COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN OOST 2014-06 Verslag van de Commissie Welstand en Monumenten Oost, gehouden op dinsdag 25 maart 2014 in Utrecht Aanwezig :
Afwezig
:
T. Frantzen, voorzitter, de leden P. Diederen, J. Kamphuis, M. Reniers, K. Tedder en H. Vlaardingerbroek, B. Van Santen (afdeling Erfgoed), W. Smits (afdeling Stedenbouw), M. Bracht (afdeling Stedenbouw), M. van der Wiel (secretaris) en C. Boogert (uitvoerend secretaris) de leden N. Eerens en K. van Vliet
OVERZICHT VERSLAG A
Ingekomen stukken en mededelingen
B
Notulen Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 11 maart 2014
C C1
Algemeen Ganzenmarkt 6 (gemeentelijk monument)
D D1 D2 D3 D4.I D4.II D4.III D4.IV D5
Bouwplannen Victor Hugoplantsoen Budapestlaan 8 Ganzenmarkt 24 (rijksmonument) Jan van Scorelstraat 164 B Vossegatselaan 2BS en 4BS Vossegatselaan 6, 8, 10 en 12 Vossegatselaan 18 Wezerdreef
E E1 E2 E3 E4 E5 E6 E7
Nagekomen plannen Johan van Oldenbarneveltlaan Prof. Jordanlaan 4 Wolvenstraat 58 Jutfaseweg 132 Bessemerlaan 34 H. Wijnmalenstraat 52 Lanslaan 52
F
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijst d.d. 20-03-2014
G G1
Reclames Voorstraat 2
H
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 25 maart 2014
A
Ingekomen stukken en mededelingen Geen onderwerpen.
B
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 11 maart 2014 Het verslag wordt met enkele wijzigingen vastgesteld.
C C1 (B)
Algemeen Ganzenmarkt 6 (gemeentelijk monument) Aanvraag aanwijzing LOKV-pui als gemeentelijk monument Aanvraag : Stichting Mart van Schijndel (zie notulen 14/01 en 11/03 2014) De afdeling Erfgoed heeft de redengevende omschrijving van het monument uitgebreid en vervolgens aangepast naar aanleiding van de commissiesuggestie om het totale gevelbeeld erin op te nemen. Conclusie De commissie steunt de uitbreiding van de monumentale status van Ganzenmarkt 4-6 door het totale gevelbeeld, inclusief de postmodernistische pui, in de redengevende omschrijving op te nemen.
D D1 (O)
Bouwplannen Victor Hugoplantsoen Ontwerp school en fietsbrug Aanvraag : gemeente Utrecht Ontwerp : NEXT architects Status : collegiaal overleg De opgave van de prijsvraag was de integratie van de vervangende nieuwe school, de fietsbrug en de inrichting van de bijbehorende openbare ruimte. Architect Schenk licht het prijswinnend ontwerp toe. De brug verbindt Oog in Al met Leidsche Rijn en is vormgegeven als slanke hangbrug om de brede leegte van het Amsterdam-Rijnkanaal te onderstrepen. De pylonen aan weerszijden zijn verschillend vormgegeven. Aan Leidsche Rijnzijde vormen de staanders een A, aan de Oog in Alzijde krijgt de brug staanders die aan de bovenzijde wijken om qua schaal beter aan te sluiten op de bebouwing. Portalen met een omgekeerde trapeziumvorm ondersteunen de aanbruggen. Het brugdek ontmoet de school op het niveau van het dak van de sportzaal. De balustrades op de brug en een deel van het schooldak bestaan uit gespannen roestvrijstalen gaasnet. De fietsroute volgt de rechthoekige contour van de school en daalt met een dubbele lus in het plantsoen richting de Everard Meijsterlaan. Aan de schoolzijde is het fietspad voorzien van een gemetselde borstwering, aan de zuidzijde van gaasnet. De taluds van de eerste lus in de fietsroute omsluiten een ovaal sportveldje, met taluds waarin gemetselde zitranden zijn opgenomen. Schoolplein en park zijn met elkaar verweven en overal