COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN OOST 2008 - 02 Verslag van de driehonderdzevenenvijftigste vergadering, gehouden op dinsdag 29 januari 2008 in de Regentenzaal te Utrecht. Aanwezig:
Afwezig:
de voorzitter, P. Vermeulen, de leden G. Andela, D. Lambert, R. van Wylick en V. Yanovshtchinsky, B. van Santen (afd. Monumenten), M. van der Wiel (secretaris), Th. Hilhorst (uitvoerend secretaris) en I. Bakhuis (verslag). de leden M. van Goor, K. Ottenheym en I. Wijgh en W. Smits (afd. Stedenbouw).
OVERZICHT VERSLAG A.
Ingekomen stukken en mededelingen
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 januari 2008
C.
Algemeen
D. D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8 D9 D10
Bouwplannen Halte Vaartse Rijn/Pelikaanstraat As Kanaleneiland Bemuurde Weerd O.Z. 19/Gruttersdijk 25 – 25 (Rijks- en gem. monument) Stationsgebied/Jaarbeurszijde (POS) Karawanken Neckardreef Stroyenborghdreef Maliebaan 21 (gem. monument) Jan van den Doemstraat 1 Herculeslaan 1 (Rijksmonument)
E. E1 E2 E3 E4 E5 E6 E7
Nagekomen plannen Oudegracht 109 (Rijksmonument) Nobeldwarsstraat Oude- en Nieuwegracht – werftrappen Eykmanlaan bouwnr. 42 Veilinghavenkade 167 Padangstraat 66 Kruisweg 3
F.
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijsten d.d. 24-01-2008
G. G1
Reclames Amsterdamsestraatweg 194-196
H.
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 29 januari 2008
A.
Ingekomen stukken en mededelingen De bestuursrechter heeft uitspraak gedaan inzake het bezwaar tegen het bouwplan Calypso in Rotterdam. De second opinion van de Commissie Welstand en Monumenten Utrecht is grotendeels overgenomen en het collegebesluit is vernietigd. Aan commissieleden wordt de Leidraad plankwaliteit van het Kwaliteitsteam Nieuwe Hollandse Waterlinie uitgereikt.
B.
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 15 januari 2008 Het verslag wordt met enkele wijzigingen vastgesteld.
C.
Algemeen Geen onderwerpen.
D. D1 (B)
Bouwplannen Halte Vaartsche Rijn/Pelikaanstraat Principeplan voor deel HOV-tracé en treinhalte Vaartsche Rijn Aanvraag: Gemeente Utrecht Ontwerp: Movares (Zie notulen van 12/09 en 21/11 2006 en 22/05 2007) De commissie heeft met het principeplan ingestemd, met de aanbeveling de kaders in de Pelikaanstraat te vereenvoudigen. Architect Van der Ree licht de doorwerking van het plan toe. Het plan is onderworpen aan een participatietraject met bewoners. Ondanks de aanvankelijke weerstand tegen het plan, is er draagvlak gevonden voor de hoofduitgangspunten van het ontwerp en op grond van de inbreng van bewoners is het plan op onderdelen aangepast. De verticale kaders in de wand aan de Pelikaanstraat zijn in aantal gehalveerd en de hoogteverschillen zijn beperkt tot twee varianten. Bij kruisingen en dwarsstraten wordt de hogere variant toegepast. Het ontwerp van de buitenste poorten is in overleg met bewoners ijler en luchtiger gemaakt. De ruimte onder de poorten heeft een functie als wijkverbinding en maakt deel uit van de hoofdfietsroute naar Rotsoord en Lunetten. Qua materialisering is deze ruimte benaderd als interieur om de suggestie van een hal te versterken. Hier wordt onder meer hout en hoogwaardige bestrating toegepast. In het oorspronkelijke ontwerp was er alleen een trapopgang naar de perrons aan de oostzijde. Nu zijn er ook aan de westzijde trapopgangen toegevoegd. Perronkappen zijn doorgetrokken om die trapopgangen af te dekken. Op maaiveldniveau wordt een fietsenstalling tussen de nieuwe trapopgangen opgenomen. Een deel van de onderbouw wordt benut als parkeervoorziening. Kaders in de zuidwand hebben een functie in de natuurlijke ventilatie. Met bewoners van de Pelikaanstraat is gesproken over de mogelijkheid de noordelijke buitenrand van de onderbouw in te vullen met voorzieningen ten behoeve van bewoners, zoals bergingen. De voorkeur gaat uit naar een collectieve toegang. De kaders in deze noordwand van de onderbouw krijgen een groene invulling. Er zijn signalen dat de werkwijze van design in construct van de halte en aangrenzende elementen wordt beperkt tot de onderbouw en dat de afbouw en afwerking zal plaatsvinden op grond van een