven. Volgens de provincie kan het winkelhart van Bussum een goede trekker voor de regio zijn. Vanuit die achtergrond is de verordening opgesteld. Een groot deel van de gemeente heeft gevraagd om openstelling. De meningen voor en tegen zijn goed afwogen. Het onderscheid tussen grote supermarkten en de kleinere winkeliers is juist tot stand gekomen omdat winkeliers daar zelf in het overleg met de BOV om hebben gevraagd. Food geeft meer reuring en wil het hele jaar door op zondag open. De kleinere winkeliers willen het eerst uitproberen met 20 zondagen. Het college heeft gemeend dit te moeten faciliteren, maar het is aan de raad om te beslissen. Elke fractie zal daarin een eigen afweging maken. Bij enquêtes is de respons altijd laag. Wat betreft burgerparticipatie is afgesproken dat politiek gevoelige onderwerpen niet in het burgerpanel worden gebracht; het panel zou niet worden ingezet voor raadsvoorstellen die voorliggen. De heer Kwekkeboom zou toch willen vasthouden aan een enquête om na te gaan wat het draagvlak is. Hij wil graag hard hebben wat de BOV stelt. Verder heeft hij er moeite mee dat gremia als een burgerpanel in deze situatie niet gebruikt zouden mogen worden. Mevrouw Sluiter pleit voor een praktische aanpak en van start te gaan. Daarbij moet nog wel de keuze worden gemaakt over het al dan niet geven van gelijke rechten aan grote supermarkten en kleine winkeliers. Muiden heeft de zondagopenstelling al vrijgegeven en in Naarden loopt een proef. Voor Bussum zou ook na zes maanden geëvalueerd kunnen worden want dan heeft men ervaring met de verruiming. Daarbij zou nog wel nagedacht moeten worden hoe iedereen betrokken kan worden bij die evaluatie. Bij lokale knelpunten kan een vergunning alsnog worden ingenomen. Mevrouw Clijsen sluit zich aan bij mevrouw Sluiter. Ook wat haar betreft geldt het principe van gelijke monniken, gelijke kappen. De heer Krabbendam zal in de raadsvergadering reageren op dit punt. De heer Hoekstra neemt het onderwerp eveneens mee terug naar zijn fractie. Wel pleit hij ervoor om het toch te agenderen voor de raadsvergadering zodat er helderheid wordt gegeven. De heer Kwekkeboom wil de verordening pas op een later moment, nadat er een goede onderbouwing is gegeven, in de raad behandelen. De heer Sweijen ondersteunt dit. Ook hij mist de onderbouwing. Waar het standpunt van de wethouder over het burgerpanel vandaan komt, is hem niet bekend. Het wordt niet door hem gedeeld. Juist bij politiek gevoelige onderwerpen zou men smal moeten gaan. De heer Lansink blijft bij zijn oorspronkelijke standpunt van 20 koopzondagen per jaar voor alle winkeliers. Eventueel is zijn fractie bereid een amendement in te dienen voor gelijkschakeling. De heer De Lange wijst op de wetten die er zijn om doelgroepen te beschermen. Hij verzoekt de wethouder om de door hem gestelde vragen te beantwoorden zodat zijn fractie een goede afweging kan maken. De heer Kwekkeboom zou die antwoorden ook graag ontvangen. De wethouder mevrouw Van den Berg zegt toe dat ze de antwoorden op het RIS zal plaatsen. De wethouder mevrouw Van den Berg concludeert dat twee fracties vragen het voorstel terug te nemen en met een complete onderbouwing te komen. Zij benadrukt dat het college naar inwoners heeft geluisterd. Veel bewoners en winkeliers willen de zondagopening graag als proef aangaan. Als het niet werkt, worden de winkels weer gesloten op zondag. De wethouder kan zich vinden in het voorstel om na een half jaar te evalueren waarbij de gemeente een participerende rol neemt. Er wordt gewerkt aan afstemming met Muiden en Naarden. De wethouder heeft geen informatie over de wijze waarop de proef in Naarden momenteel verloopt. Het onderscheid tussen 52 zondagen voor supermarkten en 20 zondagen voor kleine winkeliers, is op verzoek van de BOV gemaakt. Gezien alle tegenstrijdige meningen zal het college daar aan vasthouden, maar raadsleden zijn vrij om met een amendement te komen. De voorzitter stelt vast dat het voorstel op 18 december ongewijzigd in de raad wordt behandeld. Hij last een korte pauze in en stelt daarna de verdere afhandeling van de agenda aan de orde. Doordat de vergadering zwaar in tijd uitloopt, is voorgesteld om de presentatie van ProBussum te verschuiven naar een volgende keer. De heren Rijpstra en Kwekkeboom zijn bereid om langer door te gaan zodat die presentatie nog wel kan worden gehouden. De andere commissieleden sluiten zich daarbij aan. 6b. Presentatie en advies over centrummanagement Mevrouw Soede geeft een presentatie over de uitvoering van de gebiedsvisie Hart van het Gooi voor het centrum. De gebiedsvisie is in mei 2012 tot stand gekomen en sindsdien worden acties genomen om het centrum levendig en vitaal te maken. In het nieuwe coalitieprogramma is de 8
