COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN OOST 2014-09 Verslag van de Commissie Welstand en Monumenten Oost, gehouden op dinsdag 20 mei 2014 in Utrecht Aanwezig:
Afwezig :
T. Frantzen, voorzitter, de leden P. Diederen, J. Kamphuis, M. Reniers, K. Tedder en H. Vlaardingerbroek, B. Van Santen (afdeling Erfgoed) en M. Bracht (afdeling Stedenbouw), M. van der Wiel (secretaris) en C. Boogert (uitvoerend secretaris) de leden N. Eerens, en K. van Vliet
OVERZICHT VERSLAG A
Ingekomen stukken en mededelingen
B
Notulen Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 6 mei 2014
C
Algemeen
D D1 D2 D3 D4 D5 D6
Bouwplannen Victor Hugoplantsoen Pearsonlaan – blokken 4 en 5 Lucasbolwerk 24 (Rijksmonument) Arthur van Schendelstraat 500 Menno van Coehoornstraat, kavel 3 Voorstraat 36
E E1
Nagekomen plannen Biltstraat 119 en 121
F
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijst d.d. 15-05-2014
G
Reclames
H
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 20 mei 2014
A
Ingekomen stukken en mededelingen Geen onderwerpen.
B
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 6 mei 2014 Het verslag wordt met enkele aanpassingen vastgesteld.
C
Algemeen Geen onderwerpen.
D D1 (O)
Bouwplannen Victor Hugoplantsoen Definitief ontwerp school en fietsbrug Aanvraag: gemeente Utrecht Ontwerp : NEXT architects (notulen 25/03 2014) Status : collegiaal overleg Mede naar aanleiding van de voorgaande planbespreking is het plan op onderdelen aangepast en verder uitgewerkt, architect Schenk licht toe. Op het bouwdeel, evenwijdig aan het Amsterdam-Rijnkanaal, wordt tot aan het teruggelegde gaashekwerk langs het fietspad een vlak sedumdak met zonnepanelen voorgesteld, waarin de luchtbehandelingskast voor de sportzaal is opgenomen. Het hoogteverschil tussen het dak en het hellende fietspad is ingevuld met in de kozijnkleur gecoate roosters, deels ten behoeve van installaties. Het verder uitgewerkte hekwerk langs de buitenzijde van het schoolgebouw is een voortzetting van het roestvrijstalen gaasnethekwerk op de brug. De betonnen brugrand wordt als metselwerkafdekker over de lengte van de sportzaal doorgezet. De balustrade van het door sedum omgeven dakterras op het eenlaagse bouwdeel ligt terug, in lijn met de hoofdentree. De verdiepingskozijnen zijn gebundeld in enkele centimeters terugvallende metselwerkvlakken (blindnissen). De architect toont een metselwerkmonster en een onderzoek naar de toe te passen kozijnkleur, waarbij de voorkeur uitgaat naar een bronstint. De vormgeving van het tussensteunpunt onder de aanbruggen is aangepast en vervult een functie in de verankering van de pyloontuien. De vormgeving en maximale afmetingen van pylonen, steunpunten en brugonderdelen worden in de aanbestedingsdocumenten vastgelegd, de materiaalkeuze wordt aan de uitvoerende partij gelaten. Het terreininrichtingsplan is op hoofdlijnen ongewijzigd. Reactie van de commissie De commissie waardeert de wijze waarop de architect antwoord geeft op de eerder gemaakt opmerkingen. Echter, de oplossingen voor het dak van de gymzaal zijn nog niet overtuigend. In het ontwerp voor dit sedumdak met zonnepanelen dient nog een slag gemaakt te worden. De commissie vraagt zich af of de gemetselde borstwering hier niet door zou moeten lopen. De conceptuele slinger van het ontwerp zorgt ervoor dat het dak van de school onderdeel wordt van de route, terwijl dit vanuit het gebruik niet gewenst is. De consequenties hiervan: afscheidingen, roosters (ten behoeve van beluchting) in het zicht etc. Daarnaast wordt gesuggereerd om de betonnen brugrand door te zetten waardoor én het beeld rustiger wordt én de ‘richting’ in het ontwerp gehandhaafd blijft. Tevens wordt ter overweging meegegeven de rand op een logisch moment in het beeld te