27.01 vrijdag 27 januari 2012, 20.15 uur inleiding Huib Ramaer 19.30 uur serie AVRO Klassiek
Radio Filharmonisch Orkest Antony Hermus dirigent Henk Neven bariton Maurice Ravel Alborada del gracioso (1905-1919) 1875-1937 Marijn Simons Symfonie nr. 4 voor bariton en orkest op. 66 (2011) 1982 WERELDPREMIÈRE Autumn When I have fears that I may cease to be Intermezzo Ode to a Nightingale PAUZE
George Gershwin An American in Paris (1928) 1898-1937 Leonard Bernstein Divertimento (1981) 1918-1990 Sennets and Tuckets Waltz Mazurka Samba Turkey Trot Sphinxes Blues In Memoriam: March ‘The BSO Forever’
Charles Ives Two Sketches (bew. G. Schuller) 1874-1954 General Slocum (1906) Yale-Princeton Football game (1899/1910)
de concertseries van
2
Drankje na afloop Na afloop van het concert is er een feestelijke borrel met live muziek. Het duo Lotte Verhoeven zang en Tom Wesselink pianist, zanger en songwriter, bekend van The Voice of Holland speelt pakkende musicals en popsongs. Live-uitzending De AVRO zendt dit concert vanuit Vredenburg Leidsche Rijn live uit op Radio 4. Denkt u eraan dat uw mobiele telefoon uitstaat en dat uw horloge geen geluid kan maken? Dan kan iedereen in de zaal en bij de radio volop genieten van het concert. ➜ WWW.RADIO4.NL
www.radio4.nl Meet & Greet In de pauze signeert Marijn Simons een cd met eigen werk. Nieuw: voorprogramma Eenmaal per maand zullen jonge, getalenteerde musici Jong Talent zich aan u voorstellen in een kort programma, voorafgaand aan het hoofdconcert. Deze concertjes beginnen om 19.00 uur in de bovenfoyer. De programma’s duren ongeveer 25 minuten, zodat u om 19.30 uur aanwezig kunt zijn bij de inleiding. Vooraf opgeven is niet nodig. De eerstvolgende optredens zijn op 24 februari, 16 maart, 6 april en 27 april. Op 1 juni spelen de prijswinnaars van het Prinses Christina Concours.
vrijdag 27 januari 2012, 20.15 uur
Nederlandse ode aan de nachtegaal
Of het nu kunstmatig in stand gehouden wordt of niet, er is een spanningsveld tussen de populairdere muziekvormen en de zogenaamde ‘serieuze’ muziek. Hoewel er een kentering is – ook op de conservatoria is de afdeling lichte muziek inmiddels geheel geïntegreerd – blijft een blue note of een opzwepend sambaritme voor velen een reden om de wenkbrauwen te fronsen. Toch zijn er door de eeuwen heen vele componisten geweest die dankbaar gebruik maakten van de populaire muziek om hen heen. Mozart en Beethoven refereerden regelmatig aan de muziek van de straat, Schubert integreerde de Weense folklore als vanzelfsprekend in zijn werk en toen in de tweede helft van de negentiende eeuw het nationalisme in de muziek opkwam, werd de volksmuziek een van de meest dankbare inspiratiebronnen. En hoewel componisten na de Tweede Wereldoorlog hun best hebben gedaan om een definitieve scheiding te bewerkstelligen, is de kruisbestuiving nooit weg geweest. Bij de componisten
die vanavond op het programma staan is de vermenging op verschillende manieren en verschillende niveaus aanwezig. Het leidt tot een kleurrijk geheel dat vooral leert hoe vruchtbaar de combinatie van populaire vormen en de ‘serieuze’ muziek kan zijn.
Het Ochtendlied van de Nar In Alborada del gracioso van de Franse componist Maurice Ravel klinkt vooral de Spaanse folklore door. Die fascinatie voor Spanje had Ravel van zijn Baskische moeder en leefde hij uit in vele werken. In Alborada del gracioso (Het Ochtendlied van de Nar) klinken in het begin de scherpe ritmes en harmonieën van de Spaanse flamencogitaar en de castagnetten. In het middendeel gaat het over in een klaaglijk gezang met de fagot in de hoofdrol. Hier schemert de Spaanse canto door, een melancholisch ‘wegzingen’ van de nacht en verwelkoming van het ochtendgloren door de ‘nar’ (gracioso). Vervolgens keren de frenetieke ritmes van het begin weer terug. Zo was het al in de pianoversie
3
4
Maurice Ravel
die Ravel in 1905 componeerde. Alborada del gracioso zag het levenslicht als het vierde deel van de pianocyclus Miroirs. Dat het werk een van Ravels populairste orkestwerken zou worden, is te danken aan Sergej Diaghilev. Kort na de première van Daphnis et Chloé vroeg hij Ravel Alborada del gracioso te orkestreren om als deel te fungeren van het ballet Les Ménines dat in het Londense Alhambra Theater in 1919 in première zou gaan. Ravel maakte er veel meer van dan louter een orkestratie en hercomponeerde het werk, waarbij hij de verwijzing naar de Spaanse bronnen nog versterkte.
