COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN OOST 2010 - 16 Verslag van de Commissie Welstand en Monumenten Oost, gehouden op dinsdag 14 september 2010 in de Regentenzaal te Utrecht. Aanwezig:
de voorzitter, T. Frantzen, de leden P. Diederen, J. Kamphuis, M. Reniers, H. Vlaardingerbroek, K. Tedder en K. van Vliet, W. Smits (afdeling Stedenbouw), M. van der Wiel (secretaris), C. Boogert (uitvoerend secretaris) en I. Bakhuis (conceptverslag).
OVERZICHT VERSLAG A.
Ingekomen stukken en mededelingen
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 17 augustus 2010
C.
Algemeen
D. D1 D2 D3
Bouwplannen M.P. Lindostraat 4 Korte Rozendaal 6b Muntkade 8/9
E. E1 E2 E3 E4 E5 E6
Nagekomen plannen Schönberglaan e.o. Furkaplateau 15 Jan van Scorelstraat 26/28 Bernard de Waalstraat 17 Korte Hamstraat 1 Gageldijk 86 en 86a
F.
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijst d.d. 26-08-2010 en 09-09-2010
G.
Reclames
H.
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 14 september 2010
A.
Ingekomen stukken en mededelingen Er is een schriftelijke reactie ontvangen op het bouwplan M.P. Lindostraat (zie verder agendapunt D1).
B.
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 17 augustus 2010 Het verslag is via een schriftelijke ronde vastgesteld.
C.
Algemeen Geen.
D. D1 (O)
Bouwplannen M.P. Lindostraat 4 BV21002467 Bouwaanvraag fase 1 voor het verbouwen van een schoolgebouw tot negen woningen en een ruimte voor Chinese vechtkunst Aanvraag : Sint Dominicus Ontwerp : Revier Architectuur (Zie notulen 20/07 2010) De secretaris deelt mee dat de heer Hopman, omwonende en lid van het buurtcomité, schriftelijk bezwaar heeft gemaakt tegen het bouwplan. In zijn beleving zijn gemaakte afspraken over de ingreep niet nagekomen; aanbouwen zijn niet passend in de architectuur van de school, noch in de uitstraling van de wijk en hebben een te grote impact op de openbare ruimte. Architect Revier licht toe dat over de handhaving, herbestemming en de nieuwe configuratie van de school veelvuldig is overlegd met de buurt. Dit heeft tot een kleiner aantal woningen geleid dan aanvankelijk gepland. Dit minimum aantal – waaronder de woningen in de kap – is noodzakelijk om het plan financieel haalbaar te maken. Mede naar aanleiding van het commentaar van de commissie is het plan herzien. De haaks op elkaar staande straatgevels blijven nagenoeg ongewijzigd; toevoegingen ten behoeve van de daglichttoetreding betreffen reconstructie van oorspronkelijke dakramen en dakkapellen. De eerder voorgestelde aanpak aan het binnenterrein is door de commissie als een onaanvaardbare stapeling van volumes beoordeeld. Gezocht is naar een oplossing die niet met de omgeving contrasteert en past in deze korrelgrootte en materialisatie. De ingreep in het dakschild is nu vormgegeven als één overhoekse snede, waarin uitgebouwde, verdiepingshoge dakkapellen en buitenruimten met balustrades zijn ondergebracht. Conclusie Het karakteristieke schoolgebouw heeft geen monumentale status, maar verdient wel een zorgvuldige aanpak. Vooral de grote dakvlakken zijn van grote invloed op de beleving van het gebouw in zijn omgeving. Volgens de welstandsnota is op deze locatie het beleidsniveau 'Open' van toepassing. Beoordelingscriteria daarvoor zijn onder meer dat het bouwwerk, ongeacht stijl of architectuuropvatting, naar vorm en schaal past in zijn omgeving, de stedenbouwkundige structuur herkenbaar maakt en de kwaliteit van de openbare ruimte en de omgeving versterkt. De tekeningen maken