beëindigen (onder- of bovenaan bij de trap) in plaats van de huidige, meer theoretische benadering, namelijk ter hoogte van de gymzaal. De bronskleurige kozijnen worden onderschreven. Ten aanzien van de blindnissen wordt opgemerkt dat deze door middel van de voeg of het metselwerkverband net iets nadrukkelijker een rol kunnen spelen in het gevelbeeld. Met betrekking tot de brugondersteuning wordt geadviseerd naar een andere oplossing te zoeken dan de grove voet. Conclusie De commissie is zeer positief over de doorontwikkeling van het ontwerp. De wijze waarop het dak van de gymzaal wordt ingevuld en de aansluiting brug en gebouw zijn echter nog niet overtuigend vormgegeven. Hierbij speelt het verloop van de slingerbeweging in het ontwerp een belangrijke rol: de richting van de brug moet meegenomen worden in de uitwerking van het gebouw. De betonnen brugrand heeft hier een groot aandeel in, waarbij tevens wordt geadviseerd deze op een natuurlijke plek te laten beëindigen. De blindnissen in het schoolgebouw kunnen meer verbijzonderd worden ten behoeve van het gevelbeeld.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 20 mei 2014
2
De architect wordt verzocht een andere oplossing te bedenken voor de tussenpyloon met trekstangen ter vervanging van de betonnen eendenvoeten. Vanwege de aanbestedingsconstructie voor het project adviseert de commissie in de randvoorwaarden te zijner tijd op te nemen dat de uitwerking voorgelegd dient te worden aan de Commissie Welstand en Monumenten ter verificatie. D2 (O)
Pearsonlaan – blokken 4 en 5 Renovatie en groot onderhoud Aanvraag: Mitros Ontwerp : Van Schagen architekten Status : collegiaal overleg D2.I Randvoorwaarden en toolbox Mevrouw Van Gent (afdeling Stedenbouw) geeft een overzicht van de oorspronkelijke uitgangspunten en kwaliteiten van dit noordelijk deel van Kanaleneiland. Zij belicht de samenhangende rol die stedenbouw, architectuur en de inrichting van de openbare ruimte, met name de groenstructuur, daarin speelden en weer moeten gaan spelen. De voorgestelde aanpak heeft als doel een eigentijdse herwaardering en herstel van de oorspronkelijke samenhang. Daarbij geldende kernwaarden zijn een heldere opzet, robuustheid in maat en schaal en verfijning in detaillering en kleur. Om de doelstelling te kunnen bereiken is het aantal parkeerplaatsen in de openbare ruimte gemaximeerd; het aantal en type woningen wordt daardoor bepaald. Voor de parkeerhoven tussen de bebouwing zijn uitgangspunten voor de inrichting vastgelegd. Alle woonbebouwing heeft de footprint van de bestaande bebouwing als uitgangspunt, de maximale hoogte volgt het bestemmingsplan. Ieder woongebouw is een herkenbare eenheid met verbijzonderde kopgevels en een tweezijdig aantrekkelijke plint. Ook voor de architectonische invulling wordt teruggegrepen op oorspronkelijke waarden, zoals de genuanceerde functionaliteit, de verschillende schaalniveaus per gebouw, het weefsel van horizontale en verticale lijnen in de gevels en de plastiek van voor- en terugliggende bouwdelen. Materiaalkeuze, detaillering, kleur, verlichting en ornamentiek moeten positief bijdragen aan de beleving. De definitieve keuze voor renovatie of nieuwbouw wordt door de ontwikkelende partij gemaakt. D2.II Voorlopig ontwerp renovatie Het voornemen is de blokken 4 en 5 te renoveren. Architect Te Velde geeft aan dat door het in de jaren 80 isoleren en stucen van de gevels en de vervanging van de houten door kuststofkozijnen veel van de oorspronkelijke nuances verloren zijn gegaan. Een kwaliteit vormen de in de kopgevels omgezette raamstroken. De verdiepingsplattegronden en de indeling van verdiepinggevels, inclusief de kunststofkozijnen, worden gehandhaafd. Borstweringsstroken worden tot en met de vloerdikte bekleed met