zijn vierdelige werk op aan het Radio Filharmonisch Orkest. ‘In de eerste twee delen en in het laatste deel heb ik gedichten van de romantische Engelse dichter John Keats gebruikt’, schrijft Simons. ‘De titel van het tweede deel, ‘When I have fears that I may cease to be’, heeft een directe link met de huidige situatie van het MCO. ‘In dit deel klinken de angstige gevolgen door wanneer musici door bezuinigingen hun baan verliezen’, aldus Simons. De gedichten van Keats spelen in het eerste, tweede en vierde deel een belangrijke rol. In feite zijn het uitgebreide orkestliederen in een symfonische context, onderbroken door een geheel instrumentaal ‘Intermezzo’. Dat derde deel is letterlijk een schakel tussen de twee voorgaande delen en het laatste deel. Het transformeert het materiaal uit deze twee delen en reikt nieuwe motieven aan voor de ‘Ode to a Nightingale’, dat net zo lang is als de voorgaande drie
Simons’ Vierde symfonie De Symfonie nr.4 is in de eerste plaats een aanklacht tegen de omgang van de Nederlandse overheid met de kunsten en het Muziekcentrum van de Omroep in het bijzonder. Daarom droeg Simons
Marijn Simons
‘In de eerste twee delen en in het laatste deel heb ik gedichten van de romantische Engelse dichter John Keats gebruikt’, schrijft Simons. ‘De titel van het tweede deel, ‘When I have fears that I may cease to be’, heeft een directe link met de huidige situatie van het MCO. ‘In dit deel klinken de angstige gevolgen door wanneer musici door bezuinigingen hun baan verliezen’, aldus Simons.
delen samen. Opvallend in dit deel zijn de overgang naar een barokke ‘non vibrato-stijl’ die volgens Simons beter past bij het ‘epische karakter van het gedicht’ en een uitgebreider citaat van het gezang van een vogel in de tuin van de componist, geïntroduceerd door de piccolo. In het hele werk benadrukt Simons de kamermuzikale kleurenpracht en maakt hij, zoals altijd, gebruik van een rijke combinatie aan stilistische invloeden, die als vanzelfsprekend lopen van jazz en pop tot klassiek en hedendaags.
George Gershwin
Een Amerikaan in Parijs Zoals het voor Simons vanzelfsprekend is dat de populaire muziek een rol speelt in zijn werk, zo was het dat ook voor George Gershwin. Hij leerde het vak in de wereld van de populaire muziek van Tin Pan Alley en Broadway, waar hij zich samen met zijn broer en tekstschrijver Ira onsterfelijk maakte. Voor Gershwin was dat nog niet genoeg. Hij wilde graag als een serieus componist door het leven gaan. En hoewel werken als Rhapsody in blue en zijn Pianoconcert in de jaren ’20 met een grote frons door het serieuze muziekpubliek werden ontvangen, slaagde Gerhswin er in zijn eentje in om de levendigheid en de jazzy elementen van Tin Pan Alley naar het concertpodium te brengen en zo een stempel te drukken op de Amerikaanse muziek van de eerste helft van de twintigste eeuw. Waar Gershwin toe in staat was blijkt uit zijn meest ambitieuze orkestwerk An American in Paris. De componist schreef het in 1928 na een bezoek aan de Franse lichtstad. Het rapsodische werk is een symfonisch gedicht dat
5
6
de indrukken van de Amerikaanse bezoeker weergeeft. Het eerste gedeelte is een weergave van Parijs bij daglicht, compleet met verkeerschaos en claxonnerende taxichauffeurs. Een korte cadens van de soloviool leidt het tweede gedeelte ‘Parijs bij nacht’ in met de beroemde bluesy trompetsolo. De sfeer van nachtclub en jazz overheerst, tot de beweeglijkheid van het begin als een mistig ochtendgloren terugkeert.
