COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN OOST 2013-20 Verslag van de Commissie Welstand en Monumenten Oost, gehouden op dinsdag 3 december 2013 in Utrecht Aanwezig :
Afwezig
:
T. Frantzen (voorzitter), de leden P. Diederen, N. Eerens, J. Kamphuis, M. Reniers, H. Vlaardingerbroek en K. van Vliet, B. Van Santen (afdeling Erfgoed), W. Smits (afdeling Stedenbouw), M. van der Wiel (secretaris) en C. Boogert (uitvoerend secretaris) K. Tedder, lid
OVERZICHT VERSLAG A
Ingekomen stukken en mededelingen
B
Notulen Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 november 2013
C
Algemeen
D D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8 D9
Bouwplannen Jaarbeursterrein, Centrumboulevard Spoorweg, Amsterdam-Rijnkanaal – Cartesiusweg Domplein 32 (Rijksmonument) Lucasbolwerk 24 (Rijksmonument) Teun de Jagerdreef 1-5 Beneluxlaan 1000 Huizingalaan 121 Nicolaasweg 157 Croeselaan 18
E E1 E2 E3 E4 E5
Nagekomen plannen Daalseweghof 132 Jutfaseweg 132 Nachtegaalstraat 80 (gemeentelijk monument) Oudkerkhof 22bs (gemeentelijk monument) Amsterdamsestraatweg 402
F
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijst d.d. 28-11-2013
G G1
Reclames Choorstraat 25
H
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 3 december 2013
A
Ingekomen stukken en mededelingen Geen onderwerpen.
B
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 november 2013 Het verslag wordt met enkele aanvullingen vastgesteld.
C
Algemeen Geen onderwerpen.
D Bouwplannen D1 Jaarbeursterrein, Centrumboulevard (Ont) Voorlopig ontwerp bioscoop - Megabioscoop Wolff Jaarbeurs Aanvraag : Wolff Cinema Group i.c.m. Jaarbeurs Utrecht Ontwerp : Snelder Architecten Status : collegiaal overleg De ruimte voor het entreegebouw van de Jaarbeurs is in de laatste stedenbouwkundige opzet verbreed en aan deze als plein bedoelde ruimte vormt de bioscoop aan de zuidoostzijde de pleinwand. De bestaande Oranjehal wordt op termijn vervangen door een terugliggende bebouwing en richting Croeselaan worden op geringere onderlinge afstand bouwvolumes toegevoegd, waarmee het 'Oranjeplein' zijn definitieve vorm krijgt. Architect Snelder licht het bioscoopontwerp toe. De entree is op de noordhoek van het rechthoekige gebouw gedacht. Aansluitend ligt op maaiveldniveau een 'foodcourt', dat de ruimte tot het entreegebouw vult. In totaal herbergt het gebouw 14 zalen (3400 stoelen), waarvan de meest prominente als autonoom, uitkragend volume op de noordhoek de entree markeert. Deze 'grommende' zaal is vanwege de verwachte geluidproductie in alle opzichten van de directe omgeving geïsoleerd. Aan de pleingevel ligt boven het foodcourt, op de tweede verdieping, een ruime foyer. Foyer- en beganegrondgevel zijn van glas, de foodcourtgevel terugliggend tussen betonnen schijven. Ter hoogte van de eerste verdiepingsvloer is een doorgaande gesloten gevelstrook opgenomen, die plaats biedt aan een lichtkrant en reclame-uitingen. Dichte geveldelen zijn afgewerkt met verticaal geprofileerde, goudkleurige metaalplaat. Het uitstekende, door betonkolommen gedragen hoekvolume met hellende onderzijde heeft een gevel van vierkante metalen panelen in een grijswitte tint. Daarin zijn een groot ledscherm en logo's opgenomen. Glaspuien scheiden de hoekzaal van de dichte geveldelen. Reactie van de commissie De commissie merkt op dat de nieuwe stedenbouwkundige opzet van de 'Centrumboulevard', als snoer van stedelijke ruimten met een pleinachtig karakter tussen Jaarbeurs en Binnenstad, met name voor de voorliggende locatie, waar pleinvorming wordt nagestreefd, om stedenbouwkundige randvoorwaarden en om een beeldkwaliteitplan voor de omliggende bebouwing vraagt. Dit is te meer gewenst, omdat de bioscoop vooralsnog voor onbepaalde tijd als enige nieuwbouw in dit gebied zal worden gerealiseerd