COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN OOST 2012 – 21 Verslag van de Commissie Welstand en Monumenten Oost, gehouden op dinsdag 4 december 2012 in Utrecht Aanwezig :
Afwezig
:
de voorzitter T. Frantzen, de leden P. Diederen, N. Eerens, J. Kamphuis, K. Tedder en H. Vlaardingerbroek, B. Van Santen (afdeling Erfgoed), W. Smits (afdeling Stedenbouw), M. van der Wiel (secretaris), C. Boogert (uitvoerend secretaris) en I. Bakhuis (conceptverslag) de leden M. Reniers en K. van Vliet
OVERZICHT VERSLAG A
Ingekomen stukken en mededelingen
B
Notulen Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 6 november 2012
C C1
Algemeen Richtlijnen en aanbevelingen zonnepanelen tegen gevels
D D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7
Bouwplannen Slotlaan 37 St.-Jacobsstraat / Waterstraat / Kroonstraat / Pastoor Van Nuenenstraat Tussen Heuveloord 25 en 27 Nabij Locomotiefstraat en Bielsstraat Drieharingstraat 6 Dianadreef 27 Oudwijkerdwarsstraat 74 en 76
E E1 E2 E3 E4 E5 E6
Nagekomen plannen Jaarbeurs Oudegracht 18 Bosschastraat 17 Vleutenseweg 220 Wittevrouwensingel 101 Bakkerstraat 16
F
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijst d.d. 15 en 29-11-2012
G G1 G2 G3
Reclames Vredenburg 14 Oudegracht 41 en 45 Croeselaan 1
H
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 4 december 2012
A
Ingekomen stukken en mededelingen Geen.
B
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 6 november 2012 Het verslag is via een schriftelijke ronde vastgesteld.
C C1
Algemeen Richtlijnen en aanbevelingen zonnepanelen tegen gevels Bureau CWM heeft richtlijnen en aanbevelingen opgesteld voor de plaatsing van zonnepanelen aan buitengevels om duidelijkheid en advies richting aanvrager te kunnen geven. De commissie wordt gevraagd of zij deze kan ondersteunen en indien nodig kan toepassen in haar adviesrol. De Commissie Welstand en Monumenten West heeft de richtlijnen en aanbevelingen reeds onderschreven: * Geen zonnepanelen tegen voorgevel of zijgevel indien gelegen aan de openbare weg of het openbaar groen; * Richtlijnen voor zonnepanelen tegen achtergevel indien gelegen aan de openbare weg of het openbaar groen (tevens geldend als aanbevelingen voor zonnepanelen tegen achtergevel of zijgevel indien niet gelegen aan openbare weg of openbaar groen): - maximaal gevelbeslag 50% - niet over gevelopeningen - bij voorkeur aaneengesloten in een eenduidige vorm - 0,50 m afstand tot gevelbeëindigingen en gevelopeningen - bij voorkeur kleurstelling afgestemd op de kleur van de gevel Plaatsing aan de achterzijde is vergunningvrij, maar indien gewenst kunnen de aanbevelingen ter harte worden genomen om tot een zo rustig mogelijk gevelbeeld te komen. Conclusie Ook de Commissie Welstand en Monumenten Oost kan zich vinden in de voorgestelde richtlijnen en aanbevelingen, waarbij opgemerkt wordt dat de gevelcompositie nog een rol kan spelen bij de plaatsing.
