COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN WEST 2011 - 06 Verslag van de Commissie Welstand en Monumenten West, gehouden op dinsdag 14 juni 2011 in het Veranderatelier te Utrecht. Aanwezig :
Afwezig
:
De voorzitter, T. Frantzen, de leden, D. Dobbelaar, E. Bet, M. Cramer, T. van Rooijen, R. Roorda en K. Tedder, M. van der Wiel (secretaris), R. Alwart (Bureau CWM) en I. Bakhuis (conceptverslag). F. Wintermans (lid) en C. Boogert (uitvoerend secretaris)
OVERZICHT VERSLAG A
Ingekomen stukken en mededelingen
B
Notulen Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 17 mei 2011
C
Algemeen
D D1
Bouwplannen De Wetering-Zuid, kavel G17b
D2
Vleuterweide, De Erven (deelplan 5)
D3
Mereveldlaan 12 (De Meern)
D4
Haarzuilens, kasteel De Haar
D5
D6
Het Zand, Cees van Dongensingel / Jopie Huismanstraat / Eschersingel (middenblok 3.2) Leidsche Rijn Park, Klavertje 3
E E1
Nagekomen plannen Akkrumerraklaan
E2
Het Zand, Dudoksingel 113
E3
Boutensstraat 13
F
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijsten d.d. 26-05 en 09-06-2011.
G
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 14 juni 2011
Ontwerp bedrijfsgebouw, Architektenburo Vunderink Voorlopig ontwerp Stedenbouwkundig Plan, spoorzone, Diederendirrix Schetsontwerp vervangende nieuwbouw Marezaal (gymzaal), Van Hoogevest Architecten Uitgangspunten herinrichting bebouwing Stalplein, Verlaan & Bouwstra Architecten Voorlopig ontwerp 109 appartementen, FARO Architecten Schetsontwerp 10 villa's, Klunder Architecten
Ontwerp voor een twee-onder-eenkapwoning, pr8 architecten Bouwaanvraag voor het vestigen van een kleinschalig kinderdagverblijf, La Piazza Aanvraag omgevingsvergunning vervanging gevelpaneel
A
Ingekomen stukken en mededelingen Geen.
B
Notulen Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 17 mei 2011 Het verslag is via een schriftelijke ronde vastgesteld.
C
Algemeen Geen.
D D1 (R)
Bouwplannen De Wetering-Zuid, kavel G17b Ontwerp bedrijfsgebouw Aanvraag : Meekers Medical Ontwerp : Architektenburo Vunderink Voor deze leverancier van chirurgisch gereedschap heeft architect Vunderink een gebouw ontworpen dat beschikt over kantoor- en personeelsruimten, een werkplaats en opslagruimte. Een van de randvoorwaarden voor het medisch cluster in De Wetering-Zuid is dat gebouwen onderling verwantschap vertonen, maar tevens eigenheid uitstralen. Uit het kubistisch volume van twee lagen is een hoek van 10 x 10 meter uitgesneden. Hier is de toegang tot de opslagfunctie gesitueerd. De inrit voor personeel en bezoekers ligt aan de Middenwetering en (fiets)parkeervoorzieningen liggen dicht bij de entree in de zuidoostgevel. Achter het gebouw is ruimte gereserveerd voor een eventuele uitbreiding van parkeervoorzieningen. Rondom het terrein wordt een haag geplaatst. Op de begane grond liggen de werkplaats en opslagruimte, de verdieping is ingericht met kantoren, een presentatieruimte met dakterras en een kantine. Het gebouw wordt rondom bekleed met horizontaal verwerkte metalen panelen met profiel, die de gevels een horizontale ritmering geven met tussenruimten van 40 cm. De plint wordt in dezelfde maatvoering en dikte uitgevoerd in verlijmd natuursteen. Kozijnen en zonwering worden in het gevelprofiel verwerkt. Supervisor Klein Breteler heeft schriftelijk laten weten akkoord te zijn met de stedenbouwkundige inpassing. De zakelijke en sobere, maar zorgvuldige architectuur is zijns inziens passend in de uitgangspunten voor deze omgeving. Conclusie De commissie kan zich vinden in gekozen hoofdvorm en materialisatie, maar in de architectonische uitwerking moet nog een ontwerpslag worden gemaakt. Zij noemt hiervoor enkele aandachtspunten. Toevoegingen, zoals de luifel bij de overheaddeuren van de opslag en het uitgebouwde entreeportaal met luifel, ontkrachten de kloeke uitstraling van het hoofdvolume. De detaillering van de ramen geeft een aantrekkelijk gevelbeeld, maar dit is niet waar te maken in combinatie met beweegbare ramen. De positionering van het dakterras verdient nadere studie in relatie tot functie en gebruik, zodat dit een levendige en actieve rol kan krijgen in de plattegrond. Een combinatie met de kantine lijkt meer voor de hand te liggen. Plaatsing van de containeropslag bij de entree heeft niet de voorkeur. In de getoonde schetsen is de buitenruimte versnipperd. Geadviseerd wordt hiervoor een totaalontwerp te maken. De naamsvermelding in doosletters moet voldoen aan de reclamerichtlijnen van de gemeente Utrecht. De commissie wacht de doorwerking af.
