COMMISSIE WELSTAND EN MONUMENTEN WEST 2008 - 19 Verslag van de tweehonderdnegentiende vergadering, gehouden op dinsdag 28 oktober 2008 in de Regentenzaal te Utrecht. Aanwezig:
Afwezig:
De voorzitter, T. Frantzen, de leden G. Andela, R. Roorda, K. Tedder en F. Wintermans, M. van der Wiel (secretaris), C. Boogert (uitvoerend secretaris) en I. Bakhuis (verslag). De leden J. van den Bout en D. Dobbelaar.
OVERZICHT VERSLAG A.
Ingekomen stukken en mededelingen
B.
Notulen Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 14 oktober 2008
C.
Algemeen
D. D1
Bouwplannen De Meern, Burg. Middelweerdbaan
D2
De Meern, Burg. Middelweerdbaan
D3 D4
De Meern, Burg. Middelweerdbaan – hoek Esdoornlaan De Hoge Woerd
D5
Rijksstraatweg nabij 3554 VE Utrecht
D6
Papendorp, Orteliuslaan, kavel T1
E.
Overige bouwplannen Plannen met preadvies, lijst d.d. 23-10-08
F. F1
Nagekomen bouwplannen Vleuten, Koningshof 41
F2
Het Zand, Stuivingastraat 11
G.
Rondvraag en sluiting
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 28 oktober 2008
Aanvraag bouwvergunning 27 woningen, LSWA/Dok Architecten Aanvraag bouwvergunning voor het bouwen van een appartementengebouw met stallinggarage ten behoeve van 18 appartementen, Klunder Architecten Ontwerp politiebureau, bct architecten I. Voorlopig ontwerp kinderdagverblijf, Kolpa Architecten; II Voorlopig ontwerp Bouwloods, WAS Architecten Aanvraag bouwvergunning voor het bouwen van viaducten over de Leidsche Rijn voor Rijksweg, A2 en Stadsweg, veenenbos en Bosch Landschapsarchitecten Aanvraag bouwvergunning kantoorgebouw (bouwdeel B) met stallinggarage, SeARCH / FRANTZEN et al architecten
Aanvraag bouwvergunning voor het wijzigen van een achtergevel van een woning Aanvraag bouwvergunning voor het bouwen van een dakterras aan de achterkant van een woning
A.
Ingekomen stukken en mededelingen In overleg met het Projectbureau Leidsche Rijn is afgesproken het Stedenbouwkundig Plan voor Leidsche Rijn Centrum Noord, inclusief de Belle van Zuylen, te agenderen voor de commissievergadering van 11 november a.s. Behandeling zal plaatsvinden in aanwezigheid van stedenbouwkundige Rijnboutt en de projectmanager.
B.
Notulen van de Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 14 oktober 2008 Het verslag wordt met enkele wijzigingen vastgesteld.
C.
Algemeen Geen.
D. D1 (R)
Bouwplannen De Meern, Burgemeester Middelweerdbaan BV2085001 Aanvraag bouwvergunning 27 woningen Aanvraag: Ontwikkeling Oudenrijn I CV Ontwerp: LSWA / Dok Architecten (Zie notulen 26/06 en 27/11 2007) De architecten Van Rooijen (Dok) en Weijer (LSWA) geven een toelichting. Het plan bestaat uit drie delen: de parkwand aan de noordzijde met dicht op elkaar, vrijstaande woningen, de zuidelijke rand, met een ruimere verkaveling, en het middengebied met enkele twee- en drie-onder-een-kapwoningen, met de uitstraling van statige landhuizen in het groen. Het plan wordt gefaseerd uitgevoerd; de bouwaanvraag betreft de eerste fase. Naar aanleiding van het commentaar van de commissie op de overgang van privé- naar openbare buitenruimte zijn erfafscheidingen ontworpen in drie varianten: hagen, lage hekjes en hogere hekken voorzien van gaas ten behoeve van beplanting. Bergingen en aansluitende carports zijn architectonisch als één geheel vormgegeven, staan op de achtererfgrens en zijn vanuit het binnenterrein toegankelijk. Op deze wijze wordt de buitenrand van het plan gevrijwaard van geparkeerde auto's. Het binnengebied krijgt een lommerrijke invulling, in de sfeer van Amerikaanse suburblanen. Een duidelijke opdeling in functies ontbreekt en er is geen herkenbaar onderscheid in privé- en openbare ruimte; de inrichting wordt van gevel tot gevel ontworpen. Het inrichtingsplan maakt nog geen deel uit van de bouwaanvraag en zal afzonderlijk aan de commissie worden voorgelegd. Het gehele plan is geïnspireerd op architectuur van rond de vorige eeuwwisseling, met een variatie aan typen woningen. Er worden hoogwaardige materialen toegepast en de rijke