gedetailleerd ontwerp. Dit zou meer garantie geven om te komen tot het geschetste eindbeeld. Conclusie De commissie juicht het toevoegen van extra trapopgangen naar de perrons toe. Dit is een aanzienlijke verbetering van de gebruikskwaliteit van de halte. De commissie vraagt aandacht voor een zorgvuldige aansluiting van de verlengde perronkappen op de betonnen schijven en voor de transparantie van het perron. De inrichting van de ruimte onder de poorten roept vragen op omdat de loper met fiets- en voetpaden abrupt wordt afgesneden. Er zal een keuze moeten worden gemaakt voor een doorlopende "loper" dan wel een bijzondere bestrating die aansluit op de toevoerwegen. Daarnaast merkt de commissie op dat een ijler ontwerp voor de poorten aan de zijde van de woningen begrijpelijk is, maar deze schegvormige constructies tasten de eenheid in het totaalbeeld aan. Gezocht zou moeten worden naar een vorm die tegemoetkomt aan de wensen van bewoners, zonder de eenheid te doorbreken. Te denken is aan een subtiele variant van de basisvorm van de poorten.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 29 januari 2008
2
De commissie heeft twijfels over het toepassen en functioneren van de kaders in de onderbouw zoals in de huidige voorstellen wordt gesuggereerd. De architect wordt verzocht kritisch te overwegen waar de kaders aan te brengen; in plannen oogt deze architectonische oplossing op een aantal plaatsen als geforceerd. Ook is het toekomstig beheer ervan niet op alle plaatsen overtuigend. Een groene invulling zal de kaders overwoekeren, waardoor zij hun (visuele) functie verliezen. Op andere plaatsen zal de invulling van de kaders tevens samenhangen met het gebruik van de ruimte door bewoners. Hier constateert de commissie dat een willekeurige invulling afbreuk zou doen aan het zorgvuldig ontworpen plan. Geadviseerd wordt om alternatieven te ontwerpen voor individueel gebruik. Tevens valt te overwegen een substantiëlere architectonische structuur aan de kaders te geven. Voorts vraagt de commissie met klem aandacht voor de kwetsbaarheid van de borstweringen en betonnen elementen voor graffiti. Of alternatieve, minder uitnodigende architectonische oplossingen zijn noodzakelijk of er moet een beheerplan aan gekoppeld worden. De commissie wacht de doorwerking naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen af. D2 As Kanaleneiland (Ont) Principeplan vernieuwing Kanaleneiland, VO deelplan vlek 1- sportveldterrein en VO openbare ruimte Aanvraag: Proper Stok C Ontwerp: Mecanoo Architecten en Okra Landschapsarchitecten (Zie notulen 10/02 2004, 7/11 2006, 24/04 en 25/09 2007) Tijdens de laatste planbespreking heeft de commissie twijfels geuit over de hoektoren bij de Prins Clausbrug en de doorgaande plinten en is gevraagd om een inrichtingsplan voor het binnengebied. De ontwerpers geven een toelichting. Nadere studie naar de relatie van de hoektoren met de omgeving heeft geleid tot gewijzigde volume-opbouw. De binding van de eerste vijf lagen met de bebouwing op maaiveld is geaccentueerd en de opbouw (zeven lagen) is teruggelegd. Hierdoor zijn de zichtlijnen vanaf de Prins Clausbrug verbeterd. De positie van de overige torens is ongewijzigd gebleven, zodat er vanaf de kruising Marco PololaanChurchilllaan een stedelijk beeld ontstaat van twee bouwblokken en een hoger bouwblok daarachter. In de gevelwanden in het binnengebied is een driedeling aangebracht. Een deel van de bouwmassa is teruggelegd, waardoor de kwaliteit op straatniveau verbetert. Verschillen in gevelarchitectuur – met name in materialisering en raamindeling – geven de bouwblokken een eigen identiteit. De woningen in de tussenstraten hebben relatief kleine verticale ramen. De grote openingen in de torens passen in het straatprofiel en vervullen een functie in het uitzicht vanuit de torens en het gezicht van de toren. Ook de woonwerkunits in de plint zijn voorzien van grote vensters. Voorgevels worden gemetseld in een bruine baksteen. Een definitieve keuze voor de tint en textuur is nog niet gemaakt. Voor de afwerking van achtergevels wordt gedacht aan stucwerk dan wel geperforeerd staal. Tuinafscheidingen van