COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN OOST 2010 - 02 Verslag van de Commissie Welstand en Monumenten Oost, gehouden op dinsdag 19 januari 2010 in de Regentenzaal te Utrecht. Aanwezig:
Afwezig:
de voorzitter, T. Frantzen, de leden P. Diederen, J. Kamphuis, M. Reniers, K. Tedder en H. Vlaardingerbroek, B. van Santen (afdeling Monumenten), W. Smits (afdeling Stedenbouw), M. van der Wiel (secretaris), C. Boogert (uitvoerend secretaris) en I. Bakhuis (verslag). K. van Vliet (lid).
OVERZICHT VERSLAG A.
Ingekomen stukken en mededelingen
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 december 2009 en gedelegeerd overleg d.d. 5 januari 2010
C.
Algemeen
D. D1 D2 D3 D4 D5
Bouwplannen Kanaalstraat – Hart van Lombok (gemeentelijk monument) Catharijneknoop inclusief Vredenburgplein ABC-straat (1) tegenover nummer 2 en 4 Mauritiuslaan 1 Johan Willem Frisostraat 9
E. E1 F2 F3 F4
Nagekomen plannen Van Swindenstraat 225 Oudegracht 387 bs a Tolsteegsingel 28 bs (gemeentelijk monument) Mgr. Van de Weteringstraat 83, 85 (gemeentelijk monument) en 87 .
F.
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijst d.d. 30/12 2009 en 14-01-2010
G. G1
Reclames Yavaridreef 4
H.
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 januari 2010
A.
Ingekomen stukken en mededelingen Geen onderwerpen.
B.
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 december 2009 en gedelegeerd overleg d.d. 5 januari 2010 Commentaar op het verslag van de commissievergadering van 15 december 2009 is reeds schriftelijk door de leden verstrekt en verwerkt, zodat dit kan worden vastgesteld. Het verslag van het gedelegeerd overleg van 5 januari wordt met een enkele wijziging vastgesteld.
C.
Algemeen Geen.
D. D1 (B)
Bouwplannen Kanaalstraat – Hart van Lombok (gemeentelijk monument) Principeaanvraag voor de verbouw van een zorgcomplex (voormalig zusterhuis), gecombineerd met 9 appartementen Principeaanvraag voor de nieuwbouw van zorgwoningen voor 60 bewoners (inclusief parkeervoorziening) Aanvraag : Mitros Ontwerp : Berry Dillen Architect Het zusterhuis met kapel en de school dateren uit het begin van de twintigste eeuw. In de jaren zestig heeft het zusterhuis een zorgfunctie gekregen. In de loop der jaren zijn er aan het zusterhuis diverse uitbreidingen en verbouwingen gerealiseerd, de eerste al in 1938. Bij de laatste aanpassing in 2002 is het complex ingrijpend verbouwd met ondermeer zorgfuncties in het schoolgebouw, een nieuwe verbinding tussen school en zusterhuis en is het binnenterrein van het zusterhuis overkapt. In het kader van de voorgenomen uitbreiding van zorgfuncties en –voorzieningen heeft architect Dillen de logistiek in het gebouw herzien. Volgens plan komt de centrale entree in het midden van de monumentale gevel aan de Kanaalstraat te liggen, in de travee waar ooit oorspronkelijk ook de entree gesitueerd was. Een monumentale uitstraling van de entree moet de beleving van de gehele entreepartij betekenis geven. Hiernaar is een aantal studies gedaan en in een eerder traject met ondermeer de commissie is hier al een ontwerpkeuze in gemaakt. Achter de centrale entree komt een gezamenlijke receptiebalie voor verwijzing naar de diverse instellingen en voorzieningen, maar ook vanwege de centrale positionering enige sociale controle waarborgt. Voor de centrale ruimte wordt nog een levendige functie gezocht. Gedacht wordt aan een dagcafé dat met de inzet van mensen met een verstandelijke beperking wordt gerund. Voor de logistiek is het van belang dat de - latere uitbouw aan de achtergevel met nog een verdieping wordt verhoogd. Ingrepen in de bestaande achtergevel zullen zoveel mogelijk reversibel worden uitgevoerd. De monumentale ingang op deze verdieping blijft intact, maar het luifeltje moet wel verwijderd worden. Ook is een toegang tot deze verdieping vanuit de gang naast de kapel noodzakelijk, daarvoor moet een bestaand karakteristiek raam verwijderd worden. Getracht wordt dit als heldere