A zesde concert A-serie 51e seizoen • 14 april 2012, 14.15-16.20 uur
Radio Filharmonisch Orkest Ed Spanjaard dirigent Jorge Luis Prats piano
Franz Schreker Vorspiel zu einer grossen Oper (1933) 1878-1934 Peter-Jan Deep Blue Ocean (2010) opdrachtwerk NTR ZaterdagMatinee Wagemans wereldpremière, mede mogelijk gemaakt 1952 door het Fonds Podiumkunsten
pauze Johannes Tweede pianoconcert in Bes opus 83 (1881) Brahms Allegro non troppo 1833-1897 Allegro appassionato Andante Allegretto grazioso
Om 13.40 uur in de Spiegelzaal: gesprek met Peter-Jan Wagemans
A zesde concert A-serie 51e seizoen • 14 april 2012
“Uit wat voor soort Europa komen wij eigenlijk?”
Uitzending Radio 4 Deze NTR ZaterdagMatinee wordt rechtstreeks uitgezon-
Vorspiel zu einer grossen Oper
en terugluisteren via den op Radio 4. Via de ZaterdagMatinee-website kunt u internet de opname terugluisteren. www.ntr.nl/zaterdagmatinee
“Twee joodse veelschrijvers” kopte een lemma in de catalogus van de beruchte reizende tentoonstelling over ‘entartete Kunst’, die de nazi’s in 1937 in München lieten beginnen. Op infame beschuldigingen aan het adres van Ernst Toch volgde een striemend verwijt aan een andere Oostenrijks-joodse componist, namelijk Franz Schreker: “Geen sexueel-pathologische afwijking, of Schreker heeft die op muziek gezet.” Gelukkig hoefde de componist deze aantijgingen zelf niet meer mee te maken, want al op 21 maart 1934 stierf Schreker, zesenvijftig jaar oud, aan de gevolgen van een beroerte. Het aan de macht komen van Hitler in 1933 had in korte tijd zijn carrière gebroken en zijn leven verziekt. Hij werd afgezet als directeur van de Berlijnse Musikhochschule en moest vernemen dat zijn pensioen – tegen alle afspraken in – tot een minimum gekort werd. Bovendien liepen de tantièmes voor zijn opera’s snel terug. Armoede dreigde, dezelfde armoede die hem in zijn jeugd zo parten had gespeeld. (“...Wenen. Voortdurend nood en honger. Mijn kleine zusje sterft. Met veertien jaar het huis uit. Een kleine kamer in ‘de Zwarte
Marco Borggreve
NTR Podium zondag 15 april 13.00 uur documentaires en Barbara Hannigan Kort portret door Jaap van Eyck. concertregistraties op Hans Haffmans gaat op zoek naar de schoonheid van nederland 2 Boulez’ Pli selon pli, dat op 24 september jongstleden werd uitgevoerd in de NTR ZaterdagMatinee. Hij praat in Parijs met Susanna Mälkki, de muzikale leider van het door Boulez opgerichte en befaamde Ensemble intercontemporain. Sopraan Barbara Hannigan vertelt over hun muzikale samenwerking. Last but not least ontvangt de grote meester Hans Haffmans in zijn werkkamer in Parijs. Daar ontspint zich een ‘prettig gesprek’. Regie: Joost Honselaar In de dansfilm Mermaid van regisseur Colette Bothof en choreografe Anouk van Dijk is te zien hoe het sprookje gecombineerd wordt met de sensatie van het dansen. maandag 16 april 23.50 uur Concertregistratie van de NTR ZaterdagMatinee van 24 september 2011: Boulez’ Pli selon pli (Portrait de Mallarmé); met Barbara Hannigan (sopraan), Ensemble intercontemporain & Lucerne Festival Academy Ensemble o.l.v. Pierre Boulez www.ntrpodium.nl Aymeric Warmé-Janville
Volg het laatste nieuws rond de NTR ZaterdagMatinee op onze eigen Facebook-pagina en word fan!
