COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN OOST 2004 - 12 Verslag van de tweehonderdzevenenzeventigste vergadering, gehouden op dinsdag 15 juni 2004 in de Regentenzaal, Zwaansteeg te Utrecht.
Aanwezig:
Afwezig:
P. Vermeulen (voorzitter), de leden G. Andela, M. van Goor, R. van Wylick en V. Yanovshtchinsky, Th. Hilhorst (adjunct-secretaris), J. Koning (secretaris), B. van Santen (afd. Monumenten), W. Smits (afd. Stedenbouw) en I. Bakhuis (verslag). de leden D. Lambert en K. Ottenheym.
OVERZICHT VERSLAG A.
Ingekomen stukken en mededelingen
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 1 juni 2004
C. C1 C2
Algemeen Prinses Beatrixlaan 2 en Prinses Christinalaan 1 Mariaplaats 50/Poortje Springweg 2-4
D. D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8 D9
Bouwplannen Janskerkhof 7/Minrebroederstraat 30-32 (monument) Pieterskerkhof 2a Leidseweg 90 (Rijksmonument) Griffioenlaan 1 Kartinistraat 38 - 40 Winthontlan 40 Julianapark/Celciuslaan Koningslaan 56bis Prinses Beatrixplein 10
E. E1
Nagekomen plannen Kraanstraat 10
F.
Overige bouwplannen Plannen met positief preadvies, lijst d.d. 10 juni 2004
G. G1 G2 G3 G4 G5 G6 G7 G8 G9 G10
Reclames Kroonstraat – Paardenveld Maliesingel 26 Maliesingel 28a Maliebaan 2 Johan Willem Frisostraat 1 Vredenburg (Muziekcentrum) Steenweg 32 Westerkade 37-38 Vrieslantlaan 10 Vredenburg 152-153
H.
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 juni 2004
A.
Ingekomen stukken en mededelingen Er is een zienswijze ingediend door C. A. van Deventer n.a.v. de monumentenaanvraag plaatsing balkons in de gevel van het Centraal Museum. Er wordt bezwaar gemaakt tegen het plaatsen van de balkons. De monumentale waarde van het gebouw wordt geschaad. De commissie is het eens met de inhoud van de zienswijze en verwijst naar het eerder afgegeven negatief advies van de commissie op 4 mei j.l.
B.
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 1 juni 2004 De notulen worden met enkele wijzigingen vastgesteld.
C. C1
Algemeen Prinses Beatrixlaan 2 en Prinses Christinalaan 1 Verzoek om plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst De aanvraag voor de toekenning van de monumentale status aan twee bijzonder architectonisch vormgegeven schoolgebouwen was bestuurlijk aangehouden in afwachting van de planontwikkeling voor het gebied. Die planontwikkeling is nu afgerond. Daarin hebben beide gebouwen een plaats gekregen, zodat er geen belemmering is om de procedure voort te zetten. De afdeling Monumenten adviseert positief. Conclusie De commissie acht beide scholen beschermenswaardig en adviseert positief over de aanwijzing tot gemeentelijk monument. Beide scholen met de bijbehorende buitenruimte vormen een bijzonder ensemble dat in stand gelaten dient te worden. Niet alleen de gebouwen zelf, maar ook de inrichting van de omgeving – de pleinen met de ommuring en bomen– verdient bescherming. De planontwikkeling voorziet in een uitbreiding tussen de beide gebouwen in. De aansluitingen met de schoolgebouwen vraagt extra aandacht, omdat de achter- en zijgevels ook hun waarde hebben en niet aan het zicht onttrokken moeten worden. De commissie vraagt voor de uitbreiding een subtiele en transparante oplossing te kiezen, die losstaat van de gevels en de monumentale waarde ervan respecteert.