D D1 (O)
Bouwplannen Slotlaan 37 12-14579 Aanvraag omgevingsvergunning VSO-/vmbo-school Het Rotsoord Aanvraag : Stichting Koninklijke Kentalis Ontwerp : Van den Berg Architecten Houten (Zie notulen 06/12 2011) Architect Laout licht de plandoorwerking toe. De afstand tot de bestaande gymzaal is vergroot en de nieuwbouw is gedraaid, waardoor de buitenruimten nu zijn gekoppeld. Het complex wordt volledig uitgevoerd in metselwerk, waarbij plastiek is gezocht in structuur en kleurstelling. Het hoofdvolume bestaat uit een grijs gemêleerde baksteen, voor de sporthal is een donkere, als klamp verwerkte geprofileerde baksteen gekozen, die ook wordt toegepast in de borstweringen van het hoofdvolume. Alle installaties zijn opgenomen in een metalen dakopbouw in de donkere kozijnentint. Rond de buitenruimte worden lage hagen geplaatst aan de binnenzijde van een bestaand, plaatselijk verhoogd gaashek. Reactie van de commissie De commissie waardeert de rustige en heldere planopzet en materialisatie. Zij adviseert om de geringe horizontale sprong tussen hoofdvolume en sporthal meer vanzelfsprekend vorm te geven. Tevens is het wenselijk het bestaande hek – voor zover dit geen functie heeft – te verwijderen en versnippering in de inrichting van de buitenruimte te voorkomen. Conclusie Het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand, maar de commissie adviseert om de aansluiting tussen hoofdvolume en sporthal te verbeteren. Met betrekking tot het inrichtingsplan beveelt de commissie aan de buitenruimte eenduidig in te richten, passend bij de heldere opzet van bebouwing, en het bestaande hekwerk zoveel mogelijk te verwijderen, aangezien deze door de vormgeving van de terreininrichting zijn functie verloren heeft. Tevens zal zonder dit hekwerk het effect van een schoolgebouw in het groen kansrijker zijn.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 4 december 2012
2
D2 (O)
St.-Jacobsstraat / Waterstraat / Kroonstraat / Pastoor Van Nuenenstraat Ontwerp verbouwing kantoorgebouw Aanvraag : AM Real Estate Development Ontwerp : ADP Architecten Status : collegiaal overleg Architect A Campo geeft een toelichting. Architect Abma van hetzelfde bureau heeft het gebouw in de jaren zeventig ontworpen. Kenmerkend zijn de geknikte erkers, de in het bestemmingsplan vastgelegde getrapte opbouw en de – door het toegepaste beglazingstype – gesloten uitstraling. Het gebouw beschikt over een ingang aan de Waterstraat en één aan het plein aan de westzijde (Kroonstraat). De op enig moment tot één kantoor samengevoegde bouwdelen worden nu weer gesplitst. Dit is aanleiding het gebouw grondig te renoveren en de energieprestatie te verbeteren. Na uitgebreide studie is een cosmetische aanpak afgewezen. Voorgesteld wordt de erkers te verwijderen en het gebouw een strakke horizontale belijning te geven. De entree aan de Kroonstraatzijde blijft, die aan de Waterstraat wordt verplaatst naar de St.-Jacobsstraat. Beide entrees worden benadrukt door een diep overstek. De horizontale gevelbanden worden uitgevoerd in een donkere beplating, bijvoorbeeld bronskleurig geanodiseerd aluminium of gepatineerd koper. Voor medewerkers toegankelijke terrassen op de verdiepingen worden als daktuinen ingericht. De afdeling Stedenbouw juicht de planaanpak toe. Een duidelijker oriëntatie van het gebouw op de St.-Jacobsstraat past in het streven het gebied tussen het Vredenburg en de Monicabrug te benaderen als onderdeel van de binnenstad, waarbij de verkeersfunctie ondergeschikt wordt aan de verblijfsfunctie. Reactie van de commissie De commissie heeft waardering voor de zorgvuldige studie en het ontwerp. Toch ervaren enkele commissieleden het als gemiste kans dit unieke voorbeeld van de architectuur uit deze periode te vervangen door een kantoorgebouw met een radicaal andere uitstraling. Het oorspronkelijke gebouw heeft echter geen beschermde status en als nieuwbouwproject zou voorliggend ontwerp voldoen aan redelijke eisen van welstand. Hoewel het een 'hard' gebouw is geworden (o.a. vanwege de grovere schaalopbouw en gekozen materialisering) is de kwaliteit als vrijstaand, eigenstandig gebouw in deze context overtuigend. Wel wordt gesuggereerd te onderzoeken of de gelaagdheid en schaalverkleining in de oorspronkelijke architectuur, die aansluiting zoekt bij de schaal van de binnenstad, ook in dit ontwerp een grotere rol kan spelen. Tevens geeft de commissie in overweging te bestuderen of de langsgevels, die aan de openbare ruimte grenzen, een overgangsstrook tussen private en publieke ruimte behoeven, ook in relatie tot de hangende tuinen erboven. De entrees, met name aan de St.-Jacobsstraat, vragen verduidelijking. Verder beveelt de commissie aan te onderzoeken of de relatie van het gebouw met het plein aan de Kroonstraat kan worden verbeterd door herinrichting van de openbare ruimte en een oplossing in het ontwerp van aanwezige hoogteverschillen. Conclusie Gegeven het toetsingskader is de architectonische planaanpak overtuigend. De commissie heeft enkele aandachtspunten genoemd voor de doorwerking: Een duidelijke overgang tussen openbare en private ruimte, met name aan de langsgevel. Een prominenter entreemotief. Aanpak pleininrichting, waardoor de positie van het gebouw ten opzichte van de openbare ruimte wordt verbeterd. De commissie verzoekt tevens om te onderzoeken of de meer verfijnde parcellering van het bestaande gebouw overgenomen kan worden in de nieuwbouw om wat betreft schaal een betere aansluiting op de binnenstad te bewerkstelligen. De commissie wacht de doorwerking af.