en de tegenoverliggende Oranjehal naar verwachting nog 10 jaar in gebruik zal blijven. Het voorgaande houdt in dat de bioscoop zowel in de stand-alone periode als na realisatie van aansluitende bebouwing ruimtelijk en architectonisch moet voldoen. Dit vraagt om meer alzijdigheid in het ontwerp. De commissie waardeert de vernuftige ordening van de vele bioscoopzalen en de ontsluiting daarvan, maar de gevels lijken het programma vooral te verhullen en sluit het gebouw van zijn omgeving. Het sprekende hoekvolume lijkt als enige de functie van deze grootste bioscoop van het land kenbaar te maken. De bewegende reclame gaat echter weer ten koste van de expressiviteit van deze hoek. In de vlakke aansluitende gevels wordt een grafisch spel gespeeld met glas en beplating, dat zich moeizaam verhoudt tot het expressieve volumespel op de hoek. Wellicht kan expressie van de constructiestructuur in de gevels een bindende rol spelen. Ook het in het plan opgenomen 'foodcourt' ontbreekt het aan uitstraling naar en interactie met het plein. Twijfel bestaat aan de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte rond dit gebouw, waar ook de stalling van fietsen nog moet worden opgelost. Conclusie Het programma en de langdurig 'tijdelijke' stedenbouwkundige situatie maken de opgave complex. In het ontwerp komt de vereiste alzijdigheid onvoldoende tot uitdrukking. Het eenvoudige rechthoekige volume kent één expressief moment, de hoekzaal. De grootste bioscoop van het land lijkt tot dit gebaar gereduceerd. De combinatie van hoekvolume met
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 3 december 2013
2
bewegende reclame-uitingen is daarbij ongelukkig. Het interessante ruimtelijke programma is niet vertaald in de aansluitende gevels, waarin bovendien een herkenbare structuur en gelaagdheid ontbreken, die geen waarde toevoegen aan de openbare ruimte en niet tot interactie daarmee lijken te komen. De verblijfskwaliteit van de openbare ruimte en de rol van de stalling van fietsen daarin zijn onderdeel van de opgave. De commissie ziet een aangepast plan tegemoet. D2 (O)
Spoorweg, Amsterdam-Rijnkanaal – Cartesiusweg Aanvraag : ProRail Ontwerp : StudioSK Status : collegiaal overleg De ontwerpen in het kader van de spoorverdubbeling op dit traject zijn onderdeel van een Design and Constructprocedure, waarin de definitieve rol van de architect nog moet worden vastgesteld. De referentieontwerpen en een vormgevingsdocument worden rond de jaarwisseling afgerond, een aannemer verzorgt de aanvraag omgevingsvergunning.
D2.I Voorlopig ontwerp spoorbrug Amsterdam-Rijnkanaal De spoorverdubbeling leidt tot de noodzaak ten zuiden van de bestaande een tweede spoorbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal te realiseren. Architect Van der Ree licht toe dat het brugontwerp rekening houdt met een toekomstige verbreding van het kanaal en met een HOV-brug tussen de nieuwe spoor- en de bestaande verkeersbrug (de gele brug). In het streven naar een zo rustig mogelijk beeld is overeenkomstig de bestaande spoor- en verkeersbrug gekozen voor een boogconstructie. De nieuwe brug krijgt zware bogen met verticale hangstaven, verwijzend naar de bestaande, kleinere spoorbrug. De diameter van de hangstaven bedraagt maximaal 0,25m. Het relatief slanke dek is boven de landhoofden doorgezet. De brug is in twee grijstinten gedacht, bogen en dek zijn donkergrijs, het vakwerk tussen de bogen en de hangstaven lichtgrijs. Bij verbreding van het AmsterdamRijnkanaal kan de bestaande spoorbrug door een kopie van de nieuwe worden vervangen. Reactie van de commissie De keuze voor een derde boogbrug wordt door de commissie onderschreven. Dat de vormgeving hiervan verwijst naar de op termijn te vervangen bestaande spoorbrug lijkt minder vanzelfsprekend; de