2
Adelaar’ in de wijk Döbling. Ik geef les in lezen, rekenen en schrijven en neem zelf les in viool, piano en orgel”, herinnert zich Schreker deze tijd later.) Maar tussen de jaren 1908 en 1933 lag een kwart eeuw van roem, aanzien en soms formidabele inkomsten. “Franz Schrekers muziek is geen toekomstmuziek,” schreef een recensent al in de jaren ’20 terecht: “het is hedendaagse kunst in de volste zin van het woord: Schreker buit alle klankmogelijkheden van het orkest uit, hij is een meester van de klankcombinatie: het leeft, beweegt en pulseert in zijn werken zonder momenten van verpozing of rust.” De parallellen en verschillen met de levensloop van de maar vier jaar oudere Arnold Schönberg – wiens naam juist bijna synoniem werd met het begrip ‘toekomstmuziek’ – zijn opmerkelijk. Beiden groeiden op in Wenen, in een kleinburgerlijk-joods milieu. Beiden verloren vroeg hun vader en moesten al op jonge leeftijd als Kontorist (bankbediende) in hun levensonderhoud voorzien. Beiden waren gezocht als compositieleraar, zowel in Wenen als in Berlijn. Maar waar Schreker vanaf 1913 grote theater-
3
4
Wagemans ging als het ware op zoek naar de ‘verre klank’ van een verloren Europa en voelde een instinctieve band met de toentertijd onbekende Schreker. Franz Schreker, ca. 1931 en ‘Memnon’
klank stoffeerde. Een nieuw, weelderig klankpalet met iriserende kleuren bracht ook zonder erotiek de zinnen wel op hol. In latere opera’s, zoals Der Schatzgräber, Der Schmied von Gent en Irrelohe, liet hij het aanvankelijk ragfijne transparante klankbeeld echter gaandeweg varen ten gunste van een meer dichtgemetselde, romantische klank.
De ‘grote opera’ Memnon Aan de Hochschule in Berlijn ging lange tijd het grapje dat Schreker op de eerste van de maand ‘Schatzgräber’ was, en voor de rest van de maand slechts een ‘ferner Klang’. Ironisch, dat hij zijn leven vanwege de nazi-terreur als een ‘getekende’ moest beëindigen. Die doem hing al over hem heen toen hij zijn laatste grote orkestwerk, Vorspiel zu einer grossen Oper componeerde. Hij stelde deze concertouverture in het najaar van 1933 samen uit fragmenten van een grootse, nooit gereed gekomen spektakelopera. De thematiek van Memnon – de mythische koning van Ethiopië die met een leger naar Troje trok en daar door Achilles gedood
P.A. van Kempen
successen mocht vieren en voor veel geld werd binnengehaald als directeur van de Berlijnse muziekacademie, hield Schönberg maar moeizaam stand in de marge van het muziekleven. Toch verbond beiden een innige vriendschap in goede en kwade tijden. Vanuit Amerika, waar hij de oorlog zal overleven, informeert Schönberg nog in februari 1934 bezorgd naar het wel en wee van zijn strijdmakker, die het tot dan toe materiëel en artistiek zoveel beter was vergaan. Voor een deel dankt Schreker zijn roem inderdaad aan de erotische lading die hij vooral zijn vroege muziektheaterstukken meegaf. In respons op Freud, maar vooral op de in Wenen sinds haar verschijnen in 1903 immens populaire verhandeling ‘Geschlecht und Charakter’ van Otto Weininger, lag de weg open om de seksualiteit van de vrouw als thema niet langer uit de weg te gaan. Op de Bühne was de ‘Dans van de zeven sluiers’ in de opera Salome van Richard Strauss had de ban gebroken. Schrekers eerste opera Der ferne Klang en zijn voornaamste werk, Die Gezeichneten, kennen inderdaad bordeelscenes en orgieën. Alles lijkt er om de lust te draaien, maar respect dwong Schreker toch vooral af met de manier waarop hij deze extatische lustgevoelens met
Peter-Jan Wagemans
werd – fascineerde Schreker omwille van de kolossale beelden die nog in Egypte bij de tempel van Amenhotep III te bewonderen zijn. Ze werden abusievelijk gehouden voor een afbeelding van Memnon, en een ervan was bekend om het bijzondere geluid dat het zou maken – een soort gegil bij het aanbreken van de dag. Het gegeven prikkelde Schrekers fantasie: andermaal had hij een ‘ferne Klang’ gevonden, waaromheen hij een opera kon draperen.
