COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN WEST 2008 - 03 Verslag van de tweehonderdderde vergadering, gehouden op dinsdag 5 februari 2008 in de Regentenzaal te Utrecht. Aanwezig:
Afwezig:
De voorzitter, P. Vermeulen, en de leden G. Andela, D. Dobbelaar, B. Mispelblom Beyer en K. Tedder, C. Boogert (uitvoerend secretaris), M. van der Wiel (secretaris) en I. Bakhuis (verslag). De leden J. van den Bout en R. Jansma.
OVERZICHT VERSLAG A.
Ingekomen stukken en mededelingen
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 22 januari 2008
C.
Algemeen
D. D1
Bouwplannen Vleuterweide, deelplan 2.2.
D2
De Wetering-Zuid, Proostwetering
D3
De Meern, Burg. Middelweerdbaan
E.
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijst d.d. 04-02-2008
F. F1
Nagekomen bouwplannen Diverse locaties met bewegwijzeringsborden naar sportaccommodaties
G.
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 5 februari 2008
Voorlopig ontwerp nieuwbouw 61 woningen, Inbo Eindhoven Voorlopig ontwerp nieuwbouw Healthpark, KOW/Delta Vorm Groep Voorlopig ontwerp, 20 appartementen, Klunder Architecten
A.
Ingekomen stukken en mededelingen Geen.
B.
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 22 januari 2008 Het verslag wordt met enkele wijzigingen vastgesteld.
C.
Algemeen Geen.
D. D1 (R)
Bouwplannen Vleuterweide, deelplan 2.2. Voorlopig ontwerp nieuwbouw 61 woningen Aanvraag: AM Wonen Ontwerp: Inbo Eindhoven (Zie notulen van 18/09 en 11/12 2007) De commissie heeft gevraagd de architectonische uitwerking van het ontwerp voor de vrijstaande en de twee-onder-een-kapwoningen te herzien, zodat een vanzelfsprekend beeld ontstaat, waarin de gekozen monumentale stijlmiddelen betekenis hebben. Voorts is gevraagd de rijwoningen in samenhang met de omgeving te presenteren. Architect Bosma heeft een versobering in de gevelarchitectuur van de twee-onder-eenkapwoningen en de vrijstaande woningen doorgevoerd, waardoor een rustiger en terughoudender beeld is ontstaan. De zware, lichtgekleurde penanten zijn achterwege gelaten, waarmee de monumentaliteit is geminimaliseerd. De erkers zijn als glazen doosjes vormgegeven. Kozijnen worden grijs geschilderd, waardoor deze minder expressief zijn. De woningen worden opgebouwd in een zandgele baksteen en krijgen een rood pannendak, afgewisseld met woningen in een rode of roodbruine steen, in combinatie met een zwarte pan. Garages worden in dezelfde steensoort gemetseld en hebben zo een functie in het volumebeeld. Het gevelmetselwerk wordt zoveel mogelijk stootvoegloos uitgevoerd. Als gevelbekleding is gekozen voor donkerbruine sidings met houtstructuur. Voor het gehele plan is afstemming gezocht in materialisering en kleurstelling, zodat het rustig en vriendelijk oogt en goed aansluit bij het gerealiseerde plan van Feekes Colijn. Conclusie De planaanpassing beantwoordt volledig aan het commentaar van de commissie. Er is een rustig en vanzelfsprekend geheel ontstaan. De commissie keurt de planopzet goed. De detaillering op DO-niveau wordt afgewacht. De commissie geeft in overweging daarbij kleuraccenten toe te voegen om een te grote rust te voorkomen..
