COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN WEST 2008 - 02 Verslag van de tweehonderdtweede vergadering, gehouden op dinsdag 22 januari 2008 in de Regentenzaal te Utrecht. Aanwezig:
Afwezig:
De plaatsvervangend voorzitter, D. Dobbelaar, en de leden G. Andela, B. Mispelblom Beyer en K. Tedder, C. Boogert (uitvoerend secretaris), M. van der Wiel (secretaris) en I. Bakhuis (verslag). De voorzitter, P. Vermeulen, en de leden J. van den Bout en R. Jansma.
OVERZICHT VERSLAG A.
Ingekomen stukken en mededelingen
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 8 januari 2008
C.
Algemeen
D. D1
Bouwplannen Leidsche Rijn Park, De Hoge Woerd, Parkrand Het Zand Terwijde, Spoorzone, scherf 16
D2
Voorlopig ontwerp 30 woningen, Krijger & Wagter Architecten Ontwerp 43 (woonwerk)woningen, Monk Architecten Wijziging bouwvergunning 109 appartementen met werkunits, kinderdagverblijf en parkeergarage, Architektenburo Timo bij 't Vuur Definitief ontwerp voor de nieuwbouw van een restaurant, Verheijen-Smeets Architecten Gewijzigd ontwerp uitbreiding, KOW Bebouwingsvoorstel, Kade 13
D3
Terwijde, Spoorzone, scherf 19, blok 5b (ged)
D4
De Wetering-Noord, kavel A2
D5 D6
Vleuten, winkelcentrum Hindersteinlaan Vleuten, Parkweg 36
E.
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijst d.d. 17-01-2008
F. F1
Nagekomen bouwplannen Lage Weide, Reactorweg 25
F2
Vleuten, Hof ter Weydeweg, Het Lint
F3
Mauritslaan 37
G.
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 22 januari 2008
Aanvraag reclamevergunning bedrijfsgebouw met kantoor, NykampNyboer Definitief ontwerp Buitenplaats Buitenhof Leidsche Rijn, Himsmade Bouwkunst Uitbreiding woning + erfafscheiding
A.
Ingekomen stukken en mededelingen Geen.
B.
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 8 januari 2008 Het verslag wordt met enkele wijzigingen vastgesteld.
C.
Algemeen Geen.
D. D1 (R)
Bouwplannen Leidsche Rijn Park, De Hoge Woerd, Parkrand Het Zand Voorlopig ontwerp 30 woningen Aanvraag: VABO Ontwikkeling Ontwerp: Krijger & Wagter Architecten Supervisor Ebberink en architect Wagter lichten het plan toe. De locatie ligt binnen de oorspronkelijke grenzen van het Leidsche Rijn Park, maar wordt bebouwd om de inrichting van het park te kunnen bekostigen. Er is niet gekozen voor voortzetting van de bebouwing van de parkrand – bestaande uit een hoge, gesloten huizenwand – omdat een onnatuurlijk beeld zou ontstaan door de 'antibocht'. Wel wordt de terreinafscheiding voortgezet, in de vorm van een lage tuinmuur. De locatie grenst aan de zuidrand van Het Zand, waarvoor de bouwstijl van negentiende-eeuwse stationsbuurten als referentie is gehanteerd. Aan de zuidwestzijde van Het Zand is een klein bouwplan met villa's gerealiseerd en besloten is die bebouwing in deze zuidpunt voort te zetten, waardoor het geheel meer substantie krijgt. In tegenstelling tot het reeds gerealiseerde bouwplan worden de woningen gekoppeld door een terugliggende garage, om te voorkomen dat bewoners de open ruimte invullen met poorten en hekken om de tuin vanaf de straat aan het zicht te onttrekken. Waar de nieuwbouw grenst aan De Hoge Woerd, worden de gemetselde woningen wit gekeimd. De woningen aan de Parkzichtlaan worden tweezijdig ontsloten. Achter de woningen, aan de tuinzijde, wordt een opstelplaats voor de auto aangelegd en op de erfgrens een haag geplaatst met een hoogte van 1,80 meter. Aan de voorzijde bestaat de erfafscheiding uit een gemetseld muurtje met een hoogte van 60 cm. De woningen aan de Alendorperweg krijgen een ontsluiting aan de voorzijde, met een terugliggende garage. Bij de woningen aan de Verlengde Dudoklaan