D3 (B)
Tussen Heuveloord 25 en 27 (gem. monument) 12-12495 Aanvraag omgevingsvergunning voor het verbouwen en herbestemmen van een watertoren ten behoeve van een bedrijfsverzamelgebouw met horecafunctie Aanvraag : Architectuurbureau Sluijmer en Van Leeuwen Ontwerp : Architectuurbureau Sluijmer en Van Leeuwen Initiatiefnemer en ontwerper Sluijmer zet uiteen dat het plan het resultaat is van een prijsvraag die is uitgeschreven voor de herbestemming van de monumentale watertoren.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 4 december 2012
3
Deze bevindt zich op een kleine kavel op een hoogwaardige locatie, aan het water en dicht bij de binnenstad, in een bedrijfsgebied dat wordt herontwikkeld. De herbestemming bestaat uit de invulling van de voormalige watertank met ateliers en werkruimten. De gemetselde toren is in de jaren negentig zorgvuldig gerestaureerd. De buitengevel blijft intact, evenals de vloeren, tank en leidingen. Alleen de toegang wordt vergroot en de trappen worden vervangen door een nieuw rechtstandig verticaal ontsluitingssysteem bestaande uit een trap en een lift in de kleinst mogelijke omvang. Achter de kantelen wordt op de toren een paviljoen met horecafunctie toegevoegd, met gevels uitgevoerd in gebogen glas en een rondgaande zonwerende luifel van metalen lamellen. De balustrade achter de kantelen bestaat eveneens uit gebogen glaspanelen, gevat in een minimale bouwkundige constructie. Afvoeren van installaties – waaronder die voor de horecagelegenheid – worden geïntegreerd in de beëindiging van de liftschacht en bliksemafleiding wordt opgenomen in de restauratie van het dakornament. Verdere toevoegingen – zoals gsm-masten – worden constructief onmogelijk gemaakt. De buitenruimte op maaiveld krijgt een inrichting als terras en aan het water wordt een steiger voorgesteld om bijvoorbeeld als aanlegplaats te dienen voor een watertaxi. In de bestaande tuinmuur is een eigen toegang voor de naastgelegen woning voorzien en een nieuwe opening vormt de entree tot de watertorenkavel. Aan de binnenzijde worden enkele voorzieningen in de tuinmuur geïntegreerd (opslag, containerruimte, open fietsenstalling). Reclamevoering blijft uiterst bescheiden. Gedacht wordt aan aanlichting van het paviljoen. De afdeling Erfgoed is ingenomen met deze herbestemming en de zorgvuldige aanpak. Reactie van de commissie De commissie juicht de herbestemming van het monument toe en complimenteert de architect met het zorgvuldige en terughoudende plan. Gesuggereerd wordt om de entree los te maken van de decoratieve rand in het metselwerk. De commissie onderstreept de meerwaarde van activiteit, bijvoorbeeld met een aanlegplaats, aan de kade. Zij adviseert een sober en krachtig ontwerp voor de inrichting van de buitenruimte. Het is gewenst uitgangspunten voor reclamevoering in het ontwerp en de vergunningaanvraag op te nemen, opdat deze als toetsingskader kunnen worden gehanteerd. Conclusie De commissie reageert onverdeeld positief op het initiatief en het zorgvuldige ontwerp en adviseert overeenkomstig. D4 (O)
Nabij Locomotiefstraat en Bielsstraat 12-15918 Aanvraag omgevingsvergunning voor nieuwbouw van een verkeersleidingpost Aanvraag : ProRail Ontwerp : De Jong Gortmaker Algra (Zie notulen 28/08 2012) Architect Saariste licht de plandoorwerking toe. De verkeersleidingspost ligt op een driehoekige kavel tussen de sporen. Het hoofdgebouw ligt op verhoogd maaiveld. Het ontwerp is grotendeels ongewijzigd. De grote uitkragingen van het hoofdgebouw zijn zonder ondersteuning te construeren, zodat de beoogde openheid wordt waargemaakt. Vluchtdeuren zijn nu onder de uitkragingen gesitueerd en springen minder in het