COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN OOST 2008 - 01 Verslag van de driehonderdzesenvijftigste vergadering, gehouden op dinsdag 15 januari 2008 in de Regentenzaal te Utrecht. Aanwezig:
Afwezig:
de voorzitter, P. Vermeulen, de leden G. Andela, M. van Goor, D. Lambert, K. Ottenheym, I. Wijgh, R. van Wylick en V. Yanovshtchinsky, B. van Santen (afd. Monumenten), M. van der Wiel (secretaris), Th. Hilhorst (uitvoerend secretaris) en I. Bakhuis (verslag). W. Smits (afd. Stedenbouw).
OVERZICHT VERSLAG A.
Ingekomen stukken en mededelingen
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 18 december 2007
C.
Algemeen
D. D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8 D9 D10 D11
Bouwplannen Korte Nieuwstraat 2 (Rijksmonument) Daalseweg 253 Mariastraat 4, 6 en 8 (nr. 4 = Rijksmonument) Hartsteeg Neckardreef Bolstraat 1 Knooppunt Laagraven/A12 Amsterdamsestraatweg 739 Bekkerstraat 127 Gageldijk, tussen 4A en 4D Priokstraat 4
E. E1 E2 E3
Nagekomen plannen Kievitdwarsstraat 54 Stroyenborghdreef Kleinesingel 37
F.
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijsten d.d. 10-01-2008
G. G1 G2 G3
Reclames Maliebaan 10A/Biltstraat 97 Overste den Oudenlaan/Truus van Lierstraat Vredenburg 14
H.
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 januari 2008
A.
Ingekomen stukken en mededelingen De reorganisatie van de dienst Stedelijke Ontwikkeling is per 1 januari 2008 geëffectueerd. Mevrouw Van der Wiel is benoemd tot secretaris van de Commissie Welstand en Monumenten en volgt in die functie de heer Koning op. Daarvoor was zij als beleidsmedewerker verbonden aan het Bureau CWM. De Federatie van Welstandscommissies heeft een stimuleringsbijdrage beschikbaar gesteld om op gemeentelijk niveau beleid te ontwikkelen voor de ruimtelijke kwaliteit van snelweg en omgeving in het kader van het project "Routeontwerp". Dit kan in de vorm van een welstandsparagraaf in de welstandsnota, maar de Utrechtse welstandsnota leent zich niet voor die toevoeging. De secretaris zal dit onderwerp bij de afdeling Stedenbouw onder de aandacht brengen. Het Projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie heeft een leidraad plankwaliteit opgesteld (richtlijnen voor het kwaliteitsteam NHW) en de Federatie Welstand een themabijlage met aandachtspunten en beoordelingscriteria voor ontwikkelingen in het gebied van de NHW. Deze kunnen niet worden verwerkt in de Utrechtse welstandsnota, maar de criteria kunnen in voorkomende gevallen wel bij de beoordeling van ontwikkelingen worden betrokken. Er zijn enkele exemplaren van de brochures beschikbaar.
B.
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 18 december 2007 Het verslag wordt vastgesteld.
C.
Algemeen Geen.