ingreep zichtbaar te maken. In de overkapte binnenplaats worden de later dichtgezette arcades waar mogelijk weer open gemaakt. Op een aantal plaatsen worden latere toevoegingen verwijderd, onder andere aan de zijgevel van het zusterhuis en aan de achtergevel naast de kapel. Een wandschildering met de oorspronkelijke situatie in beeld gebracht, moet beschadigingen als gevolg van het verwijderen van toevoegingen aan de kapel camoufleren. Aan de zijgevel komt de toegang tot de ondergronds parkeren, deze blijft zoveel mogelijk op afstand van de monumentale zijgevel. Ook hier worden in de zijgevel oorspronkelijk bogen teruggebracht, een en ander afhankelijk van wat er na sloop van de aanbouw tevoorschijn komt. Kappen en daken kunnen ongewijzigd blijven en voor afvoeren kan gebruik worden gemaakt van bestaande kanalen. Achter het monumentale deel van het complex worden zorgwoningen gerealiseerd. Hoewel het bestemmingsplan meer massa toestaat, is de bouwhoogte afgestemd op de omgeving. De architectuur reageert op de plasticiteit en sfeer van de omliggende bebouwing en geeft uitdrukking aan de specifieke zorgbehoeften van verschillende doelgroepen. De gevels aan de tuinzijde zijn geparcelleerd. In de bouwplanfase wordt een tuinontwerp gepresenteerd. Met het oog op een mogelijk toekomstige transformatie van de zorgwoningen wordt het
(O)
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 januari 2010
2
complex voorzien van een verdiepte parkeergarage, waarvan de inrit naast het monumentale zusterhuis aan de Kanaalstraat komt te liggen. De inrichting van het voorterrein, met opstelplaatsen voor gehandicaptenvervoer, moet de aandacht van de impact van de parkeertoegang afleiden. Conclusie De commissie waardeert de zorgvuldige planaanpak. De architect is erin geslaagd een zinvol hergebruik van het complex te combineren met structuurherstellende ingrepen die de herkenbaarheid van de monumentale elementen vergroten – waaronder het terugbrengen van de entree in de Kanaalstraat en herstel van de arcades – en voor het overige zijn ingrepen in belangrijke mate reversibel. Ook het behoud van de kapel wordt als zeer positief ervaren. De commissie vindt het niet noodzakelijk beschadigingen aan de buitenmuren van de kapel te camoufleren; zichtbaarheid van de geschiedenis van het gebouw kan op zichzelf waardevol zijn. Wel wordt in overweging gegeven de oorspronkelijke deur met trap én luifel in de tuingevel van het zusterhuis een rol te geven in het geheel. De commissie vraagt aandacht voor een zorgvuldige aanpak van de naamsaanduidingen van de diverse gebruikers. Verder waarschuwt zij voor een al te rijke detaillering; er zal een goede balans moeten worden gevonden in detaillering en soberheid. Ook adviseert zij de architect om in de totale aanpak van het complex niet te krampachtig om te gaan met de sporen uit het verleden. Ook de nieuwbouw is zorgvuldig benaderd. De voorgestelde indeling en opdeling is passend in relatie tot de bestaande omliggende bebouwing. De commissie acht het van belang dat de raamindeling correspondeert met de plattegronden. De wit gestucte gevelvlakken in de zuidgevel en op de hoek Van Imhoffstraat /Pieter Bothstraat in deze situatie als minder passend beoordeeld; meer rust in het gevelbeeld is wenselijker. De afwijkende vormentaal van de setback en de dakopbouw/-uitbouw roepen vragen op; geadviseerd wordt om of een eenduidige benadering te kiezen of de verhoging een rol te laten spelen in de totale gevelcompositie. In het huidige voorstel wordt de hoek tevol, een optelsom van elementen. De positionering en inrichting van de inrit tot de parkeergarage is een aandachtspunt; de commissie betwijfelt of de inrichting van het voorgebied de aandacht hiervan voldoende afleidt zowel geredeneerd vanaf de straatzijde als ten opzichte van het monument of het belendende bibliotheekgebouw. De positionering van de parkeerentree is afhankelijk van de vraag welk gebouw een dergelijke ingreep in