COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN OOST 2006 - 24 Verslag van de driehonderdtweeëndertigste vergadering, gehouden op dinsdag 19 december 2006 in de Regentenzaal te Utrecht. Aanwezig:
Afwezig:
de voorzitter, P. Vermeulen, de leden G. Andela, M. van Goor, K. Ottenheym, R. van Wylick, I. Wijgh en V. Yanovshtchinsky, W. Smits (afd. Stedenbouw), B. van Santen (afd. Monumenten), J. Koning (secretaris), Th. Hilhorst (uitvoerend secretaris) en I. Bakhuis (verslag). D. Lambert (lid).
OVERZICHT VERSLAG A.
Ingekomen stukken en mededelingen
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 5 december 2006
C.
Algemeen
D. D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7
Bouwplannen Lange Nieuwstraat/Vrouwjuttenstraat Ina Boudier-Bakkerlaan 7 Loevenhoutsedijk/Anthoniedijk Berlagestraat 48 1e Achterstraat 9/9bis Furkaplateau 't Goylaan, Constant Erzeijstraat, Heemstedelaan
E. E1 E2 E3
Nagekomen plannen Augusto Sandinostraat 226 en 236 Minrebroederstraat 10 Billitonstraat 7
F.
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijsten d.d. 14-12-2006
G.
Reclames
H.
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 december 2006
A.
Ingekomen stukken en mededelingen De Wijkraad West heeft een wijkraadpleging gehouden over de inrichting van het gebied tussen Lombok en het spoor. Het verslag van deze raadpleging wordt uitgereikt.
B.
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 5 december 2006 Het verslag wordt met een enkele wijziging vastgesteld.
C.
Algemeen Geen.
D. D1 (B)
Bouwplannen Lange Nieuwstraat/Vrouwjuttenstraat Principeplan voor de nieuwbouw van zes appartementen, een kantoorruimte op de begane grond en een parkeergarage Aanvraag: Van Bekkum Ontwerp: Jan Bakers Architecten (Zie notulen 20/06 2006) De commissie heeft gevraagd het volume te verduidelijken en krachtiger te maken en in de situering van de inrit van de parkeergarage rekening te houden met een mogelijke toekomstige ontwikkeling op het naastliggende perceel. Verder heeft zij gesuggereerd de woningen meer maat te geven en een galerij achterwege te laten. Architect Bakers geeft een toelichting. Het ontwerp bestaat uit twee op elkaar aansluitende volumes. Deze voldoen aan de randvoorwaarden inzake kap en nok- en goothoogte. In het oorspronkelijke ontwerp vormde het trappenhuis een blokkade. Dit is opgelost door een trappenhuis met lift en autolift te integreren in de parkeergarage. Daardoor blijft een toekomstige ontwikkeling, aansluitend op de wachtgevel, mogelijk. De autolift is bereikbaar via de hellingbaan naar de parkeergarage van Altrecht. In de parkeergarage zijn 7 parkeerplaatsen beschikbaar en een kleine extra parkeerplaats voor het kantoor. Kenmerkend voor de omgeving zijn de geparcelleerde woningen met een gemiddelde breedte van 6 meter. Het bouwblok heeft een breedte van 16 meter, maar sluit hierop aan door een driedeling in de gevel, corresponderend met de drie woningen per verdieping. De kwaliteit van de woningen is verbeterd, door een verbreding van de galerij, waardoor deze als buitenruimte kan worden benut. De woningen worden ontsloten via de kleine lift vanuit de parkeergarage en via de centrale trap. De gevel aan de Vrouwjuttenstraat wordt wit gestuct en voorzien van luiken. De gevel in de Lange Nieuwstraat wordt uitgevoerd in een antracietkleurige baksteen. Met het oog op het zicht op de tuin en de zoninval krijgt de achtergevel een open karakter. De zijgevel krijgt op de verdieping een grote erker met zicht op de Dom. De bovenruimte op deze hoek krijgt de functie van kantoor/atelier. Conclusie Het ontwerp is aanmerkelijk verbeterd. Er is een duidelijke compositie tot stand gekomen van drie geabstraheerde archetypische elementen – de glazen onderbouw en een wit en zwart huis. De maatvoering van de erker op de hoek verdient nadere studie; deze lijkt te groot ten opzichte van de ruimte, waardoor de gebruiker geneigd zal zijn deze af te