D2 Vleuterweide, De Erven (deelplan 5) (Ont) Voorlopig ontwerp Stedenbouwkundig Plan spoorzone Aanvraag : GEM Ontwerp : Diederendirrix Supervisor Van der Wielen licht toe dat de geplande bebouwing in de spoorzone wordt herontwikkeld. De robuuste appartementenblokken worden omgevormd tot grondgebonden woningen. Hierin wordt het concept van woningen met veranda's aan groen en parkeren in hoven tussen de woningen, zoals dit elders in De Erven is toegepast, herhaald, maar in de architectonische uitgangspunten is een nuancering mogelijk ten aanzien van kappen en
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 14 juni 2011
2
kapvormen. Een laagteaccent in de toegang tot de parkeerhoven, verbonden aan de rijen woningen aan weerszijden, maakt de woningen tot samenhangend blok in groen. Ook de blokken met bijzondere functies worden herzien. In blok 5 zijn nu 128 zorgappartementen geprojecteerd. Dit blok wordt als getrapt volume ontworpen (variërend van 3 tot 7 lagen) om een goede aansluiting op de laagbouw aan de westzijde te bewerkstelligen en tevens een hoogteaccent bij het station te kunnen realiseren, als markering van de beëindiging van de spoorzone. Parkeren wordt gedeeltelijk in het binnengebied gerealiseerd, gedeeltelijk in de omgeving. Het laatste blok wordt ingevuld met een vmbo-school en aanvullende voorzieningen. Om medegebruik door OV-reizigers te voorkomen, wordt het parkeerterrein bij de school als privéterrein aangemerkt. In tegenstelling tot eerdere plannen wordt blok 5 ontsloten via de woonbuurt, de school via het stationsplein. Aan de noordzijde van de spoorzone, tussen het station en de woningen, komen mogelijk een jongerenontmoetingsplek (JOP) en/of parkeerruimte te liggen. De invulling van deze locatie is nog in studie; het realiseren van parkeerruimte zou het binnengebied bij de zorgappartementen ontlasten, maar meer druk leggen op de omgeving van het station. Conclusie De presentatie is toegespitst op een functieplan dat nog niet is gerelateerd aan de ruimtelijke situatie. Hierdoor laat de ruimtelijke kwaliteit zich moeilijk beoordelen. De eerste indruk van de commissie is dat op onderdelen van de planaanpak pragmatiek ten koste gaat van kwaliteit. Met name in de strook langs het spoor is stedenbouwkundige kwaliteit verloren gegaan. Een transformatie van appartementenblokken in grondgebonden woningen is denkbaar, maar in die transformatie zou ook de structuur van de openbare ruimte nadrukkelijker moeten worden betrokken. Essentieel voor de ruimtelijke kwaliteit is de ontmoeting van de onderdoorgang met de spoorzone, samenvallend met de overgang van woningbouw naar het station. Die ruimte is nog onbestemd. De commissie heeft grote twijfels over de situering van een parkeerfunctie. Ook de parkeerfunctie bij de school speelt een cruciale rol in de beleving van de openbare ruimte. Daarvoor moet een goede ruimtelijke oplossing worden gevonden. Maar ook de getoonde oplossingen voor het overige parkeren – inclusief de inrichtingsvoorstellen overtuigen - niet. Het is een goede keuze de woningbouw qua architectuur en nuancering te laten aansluiten bij de bestaande laagbouw, maar deze zone zou aan kwaliteit kunnen winnen, wanneer de woningen zich als gesloten blokjes met verbijzonderde hoeken zouden manifesteren en de groene hoven tussen de blokken een duidelijker functie zouden krijgen. Een getrapte opbouw van blok 5 is denkbaar, maar hierover zou een duidelijker uitspraak op blokniveau moeten worden gedaan. Als markeringspunt bij het station zou het hoogteaccent extremer mogen zijn. Te overwegen is de volumeopbouw om te keren, waardoor het hoogteaccent dichter bij het station komt te liggen en minder schaduwwerking in de publieke ruimte veroorzaakt. De commissie wacht de doorwerking af waarin de wijk weer één wordt met één karakter en de pragmatiek het niet wint van de kwaliteit. D3 (O)
Mereveldlaan 12 (De Meern) Schetsontwerp vervangende nieuwbouw Marezaal (gymzaal) Aanvraag : gemeente Utrecht, DMO Ontwerp : Van Hoogevest Architecten Architect Verduijn licht toe dat de voorzieningen in deze woonwijk geclusterd zijn in een ensemble van gebouwen met tussenruimten. De sociale veiligheid laat hier te wensen over en de noodzakelijke vervanging en uitbreiding van de gymzaal wordt aangegrepen om de ruimtelijke structuur te verbeteren. Voorgesteld wordt een sporthal en een multifunctioneel centrum aan elkaar te verbinden door een inpandige tussenzone met aanvullende voorzieningen en gemeenschappelijke verkeersruimten. In die opzet sluit het volume het binnengebied af en ontstaat een overzichtelijke situatie. De massa sluit aan bij de omliggende bebouwing. Gevels worden gemetseld in een gelig witte steen. Een afwisselend metselverband geeft de gevel nuancering en beperkt de graffitigevoeligheid. Gevelopeningen worden gemarkeerd door okergeel metselwerk. Grote gevelopeningen op de begane grond zorgen voor interactie met de buitenwereld. Openingen op de verdieping van de sporthal worden afgewerkt met horizontale aluminium lamellen in dezelfde okergele tint.