oog. De positionering van de bijgebouwen vloeit voort uit veiligheidseisen. Deze zijn nu ontworpen als ondergeschikte rechthoekige technische ruimten van rondom zwarte stalen persroosters. Het voorterrein is grotendeels verhard en parkeervoorzieningen zijn hier geconcentreerd. Volgens voorschrift is een aantal parkeerplaatsen overdekt. Aan de kavelgrens nabij de ontsluiting is hiervoor een minimalistische carport ontworpen, bestaande uit stalen portalen met een van zonnecellen voorzien glazen dak. Het terrein achter het hoofdgebouw krijgt een inrichting met stroken waarin spoorgerelateerd materiaal wordt afgewisseld met varens en lavendel. Het terrein is rondom voorzien van een omheining met een hoogte van 2,20 meter. Deze wordt in een greppel geplaatst, zodat de hoogte nauwelijks wordt ervaren. Conclusie De commissie uit haar waardering voor de plandoorwerking. Het ontwerp voldoet aan redelijke eisen van welstand en de commissie adviseert hierover positief. Met betrekking tot de terreininrichting beveelt zij een benadering aan die het hoofdgebouw als object in de ruimte goed tot zijn recht laat komen. Een indeling in stroken is niet noodzakelijk, maar als
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 4 december 2012
4
hiervoor wordt gekozen, kan de invulling worden beperkt tot locatie- en functiegerelateerde, industriële materialen. D5 (B)
Drieharingstraat 6 IA-12-17647 Indicatieaanvraag voor het wijzigen van de voorgevel en het realiseren van een ijssalon Aanvraag : R.J.C.M. de Groen Ontwerp : Lukas de Jong Architectuur (Zie notulen 05/06 2012) In de vorige planbespreking heeft de commissie aangegeven dat het jammer is dat een van weinige postmodernistische gevels in Utrecht verdwijnt, maar vervanging door een gevel in een historiserende architectuurstijl is denkbaar mits consistent uitgewerkt. Voorliggend voorstel voldoet aan deze voorwaarde. Conclusie De commissie kan zich in de voorgestelde oplossing vinden en adviseert hierover positief.
D6 (O)
Dianadreef 27 Ontwerp voor het bouwen van een schoolgebouw Aanvraag : Stichting Bestuur Christelijk Onderwijs Utrecht Ontwerp : Bureau Bos (Zie notulen 17/07, 14/08, 28/08 en 25/09 2012) Status : collegiaal overleg Architect Haaijk licht de plandoorwerking toe. Het snedevlak op de begane grond is in het toegangspad tot uitdrukking gebracht. De insneden in het volume vallen nu samen met de plattegronden. Groepsruimten zijn voorzien van in maat en positie variërende vensters. Het hoofdvolume bestaat uit rood metselwerk met diepe neggen. Snedevlakken zijn afgewerkt met lichtgrijze aluminiumbeplating, waarin openingen zo vlak mogelijk zijn gedetailleerd, rekening houdend met de geïntegreerde zonwering. Kozijnen worden uitgevoerd in okergeel, wit en roodbruin. Een metalen luchtbehandelingskast is als ondergeschikte opbouw vormgegeven, ver van de dakrand, in een kleur die aansluit bij de lichtgrijze dakbedekking. De naamsaanduiding is verplaatst van de dakrand naar de horizontale band in de entreegevel. Berg- en containerruimten zijn in het gebouw ondergebracht. Fietsparkeervoorzieningen in de vorm van fietsklemmen en bikeboxen liggen langs het toegangspad. Conclusie De architect is erin geslaagd een aanvankelijk moeizaam verlopend ontwerpproces vlot te trekken en te komen tot een helder en alleszins bevredigend concept dat consciëntieus is uitgewerkt. Doorwerking op dit niveau zal leiden tot een positief welstandsadvies. Om iets meer rust in het gevelbeeld te brengen adviseert de commissie de bewegende delen in de entreegevel de hoogte van de snede te geven en ook de variatie in kleurgebruik te beperken. Zij wacht de aanvraag omgevingsvergunning af.