D. D1 (B)
Bouwplannen Korte Nieuwstraat 2 (Rijksmonument) Principeplan voor het reconstrueren van de geveltop Aanvraag: Stichting Reconstructie Topgevel Korte Nieuwstraat 2 Ontwerp: Vlaardingerbroek & Wevers Toelichting afdeling Monumenten De heer Kipp schetst de historische achtergrond. Het vijftiende-eeuwse claustrale huis was gelegen aan de zuidzijde van het huidige Domplein. In de zestiende eeuw is de zijgevel – aan zijde van het Wed, georiënteerd op de voormalige Bisschopshof – van een renaissancistische pronkgevel voorzien, onafhankelijk van de structuur van het huis. Dit verklaart dat een voordeur in deze gevel ontbreekt. Na de Reformatie is de Oudmunsterkerk afgebroken en is de Korte Nieuwstraat aangelegd. Achter het claustrale huis werden huurwoningen gebouwd en het front kwam aan de Korte Nieuwstraat te liggen. In de negentiende eeuw is de topgevel gesloopt. Dat er een aantal documentaire tekeningen van diverse kunstenaars bewaard is gebleven, toont aan dat de gevel door de tijd heen als bijzonder werd ervaren. In 1981 heeft de Rijksgebouwendienst het pand gerestaureerd op basis van een grondig historisch onderzoek, maar om praktische redenen is de topgevel niet in de restauratie betrokken. In 2002 is het idee gerezen de topgevel alsnog te herstellen. De afdeling Monumenten heeft zich beraden op de wijze waarop met dergelijke reconstructies zou moeten worden omgegaan en is een zevental criteria geformuleerd die ook voor andere reconstructies in de stad kunnen worden gehanteerd. Het principeplan voldoet aan die criteria. De afdeling Monumenten adviseert positief over de voorgestelde reconstructie van de topgevel. Toelichting van de architect Architect Vlaardingerbroek licht toe dat voor het plan gebruik is gemaakt van de historische tekeningen, maar ook van een zorgvuldige gedetailleerde opname van de situatie, aan de hand waarvan de ankerpunten voor de reconstructie van de topgevel zijn bepaald. De guldensnede-verhoudingen in het pand zijn leidend geweest voor de voorgestelde verhoudingen in de topgevel. Optisch wijken die soms iets af van de artist impressions uit de negentiende eeuw. Over de reconstructie heeft overleg plaatsgevonden met de afdeling Monumenten en met de RACM. De Rijksdienst heeft nog geen uitsluitsel gegeven. Conclusie De commissie heeft waardering voor het initiatief. Van belang is dat er voldoende documentatie beschikbaar is om de reconstructie op historisch verantwoorde wijze te kunnen laten plaatsvinden. In cultuurhistorisch opzicht betekent deze reconstructie een
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 januari 2008
2
verrijking van de stad. De reconstructie heeft een educatieve functie: in de zestiende eeuw nam Utrecht een belangrijke positie in in de renaissancistische architectuurontwikkeling en met deze reconstructie wordt een voorbeeld daarvan zichtbaar. Bovendien zou de verminking van de kap ongedaan worden gemaakt. De commissie constateert dat het plan voldoet aan de door de afdeling Monumenten zorgvuldig geformuleerde criteria. Bij de stedenbouwkundige betekenis zijn vraagtekens te plaatsen; door ontwikkelingen in de omgeving – waaronder de aanleg van de Korte Nieuwstraat – is dit oorspronkelijke hoekpand onderdeel van een gevelwand geworden en door het verwijderen van de topgevel is hierin een logische samenhang ontstaan. De reconstructie van de topgevel zou die samenhang verstoren. Wel herneemt het pand met de toevoeging de centrale positie in de zichtas van het Wed in. In meerderheid is de commissie daarom van mening dat dit nadeel niet opweegt tegen de cultuurhistorische betekenis van deze reconstructie. Bezien zou kunnen worden of de zelfstandigheid van deze gevel kan worden beaccentueerd ondermeer door de omgang met de plint. De commissie acht het een goede keuze de restauratie in die zin te begrenzen dat de wijzigingen die voor de negentiende eeuw aan het pand zijn aangebracht, in stand blijven. Zij adviseert positief over het principeplan. Zij merkt daarbij op dat de uitvoering zodanig zal moeten zijn, dat de topgevel zich niet als herkenbare nieuwe toevoeging manifesteert. D2 (R)
Daalseweg 253 BV2076725 Aanvraag voor de nieuwbouw van een woonhuis na sloop van een bedrijfsgebouw Aanvraag: Van den Oever Ontwerp: SeARCH Architects (Zie notulen 24/04 2007) Het plan past in het bestemmingsplan. De commissie heeft positief gereageerd op het ontwerp, maar heeft aandacht gevraagd voor enkele ontwerpdetails. Inspreker de heer Janssen is eigenaar van het belendende pand. Hij heeft dit pand twee jaar geleden gekocht. Nadien is de naastgelegen bedrijfsruimte verkocht en heeft de nieuwe eigenaar een plan voor een woonhuis ontwikkeld. De heer Jansen juicht die ontwikkeling toe, maar hij heeft bezwaar tegen de positionering van de nieuwbouw op de erfgrens. Hij vraagt het effect van zijn vrijstaande woning te respecteren en voldoende ruimte in acht te nemen voor onderhoudswerkzaamheden aan de zijgevel en het dakoverstek. Architect Gilissen licht toe dat het ontwerp is geënt op de typologie van een loods. Uit dit hoofdvolume is een uitsnede gemaakt, die op het voorhuis wordt geplaatst en uitzicht biedt over de omgeving. Deze opbouw wordt uitgevoerd in hout, evenals de kopgevels. De bouwhoogte is gelijk aan de nokhoogte van het belendende pand. Op de erfgrens wordt een aluminium plint toegepast. Conclusie De commissie kan zich vinden in het ontwerp. De typologie van een loods benadrukt de karakteristieke bebouwing langs de Vecht en past in deze omgeving. Het komt in de stad meer voor dat er een smalle spleet bestaat tussen de strakke bouwmuren van afzonderlijke woningen. In dit geval echter, vormt het dakoverstek van het belendende pand een complicerende factor. Het bouwplan zal moeten worden afgestemd op de specifieke situatie. De commissie adviseert een voor alle partijen aanvaardbare oplossing te zoeken in overleg met de eigenaar van het naastgelegen pand. In afwachting daarvan wordt een definitief welstandsadvies aangehouden.