detaillering van verbijzonderingen wordt consequent doorgevoerd. Materialisering en kleurstelling van de verschillende woningtypen zijn op elkaar afgestemd. Ten opzichte van een vorig ontwerp zijn de zijgevels van de woningen in de noordwand terughoudender ontworpen, zodat het accent komt te liggen op voor- en achtergevels. De smalle tussenruimten ogen hierdoor rustiger, hoger en statiger. Conclusie De commissie reageert positief op het plan. De variatie in woningtypen en de rijke architectuur zijn een belangrijke kwaliteit en de versobering van de zijgevelarchitectuur wordt als verbetering ervaren. Van belang is de gekozen architectuurtaal consequent uit te werken. Zo vragen ronde erkers bij voorkeur de toepassing van gebogen glas. Bij één type woning zijn opmerkingen ten aanzien van de architectuur. Deze valt visueel uit elkaar door de horizontale raamstroken. Ook de afwijkende dakhelling van dit type woning maakt de kap ‘zwaar’. Nadere studie op dit ontwerp is gewenst. De commissie is verheugd dat erfafscheidingen in het plan zijn geïntegreerd. Deze passen in de beoogde sfeer en dragen bij aan de eenheid in het totaalplan. De commissie dringt erop aan de instandhoudings- en onderhoudsplicht van de erfafscheidingen juridisch vast te leggen in de koopcontracten. Het ambitieniveau bij de woningarchitectuur is niet herkenbaar in het bergingen + carportsontwerp, waarvan ook de ruimtelijke inbedding verbetering behoeft. De aaneengesloten stroken bergingen + carports zijn te dominant en onttrekken het groene binnengebied aan het zicht. De commissie wacht een uitgewerkt ontwerp voor het binnengebied af, als integraal onderdeel van de bouwaanvraag, evenals een aangepast plan voor de bergingen + carports. De commissie wacht een reactie op de gemaakte opmerkingen af en houdt de bouwaanvraag vooralsnog aan.
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 28 oktober 2008
2
D2 (R)
De Meern, Burgemeester Middelweerdbaan BV2086235 Aanvraag bouwvergunning voor het bouwen van een appartementengebouw met stallinggarage ten behoeve van 18 appartementen Aanvraag: Vergeer Planontwikkeling Ontwerp: Klunder Architecten (Zie notulen 05/02 2008) Architect De Ruiter heeft het plan aangepast. De entree is verplaatst naar de parkzijde en de in- en uitrit naar de parkeergarage is verlegd en daarmee aanzienlijk korter geworden. Hierdoor krijgt het appartementengebouw een logischer landschappelijke inpassing, waarbij de gevels een relatie aangaan met de tuin, die is ontworpen als glooiend grasveld met enkele borders. Een rij bomen schermt het eiland af van de bebouwing aan de noordwestzijde. De gebouwplint wordt gemetseld in gebroken flagstone, waardoor het complex boven het maaiveld lijkt te zweven. Deze materialisering komt terug in de inritwanden van de parkeergarage. De gevelopbouw bestaat uit gemetselde vloerranden met borstweringen van gebogen glas. De kleurstelling van het metselwerk wordt gezocht in paars- of bruinrood. Centraal in het gebouw ligt een, van een gekarteld glasdak voorzien vierkant atrium, van waaruit de appartementen zijn ontsloten. Conclusie De commissie ziet de verplaatsing van de entree als verbetering. Hierdoor komt de landschappelijke inpassing beter tot haar recht. Zij vraagt de inrit naar de parkeergarage met de insnede in het landschap op grotere afstand van het gebouw te leggen, waardoor een ruimere groenstrook rond het gebouw kan ontstaan. Tevens wordt opgemerkt dat een zorgvuldige detaillering in belangrijke mate de uitstraling van het gebouw bepaalt. Er dienen garanties te worden ingebouwd dat deze subtiele verfijning daadwerkelijk wordt gerealiseerd en niet ten prooi valt aan bezuiniging. De tuininrichting wordt als te autonoom en te decoratief beleefd; deze zou meer dienend moeten zijn aan deze bijzondere architectuur. De commissie keurt het bouwplan goed, maar vraagt de architect de positionering van de inrit naar de parkeergarage en de landschappelijke inrichting nader te overwegen.