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 14 juni 2011
3
Conclusie De opgave een heldere stedenbouwkundige structuur te maken door een opdeling van het volume is geslaagd. De keuze voor metselwerk sluit goed aan op de omgeving. Deze planopzet schept de verplichting het gesuggereerde beeld in maatvoering, verhoudingen, materialisatie en kleurstelling waar te maken. In de architectonische uitwerking overtuigt het plan nog niet zoals de detaillering en materialisering van insneden en de aansluitingen van vlakken. De voorgestelde lamellenstructuur zou, zoals gesuggereerd, in baksteen moeten worden uitgevoerd. De daglichttoetreding in de het multifunctioneel centrum verdient nadere studie, evenals het fietsparkeren en mogelijke hekwerken. De commissie wacht de doorwerking af. D4 (B)
Haarzuilens, kasteel De Haar Uitgangspunten herinrichting bebouwing Stalplein Aanvraag : Stichting Kasteel De Haar Ontwerp : Verlaan & Bouwstra Architecten De bebouwing aan het Stalplein – onder meer koetshuis, garage, paardenboxen en laverie – is in 2004 gerestaureerd. Daarbij hebben de gebouwen gedeeltelijk een herbestemming gekregen als museumwinkel en horecavoorziening. Architect Bouwstra licht toe dat nu verder vorm wordt gegeven aan de herbestemming van gebouwen. De groepsruimte in het voormalige koetshuis wordt gewijzigd in museumcafé in combinatie met een horecafunctie in de laverie. Daartoe wordt de (open) laverie voorzien van een terugliggende glazen pui en worden enkele paardenboxen omgevormd tot volwaardige keuken. Daarbij blijft het gevelaanzicht van de paardenboxen ongewijzigd en in het interieur blijven muuraanzetten zichtbaar. Afvoeren worden via bestaande kanalen gerealiseerd. De horeca-inrichting wordt los in de ruimte geplaatst en de terrasinrichting bestaat uitsluitend uit losse, verplaatsbare elementen. Met geringe constructieve aanpassingen worden in de bovenwoning boven het koetshuis vergaderruimten ingericht. Hiervoor wordt de trap gewijzigd in een trap met tussenbordes. Indien een vluchtroute benodigd is, wordt deze gecombineerd met bestaande balkons, zodat ingrepen in de bestaande constructie tot een minimum beperkt blijven. Uit oogpunt van hygiëne wordt het bestaande vloertegelwerk met reliëf in het koetshuis verwijderd en opgeslagen. De afdeling Monumenten heeft positief geadviseerd over de voorgestelde ingrepen, maar stelt voor een band in de oorspronkelijke reliëftegels in stand te laten, als herinnering aan het verleden. Conclusie De commissie is overtuigd van de zorgvuldigheid waarmee de herbestemming van ruimten wordt aangepakt, met respect voor de monumentale waarden. Het feit dat er aan de buitenzijde nagenoeg geen wijzigingen in de gevelbeelden optreden ondersteunt de commissie van harte. Met een losse inrichting blijven de oorspronkelijke wanden intact en voor afvoeren en leidingen wordt gebruikgemaakt van bestaande kanalen, waardoor de aantasting van het monument beperkt blijft. Van belang is dat de ingrepen in de paardenboxen aan de buitenzijde niet zichtbaar zijn, zodat de reeks optisch in stand blijft. De stenen vloer is uit monumentaal oogpunt waardevol en de commissie steunt het advies van de afdeling Monumenten om een band in stand te laten. Een ingrijpende aanpassing is de toevoeging van een glazen pui in de laverie. De commissie vraagt deze zodanig te construeren dat deze bij voorkeur in zijn geheel geopend kan worden en de oorspronkelijke open ruimte kan worden beleefd. Tevens dient de pui zo minimalistisch mogelijk te worden vormgegeven en familie te laten zijn van alle nieuwe ingrepen. Twee aspecten verdienen derhalve nadere ontwerpstudie: gedeeltelijk behoud van de monumentale tegelvloer en een zodanige constructie van de glazen pui, dat deze ondergeschikt is aan het monument en daaraan tevens nieuwe functionaliteit toevoegt. De commissie ziet de definitieve aanvraag met vertrouwen tegemoet.
