COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN OOST 2013-03 Verslag van de Commissie Welstand en Monumenten Oost, gehouden op dinsdag 26 februari 2013 in Utrecht Aanwezig :
Afwezig
:
de voorzitter T. Frantzen, de leden P. Diederen, N. Eerens, J. Kamphuis, M. Reniers, K. Tedder en H. Vlaardingerbroek, B. Van Santen (afdeling Erfgoed), W. Smits (afdeling Stedenbouw), M. van der Wiel (secretaris), C. Boogert (uitvoerend secretaris) en I. Bakhuis (conceptverslag) K. van Vliet (lid)
OVERZICHT VERSLAG A
Ingekomen stukken en mededelingen
B
Notulen gedelegeerd overleg Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 29 januari 2013
C C1
Algemeen Minstroom
D D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8 D9
Bouwplannen Nachtegaalstraat 80 Agnietenstraat 3 / Nicolaasdwarsstraat 20 Geertekerkhof 22-23 Jaarbeursplein Daalsesingel Potterstraat 20 Johann Sebastian Bachstraat 2 ABC-straat (1) tegenover 2 en 4 Violenstraat 31 en 33
E E1 E2
Nagekomen plannen Donkeregaard 4 Adriaanstraat 28
F
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijst d.d. 07-02 en 21-02-2013
G G1
Reclames Jaarbeursplein 6
H
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 26 februari 2013
A
Ingekomen stukken en mededelingen Geen.
B
Notulen van het gedelegeerd overleg van de Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 29 januari 2013 Het verslag is via een schriftelijke ronde vastgesteld.
C C1 (B)
Algemeen Minstroom Aanwijzing gemeentelijk beschermd gezicht Minstroom Aanvraag : Gemeente Utrecht Mevrouw Van Santen van de afdeling Erfgoed geeft een toelichting. Het tuindersgebied bij de Abstederdijk kent een lange geschiedenis. Al in de vroege Middeleeuwen werd hier groente verbouwd en de eerste boerderijen dateren uit de zeventiende eeuw. Bij de stadsontwikkeling in de negentiende en twintigste eeuw zijn de tuinderijen en tuinderwoningen ingesloten door nieuwbouw, maar wel voor een groot deel behouden. Na de Tweede Wereldoorlog bleef verdere stadsontwikkeling uit, in afwachting van vernieuwing van de verkeersinfrastructuur en in de jaren tachtig heeft een deel van de bebouwing een beschermde status gekregen. Door deze omstandigheden zijn de ecologische en cultuurhistorische waarden in het gebied bewaard, is de oorspronkelijke infrastructuur nog herkenbaar en de overgang van stad naar buitengebied nog voelbaar. De gemeente wil tegemoetkomen aan het voorstel van tuindervereniging Abstede om het gebied te beschermen. Hiertoe zou gebruikgemaakt kunnen worden van de mogelijkheid in de monumentenverordening gebied aan te wijzen als ‘Gemeentelijk Beschermd Gezicht’. Dit instrument is in Utrecht niet eerder benut en het is de bedoeling deze aanwijzing te benaderen als pilot voor de ontwikkeling van instrumentarium, aanvullend op de bepalingen in het bestemmingsplan. Voor de aanwijzing is het advies van de commissie vereist. Reactie van de commissie De commissie steunt het initiatief. Van belang is de specifieke ruimtelijke kwaliteiten van het gebied te definiëren – waaronder de ecologische waarde van het tuindergebied en de waterloop, en de cultuurhistorische waarde van de bebouwing en het spoortracé. De commissie adviseert het groen niet te bestempelen als monumentaal en onveranderlijk, maar als groen-in-gebruik, waarvan de functie kan veranderen. De bescherming van groengebied kan conflicteren met de juridische status van gevels van de aanliggende bebouwing en de regelgeving voor vergunningvrij bouwen. Zo nodig moeten hiervoor maatregelen worden getroffen in het bestemmingsplan, waarbij het naar het oordeel van de commissie van groter belang is de waarde van het gebied in stand te houden met voorschriften op het gebied van bouwvolumes en bebouwingspercentages dan met een zware welstandelijke regie. Verder is een goed omschreven en handhaafbaar instrumentarium van belang. Conclusie De commissie adviseert positief over de voorgenomen aanwijzing van de Minstroom tot ‘Gemeentelijk Beschermd Gezicht’.