wordt dezelfde klinkerverharding toegepast. Bomen die voor het project moeten wijken worden vervangen. Nog te ontwikkelen nieuwbouwwoningen in het verlengde van de bestaande bebouwing aan de Everard Meijsterlaan en een rij bomen vormen de afronding van het plangebied aan de zuidzijde. Een royale trap verbindt de ontsluitingsstraat voor deze woningen met de fietsroute op het schooldak. De poten van het L-vormige schoolgebouw zijn een en twee lagen hoog. Op het dak van het eenlaagse deel is een daktuin voorzien. Het schoolplein en de hoofdentree zijn vanaf de Everard Meijsterlaan via een doorgang onder de fietsroute te bereiken. De gevels worden voorgesteld in metselwerk, waarvan de kleur is gerelateerd aan de in Oog en Al voorkomende nuances. Gevelopeningen op de begane grond zijn van wisselende breedte en verdiepinghoog, het tussenliggende metselwerk is geprofileerd. Op de verdieping wordt vlak metselwerk voorgesteld met vensters van breedtes. Kozijnen zijn gedacht in een bronstint. Toepassing van een accentkleur op de diepe vensterneggen wordt overwogen. Reactie van de commissie De commissie complimenteert de architect met de wijze waarop de brug, de school en het terrein worden gecombineerd tot een samenhangend ontwerp. Echter, over de plekken waar deze bij elkaar komen, rijzen ook de meeste vragen. De wijze waarop in detailuitwerking deze op elkaar aansluiten overtuigt nog niet. De aanlanding van de brug bij de school is nog te weinig inzichtelijk. De commissie vreest daarnaast dat in het huidige voorstel de ontmoeting van de brug en het dak van de school wordt ontsierd door een
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 25 maart 2014
2
luchtbehandelingsinstallatie en zonnepanelen. In het ontwerp van de brug rijzen er vragen of de vormgeving van de extra ondersteuningen niet te zwaar is ten opzichte van de ranke pylonen. In de begeleiding van de fietsroute worden diverse materialen toegepast die nog niet op overtuigende wijze met elkaar worden gecombineerd. Ook de hekwerken boven de ingang van de school overtuigen nog niet. In de gevelcompositie van de school is op begane grondniveau, ondanks de verticale ramen, duidelijk sprake van een horizontale plint. Op de eerste verdieping is er sprake van een 'metselwerkvolume met gaten'. De compositie van deze gaten is naar de mening van de commissie nog niet sterk genoeg. De denkrichting voor de bemonstering wordt onderschreven; het toevoegen van kleuraccenten wordt echter ontraden, omdat dit ervaren wordt als onnodige versiering aan een gebouw dat alles in zich heeft om zelf voldoende identiteit te hebben. Conclusie De commissie meent dat er sprake is van een inspirerend plan, maar er resteren nog een aantal ontwerpopgaven. De aansluiting van de brug op de school aan de Leidsche Rijnzijde overtuigt nog niet. De beleving van de school vanaf deze zijde is vooralsnog een gemiste kans vanwege het beeld dat lijkt te worden bepaald door het dak en de luchtbehandelingsinstallatie. De hekwerken langs de fietsroute en bij de trap en de ingang verdienen nog de nodige ontwerpaandacht. Ook de gevelcompositie van de eerste verdieping van het schoolgebouw vereist nadere studie. Met betrekking tot de brug meent de commissie dat de zware steunpunten ten koste gaan van de slankheid van de pylonen. Een verdere uitwerking van het totaalplan wordt tegemoet gezien, waarbij gevraagd wordt ook de aanlanding van de brug op de school inzichtelijk te maken. D2 (B)