Deep Blue Ocean “Uit wat voor soort Europa komen we eigenlijk?”, vroeg een nog jonge componist Peter-Jan Wagemans zich begin jaren ’70 af. De vraag deed zich des te sterker gelden toen hij zich bewust werd van het feit dat veel muziek onder invloed van het na-oorlogse modernisme onder het tapijt was geschoven. Toen hij bijvoorbeeld las, dat Frans Schrekers opera Der ferne Klang in de jaren ’20 wel rond de duizend keer was uitgevoerd, prikkelde dat zijn nieuwsgierigheid zodanig, dat hij terstond een klavieruittreksel
bestelde bij de Weense uitgever Universal Edition, dat het werk vervolgens uit de onderste archieflade moest opdiepen. Wagemans ging als het ware op zoek naar de ‘verre klank’ van een verloren Europa en voelde een instinctieve band met deze toentertijd onbekende componist. Het tekent de houding van de componist Wagemans, die nooit bereid was de receptuur van Schönbergs twaalftoonsmuziek klakkeloos als ‘historische noodzaak’ te slikken. In de jaren ’80 ondervond hij dan ook het oprukkende postmodernisme als weldadig: vrijelijk gebruik te kunnen maken van alle muzikale mogelijkheden, zonder vooraf opgelegde theoretische beperkingen en restricties. Niet uit verlangen naar het oude, maar om iets volstrekt nieuws te kunnen maken. Zijn bewondering voor postmoderne architecten als Ricardo Bofill en het Milanese bureau Memphis prikkelde zijn fantasie. Met een frisse blik begon hij zich af te vragen of het mogelijk zou zijn een nieuwe tonaliteit te ontwikkelen, waarbij het begrip sa-
5
menklank weer een rol van betekenis kon spelen. Deep Blue Ocean is zo’n muziekstuk waarin Wagemans een nieuw gedefiniëerde klankschoonheid nastreeft. Hij droeg het op aan de leden van de omroeporkesten. “De titel ontstond al vrij snel tijdens het componeerproces als reactie op een film over de oceaan, die me bijbleef”, vertelt Wagemans. “Daar waren voor het eerst fascinerende beelden van het diepzeeleven gefilmd, op een manier die voorheen niet mogelijk was geweest. Ook ik wilde in het nieuwe stuk tot een nieuwe verschijningsvorm van ‘schoonheid’ komen, zonder daarbij in het vaarwater van de ‘kitsch’ te komen. Bovendien wilde ik er graag via dit stuk op wijzen hoe fantastisch de omroep orkesten kunnen klinken, als een hulde aan de musici, die toen op het punt stonden integraal naar huis gestuurd te worden.” In veel opzichten grijpt Deep Blue Ocean terug op Panthalassa, Wagemans’ Zesde symfonie, die het geheel en al zonder strijkers stelt. “Ik vond dat ik bij dat stuk een soort drempel was overgegaan”, stelt Wagemans vast. “Ik had in Panthalassa (al-zee of oer-zee) veel dingen ontwikkeld die nu – na mijn uitstapje naar de opera – terugkomen. De mozaïekvorm – de gedurige snelle opeenvolging van kleine stukjes muziek – maar ook de heftige contrastwerkingen en de verwijzingen naar oudere muziek uit de renaissance en middeleeuwen, in Deep Blue Ocean pas ik het allemaal
6
opnieuw toe.” Naast het gebruik van zes trompetten en vijf 5-liter biervaten bij het slagwerk – de vaten van Hertog Jan en Dommelsch blijken het beste te voldoen – valt ongeveer halverwege de partituur de aanduiding ‘tempestuoso’ (stormachtig) op, die toch erg romantisch-programmatisch aandoet. “De zee kan ook beangstigend zijn,” licht de componist toe. “Dat aspect wilde ik niet weglaten. Maar ook hier was de uitdaging daar op een nieuwe manier vorm aan te geven.”