achtertuinen worden in het ontwerp geïntegreerd. In de inrichting van de openbare ruimte is gestreefd naar samenhang met andere gebieden in Kanaleneiland en naar een versterking van de kwaliteit daarvan, met name het groen. Parkeren voor bewoners wordt binnen de bouwblokken opgelost. Voor bezoekers worden langsparkeerplaatsen aangelegd in de straten. In het verlengde van de Marshalllaan worden parkeerkoffers gerealiseerd. In de oplopende tussenstraten worden grote niveauverschillen voorkomen, zodat er geen hekwerken nodig zijn. Hoogteverschillen vloeien door middel van luie trappen in elkaar over, waarbij peilhoogten in de straat in overeenstemming worden gebracht met de peilhoogte van de woningen. De koppen van de tussenstraten sluiten aan op de landhoofden van de Prins Clausbrug. In het binnengebied worden blokhagen en bomen opgenomen. Conclusie De hoogbouw begeleidt de Churchilllaan en beantwoordt in die zin aan de uitgangspunten van het beeld-kwaliteitsplan. Het is een goede keuze de hoektoren bij de brug terug te leggen, zodat er vanaf de brug zicht is op het geheel. Die aanpassing is een goed antwoord op het commentaar van de commissie. Ook de doorgaande beweging van de blokken, die zich aanpassen aan de woningen in het achtergebied is duidelijk. De binding tussen hoogbouw en plint - een sterk punt in het oorspronkelijke concept - is echter minder geworden. Ook, vooral aan de zijde van de Churchilllaan, verschillen de
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 29 januari 2008
3
blokken zodanig van karakter, dat het aan onderlinge samenhang ontbreekt. Het vergroten van de onderlinge samenhang zou respect voor de omgeving weerspiegelen; het onderscheid in de blokken en de diversiteit in de gevelarchitectuur is atypisch voor Kanaleneiland en maakt het plan te binnenstedelijk. Overigens is het de vraag of de toepassing van glasvlakken van deze maat voor deze woningcategorie haalbaar is. Het zorgvuldig uitgewerkte inrichtingsplan spreekt de commissie aan. Een aandachtpunt is dat er voor de aansluiting op de landhoofden van de brug voldoende ruimte nodig is om de ambities te kunnen waarmaken. Een nadere detaillering daarvan wordt afgewacht. De blokhagen ogen zwaar en afwerend. Daarin zou meer subtiliteit kunnen worden ingebracht. De commissie heeft hoge verwachtingen van de verdere doorwerking van het plan en wacht die af. D3 (B)
Bemuurde Weerd O.Z. 19/Gruttersdijk 24 – 25 (Rijks- en gem. monument) Principeplan voor uitbreiding en verbouw van de bestaande panden ten behoeve van de vestiging van een notariskantoor, appartementen en kantoorruimte Aanvraag: Notariskantoor Van Grafhorst & Van Buitenen Ontwerp: Asnova Architects (Zie notulen van 03/07 en 18/12 2007) Naar aanleiding van de laatste planbespreking heeft architect Willemsen het plan herzien. De structuur van de plattegronden is eenvoudiger geworden. Het volume van het achterhuis, gemaakt in cortenstaal, is losser gemaakt ten opzichte van de overige volumes en daardoor vanuit het interieur goed ervaarbaar. Het wordt nu een spil in de routing. De inrichting van het binnenterrein is teruggebracht tot de essenties met een tuin (met losse parkeervlekken) van gevel tot gevel. Het aantal hoogteverschillen in de lengtedoorsnede is verminderd en de toevoeging aan de Gruttersdijkzijde is versmald. De transparantie van de nieuwe binnengevels is vergroot, waardoor het binnenterrein beter kan worden beleefd. Conclusie De leesbaarheid van het gepresenteerde materiaal is aanmerkelijk verbeterd. Er is een duidelijke samenhang ontstaan in de elementen van het plan. Volumes zijn afzonderlijk herkenbaar en er is een goed evenwicht gevonden in de ordening van het binnenterrein enerzijds en de rommeligheid die historische binnengebieden kenmerken anderzijds. De commissie is akkoord met het principeplan. Het plan vereist een subtiele en consequente detaillering. De commissie benadrukt dat het succes van het plan afhangt van de lichtheid en luchtigheid van de omlopen. Essentieel voor de verdere uitwerking is de benadering van onderdelen als losse, zelfstandige constructies en te voorkomen dat die aan elkaar klonteren.