D3 (B)
Mariastraat 4, 6 en 8 (nr. 4 Rijksmonument) BV2076880 Bouw- en monumentenaanvraag voor het realiseren van twee bovenwoningen Aanvraag: M. van Hooijdonk Ontwerp: Architektenkollektief Architect Sprunken licht het plan toe. In het kader van het project 'Wonen boven winkels' wordt woonruimte in het pand gerealiseerd. De ontsluiting komt in de steeg te liggen. Om voldoende hoogte onder de kap te kunnen creëren, wordt de zoldervloer van een deel van het voorhuis verlaagd. Door deze ingreep kunnen de dakspanten intact blijven. Afdeling Monumenten Er moet een afweging worden gemaakt in het gebruiksbelang en het historisch belang. De afdeling vindt dat de woonkwaliteit onvoldoende rechtvaardiging om de vijftiende-eeuwse
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 januari 2008
3
constructie te doorbreken. Overigens zou ook het doorbreken van de dakspanten ten zeerste moeten worden ontraden. Conclusie De commissie keurt voorliggend plan af. De Mariastraat 4 is een sober monument, dat zijn waarde niet ontleent aan het interieur, maar aan het casco, inclusief de houten dak- en vloerconstructies. De commissie is van oordeel dat die monumentale elementen niet mogen worden aangetast. Geconstateerd moet worden dat het voorgestelde programma niet in dit monument past. Er zal een specifieke oplossing moeten worden gekozen waarin de bestaande situatie optimaal wordt benut en waarbij het behoud van de monumentale constructie als uitgangspunt wordt gehanteerd. Het feit dat het monument zijn waarde niet ontleent aan het interieur, biedt maximale vrijheid voor de inrichting. D4 (B)
Hartsteeg BV2075483 Principeplan nieuwbouw twee woningen op het binnenterrein tussen de Oudegracht en de Loeff Berchmakerstraat Aanvraag: M. van Hooijdonk Ontwerp: Architektencollektief (Zie notulen 14/08 en 18/12 2007) De commissie heeft gevraagd het ontwerp te benaderen als een krachtige, gesloten tuinmuur met enkele openingen. Het ontwerp is aangepast. Conclusie De planaanpassing beantwoordt aan het beeld van een tuinmuur met enkele openingen en is akkoord.