D D1 (B)
Bouwplannen Nachtegaalstraat 80 MN21004089 Heroverweging Monumentenvergunning voor het uitvoeren van diverse sloopwerkzaamheden ten behoeve van verbouwing van het pand Aanvraag : M.C.J.M. van Hooijdonk Mevrouw Gut van de afdeling Erfgoed geeft een toelichting. Voor de verbouwing van het pand tot supermarkt is in 2010 een monumentenvergunning afgegeven; het pand ontleende de monumentale status met name aan de voorgevel en deze bleef bij de verbouwing intact. Na bezwaar van omwonenden heeft de Raad van State het besluit van de gemeente tot vergunningverlening vernietigd, onder meer op grond van de monumentale waarde van het interieur van het pand. De gemeente moet de vergunningverlening nu heroverwegen en in dat kader is de monumentale waarde opnieuw onderzocht, waarbij nu ook het interieur is betrokken. Gebleken is dat het pand beschikt over unieke elementen. Het is altijd in gebruik geweest als slagerij, zoals blijkt uit het tegeltableau in de voorgevel. De oorspronkelijke structuur is behouden gebleven, zowel in
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 26 februari 2013
2
de winkel als in het woonhuis, en een deel van het oorspronkelijke tegelwerk is nog aanwezig. In de kelder zijn ambachtelijke functies bewaard gebleven, zoals een rokerij en een worstenmakerij en uniek is het kelderlicht in de begane grondvloer. Bij de aanwijzing tot monument in de jaren tachtig is de monumentale waarde van het interieur niet beschreven in de redengevende beschrijving. Voorgesteld wordt dit te herstellen en de monumentale waarden opnieuw te beschrijven en op grond daarvan na heroverweging geen monumentenvergunning te verlenen. Conclusie De commissie is aangenaam verrast door de monumentwaardigheid van het interieur. Zij ziet daarin aanleiding die op te nemen in de redengevende beschrijving. De aanvullende notitie van de afdeling Erfgoed ter informatie voor deze planbehandeling heeft duidelijk gemaakt dat er in het interieur vele monumentale waarden aanwezig zijn die horen bij de bouwfase van begin 1900. De gevel is als representant van deze bouwfase met naam en toenaam benoemd, maar in het algemeen betreft de bescherming de gehele bouwmassa, het interieur etc. In dit geval is de samenhang evident en dient het interieur mee beschermd te worden. De ingediende sloopvoorstellen verstoren de gehele bouwkundige respectievelijke ruimtelijke structuur van het pand op de begane grond, en laten in feite weinig van de bouwkundige respectievelijke ruimtelijke structuur over. Tevens verdwijnen waardevolle, decoratieve elementen, zoals het unieke ronde kelderlicht en de overdekte buitengang. De monumentale waarde worden ernstig geschaad door de rücksichtsloze aanpak van het interieur, de commissie spreekt zich negatief uit over de aanvraag. D2 (B)
Agnietenstraat 3 / Nicolaasdwarsstraat 20 Ontwerp verbouwing stallen Centraal Museum Aanvraag : Centraal Museum Utrecht Ontwerp : Soda Interieurarchitectuur (Zie notulen 23/10 en 18/12 2012 en 29/01 2013) Status : collegiaal overleg Architect Buïel licht de doorwerking van de tuingevel toe. Eerdere ingrepen waren wezensvreemd aan de stalfunctie en hebben het karakter ervan veranderd. Het gesloten karakter wordt hersteld door de centrale poort te benadrukken en aan weerszijden ervan, hoog in de gevel, halfronde stalramen te herplaatsen. De houten poortdeuren worden museaal opgesteld in geopende toestand en de poort wordt aan de buitenzijden voorzien van glazen deuren. Hierdoor blijft het doorzicht behouden en wordt voldaan aan de beveiligingseisen. Bestaande openingen in de stalmuur worden versmald en verlengd tot deurhoogte. Door een terughoudende plaatsing, maatvoering en detaillering concurreren deze niet met de poort. In samenspraak met de afdeling Erfgoed wordt het metselwerk ontdaan van oude bouwsporen en aangeheeld met de baksteen die door de ingrepen aan voor- en achterzijde beschikbaar komt. De afdeling Erfgoed is akkoord met de aanpak; deze respecteert het gesloten karakter van een stal. Reactie van de commissie en conclusie De commissie vindt de voorgestelde oplossing van aan de centrale poort ondergeschikte smalle deuren in deze situatie passend, mits zorgvuldig en abstract gedetailleerd. Gezien het belang van het poortmotief adviseert zij de traditionele gebruiksfunctie van beweegbare en afsluitbare houten poortdeuren in stand te laten en de beveiliging aan de binnenzijde te organiseren. Ook zou dit gelegenheid bieden de glasdeuren als een geheel en zonder onderverdeling vorm te geven. De commissie wacht de aanvraag af.