Brahms’ Tweede pianoconcert Net als Schrekers Vorspiel opent Brahms’ Tweede pianoconcert met hoorngeschal. Maar hier is de hoorn geenszins de heroïsche voorbode van een geheimzinnige, oriëntaalse klankwereld vol percussie. Bij Brahms geen opera, maar de geruststellende klank van het klavier, die bijna de entourage van een salon weet te evoceren. Van de opera hield Brahms zich levenslang verre. “Heb ik u niet van mijn mooie principes verteld? (...) Daartoe behoort: geen opera en geen huwelijk meer te proberen”, antwoordde hij eens op de zoveelste poging hem met een operalibretto op te zadelen. Bij symfonie en kamermuziek lag Brahms’ kracht, en dat voelde hij haarfijn aan. Na de slechte ontvangst van zijn Eerste pianoconcert in Leipzig – de zesentwintigjarige speelde toen zelf de hondsmoeilijke pianopartij – hield hij zich lange tijd schielijk terug van de concertvorm. Eerst gold het andere moeilijkheden
Johannes Brahms
aan te gaan, en daaruit nieuw zelfvertrouwen te peuren. Pas in 1879, als de Universiteit van Breslau hem met de waarde van een eredoctoraat bekleedt – wat hem op een publieke, tomeloze woede-aanval van een jaloerse Richard Wagner komt te staan – waagt Brahms het er op, weer eens aan een concert te denken. Twintig jaar zijn verstreken, en nog legt Brahms de eerste schetsen voor een nieuw pianoconcert weer ter zijde ten gunste van het Vioolconcert dat hij zijn vriend Joseph Joachim schuldig is – het beroemde ‘Konzert gegen die Violine’. Drie jaar later presenteert Brahms dan eindelijk zijn Tweede pianoconcert aan de openbaarheid, en wel op 9 november 1881 in Boedapest, weer met zichzelf als solist. In de
vrolijke en zonnige Finale – een ‘allegretto grazioso’ in een vrij gehanteerde rondo-vorm – horen we dat de componist het première-publiek als het ware met een knipoogje bedenkt. Naast de dartele klanken van een gestadig terugkerend refrein tekent zich in de coupletten soms een smachtende melodie af, die opzichtig naar Hongaarse zigeunerklanken lonkt. Niet alleen in dit slotdeel, maar door het hele werk heen zet de pianopartij zich niet af tegen het orkest, maar lijkt er juist in opgenomen. Het zou volgens velen dan ook beter zijn te spreken van een symfonie met piano dan van een concert. Allereerst is daar de lengte en de vierdelige opzet die tot dan toe vooral aan de symfonie is voorbehouden. Verder moet de pianist een andere solist naast zich dulden: de cantilene voor cello-solo in het Andante behoort tot de meest oorstrelende passages uit het hele repertoire. Daaraan vooraf gaat het onstuimig inzettende Scherzo (Allegro appassionato) dat tal van lyrische momenten kent waarin de pianist zich op poëtische wijze kan vermeien. Maar een echte solo-cadens zoals we die uit de concerten van Mozart en Beethoven kennen, ontbreekt. Ook in het eerste deel – Allegro non troppo – dat na die dromerige hoorninzet tot tal van heftige en stuwende orkestpassages leidt, heeft het orkest een gezichtsbepalend aandeel in de rijke partituur.