D3 (R)
De Meern, Burgemeester Middelweerdbaan – hoek Esdoornlaan Ontwerp politiebureau Aanvraag: Plegt-Vos Ontwerp: bct architecten (Zie notulen 14/10 2008) Supervisor Schütte (West8) licht de stedenbouwkundige situatie toe. Het gebouw ligt aan de rand van het Leidsche Rijn Park, op de hoek van de Burgemeester Middelweerdbaan, de toekomstige stadsas, en de Esdoornlaan, die langzaamverkeersroute door het park wordt. Deze hoek vraagt een krachtig gebaar. Gedacht is aan een ronding op de hoek die de oriëntatie op de omgeving verduidelijkt. De supervisor kan zich vinden in de stedenbouwkundige inpassing van het ontwerp. De architectonische thema's zijn in aantal teruggebracht, waardoor een rustiger beeld is ontstaan. Met het oog op de beleving van het park en de Vikingrijn, zou het de voorkeur hebben de vier bezoekersparkeerplaatsen bij de zijvleugel aan de Esdoornlaan te verplaatsen naar de Burgemeester Middelweerdbaan. Voor de verkeerskundige consequenties hiervan zal een oplossing moeten worden gevonden. Architect Masselink heeft het ontwerp gewijzigd. In plaats van twee gelijkwaardige vleugels, bestaat het ontwerp nu uit een hoofdvolume aan de Burgemeester Middelweerdbaan en een daaraan ondergeschikte zijvleugel aan de Esdoornlaan. De ronding op de hoek is beperkt tot de bovenbouw. Openingen op de begane grond zijn vormgegeven als verticale smalle ramen. Grotere ramen op de verdiepingen corresponderen met de functies van die ruimten en zijn georiënteerd op het park en de Vikingrijn. Luchtbehandelingskasten worden op het dak geplaatst, achter een borstwering. In het metselwerk van de bovenbouw van het hoofdvolume wordt de rode baksteen van het naastgelegen zwembad toegepast. De begane grond en de aanbouw worden uitgevoerd in metselwerk van een antracietkleurige baksteen. Conclusie De commissie is content met de reactie op haar commentaar. Met relatief eenvoudige wijzigingen is het plan sterk verbeterd. Er is een duidelijke hiërarchie in volumes aangebracht en de entreepartij en de raamopeningen zijn verduidelijkt. Met het oog op de
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 28 oktober 2008
3
bijzondere functie moet het gebouw een eigen identiteit en uitstraling krijgen. Herhaling van de materialisering van het zwembad vindt de commissie in dat kader niet wenselijk. Voorts merkt zij op dat het gebouw haar plastiek ontleent aan het contrast in volumes. Dit wordt onvoldoende ondersteund door de voorgestelde baksteentinten; de commissie adviseert het kleurcontrast verder op te voeren. Van belang is dat de luchtbehandelingskasten uit het zicht worden geplaatst. De commissie deelt de visie van de supervisor dat bezoekersparkeerplaatsen niet aan de Esdoornlaan, als beoogde langzaamverkeersroute, moeten worden gesitueerd, maar moeten worden verplaatst naar de andere zijde van het gebouw, waar wellicht een combinatie kan worden gemaakt met de parkeervoorziening voor het zwembad. D4 (R)
De Hoge Woerd Projectleider Van Keulen en supervisor Schütte geven een algemene toelichting. De Hoge Woerd heeft historische betekenis als vestigingsplaats van het Castellum, later vervulde het gebied een functie in de fruitteelt. De Hoge Woerd maakte aanvankelijk deel uit van het Leidsche Rijn Park, maar is hiervan in een later stadium losgekoppeld. Er zijn uitgangspunten geformuleerd voor een zelfstandige ontwikkeling, refererend aan de oorspronkelijke functies en afgestemd op de inrichting van het park. Het stedenbouwkundig plan voorziet in functies met een hoge mate van openbaarheid. Het historische Castellum wordt ‘herbouwd’ en er wordt ruimte geboden aan een plattelandswinkel, een kinderdagverblijf en de bouwloods. Bouwloods en kinderdagverblijf worden gesitueerd in het noordoostelijk deel van het gebied. Als randvoorwaarde geldt dat de agrarischambachtelijke sfeer