verkeersbrug als referentie voor een verzwaarde uitvoering als spoorbrug zou met het oog op de toekomst wellicht meer voor de hand liggen. Daarnaast meent de commissie dat de architectonische vormgeving de aandacht afleidt van het constructieve karakter. Ook door de toepassing van twee kleuren wordt de eenheid minder vanzelfsprekend en tevens wijkt de tweekleurentoepassing af van zowel de spoor- als de verkeersbrug; alle brugonderdelen in dezelfde kleur zou de voorkeur genieten. D2.II Voorlopig ontwerp verbreding viaduct Cartesiusweg, geluidschermen en keerwand Ook het betonnen spoorwegviaduct over de Cartesiusweg wordt verdubbeld en verlengd. Het bestaande viaduct wordt gekopieerd. De verlenging betreft de toevoeging van een onderdoorgang voor langzaam verkeer aan de westzijde, die in dezelfde materialisatie en een verwante vormentaal wordt voorgesteld. Het bestaande brughoofd wordt in westelijke richting verplaatst. De nieuwe onderdoorgang krijgt een eigen inbouwverlichting. Op de viaducten zullen, voor zover nodig, dezelfde geluidschermen worden toegepast als op de aansluitende spoordijk, overeenkomstig de eerder op dit tracé toegepaste schermen. Verbreding van het gedeelte van de Vleutenseweg, parallel aan het spoor, maakt vervanging van het bestaande spoordijktalud door een grondkerende wand noodzakelijk. In het voorstel wordt de wand met bruingeel genuanceerd metselwerk bekleed. Reactie van de commissie De commissie kan zich vinden in het herhalen van het bestaande, relatief slank vormgegeven viaduct. De zwaarte en grofheid van de overgangsconstructie naar de nieuwe onderdoorgang levert hieraan echter geen positieve bijdrage. De keuze voor een passender vormgeving, ofwel voor het juist verzelfstandigen van de nieuwe onderdoorgang wordt in overweging gegeven. Tegen de toevoeging van geluidschermen op de spoordijk bestaat geen welstandelijk bezwaar, op het Cartesiusviaduct zou een verfijnder vormgeving denkbaar zijn. De commissie is akkoord met de gemetselde keerwand langs de Vleutenseweg.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 3 december 2013
3
D3 (B)
Domplein 32 (Rijksmonument) 13-19439 Aanvraag omgevingsvergunning voor het wijzigen van een eerder verleende vergunning voor het bouwen van een ondergronds bezoekerscentrum Aanvraag : Stichting Domplein 2013 Ontwerp : JDdVarchitecten (notulen 25/09 2012) Architect De Visser geeft aan dat het vastgestelde leidingtracé tussen het ondergrondse bezoekerscentrum van het archeologisch erfgoed onder het Domplein naar de kelders van het UCK, en een mogelijke, toekomstige tunnelverbinding, het met een kwartslag draaien van de entreetrap vanaf het plein noodzakelijk maken. De constructie op maaiveldniveau blijft ongewijzigd, maar voorgesteld wordt aan de open zijde van het trapgat een permanente afscherming in de vorm van een borstweringhoge (corten)stalen plaat met daarboven een glasplaat ten behoeve van informatie te plaatsen. Reactie van de commissie Er bestaat geen bezwaar tegen het draaien van de trap naar het bezoekerscentrum, maar de bovengrondse toevoeging levert geen bijdrage aan het intrigerende concept van de 'onzichtbare' toegang. Getwijfeld wordt daarbij aan de houdbaarheid van het voorstel gezien de kwetsbaarheid, het risico voor voorbijgangers en de in verband daarmee te verwachten beveiligingsvoorzieningen, en de onvermijdelijk nog bij/in/aan het object toe te voegen attributen. Een toevoeging in het vlak van de pleinbestrating geniet de voorkeur. Indien een object boven maaiveld toch zou moeten worden gerealiseerd dan dient dit dusdanig geïntegreerd te zijn vormgegeven dat toevoegingen al in het oorspronkelijk ontwerp zijn voorzien. Gezien het voorgaande wordt de aanvraag aangehouden en een aangepast voorstel tegemoet gezien.