C2
Mariaplaats 50/Poortje Springweg 2 - 4 Verzoek om plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst Het poortje maakt deel uit van de specifieke historische situatie die zich vanaf de Middeleeuwen heeft ontwikkeld. In tegenstelling tot de naastliggende panden aan de Springweg en het pand aan de Mariaplaats daarachter, heeft het poortje nog geen beschermde status. Het Utrechts Monumentenfonds heeft gevraagd ook het poortje bescherming te geven. Conclusie De commissie adviseert positief; met het verlenen van de monumentale status wordt een omissie rechtgezet.
D. D1 (B)
Bouwplannen Janskerkhof 7/Minrebroederstraat 30 - 32 (rijksmonument/gemeentelijk monument) Behandeling principeplan wijziging gevels winkelpand Aanvraag: Boekhandel Bijleveld Ontwerp: ARC Architecten Het hoekpand, een samenstel van 3 met elkaar verbonden panden, is deels aangewezen als gemeentelijk monument en deels als rijksmonument. Het plan beoogt het 'saai' aandoende winkelpand te verlevendigen en meer het allure te geven van een boekwinkel. Het bestaat eruit de winkelpui aan de zijde van het Janskerkhof door te trekken, waardoor ramen daarvan deel gaan uitmaken en zich nadrukkelijker presenteren als onderdeel van de verkoopruimte in de winkel. Daarmee wordt de etalagefunctie versterkt. Tevens wordt een deel van het pand (Minrebroederstraat 32) voorzien van een kap, wordt de zonwering vervangen en wordt het metselwerk gekeimd in terra en rood. Afdeling Monumenten Het doortrekken van de pui aan de zijde van het Janskerkhof en het keimen van het metselwerk veranderen het monumentale karakter van de gevel ingrijpend en worden sterk ontraden. De overige elementen van het plan zijn akkoord.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 juni 2004
2
Conclusie De commissie heeft begrip voor de wens de zichtbaarheid van de winkel te versterken, maar de middelen die daarvoor zijn gekozen, stuiten op bezwaren. Het doortrekken van de puilijsten zou afbreuk doen aan de hiërarchie in de gevel, waarin de ingangspartij nu duidelijk is gemarkeerd. De toevoeging van verbijzonderende elementen zou de bestaande verbijzonderingen tenietdoen en het geheel een kitscherige uitstraling geven. Er zou een ongewenste schaalvergroting ontstaan, die de specifieke kwaliteit van het ensemble waarvan dit pand deel uitmaakt, zou aantasten. Er zijn geen historische argumenten om het metselwerk te keimen en de huidige uitstraling van het pand maakt zo'n ingreep ook niet noodzakelijk. De verlevendiging en versterking van de uitstraling van het pand zouden moeten worden gezocht in een subtiele vormentaal en detaillering, zoals een verbijzondering van de ramen door kleurgebruik of een detaillering in een vitrineachtige vorm. Het pand kan eenheid en uitstraling ontlenen aan de voorgestelde wijziging van de zonwering in de vorm van zich herhalende markiezen. De commissie ziet een aangepast plan tegemoet. D2 (B)
Pieterskerkhof 2a Principeplan verbouw en uitbreiding bovenwoning (dakuitbouw en dakterras) Aanvraag: dhr. Heintz Ontwerp: Monk Architecten De architect geeft een toelichting. In de huidige situatie bestaat de woning boven het Venduhuis uit twee afzonderlijke delen. Deze worden gekoppeld, waarbij de betimmeringen worden verwijderd en de spanten zichtbaar worden gemaakt. Voorts wordt in de kap een verdiepte slaapkamer toegevoegd. In het verlengde daarvan wordt een glazen uitbouw gemaakt, die toegang geeft tot een dakterras. De borstwering bestaat niet uit bouwkundige, maar uit groene elementen (plantenbakken). Afdeling Monumenten Het pand heeft geen monumentale status, maar ligt tegen de Pieterskerk en de glazen uitbouw op het dak zou het zicht daarop wegnemen. Conclusie De commissie heeft er geen bezwaar tegen de gebruikswaarde van de ruimte te vergroten, door gebruik te maken van het dak, maar de vorm die voor de toevoeging is gekozen, getuigt van onvoldoende respect voor de omgeving en is niet acceptabel. Deze dient ondergeschikt te zijn aan de daklijnen. Er dient een duidelijke keuze te worden gemaakt. Ofwel de toevoeging gedraagt zich als een autonoom en abstract element dat losstaat in de ruimte, ofwel de toevoeging volgt de daklijnen, waarbij gebruik wordt gemaakt van transparante materialen. Ook de toevoeging van de balkons aan de achtergevel vraagt meer transparantie. Te denken is aan een ijle constructie, waarbij zowel de vloer als de borstwering in glas wordt uitgevoerd. Een materialisering in hout past niet bij het karakter van het pand.