D3 (B)
Geertekerkhof 22-23 12-24319 Aanvraag omgevingsvergunning voor het verbouwen van de Geertekerk Aanvraag : A.J. Modderkolk Ontwerp : Braaksma & Roos Architectenbureau (Zie notulen 08/11 2011 en 15/01 2013) Architect Schwartzenberg zet uiteen dat de voorwaarde de zijbeuken onafhankelijk van de kerkzaal te benutten een geluiddichte afsluiting vereist. Hiertoe zijn eenduidige abstracte puien ontworpen die de ruimtelijkheid van de kerkzaal met zijbeuken optimaliseren. De puien bestaan uit stalen frames met verlijmde glazen schijven, die dwars in de zijbeuken en in of achter de bogen langs het schip worden geplaatst. Gordijnen zorgen voor de
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 26 februari 2013
3
privacy van evenementen en voor akoestische demping. Van het uitdiepen van de nissen in de buitengevel is afgezien. Een oplossing voor de benodigde opslagruimte is nog in studie. Mogelijk wordt die niet-bouwkundig ingevuld. Een deel van één van de Cannemanpuien wordt mogelijk als decoratief interieurelement in de kerk herplaatst. Reactie van de commissie De commissie heeft eerder haar waardering uitgesproken voor de multifunctionele bestemming van de kerk. In dat licht is het voorstelbaar de zijbeuken afsluitbaar te maken en hiervoor nieuwe puien te ontwerpen die voldoen aan de (akoestische) eisen van deze tijd. De Canneman-puien zijn niet origineel, maar zij maken deel uit van de restauratiegeschiedenis van de kerk en uit dien hoofde is daar historische waarde aan toegekend. Dit rechtvaardigt herplaatsing van ten minste één van de puien en de commissie vindt in meerderheid dat dit deel van de geschiedenis in de kerk zichtbaar moet blijven. Zij geeft er de voorkeur in ieder geval één Canneman-pui in zijn geheel (en niet een deel ervan) te plaatsen. Eerder is gesuggereerd de pui(en) een zinvolle functie als afscheiding van opslagruimte te geven. Vooral nu opslagruimte geen deel uitmaakt van de aanvraag omgevingsvergunning en onduidelijk is hoe daarin wordt voorzien, zou deze optie moeten worden overwogen. Conclusie De commissie erkent de noodzaak van de geluiddichte afsluitbaarheid van de zijbeuken en zij waardeert het ontwerp voor de nieuwe puien. Zij vraagt aandacht voor een zeer zorgvuldige detaillering. De aanvraag omgevingsvergunning bevat nog onduidelijkheden over de herplaatsing van de Canneman-pui(en) en de benodigde opslagruimte. In afwachting van aanvullende informatie houdt de commissie een welstandadvies aan. D4 Jaarbeursplein (Ont) Ontwerp zijgevel na sloop parkeergarage Aanvraag : Gemeente Utrecht, Projectorganisatie Stationsgebied Ontwerp : Zecc Architecten Status : collegiaal overleg Architect Van der Meer licht toe dat met de sloop van de parkeergarage de zijgevel van het naastgelegen hotel is bloot komen te liggen. Het betreft een tijdelijke situatie, waarvan de duur niet is bepaald. De zijgevel ligt aan het Jaarbeursplein, dat de komende jaren aan verandering onderhevig zal zijn. Op de plaats van de garage wordt nu een tramhalte aangelegd. Ook de stationshal verandert en er wordt grootschalige bebouwing toegevoegd. Het Jaarbeursplein verwerkt een zeer groot aantal passanten, waardoor de beleving van de sloopgevel van groot belang is. Voor de tijdelijke afwerking is een beperkt budget beschikbaar, maar de gevel mag geen goedkope uitstraling krijgen. Een groene afwerking is financieel niet haalbaar, effectverlichting evenmin. Gedacht wordt aan een horizontale belijning in de afwerking door een hoge eenlaagse stenen plint voor de sloopgevel te plaatsen en de geveldelen daarboven af te werken met hout. Met het oog op de beleving op straatniveau wordt een schaalverkleining toegepast; de stenen plint – bijvoorbeeld van grintbeton stoeptegels – kent een verticale onderverdeling met reliëf, waarin ook het logo van het hotel wordt opgenomen. Reactie van de commissie Het betreft een tijdelijke situatie van zo’n tien jaar en in die periode zal de gevelafwerking betekenis moeten geven aan de compositie van het gebouw en de relatie ervan met het plein. In het ontwerp