D4 Stationsgebied/Jaarbeurszijde (POS) (Ont) Principeplan nieuwbouw stadskantoor Aanvraag: NS Vastgoed/Gemeente Utrecht Ontwerp: Kraaijvanger Urbis Architect Postel licht het plan toe. De Centrumboulevard en de noord-zuidas zijn bepalend voor de inrichting van de noordwesthoek van het Stationsgebied. Het stadskantoor is een forse toevoeging (54 x 95 meter, 22 verdiepingen) voor een open ruimte in een gebied waar een grote dichtheid wordt gerealiseerd. Er is gestreefd naar een sculpturaal gebouw dat rond de daglichttoetreding is georganiseerd. Het gebouw komt gedeeltelijk boven de te realiseren OV-terminal te liggen. De architect toont hiervoor referentiebeelden van architect C. de Portzamparc in Lille. In het midden is een royale hap uit het volume genomen, zodat er twee torens op een onderbouw ontstaan en er kan worden voorzien in de benodigde daglichttoetreding. Eén toren is afgeschuind, zodat ook de toren daarachter zichtbaar blijft vanaf het Westplein. Grote gaten in de gevels hebben een functie in de relatie met de omgeving, met het interieur of in verband met de daglichttoetreding. De publiekshal ligt aan de Centrumboulevard en is verdeeld over meerdere verdiepingen. De inrichting is geïnspireerd op de publiekshal in het stadskantoor van Den Haag. Een stalen constructie vormt een netwerk dat het gevelbeeld bepaalt en tevens een functie heeft in de draagconstructie en de stabiliteit van het gebouw. De gevel krijgt expressie door de diepe neggen. Verschillende plattegronden corresponderen met de gebruiksfuncties. Er is één toegang voor publiek en ambtenaren. De verbinding tussen de torens wordt op de zesde verdieping gemaakt, boven de publiekshal. Elke toren heeft een eigen interne logistiek en een aparte logistiek voor goederen. In het plan van eisen is de relatie van de
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 29 januari 2008
4
expeditiefunctie met de bus- en trambaan onderbelicht gebleven. Studie heeft uitgewezen dat het mogelijk is om voor de expeditie gebruik te maken van de bus- en trambaan, mits er binnen het gebouw wordt gekeerd. Binnen de contouren van het gebouw wordt op maaiveldniveau een expeditieruimte gecreëerd, voor de bediening van beide torens. Een knelpunt in het ontwerp is de aansluiting op de OV-terminal. Architect Postel stelt voor de oplossing te zoeken in het inkorten van de grote luifel aan de OV-terminal. Verder wordt nog gestudeerd op de relatie van het stadskantoor met het monument aan de Van Sijpesteijnkade. Stedenbouwkundige Bouwman (POS) deelt mee dat nader overleg over een goede architectonische aansluiting van het stadskantoor en de OV-terminal procesmatig in gang is gezet. De expeditiefunctie is een technisch vraagstuk dat lijkt te kunnen worden opgelost. De locatie voor de expeditieruimte betreft afgeschermd gebied dat niet openbaar toegankelijk is. De vertrammingsstudie zal van invloed zijn op de inrichting van de omgeving. Conclusie De commissie constateert dat de vorm van het object aantrekkelijk is, maar het is moeilijk voor te stellen hoe dit zich in de omgeving manifesteert. Een stedenbouwkundige maquette zal daarin inzicht moeten geven. De commissie vindt het gewenst op korte termijn een vervolgsessie te houden, waarin de stedenbouwkundige context aan de orde kan komen en waarin kan worden ingegaan op de ontmoeting van het stadskantoor met de OVterminal. In dit verband waarschuwt de commissie voor een te luchthartige benadering van de aansluiting van het stadskantoor op de OV-terminal. Het ontwerp voor de OV-terminal verkeert reeds in de DO-fase. Weliswaar is het dakoverstek wel erg royaal is, maar dit element vloeit logisch voort uit het concept en het is de vraag of het inkorten van het dak een aanvaardbare oplossing is. Het is goed mogelijk dat een fundamentele wijziging in het ontwerp noodzakelijk zal zijn om een goede aansluiting op het stadskantoor te kunnen bereiken. De aanzet van de passage en de beleving ervan maakt vanzelfsprekend onderdeel uit van de ontwerpopgave. Ten aanzien van de uitwerking van het stadskantoor wordt opgemerkt dat er een wezenlijk verschil is met het gebouw van C. de Portzamparc in Lille waaraan is gerefereerd. In dat ontwerp steekt de lift subtiel in het onderliggende dak, terwijl in voorliggend plan één poot prominent aanwezig is en de aandacht opeist. Het zwevend effect dat wordt gesuggereerd, wordt niet waargemaakt. Daarin moet nog een ontwerpslag worden gemaakt, waarbij ook de vormgeving van de voet dient te worden betrokken. De