duidelijk dat is getracht de transformatie met respect voor het bestaande vorm te geven, maar problematisch blijft de inpassing van het programma in het bestaande volume. De commissie vindt het een goede keuze de buitengevels vrijwel geheel intact te laten. Daarentegen is weliswaar het binnenterrein privaat domein, maar dit vormt een markante, vanuit het openbare gebied zichtbare stedenbouwkundige ruimte. Hier kunnen beperkt volumes aan toegevoegd worden. Het vergroten van de bruikbaarheid van de appartementen met buitenruimten aan de binnenzijde (aan het plein) is denkbaar maar niet op de voorgestelde wijze. Kenmerkend voor deze schoolarchitectuur is de open buitenzijde en de gesloten binnenzijde. De stapeling van volumes en de doorbraken in het dak aan de achterzijde van de school tasten die geslotenheid te zeer aan en passen naar vorm en schaal niet in deze omgeving, noch in de gekozen architectuurtaal. In uitwerking zal gekozen moeten worden tussen of een zorgvuldige detaillering in stijl van het gebouw of duidelijke hedendaagse ingrepen. Voorliggend bouwplan voldoet daarmee niet aan redelijke eisen van welstand. De commissie adviseert hierover negatief. Als ingrepen in de achterzijde noodzakelijk zijn, moeten deze in passende maatverhoudingen worden gerealiseerd en als daarvoor een historiserende stijl wordt gekozen moet deze consequent, tot op detailniveau worden doorgevoerd.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 14 september 2010
2
D2 (B)
Korte Rozendaal 6b Plan voor het veranderen en vergroten van het gebouw ten behoeve van zes appartementen Aanvraag : Dhr. H. van Scheppingen / Dhr. A. van Scheppingen Ontwerp : Mark Tuerlings Architecten (Zie notulen 27/04 2010) Architect Tuerlings heeft een schriftelijke toelichting gezonden, aanvullend op het beeldmateriaal. Hij heeft de planaanpassing gebaseerd op een nadere analyse van de omgeving. Die kenmerkt zich door een variatie aan kapvormen, bouwstijlen en materialen. Een principiële wijziging ten opzichte van het eerste plan is dat de voorgevel met de hoofdentree zich nu richt naar het (speel)pleintje, waarmee de moeilijk leesbare omwisseling van zij- en voorgevel ongedaan is gemaakt. De traditionele architectuurstijl die in het oorspronkelijke plan was ingezet, is doorgewerkt. Conclusie Het pand bevindt zich in een gebied met beleidsniveau 'Behoud' (welstandsnota). De commissie vindt het een goede keuze de voorgevel naar het plein te richten. De gekozen architectuurstijl is in deze context denkbaar, maar de uitwerking voldoet nog niet aan redelijke eisen van welstand, noch compositorisch, noch qua detaillering. In de directe omgeving is sprake van individuele panden. Daarop wordt ingespeeld door een pand toe te voegen met een eigen karakter. Daarin zou de kap een beeldbepalend element moeten zijn. Deze oogt echter gedrongen, waardoor de dakkapellen in verhouding tot de kap te groot zijn en een duidelijke hiërarchie in de bouwlagen ontbreekt. Het afwijkende kozijn boven de voordeur wordt als oneigenlijk in deze architectuur gezien en de sobere detailleringen zouden in overeenstemming moeten worden gebracht met de gesuggereerde rijkere bouwstijl. De commissie wacht een aangepast plan af. In algemene zin signaleert de commissie een toenemende behoefte aan het realiseren van zelfstandige woningen in kapverdiepingen. In combinatie met de bepalingen in het Bouwbesluit met betrekking tot zelfstandige woningen, leidt dit steeds vaker tot ongewenste toevoegingen en dakdoorbraken.