Budapestlaan 8 Definitief ontwerp gevelwijziging datacentrum UU – 'Accugebouw' Aanvraag : Universiteit Utrecht Ontwerp : ASWA Architecten Status : collegiaal overleg Het datacentrum moet met de te handhaven gebouwen en omvangrijke nieuwbouw de hoogwaardige oostwand van de noordwestcluster in de Uithof gaan vormen. Deze ambities wringen met de gevelaanpassingen van en toevoegingen voor het bestaande gebouw die om functionele redenen nodig zijn. Architect Sidler stelt in zijn ontwerp voor dit op te lossen door het bestaande vierkante gebouw te verhogen, zodat noodzakelijk dakinstallaties aan het zicht worden onttrokken, en door een scherm rond het gebouw te plaatsen die de gevelingrepen te verhullen. De geveloptrekking wordt voorgesteld in zwartbruine metaalplaat. Het scherm blijft circa 0.30m vrij van het maaiveld en hangt op circa 1.50m afstand aan de bestaande gevel. De bovenzijden zijn hellend om de clusterentree te accentueren en de contour van het bestaande volume zichtbaar te laten. De schermgevel is gedacht in zilverkleurige metaalplaat met een perforatiepatroon van zonnebloemmotieven, verwijzend naar het universiteitslogo en de botanische tuin aan de overzijde van de Budapestlaan. Supervisor Zaaijer heeft in een schriftelijke reactie aangegeven in te kunnen stemmen met het voorstel. Reactie van de commissie De commissie meent dat er sprake is van een zorgvuldig overwogen en vormgegeven plan. De noodzaak van de schuine lijn is niet overtuigend. Naar de mening van de commissie zou het logischer zijn om een recht scherm toe te voegen aan de bestaande bouw omdat de omgeving gekenmerkt wordt door horizontale lijnen in de bebouwing. Ten aanzien van het zonnebloemenmotief wordt opgemerkt dat deze in de (grijze) presentaties lastig herkenbaar zijn. De omgeving leent zich voor een kleurrijker en sprekender beeld, welke wellicht bereikt zou kunnen worden door verlichting achter het scherm. Conclusie De commissie vindt de gekozen oplossingsrichting overtuigend. Alleen over de schuine lijn van het scherm bestaan twijfels. Dit cluster op de Uithof kenmerkt zich door de collecties van sterke gebouwen met horizontale gevelcomposities; door de schuine lijn oogt het gebouw bijvoorbeeld minder krachtig en komt het printmotief minder tot zijn recht. Tevens moet de verbindingsdoorloop afgestemd worden op de plaatmaten van het gevelmateriaal. Het zonnebloemenmotief vraagt om een sprekende uitwerking, mogelijk kan gebruik van licht hier ook toe bijdragen.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 25 maart 2014
3
D3 (B)
Ganzenmarkt 24 (Rijksmonument) 12-12427 Aanvraag omgevingsvergunning voor het verbouwen van een pand met bedrijfs- en woonbestemming tot een hotel met restaurant en hotelbar - revisie Aanvraag : Klaassen Speciale Projecten Ontwerp : Wevers & Van Luipen (notulen 14/08, 25/09, 23/10 2012, 25/02 en 11/03 2014) In de voorliggende presentatie worden drie kleurvarianten voor de pui aan de Telingstraat, reclame-uitingen op de lijst boven de deuren en een uithangbord voorgelegd. Conclusie De commissie kan zich vinden in de vormgeving van de pui en geeft de voorkeur aan de visualisatie in de lichtste kleurstelling. Een definitieve kleurkeuze in deze wordt afgewacht. De voorgestelde reclame is passend ten opzichte van architectuur en omgeving. De commissie is benieuwd naar de reclamevoering aan de Ganzenmarktzijde.