sluiten. In deze vorm is de vluchttrap aan de achterzijde een verarming van de uitstraling van het pand. De commissie adviseert deze achterwege te laten, door in de vluchtroute een combinatie te maken met de brandtrap van het naastgelegen pand. Als dat niet mogelijk is, moet hiervoor een architectonische oplossing worden gezocht. Een zorgvuldige materialisering moet voorkomen dat het geheel een te zware uitstraling krijgen. De zwarte gevel moet geen doodse aanblik geven. Een glanzende donkere steen is denkbaar. Glad stucwerk is in de historische binnenstad voorstelbaar, mits de witte tint niet te hard is. Als er luiken worden toegepast, hetgeen bij enkele commissieleden twijfels oproept, dienen deze zorgvuldig te worden gedetailleerd en recht doen aan de abstractie van de compositie. De commissie keurt de planopzet goed en wacht de nadere doorwerking af.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 december 2006
2
D2 (O)
Ina Boudier-Bakkerlaan 7 BV2066033 Bouwaanvraag nieuwbouw van een schoolgebouw (Meerstroom College) na sloop van het bestaande schoolgebouw Aanvraag: College van Bestuur Stichting Openbaar VO Utrecht Ontwerp: RAU (Zie notulen 20/06 2006) Architect Rau licht de planuitwerking toe. Het schoolcomplex bestaat uit afzonderlijke volumes aan een iets verdiept schoolplein. De volumes zijn onderling met elkaar verbonden. Verkeersfuncties liggen rond de school en leiden naar de expeditie/bevoorradingsfunctie aan de achterzijde, de sporthal, de hellingbaan naar de fietsenstalling op het dak en de centrale ingang aan de Ina Boudier-Bakkerlaan. De gevels van de volumes lopen schuin af, met een hoek van 5˚, en zijn vervat in een kader. Ieder volume is op dezelfde wijze gematerialiseerd – stalen beplating in profiel – maar met een eigen kleur en richting. Met het oog op het zicht vanuit de hoogbouw in de omgeving is de kleurstelling van de volumes doorgetrokken naar het dak. Goten liggen achter het gevelpakket. Houten rechthoekige kozijnen zijn ook schuin in de gevels geplaatst. De zonwering valt in de dikte van de gevelconstructie. De centrale aula wordt gevormd door de omringende interne verkeersruimten. In die verkeersruimten komt de materialisering van de buitengevels terug. De klaslokalen zijn strak vormgegeven, afgezien van de schuin geplaatste vensters. De kernen van de kolommen in het gebouw zijn constructief niet nodig als draagconstructie. Deze holle kern wordt gebruikt als schacht voor de technische installaties en de luchttoevoer. Conclusie De commissie heeft grote waardering voor het ontwerp. De opdracht is op inventieve wijze aangepakt en doorgewerkt. Basiskeuzen zijn goed doordacht en consequent uitgewerkt en de materiaalbehandeling is zorgvuldig afgestemd op de architectuur. De grofheid in het ontwerp wordt gecompenseerd door de verfijnde en consistente uitwerking. De schuin aflopende frames en profielen kunnen op langere termijn extra vervuiling met zich meebrengen. Hiervoor moeten passende oplossingen worden gevonden. De afwijkende toepassing van gewone kozijnen roept de vraag op of een abstracte vormgeving van de kozijnen hier niet beter op zijn plaats zou zijn, maar dit is een keuze van de architect en deze is consequent uitgevoerd. Hoewel dit buiten de planbeoordeling valt, hecht de commissie eraan aandacht te vragen voor de ontwerpprincipes in relatie tot de doelgroep. Leerlingen van 12 tot 18 jaar zijn in staat veel prikkels gelijktijdig te verwerken en een afwijkend vormgegeven schoolgebouw kan de sleur van het schoolleven doorbreken en een omgeving bieden om trots op te zijn, maar deze "schuine wereld" kan ook leiden tot onrust en desoriëntatie. Het stimuleren van ontwikkeling vraagt prikkels enerzijds en rust en een prikkelarme omgeving anderzijds. De commissie adviseert met klem deskundigen om een oordeel te vragen over de balans die hierin moet worden gezocht en de effecten van het uiteindelijke plan te monitoren.