D5
Het Zand, Cees van Dongensingel / Jopie Huismanstraat / Eschersingel (middenblok 3.2) (Ont) Voorlopig ontwerp 109 appartementen Aanvraag : Mitros Ontwerp : FARO Architecten
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 14 juni 2011
4
Architect Kampstra licht toe dat ten zuiden van het station een appartementengebouw met 109 appartementen in het sociale huursegment wordt gerealiseerd. Dit maakt deel uit van een reeks bouwblokken die zich kenmerken door een eigen hoofdkleur. Het is een gesloten bouwblok rond een binnenterrein, waar 57 parkeerplaatsen en enkele privétuinen voor de woningen op de begane grond worden aangelegd. Woningen op de begane grond hebben een entree aan de straat, van de openbare ruimte afgeschermd door een smalle private zone. De overige appartementen worden ontsloten door dubbelhoge entrees aan weerszijden van het bouwblok in de Cees van Dongensingel. Bergingen liggen grotendeels aan het binnenterrein. Waar die aan de straat grenzen, zijn ze van de buitengevel gescheiden door een gang. Het getrapte volume van drie tot zeven bouwlagen heeft aan de straatzijde een klassieke opbouw: een tweelaagse plint in een donkere baksteen, een middendeel in een gele baksteen en een bovenbouw in een steen met een zilverachtige tint. Het metselwerk in het middendeel wordt als vlechtwerk uitgevoerd, waarin verspringende balkons zijn geïntegreerd. Deze hebben een gemetselde borstwering van 80 cm hoog met leuning. De glazen balustrades van de appartementen in de plint benadrukken de plinthoogte. Balkons in de bovenbouw zijn in geperforeerd metaal uitgevoerd. Galerijgevels aan het binnenterrein worden sober en doelmatig uitgevoerd in geel metselwerk. Galerijen hebben verblijfskwaliteit en het hekwerk ervan mondt uit in de vluchttrappen. Aanvullend op de 57 parkeerplaatsen in het binnenterrein worden parkeerplaatsen in de omgeving aangelegd, waarmee is voldaan aan de parkeernorm. Conclusie De commissie herkent in de genuanceerde en plastische planopzet pogingen om de nadelen van de programmatische en typologische keuzen te verhullen, maar is er niet van overtuigd dat dit leidt tot een prettige woonomgeving. Zij heeft grote twijfels bij de woonkwaliteit van galerijflats van deze schaal en omvang. De kwaliteit van het binnenterrein wordt negatief beïnvloed door de lange galerijen en de geparkeerde auto's en het effect hiervan wordt versterkt door de scherpe hoeken in de aansluiting van de volumes. Als voor dit programma en deze typologie wordt gekozen, zal het binnenterrein een aangenamer uitstraling moeten krijgen in een totaalontwerp. De architectonische uitwerking van de buitenkant van het complex laat zich moeilijk lezen. Het basement van twee lagen correspondeert niet met de gekozen typologie en maakt de gevelarchitectuur tot decor en de smalle stoepen – kenmerkend voor een typologie van smalle grondgebonden woningen – komen niet overeen met deze typologie van appartementen. In de uitwerking is een groot aantal middelen gecombineerd, waardoor een hybride en onrustig beeld ontstaat. Concluderend stelt de commissie dat de verdichtingsopgave een eigen duurzame typologie en architectuur vereist, die kwaliteit aan de omgeving toevoegen. In de gekozen oplossing komt dit onvoldoende tot uitdrukking. D6 Leidsche Rijn Park, Klavertje 3 (Ont) Schetsontwerp 10 villa's Aanvraag : Vergeer Plantonwikkeling bv Ontwerp : Klunder Architecten Aan de zuidkant van het Leidsche Rijn Park, nabij het politiebureau, was appartementencomplex Fletiomare geprojecteerd. Dit project wordt herontwikkeld. Voorgesteld wordt tien vrijstaande villa's te bouwen in een eenduidige architectuur, maar met een variatie aan oriëntaties en kleurstellingen. Conclusie De commissie kan zich de voorgenomen herontwikkeling voorstellen, maar is niet overtuigd van de gekozen pragmatische