D4 (B)
Lucasbolwerk 24 (Rijksmonument) 13-16420 Aanvraag omgevingsvergunning voor het renoveren en herinrichten van de Stadsschouwburg Aanvraag : Gemeente Utrecht Ontwerp : Van Hoogevest Architecten (notulen 24/09 2013) Voortschrijdend inzicht is voor architect Kuiper aanleiding op drie punten wijziging van de aanvraag voor te stellen. Aan de singelzijde blijkt het mogelijk op straatniveau het trappenhuis te ontsluiten dat toegang geeft tot het restaurant op de verdieping. De verbinding tussen trappenhuis en trottoir wordt overdekt door een luifel, verwijzend naar eerdere, vergelijkbare dakelementen op deze hoek. De voorkeur is de luifelhoogte te laten aansluiten op die van het dak boven de kassa-aanbouw. Onder de verbinding ligt op singelniveau een buitenruimte voor rokers, waardoor de eerdere luifel op de aanlegplaats vervalt. Het overstekende aanlegbordes zweeft paalloos boven het water. De buitentrap van de aanlegplaats naar straatniveau, tegen de Lucasbrug, wordt gereconstrueerd. Een tweede voorstel betreft de reconstructie van een uitgang van het trappenhuis in de voorgevel. Deze voorziening blijkt onderdeel van het gerealiseerde ontwerp van Dudok te zijn geweest. De trappenhuispui wordt voorzien van een verbrede buitendeur, met al dan niet getoogde bovendorpel en door een ondermetseld bordestrapje verbonden met het verhoogde terras ter plaatse. De laatste ingreep is het verplaatsen en verbreden van bordes en dienstingang in de zijgevel, waardoor ook de toegankelijkheid voor mindervaliden wordt verbeterd. Tijdens de verbouwingen blijft de schouwburg in gebruik. In verband daarmee wordt het eerder genoemde verhoogde terras in de voorgevel tijdelijk bebouwd met entreevoorzieningen. Reactie van de commissie De commissie heeft geen bezwaar tegen de gewijzigde insteek aan de singelzijde. Mede bepalend voor de hoogte van de nieuwe luifel boven de toegang tot het restaurant is de wijze waarop deze aansluit op de trappenhuispui; een concreet voorstel wordt afgewacht. Geadviseerd wordt de kade van de aanlegplaats en het aanlegbordes in een gelijke materialisering uit te voeren, zonder verwijzing naar Dudok. De commissie stemt in met de reconstructie van de uitgang van het trappenhuis in de voorgevel, met een voorkeur voor de deur met een rechte bovendorpel en kan zich vinden in de wijziging van bordes en dienstingang in de zijgevel. Mede gezien de tijdelijkheid is er geen welstandelijk bezwaar tegen de tijdelijke entree op het verhoogde terras.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 3 december 2013
4
D5 (B)
Teun de Jagerdreef 1-5 Definitief ontwerp voor een scholencluster met buurtcentrum en (bestaande) sportzalen – 'Kindercluster Teun de Jager' Aanvraag : Gemeente Utrecht UVO Ontwerp : Van Hoogevest Architecten (notulen 21/05 2013) Status : collegiaal overleg Architect Kuiper vertelt dat het programma en de opzet van drie hoofdvolumes, omgeven door een vloeiende voile van verticale houten lamellen, ongewijzigd is. Wel zijn de hoofdvolumes en de aansluitingen op het tussengebied beter herkenbaar gemaakt. De entrees van de diverse functies zijn omkaderde uitsneden uit het lamellenraster, die door kleur een eigen identiteit krijgen en ruimte voor naamgeving bieden. Het aantal bomen op het schoolterrein is opgevoerd, waardoor de aansluiting op het park is verbeterd. Reactie van de commissie De wijze waarop beoogd wordt met de houten voile de heldere hoofdvolumes en het tussengebied tot een eenheid te smeden overtuigt de commissie niet. De leesbaarheid van het ontwerp lijkt gebaat bij het verder accentueren van de hoofdvolumes en het zowel in vormgeving als gevelbehandeling ondergeschikter maken van het verbindende tussenlid. Ook de invulling van de daken kan hierin een rol vervullen. Een vervolg wordt tegemoet gezien.
D6 (O)
Beneluxlaan 1000 13-17403 Aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een appartementencomplex met 203 huurappartementen Aanvraag : Bouwfonds Ontwerp : Klunder Architecten (notulen 02/07 2013) De voorliggende aanvraag betreft twee appartementenblokken tussen het MAX-complex en het Merwedekanaal. Conclusie De commissie constateert dat het eerder goed ontvangen ontwerp in de aanvraag zorgvuldig is uitgewerkt en voorziet deze van een positief advies. Wel ziet zij graag de gevelbemonstering nog gepresenteerd, in de beoogde beeldkwaliteit speelt deze een belangrijke rol.