kunststoftegels. Door de bestaande plintinvulling is er weinig contact met de straat. De begane grond wordt voorzien van nieuwe houten puien met een op zichzelf staande, regelmatige indeling. Het diepe entreeportiek wordt in het vlak van de gevel dichtgezet en tot architectonisch onderdeel van de naastliggende, relatief gesloten, smalle, verticale gevelstrook gemaakt. De invulling bestaat uit de entreepui, de postkasten en de toegang tot de achterliggende bergingen, waarvan een aantal in een toevoegde aanbouw is ondergebracht. Aan weerszijden van de entree- en bergingenbeuk bevindt zich de entree en woonlaag van maisonnettes, met een plaatsje als buitenruimte. Reactie van de commissie De commissie juicht de functiewijziging naar wonen op de begane grond toe. Zij is echter wel van mening dat in de vormgeving er onvoldoende relatie is gelegd tussen de plint en de bovenbouw. De toekomstige aanpak van de bovenbouw is nog niet bekend, maar hier zou in het plintontwerp een basis voor gelegd kunnen worden. Alternatief is om de plint meer af te stemmen op de huidige bovenbouw, maar de commissievoorkeur gaat uit naar het creëren van goede voorwaarden voor de renovatie van de bovenbouw in een latere fase: bij de renovatieaanpak in de naoorlogse wijken wordt de laatste jaren het oorspronkelijke karakter als uitgangspunt gehanteerd. Door deze historische aanpak ook in de plint door te voeren wordt deze opgeknapt en krijgt meerwaarde én wordt een basis gelegd voor de aanpak van de bovenbouw. De commissie is van mening dat dit haalbaar is, ondanks de aanwezige ingrepen uit latere jaren zoals de isolatielaag en de kozijnvervanging. De keuze voor houten kozijnen in deze wordt betwijfeld. De wijze
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 20 mei 2014
3
waarop de entree in een L-vorm wordt vormgegeven wordt gewaardeerd, maar in de uitwerking mist de rust en samenhang. Door bijvoorbeeld de entreedeur en de deur van de bergingen meer op elkaar af te stemmen kan er meer eenheid in gebracht worden. Over het beplakken met tegels bestaat twijfel wat betreft duurzaamheid en het effect. Tevens wordt geadviseerd om in het ontwerp een goede basis te leggen voor tuinen c.q. terrassen. Conclusie De commissie adviseert om in het plintontwerp meer relatie te leggen met de bovenbouw door of een basis te leggen voor de toekomstige aanpak van de bovenste bouwlagen (inclusief de aanwezige subtiele kwaliteiten) of de gevelcompositie af te stemmen op de bestaande bovenbouw. Wat betreft de ingangscompositie wordt opgemerkt hier meer samenhang in aan te brengen. De plaktegels worden vooralsnog als cosmetisch ervaren. D3 (B)
Lucasbolwerk 24 (Rijksmonument) 14-07415 Aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een luifel boven de nog te realiseren entree B van de Stadsschouwburg Aanvraag: Gemeente Utrecht Ontwerp : Van Hoogevest Architecten (notulen 03/12 2013) De eerder besproken luifel boven de nieuwe toegang tot het restaurant aan de singelzijde ligt nu als aanvraag voor. De luifel sluit in vormgeving en detaillering aan op de bestaande dakranden, is 0.33m vrijgehouden van de entreepui, maar sluit wel aan op het naastliggende metselwerk. Regenwater wordt via slanke ronde kolommen afgevoerd. Conclusie De commissie stemt in met de voorgestelde luifeltoevoeging, die aansluit op de bestaande vormgeving en detaillering. De enige kanttekening betreft de open ruimte tussen luifel en pui. De zorg bestaat dat de gebruiker hier op afzienbare termijn een regenwerende voorziening zal willen aanbrengen. De architect wordt gevraagd deze voorziening in een passende vormgeving en materialisatie preventief aan het aanvraagdossier toe te voegen, zodat hierop kan worden teruggegrepen. De aanvraag wordt van een positief advies voorzien.