D2 (R)
De Wetering-Zuid, Proostwetering Voorlopig ontwerp nieuwbouw Healthpark Aanvraag: TCN Ontwerp: KOW/Delta Vorm Groep (Zie notulen 26/06 en 2/10 2007) Tijdens de vorige planbespreking heeft de commissie gevraagd duidelijke conceptuele keuzes te maken in de planopzet. Architect Van Paassen heeft in de doorontwikkeling van het plan ingrijpende wijzigingen doorgevoerd. De parkeervoorziening (twee lagen) wordt geheel ondergronds gebracht en geconcentreerd in het midden van het bouwvlak, waardoor de randvoorwaarden voor de tuinaanleg aanmerkelijk zijn verbeterd. Langs de Soestwetering worden het kop- en het eindgebouw van vier lagen 'gekoppeld' door een gelijk gematerialiseerde bebouwingstrook van drie lagen.Tussen kop- en eindgebouw liggen langs de Proostwetering drie autonome paviljoens van twee lagen. Het geheel wordt verbonden door een oranjerie. Het kopgebouw fungeert als voorportaal voor de oranjerie. Door de terughoudende en transparante constructie van de oranjerie krijgen de paviljoens de ruimte voor een eigen, individuele identiteit, gekoppeld aan de specifieke functie. De hoofdentree ligt in het kopgebouw, nabij de bushalte. Een tweede entree ligt aan het plein in het midden van het gebouw, tussen de paviljoens aan de Proostwetering. Op dit plein is ook de toegang naar de parkeergarage gesitueerd. Op beide niveaus wordt een kiss&ride-voorziening aangelegd. De entree in het eindgebouw is bestemd voor ambulances en de bevoorrading. De openingen in de gemetselde gevels worden per verdieping smaller. Afhankelijk van de wensen van gebruikers is er enige variatie mogelijk – door het koppelen van openingen –
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 5 februari 2008
2
maar die vrijheid wordt ingekaderd door een vastgestelde verhouding van open en dichte vlakken. Waar openingen worden samengevoegd, worden diepere neggen toegepast, waarbinnen tevens een naamsvermelding/logo zou kunnen worden opgenomen. De metselwerkgevels krijgen reliëfwerking door een horizontale gevelsprong boven de eerste verdieping en door patchwork van grote gemetselde vlakken met verschillen in tint, textuur en metselverband. De dynamiek van een golvend dak is verlaten. Nu is gekozen voor een rustig, horizontaal dakvlak met een strakke, kunststof bedekking. Het dak van de oranjerie wordt gedragen door stalen kolommen en gelamineerde liggers. De vrijstaande kolommen zijn tot de tweede verdieping verzwaard met een houten cilinder ten behoeve van verlichting en ventilatie-installaties. De gelamineerde liggers zijn versterkt met een stalen springwerk. Ook in het patroon van gevelopeningen in de binnenwereld is enige variatie mogelijk, maar ook hier is de vrijheid gelimiteerd. Het interieur krijgt een vriendelijke uitstraling, door de toepassing van natuursteen en hout en geluidabsorberende materialen. Publieksruimten en recepties voor de afzonderlijke functies kunnen een eigen uitstraling krijgen. In het landschappelijk ontwerp heeft landschapsarchitect Bennema gezocht naar een aanpak die een aantrekkelijk milieu met een menselijke maat creëert, zonder de grootschaligheid van de omgeving uit het oog te verliezen. Het centrale thema van een oranjerie is opgepakt. Door een levendige groene inrichting in de wintertijd en uitbundig bloeiende planten in de zomertijd kan hier seizoenbeleving ontstaan. Grote haagvlakken geven de tuinen tussen de paviljoens een robuuste uitstraling. Een fragmentering van haagvlakken zorgt voor schaalverkleining en dieptewerking. De gebruiksfunctie van de hoven wordt vergroot door een halfverharding en het plaatsen van grote zitbanken. Een raster van bomen (magnolia's) geeft de afzonderlijke tuinen beslotenheid. De entreegebieden worden ingericht als plein. In de verharding van het voorplein wordt onderscheid gemaakt ten behoeve van auto- en langzaam verkeer. Aan de zijde van de Soestwetering wordt de vanuit het stedenbouwkundig plan voorgeschreven haag geplant. In een schriftelijke reactie heeft supervisor Klein Breteler zich positief uitgesproken over de gewijzigde planopzet. Deze past in het stedenbouwkundig plan en laat een logische en doordachte rangschikking van elementen zien. Wel heeft de supervisor nadere uitspraken gevraagd over de gevels,van de paviljoens en acht hij nadere studie noodzakelijk met betrekking tot de kleurvlakken in het metselwerk. Daarnaast verdient de doorwerking van de hagenstructuren aandacht. Conclusie De commissie heeft waardering voor de enorme ontwerpslag die is gemaakt. Hierin is zowel het commentaar van de commissie als een reflectie op het ontwerpproces herkenbaar. De voorgestelde planopzet voegt zich naar de omgeving en heeft de potentie om een aangenaam verblijfsklimaat te creëren in een grootschalig gebouw. Wel heeft de commissie nog een aantal bedenkingen. De conceptuele opzet moet nog verder verduidelijkt worden. Het thema van een transparante oranjerie die de koppen verbindt en waarin losse gebouwen zijn ingeschoven, is een interessant gegeven. Echter, dit effect wordt niet bereikt, omdat het eindgebouw zich om de oranjerie heen vouwt, .Er zal een duidelijker keuze moeten worden gemaakt voor een opzet waarin of de samenstellende