afwerking van het plafond van de onderdoorgang vraagt een zorgvuldige aanpak, waarin het plafond ofwel wordt benaderd als onderdeel van de stationswereld, ofwel als onderdeel van de het stadskantoor. Voorts wordt aandacht gevraagd voor het zicht vanuit het gebouw op het dak van de OV-terminal. In de gevels dient een goede balans te worden gezocht in massa, massaliteit en robuustheid om de samenhang te versterken. De gevel aan de zijde van het Jaarbeursplein heeft een heldere en interessante indeling, mede door de opening die de toren lossnijdt van de onderbouw. De overige gevels zijn minder natuurlijk en vanzelfsprekend, vooral omdat de grote openingen niet altijd corresponderen met de functies erachter. De combinatie van de zichtbare structuur en de gaten lijkt te conflicteren als zijnde twee handschriften door elkaar. De commissie onderstreept het belang van een goede aansluiting op het monument aan de Van Sijpesteijnkade. Voorts dringt zij erop aan de doorvalbeveiliging in de publiekshal in de ontwerpfase te betrekken. D5 (O)
Karawanken Principeplan nieuwbouw kinderdagverblijf Aanvraag: Jolie Ontwerp: Vellinga Menkveld Architecten Architect Navarro licht het plan toe. Het kinderdagverblijf met buitenschoolse opvang wordt gerealiseerd op een braakliggend terrein bij de entree van de wijk Lunetten. Het langgerekte rechthoekige volume van twee lagen, als begeleiding van de weg, is in overleg met de afdeling Stedenbouw bepaald. Het volume staat op de grond in het groen. Het is een alzijdig gebouw dat is opgedeeld in een stenen en een aluminium segment die in elkaar grijpen. Op de scheiding is de hoofdentree gesitueerd. De ingang naar de buitenschoolse opvang op de verdieping ligt in de kop van het gebouw. Aan de zijde van
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 29 januari 2008
5
de weg heeft het gebouw een gesloten karakter om de geborgenheid in het kinderdagverblijf te benadrukken. Conclusie De commissie keurt het plan in deze vorm af. Dit ontwerp is onvoldoende herkenbaar als kinderdagverblijf. Daarvoor is het te ongenaakbaar en noch in de volumeopbouw, noch in de materialisering, noch in de terreininrichting straalt het geborgenheid uit. Een rechthoekig volume van twee lagen is in deze situatie voorstelbaar, maar de opdeling van de gevel correspondeert niet met functies en plattegronden en is slechts cosmetisch. Er dienen andere conceptuele keuzen te worden gemaakt, waarin plattegronden voortvloeien uit het gebruik en functies logisch worden gegroepeerd. De plattegronden moeten aangrijpingspunten bieden voor een gevelstructuur die zich in samenhang met de functies kan verbijzonderen en geborgenheid kan garanderen. De commissie wacht de planaanpassing af inclusief een voorstel voor de terreininrichting. D6 (O)
Neckardreef BV2077057 Bouwaanvraag voor de nieuwbouw van wooncomplex De Warande met consultatiebureau, wijkcentrum en parkeervoorziening Aanvraag: Woningbouwcorporatie SGBB Ontwerp: Jorissen, Simonetti Architecten (Zie notulen 24/04 en 17/07 2007 en 15/01 2008) De architect werkt aan de planaanpassing in lijn met de suggesties van de commissie. In afwachting daarvan is de planbehandeling uitgesteld.
D7 (O)
Stroyenborghdreef 2 Principeplan voor de herbouw van een school in een semi-permanente uitvoering Aanvraag: DMO / Gemeente Utrecht Ontwerp: Verlaat Uden Bouwsystemen i.s.m. architect J. Buijs (Zie notulen van 15/01 2008) Naar aanleiding van het commentaar van de commissie is het plan aangepast. Van de segmentering van de gevel is afgezien. Deze heeft nu een rustige uitstraling met een horizontale belijning. De gevel wordt voorzien van volkern beplating in een blauwe tint. Alleen de uitbouw met de speellokalen krijgt een verbijzondering. Deze wordt bekleed met panelen met houtstructuur. Conclusie De planaanpassing voldoet aan het commentaar van de commissie en wordt op principeplanniveau goedgekeurd. Een zorgvuldige detaillering en materiaalkeuze moet voorkomen dat het gebouw een te rauwe en te harde uitstraling krijgt. De commissie ziet de nadere detaillering, onder meer van de kozijnen, en de bemonstering tegemoet.
D8 (B)
Maliebaan 21 (gem. monument) BV2077061 Bouw- en monumentenaanvraag voor het intern verbouwen van een monument ten behoeve van een woning en het verkleinen van een erker in de zijgevel Aanvraag: H. Bruggink Ontwerp: Asnova Architects De erkerverkleining komt te vervallen. Deze planaanpassing voldoet aan de voorwaarden van de afdeling Monumenten en wordt door de commissie goedgekeurd.