wordt voorgesteld een esthetische laag toe te voegen die de achterliggende bebouwing verhult. Deze ‘schutting’ is zorgvuldig uitgewerkt en voldoet in die zin aan redelijke eisen van welstand, maar de commissie heeft twijfels bij de principiële keuze voor een scherm. De toevoeging van details – verschillen in materialisatie, kleurgebruik en detaillering – ontkennen de krachtige hoofdvorm, de schaal en de robuustheid van gebouw en omgeving. De commissie adviseert een duidelijke visie op het plein en op de relatie van het plein met deze gevel te ontwikkelen en van daaruit te komen tot een ontwerp dat de kenmerken van de situatie benut en hieraan kwaliteit toevoegt. Conclusie Het betreft een ruimtelijke opgave voor onbepaalde tijd. De voorgestelde esthetische laag is zorgvuldig ontworpen, maar zij adviseert de ontwerpopgave meer te benaderen vanuit een visie op de betekenis van de gevelafwerking voor de compositie van het gebouw en de relatie ervan met het plein. De commissie wacht de reactie af.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 26 februari 2013
4
D5 (B)
Daalsesingel Ontwerp vernieuwing kantoorgebouw Aanvraag : IEF Capital / Bouwfonds REIM Ontwerp : BFAS Status : collegiaal overleg Architect Fleer licht het plan toe. Het gebouw is representatief voor een architectonische stroming in de jaren tachtig. Het staat op een halfverdiepte parkeergarage en de entreepartij, bereikbaar met een trap en een hellingbaan, ligt verscholen onder een grote luifel. De bovenbouw bestaat uit verticale elementen van verjongend metselwerk in een lichte tint, met daarin een naar boven uitwaaierende zonwerende en spiegelende beglazing die het gebouw een hermetische uitstraling geeft. In verband met de ontwikkeling van het Stationsgebied wordt het maaiveld verhoogd, waardoor de plint minder prominent wordt. Deze situatie is aangegrepen voor vernieuwing van het gebouw. Een prijsvraag heeft geresulteerd in voorliggend plan. Het buitenbordes wordt verruimd en de entreepartij biedt zicht op een ruime, lichte lobby met daarachter een groene patio. Ook het dakterras en de uitkragende plint worden voorzien van groen. Het metselwerk van de plintpenanten wordt vervangen door terugliggend roestvast staal. De energieprestatie van het gebouw wordt verbeterd door een andere kwaliteit glas. Het zonwerende spiegelglas laat te weinig licht door. Mede om de betonnen borstweringen te camoufleren, blijft de schil grotendeels bestaan uit spiegelglas, maar hierin worden stroken helder glas opgenomen die het gebouw een opener uitstraling geven en de verdiepingen afleesbaar maken. Reactie van de commissie De kwaliteit van deze architectuur ligt ondermeer in de ongenaakbaarheid van dit ‘spiegelpaleis’ en de verwevenheid van verticale metselwerkelementen met spiegelend glas. De toevoeging van open glasstroken doorbreekt deze opzet en introduceert een niet passende horizontaliteit. Door spiegelend glas van een hogere lichtdoorlatendheid toe te passen kan én de architectonische verschijningsvorm behouden blijven én de energieprestatie van het gebouw verbeterd worden. Als daarin bewegende ramen worden opgenomen, zouden die in de detaillering onzichtbaar gemaakt moeten worden. De nieuwe entreepartij is een verbetering. Commissieleden adviseren de metselwerkpenanten in de plint te handhaven, waardoor het gebouw op de grond blijft staan. Conclusie Verhoging van het maaiveld en meer openheid van de begane grond vindt de commissie een positieve ontwikkeling. Daarop is goed ingespeeld door verplaatsing van de entreepartij en de inrichting van het aangrenzende terrein. De voorgestelde wijziging van de gevelcompositie gaat echter ten koste van de bestaande kwaliteit aan het gebouw omdat de schaalloosheid en ongenaakbaarheid van het gebouw wordt aangetast en de verticale plasticiteit doorbroken. Tevens zal het gevelbeeld rommeliger worden. De commissie adviseert de energetische doelen na te streven met de toepassing van een spiegelende glassoort die de architectonische kenmerken in stand houdt. Zij wacht de doorwerking af.