D3 (O)
Loevenhoutsedijk/Anthoniedijk BV2063106 Principeplan "Hoogstraat aan de Vecht", plan voor 78 nieuwbouwwoningen en appartementen Aanvraag: MAB Ontwerp: Mei Architecten (Zie notulen 21/11 2006) In de vorige planbehandeling is de stedenbouwkundige context buiten beschouwing gebleven. Architect Van der Ven zet uiteen dat het plan de vervanging betreft van bestaande sociale huurwoningen. Bestaande woningen worden vervangen door circa honderd nieuwe woningen, waarvan de helft in het sociale segment (sociale huur en koop) en de helft in de middencategorie. Een en ander wordt vormgegeven in diverse blokken, waarin een deel van de parkeerbehoefte wordt ondergebracht in gebouwde oplossingen. De buurt heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld tot een dorpse enclave in de stad, tussen de waterzuiveringsinstallatie, de Vecht, sportvelden en het spoor. Aan de kenmerkende metselwerkarchitectuur hebben bewoners eigen accenten gegeven door de openbare ruimte als privé-ruimte te benutten en in te richten. Nu het terrein van de waterzuiveringsinstallatie vrij komt voor herontwikkeling, wordt de Loevenhoutsedijk omgevormd tot een woonstraat, als vanzelfsprekend onderdeel van de wijk. Naar verwachting heeft die omvorming een remmend effect op het verkeersgedrag. In het plan
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 december 2006
3
wordt gebruikgemaakt van de stedenbouwkundige kwaliteiten in de omgeving, zoals de Vecht. Behalve een nadrukkelijker oriëntatie van de woningen op de Vecht worden open ruimten gecreëerd. Om die goed te laten functioneren, wordt een eenduidige architectuur toegepast, met rustige rooilijnen en rijk metselwerk. Voordeuren en verblijfsruimten aan de straatzijde bevorderen de sociale veiligheid in de buurt en verlevendigen de open ruimten. De onderste laag van de appartementen ligt iets boven maaiveld. Daaronder ligt de fietsenkelder. Het complex kent een beperkt aantal woningtypen en het geheel wordt uitgevoerd in één steensoort, die in verschillende verbanden wordt toegepast. Verbijzonderingen in het metselwerk onderscheiden de afzonderlijke grondgebonden woningen en worden voor de appartementen bloksgewijs toegepast. Kozijnen worden in één kleur uitgevoerd. Gevelopeningen op straatniveau krijgen diepe neggen. Op de verdiepingen liggen de kozijnen iets terug, om het metselwerk te benadrukken. Ramen in de gevelvlakken op de hoeken komen iets naar voren, om zicht op de omgeving te bieden. Ten opzichte van het eerste ontwerp zijn de balkons smaller en dieper gemaakt, zodat deze minder dominant zijn in het gevelbeeld. De balkons vallen gedeeltelijk binnen het gevelvlak. De buitenruimten aan de Loevenhoutsedijk zijn iets kleiner dan die aan de Vecht. Terrassen met zicht op de Vecht krijgen een trapje naar de straat. Voor de woningen aan de Loevenhoutsedijk is daarvan afgezien. Galerijen zijn verbreed, zodat deze als buitenruimte kunnen worden benut en de vluchtweg is hierin geïntegreerd. Woningen worden voorzien van een dakterras, overeenkomstig de huidige situatie. Hier zijn de gevels doorgetrokken als borstwering voor de dakterrassen. Mede op aandringen van de politiek zijn bewoners actief betrokken geweest bij de planvorming. Het ontwerp maakt het mogelijk de openbare ruimte bij de privé-omgeving te betrekken, zonder dit op te leggen. Conclusie De commissie reageert enthousiast op het plan. Ten opzichte van het eerste ontwerp is hierin meer eenheid ontstaan. Een punt van aandacht in de verdere doorwerking is de gevelarchitectuur van de appartementenblokken. Deze wordt nog als minder krachtig en inspirerend ervaren dan de gevels van de grondgebonden woningen. Een sterkere relatie tussen gevels en dakranden zou de verfijning in het metselwerk op een hoger niveau kunnen brengen. De verbinding tussen openbare en privé-ruimte vergt een uitgebalanceerde keuze in de transparantie van borstweringen van de balkons. De inrichting van de buitenruimte is van belang voor de eenheid in het plan. De commissie geeft in overweging het binnengebied tussen de appartementenblokken ofwel in zijn geheel in te richten als collectieve ruimte, ofwel in zijn geheel te bestempelen als privétuinen. Het inrichtingsplan wordt op een later moment behandeld. Daarin zal nadrukkelijk aandacht moeten worden besteed aan de niveauverschillen bij de Vecht, opdat daadwerkelijk gebruik kan worden gemaakt van de aanwezigheid van water. D4 (O)