D7 (O)
Huizingalaan 121 Voorlopig ontwerp vervanging kantoor- door appartementengebouw Aanvraag : Utrecht Vastgoed Verhuur Ontwerp : Asnova Architects / Noordzee Architecten (notulen 19/11 2013) Naar aanleiding van de vorige bespreking is het plan aangepast. De kleur van de eindgevels in stapelsteen is nu genuanceerd geel en het aantal gevelopeningen daarin is teruggebracht. Het houten raster in de langsgevels is donkerbruin en de louvreluiken naturel eiken. Reactie van de commissie De voorgestelde aanpassingen overtuigen de commissie niet, omdat deze onvoldoende tegemoet komen aan de eerdere bedenkingen. Het gebouw blijft door de ad random vormgeving, veelheid aan materialen en kleurstelling in relatie tot de omgeving zwaar en onrustig overkomen en het ontwerp verdient op die aspecten nogmaals heroverweging.
D8 (O)
Nicolaasweg 157 Voorlopig ontwerp uitbreiding woning met verdieping Aanvraag : F.D. de Jong Ontwerp : Noorlag + Partners Architecten In vervolg op een eerder afgewezen indicatieaanvraag wordt een bescheidener verhoging van een eenlaagse woning met mansardekap voorgesteld. De toegevoegde laag wordt nu voorzien van een mansardekap met een flauw hellend bovenste dakschild, de nok reikt tot de platdakhoogte van eerdere opbouwen in de straatwand. In het onderste dakschild is aan de voorzijde een drieraams dakkapel opgenomen.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 3 december 2013
5
Reactie van de commissie De commissie stemt in met het uitgangspunt van de volumetoevoeging, maar ziet voor de uitwerking tot een aanvraag omgevingsvergunning de volgende aandachtspunten. In de voorgevel kan de goot lager worden geplaatst, zodat het onderste dakschild hoger wordt. Dit maakt het mogelijk de dakkapel, die maximaal de helft van de breedte van het dakvlak mag zijn, aan de onderzijde van pannen te voorzien, waardoor de kapel wat terugvalt en ondergeschikter wordt. D9 (O)
Croeselaan 18 Renovatie beglazing Rabobank Aanvraag : Rabobank Ontwerp : OIII Architecten Om onderhoudtechnische en energetische redenen is de Rabobank voornemens alle glaspanelen in het oorspronkelijke gebouw te vervangen. De bestaande kliklijsten worden na reiniging herplaatst. In de gevel aan de spoorzijde zijn twee mockups uitgevoerd: in de ene zijn de blinde panelen voorzien van een groene glastint, in de andere is een sterk aan de bestaande beglazing verwante kleur toegepast. Reactie van de commissie De commissie onderschrijft de keuze die zoveel mogelijk overeenkomt met de originele beglazing en kan zich vinden in de voorgestelde, verwante glastint en de wijze waarop de renovatie wordt uitgevoerd.
E E1 (R)
Nagekomen plannen Daalseweghof 132 13-16142 Aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een derde bouwlaag op een woning en het wijzigen van de voorgevel Aanvraag : n.v.t. Ontwerp : Architektenkollektief (notulen 22/10 2013) In het aangepaste plan is gekozen voor een dakopbouw in de vormgeving en materialisering van de vijfde laag op de appartementenblokjes in dezelfde ontwikkeling. Conclusie Het eerdere advies van de commissie wordt met deze planwijziging gevolgd en tegen de voorgevelwijziging bestaat geen bezwaar; de aanvraag wordt van een positief advies voorzien.