D4 (R)
Arthur van Schendelstraat 500 Voorlopig ontwerp wijziging entree Aanvraag: Bouwinvest Ontwerp : studioSalemans Status : collegiaal overleg Het gebouw zal volledig in gebruik worden genomen als kantoor, de huidige baliefunctie verdwijnt. Ontwerper Salemans licht de gewenste gevelingrepen toe, die hiermee verband houden. De hoeklocatie ligt aan het eind van een lange natuurstenen gevelwand met een streng rasterpatroon. De diverse entrees in de wand hebben als gemeenschappelijk kenmerk de verhoogde ligging (op de parkeerkelder) en de toevoeging van een variërende, transparante glazen luifelconstructie op een hellend stalen frame in een contrasterende kleur. De luifel vormt de overgang van de openbare ruimte naar de terugliggende entree. Bij de voorliggende entree wordt voorgesteld deze luifelconstructie te verwijderen en de gevelopeningen van de opengewerkte hoek van beglazing te voorzien. Daarnaast zijn de buitentrap en het hefplateau voor mindervaliden binnen de gevellijn gebracht. De entreepui op maaiveldhoogte vult de brede gevelopening en is opgenomen in een slank, zwart, stalen kader, waarmee tevens de gevelkromming wordt overbrugd. De ruimte achter de entreegevel is een atrium van drie lagen hoog, voorzien van daklichten. Reactie van de commissie De commissie constateert dat het een bijzondere opgave is die de architect met de grootste zorgvuldigheid uitwerkt. Zij is echter van mening dat het huidige voorstel te veel afwijkt van de oorspronkelijke situatie en hierdoor ook de (familiaire) relatie met de overige ingangen verloren gaat. Door het dichtzetten van de open bovenste lagen, het naar voren plaatsen van de pui en het verwijderen van de luifel is het resultaat te afwijkend van de overige entrees en wordt de oorspronkelijke architectuur met de karakteristieke open hoek te veel verlaten. De ingang naar het maaiveld brengen leidt niet tot bezwaren. Het verlagen van de entree kan leiden tot een verbetering van de huidige situatie, aangezien het beeld rustiger wordt.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 20 mei 2014
4
Conclusie De commissie verzoekt de architect het ontwerp meer te laten voortkomen uit de bestaande kwaliteiten van het gebouw: meer behoudend vanuit de grootte van het gebouw met de familiaire relatie tussen diverse entrees. Geadviseerd wordt de open hoek op de verdieping te behouden en de vormgeving van de entree eenvoudiger uit te voeren meer refererend aan de andere entrees in de bebouwingswand. De combinatie van versoberen en toevoegen is hierbij mogelijk, waarbij bij de nieuwe elementen meer verwantschap met het bestaande kan worden gelegd. De kleur van een mogelijke luifel vraagt onderzoek door de architect. D5 (O)
Menno van Coehoornstraat, kavel 3 Definitief ontwerp vrijstaande woning Ontwerp : BK. Architecten Status : collegiaal overleg Tussen twee vrijstaande, bestaande volumes, die worden uitgebreid en verbouwd tot eigentijdse woningen, wordt een nieuwe vrijstaande woning voorgesteld. Deze voldoet in grote lijnen aan de door de afdeling Stedenbouw meegegeven randvoorwaarden. Architect Burger geeft een plantoelichting. Het eenvoudige bakstenen volume bestaat uit twee delen met een onderling hoogteverschil. De gedraaide plattegrond komt tot uiting in de gebouwhoge entreezone, die tussen de twee bouwdelen ligt. Boven de entreedeur met zijlicht is een strook wit stucwerk gedacht. De gevels zijn gemetseld in een groot formaat baksteen met een orthogonaal patroon in het oppervlak. Kozijnen zijn van zwart gecoat staal; in de tamelijk gesloten voorgevel vooral in een onderling verwante vormgeving, in de meer open achtergevel wisselend van formaat en indeling. Reactie van de commissie De commissie adviseert om de entreezone meer als een geheel vorm te geven door bijvoorbeeld in een materiaal of in een kleur. In het huidige voorstel valt dit geveldeel enigszins uit elkaar. Daarnaast wordt geadviseerd om meer relatie te leggen tussen de voor- en achtergevel, en bij deze laatste gevel te anticiperen op toevoegingen zoals zonwering. De bijzondere baksteen verdient meer aandacht in de gevelcompositie, waarbij gedacht wordt aan een meer gesloten gevelvlak in de voorgevel en de openheid te compenseren in de entreezone. De commissie ziet de uitwerking tegemoet inclusief de bemonstering van het metselwerk.