D3 (O)
Muntkade 8 – 9 Bouwaanvraag fase 1 voor het veranderen en vergroten van het gebouw ten behoeve van 34 zelfstandige woningen Ontwerp : Asnova Architects Architect Willemsen licht het plan toe. Het voormalige dekkledenhuis bestaat uit een massief gemetseld orthogonaal hoofdvolume, een kleiner bijgebouw met zadeldak en een tussenliggende toegangspoort. In de jaren vijftig is in stijl een verdieping aan het hoofdvolume toegevoegd. De voorgevel is nu bekleed, de zijgevel in de Steijnstraat grotendeels intact (met uitzondering van de kozijnen). De ambitie is de oorspronkelijke industriële uitstraling te herstellen. De poort krijgt de functie van hoofdentree voor de appartementen. Boven de poort wordt één klein appartement gerealiseerd, dat schuilgaat achter een stenen lamellenstructuur. In de voorgevel van het hoofdvolume worden de vensters op de verdiepingen tot eigentijdse, verticaal gekoppelde erkers uitgebouwd. Op de begane grond worden voor- en zijgevel binnen de metselwerkkolommen en -bogen open gemaakt en de daarin geplaatste verdiepingshoge puien voorzien van een strekmetalen borstwering. In de zijgevel worden de raamopeningen verhoogd en stalen deurkozijnen met roedeverdeling teruggeplaatst. Aangehangen balkons vallen binnen deze nieuwe gevelopeningen. Een collectief dakterras is vanaf de straat niet zichtbaar door de achter de dakrand terugliggende balustrade. Conclusie De commissie steunt het vertrekpunt voor de aanpak – respect voor het industrieel erfgoed – maar constateert dat dit in de uitwerking onvoldoende herkenbaar is. De ingrepen zijn doorgeschoten, waardoor schaal en vormgeving van het gebouw fundamenteel veranderen en het oorspronkelijke karakter – een robuust, gesloten en sober, maar zorgvuldig vormgegeven industrieel gebouw – onherkenbaar wordt. De vergrote vensters gaan ten koste van de maatverhoudingen in de metselwerkgevels, verplaatsing van de entree doet de oorspronkelijke hiërarchie in de voorgevel teniet en de schuine belijning van de erkers in de voorgevel is niet passend in de sfeer van het gebouw, noch op deze locatie. Deze bij het welstandbeleidsniveau 'Open' behorende criteria komen hierdoor in het geding. Voorliggende aanvraag voldoet daarmee niet aan redelijke eisen van welstand en de commissie adviseert hierover negatief. Een ingetogen aanpak van de invoeging van het
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 14 september 2010
3
nieuwe programma, met gebruikmaking van de beeldbepalende kenmerken en maatverhoudingen van het oorspronkelijke gebouw, moet de beoogde transformatie waarmaken. Bij voorkeur wordt ook om die reden de entree daarbij centraal in de voorgevel geplaatst. E Nagekomen plannen E1 Schönberglaan e.o. (O/R) Voorlopig ontwerp voor 79 woningen (villa's, twee-onder-een-kapwoningen, eengezinswoningen en appartementen) met inrichtingsplan Aanvraag : Heijmerink Ontwerp : EGM Architecten / Delta Vorm Groep (Zie notulen 22/09 2009 en 02/03 en 27/04 2010) Met betrekking tot de aansluiting van het appartementengebouw op de lagere bebouwing heeft de commissie meermaals aangedrongen op een ontkoppeling van de bouwdelen. Architect Bos heeft voorgesteld de overgang tussen beide bouwdelen te verduidelijken door het tussenlid terug te leggen. Conclusie De commissie vindt deze oplossing nog onvoldoende. Zij handhaaft het standpunt dat de aansluiting van hoog- en laagbouw een fundamentele aanpak vraagt, die de beleving van de ontkoppeling geloofwaardig maakt. De commissie adviseert negatief over de voorgestelde aanpak. E2 (O)
Furkaplateau 15 Voorlopig ontwerp gevelrenovatie Aanvraag : De heer Geurts Ontwerp : WAM Architecten (zie notulen 27/04 en 20/07 2010) Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar passende kleurstellingen, zowel op stedenbouwkundig als architectonisch niveau. Als uitgangspunt is gekozen voor een crèmekleurig gevelvlak afgestemd op de gebouwen rondom het plein. De kozijnen, lateien en overige gevelonderdelen worden voorgesteld in terughoudende grijstinten. Conclusie De commissie meent dat het ingediende voorstel acceptabel is. Met name de terughoudendheid in kleur is belangrijk gezien het type architectuur.