D7 (O)
Oudwijkerdwarsstraat 74 en 76 Ontwerp voor het uitbreiden van het pand op nr. 74 en het verbouwen van beide panden tot wooneenheden Aanvraag : n.v.t. Ontwerp : Cita Architecten (Zie notulen 23/10 2012) Status : collegiaal overleg Na kritiek van de commissie op het schaalvergrotend effect van de gevels aan de Oudwijkerdwarsstraat is de aanvraag omgevingsvergunning ingetrokken. Architect Möller heeft het concept herzien. In het hoofdgebouw blijven de twee oorspronkelijke panden (nummers 74 en 76) herkenbaar. Gevelafwerking en -indeling reageren op de diversiteit in de straat. Het verhoogde pand nummer 74 wordt wit gepleisterd, nummer 76 gemetseld. Het appartement op de begane grond van nummer 76 krijgt een eigen entree, de overige appartementen zijn toegankelijk via de gemeenschappelijke entree in nummer 74. In het binnenterrein is het aantal appartementen verminderd en de overkapping van de parkeervoorziening vervallen. Een ontwerp voor de inrichting is nog in studie, uitgangspunt is een collectieve tuin. Het plan past binnen het bestemmingsplan.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 4 december 2012
5
Reactie van de commissie De commissie waardeert de ambitie de planopzet beter te laten aansluiten op de schaal van de straat, maar de uitwerking overtuigt nog niet. De gesuggereerde tweedeling in het gevelontwerp komt niet overeen met plattegronden en functies, en de maatvoering en plaatsing van gevelopeningen zijn niet vanzelfsprekend. De architect is geïnspireerd door de in de loop der jaren ontstane variëteit in deze omgeving; de commissie adviseert echter in de planaanpak niet uit te gaan van die diversiteit, maar van de oorspronkelijke kwaliteit, maat en schaal. In die benadering ligt het meer voor de hand het hoofdgebouw met één architectuurtaal te benaderen en de gewenste schaalverkleining te zoeken in de architectonische uitwerking zoals parcellering, de verhoudingen in de gevels en de detaillering. De commissie geeft verder in overweging voor de appartementen in het achtergebied een privé-zone te creëren. Conclusie Naar de mening van de commissie voldoet het plan nog niet aan de welstandscriteria die op deze locatie van toepassing zijn; het ontwerp is naar vorm en schaal nog niet passend in de omgeving en het ontbreekt aan een evenwichtige opzet in maatverhoudingen, die in buitenruimten, bouwvolumes en vlakverdelingen tot uitdrukking komt. De commissie wacht een aangepast plan af. E Nagekomen plannen E1 Jaarbeurs 12-11679 (Ont/ Aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een entreegebouw met St) multifunctionele zaal op de eerste verdieping voor het Jaarbeurscomplex Aanvraag : Jaarbeurs Utrecht Ontwerp : Liong Lie Architects (Zie notulen 25/09 en 09/10 2012) De commissie heeft de architect gevraagd de westgevel verder te verzelfstandigen en de continuïteit in de looproute van de Centrumboulevard te garanderen door een eenduidige materialisatie van de loper binnen en buiten. Architect Lie heeft hierop gereageerd door de transparante trap in de westgevel te ontkoppelen van de liftschacht. De bestrating van de loper is nog niet geheel uitgekristalliseerd; de inrichting van de buitenruimte is nog in studie bij de gemeente. Monsters van de door het architectenbureau voorgestelde betegeling laten een verschil zien in oppervlaktebehandeling tussen de loper en de belendende zones. Conclusie Het gevelontwerp voldoet aan redelijke eisen van welstand en de commissie adviseert hierover positief. Zij handhaaft het standpunt,gelijk het advies van het Stedenbouwkundig Atelier, dat voor de continuïteit in de looproute, die als uitgangspunt is gesteld, de absolute voorwaarde moet worden verbonden dat de loper in het interieur en het exterieur identiek moet worden gematerialiseerd. E2 (B)