worden de garages achter op het erf geplaatst, om optimaal gebruik te kunnen maken van de diepte van de tuin. Conclusie De locatie vormt de beëindiging van het gebied en vraagt ook architectonisch een duidelijke beëindiging naar de zogenoemde 'antibocht'. De commissie acht het goed voorstelbaar niet de woningen aan de Parkzichtlaan door te zetten, maar te kiezen voor de uitbreiding van de lossere bebouwing. Dit vergt echter wel een aantal aanpassingen qua opzet. In de voorgestelde opzet keert de ritmiek in korte blokjes zich af van de aaneengesloten bebouwing aan de Parkzichtlaan, maar dan moet een duidelijker ritmiek en regelmaat worden gezocht. De woningen zijn dicht op elkaar gebouwd en door enkele woningen te schrappen, zou meer ontspanning in het plan ontstaan. De nu gekozen herhaling in dit plan is atypisch voor de gekozen referentie, een negentiende-eeuwse stationswijk. Door de dichtheid en rigide herhaling wordt in het totaalbeeld aan kwaliteit ingeboet. Het witkeimen van de woningen die grenzen aan De Hoge Woerd is naar de mening van de commissie onvoldoende als beëindiging van dit deelgebied. Het type woningen leent zich niet voor witte gevels, een specifiek ontwerp voor deze situatie zou denkbaar zijn. De aanpak van voor- en achterkantsituaties baart de commissie zorgen. Het is in de eerste plaats wenselijk een duidelijkere voorzijde te creëren. Daarnaast is het front van de achterzijden van de woningen aan de Parkzichtlaan langs de tussenstraat weinig transparant en schept daardoor geen aangenaam beeld. Zo'n tussenstraat zou door een afwijking van de randbebouwing juist een verrassend beeld kunnen bieden. Tevens ontstaan door de tweezijdige ontsluiting van de woningen aan de Parkzichtlaan ongedefinieerde open ruimten aan de voorzijde van de woningen. Met het oog op de wens van bewoners hun privacy te beschermen, dienen voor een logische overgang van openbare naar privé-ruimten oplossingen in het ontwerp te worden geïntegreerd. De commissie wacht de doorwerking van het plan af, waarbij de architect wordt geadviseerd de woningtypen toe te spitsen op de specifieke locaties, zonder de eenheid te verstoren.
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 22 januari 2008
2
D2 (R)
Terwijde, Spoorzone, scherf 16 Ontwerp voor de nieuwbouw van 43 (woonwerk)woningen Aanvraag: Bouwfonds Fortis Ontwerp: Monk Architecten (Zie notulen 20/03 en 12/06 2007) De commissie heeft twijfels geuit over de gesloten wand aan de noordzijde en heeft gevraagd hierin meer lucht te brengen door de overbouwing van het leidingtracé achterwege te laten en de parkeerruimte verder terug te leggen. Voorts is aandacht gevraagd voor de verkaveling van het achtergebied en de overgangen van privé- naar openbare ruimte. Supervisor Bentvelsen licht toe dat is gezocht naar versterking van het contrast tussen de noord- en de zuidzijde. De zuidwoningen zijn anders op de kavels gepositioneerd en de parkeeroplossing is verbeterd. Architect Schuuring heeft ernaar gestreefd zoveel mogelijk ruimte aan de zuidzijde te creëren voor een optimaal gebruik van de buitenruimte. Omdat de kavel taps toeloopt liggen de woningen in het westelijk deel dichter bij elkaar dan in het oostelijk deel. De zuidwoningen worden merendeels per tweetal ontsloten door een brug. In de noordgevel is de begane grond teruggelegd om de inham voor de parkeerplaats te vergroten. Een gemetselde pergola met een stalen kolom als tussensteunpunt op de terreingrens en een gemetselde lage borstwering ter plaatse van de woningscheiding, creëren afgescheiden privé-ruimten, waardoor auto's gedeeltelijk aan het zicht worden