E3 (R)
Jan van Scorelstraat 26/28 BV21005683 Bouwaanvraag voor het op de eerste verdieping uitbreiden van een bovenwoning, het vergroten van een kapverdieping, het bouwen van een terras op de kapverdieping en de uitbouw op de eerste verdieping Ontwerp : onbekend Het betreffende pand vormt de beëindiging van een bouwblok maar wordt aansluitend gevolgd door een hoekpand in een ander type architectuur. Conclusie De verzwaring van het programma vraagt om tal van ingrepen die het pand niet verdraagt. Omdat het pand onderdeel uitmaakt van een bouwblok is het uitbreiden in de diverse richtingen ongewenst aangezien het de eenheid van het bouwblok verstoort. In de aanvraag worden dakvlakken aan voor- en achterzijde steiler gemaakt om een ruimere kap te bewerkstelligen. De kap wordt afgedekt door een plat gedeelte met een dakterras: hierdoor verdwijnt zowel de nok van het bouwblok die als verbindend element geldt als de eenheid en continuïteit van het dakvlak aan voor- en achterzijde van het bouwblok. Dit is met name voor het straatbeeld een zeer ongewenste ingreep. Daarnaast worden diverse openingen in het dakvlak voorgesteld die het dakvlak ernstig aantasten: het dakvlak maakt een essentieel onderdeel uit van de architectuur hetgeen in deze aanvraag geheel ontkend wordt. Ook de uitbreidingen aan de achterzijde vormen een te zware belasting voor het binnengebied en tasten tevens de structuur van het bouwblok aan. De panden van het betreffende bouwblok hebben een vorm van gelaagdheid door de uitkraging van de begane grond en de gootlijn. Door de geveloptrekking verdwijnt deze karakteristiek. De aanvraag is gelegen in een gebied met beleidsniveau 'Respect', hetgeen betekent dat de essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. In onderhavige aanvraag is hiervan geen sprake. Het ontwerp dient naar vorm en schaal te passen in zijn omgeving en het bouwwerk dient qua omvang,
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 14 september 2010
4
schaal en massaopbouw in evenwicht te zijn met de bestaande omgeving. Tevens moet er sprake zijn van een evenwichtige opzet in maatverhoudingen, die in buitenruimten, bouwvolumes en vlakverdelingen tot uitdrukking komt. Aan deze criteria, behorend bij het beleidsniveau 'Respect' voldoet de aanvraag niet, derhalve wordt de aanvraag voorzien van een negatief advies. E4 (O)
Bernard de Waalstraat 17 BV21001217 Bouwaanvraag voor het bouwen van een geveloptrekking en aanbouw met dakterras en het bouwen van een dakkapel aan de voorzijde Ontwerp : bureau baRR De afdeling Juridische Zaken vraagt een nadere motivering van het eerder afgegeven positieve preadvies. In de aanvraag wordt de woning vergroot door de nok enigszins te verhogen en de beide dakvlakken worden verlengd. Daarnaast worden dakkapellen geplaatst aan de voor- en achterzijde en wijzigt de uitbouw aan de achterzijde, tevens voorzien van een dakterras. Conclusie Het bestemmingsplan staat het uitbreiden van deze woningen ruimschoots toe. In de voorgestelde uitbreiding wordt door het handhaven van de gootlijn en de schuinte van het dakvlak de eenheid van het bouwblok zoveel mogelijk behouden, met name belangrijk aan de voorzijde en vanwege de ligging in de knik tussen twee bouwblokken. Gemeend wordt dat de nokverhoging van minimale invloed zal zijn op het straatbeeld en de architectuur. (Meerdere) nokverhogingen zullen de gaafheid van het bouwblok verminderen, maar alternatieve uitbreidingen leiden tot een ernstigere verstoring van het architectonisch ensemble. Voor Utrecht is het bijzonder dat in de huidige situatie het dakvlak aan de voorzijde in dit bouwblok nog ongeschonden is, maar een dakkapel aan de voorzijde is ook bestemmingsplantechnisch toegestaan. De uitwerking van de dakkapel voldoet aan de sneltoetscriteria opgenomen in de welstandsnota. De dakkapel aan de achterzijde mag vergunningvrij geplaatst worden. Het eerder afgegeven positieve advies blijft gehandhaafd.