Oudegracht 18 (Rijksmonument) 12-16763 Aanvraag omgevingsvergunning voor het wijzigen van de entree van een (monumentale) werfkelder Aanvraag : G. Bakker Ontwerp : J.C. de Rode / G. Bakker Het betreft een werfmuur die als Rijksmonument beschermd is. De situatie van de werfdeur is vanuit historisch oogpunt authentiek en gaaf: het gaat om een naar binnen draaiende deur in een steensponning. In de aanvraag wordt voorgesteld de werfdeur om te zetten naar een buiten draaiende deur. In het Utrechtse wervenreglement uit 1997 wordt in principe het wijzigen van de draairichting van de deuren niet toegestaan. De afdeling Erfgoed heeft in haar afweging ook aangegeven bezwaar te hebben tegen de aanvraag: de monumentale situatie wordt erdoor aangetast, er is een goed alternatief denkbaar en de precedentwerking wordt gevreesd. Conclusie De commissie deelt de bezwaren van de afdeling Erfgoed. Daarnaast heeft de commissie opdracht om binnen de gemeentelijke beleidskaders te toetsen zoals het wervenreglement. Zij adviseert negatief over de aanvraag.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 4 december 2012
6
E3 (O)
Bosschastraat 17 12-13848 Aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een extra bouwlaag en het splitsen van het pand in drie appartementen Aanvraag : Hofstra Holding Ontwerp : IRVA Vastgoedadvies Aan de plat afgedekte eindwoning van een rij woningen voorzien van een uniform zadeldak, wordt een kapverdieping toegevoegd in de vorm van een aansluitend zadeldak. Op voor- en achterdakvlak wordt een dakkapel toegevoegd. De dakkapel aan de voorzijde voldoet aan de criteria voor dakkapellen en sluit in hoogte en vormgeving aan op de aanwezige, belendende dakkapel. De dakkapel aan de achterzijde is voorzien van een borstwering en voldoet om die reden niet aan de criteria. Conclusie De kaptoevoeging en de dakkapel aan de voorzijde vormen een vanzelfsprekende afronding van het blok. Het merendeel van de op het achterdakvlak aanwezige dakkapellen, waaronder belendende, is voorzien van een borstwering. Het is in dit specifieke geval voorstelbaar om in het belang van de rust en samenhang in dit dakvlak aan te sluiten op de bestaande dakkapellen en derhalve gemotiveerd af te wijken van de welstandscriteria. De aanvraag wordt van een positief advies voorzien.
E4 (St)
Vleutenseweg 220 12-15349 Aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen (legaliseren) van een dakopbouw aan de achterkant, het vervangen van de kap, het bouwen van een dakkapel aan de voorkant, het bouwen van balkons op de eerste en tweede verdieping aan de achterkant en het wijzigen van het gebruik van zelfstandige bovenwoning naar kamerverhuur Aanvraag : n.v.t. Ontwerp : Asnova architects De afdeling Stedenbouw heeft reeds aangegeven dat de uitbreiding aan de achterzijde, inclusief de vervanging van de dakkapellen door een dakopbouw, ruimtelijk ongewenst is. Voor het welstandsadvies rest de dakkapel aan de voorzijde. Conclusie De dakkapel aan de voorzijde is breder dan de volgens de criteria gestelde helft van de breedte van het dakvlak. De commissie ziet geen aanleiding om van de criteria af te wijken: uitgangspunt is dat een dakkapel ondergeschikt dient te zijn aan architectuur en omgeving, hieraan voldoet deze brede dakkapel niet. Door de breedte wordt het zicht op het dakvlak ontnomen. Daarnaast vormt het pand een architectonische eenheid met het belendende pand: door de brede dakkapel wordt deze eenheid geschaad. Aanvraag wordt voorzien van een negatief advies.