D6 (B)
Potterstraat 20 12-02124 Revisie omgevingsvergunning voor het verbouwen van een discotheek tot restaurant Aanvraag : Sumo Utrecht Ontwerp : Made in Flevoland Architecten (Zie notulen 10/04 en 08/05 2012) De verbouwing is uitgevoerd in afwijking van de verleende omgevingsvergunning, waarvan de inzet was de relatie van het pand met het maaiveld te versterken en de oorspronkelijke functie van een bioscoop herkenbaar te laten o.a. door een terugliggende pui. In plaats daarvan is de pui naar voren geplaatst en is de onderbouw met de penanten door afwerking en kleurstelling ontkoppeld van de bovenbouw. De commissie is gevraagd te beoordelen of deze afwijking van de vergunning kan worden gelegaliseerd. Conclusie Bij de beoordeling van de aanvraag omgevingsvergunning heeft de commissie de kwaliteit van het oorspronkelijke ontwerp in de overwegingen betrokken – onder meer aan de hand van historisch beeldmateriaal -, mede omdat het een bijzonder pand betreft met zijn historie als bioscoop. In het uitgevoerde zijn die kwaliteiten ontkend en is het onderscheid tussen onder- en bovenbouw versterkt door de toevoeging van een geschilderde horizontale band die de onderpui benadrukt. Daarnaast leidt de geschilderde band tot een
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 26 februari 2013
5
verstoring van de architectonische verhoudingen. Weliswaar is de tot voor kort bestaande situatie verbeterd, maar naar de mening van de commissie is voor deze pui meer kwaliteit vereist. De aanvraag is gelegen in beleidsniveau 'Behoud' waar een van de criteria betrekking heeft op handhaving of herstel van de authenticiteit van een bouwwerk maar ook de samenhang van het gevelbeeld. Aan beide criteria voldoet deze revisieaanvraag niet. Zij beoordeelt de aanvraag negatief en adviseert tot handhaving over te gaan. D7 (B)
Johann Sebastian Bachstraat 2 Voorstel voor een aanbouw aan de achtergevel van een woning Aanvraag : M. Weijers en M. van der Veen Ontwerp : Architektengroep Roderveld De hoekwoning dateert uit de jaren dertig en maakt deel uit van een plan van architect Klinkhamer. Anders dan soortgelijke woningblokken aan de Mozartlaan heeft dit blok geen monumentale status. Voorgesteld wordt de woning uit te breiden met een contrasterende zinken aanbouw in het verlengde van de zijgevel, met een glazen tussenlid verbonden aan het hoofdvolume. Het bestemmingsplan staat de uitbreiding toe. Reactie van de commissie De woning ontleent haar kwaliteit aan de karakteristieke kap, de plastiek in het metselwerk en de vormgeving van de gemetselde schoorsteen als onderdeel van de gevel. Het zou een lastige opgave zijn een uitbreiding in deze stijl en kwaliteit te realiseren en het is begrijpelijk dat is gekozen voor een contrasterend ontwerp. Dit zal zijn kwaliteit moeten bewijzen in eenvoud en ondergeschiktheid aan het hoofdvolume. De opstapeling van middelen – een gemetselde gevel met zij-ingang, het tussenlid, de contrasterende materialisatie, een extra zijdeur en de opvallende hoogte van de aanbouw – leiden de aandacht af van het hoofdvolume en de commissie vindt de aanbouw in deze vorm nog niet overtuigend. De gekozen materialisatie biedt de mogelijkheid de zij-ingang in de aanbouw verhuld te ontwerpen, waardoor deze geen concurrentie aangaat met de hoofdingang en er meer rust in het totaalbeeld ontstaat. De commissie adviseert die mogelijkheid te benutten, zij wacht een aangepast ontwerp af.