Ode aan het orkest Leonard Bernstein had de reïncarnatie van Gerhswin kunnen zijn. Met dien verstande dat Bernstein beter muzikaal getraind was dan Gershwin, die nooit een serieuze muziekdocent heeft gehad. Bernstein ontwikkelde zich tot een fameus pianist en dirigent en zocht daarnaast wanhopig naar erkenning als componist. Die erkenning kwam met een werk dat hem eigenlijk nog verder van zijn oorspronkelijke doel afbracht. In 1957 componeerde hij de muziek voor West Side Story. Bernsteins songs deden zowel qua sfeer als populariteit niet onder voor wat Gershwin eerder deed, maar het succes ondermijnde de aandacht voor de ‘serieuze’ Bernstein. En dat terwijl het elan van West Side Story ook in een serieus werk zit als het Divertimento dat Bernstein in 1981 schreef voor het honderdjarig bestaan van het Boston Symphony Orchestra. In een interview zei Bernstein dat het werk ‘zijn jeugdervaring’ reflecteert. Bernstein, geboren in Boston zou, “uit
zijn stoel zijn gevallen van opwinding” toen hij “voor het eerst orkestmuziek hoorde.” Het Divertimento, bestaande uit acht korte fragmenten, is meer dan een jeugdfeestje. Het is een conglomeraat van stijlen, populair en klassiek, uit diverse historische perioden, en het is een ode aan het orkest. Er komt een wals langs, de blues, de samba, en na een ‘In Memoriam’ voor overleden orkestleden barst Bernstein los in een vrolijke pastiche van de Radetzky Mars waarmee hij naar de succesvolle Boston Popsconcerten verwijst.
Twee schetsen Voor Charles Ives was de populaire muziek een vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijks leven. En zo gebruikte hij haar ook. Hij vergroot het sentiment, schetst in zijn Derde
Leonard Bernstein
symfonie een strijd tussen muziekverenigingen door twee blaaskapellen tegen elkaar in te laten lopen en laat een serieus discours zomaar ontaarden in een pompeuze mars. Ook in de Two Sketches is deze Charles Ives aan het woord. General Slocum is gebaseerd op een van de grootste tragedies die New York in de vroege twintigste eeuw raakte. Op 4 juli 1904 vertrok de excursieboot General Slocum met aan boord een groot gezelschap van de Duits-lutherse gemeente in New York op weg naar de jaarlijkse picknick. Kort na vertrek brak er brand uit, en het merendeel van de 1300 passagiers kwam om in de vlammen. Ives reageerde een maand later door een schets te maken, een soort instructie voor orkest, gebaseerd op de ramp. Populaire liederen spelen een belangrijke rol om de sfeer weer te geven, en aan het slot klinkt Nearer My God to Thee. De schets kent inmiddels verschillende realisaties en wordt vaak gekoppeld aan een ander ultrakort werk: Yale-Princeton Football game. Ook dit werk verslaat een ramp. Tenminste voor de footballspelers van Princeton. Op 20 november 1897 verloor het collegeteam van Princeton dramatisch met 6-0 van Yale. Ives schetst de wedstrijd vol geestige spot in nog geen drie minuten met college songs, de destijds nieuwe yell van Yale, een irritante scheidsrechtersfluit en twee touchdowns die duidelijk in het orkest waarneembaar zijn. Paul Janssen
7
Charles Ives
8
gezongen teksten
Marijn Simons - Symfonie nr. 4 To Autumn I Season of mists and mellow fruitfulness, Close bosom-friend of the maturing sun, Conspiring with him how to load and bless With fruit the vines that round the thatch-eves run; To bend with apples the mossed cottage-trees, And fill all fruit with ripeness to the core; To swell the gourd, and plump the hazel shells With a sweet kernel; to set budding more, And still more, later flowers for the bees, Until they think warm days will never cease, For Summer has o’er-brimmed their clammy cells.
II Who hath not seen thee oft amid thy store? Sometimes whoever seeks abroad may find Thee sitting careless on the granary floor, Thy hair soft-lifted by the winnowing wind; Or on a half-reaped furrow sound asleep, Drowsed with the fume of poppies, while thy hook Spares the next swath and all its twinèd flowers; And sometimes like a gleaner thou dost keep Steady thy laden head across a brook; Or by a cider-press, with patient look, Thou watchest the last oozings hours by hours.
9
III Where are the songs of Spring? Ay, where are they? Think not of them, thou hast thy music too While barrèd clouds bloom the soft-dying day, And touch the stubble-plains with rosy hue: Then in a wailful choir the small gnats mourn Among the river sallows, borne aloft Or sinking as the light wind lives or dies; And full-grown lambs loud bleat from hilly bourn; Hedge-crickets sing; and now with treble soft The red-breast whistles from a garden-croft; And gathering swallows twitter in the skies.