elementen logisch aan elkaar verbonden zijn, of de onderdelen van elkaar zijn losgemaakt, met een transparante oranjerie als verbindend element. Tevens wordt opgemerkt dat de maquette en de getoonde sfeerbeelden een sterk contrast suggereren tussen robuuste blokken en een lichte oranjerie, maar de doorsnedes en detailtekeningen ondersteunen dit beeld niet. In deze uitwerking oogt de oranjerie te zwaar en grof, vooral door de zware kolommen en liggers. Verdere studie zal moeten uitwijzen of deze zwaarte in overeenstemming is met het contrast dat wordt nagestreefd en met de zelfstandigheid van de ingeschoven paviljoens. De hiërarchie in de gevelopbouw aan de Soestwetering benadrukt de lengtewerking van het gebouw, maar naar de mening van de commissie doet het patchwork in het metselwerk hier afbreuk aan. Er zal naar een goed evenwicht gezocht moeten worden in de grootschaligheid en robuustheid van het gebouw en de nuanceringen, ook in relatie tot de eigenheid van de paviljoens. Overigens zullen duidelijke randvoorwaarden moeten worden ingebouwd om verantwoord invulling te kunnen geven aan de beoogde gebruikersflexibiliteit met betrekking tot de gevelindeling. De inrichting van de hoven zou de eigen identiteit van de afzonderlijke paviljoens meer kunnen versterken. De herkenbaarheid en eigen identiteit worden nog niet waargemaakt,
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 5 februari 2008
3
waardoor een anoniem beeld ontstaat. De esthetische en eenduidige aanpak van de hoven overstemt het gevoel van intimiteit en eigen identiteit, dat juist bij deze voorziening de overhand zou moeten hebben. De commissie onderschrijft de koers van deze planopzet. Zij vraagt de architect in de doorwerking een goede balans aan te brengen in het totaalbeeld van een robuust, grootschalige gebouw en de eigenheid van de afzonderlijke onderdelen, een evenwicht tussen collectiviteit en individualiteit. De architect wordt geadviseerd de nadere principiële keuzen in een tussenfase met de commissie te bespreken, alvorens deze tot in detail uit te werken. D3 (R
De Meern, Burgemeester Middelweerdbaan Voorlopig ontwerp 20 appartementen Aanvraag: Vergeer Planontwikkeling Voorstel: Klunder Architecten Architect De Ruiter licht het schetsontwerp toe. Het plan betreft een locatie aan de rand van het Leidsche Rijn Park, waar enkele projecten worden ingevoegd in het kader van de optimaliseringsoperatie voor het park. Een invulling van het programma met twee rechthoekige blokjes is losgelaten. Voorgesteld wordt de schaal van het nabijgelegen zwembad en het politiebureau in dit plan voort te zetten. Het ontwerp bestaat uit een atrium als kern, met daaraan gekoppeld drie lobben. Door de meanderende vorm heeft het gebouw geen dominante richting. De lobben bestaan uit vier bouwlagen. De verdiepte parkeergarage ligt 80 cm boven maaiveld, waardoor de verdiepingsringen daarboven lijken te zweven. Een van de lobben ligt binnen de contouren van de geluidsbelasting. De provincie is bereid daarvoor ontheffing verlenen. Om eenheid te laten ontstaan tussen gebouw en omgeving, wordt bij de uitwerking van het schetsontwerp samenwerking gezocht met een landschapsarchitect. Supervisor Van der Ploeg kan zich in de hoofdopzet vinden. Het is een relatief groot programma, maar de opdeling in lobben rond een kern resulteert in een schaalverkleining die zich verstaat met de bebouwing in de directe omgeving. Wel plaatst de supervisor enkele kanttekeningen. Het heeft de voorkeur de entree van het gebouw aan de parkzijde te leggen, om een wijdlopige ontsluitingsroute te voorkomen. Verder is het gewenst het atrium dat de klaverbladen verbindt, transparant te maken, zodat er doorzicht naar het park ontstaat. Om de relatie met de omgeving te versterken, dienen de horizontale banden te worden uitgevoerd in metselwerk. Conclusie De commissie heeft sympathie voor de ontwerpuitgangspunten. De gekozen vorm vloeit niet logisch voort uit de situatie en zal betekenis moeten krijgen door een vanzelfsprekende landschappelijke inpassing. Het is dan ook een goede keuze het architectonisch ontwerp en de landschapsinrichting verder hand in hand te laten gaan. Verplaatsing van de entree naar de parkzijde is een voorwaarde. Zo kan een voorgebied ontstaan, dat dit eiland een groene uitstraling geeft. Het atrium heeft een centrale positie in het ontwerp. Dit beeld moet zowel qua hoogte als doorzicht gegarandeerd zijn. Cruciaal voor het waarmaken van de ambities van dit schetsontwerp is de uitwerking en detaillering van de rondingen. Deze moeten worden gedragen door de landschappelijke inpassing, maar ook door de gebouwstructuur. De commissie acht bij dit drie-lobben-concept een radiale constructiestructuur en plattegrondontwikkeling vanzelfsprekender dan de voorgestelde orthogonale structuur. Met name de aansluiting van de orthogonale constructie op de gevels zal tot moeizame detailleringen leiden die, naar zij vreest, afbreuk zullen doen aan het concept. De geadviseerde radiale structuur resulteert daarnaast in een vanzelfsprekende, driehoekige atriumvorm, zoals in een van de schetsen verbeeld, en tot beter in de ronde vormentaal passende buitenruimten.