onttrokken. De overbouwing van het leidingentracé is geschrapt. Hierdoor zijn losse blokken ontstaan. Deze onderscheiden zich van elkaar door een subtiele variatie in de gevelindeling. Conclusie De commissie heeft waardering voor het plan, maar adviseert het contrast tussen de strenge gevelwand aan de noordzijde en de losse bouwblokjes erachter verder aan te scherpen door meer variatie in de positionering van de zuidwoningen. Er is een goede oplossing gevonden voor de parkeerruimte aan de voorzijde van de noordwoningen, maar de ritmiek in de gevelwand en de pergola roept nog vragen op. De onderbrekingen in de gevelwand, waardoor losse blokken ontstaan, moeten niet ten koste gaan van de wandwerking. De blokken moeten een geheel vormen. De commissie meent dat meer ritmiek gewenst is, waarbij de verschillende schaalniveaus worden benut. De subtiele variatie zou verder kunnen worden versterkt door de woningen niet te spiegelen en een duidelijker keuze te maken voor parcellering. Voorts wordt geadviseerd aandacht te schenken aan de uitstraling van de kopgevels. De inrichting van de buitenruimte is essentieel voor het succes van dit plan met name bij de zuidelijke woningen. Over de overgang van privé naar openbare ruimte doet het plan nog geen duidelijke uitspraak. Voorkomen moet worden dat langs de fiets- en wandelpaden schuttingen verrijzen. Een goed doordachte inrichting van de ruimte moet de problematiek van de erfafscheidingen oplossen en ook de randen van de privébuitenruimten moeten in het ontwerp worden betrokken. Ook heeft de commissie nog vragen over de aansluitingen van de noordelijke percelen met die van de zuidelijke woningen. En is het parkeren bij de zuidwoningen nog onvoldoende overtuigend opgelost. De commissie ziet het definitief ontwerp tegemoet.
D3 (R
Terwijde, Spoorzone scherf 19, blok 5b (ged.) Wijziging bouwvergunning 109 appartementen met werkunits, een kinderdagverblijf en een parkeergarage Aanvraag: BPF Bouwinvest Voorstel: Architektenburo Timo bij 't Vuur (Zie notulen 21/03 2006 en 01/05 2007). De commissie heeft een eerdere versie van het bouwplan met enkele opmerkingen goedgekeurd. Thans ligt een gewijzigd plan voor. Architect Veerman licht toe dat behalve bezuinigingen ook de uitvoerbaarheid van de hoekverdraaiingen hieraan ten grondslag liggen. De getrapte gevel is in stand gebleven om voldoende lichtinval in het binnenterrein te creëren, maar de dakterrassen zijn vervallen. De appartementen op de bovenste woonlaag beschikken nog wel over buitenruimte in het dakvlak, maar deze blijft binnen het dakprofiel. Overeenkomstig de stedenbouwkundige randvoorwaarden wordt de gevel aan de Stationsstraat tot een hoogte van 18,60 meter in één vlak opgebouwd en wordt de plint ingevuld met commerciële functies. De entree ligt aan de rustige kant van het gebouw en
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 22 januari 2008
3
buitenspeelruimte is geïntegreerd in het verhoogde binnengebied. Aan de achterzijde van het gebouw ligt een langzaamverkeerszone met een toegang via een buitentrap naar het binnengebied. De parkeerruimte ligt onder het verhoogde binnengebied. De woningen zijn voor een deel vanaf het binnengebied ontsloten, maar gebruik van de buitentrap is niet noodzakelijk. Aan het verhoogde maaiveld liggen maisonnettes met een tweezijdige oriëntatie. De ruime galerij met verblijfsfunctie is ongewijzigd. Het gebouw wordt opgebouwd uit een bruine baksteen met een gladde en een ruwe kant. In de penanten is de gladde kant zichtbaar, waardoor een subtiel raster in het metselwerk ontstaat. Conclusie De commissie betreurt het dat een aantal