D9 (R)
Jan van den Doemstraat 1 BV2073244 Principeaanvraag voor het vergroten van een zijaanbouw ten behoeve van het realiseren van een beneden- en een bovenwoning Aanvraag: P. Schouwstra Ontwerp: Bureau Te Duits Voorgesteld wordt dit hoekpand uit te breiden, door voort te bouwen op de bestaande zijaanbouw. In de gemetselde toevoeging is een gemetseld erkerbalkon opgenomen. Met dit plan wordt de opening in de gevelwand gedicht. Het plan past in het bestemmingsplan. Conclusie De commissie vindt de voorgestelde massaopbouw aanvaardbaar, maar keurt de architectonische uitwerking af. Een verspringend en verhoogd gevelvlak en de toevoeging van een gemetseld erkerbalkon is voor dit deel van de gevel te geforceerd. Door de veelheid aan verbijzonderde architectonische middelen ontstaat er een te groot contrast
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 29 januari 2008
6
met het buurpand. Er zal een eenduidige invulling moeten worden gezocht, die niet wordt benaderd als voortzetting van het bestaande, maar als zelfstandige toevoeging die het gat in de gevelwand opvult. D10 Herculeslaan 1 (Rijksmonument) BV2077139 (St) Bouw- en monumentenaanvraag voor het verplaatsen van de tamboershut op het Kromhoutkazerneterrein Aanvraag: Ministerie van Defensie, Dienst Vastgoed Defensie Directie West In opdracht van het Ministerie van Defensie is onderzoek gedaan naar de exacte monumentale waarden van het huidige gebouw. Vooruitlopend op de bouwactiviteiten op het kazerneterrein wordt voorgesteld de tamboershut te verplaatsen. Na realisering van de nieuwbouw krijgt de hut zijn definitieve plaats op het terrein. De afdeling Monumenten waardeert de zorgvuldige aanpak en adviseert positief. Conclusie De commissie neemt het advies van de afdeling Monumenten over en stemt in met de tijdelijke verplaatsing van de tamboershut. E E1 (B)
Nagekomen plannen Oudegracht 109 (Rijksmonument) BV2076889 Bouw- en monumentenaanvraag voor het wijzigen van een winkelpui Aanvraag: BAB Stores Holding Ontwerp: Bouwbureau Quality Facility Services De gemetselde bogen zijn kenmerkend voor dit pand. De middelste bevat een portiek met de toegangen naar de winkels en de bovenwoningen. De overige bogen zijn voorzien van een glazen winkelpui met een lage gemetselde borstwering. Deze indeling is in de jaren dertig gemaakt. Voorgesteld wordt de borstwering in de linkerboog te verwijderen en de pui tot op de grond door te trekken. De nieuwe pui is een traditionele houten kozijn met in het midden een dubbele toegangsdeur. Een vergelijkbaar voorstel is enkele jaren geleden afgewezen. Conclusie Het pand heeft de status van een rijksmonument en is gelegen in het beschermd stadsgezicht. Het beleidsniveau 'Behoud' (welstandsnota) is van toepassing en dit vereist een zorgvuldige en respectvolle aanpak. Aan dit beleidsniveau zijn criteria verbonden waar de aanvraag aan dient te voldoen. Naar de mening van de commissie wordt echter de samenhang van het gevelbeeld door het voorstel verstoord en is er geen sprake van een evenwichtige opzet in vlakverdelingen. Cruciaal bij dit rijksmonument is het feit over sprake is van handhaving of versterking van de authenticiteit van het pand. Ook hier wordt naar de mening van de commissie door voorgestelde ingreep niet aan voldaan. De commissie kan zich het verwijderen van de borstwering voorstellen, mits dit voor beide bogen gebeurt en de gevelindeling symmetrisch blijft. Ook de passage dient in het ontwerp te worden betrokken. Voorts wordt de voorwaarde gesteld dat het ontwerp voor de nieuwe puiinvulling met toegangsdeur wordt toegespitst op de specifieke situatie. Aanvraag is in deze vorm afgewezen.
E2 (B)
Nobeldwarsstraat 9 BV2064869 Bouwaanvraag voor het schilderen van de gevel aan de binnenplaats van een school Aanvraag: Gregorius College Ontwerp: Rienks architecten Eerder is een bouwplan voor interne aanpassingen goedgekeurd. Thans wordt voorgesteld de gemetselde gevel aan de binnenplaats wit te keimen. Conclusie Het schoolgebouw is gelegen in het beschermd stadsgezicht. Daarnaast is het welstandsregime 'Behoud' (welstandsnota) van toepassing hetgeen vereist dat het gebouw o.a. in kleur afgestemd moet zijn op zijn omgeving. Tevens dient er sprake te zijn van samenhang in het gevelbeeld en een evenwichtige opzet in vlakverdelingen. Hoewel er sprake is van een gedifferentieerd binnengebied wat betreft vorm, kleur en materiaalgebruik keurt de commissie deze ingreep toch af. Deze forse ingreep, namelijk 3 bouwlagen hoog en een lengte van 23 meter, heeft een te grote invloed op het binnengebied en overstijgt zelfs de schaal van het binnengebied. Door het keimen wordt het gevelvlak van het metselwerk ongewenst opgedeeld waardoor de architectuur wordt
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 29 januari 2008
7
geschaad. Het gebouw verarmt door deze ingreep in zijn totaliteit. Hoewel er sprake is van verschillende bouwdelen wordt door het metselwerk toch een zekere eenheid en rust behouden. De aanvraag voor het keimen wordt afgewezen. E3 (B)
Oude- en Nieuwegracht BV2076928 Vervanging werftrappen Aanvraag: gemeente utrecht Ontwerp: Stadswerken / IBU Inspectie van diverse werftrappen heeft uitgewezen dat de constructie van de trappen en bordessen niet meer voldoet aan de huidige eisen. Een aantal trappen moet worden verstevigd en andere trappen moeten worden vervangen. Uitgangspunt is dat het beeld van de bestaande trap behouden moet blijven, zodat de uiterlijke verschijningsvorm identiek is aan de oude. De trappen worden verstevigd met stalen strips en krijgen een betere verankering aan de werfmuren. De verstevigingen zijn in vele gevallen onzichtbaar weggewerkt. Dit is conform de aanpak van de trap bij de Stadhuisbrug, behandeld in de commissievergadering van 19/06 2007. De afdeling Monumenten is hierbij nauw betrokken geweest. Conclusie De commissie is akkoord met deze aanpak.