When I have fears that I may cease to be When I have fears that I may cease to be Before my pen has gleaned my teeming brain, Before high-pilèd books, in charactery, Hold like rich garners the fullripened grain; When I behold, upon the night’s starred face, Huge cloudy symbols of a high romance, And think that I may never live to trace Their shadows, with the magic hand of chance; And when I feel, fair creature of an hour! That I shall never look upon thee more, Never have relish in the faery power Of unreflecting love! - then on the shore Of the wide world I stand alone, and think Till love and fame to nothingness do sink.
10
Ode to a Nightingale I My heart aches, and a drowsy numbness pains My sense, as though of hemlock I had drunk, Or emptied some dull opiate to the drains One minute past, and Lethe-wards had sunk: ’Tis not through envy of thy happy lot, But being too happy in thine happiness That thou, light-wingèd Dryad of the trees, In some melodious plot Of beechen green, and shadows numberless, Singest of summer in full-throated ease.
III Fade far away, dissolve, and quite forget What thou among the leaves hast never known, The weariness, the fever, and the fret Here, where men sit and hear each other groan; Where palsy shakes a few, sad, last grey hairs, Where youth grows pale, and spectre-thin, and dies; Where but to think is to be full of sorrow And leaden-eyed despairs; Where Beauty cannot keep her lustrous eyes, Or new Love pine at them beyond to-morrow.
II O, for the draught of vintage! that hath been Cooled a long age in the deep-delvèd earth, Tasting of Flora and the country green, Dance, and Provençal song, and sunburnt mirth! O for a beaker full of the warm South, Full of the true, the blushful Hippocrene, With beaded bubbles winking at the brim, And purple-stainèd mouth, That I might drink, and leave the world unseen, And with thee fade away into the orest dim -
IV Away! away! for I will fly to thee, Not charioted by Bacchus and his pards, But on the viewless wings of Poesy, Though the dull brain perplexes and retards. Already with thee! tender is the night, And haply the Queen-Moon is on her throne, Clustered around by all her starry Fays; But here there is no light, Save what from heaven is with the breezes blown Through verdurous glooms and winding mossy ways.
11 V I cannot see what flowers are at my feet, Nor what soft incense hangs upon the boughs, But, in embalmèd darkness, guess each sweet Wherewith the seasonable month endows The grass, the thicket, and the fruit-tree wild White hawthorn, and the pastoral eglantine; Fast fading violets covered up in leaves; And mid-May’s eldest child, The coming musk-rose, full of dewy wine, The murmurous haunt of flies on summer eves.
VII Thou wast not born for death, immortal Bird! No hungry generations tread thee down; The voice I hear this passing night was heard In ancient days by emperor and clown: Perhaps the self-same song that found a path Through the sad heart of Ruth, when, sick for home, She stood in tears amid the alien corn; The same that oft-times hath Charmed magic casements, opening on the foam Of perilous seas, in faery lands forlorn.
VI Darkling I listen; and, for many a time I have been half in love with easeful Death, Called him soft names in many a musèd rhyme, To take into the air my quiet breath; Now more than ever seems it rich to die, To cease upon the midnight with no pain, While thou art pouring forth thy soul abroad In such an ecstasy! Still wouldst thou sing, and I have ears in vain To thy high requiem become a sod.