oplossing. De positionering van de relatief grote volumes maakt een gedrongen indruk, vooral door de introductie van een extra ontsluitingsweg. De commissie dringt er op aan te onderzoeken of een oplossing is te vinden in een ander type variatie. Denkbaar is een typologie van voor- en achterwoningen te introduceren, waarbij drie woningen op het achterterrein worden geplaatst, elk ontsloten door een pad vanaf de ontsluitingsweg. Door zo'n variatie aan tussenruimten tussen de woningen zou voldoende differentiatie ontstaan. Daarnaast ontstaat door de getoonde positionering van de woningen een achterkantzijde aan de Burgemeester Middelweerdbaan, een van de hoofdroutes van Leidsche Rijn, waaraan stedenbouwkundig gezien een voorzijde gewenst is. Ook in de architectonische uitwerking is het wenselijk naar fundamentelere variatie te zoeken dan hoofdzakelijk in het kleurgebruik.
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 14 juni 2011
5
E E1 (R)
Nagekomen plannen Akkrummerraklaan Schetsontwerp voor een twee-onder-eenkapwoning Ontwerp : pr8 architecten Voorgesteld wordt een twee-onder-een-kapwoning te realiseren waarvan de kopgevels ten opzichte van elkaar zijn verdraaid en zijn afgezet met een witte omlijsting. Conclusie De commissie heeft geen bezwaar tegen deze ontwerprichting, mits de witte omlijsting als prominent ontwerpelement consequent wordt uitgevoerd. De commissie geeft de verdere planbegeleiding in handen van het Bureau CWM.
E2 (R)
Het Zand, Dudoksingel 113 BV21003632 Aangepast voorstel voor de bouwaanvraag voor het vestigen van een kleinschalig kinderdagverblijf Ontwerp : La Piazza (zie notulen van 24/08 2010) Naar aanleiding van een rechtbankprocedure is er een voorstel ontwikkeld voor de gevraagde uitbreiding van het kinderdagverblijf in nauwe samenspraak met de oorspronkelijke architect. Conclusie De ruimte die het bestemmingsplan biedt vraagt om de grootst mogelijke zorgvuldigheid bij de architectonische uitwerking van uitbreidingen in deze singelwand. In de oorspronkelijke wandopzet hebben de incidentele onderbrekingen ruimtelijke betekenis en kwaliteit. Aanpassingen dienen dan ook in de geest van deze opzet te worden vormgegeven. Met het onderhavige voorstel is hieraan voldaan: zowel stedenbouwkundig als architectonisch voegt de uitbreiding zich goed in de singelwand. De revisie van de bouwaanvraag wordt van een positief advies voorzien.
E3 (O)
Boutensstraat 13 11-04455 Aanvraag omgevingvergunning voor het vervangen van een gevelpaneel Aanvraag De betreffende woning maakt onderdeel uit van een bouwblok. Voorgesteld wordt de borstwering op de eerste verdieping uit te voeren in geglazuurde baksteen ter vervanging van de schroten. Conclusie Door het vervangen van het gevelpaneel van een van de woningen in een heel ander materiaal valt het bouwblok visueel uit elkaar en gaat de oorspronkelijke eenheid verloren. Dit leidt tot een onrustig beeld hetgeen van negatieve invloed is op de omgeving. Aanvraag wordt voorzien van een negatief advies.
F
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijsten d.d. 26 mei 2011 en 9 juni 2011, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open : Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur. Respect : Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud : Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing, zijn de aanvragen getoetst aan de (welstands)criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijsten zijn ter inzage op het secretariaat en in te zien via de website http\\www.welstandutrecht.nl.
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 14 juni 2011
6
G
Rondvraag en sluiting De volgende vergadering vindt plaats op 28 juni 2011.
De voorzitter
De secretaris
T. Frantzen
M. van der Wiel
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 14 juni 2011
7