uitgangspunten van het oorspronkelijke ontwerp is losgelaten. Vooral het schrappen van de dakterrassen gaat ten koste van de charme van het plan. Het plan is versoberd en moet zijn kracht halen uit de consequente uitwerking. Een verdere versobering of bezuiniging is niet aanvaardbaar. Het binnenterrein is een essentieel onderdeel van het plan. In het ontwerp voor de buitenruimte moet nog een slag worden gemaakt. De sobere gestileerde inrichting is te afstandelijk. Dit geldt ook voor de buitenspeelruimte van het kinderdagverblijf: een kindvriendelijke buitenruimte moet in het ontwerp voor het binnenterrein worden geïntegreerd. Ten aanzien van de buitentrap naar het binnenterrein wordt opgemerkt dat mede door de ingeklemde positionering tegen de muur de trap ten opzichte van de maat van dit gebouw te smal is om uitnodigend te kunnen zijn. De ontsluiting zal zo moeten worden georganiseerd, dat deze entree meer betekenisvol is. Voorts verdient de positionering van bergingen aan de buitengevels nadere studie. D4 (R)
De Wetering-Noord, kavel A2 Definitief ontwerp voor de nieuwbouw van een restaurant Aanvraag: TCN Ontwerp: Verheijen-Smeets Architecten (Zie notulen 11/07 en 12/12 2006, 20/02, 06/03 en 10/07 2007). Voor deze locatie en opgave zijn eerder voorstellen aan de commissie voorgelegd. Voorliggend ontwerp wijkt zozeer af van de vorige planversies, dat de commissie dit plan behandelt als een nieuw bouwplan. Architect Coppens licht toe dat de contouren voor het gebouw voortkomen uit de eerdere ontwerpen van Paco Bunnik; de ovale hoofdvorm is vanzelfsprekend voor deze locatie in de oksel van de afslag van de A2. De opdrachtgever heeft Verheijen-Smeets Architecten gevraagd het ontwerp met deze basisvorm verder uit te werken. Ondermeer vanwege klimatologische en financiële knelpunten wordt een gewijzigd ontwerp gepresenteerd. Vanaf de afslag rijdt de bezoeker om het gebouw heen naar de parkeerplaats en de entree. De ovale vorm is benaderd als sculptuur. In de materialisering is ernaar gestreefd dieptewerking te laten ontstaan en het gebouw vanuit ieder perspectief een andere uitstraling te geven. Gesloten schillen met horizontale belijning omgeven een glazen kern met een verticale structuur. In de schillen zijn insneden gemaakt om de transparante kern zichtbaar te maken. Ten behoeve van de contrastwerking tussen de schillen worden twee kleuren beplating toegepast: donkerbrons en duocolor, verlopend van goudgeel naar oranje. Reclame-uitingen zijn opgenomen bij de entree en in de krans op de dakrand. De toegangsweg wordt bestraat met donkere betonklinkers en is afgezoomd met een groenstrook. Het parkeerterrein wordt uitgevoerd in prefab kunststof graselementen, waarin parkeervakken zijn gemarkeerd. Het terras wordt van het parkeerterrein afgescheiden met een haag. De supervisor is niet aanwezig, maar heeft schriftelijk laten weten twijfels te hebben over de levensvatbaarheid van de groenstrook. Conclusie De commissie reageert positief op het basisconcept zijnde een ovale hoofdvorm met schillen. Dit is een logische keuze voor deze locatie. Echter, in de voorgestelde uitwerking ontbreekt het aan vanzelfsprekendheid. In het streven naar een gevarieerde uitstraling gaat de elliptische basisvorm verloren door de veelheid aan ingezette middelen. Door meer abstractie in de voorstellen door te voeren kan de beoogde sculpturaliteit van het concept benaderd worden. Door de nadruk niet te leggen op de openingen in de gesloten schillen, maar op de gesloten schillen zelf, is het gebouw te introvert om zich als uitnodigende horecafunctie te manifesteren. De uniforme vormgeving van de raampartijen geven het