D4.I Jan van Scorelstraat 164 B 13-22940 D4.II Vossegatselaan 2BS en 4BS 13-22938 D4.III Vossegatselaan 6, 8, 10 en 12 13-22937 D4.IV Vossegatselaan 18 13-22939 (R) Aanvragen omgevingsvergunning voor het bouwen van dakopbouwen op woningen Aanvraag : Magni Vastgoed Ontwerp : IRVA Vastgoedadvies De aanvragen betreffen de bebouwing op de hoek van de Jan van Scorelstraat en de Vossegatselaan. De afmetingen van de terugliggende dakopbouwen en dakterrassen zijn afgestemd met de afdeling Stedenbouw. Gemeenschappelijk kenmerk in de vormgeving van de rechthoekige opbouwen is de transparantie aan voor- en achterzijde. In puiinvulling, materialisatie en detaillering is een relatie gezocht met de onderliggende gevelarchitectuur. Conclusie De commissie is van mening dat de aanvragen voldoen aan de criteria verbonden aan beleidsniveau 'Respect' (welstandsnota). Zo is de gekozen vormgeving in de uitwerking van de dakopbouwen naar vorm, kleur en materiaalgebruik afgestemd op de aan- en omliggende gebouwen. Tevens is er sprake van een evenwichtige opzet van maatverhoudingen die in de vlakverdelingen tot uitdrukking komt. Aanvragen voldoen aan redelijke eisen van welstand en worden voorzien van positieve adviezen. D5 (O)
Wezerdreef 3 Definitief ontwerp schoolgebouw Aanvraag : SPO Utrecht Ontwerp : Van Hoogevest Architecten (notulen 17/12 2013, 28/01, 11/02 en 11/03 2014) Status : collegiaal overleg Architect Kuiper licht toe dat de bestaande berging bij de hoofdentree in de zuidhoek wordt vervangen door een nieuwe, op een onopvallende plaats elders op het schoolterrein. De golvende gevel van het nieuwe schoolgebouw is gedacht in rode handvormsteen met daarin een willekeurig patroon van horizontale strips strengperssteen in dezelfde kleur. De verticale verdeling in de raamstroken is in de buitendeuren op de begane grond doorgezet. Als kozijnkleur wordt grijsbeige (RAL 1019) voorgesteld met daarin bewegende delen in een nader te bepalen pasteltint. Conclusie De commissie constateert dat de diverse overlegfases hebben geleid tot een overtuigend plan, waarbij de architect op constructieve wijze de opmerkingen van de commissie heeft weten mee te nemen in de verdere uitwerking. De kleurtoevoeging in de raampartijen wordt sterk afgeraden: het gebouw heeft een sterke identiteit vanwege zijn architectuur, door de kleurtoevoeging wordt deze krachtige uitstraling aangetast.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 25 maart 2014
4
E E1 (R)
Nagekomen plannen Johan van Oldenbarneveltlaan 14-05518 Aanvraag omgevingsvergunning voor het plaatsen van een cortenstalen plaat en kunstwerk en het plaatsen van een boombank en het aanpassen van de bestrating Aanvraag : Stichting Joods Monument Utrecht Ontwerp : Naked Architecture (notulen 14/01 en 25/02 2014) In de nieuwe aanvraag bestaat het monument uit een cortenstalen gedenkplaat, geplaatst voor de bestaande tuinmuur. Aan de andere zijde van de looproute naar het Spoorwegmuseum, in het verlengde van de parkeerstrook, is een rechthoekige plek ingericht met zes zitblokken, de sculptuur (geplaatst op een zandsteenkleurige natuurstenen sokkel) en de bestaande boom. Conclusie De commissie meent dat het monument op de voorgestelde wijze een mooie eenheid vormt en een goede plek krijgt in zijn omgeving. Aanvraag wordt voorzien van een positief advies.
E2 (R)
Prof. Jordanlaan 4 14-04622 Aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een uitbouw, deels over twee bouwlagen en deels voorzien van een dakterras Aanvraag : n.v.t. Ontwerp : FOAM architecten Binnen de achtergevelrooilijn wordt de bestaande gemetselde uitbouw op begane grond en verdieping, vervangen door een eigentijds ingevulde vergrote variant. De gevelafwerking van het volume op de begane grond en de borstwering van het dakterrasje op de eerste verdieping bestaat uit horizontale, geschilderde rabatdelen, het verdiepingvolume is bekleed met kunststeenleien. Reactie van de commissie De commissie waardeert de insteek om aan een dergelijke woninguitbreiding architectonische aandacht te besteden. In onderhavige aanvraag echter is de ondergeschiktheid van een dergelijk klein bouwdeel ten opzichte van het hoofdvolume twijfelachtig geworden. Het negeren van de schoorsteen, het toepassen van diverse materialen etc. ontkennen de bestaande context. Geadviseerd wordt om een eenduidig volume te ontwerpen dat zich meer voegt naar de bestaande omgeving. Aanvraag wordt vooralsnog aangehouden.