het maaiveld het beste verdraagt. Onderzocht zou kunnen worden of de inrit kan worden verschoven, zodanig dat de verbinding met het achterterrein op maaiveldniveau beter in stand blijft. Omdat de parkeervoorziening gedeeltelijk onder de binnentuin ligt, heeft dit consequenties voor de tuininrichting. Indien de parkeergarage verder verlaagd wordt, geeft meer grondpakket betere kansen op een groenere binnentuin. De commissie wacht de doorwerking van het plan en het inrichtingsplan voor het binnengebied af. D2 Catharijneknoop inclusief Vredenburgplein BV20900006 (Ont) Ontwerp Catharijneknoop (stadskamer, het midden- en het bruggebouw) en aangepast ontwerp nieuwbouw Entreegebouw Aanvraag : Corio Vastgoed Ontwikkeling Ontwerp : Altoon & Porter Architects/Van den Oever Zaaijer & Partners (Zie notulen 12/02, 09/09 en 02/12 2009) Naar aanleiding van de opmerkingen van de commissie, de supervisoren, de rijksbouwmeester en spoorbouwmeester zijn er in de afgelopen maanden diverse planaanpassingen ten opzichte van de eerdere presentaties doorgevoerd. De commissie wordt geïnformeerd over de gewijzigde ontwerprichtingen voor de Catharijneknoop. Voor het Entreegebouw is reeds een bouwaanvraag ingediend, dus hier zal het ontwerp meer op detailniveau besproken moeten worden. Het definitief ontwerp – dat vervolgens uitgangspunt zal zijn voor het conceptbestemmingsplan -voor de Catharijneknoop kan op instemming rekenen van het Atelier Stedenbouw (waar ondermeer de supervisoren, rijksbouwmeester en spoorbouwmeester aan deelnemen), het College van Burgemeester en Wethouders en de gemeenteraad (mits de relatie met het water vanuit de stadskamer wordt verbeterd). Architect Zaaijer geeft een toelichting op de planaanpassingen. Een samenhangend stedelijk weefsel, de betekenis van hoeken en passages, de aankleding van de
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 januari 2010
3
stedenbouwkundige ruimte in relatie tot het beoogde karaker en de relatie massa – transparantie zijn belangrijke aandachtspunten geweest in de planontwikkeling. De toevoeging van nieuwe elementen moet passen in de schaal van de stad, bijdragen aan het samenspel van architectuur en stedenbouw en hieraan kwaliteit toevoegen. In het herstel van de Catharijnesingel betekent de knoop een nieuw element, dat water en groen verbindt en bijdraagt aan de beleving ervan. De optimale beleving van de aanwezigheid van water is nog in studie. In een volgende presentatie zal hierop worden ingegaan. De Catharijneknoop bestaat uit stapsgewijs oplopende elementen. Het entreegebouw en de zwevende glazen stadskamer maken deel uit van de historische stad en oriënteren zich vooral op het straatniveau. Via het poortgebouw wordt de omslag gemaakt naar het +1-niveau. Het entreegebouw is vormgegeven als gemetseld stedelijk blok. Functioneel heeft het gebouw een horizontale oriëntatie, waarin enkele parkeerlagen onder maaiveld, winkellagen en woonlagen zijn onderscheiden. De dakbeëindiging met kroonlijst benadrukt de horizontaliteit. Tevens is er een verticale geleding aangebracht, waardoor dit blok zich voegt in de schaal van de stad. Qua materialisatie en ritme heeft het blok een alzijdige uitstraling, maar uitwerking en detaillering zijn afgestemd op de functies die het gebouw herbergt en op de sfeer van de directe omgeving. In afwijking van de gepresenteerde tekeningen zal voor de penanten in alle gevels een eenduidige breedte worden gehanteerd, maar kan de stramienmaat verschillen. Het streven is hiërarchische verschillen in straten en passages tot uitdrukking te laten komen in vormgeving, uitstraling en materialisatie. Tegelijkertijd moeten functionele en commerciële eisen en eisen met betrekking tot de verwerkingscapaciteit van een groot aantal bezoekers in het oog worden gehouden. Binnen dat spanningsveld kan de detaillering verder onder de loep worden genomen. De passage door het entreegebouw en de stadsstraat tussen het entreegebouw en de