E4 Eykmanhof bouwnr. 42 BV2076892 (Ont) Bouwaanvraag voor het maken van een uitbouw aan de achterzijde van een nog te bouwen woning Aanvraag: H. Ottink Ontwerp: Archivorm Het bouwplan betreft eengezinswoningen in een strokenverkaveling. Voorgesteld wordt aan de tuinzijde van een eindwoning een uitbouw te maken, bekleed met rabatdelen van western-red cedar. Het plan is aan de oorspronkelijke architect voorgelegd en deze adviseert de gewenste uitbouw vorm te geven in een gemetseld volume, met het oog op de kwetsbaarheid in deze open verkaveling. Conclusie Hoewel een uitbouw in deze strokenverkaveling in de visie van de commissie afbreuk doet aan het concept, wordt hieraan geen goedkeuring onthouden, als wordt bevestigd dat de uitbreiding past in het bestemmingsplan. De commissie stelt als voorwaarde dat de uitbouw niet als autonome toevoeging wordt benaderd, maar als voortzetting van het bestaande, ook in de materialisering. Zij volgt hiermee het advies van de oorspronkelijke architect van het nieuwbouwplan. Plan wordt in deze vorm afgewezen en een aangepast voorstel wordt afgewacht. E5 (R)
Veilinghavenkade 167 BV 2080105 Bouwaanvraag voor het plaatsen van een dakkapel aan de achterkant van een woning. Aanvraag: Dhr. G.J.H. van Dam Ontwerp: onbekend De aanvraag betreft een eindwoning van een rij nieuwbouwwoning. Voor dit type woningen zijn dakkapellen ontworpen als uitbreidingsoptie. Aangezien de hoekwoning echter breder is dan de overige woningen in dit blok, wordt een bredere dakkapel aangevraagd (4,3 m. breed) echter wel qua materiaalvoering en detaillering conform de optie. Conclusie In de sneltoetscriteria wordt bij nieuwbouw uitgegaan van het plaatsen van de optionele dakkapellen, veelal ontworpen door de oorspronkelijke architect. Bij onderhavige aanvraag meent de commissie echter dat van de sneltoetscriteria kan worden afgeweken: door de breedte van de woning is een bredere dakkapel beter in verhouding. Ook blijft er voldoende van het dak zichtbaar om te zorgen dat de verhouding tussen dakkapel en dak in evenwicht is. Door de plaatsing aan het einde van het blok wordt de ritmiek niet verstoord. De commissie keurt deze aanvraag goed met de opmerking dat deze goedkeuring alleen betrekking heeft op de bredere eindwoning.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 29 januari 2008
8
E6 (O)
Padangstraat 66 BV2076226 Het bouwen van een extra verdieping en een dakterras op een woning. Aanvraag: Dhr. C. Wortel Ontwerp: Architecten Atelier Albert Op deze woning wordt een extra bouwlaag gemaakt conform de reeds aanwezige opbouwen in het bouwblok. Op de dakopbouw wordt een dakterras voorgesteld. Conclusie Het bouwen van een extra laag op de woning is in deze straat al vaker op soortgelijke wijze gebeurd. Hier heeft de commissie dan ook geen bezwaar tegen. Net als bij de buren is bij deze opbouw de achtergevel opgetrokken uit steen. De indeling van de gevel is echter fundamenteel anders. Op de bovenste verdieping is een grote raamopening gemaakt, met een Frans balkon. Deze opening in de gevel is aanmerkelijk groter dan de gevelopeningen op de lager gelegen verdiepingen van dit pand. De grootte van deze gevelopening zorgt dat de opbouw van de achtergevel onevenwichtig wordt en is niet passend bij de bestaande architectuur. Daarnaast voldoet het dakterras niet aan de richtlijnen die zijn genoemd in de welstandsnota. De balustrade dient 1,5 meter terug te liggen vanaf de dakrand om deze geen bepalende rol te geven in het straatbeeld. Tevens is onduidelijk hoe de balustrade wordt vormgegeven en uit welk materiaal zij bestaat. In de richtlijnen is opgenomen dat het hekwerk transparant dient te zijn, bijvoorbeeld een hekwerk van metalen spijlen. Dit geldt ook voor de materialisering van de balustrade van dit dakterras. De aanvraag wordt in deze vorm afgewezen.