E1 (B)
Wolvenstraat 58 13-01284 Aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een schuurtje en een duivenhok op het platte dak (het lage gedeelte) van een woning Aanvraag: Gemeente Utrecht, afdeling Juridische Zaken (notulen 19/11 2013) Naar aanleiding van een bezwaarprocedure heeft de aanvrager het duivenhok, zichtbaar vanaf singelzijde, aangepast. Conclusie De bouwkundige elementen die over de balustrade van het dakterras heen waren gebouwd zijn verwijderd. Hierdoor wordt de opbouw van de bebouwing (gevelwand met aansluitend balustrade) weer helder qua beeld. Het duivenhok staat op afstand van de balustrade en wordt door het terugplaatsen van de bouwkundige elementen nu ook sterker visueel op afstand gehouden. Het rommelige en armoedige beeld is door de aanpassingen opgeheven en het eerder verstrekte negatieve advies kan omgezet worden in een positief advies.
E2 (St)
Jutfaseweg 132 13-14921 e Aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een dakopbouw (3 bouwlaag) Aanvraag: Gemeente Utrecht, afdeling Juridische Zaken (notulen 03/12 2013) De afdeling Juridische Zaken vraagt om aanvullend advies naar aanleiding van de gevoerde hoorzitting vanwege een ingediend bezwaarschrift tegen de plaatsing van de dakopbouw. In het eerder verstrekte advies wordt onvoldoende toegelicht waarom de
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 25 maart 2014
5
\
afwijkende maatvoering en detaillering van de raampartijen, in afwijking van het oorspronkelijke plan uit 2002, wel voldoen aan redelijke eisen van welstand. Het totaalplan voorziet in een bepaald type dakopbouw, waarbij het materiaalgebruik (zink) en het type vensters en kleurstelling wordt aangeduid. In 2002 is door de commissie geadviseerd (zie notulen 27/08 2002), bij meerdere dakopbouwen uit te gaan van maximaal twee aan elkaar geschakelde opbouwen ten behoeve van de individualisering, een volgende aansluitend dakopbouw dient te verspringen. De opbouw voor nummer 132 volgt de opzet van het totaalplan aan de voorzijde (met verspringing) maar wijkt af ten opzichte van het totaalplan ten aanzien van de achterzijde en het raamtype. Sinds in 2010 de Wabo is ingevoerd is er sprake van een soepelere welstandsadvisering, mede ondersteund door maatschappelijke veranderingen. Meerdere typen bouwwerken zijn vergunningvrij geworden en de vraag om meer ontwerpvrijheid is toegenomen. Een redelijk rigide en gedetailleerd totaalplan als in oktober 2002 is vergund zal anno 2014 ook niet meer verlangd worden. Dit betekent niet dat de welstandscriteria achterhaald zijn, maar dat de omgang ermee aangepast is aan de geest van de tijd. Zo is de verruiming aan mogelijkheden aan de achterzijde door de invoering van de Wabo van dien aard, dat sinds 2010 met betrekking tot achterzijdes ook terughoudender wordt getoetst. Conclusie De commissie meent dat gezien de toegenomen vrijheid voor achterzijdes hier de verspringing uit het totaalplan niet meer noodzakelijk wordt geacht, waar ook door de afdeling Stedenbouw op ruimtelijke gronden mee is ingestemd. Daarnaast is bij onderhavige aanvraag gekeken of het uiterlijk van de opbouw aan de voorzijde overeenkomt met het beoogde beeld, waarbij niet expliciet het type raam hoeft te worden overgenomen. Gemeend wordt dat dit het geval is en de aanvraag voldoet aan redelijke eisen van welstand: het bouwwerk is in zijn verschijningsvorm getoetst aan de esthetische kwaliteiten, goede maatverhoudingen en herkenbaarheid van het bouwwerk (welstandsnota). Aanvraag voldoet aan redelijke eisen van welstand.