Kees Arntzen
7
A zesde concert A-serie 51e seizoen • 14 april 2012
Uitvoerenden
Ed Spanjaard Als opera- en concertdirigent bouwde Ed Spanjaard een groot repertoire op. De afgelopen jaren richtte hij zich in toenemende mate ook op het grote symfonische repertoire, van Beethoven tot Dutilleux. Hij dirigeerde veel Franse muziek, maar ook Schubert, Brahms, Mahler en Bruckner. Sinds 2001 is Spanjaard regelmatig te gast bij het
8
Fred Woddersjpvem
Ed Spanjaard
Koninklijk Concertgebouw Orkest, waar hij o.a. de wereldpremières leidde van Michel van der Aa’s liederencyclus Spaces of Blank, met Christianne Stotijn als soliste, en het orkestwerk Unisono van Robin de Raaff. Gastoptredens met het Ensemble Modern, Klangforum Wien en het Ensemble intercontemporain bekrachtigden Spanjaards internationale reputatie als vertolker van
eigentijds repertoire. Sinds 1982 is hij chef-dirigent van het Nieuw Ensemble en sinds 2001 ook van het Limburgs Symfonie Orkest. Met het Nieuw Ensemble richtte hij het Atlas Ensemble op, een kosmopolitisch gezelschap met musici en muziekinstrumenten uit alle werelddelen. Ed Spanjaard dirigeert de inmiddels al gelauwerde Ring des Nibelungen bij de Nationale Reisopera, die aanstaande september zijn climax zal vinden in de uitvoering van de Götterdämmerung. Van zijn talrijke cd-opnames werden er twee met het Nederlands Kamerkoor met een Edison bekroond (koorwerken van Rudolf Escher en Ton de Leeuw). Met de sopraan Lenneke Ruiten en het Concertgebouw Kamerorkest nam hij Mozart-aria’s op. Ed Spanjaard dirigeerde vrijwel alle Nederlandse en vele buitenlandse symfonieorkesten, en leidde operaproducties bij De Nederlandse Opera, Opera Zuid, Opera in Ahoy’, de Opéra National de Lyon, de Frankfurter Oper, de opera van Vancouver en de Nationale Reisopera. In februari 2012 maakte hij zijn debuut met het Dallas Sym phony Orchestra. Eerder in de Matinee o.a.: Feldman, Hosokawa, Larcher Nocturne - Insomnia, Sharman en Takemitsu (2008); Anderson, Lindberg, Rijnvos; Sibelius (2008); Bach/ Webern Ricercata, Stravinsky Psalmensymfonie, Koechlin Offrande musicale sur le nom de BACH (2008); Berg Passacaglia, Larcher Vioolconcert en Brahms Vierde symfonie (2010); Fauré Requiem (2011)
Jorge Luis Prats Jorge Luis Prats werd geboren op 3 juli 1956 in Camagüey, Cuba, studeerde in Havana, aan het Tsjaikovski Conservatorium in Moskou bij Rudolf Kerer, het Conservatorium van Parijs bij Magda Tagliaferro en de Hochshüle für Müsik und Künstler in Wenen bij Paul BaduraSkoda. Hij volgde masterclasses bij Witold Małcuz˙yn´ski in Warschau. Hij werd bekroond met vele prijzen, waaronder de Grand Prix tijdens de Competitie Marguerite Long-Jacques Thibaud 1977. Als solist was Prats te gast bij orkesten als het Royal Philharmonic Orchestra, het BBC Symphony Orchestra, het Filharmonisch Orkest van Praag, het Nationaal Symfonieorkest van Cuba, het Venezolaanse orkest ‘Simon Bolivar’, het orkest van de Berliner Staatsoper en het Orchestre Lamoureux en Orchestre Pasdeloup in Frankrijk. Zijn discografie omvat opnamen van de 24 Preludes en Poème Satanique van Skrjabin, werken van Beethoven, het Pianoconcert van Grieg, de complete werken voor piano en orkest van Rachmaninov, de beide Pianoconcerten van Chopin en een grote hoeveelheid Cubaanse muziek. Op zijn repertoire staan de pianoconcerten van Mozart, Beethoven, Brahms, Rachmaninov, Prokofjev (nrs. 2 en 3), Ravel, Saint-Saëns, Liszt, Grieg, Schumann, Tsjaikovski, Skrjabin en Chopin. Zijn solorepertoire omvat werken als Bachs Wohltemperierte Klavier, de Engelse en Franse suites en de zes Partita’s, de sonates van Mozart en Beethoven, de complete werken van Chopin, de Sonate
9
Radio Filharmonisch Orkest
Jorge Luis Prats