D6 (B)
IA-14-07035 Voorstraat 36 Indicatieaanvraag voor het verbouwen van kantoorruimte tot woonruimte, het bouwen van een 3e verdieping met een mansardekap en het herstellen van de gevel Aanvraag: Nox West Ontwerp : Bureau Parmentier De bebouwing op deze locatie bestaat oorspronkelijk uit drie panden die in de jaren 20 van de vorige eeuw tot één, plat afgedekt pand zijn samengevoegd. Aan de Voorstraatzijde komt dit tot uiting in de uniforme gevelafwerking met stucwerk en de bovenbeëindiging met een doorgaande daklijst. In de gevelindeling is de oorspronkelijke driedeling nog herkenbaar. Het voorstel voorziet in het van de verdiepingsgevels verwijderen van de stucafwerking, waardoor het metselwerk weer zichtbaar wordt; het vervangen van de bestaande door uniforme nieuwe vensters en het toevoegen van een ongedeelde, zinken mansardekap met per beuk geordende, hoge zinken dubbelraams dakkapellen. De supermarktgevel op de begane grond valt buiten de aanvraag. De getrapte achtergevel wordt per beuk eveneens voorzien van een zinken mansardekap, waarvan de voorzijde met venster verticaal is geplaatst. De ruimte tussen de steile schilden van deze kappen wordt dichtgezet en plat afgedekt. Reactie van de commissie De commissie is van mening dat het opknappen van de voorgevel onlosmakelijk is verbonden met het aanpakken van de begane grondlaag. Het betreft een groot gebouw, subtiel geleed in drieën hetgeen in de uitwerking een rol dient te spelen - inclusief in de plint. Een extra laag is denkbaar, mits beter afgestemd op het beschermd stadsgezicht. Karakteristieken hierbij zijn bijvoorbeeld hiërarchie in de maatvoering van vensters op de verschillende verdiepingen en (daarop aansluitend) minder hoge dakkapellen. De dakoplossing aan de achterzijde dient heroverwogen te worden.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 20 mei 2014
5
Conclusie De commissie kan zich een kap voorstellen mits het hele pand onder handen wordt genomen inclusief de begane grond. Er dient voor het grote pand met zijn subtiele driedeling een totaalplan te worden ontworpen, dat recht doet aan de ligging in het Beschermd Stadsgezicht en in een gebied met beleidsniveau ‘Behoud’. Dit vereist de nodige kwaliteit die ook herkenbaar is in de detaillering en de gevelcompositie (bijvoorbeeld in de hiërarchie van de ramen). Voor de kaplaag aan de achterzijde dient een andere oplossing gevonden te worden. E Nagekomen plannen E1 Biltstraat 119 en 121 14-06371 (R/St)Aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een aanbouw en een opbouw en het verbouwen van twee panden tot 21 woningen Aanvraag: Bomvast Ontwerp : Bouwkundig Adviesburo Buis In de doorgaande gevelwand worden drie individuele panden van een sterk verschillende ouderdom en architectuur tot een vorm van ensemble gemaakt. De voorgevel van het linkerpand blijft ongewijzigd. De gevelingrepen bij de andere twee panden bestaan uit de toevoeging van een schildkap met dakkapellen en een lijstgoot op het tussenpand; een schildkap met een dakkapel en een lijstgoot op het rechterpand (verwijzend naar het linkerpand) en het vervangen van vensters op de tweede verdieping van het rechterpand door geüniformeerde exemplaren. Daarnaast is in beide schildkappen over de volledige noklengte, ter breedte van het pand, een vierde laag toegevoegd, aan voor- en achterzijde voorzien van beglazing. De wijzigingen aan de achterzijde bestaan, naast de kaptoevoegingen, uit het tot goothoogte optrekken van de achtergevel van het rechterpand en het over de volledige breedte van het samenstel op de eerste en tweede verdieping toevoegen van balkons. Reactie van de commissie De commissie is van mening dat de drie geheel verschillende panden om drie heel verschillende uitbreidingen vragen voortbordurende op de aanwezige kwaliteiten. Het bestaande onderscheid en de aanwezige kwaliteit moeten behouden blijven c.q. opgevoerd worden. Met name de karakteristieken in het rechterpand gaan teveel verloren. Geadviseerd wordt de entree in het tussenpand te handhaven. De dakuitbouwen zullen wat betreft maatvoering moeten worden teruggebracht naar dakkapellen, uitgevoerd conform de welstandscriteria. F
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijst d.d. 20 mei 2014, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open : Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur. Respect : Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud : Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing, zijn de aanvragen getoetst aan de (welstands)criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijsten zijn ter inzage op het secretariaat en in te zien via de website http\\www.welstandutrecht.nl.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 20 mei 2014
6
G
Reclames Geen onderwerpen.
H
Rondvraag en sluiting De volgende commissievergadering vindt plaats op 20 mei 2014.
De voorzitter,
De secretaris,
T. Frantzen
M. van der Wiel
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 20 mei 2014
7