Clarenburghoek monden uit in de zwevende glazen Vredenburgkamer. Hier is optimaal gebruikgemaakt van daglichttoetreding. Materialisatie en patroon van de natuurstenen vloer van de stadskamer verwijzen naar de inrichting van het centrale deel van het Vredenburgplein. De overbrugging tussen het Poortgebouw en Hoog-Catharijne is eveneens zwevend en transparant en wordt ingevuld met winkels en horeca. Conclusie De commissie constateert met genoegen dat een kwaliteitssprong is gemaakt ten opzichte van de vorige planpresentaties. Met name de verschijningsvorm van de stadskamer, als zwevend element tussen gebouwen, is sterk verbeterd. De stedenbouwkundige ambitie is de oude binnenstad en het nieuwe Stationsgebied zodanig aan elkaar te verbinden, dat een samenhangend gebied ontstaat van twee verschillende karakteristieken. Om die ambitie waar te maken zal nog een aantal stappen moeten worden gezet. De tussenstraat tussen het entreegebouw en de Clarenburghoek moet nog duidelijker als steeg worden gedefinieerd om te laten zien dat deze zich tussen twee stedelijke blokken bevindt. De commissie pleit ervoor de straatwanden aan weerszijden te verduidelijken door hier meer straatgevels te ontwerpen; wanden vormen een straat. De gevels moeten ook beleefd worden ondermeer door de verdiepingsvloeren hiervan los te detailleren. Vanaf het maaiveld moeten de gevels in totale hoogte ervaarbaar zijn en niet gehinderd door de bruggen op verdieping. In het samenspel van massa en transparantie moet de uitstraling van het entreegebouw als stevig stedelijk blok nog worden versterkt door de winkellagen een kloeker uitstraling te geven, onder meer door verduidelijking van de gemetselde penanten en het verdiepen van neggen en een kleinere penantafstand. Met name aan de steeg en stadskamerzijde staat het gebouw nog onvoldoende op de grond. De verwevenheid van een horizontale en een verticale geleding in het entreegebouw is nog niet in alle gevels duidelijk leesbaar, waardoor de beoogde alzijdigheid nog niet goed tot haar recht komt. Een eenduidig ritme van stevige gemetselde penanten kan ook hier een versterking betekenen. De eenvormige uitstraling van de toegangen tot de steeg tussen het entreegebouw en de Clarenburghoek en de passage door het entreegebouw strookt niet met het streven een hiërarchisch onderscheid in straten en passages tot uitdrukking te brengen. De commissie onderschrijft het advies vanuit het Atelier Stedenbouw om een iconografische benadering van de Clarenburghoek te voorkomen; rond het Vredenburgplein moet een samenhangend stedelijk ensemble ontstaan, waarin alleen het Muziekpaleis een extremiteit vormt.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 januari 2010
4
Het is cruciaal duidelijke richtlijnen op te stellen voor reclamevoering, zowel ruimtelijk als commercieel handhaafbaar. Bij een volgende planbeoordeling dient de reclamevoering separaat besproken te worden. Elementen die in het entreegebouw insnijden, zoals de aansluiting op de brug, vragen een zeer scherpe detaillering. De samenhang van afzonderlijke elementen vraagt verduidelijking. Verder maakt de commissie enkele opmerkingen over de Catharijneknoop in breder perspectief. De hiërarchie in openbare ruimten lijkt te zijn gekoppeld aan materiaalgebruik – met name de toepassing van natuursteen. Een vraag is of de consequente toepassing van natuursteen voor belangrijke ruimten – zowel binnen als buiten – zich niet als 'truc' zal laten ontmaskeren, waardoor het beoogde effect verloren gaat. De commissie twijfelt of de benadering om voor het Vredenburgplein en de Stadskamer te kiezen voor een afwijkende materialisatie, de leesbaarheid van de stedenbouwkundige ruimtes ten goede komt. Vooruitlopend op de resultaten van de studie naar een optimale beleving van de aanwezigheid van de singel, spreekt de commissie de hoop uit dat de ontwerpers geen decoratieve oplossing voorstellen (zoals gaten in de vloer), maar een fundamentele benadering