Berlagestraat 48 BV2064197 Bouwaanvraag voor de nieuwbouw van 80 appartementen voor studenten na sloop van een bedrijfsgebouw Aanvraag: Thesis projecten Ontwerp: S-Tek De ontwerper geeft een toelichting. Het plan bestaat uit twee blokken van 3 bouwlagen hoog, gekoppeld door een gedeeltelijk overkapte luchtbrug, die de privacy en de daglichttoetreding waarborgt. Eén blok ligt aan de Berlagestraat, het blok daarachter ligt op een middenterrein, op acht meter afstand van de achterzijde van een 2-laagse bedrijfsgebouw met bovenwoningen gelegen aan de Amsterdamsestraatweg. Dat pand is van dezelfde eigenaar en het ligt niet in het voornemen dat gebouw uit te breiden in de richting van de nieuwbouw, waardoor dit blok zou worden ingesloten. Het complex bevat appartementen met een oppervlakte van 34 m² voor studenten en starters. Er is gekozen voor economische bouw, waarin elementen – gespiegeld – worden herhaald. De architectuur sluit aan bij de soberheid en strakheid van de bebouwing in de omgeving. Ook de kleurstelling is hiermee in overeenstemming gebracht. De opdrachtgever licht toe dat de aanpak van het gehele gebied op dit moment niet haalbaar is, gezien de huurrechten van de gebruikers van het bedrijfspand. Bij een eventuele herontwikkeling van dit gebouw op langere termijn, zal een ruime afstand in acht worden genomen ten opzichte van het bouwblok op het middenterrein.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 december 2006
4
Conclusie Het complex is volgens de welstandsnota gelegen in een gebied met het beleidsniveau "Open". De commissie dient dan bij haar beoordeling te wegen of de bouwwerken ondermeer de kwaliteit van de omgeving en de openbare ruimte versterken en of het onderscheid tussen openbaar en privé-gebied duidelijk wordt gemarkeerd. Zij meent echter dat het onderhavige plan niet voldoet aan de genoemde criteria. De structuur van twee eenvoudig vormgegeven bouwblokken met binnenstraat geeft een rustig beeld, dat passend kan zijn in de omgeving. Echter, het blok voor het binnenterrein is op dezelfde wijze vormgegeven als het blok aan de straat, zonder rekening te houden met de specifieke ligging op een binnenterrein. Het is begrijpelijk dat er uit economische motieven is gekozen voor een schakeling van plattegronden, maar soberheid lijkt te zijn verward met schraalheid en het resultaat hiervan is onbevredigend en onacceptabel. Gezien de typologie van zeer kleine woningen, ligt een tweezijdige oriëntatie met binnenstraat niet voor de hand. Een eenzijdige oriëntatie zou ruimtewinst in het tussengebied betekenen, waardoor de woonkwaliteit van deze studio's kan worden verbeterd. Afgezien van de architectonische beoordeling, vindt de commissie de stedenbouwkundige setting niet gewenst. Het blok op het middenterrein kan ingeklemd raken door toekomstige ontwikkelingen. Er dient te worden ingespeeld op een situatie, waarin het bedrijfsgebouw in de herontwikkeling wordt betrokken, door een plan te maken voor het gehele terrein. Er kan dan een interessant bouwplan ontstaan voor deze locatie, dat zo nodig als groeimodel, gefaseerd, kan worden uitgevoerd. De architect wijst erop dat het bouwplan voorziet in woningen in de laagste klasse. In zijn visie past dit plan in de uitgangspunten van de gemeentelijke welstandsnota. De commissieleden onderschrijven die visie niet. Zij benadrukken geen bezwaar te hebben tegen een sobere architectuur, maar een plan moet zijn afgestemd op de specifieke situatie. De aanvrager wordt geadviseerd in overleg met de afdeling Stedenbouw te komen tot een optimalisering van het plan. D5 (B)