E2 (St)
Jutfaseweg 132 13-14921 e Aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een dakopbouw (3 bouwlaag) Aanvraag : n.v.t. Ontwerp : n.v.t. De woning waar de dakopbouw voor aangevraagd wordt maakt onderdeel uit van een rij van zeven huizen, opgedeeld in twee blokken. Op drie van de zeven woningen is reeds een dakopbouw geplaatst, waar de oorspronkelijke architect van de bouwblokken bij betrokken is geweest. Naar aanleiding van de toenmalige aanvragen is een totaalplan door de architect opgesteld (2002), waar deze aanvraag aan voldoet, alleen wordt voor een afwijkend raamtype gekozen. Conclusie Gezien het feit dat de dakopbouw past in het totaalplan voor dakopbouwen op deze woningen wat betreft maatvoering, positionering, detaillering en materialisering (zink) bestaat er geen bezwaar tegen deze vierde dakopbouw. Ook het afwijkende raamtype is akkoord: dit zal het aanzien van de dakopbouw niet dusdanig wijzigen dat de ontstane eenheid in deze derde bouwlaag zal worden verstoord. Aanvraag wordt voorzien van een positief advies.
E3 (B)
Nachtegaalstraat 80 (gemeentelijk monument) 13-17535 Aanvraag omgevingsvergunning voor het vergroten van een winkel door middel van een uitbouw aan de achterkant van het gemeentelijk monument Aanvraag : M.C.J.M. van Hooijdonk (zie notulen 26/02 2014) In februari 2013 heeft de commissie geadviseerd over de toenmalige
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 3 december 2013
6
monumentenvergunning in het kader van een heroverweging vanwege een lopende bezwaarprocedure. De monumentwaardigheid van het interieur is bij de toenmalige planbehandeling uitgebreid aan de orde geweest en verdiende het naar de mening van de commissie zeker om beschermd te worden als belangrijk monumentwaardig onderdeel o.a. in samenhang met de gevel. In de onderhavige aanvraag zijn er een aantal wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van de aanvraag uit 2010 (MN21004089). Conclusie De beperkte aanpassingen ten opzichte van de eerdere aanvraag zijn niet van dien aard dat de commissie tot een ander advies komt. De voorgestelde ingrepen leiden wederom tot het verloren gaan van de oorspronkelijke bouwkundige en ruimtelijke structuur van de begane grond en de meeste van de monumentwaardige decoratieve elementen verdwijnen door sloop. Op de plattegrond wordt aangegeven dat de droogloop gehandhaafd wordt, maar op de voorgestelde wijze zal deze als monumentaal, karakteristiek onderdeel onvoldoende tot zijn recht komen vanwege de ingrijpende wijziging van de context. Ook het in het voorstel in standhouden van een aantal structurerende elementen is een te beperkte concessie om het monumentale interieur bestaande uit een bijzondere structuur met monumentwaardige onderdelen, voldoende te behouden. Wederom is er sprake van een grove aantasting van het monument door de voorgestelde ingrijpende wijzigingen en spreekt de commissie zich wederom negatief uit over de aanvraag. E4 (B)
Oudkerkhof 22bs (gemeentelijk monument) 13-18054 Aanvraag omgevingsvergunning voor het vervangen (legaliseren) van de voorgevelkozijnen van een gemeentelijk monument Aanvraag: n.v.t. Ontwerp: n.v.t. Het betreft een woonwinkelpand uit 1877, gemeentelijk monument, gelegen in een beschermd stadsgezicht en in een gebied met beleidsniveau 'Behoud' (welstandsnota). De kozijnen zijn inmiddels vervangen: hardhout in plaats van het oorspronkelijke naaldhout en/of eikenhout voor, hr++beglazing en plakroeden. De afdeling Erfgoed heeft een negatief advies uitgebracht overwegende dat de nieuwe kozijnen met een grovere materialisering en detaillering te ver af staan van de karakteristieken van het monument, zoals de verfijnde geleding, maatvoering en detaillering van de kozijnen. Conclusie De commissie deelt de mening van de afdeling Erfgoed en constateert dat de vervanging van de kozijnen de monumentale waarde schaadt. Ten opzichte van de oorspronkelijke kozijnen is sprake van een grovere maatvoering en detaillering. In het advies van de afdeling Erfgoed wordt deze vergroving op onderdelen omschreven: * De plakroeden verdelen het raam niet, maar leggen een rooster over het glas, zichtbaar in de wijze van spiegeling van het glas; * Het nieuwe glas spiegelt meer dan het oude getrokken glas, zeker bij toepassing van dubbel glas; * De vervanging van het naaldhout en/of eikenhout door hardhout tast de karakteristiek van het houtoppervlak aan, ook na schilderen. De vervanging van de kozijnen op de verdiepingen betekent een aantasting van het monumentale gevelbeeld vanwege het verwijderen en het op deze wijze vernieuwen van beeldbepalende onderdelen zijnde de kozijnen. De oorspronkelijke uitvoering sloot aan op de verfijnde detaillering van de gehele gevel, de nieuwe kozijnen delen niet in deze karakteristiek. Aanvraag wordt voorzien van een negatief advies.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 3 december 2013
7
E5 (R)
Amsterdamsestraatweg 402 13-15558 Aanvraag omgevingsvergunning voor het wijzigen van het afzuigkanaal aan de achterzijde van een café Aanvraag: n.v.t. Ontwerp: n.v.t. In de aanvraag wordt aan de achterzijde bij een hoekpand een afvoerpijp voorgesteld. Conclusie De achterzijde van het pand is gelegen aan een binnengebied dat overwegend een woonfunctie heeft. Een dergelijke afvoerpijp is hier ongewenst en er dient gezocht te worden naar een alternatief, bijvoorbeeld inpandig. Aanvraag wordt voorzien van een negatief advies.