E5 (O)
Korte Hamstraat 1 BV21002971 Bouwaanvraag voor het bouwen van een balkon en een trap aan de achterkant van de woning Aanvraag : G.C. Lobosco Ontwerp : onbekend In de aanvraag worden de afscheidingen van balkon en dakterras voorzien van relatief zware houten staanders en liggers, dichtgezet met melkglas. Conclusie Door de gekozen dichte en zware vormgeving verworden de afscheidingen visueel tot volumes hetgeen ongewenst is. In de sneltoetscriteria wordt gesteld dat een dakterras ondergeschikt dient te zijn aan het gebouw en de architectuur. In uitvoering betekent dit een zo ondergeschikt mogelijke vormgeving van de afscheidingen. Dit geldt ook voor het balkon. Door het dichte melkglas en de zware staanders tegen de gevel is er geen sprake van ondergeschiktheid, maar juist van dominantie in het beeld. De aanvraag is gelegen in een gebied met beleidsniveau 'Open' (welstandsnota). Een van de hiervoor geldende criteria betreft dat het bouwwerk naar vorm en schaal in zijn omgeving passend dient te zijn en het bouwwerk zich niet van zijn omgeving afkeert. Hieraan voldoet de aanvraag niet. Realisatie van een dakterras en balkon zijn voorstelbaar mits afgescheiden door een ijl en transparant hekwerk (geplaatst binnen de dakrand). Aanvraag wordt voorzien van een negatief advies.
E6 (R)
Gageldijk 86 en 86a IB21002631/IB21002778 Verzoek tot legalisatie illegale bouw tuinhuisjes/schuurtjes Aanvraag : dhr./mevr. Van Eijck / dhr./mevr. Van Leeuwen Van gemeentewege is besloten om naar aanleiding van klachten de bebouwing op het volkstuinencomplex aan de Gageldijk aan te schrijven. Conclusie Op het betreffende volkstuinencomplex is in de loop der jaren een wildgroei aan tuinhuisjes, berginkjes, schuurtjes, kassen, schuttingen etc. ontstaan. Het maken van een verbeteringsslag in dit bijzondere deel van Utrecht nabij het Noorderpark wordt
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 14 september 2010
5
toegejuicht. In overleg met de Juridische unit van de sector Publieke Diensten is door Bureau CWM afgesproken de meest slechte bouwsels niet voor legalisering in aanmerking te laten komen. Dit betreffen zeer bouwvallige gebouwtjes, bouwwerken opgetrokken uit hoofdzakelijk sloopmateriaal etc. Beide aangeschreven tuinhuisjes vallen binnen deze categorie en zijn in ernstige mate in strijd met redelijke eisen van welstand. Op het verzoek tot legalisering wordt dan ook negatief geadviseerd. F
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijsten d.d. 26 augustus en 9 september 2010, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open : Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur. Respect : Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud : Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing zijn de aanvragen getoetst aan de sneltoetscriteria, dan wel aan de criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijsten zijn ter inzage op het secretariaat.
G
Reclames
H
Rondvraag en sluiting . De volgende commissievergadering vindt plaats op 28 september 2010.
De voorzitter
De secretaris
T. Frantzen
M. van der Wiel
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 14 september 2010
6