wens aangegeven dit voort te zetten. Er zijn 14 ambities geformuleerd waaronder het managen van de krimp, de vergroening van het centrum, het creëren van ontmoetingsplekken, het maken van logische looproutes, en het zoveel mogelijk weren van auto’s. Op alle punten is men inmiddels een stapje verder, maar er ontbreekt nog een instrument om alle partijen te betrekken. In het coalitieprogramma is aangegeven dat de projecten in het centrum integraal benaderd moeten worden. De zes grote thema’s en de acties moeten een samenhang krijgen. Hierover wordt met de betrokken wethouders nagedacht. Ook wordt gekeken hoe elders in het land centrummanagement wordt ingezet. Het uiteindelijke doel is het gezamenlijk vormgeven van een toekomstbestendig, levendig en groen centrum met een eigen identiteit. Dat zou via een structureel en dynamisch proces moeten gebeuren waarin de gemeente één van de partners is. In een dia laat mevrouw Soede zien wie de andere partners zijn. Het is de bedoeling dat begin 2015 een beleid voor het centrummanagement tot stand komt. Daarin wordt uiteengezet hoe de organisatie en het structurele proces eruitzien, wie structurele partners zijn, wat het budget is, en hoe de communicatie zal verlopen. Momenteel worden de benodigde gegevens verzameld en er vindt overleg plaats met de belangrijkste gesprekspartners. Gespreksonderwerpen zijn de trekkracht van het kernwinkelgebied en de functies die toegevoegd zouden moeten worden, het verkeerscirculatieplan, wensen van potentiële investeerders, en onderwerpen die belanghebbenden zelf inbrengen. Zelf heeft de gemeente een aantal acties voor de korte termijn, quick wins, gedefinieerd. Het gaat om de herinrichting van de Havenstraat, het vergroenen van het centrum, het plaatsen van extra fietsrekken, het zoeken van locaties voor bakfietsen, initiatieven van ondernemers, en een aanpak van de kruising Landstraat – Genestetlaan – nieuwe Raadshuisstraat. Mevrouw Soede is benieuwd wat de commissieleden daarvan vinden en welke aanvullingen en aandachtspunten zij hebben. De heer Rijpstra stelt voor om dit punt ter behandeling te agenderen in de volgende commissievergadering zodat het recht wordt gedaan. De wethouder mevrouw De Ridder zou echter graag door willen met de plannen en is daarom benieuwd naar een eerste reactie. De heer De Lange informeert of de financiën voor onderzoek zijn opgenomen in de begroting. De heer Sweijen vindt dat de juiste acties zijn benoemd en beaamt dat een structureel proces nodig is. Voor het maken van verbindingen, is vooral de eigen identiteit van belang. Daar zou men zich in eerste instantie op moeten richten en ook de commissie zou hierbij betrokken moeten worden. Verder is de heer Sweijen benieuwd naar de financiële bijdrage van de stakeholders. Zij hebben immers ook belang bij deze aanpak. De heer Lansink vindt het door mevrouw Soede gepresenteerde plan goed. De gemeente kan daarmee verder gaan en hij ziet de details graag tegemoet. Mevrouw Sluiter noemt het een prima begin van het uitwerken van de speltheorie van Nash waarbij wordt uitgegaan van de belangen die betrokkenen delen zodat de facilitator van daaruit aan de slag kan gaan. De heer Hoekstra ondersteunt de genoemde actiepunten. Hij hoopt vooral dat er werk wordt gemaakt van de vergroening en dat daar mensen bij worden betrokken. Wat de heer Rijpstra betreft kan de gemeente verdergaan met de uitvoering van de plannen. De wethouder mevrouw De Ridder verklaart dat de gemeente nu in overleg zal treden met de grootste stakeholders en zo snel mogelijk – waarschijnlijk in februari – bij de commissie terug zal komen met een concreet voorstel inclusief de financiële aspecten. 