E5 (B)
Wittevrouwensingel 101 12-11983 Aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een dakterras op een bovenwoning Aanvraag : Gemeente Utrecht, Afdeling Juridische Zaken (zie notulen 28/08 2012) De afdeling Juridische Zaken verzoekt de commissie haar eerder afgegeven advies te heroverwegen vanwege de lopende bezwaarprocedure, waarin door de aanvrager een dakterras wordt voorgesteld dat op grotere afstand van de dakrand wordt geplaatst en waarbij de balustrade transparanter wordt vormgegeven. Conclusie De commissie blijft bij haar mening dat het een ongewenste ontwikkeling is om op de historische singelbebouwing (laatnegentiende/vroegtwintigste-eeuwse architectuur) dakterrassen te plaatsen. Hoewel deze woning recent is uitgebreid met een laag met kap, is er expliciet gekozen voor een historiserende architectuurstijl die aansluit op de oudere singelbebouwing. Het bestemmingsplan staat een dakterras toe maar de commissie is van mening dat vanwege de ligging in het beschermd stadsgezicht én de prominente zichtlocatie (hoekpand en ruim profiel door ondermeer de bocht van de singel) én de gekozen architectuurstijl hier geen dakterras moet verrijzen. De dakterrassen aan de overzijde van de toegang tot het Hooghiemstraplein maken onderdeel uit van en passen bij de meer modernistische architectuur van deze panden. Op de panden in de stijl van de laatnegentiende/vroegtwintigste-eeuwse architectuur ontsiert een dakterras: de beëindiging van deze architectuur wordt gevormd door een kap – wel of niet afgeknot – maar verdraagt compositorisch geen toevoeging door een extra (zij het minimale) laag. De panden aan de
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 4 december 2012
7
singel vormen een bijzondere stadsrand en hun silhouet is door de ligging aan het water een breed profiel - over het algemeen goed zichtbaar. Dakterrassen zijn derhalve in principe ongewenst aan de singel binnen de beschermde status waar architectuur inclusief silhouet behouden dient te blijven. Een dakterras geldt in deze context als beeldverstorend. Met het terugplaatsen van de balustrade wordt de zichtbaarheid minder, maar het blijft beschouwd worden als een ongewenste toevoeging. De afdeling Stedenbouw heeft aangegeven dat bij toekomstige wijzigingen van bestemmingsplannen waarin sprake is van singelbebouwing, de mogelijkheid van dakterrassen op hoofdvolumes zal worden uitgesloten. De commissie handhaaft haar eerdere verstrekte negatieve advies, ook geldend voor het alternatieve voorstel. E6
(B)
Bakkerstraat 16 12-15159 Aanvraag omgevingsvergunning voor het veranderen van de inrichting van een winkelpand, het wijzigen van de pui, het plaatsen van een rolluik en het aanbrengen van gevelreclame Aanvraag : n.v.t Ontwerp : n.v.t. De pui, reeds gerealiseerd, is geplaatst achter bestaande, historiserende kolommen en een omkadering die natuursteen suggereert. Conclusie Hoewel door de kolommen en de omkadering het zicht op de pui enigszins wordt ontnomen, ontbreekt het in de aanvraag aan iedere vorm van architectonische kwaliteit. De pui is echter wel gelegen in de monumentale binnenstad (beschermd stadsgezicht / beleidsniveau 'Behoud') waar enige kwaliteit vereist wordt, zowel in vormgeving als materialisering en detaillering. Daarnaast wordt er voor puien in de binnenstad gestreefd naar aanhechting aan het maaiveld en aan de erboven gelegen verdiepingen. Deze pui bestaat echter uit grote, hoge ramen en deuren waar geen sprake is van aanhechting of aansluiting op architectuur en omgeving. De aanvraag wordt voorzien van een negatief advies.
F
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijsten d.d. 15 en 29 november 2012, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open : Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur. Respect : Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud : Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing, zijn de aanvragen getoetst aan de (welstands)criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijsten zijn ter inzage op het secretariaat en in te zien via de website http\\www.welstandutrecht.nl.