D5 (O)
Neckardreef BV2077057 Bouwaanvraag voor de nieuwbouw van wooncomplex De Warande met consultatiebureau, wijkcentrum en parkeervoorziening Aanvraag: Woningbouwcorporatie SGBB Ontwerp: Jorissen, Simonetti Architecten (Zie notulen van 24/04 en 17/07 2007) De commissie heeft positief gereageerd op het ontwerp, maar heeft aandacht gevraagd voor een zorgvuldige materiaalkeuze. Verder heeft zij gevraagd het ontwerp voor de inrichting van de buitenruimte te versoberen. De ontwerpers geven een toelichting. Het complex ligt in een groenstrook dat de overgang vormt tussen het park en de stad. Het is samengesteld uit drie volumes: een hoofdvolume met een groot venster, gericht op de Neckardreef, een lagere zijvleugel en een hoger blok. In de materialisering is aansluiting gezocht bij de watertoren in het park. Voor het hoofdvolume is een gemêleerde bruine baksteen gekozen. De overige volumes worden uitgevoerd in een baksteen van hetzelfde fabrikaat, in lichtere kleurschakeringen. In de richting van zorgcomplex Tamarinde wordt de kleurstelling lichter. De gevel aan de zijde van het park wordt bekleed met kunststofbeplating met houtmotief in verschillende kleurnuances. Deze stroken met een breedte van 30 cm worden gepotdekseld toegepast. Het grote glasvlak in de kopgevel aan de Neckardreef wordt uitgevoerd in gesatineerd glas. Achter de glaspanelen worden ter hoogte van borstweringen en kozijnen grijze panelen aangebracht. De buitenruimte vormt de verbinding tussen de woonwijk en het park, maar heeft ook nadrukkelijk een functie als verblijfsruimte. In het ontwerp is meer rust en eenheid gebracht, met behoud van het oorspronkelijke concept. De inrichting bestaat uit gazons met regelmatig gerangschikte bomen en vakken met bodembedekkers tussen natuurstenen stroken. De bestrating wordt uitgevoerd in een waterdoorlatende steen in aardtinten. Voor de verhoogde ovaal is een steen in een lichtere tint gekozen. Conclusie Vragen die de commissie tijdens de vorige planbehandeling heeft gesteld, zijn gedeeltelijk beantwoord. De versobering in de materialisering is een verbetering, maar de zware donkere baksteen dreigt een somber beeld te doen ontstaan. De architect wordt gevraagd de kleurstelling nogmaals te bestuderen en te zoeken naar een subtielere nuance. Ten opzichte van het vorige ontwerp is het grote glasvlak verbeterd, maar hierin worden de horizontale borstweringen te sterk geaccentueerd waardoor de gevel een te kantoorachtige uitstraling krijgt. Deze gevel zou kunnen worden verlevendigd door het contrast slechts te zoeken in verschillen tussen mat en helder glas en eventueel de achterliggende penanten,
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 januari 2008
4
kozijnen en borstweringen in één tint (wit) te houden. Een zorgvuldige detaillering is essentieel. In de gevraagde versobering van de buitenruimte moet nog een grote slag worden gemaakt. De variatie aan materialen en middelen staat een krachtig en vanzelfsprekend plan in de weg en een centrale thematiek ontbreekt nog. De commissie voorziet dat de natuurstenen stroken worden overwoekerd, zodat die in korte tijd geen functie meer hebben. Verder wordt de verhoogde ovaal te sterk benadrukt door de afwijkende kleur bestrating. Een verdere versobering van het inrichtingsplan, tot een helder, rustig en minder versnipperd ontwerp dat ook op langere termijn zijn vanzelfsprekendheid behoudt, wordt afgewacht. D6 (O)
Bolstraat 1 BV2074372 Principeaanvraag voor het bouwen van twee woningen met praktijkruimte na sloop van bestaand woonhuis Aanvraag: A. Hilhorst Ontwerp: Dôme Architecten (Zie notulen van 6/11 2007) De commissie heeft gevraagd meer eenheid in het ontwerp te brengen en het ontwerp af te stemmen op de plattegronden, waardoor een vanzelfsprekend geheel kan ontstaan. Architect Budde licht toe dat de opdrachtgever het pand op termijn wil splitsen. In de toekomstige situatie zal de gevelarchitectuur corresponderen met de plattegronden. In de hoofdmassa is het metselwerk van de bestaande bebouwing doorgetrokken. De achtergevel wordt uitgevoerd in stucwerk, dat aansluit op de achterliggende bebouwing. De rij krijgt een beëindiging in een kopwoning waarin op de bovenste verdieping een praktijkruimte wordt gerealiseerd. Deze kopwoning wordt bekleed met een vlakke eternietbeplating. Conclusie De Bolstraat is een eenvoudige straat met een eenvoudige architectuur. De uitstraling van de hoofdmassa is sterk verbeterd. De voortzetting van het metselwerk en de vormgeving van de dakkapellen passen goed in deze straat. De gedraaide hoekbeëindiging is voorstelbaar, maar een verbijzondering moet ofwel worden gezocht in de vorm, ofwel in de materialisering, niet in beide. Eternietbeplating ligt in deze situatie niet voor de hand. De commissie wacht bij de bouwaanvraag de verdere doorwerking af.