herkenbaar is in terughoudende ontwerpen, ondergeschikt aan de landschappelijke omgeving. De beeldtaal van beide voorzieningen moet verwantschap vertonen, maar het kinderdagverblijf kan een meer speelse uitstraling krijgen. Speelruimten in het kinderdagverblijf dienen te zijn gericht op de aangrenzende boomgaard. De parkeerplaats heeft een openbare functie; behalve voor het halen en brengen van kinderen, is deze ook gewenst voor bezoekers van andere voorzieningen in het gebied, met name in het weekeinde. De parkeerplaats krijgt een groene inrichting. De bouwloods is benaderd als een complex losse gebouwen rond een binnenterrein. Parkeren wordt op eigen terrein georganiseerd. I Voorlopig ontwerp kinderdagverblijf Aanvraag: Green Real Estate Ontwerp: Kolpa Architecten Architect De Vries licht toe dat het ontwerp is geïnspireerd op de typologie van een fruitschuur. Het gebouw bestaat uit twee lagen met kap en heeft dezelfde oriëntatie als het hoofdvolume van de bouwloods. Het gebouw is opgedeeld in drie eenheden, overzichtelijke ruimten met een eigen identiteit. Die indeling is herkenbaar in de dakvorm en de gevel. Elke eenheid heeft een eigen toegang en eigen voorzieningen. Groepsruimten zijn op de boomgaard georiënteerd, evenals de galerij op de verdieping. Het gebouw wordt uitgevoerd in hout en glas en heeft een pannendak. De houten spanten zijn in het interieur zichtbaar. Conclusie Een langgerekt volume met grote kap is passend in deze situatie. De galerij is hierin een interessant element. De architect wordt in overweging gegeven de gebruikswaarde te vergroten door de galerij te verbreden. De suggestie het kinderdagverblijf speels te ontwerpen, is te ver doorgevoerd; waar een aantrekkelijk interieur in dat kader voldoende zou zijn, lijkt te sterk te zijn ingezet op het 'opleuken' van het gebouw. De stapeling van ingrepen in het dak maken de verwijzing naar een fruitschuur onvoldoende herkenbaar. De commissie vraagt de architect de verwijzing naar die typologie te verduidelijken en de ingrepen te versoberen. Denkbaar is deze te beperken tot de informelere westzijde van het dak en het gebouw zo een niet-archetypische en een archetypische zijde te geven. De aanwezigheid van een boomgaard zou mogelijkerwijs benut kunnen worden voor de inrichting van de buitenruimte. De voorgestelde wijze van parkeren is niet toegesneden op de gebouwfunctie; er moet een veilige route van de parkeerplek en een (nog ontbrekende) fietsenstalling naar het kinderdagverblijf (vice versa) zijn. Opgemerkt wordt tenslotte dat een groene inrichting van een dergelijke parkeerplaats in de praktijk moeilijk houdbaar is.
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 28 oktober 2008
4
II. Voorlopig ontwerp Bouwloods Aanvraag: Stichting Bouwloods Utrecht Ontwerp: WAS Architecten Architect Van Meijl zet uiteen dat het complex bestaat uit een werkplaats en facilitaire voorzieningen. Uitgangspunt is dat de ruimten voor meerdere doeleinden bruikbaar zijn. Het plan wordt gefaseerd uitgevoerd. De fasen 2 en 3 worden in een later stadium ontworpen en uitgevoerd in dezelfde sfeer en beeldtaal als fase 1. Het ontwerp is gebaseerd op de typologie van een eenvoudige loods in twee lagen en wordt uitgevoerd in systeembouw, zoals die ook in de kassenbouw wordt toegepast. Deze aanpak biedt mogelijkheden voor eenvoudige wijzigingen in de toekomst. De plint wordt uitgevoerd in metselwerk, de opbouw bestaat uit hout. Deze functie geeft geen aanleiding tot het aanbrengen van verbijzonderingen, volstaan wordt met een bescheiden, ambachtelijke loods. Conclusie De commissie is ingenomen met het ontwerp. De utilitaire uitstraling past bij de functie en het referentiebeeld is herkenbaar in volume en vormgeving. Weliswaar wijken de grote gevelopeningen af van de loodstypologie en ogen deze enigszins grof, maar