E
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijst d.d. 4 februari 2008, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open: Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur.
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 5 februari 2008
4
Respect:
Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud: Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing, zijn de aanvragen getoetst aan de sneltoetscriteria, dan wel aan de criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijst is ter inzage op het secretariaat. F F1
Nagekomen plannen Diverse locaties Aanvragen voor het plaatsen van bewegwijzering en aanvragen voor het legaliseren van geplaatste bewegwijzering naar diverse sportaccommodaties in Leidsche Rijn. Aanvraag: DMO De bewegbewijzering is uitgevoerd in de huisstijl van de gemeente Utrecht. Over de vormgeving heeft de commissie zich in een eerder stadium positief uitgesproken. Alendorperweg (voor hockeyveld L5, Fletiomare Novum) De Alendorperweg is een weg met veel opgaand groen waarin losse bebouwing is opgenomen. De weg loopt door het Leidsche Rijn Park. De huizen staan op een ruime afstand tot de weg en tot elkaar. Direct langs de Alendorperweg bij de afslag naar de hockeyvelden van Fletiomare Novum staat een bewegwijzering naar de sportvelden. Conclusie Bewegwijzering naar de sportvoorzieningen welke in het park liggen is begrijpelijk, maar zij dient te worden ingepast in de omgeving. Het bord staat te dicht op de weg en op de kruising, waardoor deze teveel aandacht opeist. Door de plaatsing van de bewegwijzering te prominent en te dicht op de weg wordt de rustieke aanleg van de Alendorperweg verstoord. De commissie stelt voor om het bord verder van de weg te plaatsen, zodat deze zich beter voegt in het groene karakter van de weg en tegelijkertijd voldoende zichtbaar zal blijken. De aanvraag wordt afgewezen. Koehoornplein (voor de afslag richting Vleuten) Het Koehoornplein is een tijdelijke rotonde nabij de A2. Het ligt tegen het toekomstige centrum van Leidsche Rijn aan, maar nu ligt het nog in het groene landschap. Midden op de rotonde bevindt zich het sculptuurproject Roulette. De bewegwijzering is geplaatst direct naast de rotonde, bij de betreffende afslag. Conclusie De rotonde, gelegen aan het open groene gebied, wordt verbijzonderd door het kunstproject. Het toevoegen van een element in de openbare ruimte dient daar rekening mee te houden en er met respect mee om te gaan. Dit is niet het geval bij de plaatsing van deze bewegwijzering door de dichte plaatsing op de rotonde. Tevens is de gekozen bebording relatief groot waardoor deze dominant aanwezig is. De aanvraag wordt afgewezen. Hindersteinlaan (in de middenberm voor de kruising met de Haarrijnse Rading) De Hindersteinlaan ligt aan de rand van het Leidsche Rijn Park. Het is een tweebaansweg met een smalle, groene middenberm. Het bord voor de bewegwijzering naar de sportaccommodaties is geplaatst in de middenberm. Conclusie Bewegwijzering dient zich te voegen naar zijn omgeving, en mag deze niet domineren. De plaatsing in de middenberm zorgt ervoor dat het bord zeer dominant aanwezig is ten opzichte van de omgeving. De middenberm is smal en staat niet in verhouding tot de grootte van het bord. Het tegemoetkomende verkeer kijkt bovendien aan tegen de achterkant van dit bord. De commissie meent dat een plaatsing naast de weg in de rechter berm, in lijn met de lantaarnpalen, een beter alternatief zou zijn. Daarom wijst zij de plaatsing van dit bord in de middenberm af.