D7 (O)
Knooppunt Laagraven/A12 BV2073244 Bouwaanvraag voor het plaatsen van een reclametoren in groenstrook verkeersknooppunt Aanvraag: Hillenaar Outdoor Advertising Ontwerp: idem (Zie notulen van 31/07 2007) De commissie heeft gevraagd de bestaande bomen zo veel mogelijk te respecteren en een minder dominant ontwerp te presenteren, waaruit de zijelementen zijn geschrapt. Het ontwerp is aangepast. Dit bestaat uit één hoge mast zonder reclametoevoegingen aan de onderzijde, in een neutrale kleur. De bestaande bomen kunnen in stand blijven. Conclusie De planaanpassing voldoet aan het commentaar van de commissie en wordt goedgekeurd.
D8 (St)
Amsterdamsestraatweg 739 BV2060913 Principeaanvraag voor de nieuwbouw van een woonhuis op braakliggende kavel Aanvraag: E. Eugster Ontwerp: Architectenbureau Peter de Wit (Zie notulen 11/09 2007) De commissie heeft gevraagd de zelfstandigheid van het blokje drie-onder-eenkapwoningen te respecteren door de nieuwbouw op de begane grond los te houden van dat blokje en deze terug te leggen op de kavel, zodanig dat het zijraam van de hoekwoning vrij blijft. Het plan is aangepast. Er wordt een monoliet blok in een donkere kleurstelling voorgesteld, dat ten opzichte van het eerdere ontwerp is teruggelegd op de kavel. Conclusie De commissie vindt het een goede keuze de nieuwbouw achter de rooilijn te leggen. Ten aanzien van de aansluiting op de bestaande bebouwing, reageert het ontwerp echter nog
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 januari 2008
5
onvoldoende op het commentaar van de commissie. De nieuwbouw dient los te blijven van de bestaande bebouwing. In de voorgestelde vorm wordt het plan afgekeurd. D9 (R)
Bekkerstraat 127 BV2076830 Bouwaanvraag voor het maken van een dakuitbouw in het bovenste deel van het dakvlak Aanvraag: D. Webbink Ontwerp: Bbink Voorgesteld wordt de bestaande dakkapel aan de achterzijde van de mansardekap te vergroten. De woning is gelegen in een gebied met het beleidsniveau 'Respect' (welstandsnota). Bij dit beleidsniveau wordt uitgegaan van respect voor de essentiële eigenschappen van het aanwezige bebouwingsbeeld en omgevingskarakteristiek. Daar wordt in deze aanvraag niet aan voldaan, ondermeer doordat de omvang, schaal en massaopbouw van de woning door deze dakuitbouw niet meer in evenwicht is met de bestaande omgeving. De dakuitbouw is geplaatst in het bovenste dakvlak over de gehele breedte van de woning hetgeen leidt tot een onevenwichtige architectonische verhouding: een 'topzwaar' volume dat de architectuur en dakbeeld gaat overheersen. De commissie wijst het plan af. De commissie constateert dat de huidige dakkapel in het bovenste dakvlak niet voldoet aan de sneltoetscriteria van de welstandsnota en een verdere uitbreiding is niet aanvaardbaar. Een optrekking van de achtergevel van de eerste verdieping is denkbaar, onder voorbehoud van de medewerking van de afdeling Stedenbouw.