E3 (B)
Bessemerlaan 34 14-04100 Aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een dakkapel op het achterdakvlak Aanvraag: n.v.t. Ontwerp: n.v.t. De aanvraag bestaat uit het plaatsen van een nieuwe dakkapel en het vergroten van een bestaande dakkapel. Het betreft een bouwblok in het beschermd stads- en dorpsgezicht, woningen met een langskap maar in het midden doorbroken door een dwarskap gelijk de eindwoningen. De betreffende woning bevindt zich naast de midden. Voorgesteld wordt om een kleine dakkapel te plaatsen tussen de bestaande dakkapel en de dwarskap en de aanwezige dakkapel te verdiepen en dit in beeld op te vangen door de borstwering te vergroten. Conclusie De wijk Elinkwijk is sinds kort beschermd stads- en dorpsgezicht. Er is voor het toekennen van deze beschermde status al veel gebouwd en verbouwd in de wijk, maar de bescherming biedt mogelijkheden om zorgvuldiger met het gebied om te gaan. In het betreffende bouwblok hebben zich verscheidende ingrepen voorgedaan in de laatste jaren, maar er is nog sprake van enige eenheid. Echter, het ingediende voorstel zou deze aantasten en leiden tot een verdere verrommeling en verarming van deze woningen aan de achterzijde. Daarnaast voldoen beide dakkapellen niet aan de criteria (welstandsnota): én een dubbele dakkapel is niet toegestaan evenals het gebruik van een borstwering. Er is geen aanleiding om af te wijken van deze criteria, ook omdat realisatie zou leiden tot een verslechtering van de huidige situatie, derhalve wordt de aanvraag voorzien van een negatief advies.
E4 (O)
H. Wijnmalenstraat 52 14-05521 Aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een dakkapel op het voordakvlak en voor het bouwen van een dakkapel op het achterdakvlak Aanvraag: n.v.t. Ontwerp: n.v.t. In de aanvraag wordt aan de voorzijde een dakkapel voorgesteld conform de criteria voor dakkapellen (welstandsnota), aan de achterzijde wordt een dakkapel met borstwering
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 25 maart 2014
6
aangevraagd. Deze dakkapel bevindt zich op een dakvlak van vier woningen waar reeds drie grote kapellen met borstwering zijn gebouwd. Conclusie Gezien de bestaande situatie is er voldoende reden om af te wijken van de criteria en een dakkapel met borstwering hier toe te staan. Het dakvlak aan de achterzijde van deze vier woningen wordt qua beeld al beheerst door dakkapellen met borstwering en een vierde sluit hierop aan. De dakkapel aan de voorzijde voldoet aan de criteria, aanvraag wordt voorzien van een positief advies. E5 (R)
Lanslaan 52 14-04403 Aanvraag omgevingsvergunning voor het dichtbouwen van een carport Aanvraag: dhr. Gonultas Ontwerp: n.v.t. In de aanvraag wordt voorgesteld de opstelplaats voor de auto onder de drielaagse woning af te sluiten met een pui. Conclusie In oktober 2012 heeft de commissie bij soortgelijke woningen in een andere straat in deze wijk (Van Spanjelaan) aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het afsluiten van de carport, mits het open karakter van de plintlaag intact blijft. De voorgestelde pui is naar haar mening onvoldoende open en niet passend bij architectuur en omgeving. Een open hekwerk – zoals bijvoorbeeld bij vergelijkbare situaties in de Amsterdamse buurt BorneoSporenburg toegepast – daarentegen is denkbaar. Aanvraag wordt voorzien van een negatief advies.
F
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijst d.d. 20 maart 2014, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open : Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur. Respect : Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud : Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing, zijn de aanvragen getoetst aan de (welstands)criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijst is ter inzage op het secretariaat en in te zien via de website http\\www.welstandutrecht.nl.