VIII Forlorn! the very word is like a bell To toll me back from thee to my sole self! Adieu! the fancy cannot cheat so well As she is famed to do, deceiving elf. Adieu! adieu! thy plaintive anthem fades Past the near meadows, over the still stream, Up the hill-side; and now ’tis buried deep In the next valley-glades: Was it a vision, or a waking dream? Fled is that music - Do I wake or sleep? John Keats (1795–1821)
12
uitvoerenden
Antony Hermus, dirigent Antony Hermus werd in 2003 op 29-jarige leeftijd benoemd tot Generalmusikdirektor van de Duitse Stad Hagen. Als muzikaal directeur van het operahuis en chef-dirigent van het Philharmonisches Orchester Hagen dirigeerde hij meer dan tweehonderd symfonische werken en ca. vijftig opera’s, waaronder Carmen, Don Giovanni, Le nozze di Figaro, Faust, La bohème, Tosca, Kát’a Kabanová, L’enfant et les sortilèges, Il barbiere di Siviglia, La forza del destino, Der fliegende Holländer, Tannhäuser, Die tote Stadt, Elektra, Manon en Falstaff. Daarnaast dirigeerde hij een aantal herontdekkingen zoals
MICHAEL KLEINRENSING
Antony Hermus Antony Hermus
Königskinder (Humperdinck) en Kleider machen Leute (Zemlinsky), en ook eigentijds repertoire, zoals Oliver Knussens Where the Wild Things Are, de wereldpremière van de gereviseerde versie van Moritz Eggerts Helle Nächte en de Europese première van Jake Heggies Dead Man Walking. Aan het Fontys-Conservatorium in Tilburg studeerde Antony Hermus piano bij Jacques de Tiège, en orkestdirectie bij Jac. van Steen en Georg Fritzsch. Masterclasses volgde hij bij o.a. Marc Soustrot, Lucas Vis, Gerhard Markson en Benjamin Zander. Al in 2002 kreeg Antony Hermus een beurs van de Richard-Wagner-Gesellschaft en
ontving hij de cultuurprijs van de stad Hagen. In 2006 ontving hij de cultuurprijs van de Hagener Wirtschaftsjunioren. De afgelopen seizoenen dirigeerde Antony Hermus onder meer het Brabants Orkest, de Nürnberger en de Bochumer Symphoniker, de Filharmonische orkesten in Duisburg, Magdeburg, Freiburg, Kiel, Rostock, Bremerhaven en Osnabrück, het Orchestre de Bretagne en het RTENational Symphony Orchestra of Ireland. Afgelopen augustus dirigeerde hij twee orkesten in Taiwan. Hermus werkte met solisten als Enrico Pace, Francisco Araiza, Johan Botha, Martin Fröst, Tanja Becker-Bender, Julie Kaufmann, David Geringas, Severin von Eckardstein, Frederieke Saeijs, Homero Francesch en het pianoduo Paratore. In februari 2010 maakte Antony Hermus zijn concertdebuut bij het Orchestre de l’Opéra National in het Parijse Palais Garnier. Bij Opera Zuid dirigeerde hij een nieuwe productie van Rimski-Korsakovs Tsaar Saltan en aan de Bastille in Parijs Cimarosa’s Il matrimonio segreto. Vorige week dirigeerde hij in De Vrijdag van Vredenburg Where the Wild Things Are van Knussen, en L’enfant et les sortilèges van Ravel.
Henk Neven, bariton Henk Neven studeerde in 2003 met de hoogste onderscheiding af aan het Conservatorium van Amsterdam bij Maarten Koningsberger en Margreet Honig. In 2002 behaalde hij met onderscheiding het diploma van De
Nieuwe Opera Academie. Hij volgde masterclasses bij onder andere Graham Johnson, Graham Clark, Rudolf Jansen, Hartmut Höll, Jard van Nes en Henk Smit. In 2008 werd hem de Fortis MeesPiersonAward toegekend en ontving hij een Fellowship van de Borletti-Buitoni Trust in 2009. In dit jaar werd hij tevens geselecteerd om deel te nemen aan het New Generation Artists Scheme van de BBC. In het kader van dit project volgen meerdere cd-opnames en recitals in Engeland. In februari 2010 is hem tevens de prestigieuze Nederlandse Muziekprijs toegekend. Henk Neven is actief in het lied- en oratoriumrepertoire alsmede op het operatoneel, waar hij onder meer te horen was als Marco in Gianni Schicchi (in Dresden), Don Alfonso in Così fan tutte, Leporello in Don Giovanni (Montpellier), als Don Giovanni (Concertgebouw en Opera de Rouen), Graaf Almaviva in Le nozze di Figaro, Aeneas in Dido and Aeneas en als Ben in The Telephone van Menotti. Hij vertolkte Morales in Bizets Carmen (Staatsoper Unter den Linden), Mr. Gobineau in The Medium van Menotti, Shaunard in La bohème (Dijon), Mars in Vénus et Adonis van Desmarest, en, bij De Nederlandse Opera, Pollux in Castor et Pollux van Rameau en Frère Léon in St. François d’Assise van Messiaen. Henk Neven werkte met orkesten en ensembles als Das Orchester der Beethovenhalle Bonn, het Combattimento Consort Amsterdam, de Nederlandse Bachvereniging, het Rotterdams