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 22 januari 2008
4
gebouw een kantoorachtige uitstraling. Tevens keren de vierkante ramen zich te sterk af van de belijning en maken het gevelbeeld onrustig. Daarnaast zijn de schillen in dezelfde taal en materialisering vormgegeven, waardoor de betekenis ervan wordt ontkracht. Het effect van de schillen gaat verloren door deze als volume uit te voeren. De uitwerking zal dichter bij het oorspronkelijke ontwerpprincipe moeten blijven om de leesbaarheid van het gebouw te waarborgen. De oplossing zal ondermeer moeten worden gezocht in een contrast tussen zeer open en zeer dichte delen. Tevens maakt de commissie zich grote zorgen over de uitwerking: de voorgestelde grote, horizontale raamvlakken zullen in deze ronde gevels gefacetteerd gerealiseerd gaan worden, hetgeen armoedig oogt en een aantasting van het concept betekent. Bij deze basisvorm liggen verticale gevelopeningen meer voor de hand. Ronde gebouwen vereisen een zeer specialistische uitwerking en zijn derhalve risicovol. Voor de buitenruimte moet een duurzaam totaalplan worden gemaakt, dat aansluit op de vorm van het gebouw. Terrassen en parkeren dienen logisch en zorgvuldig ingepast te worden. De commissie adviseert het concept van de ellips én de doorwerking in het gebouw te herdefiniëren en vervolgens een nieuw ontwerp aan de commissie voor te leggen. In deze vorm keurt de commissie het plan af. D5 (R)
Vleuten, winkelcentrum Hindersteinlaan Gewijzigd ontwerp uitbreiding Aanvraag: Kastanje Vastgoed Ontwerp: KOW (Zie notulen 14/11 2006, 30/03 en 24/07 2007) Architect Van Esveld licht toe dat de volumeopzet ongewijzigd is gebleven, maar zonder de uitbouw van de noordgevel. De horizontaliteit van de vernieuwde noordgevel sluit aan bij de horizontaliteit van de bestaande terugliggende bovenbouw in twee lagen. De zuidgevel aan de parkzijde is opgebouwd uit gesloten gemetselde vlakken in verschillende steensoorten en metselverbanden en puien. De ritmering vloeit voort uit de hoofdstructuur van het gebouw. De verticale gevelindeling verwijst naar de sfeer van het park. Er is gestreefd naar een rustig daklandschap, met een minimum aan niveauverschillen. Een sedum dakbedekking is niet haalbaar gebleken. Het dak krijgt een bitumineuze bedekking in een groene tint en zal worden voorzien van plantenbakstroken haaks op de galerij met onderhoudsarm meerjarig groen. Conclusie De commissie heeft ingestemd met de hoofdopzet van het plan en gaat alleen in op de wijzigingen ten opzichte van de vorige planversie. De commissie vindt het een goede keuze de uitbouw in de noordgevel achterwege te laten. De uitwerking van de gevels is echter te onduidelijk om over te adviseren. Alleen referenties zijn onvoldoende voor de commissie om een duidelijk beeld te krijgen. De detaillering van de gevels, met materiaalmonsters, wordt afgewacht. Daarbij verwacht de commissie dat in de nadere uitwerking een gevel wordt gepresenteerd die overeenkomt met de realiteit. Zo zal een gevel met pinautomaten, mogelijk in de ronding aan de westzijde, een hele andere gevel blijken dan in het huidige voorstel getoond. De commissie vindt de voorgestelde inrichting van het daklandschap niet acceptabel. In eerdere planbesprekingen is aangegeven dat het dak een groene uitstraling zou krijgen, maar een bitumendak in een groene tint beantwoordt hier niet aan. Als het niet haalbaar is het dak een gebruiksfunctie voor bewoners te geven, moet dat duidelijk uit de aankleding blijken. Er zal een ontwerp gemaakt moeten worden dat recht doet aan de eerder getoonde ambitie.