in relatie tot de achterliggende functies is deze keuze begrijpelijk. Ter overweging wordt meegegeven de vormgeving van de puien meer af te stemmen op de sobere taal van de architectuur. Een punt van kritiek betreft de vluchttrap, die te prominent aanwezig is. De commissie vraagt de architect een vluchttrap te ontwerpen die past bij het karakter van het gebouw. D5 Rijksstraatweg, nabij 3554 VE Utrecht BV2087261/BV2087263 (Ont) Aanvraag bouwvergunning voor het bouwen van viaducten over de Leidsche Rijn voor Rijksweg, A2 en Stadsweg Aanvraag: Rijkswaterstaat Ontwerp: veenenbos en bosch landschapsarchitecten In aanwezigheid van vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat en adviserend architect P. Wintermans licht landschapsarchitect Kool de landschappelijke inpassing van de 'kunstwerken' toe. Wegens betrokkenheid van zijn bureau onthoudt commissielid F. Wintermans zich van deelname aan de discussie. In de nieuwe situatie krijgt de Rijksstraatweg een functie als fiets- en voetgangersroute. Vanaf de kap over de A2 daalt het fietspad aan de noordwestzijde langs Park Voorn langzaam af tot maaiveldniveau. Het fietspad wordt aan de A2-zijde begeleid door een bosplantsoen met onderbegroeiing en aan de parkzijde ingericht als perenlaan. Ter hoogte van Hooggelegen wordt een aansluiting gemaakt op de fietsverbinding naar de Martin Luther Kinglaan. De onderdoorgang onder de A2 en de Stadsweg ligt op maaiveldniveau en loopt daarna geleidelijk op naar een hoogte van 8 meter boven maaiveld, over de Meernbrug. Gezien de totale lengte van de onderdoorgang – zo'n 100 meter – is het van belang een zo aangenaam mogelijk verblijfsklimaat te creëren, met voldoende hoogte, open zichtlijnen, een goede verlichting (lijnverlichting van het fietspad en indirecte aanlichting van het viaduct) en voldoende daglichtinval door openingen tussen de rijbanen op het viaduct. De vormgeving van de kunstwerken vloeit voort uit het profiel van de wegen en de onderdoorgangen. Naar buiten hellende landhoofden ondersteunen de horizontale liggers. Gestreefd wordt naar beeldcontinuïteit en samenhang in vormgeving Conclusie De commissie heeft waardering voor dit doordachte plan en keurt dit goed. De delen van de fietsroute sluiten logisch op elkaar aan en de kunstwerken vormen een mooie uitsnede in het landschap en vertonen onderlinge samenhang. Als begeleiding van de route is een bosplantsoen voorstelbaar, maar de fietser zou dit als benauwend kunnen ervaren. Dit is te voorkomen door grotere transparantie. Aandacht wordt gevraagd voor een landschappelijke inrichting die het gevoel van veiligheid niet bedreigt.
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 28 oktober 2008
5
D6 (R)
Papendorp, Orteliuslaan, kavel T1 BV2085078 Aanvraag bouwvergunning kantoorgebouw (bouwdeel B) met stallinggarage Aanvraag: Multiveste 106 Ontwerp: SeARCH/FRANTZEN et al architecten (Zie notulen 18/09 2007, 04/03, 27/05 en 19/08 2008) De heer Frantzen treedt bij betreffende planbehandeling terug als voorzitter. De commissie heeft aandacht gevraagd voor duurzame kwaliteit van de materialisering. Verder heeft zij twijfels geuit over het voorgestelde voegwerk. Om het effect van kleurstelling en voegwerk goed te kunnen beoordelen, worden aan de commissie in de open lucht baksteen+voegwerkmonsters getoond, die aansluiten op de in de presentatie van 19 augustus voorgestelde plaatsbepaling, kleurstelling en verwerkingswijze (verdiept en platvol gevoegd). Conclusie De commissie kan zich de getoonde combinaties van baksteen+voegwerk voorstellen, waarbij ieder bouwdeel een eigen voegwerkkleur krijgt, de blokbuitenzijden verdiept en de inhammen platvol worden gevoegd. Geadviseerd wordt, in combinatie met de platvol gevoegde gevels, in de inhammen het gepolijste beton in de onderbouw niet van reliëf te voorzien.