in b, de Etudes d’exécution transcendante, de Hongaarse rapsodieën en de Mephistowalsen van Liszt, en de complete pianowerken van Ravel en Debussy. Jorge Luis Prats is een fervent vertolker van muziek van Heitor Villa-Lobos en de Cubaanse pianomuziek uit de achttiende, negentiende en twintigste eeuw, waaronder de Dansen en Contradansen van Manuel Samuell en Ignacio Cervantes, alle pianowerken van Ernesto Lecuona en de belangrijkste werken van hedendaagse Cubaanse componisten als Carlos Fariñas en Harold Gramatges. Sinds 2008 trad Jorge Luis Prats vier maal op in de serie Meesterpianisten in het Concertgebouw. Verder gaf hij afgelopen seizoen concerten in Rotterdam, Groningen, Amsterdam), België (Festival van Vlaanderen), Frankrijk (Parijs, Toulou-
10
se), Spanje (Barcelona, Zaragoza), Italië (Genua) en de Verenigde Staten. Tijdens de zomer van 2011 maakte Prats zijn debuut op festivals als het Verbier Festival in Zwitserland en La Roque d’Anthéron in Zuid-Frankrijk. In oktober 2011 maakte Prats zijn debuut bij het Orchestre de Paris met Rachmaninovs Tweede pianoconcert en in november 2011 zorgde Prats voor uitvoeringen van Rachmaninovs Derde pianoconcert bij het Brabants Orkest. Jorge Luis Prats is gelauwerd met Cuba’s hoogste onderscheidingen op het gebied van kunst en cultuur: de Alejo Carpentier Medal en de Félix Varela Medal. Eerder in de Matinee: Gershwin/Grofé Pianoconcert (2010)
Het Radio Filharmonisch Orkest (RFO) wordt gerekend tot de top van de Nederlandse symfonieorkesten. Het excelleert in een groot aantal genres en onderscheidt zich in het Nederlandse muziekleven door bijzondere en avontuurlijke programma’s. Het merendeel van de concerten van het RFO is te beluisteren in de omroepseries NTR ZaterdagMatinee, De Vrijdag van Vredenburg en Het Zondagochtend Concert. Daarnaast maakt het orkest zijn opwachting in o.a. de Robeco Zomerconcerten en het Holland Festival. Tot augustus 2012 is Jaap van Zweden chef-dirigent van het RFO. Daarna neemt Markus Stenz het chefdirigentschap van hem over. James Gaffigan staat als vaste gastdirigent minimaal vier keer per jaar voor het orkest. Edo de Waart is als eredirigent aan het RFO verbonden. Het RFO voert in samenwerking met het Groot Omroepkoor werken voor koor en orkest uit, variërend van opera’s, missen en oratoria uit de negentiende eeuw tot meesterwerken van deze eeuw. Dit seizoen zijn dat onder meer Ponchielli’s La Gioconda, Puccini’s Tosca en Henze’s twaalfde grote opera L’Upupa und der Triumph der Sohnesliebe. Het RFO speelt regelmatig werk van Nederlandse componisten. Nieuwe muziek van Peter-Jan Wagemans, Richard Rijnvos, Robin de Raaff, Marijn Simons, Otto Ketting en Jan van de Putte wordt dit seizoen uitgevoerd, naast premières van o.a. Wolfgang Rihm en Sofia Goebaidoelina.
In de serie NTR ZaterdagMatinee is het RFO met regelmaat te beluisteren, aangevoerd door onder anderen Reinberg de Leeuw, Jaap van Zweden, Edo de Waart, Bruno Bartoletti, Serge Baudo, Markus Stenz, Ed Spanjaard en Pinchas Steinberg. Naast de vele concerten in de omroep series ontplooit het RFO activiteiten die in belangrijke mate bijdragen aan de internationale reputatie van het orkest. Buitenlandse concerten vinden dit seizoen plaats in de Keulse Philharmonie met pianist Hannes Minnaar (winnaar Koningin Elisabethwedstrijd 2010) en in de Londense Royal Albert Hall in de BBC Proms 2011. De live-opnamen van Wagners Lohengrin, Die Meistersinger von Nürnberg en Parsifal, die het orkest onder leiding van Jaap van Zweden maakte, zijn internationaal zeer goed ontvangen. Daarnaast omvat de omvangrijke plaat- en cd-catalogus van het RFO legendarische opnamen onder leiding van o.a. Leopold Stokowski, Antal Doráti, Jean Fournet en Edo de Waart. Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson en Jan van Vlijmen werden onderscheiden met prijzen en eervolle vermeldingen. Momenteel wordt gewerkt aan een Sjostakovitsjserie onder leiding van Mark Wigglesworth en de complete symfonieën van Bruckner onder leiding van Jaap van Zweden. www.radiofilharmonischorkest.nl volg het radio filharmonisch orkest op twitter (@radiofilhorkest) en facebook.