D3 (B)
Leidseweg 90 (Rijksmonument) BV2031832 Behandeling principeaanvraag verbouw van het Muntgebouw voor huisvesting van de Koninklijke Nederlandse Munt en het Geld- + Bankmuseum Aanvraag: Koninklijke Nederlandse Munt Ontwerp: Van Hoogevest Architecten (Zie notulen 20/04 2004) De architect geeft een toelichting. In de doorwerking van het plan is invulling gegeven aan de opmerking van de commissie, dat het ontwerp dienstbaar moet zijn aan de functie van het gebouw. Bestaande elementen en de toevoegingen zijn met elkaar in balans gebracht. De vormentaal van de schuine verbinding tussen het monumentale voorgebouw en de eerste-slagruimte, die de binnenplaats deelt, is sterk vereenvoudigd en verfijnder gedetailleerd. Deze verbinding is nu minder nadrukkelijk aanwezig. Ook de eersteslagruimte is bescheidener uitgevoerd, de gevels staan recht en het dak is gematerialiseerd in een strakke beplating van zink. De toegang naar de expositieruimte is verruimd en de historische structuren van deze ruimte zijn ervaarbaar gehouden door een aantal elementen intact te laten. Het plateau dat aansluit op de muntzaal is aangepast aan de ruimtelijke structuur van de huidige smeltzaal. De vormgeving van het magazijn is beperkt tot de essenties. De teruggeplaatste rechthoekige opbouw is ook van zink gemaakt. Indien dit financieel haalbaar is, wordt het dak dat in 1914 door brand is
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 juni 2004
3
verwoest, gereconstrueerd. Hiervoor wordt een staalconstructie toegepast en in de dakbedekking worden openingen gemaakt ten behoeve van de daglichttoetreding. Afdeling Monumenten Over de aanpassingen is overleg gevoerd en de afdeling kan zich op hoofdlijnen in het ontwerp vinden. Conclusie De commissie heeft waardering voor de wijze waarop het commentaar op de eerste versie van het ontwerp is verwerkt. De vereenvoudiging van het ontwerp maakt het plan leesbaarder en duidelijker. Het is een goede keuze de historische elementen in de tentoonstellingsruimte te handhaven en te benutten. Ook de keuze om de dakopbouw een autonome vorm te geven hebben de instemming. De raamopeningen kunnen hierin als zelfstandige elementen vorm krijgen. De rechthoekige doos op het magazijn is eveneens een verantwoorde keuze. In de versobering van de verbinding tussen het voorgebouw en de eerste-slagruimte, dient nog een ontwerpslag te worden gemaakt, om de aansluiting op het karakteristieke muntgebouw te verbeteren. De introductie van de schuine belijning in de gevel betekent een ingreep, die een bescheiden en sobere vormgeving vraagt. Een verdere abstrahering moet zorgen voor de vanzelfsprekende aanwezigheid van deze toevoeging. De commissie ziet de verdere doorwerking tegemoet. D4 (O)
Griffioenlaan 1 BV2041609 Bouwaanvraag voor het wijzigen van parkeergarage Transferium Westraven Aanvraag: Gemeente Utrecht, Parkeerbedrijf Ontwerp: Ingenieursbureau Utrecht De uitvoering van het bouwplan vindt gefaseerd plaats; in de eerste fase wordt de interne verkeersafwikkeling gewijzigd, in de tweede fase wordt het transferium uitgebreid met enkele parkeerlagen. De huidige interne verkeersstructuur, met horizontale parkeerlagen en een separate hellingbaan, heeft geleid tot klachten over bijna-ongelukken. Die verkeersstructuur wordt verduidelijkt door de hellingbaan door te trekken naar de parkeerlagen. Een en ander heeft consequenties voor het uiterlijk van de gevel. Deze heeft een