1e Achterstraat 9/9is BV2065266 Bouwaanvraag voor het verbouwen van een bedrijfsruimte met bovenwoning tot drie appartementen Aanvraag: U. Besouw Ontwerp: Asnova architects Architect Willemsen licht het plan toe. De aanvraag betreft een pakhuis in de Noordelijke Oude Stad. De kap is in de jaren vijftig ingestort en niet hersteld. De nieuwe eigenaar wil het pand verbouwen tot drie appartementen, met een nieuwe voorgevel met een eigentijdse uitstraling. De bedrijfsruimte op de begane grond krijgt een grote toegangsdeur met stalen luiken en de gevelopeningen op de verdiepingen zijn voorzien van een Frans balkon. De smalle horizontale ramen onder de kap verwijzen naar de Zocher-ramen in de omgeving. Een mansardekap is noodzakelijk om aan de stedenbouwkundige randvoorwaarden met betrekking tot de goothoogten te voldoen, maar de doorgetrokken gevel maakt alleen de punt daarvan zichtbaar. Conclusie De typologie is goed getroffen en past in de omgeving. De commissie keurt de planopzet goed, maar ziet mogelijkheden voor een verbetering van de gevelindeling, met name in de verhouding tussen open en dichte delen. De doorwerking wordt afgewacht.
D6 (O)
Furkaplateau Principeplan uitbreiding zalencentrum Aristo Aanvraag: Aristo Ontwerp: JHK Architecten Architect Peters geeft een toelichting. Het zalencomplex staat haaks op station Lunetten. In het kader van de spoorverbreding wordt de stationsomgeving te zijner tijd aangepakt, waarbij het zalencentrum Aristo mogelijk naar dit gebied wordt verplaatst. Voor de tussenliggende periode is het gewenst het zalencomplex uit te breiden met een restaurant en een conferentieruimte met een capaciteit van 200 stoelen. Deze uitbreiding moet tevens een impuls geven aan de kwalitatieve uitstraling van het complex. Voorgesteld wordt de conferentiezaal als los, abstract volume op het lage deel van het complex te plaatsen. Om de autonomie ervan te benadrukken steekt dit aan de voorzijde
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 december 2006
5
over het bestaande volume. Grote openingen aan weerszijden geven zicht op de omgeving. De materialisering en kleurstelling zijn nog in studie. Gedacht wordt aan een metalen schil. Voor het restaurant wordt een nieuw volume toegevoegd achter de bestaande bebouwing, nabij de bestaande keuken. Een hoge borstwering onttrekt het parkeerterrein aan het zicht. De hoge ramen daarboven vouwen zich om de dakrand en geven zicht is op lucht en groen. Conclusie Een van de commissieleden vindt dat de toevoegingen afbreuk doen aan de architectuur van het gebouw, maar in meerderheid kan de commissie zich de uitbreiding voorstellen, onder voorwaarden. Het volume op het dak kan een verbijzondering van het gebouw betekenen, mits dit als zuiver element is vormgegeven en terughoudend is gematerialiseerd. De autonomie moet worden waargemaakt, door dit volume geheel los te maken van de onderbouw, met transparante verbindingselementen. Door het volume aan beide kanten te laten uitsteken, zou dit verder verzelfstandigd kunnen worden. Er dient nadere studie te worden verricht naar de maatverhoudingen, de precieze positionering en de overstekken. De commissie adviseert hierbij gebruik te maken van een maquette. De toevoeging van een volume op maaiveld geeft het gebouw in de visie van de commissie alleen meerwaarde als ook deze als zelfstandig en abstract element wordt vormgegeven. De commissie wacht de verdere doorwerking af. D7 't Goylaan, Constant Erzeijstraat, Heemstedelaan (Ont) Uitwerking plan "Hart van Hoograven", nieuwbouw