D10 Gageldijk tussen 4A en 4D BV2076621/BV2076814 (R) Bouwaanvraag voor het maken van twee tuinhuisjse in een volkstuincomplex Aanvraag: F. Alp / N. Karadaout - Yilmaz Ontwerp: onbekend Voorgesteld wordt twee tuinhuisjes te realiseren met de afmetingen van 5 x 4,5 meter en 5 x 3,8 meter. Conclusie Met de vereniging van dit volkstuincomplex zijn afspraken gemaakt met betrekking tot standaard tuinhuisjes. Als richtlijn geldt o.a. dat per kavel een tuinhuisje toegestaan wordt van maximaal 3 x 4 meter. De commissie vindt de voorgestelde schaalvergroting niet gewenst, ook niet als de aanvrager een dubbele kavel tot zijn beschikking heeft. De maat van de huisjes moet ondergeschikt zijn aan de openheid van het volkstuinencomplex. Er dient te worden uitgegaan van de oorspronkelijke eenheden, zonder deze te koppelen. Deze schaalvergroting zou het karakter van het volkstuinencomplex, gelegen in een gebied met het beleidsniveau 'Respect' (welstandsnota), te zeer aantasten en wordt afgekeurd. Omvang en schaal dienen in evenwicht te zijn met de bestaande omgeving. Een aangepast ontwerp wordt afgewacht. D11 Priokstraat 4 (O) Principeaanvraag voor het maken van een dakopbouw op een woonhuis Aanvraag: J. van Hooren Ontwerp: Troost & Rutjes Architecten De planbehandeling vervalt. E E1
BV2077025
Nagekomen plannen Kievitdwarsstraat 54 BV2076861 Bouwaanvraag voor intern verbouwen en het vergroten van een woning t.b.v. het maken van 3 appartementen Aanvraag: Van der Wateren projectontwikkeling Ontwerp: idem Voorgesteld wordt de mansardekap te verhogen en uit te bouwen om ruimte te creëren voor het realiseren van appartementen. Conclusie Het plan wordt afgekeurd. Het voorstel voldoet niet aan de criteria die gekoppeld zijn aan het beleidsniveau 'Respect' van de welstandsnota. Deze ingreep is naar vorm en schaal niet passend in zijn omgeving en er is ook geen sprake van een evenwichtige opzet in maatverhoudingen. Deze kenmerkende mansardekap wordt hierdoor te grof aangetast en 'topzwaar' belast. Hierdoor ontstaat er een onaanvaardbaar beeld.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 januari 2008
6
E2 (O)
Stroyenborghdreef 2 Principeplan voor de herbouw van een school in een semi-permanente uitvoering Aanvraag: DMO / Gemeente Utrecht Ontwerp: Verlaat Uden Bouwsystemen i.s.m. architect J. Buijs De bestaande school is door brand verwoest. Voorgesteld wordt deze te herbouwen. Met het oog op ontwikkelingen in de omgeving zal de school in deze vorm vijf à tien jaar dienst doen. Het ontwerp bestaat uit twee lagen en op de begane grond wordt een uitbouw gerealiseerd ten behoeve van de speellokalen. Het pand wordt bekleed met aluminiumkleurige golfbeplating en met kunststofpanelen met houtmotief. Conclusie De school ligt prominent in het zicht vanaf de Einsteindreef. De samengestelde materialisering maakt een armoedige indruk. De commissie vraagt het ontwerp te benaderen als een sobere doos in een eenduidige materialisering, bij voorkeur aluminiumbeplating. Door deze in een sprekende kleur te spuiten, krijgt het gebouw een optimistischer en minder industriële uitstraling. Een aangepast voorstel wordt afgewacht.
E3 (R)
Kleinesingel 37 BV2074854 Nieuwbouw berging Aanvraag: afdeling Juridische Zaken, gemeente Utrecht De afdeling Juridische Zaken van de gemeente Utrecht vraagt naar aanleiding van een bezwaarschrift een heroverweging aan de commissie aangaande de nieuwbouw van een berging. In de bouwaanvraag BV2074854 wordt een wijziging aangevraagd op een eerder vergunde berging (BV2052982) wat betreft het volume en de plattegrond. De nieuw aangevraagde berging heeft een L-vormige plattegrond ten behoeve van de doorgang. Tevens wordt de berging voorzien van zadeldaken. De commissie is van mening dat de nieuw aangevraagde berging een verbetering is ten opzichte van de eerder goedgekeurde berging. De plattegrond leidt tot een betere inpassing in het achtergebied zowel qua doorgang als ten opzichte van de omringende bebouwing. Het bouwwerk is gelegen op een locatie waar het beleidsniveau 'Respect' aan is toegekend (welstandsnota). In het bezwaarschrift worden enkele criteria aangehaald waar de berging niet aan zou voldoen. De commissie is het hier niet mee eens. Naar haar mening is het bouwwerk qua omvang, schaal en massaopbouw in evenwicht met de bestaande omgeving en passend in de stedenbouwkundige structuur. Daarnaast is de berging zorgvuldig vormgegeven met aandacht voor de inpassing. Zij is het dan ook niet eens met de bezwaarmaker dat er bij de platafgedekte berging sprake was van een betere inpassing. De commissie blijft bij haar standpunt en keurt de aanvraag voor de berging met zadeldaken goed. Hierbij wordt opgemerkt dat de zadeldaken (in het bezwaarschrift worden de zadeldaken als oneigenlijk voor dit achtergebied aangemerkt) voor bijgebouwen veelvuldig worden toegepast - ook in deze omgeving - en in veel gevallen de uitstraling van een bijgebouw op een binnenterrein kunnen verzachten (in vergelijking met het zicht op een plat dak vanuit de omringende bebouwing).