D8 (B)
ABC-straat 1 (tegenover nr. 2 en 4) BV20911742 Wijziging bouwaanvraag voor het bouwen van een woning na sloop van de berging Aanvraag : C.I. Greep Ontwerp : Bureau 030 (Zie notulen 10/03 en 15/12 2009, 19/01 2010) Voor een abstract vormgegeven woning voor een kleine kavel in de ABC-straat is bouwvergunning verleend. Thans wordt voorgesteld de indeling van de zijgevel te wijzigen met het oog op het zicht op de omgeving. Daarbij wordt een hoekvenster toegevoegd. Conclusie De commissie laat de uitzichtoverwegingen prevaleren. Weliswaar zwakt de ingreep het oorspronkelijke abstracte ontwerp enigszins af, maar dit is nog voldoende herkenbaar. De commissie vindt de wijziging aanvaardbaar en adviseert hierover positief.
D8 (O)
Violenstraat 31 en 33 IA-12-19887 Indicatieaanvraag voor het bouwen van een dakopbouw op twee woningen Aanvraag : F.S. Vader Ontwerp : onbekend Status : collegiaal overleg Een blokje van twee woningen vormt de beëindiging van een gelijkvormige rij woningen met platdak. Voorgesteld wordt het blokje uit te breiden met een schildkap. De afdeling Stedenbouw heeft geen bezwaar tegen een volume-uitbreiding, met uitzondering van de eenlaagse achteraanbouw, die fungeert als intermediair naar de bebouwing in de Esdoornstraat. Voor de kapvorm van de hoekwoning wordt verwezen naar het welstandsadvies. Reactie van de commissie Omdat het de eerste toevoeging aan deze rij betreft, moet deze van voldoende kwaliteit zijn om als standaard voor eventuele volgende uitbreidingen te kunnen fungeren. De commissie adviseert het ontwerp zodanig aan te passen dat de toevoeging in de toekomst over het gehele blok kan worden voortgezet, door de naastgelegen gootlijn aan de
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 26 februari 2013
6
Violenstraat aan te houden en ter plaatse van de woningscheiding een opgaande zijgevel te maken. E E1 (B)
Nagekomen plannen Donkeregaard 4 12-28247 Aanvraag omgevingsvergunning voor het maken van muurdoorbraken (wijziging vergunning) Aanvraag : n.v.t. Ontwerp : n.v.t. de In 2012 is een aanvraag voor de restauratie van het 19 -eeuwse pand vergund (1203942). Op basis van een bouwhistorisch rapport zijn de historisch waardevolle onderdelen en structuren gerespecteerd in deze eerder ingediende ontwerpen. Om het voor nu gewenste type horeca mogelijk te maken wordt in een aanvraag tot wijziging vergunning verzocht nog twee extra openingen in de monumentale gang te maken. De afdeling Erfgoed is van mening dat de gang met de flankerende kamers van de hoge monumentwaarde is in het kader van de bijzondere 19 -eeuwse woningtypologie van dit pand. Extra doorbraken betekenen een te grote aantasting van de oorspronkelijke structuur. Conclusie De nog resterende onderdelen en structuren zijn dusdanig waardevol en nog beperkt aanwezig, dat verdere ingrepen de legitimatie van de monumentale status bedreigen. Om het pand geschikter te maken voor horeca is in het verleden een zorgvuldig ontwerptraject doorlopen met inachtneming van de monumentale waarde in nauw overleg met de afdeling Monumenten (thans afdeling Erfgoed), leidend tot vergunningen. Het thans ingediende voorstel voor extra doorbraken overschrijdt de grens van maximaal haalbare structuuringrepen en brengt de monumentwaarde in het geding, aangezien de plattegrond/indeling essentieel onderdeel uitmaakt van de bijzondere woningtypologie. De wijziging op de eerder vergunde aanvraag wordt voorzien van een negatief advies.