13
14
Philharmonish Orkest, het Radio Filharmonisch Orkest, het Radio Symfonie Orkest, het Vlaams Radio Orkest, l’Orchestre National de France, l’Orchestre Philharmonique de Radio France, l’Orchestre d’Opéra National de Paris, les Concerts spirituels en Les Talens Lyriques. Hij zong met dirigenten als Edo de Waart, Jaap van Zweden, Jos van Veldhoven, Jan Willem de Vriend, Hervé Niquet, Emanuel Krivine, Kenneth Montgomery, Joel Levi, Paulo Olmi en Armin Jordan, John Nelson, Ed Spanjaard en Marc Soustrot, Christophe Rousset en Daniel Barenboim. In April 2010 debuteerde Henk Neven aan het Theater an der Wien in de rol van Ottokar (Der Freischütz). In seizoen 2010/2011 was hij o.a. te horen bij De Nederlandse Opera als Mercutio in Massenets Roméo et Juillette en in de rol van Donald in Brittens Billy Budd. In de Brusselse Muntopera was hij vorig jaar te horen als Phorbas in Oedipe
Radio Filharmonisch Orkest Het Radio Filharmonisch Orkest (RFO) wordt gerekend tot de top van de Nederlandse symfonieorkesten. Het excelleert in een groot aantal genres en onderscheidt zich in het Nederlandse muziekleven door bijzondere en avontuurlijke programma’s. Het merendeel van de concerten van het RFO is te beluisteren in de omroepseries NTR ZaterdagMatinee, De Vrijdag van Vredenburg en Het Zondagochtend Concert. Daarnaast maakt het orkest zijn opwachting in
MARCO BORGGREVE
Henk Neven
van Enescu. Andere projecten zijn o.a. uitvoeringen van Berlioz’ L’enfance du Christ (Het Brabants Orkest), het Requiem van Fauré (NTR ZaterdagMatinee, 2011) en de Matthäus-Passion (Koninklijk Concertgebouworkest, 2012) en meerdere liedrecitals met begeleider Hans Eijsackers (o.a. Wigmore Hall en de Kleine Zaal, Concertgebouw).
o.a. de Robeco Zomerconcerten en het Holland Festival. Tot augustus 2012 is Jaap van Zweden chef-dirigent van het RFO. Daarna neemt Markus Stenz het chef-dirigentschap van hem over. James Gaffigan staat als vaste gastdirigent minimaal 4 keer per jaar voor het orkest. Edo de Waart is als eredirigent aan het RFO verbonden. Het RFO voert in samenwerking met het Groot Omroepkoor werken voor koor en orkest uit, variërend van opera’s, missen en oratoria uit de negentiende eeuw tot meesterwerken van deze eeuw. Dit seizoen zijn dat onder meer Ponchielli’s La Gioconda, Puccini’s Tosca en Henze’s twaalfde grote opera L’Upupa und der Triumph der Sohnesliebe. Het RFO speelt regelmatig werk van Nederlandse componisten. Nieuwe muziek van Peter-Jan Wagemans, Richard Rijnvos, Robin de Raaff, Marijn Simons, Otto Ketting en Jan van de Putte wordt dit seizoen uitgevoerd, naast premières van o.a. Wolfgang Rihm en Sofia Goebaidoelina. In de serie De Vrijdag van Vredenburg is het RFO met regelmaat te beluisteren, aangevoerd door onder anderen Pablo Heras-Casado, Mark Wigglesworth, James Gaffigan, Sir Mark Elder en Markus Stenz. Naast de vele concerten in de omroep-
series ontplooit het RFO activiteiten die in belangrijke mate bijdragen aan de internationale reputatie van het orkest. Buitenlandse concerten vinden dit seizoen plaats in de Keulse Philharmonie met pianist Hannes Minnaar (winnaar Koningin Elizabethwedstrijd 2010) en in de Londense Royal Albert Hall in de BBC Proms 2011. De liveopnamen van Wagners Lohengrin, Die Meistersinger von Nürnberg en Parsifal, die het orkest onder leiding van Jaap van Zweden maakte, zijn internationaal zeer goed ontvangen. Daarnaast omvat de omvangrijke plaat- en cd-catalogus van het RFO legendarische opnamen onder leiding van o.a. Leopold Stokowski, Antal Doráti, Jean Fournet en Edo de Waart. Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson en Jan van Vlijmen werden onderscheiden met prijzen en eervolle vermeldingen. Momenteel wordt gewerkt aan een Sjostakovitsj-serie onder leiding van Mark Wigglesworth en de complete symfonieën van Bruckner onder leiding van Jaap van Zweden. ➜ WWW.RADIOFILHARMONISCHORKEST.NL ➜
volg het radio filharmonisch orkest op twitter (@radiofilhorkest) en facebook.