E7 (O)
Kruisweg 3 IB2071271 Illegale plaatsing van een dakkapel Aanvraag: afdeling Bouwbeheer, gemeente Utrecht De aanvraag betreft een reeds gerealiseerde dakkapel, geplaatst in het bovenste deel van het dakvlak van een mansardekap. In het onderste deel van het dakvlak bevindt zich reeds een dakuitbouw. In de sneltoetscriteria voor dakkapellen wordt gesteld dat in het bovenste deel van een mansardekap geen dakkapellen zijn toegestaan: de plaatsing van een dakkapel in het bovenste dakschild oogt topzwaar en gaat het aanzien te zeer domineren. Tevens is bij onderhavige pand reeds een bouwwerk in het onderste dakvlak, waardoor een overzadiging optreedt van bouwwerken en het dak visueel verloren gaat, hetgeen ten koste gaat van de oorspronkelijke architectuur. Sinds 1992 hanteert de gemeente richtlijnen voor dakkapellen, getoetst door de Commissie Welstand en Monumenten. In de sinds 2004 wettelijk verplichte sneltoetscriteria zijn de beleidsrichtlijnen nagenoeg overgenomen. In de ingediende zienswijze worden diverse dakkapellen genoemd die volgens aanvrager afwijken van de sneltoetscriteria. In principe worden dakkapellen beoordeeld in het betreffende bouwblok. Ten aanzien van de aangehaalde voorbeelden in Pijlsweerd constateert de commissie dat deze in meerderheid niet recent zijn gerealiseerd. Halverwege de jaren '90 heeft in Pijlsweerd een grootschalig stadsvernieuwingsproject plaats gevonden. Vanwege het grote aantal illegale bouwsels is toendertijd door de gemeente besloten deze te vergunnen en op te knappen, uitgezonderd de meest extreme excessen. Sindsdien worden aanvragen voor dakkapellen zoveel mogelijk beoordeeld aan de hand van de richtlijnen voor dakkapellen en sinds 2004 conform de sneltoetscriteria. Indien echter binnen een bouwblok meerdere, inmiddels legale, afwijkende bouwsels zijn gerealiseerd, wordt daar op aangesloten uit oogpunt van de eenheid van het straatbeeld (bijvoorbeeld in de Otterstraat). Dit zijn echter uitzonderingsgevallen, hetgeen volgens de commissie niet geldt voor de nu te beoordelen dakkapel. Aanvraag tot legalisering wordt afgewezen.
F
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijst d.d. 24 januari 2008, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open: Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur.
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 29 januari 2008
9
Respect:
Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud: Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing zijn de aanvragen getoetst aan de sneltoetscriteria, dan wel aan de criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijst is ter inzage op het secretariaat. G G1 (St)
Reclames Amsterdamsestraatweg 194-196 RC2075600 Aanvraag voor de legalisatie van reclame-uitingen op de gevel Aanvraag: Dhr. Y. Oz, Enka Meubelen Ontwerp: onbekend Over de volledige lengte van twee gekoppelde panden is een lichtbak aangebracht, die in de zijstraten wordt doorgezet. Ook op de ramen zijn enkele stickers aangebracht met reclame. In de aanvraag voor de vergunning wordt als hoogte voor de lichtbak 0,5 m. opgegeven. Conclusie Reclame dient ondergeschikt te zijn aan de architectuur van het pand en aan de omgeving. Bij onderhavige aanvraag is daarvan geen sprake door maatvoering en vorm. De reclame loopt over de hele lengte van de gevel door en ook de hoeken om. Betwijfeld wordt of de opgegeven hoogte van 0,5 m. correct is. De lichtbak over de gehele breedte van het pand en in de zijstraten oogt groter. In de reclamerichtlijnen is 0,5 m. de maximaal toegestane hoogte van een lichtbak omdat deze maat zal leiden tot een relatief ondergeschikte toevoeging aan de architectuur. Daarnaast constateert de commissie dat de aandacht extra op de reclame wordt gevestigd door de halfronde lichtbakken op de hoeken, boven de entrees. Tevens wordt de oorspronkelijke architectuur ontkend door de lichtbak als een horizontale band over de gevels te leggen: de verschillende panden worden op ongewenste wijze samengetrokken en de onderste bouwlaag wordt visueel gescheiden van de erboven gelegen lagen. De commissie kan niet instemmen met legalisering en wijst de aanvraag af.
H
Rondvraag en sluiting
De volgende vergadering vindt plaats op 12 februari 2008.
De voorzitter
De secretaris
P. Vermeulen
M. van der Wiel
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten Oost d.d. 29 januari 2008
10