E
Overige plannen De plannen, genoemd in de lijst d.d. 23 oktober 2008, zijn met een preadvies van de secretaris aan de commissie voorgelegd. De leden van de commissie hebben besloten de advisering over te nemen. De preadvisering is verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria, zoals vastgelegd in de welstandsnota. Samenvattend: Open: Verandering en handhaving zijn beide mogelijk, zowel naar structuur als naar architectuur. Respect: Essentiële eigenschappen van de aanwezige bebouwings- en omgevingskarakteristiek worden gerespecteerd. Behoud: Behoud en herstel van het aanwezige bebouwingsbeeld en versterken van de bestaande of historisch bepaalde karakteristiek van stedenbouwkundige, architectonische, landschappelijke of cultuurhistorische aard. Stimulans: Het gebied vraagt vanwege zijn bijzondere of markante karakter extra aandacht voor versterking en stimulering van het beeld. Indien van toepassing, zijn de aanvragen getoetst aan de sneltoetscriteria, dan wel aan de criteria, zoals geformuleerd in de welstandsnota. De lijst is ter inzage op het secretariaat.
F F1 (R)
Nagekomen plannen Vleuten, Koningshof 41 BV2088157 Aanvraag bouwvergunning voor het wijzigen van een achtergevel van een woning Aanvraag: G.J. Zweegman Ontwerp: onbekend De woning is onderdeel van een serie twee-onder-een-kapwoningen, waarvan de langsgevels worden gekenmerkt door horizontale gevelbanden, waarin de kozijnen zijn opgenomen. In de voorgestelde wijziging wordt op de eerste verdieping in de achtergevel de gevelband doorbroken door een verticale vergroting van één van de twee gevelopeningen. Conclusie De woning is gelegen in een gebied met beleidsniveau ‘Respect’. De aanvraag voldoet niet aan de daaraan verbonden criteria. De kenmerkende en beeldbepalende onderdelen van de gevels – de horizontale gevelbanden met vensters – worden niet op samenhangende wijze ondersteund maar juist doorbroken. Deze ingreep doet afbreuk aan de beeldbepalende gevelkarakteristiek van de aanvragende woning, in relatie tot de belending en tot de serie woningen. De aanvraag wordt afgewezen.
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 28 oktober 2008
6
F2 (R)
BV2086328 Het Zand, Stuivingastraat 11 Aanvraag bouwvergunning voor het bouwen van een dakterras aan de achterkant van een woning Aanvraag: fam. Kanne Ontwerp: Adviesbureau Kuijf De woning bestaat uit een tweelaags volume met zadeldak, waarin een onderdoorgang naar het binnenterrein is opgenomen. Grenzend aan de poort is de woning aan de achterzijde voorzien van een eenlaagse uitbouw met platdak, waarvan de dakrand zich op een hoogte van 3.20m bevindt. De aanvraag betreft het maken van een dakterras op de uitbouw. Hiertoe wordt voorgesteld de vrijliggende gevels van de uitbouw kolomsgewijs 1.10m te verhogen en de tussenruimten van ca. 1.10m breed te voorzien van gestraald veiligheidsglas. In het oorspronkelijk bouwplan voor deze woningen is door de architect in een aantal vergelijkbare situaties een optioneel dakterras opgenomen, zo ook voor onderhavige woning. Hierbij bestaat de afscheiding uit een achter de geveldiepte geplaatst metalen spijlenhekwerk. Conclusie De aanvraag bevindt zich in een gebied met beleidsniveau ‘Respect’. Naar de mening van de commissie voldoet de aanvraag niet aan de hieraan verbonden criteria. Door het op de voorgestelde wijze verhogen van de gevels past de uitbouw naar vorm en schaal niet langer in de omgeving. Het doortrekken van het metselwerk ‘verzwaart’ de uitbouw waardoor de evenwichtige opzet van het bouwblok wordt verstoord. Ook leidt het afwijken van de optie (qua vorm en materiaalgebruik) tot gebrek aan afstemming met de omliggende bebouwing. De uniformiteit van het bouwblok wordt aangetast door een afwijkende terrasafscheiding te plaatsen. De aanvraag in deze vorm wordt afgewezen.
G
Rondvraag en sluiting De volgende vergadering vindt plaats op 11 november 2008.
De voorzitter
De secretaris
T. Frantzen
M. van der Wiel
Per 1 juli 2004 wordt de welstandsadvisering verricht op basis van de aan de verschillende beleidsniveaus verbonden criteria zoals geformuleerd in de welstandsnota 'De schoonheid van Utrecht' (vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht d.d. 24 juni 2004). (O) = open (R) = respect (B) = behoud (St) = stimulans (Ont) = ontwikkelingsgebied
Commissie Welstand en Monumenten West d.d. 28 oktober 2008
7