15
16
Radio Filharmonisch Orkest
CHEF-DIRIGENT Jaap van Zweden ERE-DIRIGENT Edo de Waart
EERSTE VIOOL Joris van Rijn Semjon Meerson Mitcho Dimitrov Alexander Baev Fred Gaasterland Roswitha Devrient Alberto Facanha Johnson Masha Iakovleva Kerstin Kendler Anna Korpalska Pamela Kubik Leonie Mensink Theo Ploeger Peter Weimar Ankie van Ommeren Alla Kim TWEEDE VIOOL Casper Bleumers Andrea van Harmelen Sarah Loerkens Jill Bernstein Esther de Bruijn Michiel Eekhof Odilia Fiedler Annemarie van Helderen Robbert Honorits Dana Mihailescu Renate van Riel Nienke Teuben Alexander van den Tol
ALTVIOOL Francien Schatborn Frank Brakkee Arjan Wildschut Igor Bobylev Martina Forni Annemijn den Herder Erik Krosenbrink Petr Muratov Ewa Wagner Anne-Bartje Fontein Ernst Grapperhaus Annemieke Huls
SAXOFOON Femke IJlstra Ties Mellema Lars Niederstrasser
TROMPET Hessel Buma Ido Jan Stalman Jacco Groenendijk Hans Verheij
HOBO Maarten Dekkers Marjolein Koning Yvonne Wolters
TROMBONE Jaume Gavilan Agullo Cassiel Anton Domènech
ALTHOBO Gerard van Andel
BASTROMBONE Steven Verhelst
CELLO Michael Stirling Anton Istomin Wim Hülsmann Winnifred Beldman Mirjam Bosma Crit Coenegracht Anneke Janssen Ansfried Plat Rebecca Smit Arjen Uittenbogaard
KLARINET Arjan Woudenberg Nanette Bakker
TUBA Bernard Beniers
ES-KLARINET Diede Brantjes
PAUKEN Bas Voorter
BASKLARINET Sergio Hamerslag
CONTRABAS Rien Wisse Walter van Egeraat Annika Hope Edward Mebius Sjeng Schupp Stephan Wienjus Eduard Zlatkin Marijn van Prooijen
FAGOT Johan Steinmann Freek Sluijs Birgit Strahl
SLAGWERK Hans Zonderop Paul Jussen Henk de Vlieger Harry van Meurs Matthijs van Driel Gerda Tuinstra
CONTRA-FAGOT Desirée van Vliet
SYNTHESIZER Pascal Meyer
FLUIT Barbara Deleu Thies Roorda (ook altfluit) Maike Grobbenhaar (ook piccolo) Adeline Salles (ook piccolo)
HOORN Petra Botma-Zijlstra Toine Martens Fréderick Franssen Peter Janosi
PIANO John Snijders
HARP Saskia Rekké Veronique Serpenti
ACCORDEON Bart Lelivelt
CONCERTEN IN DE
IN 17
O
C
zaterdag 28 januari 2012 13.00 uur (!) Concertgebouw Amsterdam
zaterdag 4 februari 2012 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam
Jeths’ droomwereld
Denis Matsuev en ‘Rach 3’
Radio Kamer Filharmonie Groot Omroepkoor Michael Schønwandt dirigent Edward Caswell koordirigent Dennis Wilgenhof bas Monique Krüs sopraan Iestyn Morris countertenor Robert Burt tenor Angela Kerrison sopraan Mijke Sekhuis sopraan Mark Stone bariton Karin Strobos mezzosopraan Cécile van de Sant mezzosopraan
Radio Filharmonisch Orkest James Gaffigan dirigent Denis Matsuev piano O. Ketting Zesde symfonie OPDRACHTWERK NTR ZATERDAGMATINEE - EERSTE UITVOERING; MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR HET FONDS PODIUMKUNSTEN)
Rachmaninov Derde pianoconcert
Jeths Hôtel de Pékin EERSTE UITVOERING GEREVISEERDE VERSIE
EVGENY EVTUHOW
HANS VAN DER WOERD
Michael Schønwandt
Denis Matsuev
komende concerten in
de Vrijdag van Vredenburg 18 SERIE TWEE AVONTUURLIJKE CONCERTEN
vrijdag 3 februari 2012, inleiding Michel Khalifa 19.30 uur
Trauerfarbenes Land Radio Kamer Filharmonie Jonathan Stockhammer dirigent Arditti Quartet
Bruynèl/Wammes Cours des nuages Dusapin Quatuor VI ‘Hinterland’ NEDERLANDSE PREMIÈRE 2 FEBRUARI, MUZIEKGEBOUW AAN ’T IJ