D6 (B)
Vleuten, Parkweg 36 Bebouwingsvoorstel Aanvraag: W. Holtkamp Ontwerp: Kade 13 (Zie notulen 21/03 2006) Stedenbouwkundige Bosman licht de achtergronden toe. Op dit eiland, gelegen in een toekomstig recreatief natuurgebied, heeft een boerderijcomplex gestaan. Dit is door brand verwoest. In het kader van het 'Holle Kiezen'-beleid heeft de gemeente herbouw gestimuleerd. Er is inmiddels een woning op het terrein gerealiseerd. Hiervoor is als referentie de typologie van een loods gehanteerd. Voor het bebouwen van de andere delen van het terrein ten behoeve van bewoning door een drietal gezinnen zijn initiatieven
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 22 januari 2008
5
in ontwikkeling. De nieuwe eigenaar wil nu ook andere delen van het terrein bebouwen ten behoeve van bewoning door een drietal gezinnen. Daarbij wordt uitgegaan van de typologie van een boerderijcomplex met een hoofdvolume en bijgebouwen. De afdeling Stedenbouw heeft gezocht naar een logische clustering van gebouwen, waarbij de reeds gerealiseerde woning een gegeven is. Gedacht wordt aan een bouwvlak van 40 x 60 meter. De ontwerper van de bestaande woning, de heer Verkade, is gevraagd een visie te ontwikkelen en een bebouwingsvoorstel te doen. In het vervolgproces zal hij optreden als supervisor. De vraag die aan de commissie voorligt, is tweeledig: heeft de opzet van het complex voldoende stedenbouwkundige samenhang en in welke richting moet de architectonische vertaling worden gezocht? Architect Verkade licht toe dat de visie is gebaseerd op de landschappelijke en stedenbouwkundige situatie. Daaruit vloeien randvoorwaarden voort voor de positionering van de bebouwing, de ontwerprichting en de materialisering. De locatie is te benaderen als een 'kern' die bewoners vrij zicht biedt op de omgeving. Vanuit die omgeving is er zicht op grasland rond een boerenerf. De gerealiseerde woning is randvoorwaardelijk voor de verdere inrichting van het erf. Dit wordt begrensd door de positie en oriëntatie van het woonhuis, het te creëren hoofdgebouw en de bijgebouwen. Om de relatie met de omgeving te waarborgen, moeten zichtlijnen van het erf op de omgeving worden behouden. Het pad van het erf naar de buitenwereld wordt geleid door bomen. In een traditioneel boerderijcomplex ligt het hoofdgebouw voor de bijgebouwen, maar die afstand moet niet te groot worden. Uitgangspunt is dat maximaal eenderde van het hoofdvolume voor het erf komt te liggen. Het erf heeft een verkeersfunctie en wordt gedeeltelijk bestraat, een deel wordt ingericht als tuin/verblijfsruimte. In de huidige situatie heeft de bestaande woning een eigen toegangsweg, buiten het erf om, langs de kavelsloot. Vanuit de boerenerffilosofie is het gewenst die toegangsweg op te heffen en de ontsluiting via het erf te laten plaatsvinden. Conclusie De metafoor van een traditioneel boerderijcomplex is onvoldoende vertaald; daarbij wordt het erf namelijk niet begrensd door de bebouwing, maar maakt de bebouwing deel uit van het erf. In dit bebouwingsvoorstel is geen sprake van een boerenerf, maar van bebouwing rond een binnenplaats. Dat onderscheid is van wezenlijke betekenis. Voorts is de organisatie van de verkeersfuncties van belang. Vooral de vraag of de toegangsweg naar de bestaande woning in stand blijft, waardoor die zich onttrekt aan de collectiviteit van het erf of de binnenplaats, is bepalend voor de geloofwaardigheid van dit bebouwingsvoorstel. De commissie is van oordeel dat er slechts sprake kan zijn van een groepering van gebouwen op een erf of rond een binnenplaats, als er één toegangsweg is, er een duidelijke visie is op de verkeersafwikkeling en een helder onderscheid is tussen collectieve en privé-buitenruimten. De architect heeft een aantal mogelijkheden van architectonische vormgeving van de bebouwing getoond, maar deze verstaan zich niet in alle gevallen met de architectuur van de gerealiseerde woning. Dit eerste gebouw geldt als architectonisch gebaar, dat vraagt om sterke, duidelijke architectuur voor de overige bebouwing. Zeker als andere architecten het ontwerp ter hand nemen, is het noodzakelijk duidelijke uitgangspunten te formuleren. E
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijst d.d. 17 januari 2008, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open: Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur. Respect: Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud: Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld.