6c. Kennisnemen van Accommodatiebeleid deel 1, inventarisatie vastgoed (CN2014-030) De heer Sweijen mist de aansluiting van het Accommodatiebeleid met de nota van uitgangspunten. Daarbij gaat het vooral over het afwegingskader Eigendom. Hij kan zich vinden in de eerste vier punten daarover op pagina 3, maar de andere punten horen niet thuis in het accommodatiebeleid. Op een vraag naar de criteria om een pand als strategisch sturingsinstrument aan te merken, kreeg hij als antwoord dat strategisch bezit is ingekocht met een speciaal doel en niet als sturingsinstrument. Er is dus onduidelijkheid over die punten. Verder mist hij de zorgplicht voor gebouwen. Die is wel genoemd in de nota van uitgangspunten, maar niet expliciet in het Accommodatiebeleid. In dit verband wijst hij op het pand van De Vonk dat in 2007 is gekocht voor € 1,352 miljoen en nu voor nul euro in de boeken staat. Het gebouw is verloederd en er komen al zeven jaar geen huuropbrengsten uit. De raad wilde het in 2010 opknappen en verhuren, maar daar is niets meer mee gebeurd. Het strategisch stuurinstrument zou uit het beleid gehaald moeten worden en apart aan de raad moeten worden voorgelegd. De heer Hoekstra mist bij het beleid de regiefunctie van de overheid in het sociaal domein. Gemeentelijk vastgoed kan een heel ander gebruiksdoel krijgen en nodig zijn voor het sociaal domein. Hij verzoekt om in de verdere uitwerking van het accommodatiebeleid te betrekken 9
waarom een bepaald object of bepaalde grond is aangeschaft en in hoeverre er een andere manier is om dat doel te bereiken. Een integrale heroverweging is goed. Dan kan pas een afweging worden gemaakt tussen behouden of afstoten. Mevrouw Sluiter wijst erop dat in het stuk wordt gevraagd om instemming van de commissie met de uitgangspunten en toetsingscriteria. Het is dus niet enkel ter kennisname bedoeld. Zij deelt het standpunt van de heer Hoekstra, hoewel het allemaal niet te zwaar moet worden gemaakt. Verder zullen de strategische opvattingen zeker genoemd moeten worden. Wat wil de gemeente in het kader van de taken die ze heeft en de panden alsmede de openbare ruimte die daarvoor staan? Behalve het strategische en het sociale, is ook de bewaarplicht en de waarde van de panden van belang. De ruimtelijke ordening komt daar als criterium bij. De heer Rijpstra informeert of alle categorieën volledig zijn. Hij mist bijvoorbeeld de begraafplaats die aan Naarden wordt verhuurd. Ook hij verwacht een verdere uitwerking. De heer Lansink sluit zich bij de heer Hoekstra aan wat betreft het betrekken van het sociaal domein in de besluitvorming over het al dan niet verkopen van panden. Wellicht kunnen ze een functie krijgen als buurthuis of ontmoetingsplaats. Op de lijst ontbreekt de klokkentoren bij het gemeentehuis. De wethouder mevrouw De Ridder concludeert dat de commissie kan instemmen met het voorstel, waarbij nadrukkelijk de kanttekening wordt geplaatst dat nader moet worden bepaald wat te doen met de panden die in bezit zijn. Daarbij moet gekeken worden waarom ze zijn aangeschaft en in hoeverre die argumenten nog steeds gelden. Als ze niet meer gelden, dient de veranderde overheidsrol in het sociale domein in de afwegingen betrokken te worden. De wethouder deelt mee dat er onderzoeken lopen en dat de resultaten daarvan komende zomer bekend zullen zijn. Naar de historische verbinding met Naarden en de klokkentoren zal zij kijken. 6d. Aanwijzing activiteiten in het algemeen belang – wet markt en overheid (RV2014-084) De heer Hoekstra is blij met de ruime formulering en heeft de indruk dat de gemeente voldoende ruimte behoudt voor de regiefunctie. De heer De Lange informeert hoe het Gewestgebouw in relatie staat tot dit raadsvoorstel. De heer Sweijen leest dat overbrugging nodig is omdat op bepaalde punten niet aan de wet wordt voldaan. Wat wordt hier onder tijdelijk verstaan en hoe wordt dit gemonitord? De wethouder mevrouw De Ridder verduidelijkt dat de tijdelijkheid geldt totdat er een definitief besluit is genomen op basis van beleidsmatige overwegingen. Zodra het besluit is genomen, wordt aan de wet voldaan. Verder wordt het Gewestkantoor marktconform verhuurd. Zij zal controleren of dat ook kostendekkend is. De voorzitter stelt vast dat dit agendapunt behandeld kan worden in de raad van 18 december. 