kiezen. Denkbaar is het gebouw ter hoogte van de stadskamer te verkorten en de plaat te versmallen, waardoor het water hier meer naar binnen dringt. De kleine uitbouw aan de zuidwestzijde van het entreegebouw is onduidelijk in relatie tot de verschillende bouwmassa's en lijkt een belemmering voor de beleving van het water. In de schetsen is een gebogen vloer van de stadskamer gesuggereerd. Ook die zou de aanwezigheid van de singel zeer goed voelbaar kunnen maken. Verticale samenhang tussen de wereld op straatniveau en de wereld erboven is van belang voor de beleving van de overkluizing van de weg. Het is noodzakelijk om een stedenbouwkundig moment te creëren, waarin de singel met bootjes, de weg met auto's en fietsers en de aanwezigheid van winkels in één beeld worden gevat. De situering van winkels op de begane grond in het Poortgebouw kan een risicofactor zijn, omdat er in het huidige voorstel van uitgegaan wordt dat er in doorsnede één winkel in gevestigd wordt, dus met een voorzijde maar ook een achterzijde, beide aan een doorgang gelegen. Met glazen puien is dit uitbaattechnisch lastig maar ook een risico ten aanzien van reclamevoering (dichtplakken). Goede doorsnedes en plattegronden van de bebouwing op maaiveldniveau kunnen echter ook kwaliteit toevoegen. De commissie ziet de doorwerking van de plannen tegemoet. D3 (B)
ABC-straat (1) tegenover nummer 2 en 4 Bouwaanvraag voor het bouwen van een woning na sloop van de berging Aanvraag : C.I. Greep Ontwerp : Bureau 030 (zie notulen 10/03 en 15/12 2009) De architecten Ran en Meurs lichten de planaanpassing toe. Overeenkomstig de suggestie van de commissie is de afwatering achter de gevel- en dakafwerking geplaatst, waardoor de betonnen panelen uitsluitend een esthetische functie hebben. De abstractie in het ontwerp is vergroot door enkele kleine raamopeningen te schrappen en de patiogevel te herzien. Conclusie De commissie herkent in de planuitwerking de eerder verwoorde ambities die zich weerspiegelen in vormgeving en detaillering en beantwoorden aan het beeld van de eerder getoonde maquette. Het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand en de commissie adviseert hierover positief. Wel plaatst zij hierbij de dringende kanttekening dat de gesuggereerde kwaliteit en uitstraling ook op termijn moeten worden gegarandeerd. In die zin is de haalbaarheid van het plan mede afhankelijk van specifieke kwaliteitsgaranties voor constructies en materialen.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 januari 2010
5
D4 (O)
Mauritiuslaan 1 BV2084851 Vrijstellingsaanvraag voor het vergroten van een hotel en een gebouwde parkeervoorziening Aanvraag : Van Riezen Consult Ontwerp : Lambert Architecten (zie notulen 17/11 2009) Na enige aarzeling heeft de commissie de stedenbouwkundige oplossing voor de vergroting van de parkeervoorziening geaccepteerd, onder de voorwaarde dat deze zich als zelfstandig element in het ensemble manifesteert. Architect Lambert heeft de gedeeltelijk verdiepte parkeergarage losgemaakt van het hotel. Een knik in het volume in het verlengde van de entree van het hotel benadrukt de samenhang in het ensemble. Voorgesteld wordt tegen een achtergrond van zwart gepigmenteerd beton rondom dejoroosters te plaatsen in witte en zilverkleurige poedercoating, passend bij de kleurstelling van het hotel. Aan de zijde van het fietspad is begroeiing mogelijk. Conclusie De commissie adviseert positief over de vrijstellingsaanvraag; gegeven de stedenbouwkundige oplossing voor deze locatie is de ontwerprichting voorstelbaar. Aan de architectonische uitwerking wordt de eis gesteld dat de parkeervoorziening ook op termijn een hoogwaardige uitstraling behoudt. In dat verband is de commissie niet overtuigd van het gepresenteerde. De detailuitwerking van het bouwpan zal de vraag moeten beantwoorden of de gekozen materiaaltoepassing voor deze vormgeving en voor deze locatie geëigend is. De commissie wacht het bouwplan af.