Jonathan Stockhammer
MARCO BORGGREVE
Kancheli Trauerfarbenes Land
SERIE JAREN 20 / MUZIKALE MEESTERWERKEN
vrijdag 10 februari 2012, 20.15 uur inleiding Madeleine Pfundt 19.30 uur
Sibelius’ Zevende en ‘de’ Boléro Radio Filharmonisch Orkest Mark Wigglesworth dirigent Susan Gritton sopraan
Mark Wigglesworth
Sibelius Zevende symfonie Ravel La valse * Berg Bruchstücke uit Wozzeck * Ravel Boléro *
* ZONDAG 12 FEBRUARI OOK IN HET ZONDAGOCHTEND CONCERT, CONCERTGEBOUW, AMSTERDAM
19 SERIE TROS KLASSIEK / ROND DEBUSSY / DEBUSSY FESTIVAL
vrijdag 17 februari 2012, 20.15 uur inleiding Aukelien van Hoytema 19.30 uur
Debussy Festival
Debussy en Mozart Radio Kamer Filharmonie Cappella Amsterdam Michael Schønwandt dirigent Paul Meyer klarinet Carine Séchaye mezzosopraan
zaterdag 18 februari 2012 20.15 uur inleiding Philip Ruitenberg 19.30 uur
Debussy Rapsodie voor klarinet en orkest* Mozart Klarinetconcert Debussy La damoiselle élue* Debussy/Abrahmsen Children’s Corner WERELDPREMIÈRE *
* ZONDAG 19 FEBRUARI OOK IN HET ZONDAGOCHTEND CONCERT, CONCERTGEBOUW, AMSTERDAM
Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Gaspard Brécourt dirigent Marie-Bénédicte Souquet sopraan Debussy Le martyre de Saint Sébastien INTEGRAAL
SERIE TROS VOCAAL
vrijdag 24 februari 2012, 20.15 uur inleiding Madeleine Pfundt 19.30 uur
Masaaki Suzuki dirigeert Mendelssohn, Fauré en Stravinsky
MARCO BORGGREVE
Masaaki Suzuki
Radio Kamer Filharmonie Groot Omroepvrouwenkoor Masaaki Suzuki dirigent Joanne Lunn sopraan Olivia Vermeulen mezzosopraan
Stravinsky Suite le baiser de la fée Fauré Caligula Mendelssohn Ein Sommernachtstraum
20
BachDag Volop aandacht voor Johann Sebastian Bach bij Radio 4, het Concerthuis, NTR Podium en Cultura24 Dit weekend vindt in Utrecht en Amsterdam de BachDag plaats. Radio4, het Concerthuis, NTR Podium én Cultura24 grijpen dit moment aan en presenteren een week lang heel veel programma’s rondom Bach! Op Radio 4 besteedt Viertakt Podium de hele week dagelijks aandacht aan de onbekende kanten van Bach. Het Radio 4 Concerthuis belicht niet alleen Johann Sebastian Bach en zijn invloed op de muziekgeschiedenis. Juist ook de werken van zijn uiterst muzikale familie zijn te beluisteren. Cultura24 zendt op zondag 29 januari het grote bekende repertoire uit. Uitgevoerd door de beste musici, zoals Ton Koopman en zijn Amsterdam Baroque Orchestra, cellist Jean-Guihen Queyras en violiste Victoria Mullova.
Luister, kijk en bezoek de Bach week bij NTR Klassiek! ➜ ➜ ➜
Ga naar Radio4.nl/concerthuis en bezoek de Oude muziek zaal. Luister naar Viertakt Podium op Radio 4. Kijk op 29 januari naar Cultura24.
colofon PROGRAMMERING
RANDPROGRAMMERING TROS EN
REDACTIE PROGRAMMABOEK
Astrid in ’t Veld
AVRO RADIO4
Clemens Romijn
Thea Derks en Victor Striker PRODUCTIE
EINDREDACTIE RADIO
EINDREDACTIE
Manon Tuynman en Hanna Schreuders
Roland Kieft en Petra Koks
Onno Schoonderwoerd
PUBLICITEIT & PRODUCTIE-ASSISTENTIE
CASTING DIRECTOR
VORMGEVING
Anne Marie van Doorn
Mauricio Fernández
Dorine Verharen
ADMINISTRATIE & FINANCIËN
ARTISTIEK LEIDER
DRUK
Anneke de Vries
Kees Vlaardingerbroek
Van der Weij BV Hilversum
PRESENTATIE RADIO 4
PROGRAMMATOELICHTING
Mark Brouwers, Ab Nieuwdorp en Maartje Stokkers
Paul Janssen