industriële vormgeving met een open structuur. De horizontaal gerichte lamellen doen dienst als doorvalbeveiliging. De ontwerper heeft enkele varianten uitgewerkt. Handhaving van die horizontale gerichtheid van de lamellen vereist de toepassing van drie stroken lamellen. Tevens zou de beukmaat met 50 cm moeten gereduceerd, waardoor niet meer zou worden voldaan aan de parkeernorm. Daarom is ervoor gekozen de lamellen te laten meelopen met de hellingbaan. Er kan dan worden volstaan met twee stroken, waardoor de lucht- en lichttoetreding is gewaarborgd. Die keuze lost een aantal technische knelpunten op en maakt functie en structuur van het gebouw zichtbaar. Conclusie De commissie kan zich vinden in de gemaakte keuze. Daaraan ligt een duidelijke gedachtegang ten grondslag. De meerwaarde van de gevelaanpassing is dat de beweging in het gebouw zichtbaar wordt gemaakt. Wel moet de detaillering van de aanlanding van de hellingbaan op het maaiveld nog worden verbeterd. Deze lijkt nu dood te lopen in de grond en geeft de indruk dat het gebouw een ondergrondse parkeerlaag heeft. Geadviseerd wordt de architect van het oorspronkelijk ontwerp daarin te kennen en te betrekken bij het ontwerp.
D5 (R)
Kartinistraat 38 - 40 Behandeling principeplan uitbreiding huisartsenpraktijk Aanvraag: R. Meerding Ontwerp: Strand De woning met praktijkruimte vormt de beëindiging van een blok woningen in witte baksteen met zaagtanddak. Het plan reageert daarop door de zaagtandvorm door te zetten in de opbouw op de huidige eenlaagse praktijkruimte, echter in tegengestelde richting. De opbouw wordt bekleed met trespabeplating in metallic-rockstructuur. De platen worden in verschillende richtingen geplaatst, waardoor een speels effect ontstaat. De raamopeningen van de opbouw houden rekening met de functie en inrichting van de ruimten en met de inkijk in privé-ruimten.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 juni 2004
4
Conclusie Door de veelvormigheid van het ontwerp ontbreekt het aan eenheid. De toevoeging bestaat uit twee afzonderlijke volumes, het trappenhuis en de praktijkruimte. De accentuering van het trappenhuis, komt niet overeen met de ondergeschikte functie ervan. De commissie geeft de voorkeur aan een keuze voor één volume, waarin het trappenhuis is geïntegreerd. Die keuze zou een krachtiger blok doen ontstaan. Als wordt gekozen voor twee gekoppelde volumes, moet eenheid worden bewerkstelligd door eenduidigheid in de materialisering. De doorwerking wordt afgewacht. D6
Winthontlaan 40
(O)
Principeaanvraag voor nieuwbouw ANWB-kantoor en technostation Aanvraag: ANWB Ontwerp: Architectenbureau Weusten De stedenbouwkundige visie gaat ervan uit dat een straatwand wordt gecreëerd door de rooilijn te volgen, als antwoord op de beoogde ontwikkeling aan de overzijde die zal bestaan uit autonome blokken. De architect licht toe dat deze straatwand vorm wordt gegeven door de tweede en derde bouwlaag in lijn te brengen met de naastliggende bebouwing. De begane grond ligt 5 meter achter de rooilijn. Omdat de afdeling Stedenbouw de voorkeur heeft uitgesproken voor drie bouwlagen, wordt een vierde laag teruggelegd. De begane grond wordt opgetrokken uit donkergrijs metselwerk. De opbouw wordt uitgevoerd in aluminiumplaten in een lichte kleur voor de tweede en derde laag en in een antracietkleur voor de terugliggende vierde laag. Het materiaalgebruik laat een rustig gevelbeeld ontstaan, waarin