D5 (R)
Johan Willem Frisostraat 9 BV20905816 Bouwaanvraag voor het bouwen van een extra bouwlaag en een dakterras op het dak van een woning Aanvraag : P.P. Tellier Ontwerp : ASCONontwerp (zie notulen 11/08, 08/09 en 20/10 2009) Het College heeft besloten niet tot herziening van het relatief recent vastgestelde bestemmingsplan over te gaan. Architect Scholtus heeft getracht binnen de bepalingen van het bestemmingsplan te komen tot een passende oplossing. Conclusie De commissie heeft waardering voor de gekozen insteek binnen de kaders van het bestemmingsplan. Zij kan zich dan ook in grote lijnen vinden in het ontwerp voor deze context, maar ziet mogelijkheden voor een verdere vereenvoudiging van het ontwerp; door de flanken in het dakvlak door te trekken, gedraagt de opbouw zich meer als een volume voortkomend uit het dak met slechts een uitgesneden pui. Daarnaast wordt opgemerkt om de balustrade van het dakterras transparant vorm te geven zodat deze minder als een volume oogt en om te voldoen aan de gemeentelijke richtlijnen. De commissie geeft de verdere planbegeleiding in handen van het Bureau CWM.
E E1 (O)
Nagekomen plannen Van Swindenstraat 225 BV20911844 Principeaanvraag en schetsvoorstel voor het vergroten van de eerste verdieping van een gebouw ten behoeve van de openbare dienst Aanvraag : gemeente Utrecht, Dienst Stadswerken Ontwerp : ONB (zie notulen 05/01 2010) De commissie heeft gevraagd de uitbreiding van het dienstgebouw aan te grijpen om op deze prominente locatie in het Griftpark kwaliteit toe te voegen. In het onderhavige voorstel zijn vensters in de kopgevel aan de Blauwkapelseweg geplaatst. Conclusie In de planaanpassing is de openheid van het gebouw aan de zijde van de openbare weg weliswaar vergroot, maar de commissie herkent hierin nog geen fundamentele verbetering van de uitstraling van het gebouw. Nu er kennelijk behoefte is aan uitbreiding van het dienstgebouw, ziet de commissie kansen om deze locatie nabij het Griftpark meer betekenis te geven, door opwaardering van het gebouw. Om dit te bereiken wordt geadviseerd de ontwerprichting voor de uitbreiding meer te relateren aan de bestaande bouw.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 januari 2010
6
Bij de bespreking van de aanvraag wordt tevens geconstateerd dat de stedenbouwkundige context om een herontwikkeling van deze locatie vraagt met mogelijke verplaatsing van het dienstgebouw. In het kader daarvan zal binnen de afdeling Stedenbouw worden nagegaan of het gebiedsteam een visie heeft op de aanpak van deze locatie. F2 (B)
Oudegracht 387 bs a BV20913082 Bouwaanvraag voor het vergroten van een dakuitbouw op een bovenwoning Aanvraag: Dhr. Brouwer Ontwerp: Stadsgezicht bv In de bouwaanvraag wordt een bestaande uitbouw vergroot (reeds gerealiseerd). De uitbouw is geplaatst in de goot voorzien van een borstwering. Conclusie De afdeling Stedenbouw heeft reeds negatief geadviseerd. De aanvraag past niet in het bestemmingsplan vanwege het verhogen van de goothoogte en hierdoor als het ware een extra laag wordt toegevoegd. Een van de stedenbouwkundige kwaliteiten van de binnenstad is het ensemble van gevels waarbij de goothoogte een belangrijke rol speelt, ook aan de achterzijden van de gebouwen. De commissie onderschrijft dit advies. Tevens constateert zij dat door de uitbreiding in de goot de architectonische kwaliteit van het gebouw ernstig wordt aangetast. Door het toevoegen van een dergelijk volume - onevenwichtig in het gevelbeeld geplaatst - worden de architectonische verhoudingen verstoord, mede door het grotendeels opofferen van het dakvlak. Door de borstwering is er sprake van een in aanzicht voor de helft gesloten volume, waardoor deze als bouwsel topzwaar is ten opzichte van de eronder gelegen bouwlagen. Iedere architectonische kwaliteit ontbreekt, de uitstraling is armoedig, hetgeen zeer ongewenst is in een beschermd stadsgezicht en in een gebied met beleidsniveau 'Behoud' (welstandsnota). De aanvraag wordt met klem afgewezen.