E2 (R)
Adriaanstraat 28 12-11789 Aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een kelder en een derde verdieping ten behoeve van het realiseren van 6 appartementen ) Aanvraag : gemeente Utrecht, afdeling Juridische Zaken (Zie notulen 25/09, 09/10, 06 11 2012) De afdeling Juridische Zaken vraagt de commissie om een heroverweging van haar advies in verband met een ingediend bezwaarschrift door omwonenden. Hierin wordt gesteld dat de verhoging van het pand niet past in het straatbeeld en dat er onvoldoende rekening is gehouden met de stijl van de bebouwing in de directe omgeving. Hierbij wordt met name de afwijkende goothoogte als niet passend genoemd. Tevens wordt precedentwerking gevreesd. Conclusie Binnen het bestemmingsplan is de uitbreiding mogelijk, hierover heeft de commissie geen zeggenschap. De architect heeft in overleg met de commissie gezocht naar een vormgeving van het gewenste volume die zo min mogelijk impact zal hebben op het straatbeeld, door bijvoorbeeld een mansardekap toe te passen en de dakkapellen ondergeschikt vorm te geven. Daarnaast heeft de commissie aandacht besteed aan een goede verhouding tussen hoofdvolume en opbouw, met respect voor de bestaande eenvoud van het dubbelpand en aan de aansluiting op de belendende school. Ook mogelijke uitbreiding van de aansluitende woning moet in de toekomst architectonisch oplosbaar zijn, waarbij het verhogen van de goot pragmatisch is ingegeven. Door een verhoging van de goot zal een potentiële uitbreiding van het buurpand het dubbelpand als eenheid herstellen. Daarnaast leidt de verhoging van de goot tot goede architectonische verhoudingen van de woning zelf en zal de nieuwe gevel beter passen in zijn omgeving. Het handhaven van de bestaande goothoogte leidt tot een hogere kap: deze zal in het straatbeeld als dominanter worden ervaren en zal in verhouding minder passend zijn in zowel de totaalcompositie van de architectuur als de omgeving. De commissie is, ook bij heroverweging, van mening dat de architect erin geslaagd is een relatief groot volume dusdanig vorm te geven dat deze relatief terughoudend zal zijn in het straatbeeld en past in zijn omgeving. De commissie hoopt dat met een eerste
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 26 februari 2013
7
architectonisch goed vormgegeven opbouw in ieder geval een positieve precedent is gecreëerd. Zij handhaaft haar eerder afgegeven positieve advies. F
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijsten d.d. 7 en 21 februari 2013, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open : Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur. Respect : Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud : Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing, zijn de aanvragen getoetst aan de (welstands)criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijsten zijn ter inzage op het secretariaat en in te zien via de website http\\www.welstandutrecht.nl.
G G1 (B)
Reclames Jaarbeursplein 6 13-02010 Aanvraag omgevingsvergunning voor het plaatsen van een frame op de zijgevel van het Beatrixtheater Aanvraag : Jaarbeurs Utrecht Ontwerp : Jaarbeurs Utrecht Bij wijze van uitzondering is vergunning verleend voor het plaatsen van een frame op de zijgevel van het Beatrixtheater voor de bekendmaking van theaterproducties. Voorgesteld wordt een tweede frame toe te voegen van vergelijkbare omvang. Conclusie De commissie adviseert negatief over de aanvraag. Een tweede frame zou de heldere structuur van het gebouw geheel onzichtbaar maken en zou geen recht doen aan de uitzonderingspositie van het bestaande frame. Daarnaast ontstaat een dermate overdaad aan deze vorm van reclame dat de dominantie ten opzichte van de architectuur en de omgeving onaanvaardbaar groot wordt.
H
Rondvraag en sluiting De volgende commissievergadering vindt plaats op 12 maart 2013.
De voorzitter
De secretaris
T. Frantzen
M. van der Wiel
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 26 februari 2013
8