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 22 januari 2008
6
Indien van toepassing zijn de aanvragen getoetst aan de sneltoetscriteria, dan wel aan de criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijst is ter inzage op het secretariaat. F F1 (O)
Nagekomen plannen Lage Weide, Reactorweg 25 BV2074838 Aanvraag reclamevergunning bedrijfsgebouw met kantoor Aanvraag: DHL Global Mail Benelux Ontwerp: NykampNyboer (Zie notulen van 02/10 2007) De commissie heeft een eerdere aanvraag voor plaatsing van een reclame-uiting op het dak van het gebouw afgewezen. In een tussentijds overleg met de voorzitter naar aanleiding van het negatieve advies, is nader toegelicht dat reclameuitingen dienen te worden afgestemd op de architectuur. De voorgestelde bakken op de dakrand voldoen hier echter niet aan: door de maatvoering en de grofheid van de bakken wordt de architectuur met haar karakteristieke horizontaliteit aangetast. Door losse belettering op de dakrand, zoals doosletters, wordt de reclame meer ondergeschikt aan de architectuur. Goedkeuring van voorgestelde reclamebakken kan tevens leiden tot ongewenste precedentwerking. Aanvraag wordt afgewezen.
F2 (R)
Vleuten, Hof ter Weydeweg/Het Lint Definitief ontwerp Buitenplaats Buitenhof Leidsche Rijn Aanvraag: Vereniging Landschapsbeheer Vleuten-De Meern Ontwerp: Himsmade Bouwkunst (Zie notulen 11/12 2007) De commissie heeft waardering geuit voor de conceptuele opzet, maar heeft geconstateerd dat de maat van dit gebouw en de positionering op de kavel het eiland te veel afsluiten. In de planaanpassing zijn de wijzigingen te marginaal om aan het commentaar te voldoen. Aan het Bureau CWM wordt verzocht met de ontwerper in overleg te treden om tot de gevraagde planaanpassing re komen.
F3 (R)
Mauritslaan 37 Aanvraag in verband met handhaving bij afwijkend bouwen van eerder ingediende bouwaanvragen (BV2051280 en BV2065454) Aanvraag: Afdeling Bouwbeheer Voor de betreffende woning is in het verleden een bouwaanvraag ingediend voor het vergroten van de bestaande keuken en garage (BV2051280). In een later stadium is een aanvraag (BV2065454) ingediend om afwijkend te mogen bouwen van de eerdere bouwaanvraag (toevoeging van een aantal kozijnen). Beide aanvragen zijn voorzien van een positief welstandsadvies. Inmiddels is echter geconstateerd dat realisatie van de bouwwerken afwijkt van de aangevraagde vergunningen. Hierover vraagt de afdeling Bouwbeheer advies aan de Commissie Welstand en Monumenten. De betreffende woning is gelegen in een gebied waaraan in de welstandsnota het beleidsniveau 'Respect' is toegekend. Aan dit beleidsniveau zijn criteria verbonden waar de uitbreiding met de garage naar de mening van de commissie niet aan voldoet. Een van de criteria is dat de architectuur naar vorm, kleur en materiaalgebruik is afgestemd op de aan- en omliggende gebouwen. De uitbreiding met de garage is aan de straatzijde bij realisatie op geen enkele wijze afgestemd op de belendende garage en de bestaande woning: * de twee kleuren metselwerk (niet op tekening bij aanvragen aangegeven) delen het volume ongewenst op; * de geplaatste deuren zijn niet passend bij de bestaande architectuur; * de grotere hoogte maakt de sprong met de belendende garage ongewenst groot; * het naar voren komen van de pui verstoort de continuïteit met de belendende garage; * de beëindiging van de garage in een boeiboord tussen penanten onderbreekt de horizontaliteit van de uitbreiding en maakt een armoedige indruk. Door de veelheid aan toegepaste materialen en gehanteerde maatvoeringen ontstaat een rommelige aanblik, die het aanzien van de rij woningen schaadt. Tevens is geconstateerd dat aan de achterzijde van de woning een gemetselde erfafscheiding is geplaatst. Deze voldoet niet aan de sneltoetscriteria voor
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 22 januari 2008
7
erfafscheidingen en de commissie ziet geen reden hiervan af te wijken. In de sneltoetscriteria wordt uitgegaan van een maximale hoogte van 2 meter. Deze maat wordt in beperkte mate overschreden, maar door de bakstenen uitvoering is al sprake van een relatief zwaar bouwwerk waar de maximale maat dient te worden aangehouden. Tevens meent de commissie dat vanuit het oogpunt van precedentwerking overschrijding ongewenst is. G
Rondvraag en sluiting
De volgende vergadering vindt plaats op 5 februari 2008.
De voorzitter
De secretaris
P. Vermeulen
M. van der Wiel
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 22 januari 2008
8