kleurverschillen het gecombineerde programma van kantoorruimte en stallings-/garageruimte, onderstrepen. Afdeling Stedenbouw De situering van het ontwerp wijkt in die zin af van de overige bebouwing, dat dit niet de rooilijn volgt maar de watergang. Bij de verdere invulling van het gebied zou de vanzelfsprekendheid van de rooilijn hierdoor wegvallen. Daarom heeft het de voorkeur het ontwerp in lijn te brengen met de weg en de bomenrij. Enige variatie in hoogten is mogelijk, afhankelijk van de uitvoering. Hoogteverschillen moeten de continuïteit in de gevelwand niet verstoren. Conclusie De grootschaligheid van het gebouw vraagt een rustig en krachtig gevelbeeld. Aan het ontwerp ligt een heldere visie ten grondslag, die doet denken aan een kop-rompgebouw, waarvan de onderdelen corresponderen met de functies, maar door de variatie in vormen, verbindigen en materialen, komt de eenvoud van de visie niet goed tot zijn recht. Die sculpturale vormgeving past niet in de grootschaligheid van de omgeving. Ook is niet duidelijk waarom is gekozen voor een laag die de afzonderlijke volumes verbindt. Er moet een duidelijke keuze worden gemaakt voor één volume waarin verschillen in materiaalgebruik de verschillende functies aanduiden, of voor afzonderlijke volumes die het onderscheid in functies aangeven. De commissie heeft de indruk dat de omgeving vier bouwlagen verdraagt, mits sober uitgevoerd. Mocht dat volume niet passen in de stedenbouwkundige visie, dan moet worden gekozen voor een continue gevellijn in drie lagen, met een minder nadrukkelijke, terugliggende vierde laag. De commissie wacht de doorwerking af.
D7 (O)
Julianapark/Celciuslaan BV2035688 Principeaanvraag voor het bouwen van een appartementengebouw Aanvraag: Bouwbedrijf Van den Engel Ontwerp: Loosbroek Architecten (Zie notulen 09/03 2004) Qua volume voldeed het eerder ingediende ontwerp aan het bestemmingsplan, maar de commissie oordeelde de architectonische uitwerking als te zwaar ten opzichte van de omgeving. Het plan is aangepast. Conclusie De commissie is van oordeel dat nog onvoldoende is gereageerd op de opmerkingen over het eerste ontwerp en keurt het plan in deze vorm af. De maatverhoudingen die in
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 juni 2004
BV2042155
5
buitenruimten, bouwvolumes en vlakverdeling tot uitdrukking komen, vertonen nog onvoldoende evenwicht met de omgeving. De architectuur dient zich aan te passen aan de massaopbouw van de omliggende bebouwing. De architect wordt geadviseerd gebruik te maken van de verzachtende werking van de monumentale bomen om tot een goede oplossing te komen. De doorwerking wordt afgewacht. D8 (B)
Koningslaan 56bis BV2042126 Bouwaanvraag voor het maken van een dakopbouw t.b.v. een dakterras en het maken van een dakkapel aan de voorzijde Aanvraag: B. van Acker Ontwerp: Architectenbureau Van Verseveld & Partners Het bestemmingsplan staat dit bouwplan toe. Met de dakopbouw wordt een toegang tot het dakterras gemaakt. Het dakterras ligt terug van de dakranden en wordt afgeschermd met een verzinkt stalen hekwerk. Conclusie Het dakterras mag vanuit het park niet zichtbaar zijn. Daarom moet dit iets verder van de dakrand worden gelegd, namelijk binnen de lijn van de twee bestaande schoorstenen. Onder deze voorwaarde keurt de commissie het plan goed. Aan het hekwerk moeten kwaliteitseisen worden gesteld. De beoordeling daarvan wordt in handen gegeven van het Bureau CWM.