G G1 (B)
Reclames Voorstraat 2 KLA-13-05795 Illegale gevelreclame Aanvraag: Gemeente Utrecht, afdeling Juridische Zaken Op het pand is zonder aanvraag omgevingsvergunning belettering aangebracht ter hoogte van de gevel-/waterlijst tussen de eerste en tweede verdieping en zijn de ramen op de begane grondlaag dichtgeplakt met folie. In het gemeentelijk reclamebeleid dat sinds 1992 van kracht is, wordt als belangrijkste criterium de ondergeschiktheid van de reclame ten opzichte van de architectuur en haar omgeving gehanteerd. Om dit beleid handen en voeten te geven zijn algemene richtlijnen geformuleerd die bij consistente toepassing leiden tot én duidelijkheid van hetgeen mogelijk is in de stad Utrecht én tot een zeker mate van uniformiteit die ervoor heeft gezorgd dat er meer rust is gekomen in het straat- en stadsbeeld, zelfs met de grote diversiteit aan reclame-uitingen. Richtlijnen ten aanzien van hoeveelheid, maatvoering en plaatsing zijn hier leidend in. De hogere plaatsing tegen de gevel voldoet niet aan de richtlijnen: reclame dient geplaatst te worden aan dat gedeelte van het pand waar de activiteiten plaatsvinden waar de reclame betrekking op heeft. In de regel
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 25 maart 2014
7
betekent dit op een hoogte variërend van 2,20 meter tot maximaal 4,00 meter boven de grond, dus gekoppeld aan de begane grondlaag. Voor het dichtplakken met folie wordt uitgegaan van maximaal eenderde van de totale oppervlakte van de ruiten op de betreffende bouwlaag, ongeacht de voering van reclame. Door het op grootschaliger wijze afplakken van ruiten slaat het gevelaanzicht 'plat' en keert een gebouw zich af van zijn omgeving hetgeen ten koste gaat van een positieve beleving op maaiveldniveau en de interactie tussen gebruik en straat. Het effect van een zonwerende of privacyafschermende interne oplossing heeft een heel ander effect op de beleving van het gebouw dan de ruiten dichtplakken, alleen al de spiegeling van de ruiten en de dieptewerking door het glas. Door bezwaarmaker is een deskundig tegenadvies overlegd. De afdeling Juridische Zaken verzoekt de commissie deze te betrekken in haar heroverweging. Reactie commissie In het deskundig tegenadvies wordt gesteld dat de context van het pand een andere benadering rechtvaardigt en door de schaal van de hogere omringende bebouwing de hogere plaatsing voorstelbaar is. De commissie deelt dit standpunt niet: het Utrechtse reclamebeleid is dusdanig geformuleerd dat deze hanteerbaar is voor de hele stad met haar grote diversiteit. Door zoveel mogelijk vast te houden aan de reclamerichtlijnen ten behoeve van de beoogde uniformiteit wordt rust in straat- en stadbeeld beter gewaarborgd, juist omdat reclame-uitingen toevoegingen zijn aan deze basis van architectuur en omgeving. Daarnaast wordt in het tegenadvies beargumenteerd dat de meer klassieke architectuur van het pand meer baat heeft bij een hogere plaatsing om de eenheid te herstellen. De commissie is van mening dat juist door de hogere plaatsing het gevelbeeld wordt doorbroken en plaatsing op de gevel-/waterlijst op zowel de overgang tussen eerste en tweede, als tweede en derde verdieping het gevelbeeld verstoort. Plaatsing op de begane grondlaag is minder van invloed op de architectuur, voegt zich beter naar het straatbeeld en sluit aan op de levendigheid van het maaiveld. Het in het tegenadvies aangehaalde artikel uit de reclamerichtlijnen dat bij bestaande gebouwen met monumentale kwaliteiten terughoudend reclame dient te worden toegepast is dan ook een van de redenen van de commissie om bij dit pand negatief te adviseren over de hogere plaatsing. In de conclusie van het tegenadvies wordt de dominantie van de gerealiseerde plaatsing ook onderkend door een alternatieve hogere plaatsing aan te bevelen. Conclusie De commissie onderschrijft het eerder afgegeven negatieve welstandsadvies ten aanzien van de hogere plaatsing van de gevelbelettering en het dichtplakken van de ruiten op de begane grondlaag. Voor beide situaties zijn goede alternatieven denkbaar die ten goede komen aan (de beleving van) gevel-, straat- en stadsbeeld. H
Rondvraag en sluiting De volgende commissievergadering vindt plaats op 25 maart 2014.
De voorzitter,
De secretaris,
T. Frantzen
M. van der Wiel
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 25 maart 2014
8