6e. Presentatie Pro Bussum De heer Elion presenteert de activiteiten 2013-2015 van ProBussum. Deze organisatie heeft tot doel Bussum aantrekkelijker te maken voor bewoners, bezoekers en bedrijven. Het bestuur telt zeven vertegenwoordigers uit de Bussumse maatschappij. De financiering gebeurt uit de reclamebelasting en een bijdrage van de gemeente. ProBussum legt verantwoording af aan SOB (Stichting Ondernemersfonds Bussum). De meerjarenstrategie is gebaseerd op drie pijlers. De positionering en branding worden systematisch ingevuld naar thema’s voor een bruisend winkelhart. Het motto (Blij met Bussum, Hart van het Gooi) begint te leven en het wordt op allerlei manieren gecommuniceerd. De tweede 2 pijler is de aanpak van de winkelleegstand in het centrum. Inmiddels zijn 64 panden en 10.000 m opnieuw ingevuld. Er zijn 40 nieuwe zaken en zeven tijdelijke invullingen bij gekomen. Een belangrijk instrument hierbij is het pitchen van panden. Qua terugdringen van de leegstand doet Bussum het nu beter dan omliggende gemeenten. De derde pijler is het coördineren en communiceren van evenementen. Door te zorgen voor afstemming, ontstaat een meerwaarde. Enkele concrete acties betreffen de uitgave van een evenementenkalender, hanging baskets in het centrum, kerstverlichting in de Veerstraat, afstemming en invulling van koopzondagen, het opzetten van een promotiecampagne winkelen in Bussum, en uitgebreide Sinterklaasactiviteiten. De stichting is tevreden over hetgeen na één jaar is bereikt. De samenwerking tussen BOV en de gemeente gaat goed. Het succes is vooral te danken aan het feit dat ProBussum buiten het gemeentelijk apparaat staat en een onafhankelijke positie kan innemen. 10
De heer Elion licht vervolgens de activiteiten voor het komende jaar toe. In het kader van de eerste pijler wil ProBussum bewijzen dat Bussum inderdaad het Hart van Het Gooi is. Daarvoor wordt gedacht aan een huizenroute Gooise Meren, een BussumBox voor nieuwe bewoners, plaatsing van het gedicht Bussum van Gaston Bannier op de gevel van de bibliotheek, en thema’s Bussum Gooisch LetterRijk. Door scholen te betrekken, wordt getracht de jeugd bewuster te maken van de historie van het eigen dorp. Om de winkelleegstand verder terug te dringen worden de casegerichte aanpak per gebouw en de pandenpitch voortgezet. Er is concrete aandacht voor de openbare ruimte in de Havenstraat, voor de Kapelstraat en Terrasstraat, en voor de Vlietlaan. Ook wordt gewerkt aan de next generation voor bedrijfsopvolging. Voor de laatste pijler, communicatie-evenementen, wordt een evenementenloket bij de gemeente ontwikkeld, wordt de winkelbeleving versterkt en een Bussum webwinkel ontwikkeld, en wordt een communicatiecampagne opgezet die is gericht op omliggende gemeenten. ProBussum heeft € 50.000 extra budget aangevraagd. Dit bedrag wordt grotendeels benut voor de verdubbeling van het aantal hanging baskets, maar ook voor de promotie van evenementen in Bussum zelf en in omliggende gemeenten. De verantwoording ervan verloopt via SOB. De heer Marshall ziet de vooruitgang die dankzij ProBussum wordt gerealiseerd in het centrum. De andere fracties sluiten zich daarbij aan. Mevrouw Meijer is benieuwd wat de kracht is van ProBussum om nieuwe winkeliers aan te trekken. Verder informeert zij of de branding na de fusie verandert en dan wordt gericht op de drie gemeenten samen. De heer Hendriks begrijpt dat de gemeente nu meebetaalt aan vastgoedeigenaren die op gesubsidieerde wijze een makelaar krijgen. Wat is de return? De heer Elion merkt dat de aantrekkelijkheid van Bussum vooral heeft te maken met de aandacht die ondernemers krijgen en met het denken in oplossingen. In de keuze tussen Hilversum, Huizen en Bussum speelt vaak mee waar men zich het prettigst voelt. Aantrekkelijk is het ook feit dat Bussum winkelgemeente van de Gooise Meren (60.000 inwoners) is geworden. Tot slot worden ondernemers eveneens over de streep getrokken door de persoonlijke aanpak waarop de dorpsmanager verbindingen legt. Qua branding zal men Bussum als Hart van Het Gooi neer blijven zetten en daar op allerlei manieren bewijsvoering voor blijven leveren. Bussum is het meest succesvolle toeristisch opstappunt van de NS en fungeert als toegang tot omliggende gemeenten. Na de fusie is het belangrijk dat de identiteit van de kernen blijft bestaan. Gooise Meren is slechts een bestuurlijke naam en is nog bij niemand bekend. Muiden, Naarden en Bussum zijn echter sterke merken en daarom zou de focus moeten liggen op de branding van de kernen. 2 De invulling van 10.000 m leegstaande winkelruimte is vooral te danken aan de dorpsmanager. Zij legt verbindingen tussen huurders, makelaars en eigenaren. Vanuit ProBussum wordt niet betaald voor vastgoedeigenaren. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 23.40 uur. Aldus vastgesteld tijdens de openbare vergadering van de commissie Ruimte op
de commissiegriffier,
de voorzitter,
11