D9 (O)
Prinses Beatrixplein 10 BV2042199 Bouwaanvraag voor dakkapellen en uitbouwen aan de achterzijde Aanvraag: M. Slagmolen Ontwerp: onbekend De aanvraag betreft een uitbreiding van de gekoppelde dakkapel aan de achterzijde, een grote dakkapel aan de voorzijde en een uitbouw op de begane grond plus verdieping aan de achterzijde van de woning. De huidige verdieping verspringt aan de achterzijde terug d.m.v. een balkon over de gehele breedte van het woonhuis. De commissie is van oordeel dat de uitbreidingen te grootschalig zijn voor dit type woonhuis. De achtergevelstructuur van de verdieping wordt op een ernstige wijze doorbroken door de forse uitbouw. De diepte en hoogte van de voorgestelde uitbouw hebben ook een negatief effect op het buurpand en het binnengebied. De grootschalige dakkapel aan de voorzijde voldoet niet aan de richtlijnen voor dakkapellen en overige voorbeelden in dit bouwblok (bijvoorbeeld nr. 14). Hierdoor ontstaat er een rommelig beeld aan de voorzijde en het karakter van dakvlak wordt aangetast. De commissie keurt de aanvraag af.
E E1 (B)
Nagekomen plannen Kraanstraat 23 BV2041820 Bouwaanvraag voor het uitbreiden van een woning over twee bouwlagen aan de achterzijde Aanvraag: J. Turner Ontwerp: Kapriool De aanvraag betreft het uitbreiden van de eerste verdieping tot aan de achtergevel van de aanbouw. De woning maakt onderdeel uit van een historische rij kleinschalige woningen van één bouwlaag met een kap. Aan de achterzijde hebben de woningen een uitbouw op de begane grond. Het geheel is nog gaaf. De commissie gaat niet akkoord met dit voorstel. De grote uitbouw betekent een aantasting van de (kap)structuur van de woning en veroorzaakt tevens een grote cesuur in het bouwblok. De sfeer van kleinschaligheid wordt teniet gedaan. Alleen een uitbreiding d.m.v. een dakkapel behoort hier tot de mogelijkheden, zie ook het voorbeeld aan het begin van dit bouwblok.
F
Overige plannen Deze plannen worden met een positief preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. Na kennisname van de plannen besluit de commissie de advisering over te nemen. De plannen verdragen zich in voldoende mate met de omgeving en voldoen op zichzelf aan redelijke eisen van welstand (wat betreft materialisatie, detaillering en kleurstelling). Derhalve zijn bedoelde plannen akkoord. De lijsten d.d. 10 juni 2004 liggen ter inzage op het secretariaat.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 juni 2004
6
G G1 (O)
Reclames Kroonstraat – Paardenveld Principeplan voor plaatsing van een groot reclamedoek tegen gevel parkeergarage Aanvraag: Vocking Staffhorst Electronics Ontwerp: Publi Design & Advertising De heer Vocking licht toe dat Staffhorst een fusieproces heeft doorgemaakt en de nieuwe situatie breed onder de aandacht wil brengen, door de reclame-uiting op de pas opgeknapte parkeergarage Paardenveld te vervangen door een reclamedoek voor een langere periode, bijvoorbeeld één jaar. De reclame-uiting is niet zozeer gericht op commercieel gewin, als wel op het vergroten van de naamsbekendheid, ook tegen de achtergrond van de recente vestiging van een groot elektronicawarenhuis in HoogCatharijne. De heer Vocking wijst op de toegevoegde waarde die Staffhorst ook op het terrein van welstand heeft betekend voor de stad en doet een beroep op de commissie om de aanvraag niet te formeel te benaderen. Conclusie De gemeenteraad van Utrecht heeft een uitgesproken visie op geveldoekreclame. Beleid is dat steigerdoekreclame tijdens (ver)bouwactiviteiten voor een beperkte periode kan worden toegestaan, mits de plaatsing van een steiger voor de werkzaamheden noodzakelijk is. Deze aanvraag strookt niet met dat beleid. Deze betreft