F
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijst d.d. 10 januari 2008, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open: Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur. Respect: Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud: Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing zijn de aanvragen getoetst aan de sneltoetscriteria, dan wel aan de criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijst is ter inzage op het secretariaat.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 januari 2008
7
G G1
Reclames Maliebaan 10A RC20880146 Biltstraat 97 RC20880147 (B/R) Aanschrijvingen illegale reclame (banier) tegen gevels van twee kantoorgebouwen Betreft: Van Diepen Van der Kroef Advocaten/Gresnigt & Van Klipperhuis Advocaten Een aanvraag voor het plaatsen van een banier aan de gevel van een kantoorpand aan de Maliesingel 2 hoek Biltstraat is afgewezen en de aanvrager heeft daartegen bezwaar gemaakt onder verwijzing naar soortgelijke situaties aan de Maliebaan 10A en Biltstraat 97. De situaties zijn door de afdeling Bouwbeheer onderzocht en gebleken is dat de banieren aan de Maliebaan en Biltstraat een illegale situatie betreft. Daartegen zal handhavend worden opgetreden. Conclusie Deze vorm van reclame voldoet niet aan het reclamebeleid van de gemeente, vastgelegd in de reclamerichtlijnen van de welstandsnota. De oppervlakte van het reclamedoek is te groot en het doek is te hoog geplaatst. De positie op het niveau van de verdiepingsgevel ontneemt het zicht op deze gevel. De reclame is dominant en is niet ondergeschikt ten opzichte van de gevelarchitectuur en omgeving. De commissie keurt deze reclames af. G2 (St)
Overste Den Oudenlaan/Truus van Lierlaan Principeplan voor het schilderen van de gevelbanden van de parkeergarage en het rondom plaatsen van gekleurde neonbuizen Aanvraag: Jaarbeurs Utrecht Ontwerp: 3TAC.NL De gevelbanden van de parkeergarage zijn geschilderd in sprekende kleuren en voorgesteld wordt deze te voorzien van neonverlichting in dezelfde kleuren. De commissie acht deze aanpassing een verbetering en keurt de aanvraag goed.
G3 (B)
Vredenburg 14 Aanvraag voor de plaatsing van een drietal lichtreclames tegen gevel hotel Aanvraag: European Hotel Management Ontwerp: Haaxman Lichtreclame Voorgesteld wordt lichtreclames aan te brengen tegen de gevel van het hotel, boven de lichtreclame van de onderliggende winkel. Conclusie In de bestaande situatie zijn meer reclame-uitingen aangebracht dan de richtlijnen toestaan. Een verdere uitbreiding op dit gevelvlak is niet aanvaardbaar. De voorgestelde reclame verstoort het gevelbeeld met de aanwezige reclames en gaan in onderlinge concurrentie. De reclame-uitingen boven en naast de entree zijn acceptabel. Indien er sprake is van een naamswijziging van het hotel kan de belettering op het dak worden vervangen. Dit is van oudsher de aangewezen plaats en past bij de architectuur van dit beeldbepalende hotelgebouw. Deze aanvraag wordt in deze vorm afgewezen.
H
Rondvraag en sluiting
De volgende vergadering vindt plaats op 29 januari 2008. De voorzitter
De secretaris
P. Vermeulen
M. van der Wiel
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 januari 2008
8