F3 (B)
Tolsteegsingel 28 bs (gemeentelijk monument) BV20912705/MN20912808 Bouw- en monumentenaanvraag voor het bouwen van een dakterras en het oprichten van een privacyscherm op het dak van een aanbouw van een woning Aanvraag: Dhr. Van Es Ontwerp: Jan Bakers architecten Op de aanbouw – naast een geveldeel met veranda's – worden een hekwerk en een scherm geplaatst. Zowel de afdeling Stedenbouw en Monumenten heeft zowel op stedenbouwkundige als op monumentale gronden de aanvraag afgewezen. De aanvraag past niet in het bestemmingsplan en de ingreep tast het beeld en de structuur van het monument op niet aanvaardbare wijze aan. Conclusie Ook de commissie acht de toevoeging van het dakterras een aantasting van het monument, dat zich wat betreft structuur en gevelbeeld nog in de oorspronkelijke staat bevindt. De gecreëerde optelsom van hekwerken (veranda's en dakterras) verstoren het aanzien. De veranda's aan de achterzijde zijn beeldbepalend en structurerend; de toevoeging van het dakterras en scherm leidt tot een rommelige aanblik ten koste van de monumentale kwaliteit. De aanvragen worden van een negatief advies voorzien.
F4
Mgr. Van de Weteringstraat 83, 85 (gemeentelijk monument) en 87 BV20911195/MN20911352 Bouw- en monumentenaanvraag voor het verbouwen van een bijeenkomstgebouw en een bovenwoning voor kamerbewoning (22 kamers) Aanvraag: SSH Ontwerp: Van Vulpen Stedebouw Architectuur Om het gewenste programma in te passen behelst de aanvraag ondermeer interne wijzigingen, het maken diverse gevelopeningen aan de achterzijde inclusief het bekleden met plaatmateriaal, het plaatsen van dakramen en het terugbrengen van een aantal vensters en deuren aan de voorzijde in historische stijl. De afdeling Monumenten heeft aangegeven zich met de interne wijzigingen en dakvensters te kunnen verenigen, maar acht het een gemiste kans om in de historische architectonische context brievenbussen in de hoofdentree te plaatsen.
(R)
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 januari 2010
7
Conclusie Vanwege de termijnen van de monumentenvergunning richt het advies van de commissie zich in dit stadium op de monumentale aspecten van de aanvraag. Zij meent dat het 'herstellen' van de historische gevel moet worden toegejuicht, maar ziet het als een gemiste kans dit 'herstel' gelijktijdig weer aan te tasten door deurpanelen in de hoofdentree in de gevelbeeld (zal helaas niet als dusdanig gebruikt gaan worden) te ontsieren met brievenbussen. Voor het totale monumentale gevelbeeld deelt zij de mening van de afdeling Monumenten en zijn dit een ongewenste toevoegingen. De informatie in de bouwaanvraag aangaande de ingrepen in het niet-monumentale deel is in dit stadium onvoldoende om advies over te verstrekken, dit wordt vooralsnog uitgesteld. F
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijsten d.d. 30 december 2009 en 14 januari 2010, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open: Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur. Respect: Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud: Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing zijn de aanvragen getoetst aan de sneltoetscriteria, dan wel aan de criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijsten zijn ter inzage op het secretariaat.
G G1 (O)
Reclames Yavaridreef 4 RC20913128 Reclameaanvraag voor het aanbrengen van folie met belettering Aanvraag: Tandzorg Groep Ontwerp: Sign-a-rama Rotterdam Vanwege het in gebruik nemen van de begane grond door een tandheelkundige praktijk is om privacyredenen en uit hygiënisch oogpunt gekozen voor het grotendeels afplakken van de ramen door folie. Conclusie De praktijk bevindt zich in een relatief nieuw winkelcentrum met grote glazen puien in de eerste bouwlaag. In principe is het dichtplakken van deze puien ongewenst vanwege de gesloten uitstraling, maar vanwege de functie meent de commissie dat hier een uitzondering kan worden gemaakt. De aanvrager heeft de folie beperkt tot het hoogstnoodzakelijke en tevens maakt het voorstel een verzorgde indruk. Aanvraag is akkoord.
H
Rondvraag en sluiting . De volgende vergadering vindt plaats op 2 februari 2010.
De voorzitter
De secretaris
T. Frantzen
M. van der Wiel
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 januari 2010
8