een semipermanente reclame-uiting die de gehele gevel van de garage beslaat. Goedkeuring zou precedentwerking tot gevolg hebben. De heer Vocking zou kunnen overwegen zich met zijn verzoek rechtstreeks tot de politiek te wenden. Overigens zou de omvang van het doek de architectuur van de gevel geheel aan het zicht onttrekken en de daglichttoetreding in de garage belemmeren. Een tijdelijke reclame-uiting zonder een direct verband met het pand tegen (blinde)gevels geplaatst betekent een precedentwerking. Gezien de huidige tendens van het plaatsen van grootschalige reclames is de commissie van mening dat reclames alleen geplaatst kunnen worden die voldoen aan het huidige beleid en de reclamerichtlijnen. Naar de mening van de commissie kan de aanvrager - gezien de kosten voor het plaatsen van een tijdelijk doek - beter nadenken over een ontwerp van een permanente reclame-uiting die past in de reclameregels van de gemeente Utrecht en die de architectuur van de gevel in zijn waarde laat. Het voorstel voor een tijdelijk doek wordt door de commissie afgewezen.
G2 (B)
Maliesingel 26 IB2041562 Verzoek tot legalisering van een vlaggenmast (reclame) voor kantoorpand Aanvraag: Kooij en Partners Het plaatsen van een vlaggenmast voor reclamevlaggen is toegestaan op bedrijventerreinen. Deze locatie ligt echter in een gebied met de status van beschermd stadsgezicht en het is niet in het belang van het historische stadsbeeld om de plaatsing van een vlaggenmast toe te staan. Indien dit wordt gelegaliseerd, met de consequentie dat dit voorbeeld wordt nagevolgd, wordt het straatbeeld te zeer bepaald door vlaggenmasten met reclame, ten koste van het beschermd stadsgezicht. Het verzoek wordt afgewezen.
G3 (B)
Maliesingel 28a (Rijksmonument) IB2041561 Verzoek tot legalisering van een vlaggenmast (reclame) voor kantoorpand Aanvraag: SNS Bank Het plaatsen van een vlaggenmast voor reclamevlaggen is toegestaan op bedrijventerreinen. Deze locatie ligt echter in een gebied met de status van beschermd stadsgezicht en het is niet in het belang van het historische stadsbeeld om de plaatsing van een vlaggenmast toe te staan. Indien dit wordt gelegaliseerd, met de consequentie dat dit voorbeeld wordt nagevolgd, wordt het straatbeeld te zeer bepaald door vlaggenmasten met reclame, ten koste van het beschermd stadsgezicht. Het verzoek wordt afgewezen.
G4 (B)
Maliebaan 2 IB2041563 Verzoek tot legalisering van een vlaggenmast (reclame) voor kantoorpand Aanvraag: Brecheisen woning- en bedrijfsmakelaars Het plaatsen van een vlaggenmast voor reclamevlaggen is toegestaan op bedrijventerreinen. Deze locatie ligt echter in een gebied met de status van beschermd stadsgezicht en het is niet in het belang van het historische stadsbeeld om de plaatsing
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 juni 2004
7
van een vlaggenmast toe te staan. Indien dit wordt gelegaliseerd, met de consequentie dat dit voorbeeld wordt nagevolgd, wordt het straatbeeld te zeer bepaald door vlaggenmasten met reclame, ten koste van het beschermd stadsgezicht. Het verzoek wordt afgewezen. G5 (R)
Johan Willem Frisostraat 1 BV2041991 Aanvraag voor reclame op gevel dierenkliniek Aanvraag: E. de Boer Ontwerp: n.v.t. (overplaatsing bestaande reclame) De dierenkliniek is verhuisd en heeft een bestaande lichtreclame verplaatst naar het nieuwe pand. Dit heeft geleid tot klachten uit de buurt. De commissie is van mening dat lichtreclame in een woonomgeving niet moet worden toegestaan. De grootschalige lichtreclame beïnvloedt de woonsfeer op een negatieve wijze. Een subtiele reclame-uiting met losse onverlichte letters is denkbaar en past tevens beter in de schaal en architectuur van het pand.