winkels, woningen en een parkeervoorziening Aanvraag: AM Wonen en Bouwfonds-MAB Ontwerp: De Zwarte Hond (Zie notulen 28/02, 14/03 en 21/11 2006) Naar aanleiding van de vorige planbehandeling heeft de architect heeft het plan op drie aspecten aangepast en aangevuld. Het betreft de hoekoplossing Constant Erzeijstraat / 'T Goylaan, de verticale raamopeningen van de laagbouwwoningen en het ontwerp van het binnengebied. De voorstellen zijn in een boekwerk toegelicht. Conclusie De aanpassingen en aanvullingen beantwoorden aan het commentaar van de commissie, zodat het plan kan worden goedgekeurd. E E1 (R)
Nagekomen plannen Augusto Sandinostraat 226 en 236 BV2065086 Principeaanvraag voor het maken van een dakopbouw op twee woonhuizen Aanvraag: D. Ketting Ontwerp: H en E Architecten (Zie notulen 21/11 2006) Het bouwblok bestaat overwegend uit twee lagen, met uitzondering van de drielaagse hoeken die een stedenbouwkundige boekensteun vormen als beëindiging van het bouwblok. Enkele tussenwoningen zijn al bij de realisatie voorzien van een terugliggende opbouw met toogdak. Eerder heeft de commissie aangegeven dat ook op andere tussenwoningen een opbouw mogelijk is, mits die aanpak wordt gevolgd. De architect stelt nu voor de standaarddakopbouw toe te passen, maar deze om te keren, zodat het dakterras kan worden georiënteerd op het zuidwesten. Conclusie De commissie vindt deze omkering van de standaarddakopbouw acceptabel en keurt het plan goed. De stedenbouwkundige hoogteopbouw van het bouwblok blijft in deze opzet gelijk.
E2 (B)
Minrebroederstraat 10 Bouwaanvraag voor het maken van een dakverdieping Aanvraag: Ontwerp: Jan Bakers Architecten Voorgesteld wordt het winkelpand met bovenwoning te voorzien van een terugliggende dakverdieping, uitgevoerd in zink. De afdeling Stedenbouw heeft hiertegen geen bezwaar. Conclusie De commissie keurt het bouwplan goed.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 december 2006
6
E3 (O)
Billitonstraat 7 BV2061778 Bouwaanvraag voor het vervangen van het hekwerk rond speeltuin Bankaplein Aanvraag: Stichting Portes Ontwerp: n.v.t. De afdeling Bouwbeheer heeft de commissie verzocht het eerder afgegeven preadvies (bekrachtigd via de planlijst op 23/05 2006) te motiveren. Het Bankaplein is gelegen in een gebied met het beleidsniveau 'Open' (welstandsnota). Naar de mening van de commissie is deze bouwaanvraag niet strijdig met de hieraan verbonden criteria. Zij meent zelfs dat realisatie een verbetering zal betekenen van de huidige situatie. De bestaande armoedige afbakening van het speelterrein laat sterk te wensen over in deze woonomgeving en vervanging zal ten goede komen aan de kwaliteit van deze omgeving. De openheid van het hekwerk zal voldoende transparantie bieden ten behoeve van het straatbeeld en de zichtlijnen blijven garanderen. Een van de criteria waarop een bouwwerk door welstand negatief kan worden beoordeeld is dat het zich afkeert van de omgeving; bij onderhavige aanvraag heeft de commissie deze vrees niet. Zij ziet geen reden het eerder afgegeven standpunt te wijzigen en bekrachtigd derhalve het positieve advies op de bouwaanvraag.
F
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijst d.d. 14 december 2006, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open: Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur. Respect: Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud: Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing zijn de aanvragen getoetst aan de sneltoetscriteria, dan wel aan de criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijst is ter inzage op het secretariaat.
G
Reclames Geen.
H
Rondvraag en sluiting
De volgende vergadering vindt plaats op 16 januari 2007.
De voorzitter
De secretaris
P. Vermeulen
J. Koning
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 19 december 2006
7