G G1 (B)
Reclames Vredenburg 14 Voorstel reclame-uitingen hotel Aanvraag : Apollo Hotels & Resorts Ontwerp : Formaat&Vision Status : collegiaal overleg Bij de bouw van het karakteristieke kwartronde gebouw aan het Vredenburg is de oorspronkelijke bestemming + eigenaar – hotel café restaurant Smits – in open betonletters op de eveneens betonnen dakpergola geplaatst, te zien op de oorspronkelijke bouwtekening. In het huidige voorstel worden diverse reclameuitingen tegen de gevel
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 4 december 2012
8
voorgesteld alsook de plaatsing van de huidige hotelnaam op bebording op de pergola, ter vervanging van de oorspronkelijke belettering. In 2008 heeft de toenmalige commissie geadviseerd geen extra reclame-uitingen aan te brengen op de borstweringen op de ronding van de gevel. Over soortgelijke bebording tegen de pergola is toen negatief geadviseerd. Rond de entree was wel het een en ander mogelijk. Conclusie De oorspronkelijke belettering maakt deel uit van de betonnen pergolaconstructie en van de gevelcompositie. Vervanging daarvan door panelen zou de gevelcompositie aantasten en de luchtigheid van een open belettering tenietdoen. Daarnaast zal bebording armoedig ogen. Derhalve vindt ook de huidige commissie dit voorstel niet aanvaardbaar. Naamsaanduiding op de dakrand kan hier alleen geschieden door in dezelfde stijl en door eenzelfde constructie de bestaande belettering te vervangen met de nieuwe naam, overeenkomstig het advies van 2008. Indien de bierreclame op het balkon verwijderd wordt, zou een bescheiden lettervoering tegen de gevel mogelijk moeten zijn. Rond de entree zijn reclame-uitingen mogelijk; de begeleiding in deze wordt overgedragen aan Bureau CWM. G2 (B)
Oudegracht 41 en 45 / Oudegracht aan de Werf 41 (Rijksmonument) 12-13745 Aanvraag omgevingsvergunning voor het aanbrengen van reclames aan de gevel Aanvraag : Conditiecentrum Paul Scheepstra bv Ontwerp : Bouwkundig Ontwerpburo Te Groen Op beide rijksmonumenten wordt een kleine gevelbanier voorgesteld. Tegen de werfmuur (ook rijksmonument) boven de keldertoegang een naamsaanduiding met losse letters aangevraagd. Conclusie De naamsaanduiding op de werfmuur is conform de werfrichtlijnen en is bescheiden en terughoudend van omvang en vormgeving. Hiertegen bestaat geen bezwaar. Hoewel er bij de banieren ook sprake is van een kleine maatvoering, adviseert de commissie hier toch negatief over. Naast het feit dat de kleinschalige, rijksmonumentale puien weinig ruimte laten voor reclame-uitingen, is de omgeving van dit deel Oudegracht nog dusdanig gaaf en onaangetast qua commerciële uitingen, dat het zowel uit welstandelijke als uit monumentale overwegingen wenselijk is dit beschermd stadsgezicht op deze wijze te behouden. De straat heeft hier (en aan de overzijde) een relatief smal profiel en een haakse reclame-uiting zal zich derhalve eerder 'opdringen' in het straatbeeld. In de gemeentelijke reclamerichtlijnen is opgenomen dat op plekken waar het cultuurhistorische karakter het straatbeeld domineert, de reclames zich hiernaar dienen te voegen. Voor dit deel Oudegracht adviseert de commissie dan ook om geen haakse reclame-uitingen tegen de gevels te plaatsen.
G3 Croeselaan 1 12-14808 (Ont/ Aanvraag omgevingsvergunning voor het plaatsen van vijf vlaggenmasten bij een St) kantoorgebouw Aanvraag : n.v.t. Ontwerp : n.v.t. In de aanvraag worden vijf vlaggenmasten aangevraagd waar vanuit de afdeling Stedenbouw is aangegeven dat het ruimtelijk niet tot bezwaren leidt maar mede uit het oog van precedentwerking de aanvraag wel getoetst dient te worden aan de hand van de reclamerichtlijnen. Conclusie Bij toetsing op de reclamerichtlijnen constateert de commissie dat de aanvraag niet past binnen het Utrechtse reclamebeleid. Als belangrijkste criterium binnen het Utrechtse reclamebeleid geldt dat reclame ondergeschikt dient te zijn aan architectuur en omgeving, derhalve wordt ook een maximum aan masten per bedrijfsperceel gehanteerd – maximaal drie - redenerend vanuit de dosering van reclame-elementen ten opzichte van de architectuur. Bij onderhavige aanvraag ziet de commissie geen reden om van deze richtlijn af te wijken: met drie masten verhouden de reclame-elementen zich goed tot architectuur en omgeving, meer masten overheersen dit beeld. Tevens vreest de commissie mogelijke precedentwerking. In 2004 is ook een aanvraag voor drie masten vergund (RC2043149). Aanvraag voor vijf masten wordt voorzien van een negatief advies.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 4 december 2012
9
H
Rondvraag en sluiting De volgende commissievergadering vindt plaats op 18 december 2012.
De voorzitter
De secretaris
T. Frantzen
M. van der Wiel
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 4 december 2012
10