G6 Vredenburg (OW) Aanvraag voor geveldoek Aanvraag: Muziekcentrum Vredenburg Utrecht Ontwerp: idem De aanvraag behelst een geveldoekbespanning op een blinde gevel, met het doel bijzondere culturele evenementen / voorstellingen bekend te maken. Gezien de niet-commerciële doelstelling vindt de commissie een geveldoek aanvaardbaar, mits dit qua formaat binnen het terugliggende kadervlak van de gevel past. G7 (B)
Steenweg 32 Wijziging reclame op gevel winkel Aanvraag: The Phone House Ontwerp: Jonge Poerink Lichtreclame & klokken De reclame is niet conform de bouwvergunningsaanvraag uitgevoerd. De lichtbak boven de winkelpui heeft een hoogte van 1,00 meter in plaats van de hoogte van de bestaande lichtbak. De commissie wijst deze wijziging in de afmeting af. De lichtbak is qua hoogte te grootschalig. Het domineert het gevelbeeld en verstoort de verhoudingen van de puiomkadering. Volgens de richtlijnen dient reclame ondergeschikt te zijn aan de gevelarchitectuur.
G8 Westerkade 37-38 BV2041750 (ST) Aanvraag voor reclame tegen gevel en op dakrand gebouw Aanvraag: Armada Signs Ontwerp: idem De aanvraag voor de dakreclame (Heineken doosletters) aan beide kanten van het gebouw wordt afgewezen. De reclame heeft op deze wijze een overheersende uitstraling naar de omgeving toe. Tevens ontbreekt er een directe relatie met de functie van het gebouw. De horecafunctie bevindt zich alleen op de begane grond van het gebouw, alleen op het eigen gevelvlak is reclame toegestaan. G9 (O)
Vrieslantlaan 10 BV2042290 Aanvraag voor reclame-object op dakrand gebouw Aanvraag: M. Roobol Woontextiel Ontwerp: Verheij Lichtreclame De aanvraag voor de dakreclame op het gebouw wordt afgewezen. De reclame is door de vorm (een kubus) en de plaatsing op de hoek van het gebouw te overheersend naar de omgeving toe.
G10 Vredenburg 152-153 (B) Wijziging reclame tegen gevel winkel Aanvraag: Armada Signs Ontwerp: idem De reclame is niet conform de bouwvergunningsaanvraag uitgevoerd. Boven de bestaande dubbelzijdige reclamebak is nogmaals een dubbelzijdige reclame geplaatst. De aanvraag
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 juni 2004
8
voor deze tweede reclame wordt door de commissie afgewezen. Het is in strijd met de reclamerichtlijnen: er wordt maar één dubbelzijdige reclame toegestaan. Een stapeling van reclame verbreekt het zicht op de gevel en gaat daardoor het beeld overheersen. Reclame dient ondergeschikt te zijn aan de gevelarchitectuur. H
Rondvraag en sluiting Geconstateerd is dat op het Leeuwensteingebouw (Jaarbeurspleinzijde) een groot reclamedoek is aangebracht. Hiervoor is geen vergunning verleend. De afdeling Bouwbeheer zal op de situatie worden geattendeerd.
De volgende vergadering vindt plaats op 29 juni 2004.
De voorzitter
De secretaris
P. Vermeulen
J. Koning
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 juni 2004
9