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 5 februari 2008
5
Hogeweide (voor de kruising met de Melissakade) Hogeweide is een van de bestaande wegen van de Leidsche Rijn. Aan beide kanten van de weg staat een bomenrij. De bewegwijzering naar de sportvelden staat rechts van de weg, in de smalle berm naast de sloot. Conclusie Hogeweide is een weg met een rustige en landelijke uitstraling. Inpassing van bewegwijzering dient zorgvuldig te gebeuren om te zorgen dat dit beeld niet wordt aangetast. Het bord is geplaatst op ongeveer 10 meter van een andere bewegwijzering in een te krappe berm. De combinatie van de beide borden op korte afstand van elkaar en de plaatsing dicht op de sloot en de weg geeft een onrustig en rommelig beeld. Dit is ongewenst, dus keurt de commissie de aanvraag af. Rotonde tussen de wegen 't Zand, Alendorperweg, Langerakbaan en Middelweerdbaan Aan de rand van het Leidsche Rijn komen diverse wegen samen op de rotonde nabij de Hoge Woerd. Op en in de directe nabijheid van deze rotonde worden een viertal bewegwijzeringsborden aangevraagd. Een is geplaatst op de Langerakbaan, ongeveer 10 meter voor de rotonde. Dit bord is een vervanging van een vorige bewegwijzering naar de sportlocaties. De bewegwijzering die hier eerder stond betrof een kleiner rood frame, en was gevuld met een enkele donkergroene regel met informatie. Het aangevraagde bord heeft een vulling van witte horizontale borden die samen een groot wit vlak vormen. Drie andere borden worden aangevraagd tussen de rotonde en het begin van de Alendorperweg. Twee van de drie borden komen aan weerszijden aan het begin van de Alendorperweg te staan en een tussen de rotonde en de Alendorperweg in de berm naast het fietspad. De afstand tot het begin van de Alendorperweg en de rotonde is maximaal 50 meter. Conclusie De rotonde op de kruising van 't Zand, de Alendorperweg, de Langerakbaan en de Middellweerdbaan is knooppunt voor veel auto- en fietsroutes. Het is dan ook begrijpelijk en voorstelbaar dat er op deze centrale plaats een bewegwijzering nodig is naar de diverse functies in de wijk. De aanwezigheid van een aantal illegaal aangebrachte borden die verwijzen naar diverse functies geeft de kennelijke noodzaak hiervan aan. Juist doordat er een grote behoefte is aan bewegwijzering dreigt een situatie te ontstaan waarin bewegwijzeringsborden de inrichting van de openbare ruimte gaan domineren. Op de grens van het park en de woonwijken moet gedoseerd en zorgvuldig worden omgegaan met bewegwijzering, reclame, en dergelijke om verrommeling en overdaad te voorkomen. Het viertal borden in de huidige aanvraag is naar de mening van de commissie teveel voor deze plek. Ook de plaatsing van de borden dicht op de weg en op de kruising zorgt ervoor dat ze meer opvallen dan noodzakelijk. En mede door de aanwezigheid van reeds geplaatste borden, met name op de Langerakbaan, leidt de toevoeging van nog een in het oog springend bord tot verrommeling en overheersing van de openbare ruimte. De bebording dient zich ondergeschikt te voegen naar de omgeving. De commissie wijst de aanvragen af. Zij stelt voor om te zoeken naar een geïntegreerde en bescheiden oplossing voor de bewegwijzering en om verder te zorgen voor een slimme plaatsing zodat het aantal borden beperkt kan blijven. G
Rondvraag en sluiting * Voor commissielid Mispelblom Beyer was dit zijn laatste vergadering in de Commissie Welstand en Monumenten West vanwege het verstrijken van de zittingstermijnen. De aanwezigen bedanken hem voor zijn inzet en bijdragen aan de discussies in de afgelopen jaren. Ook voor commissielid Jansma is zijn lidmaatschap beëindigd. Bij de volgende commissievergadering zullen twee nieuwe architectleden aanwezig zijn, de heer Roorda en de heer Wintermans.
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 5 februari 2008
6
De volgende vergadering vindt plaats op 19 februari 2008.
De voorzitter
De secretaris
P. Vermeulen
M. van der Wiel
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 5 februari 2008
7