F
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijst d.d. 28 november 2013, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open : Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur. Respect : Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud : Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing, zijn de aanvragen getoetst aan de (welstands)criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijsten zijn ter inzage op het secretariaat en in te zien via de website http\\www.welstandutrecht.nl.
G G1 (B)
Reclames Choorstraat 25 (gemeentelijk monument) 13-13736 Aanvraag omgevingsvergunning voor het aanbrengen van gevelreclame Aanvraag: Covers Couture Ontwerp: Haco Lichtreclame In de aanvraag worden losse letters tegen de rand boven de entree aangebracht en een haakse lichtbak geplaatst tussen de vensters op de eerste verdieping. De afdeling Erfgoed heeft aangegeven bezwaar te hebben tegen de voorgestelde reclame-uitingen. Conclusie Het betreffende pand is een gemeentelijk monument gelegen in het winkelgebied. Sinds 1992 heeft de gemeente Utrecht reclamebeleid ontwikkeld om met name de dominantie van reclame in het straatbeeld te beperken en waar mogelijk (in geval van vervanging) te reduceren. Dit beleid heeft zich na ruim 20 jaar bewezen en de reclamevoering in met name het binnenstedelijk winkelgebied is minder overheersend geworden en het beeld wordt weer bepaald door de historische straten en gebouwen. In de pui zijn de entree en de etalages van de winkel aan de bovenzijde voorzien van horizontaal geplaatste balkelementen. In onderhavige aanvraag wordt voorgesteld boven de entree letters te plaatsen tegen het balkelement die aan de bovenzijde uitsteken. Daarnaast wordt de haakse lichtbak vervangen door een kleinere. Beide uitingen wijken echter af qua maatvoeringen die gehanteerd worden in de reclamerichtlijnen die gekoppeld zijn aan het reclamebeleid. Daarnaast blijft de haakse lichtbak op de eerste verdieping geplaatst: ook dit is niet conform de richtlijnen: de reclame dient gekoppeld te worden aan het deel waar de bedrijvigheid plaatsvindt, de begane grond.. Realisatie van de aangevraagde reclame-uitingen zouden weer leiden tot reclamevoering die te dominant is ten opzichte van architectuur en omgeving. De grootte en wijze van plaatsing gaan het (monumentale) gevelbeeld te zeer bepalen. Het betreft een gemeentelijk monument waar maatwerk ten aanzien van reclamevoering vereist is om de monumentale waarde van het monument niet te schaden. Door de hoge plaatsing van de
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 3 december 2013
8
haakse lichtbak wordt het zicht op de monumentale gevel gedeeltelijk ontnomen, hetgeen een visuele aantasting betekent van het monument. Daarnaast kan er sprake zijn van ongewenste precedentwerking. De commissie adviseert zowel op welstandelijke als op monumentale gronden negatief over de aanvraag. Kleinere lettervoering boven de entree en een of twee (gezien de grootte van de winkel in meerdere panden) haakse lichtbakken, geplaatst op puihoogte behoren tot de mogelijkheden. H
Rondvraag en sluiting De volgende commissievergadering vindt plaats op 17 december 2013.
De voorzitter,
De secretaris,
T. Frantzen
M. van der Wiel
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 3 december 2013
9