11
Radio Filharmonisch Orkest chef-dirigent
altviool
althobo
slagwerk
Jaap van Zweden (honorary chief conductor) Markus Stenz (per augustus 2012)
Frank Brakkee Huub Beckers Arjan Wildschut Martina Forni Annemijn den Herder Annemarie Konijnenburg Erik Krosenbrink Robert Meulendijk Petr Muratov Adriaan Breunis Hannah Strijbos
Gerard van Andel
Hans Zonderop Mark Haeldermans Henk de Vlieger Vincent Cox Esther Doornink Harry van Meurs Matthijs van Driel Arjan Roos
ere-dirigent
Edo de Waart vaste gastdirigent
James Gaffigan
klarinet
Frank van den Brink Diede Brantjes (ook esklarinet) basklarinet
Sergio Hamerslag harp contrabasklarinet
Peter Habraken
assistentdirigent
Gijs Leenaars eerste viool
Siegfried Rivinius Mitcho Dimitrov Fred Gaasterland Alexander Baev Roswitha Devrient Alberto Johnson Natalia Gabunia Masha Iakovleva Kerstin Kendler Anna Korpalska Pamela Kubik Leonie Mensink Pieter Vel Ruud Wagemakers Peter Weimar Joanna Wronko tweede viool
Eveline Trap Andrea van Harmelen Sarah Loerkens Jill Bernstein Esther de Bruijn Michiel Eekhof Odilia Fiedler Annemarie van Helderen Esther Kövy Ingrid van Leeuwen Dana Mihailescu Guido Muller Nienke Teuben Alexander van den Tol
12
Ellen Versney Marianne Smit piano / celesta
cello
fagot
Michael Stirling Anton Istomin Eveline Kraayenhof Wim Hülsmann Harm Bakker Crit Coenegracht Anneke Janssen Ansfried Plat Rebecca Smit Arjen Uittenbogaard
Johan Steinmann Birgit Strahl contrafagot
Desirée van Vliet hoorn
Petra Botma-Zijlstra Toine Martens Fréderick Franssen Anneke Vreugdenhil
contrabas
Wilmar de Visser Annika Hope Edward Mebius Stephan Wienjus Eduard Zlatkin Peter Baas Guus Grentzius Marijn van Prooijen
trompet
Hans van Loenen Rik Knarren Jacco Groenendijk Hans Verheij (ook cornet) Sven Berkelmans Niek Jacobs trombone
fluit / piccolo
Carla Meijers Adeline Salles Ingrid Geerlings (ook altfluit)
Jaume Gavilan Agullo Herman Nass bastrombone
Joost Swinkels
altsaxofoon
Femke IJlstra
tuba
Bernard Beniers hobo
Hans Wolters Yvonne Wolters
pauken
Paul Jussen
Radio 4 Concerthuis Mis-verkiezing
Stephan Kiefer
Met het Radio 4 Concerthuis van radio4.nl verandert uw huiskamer in een concertzaal wanneer u dat wilt. Natuurlijk zijn de eigen Radio 4 concertseries – de Vrijdag van Vredenburg en de NTR ZaterdagMatinee – volop aanwezig in het Radio 4 Concerthuis. De recente hoogtepunten, maar ook de prachtige historische opnames uit het rijke omroeparchief.
Het Radio 4 Concerthuis organiseert nu een online Mis-verkiezing. Geen lange benen en blonde haren, geen verhalen over wereldvrede. Maar wel een aantal van de mooiste composities aller tijden. Welke mis is de mooiste? U mag het zeggen! Luister en kies uit 15 missen. Of ontbreekt volgens u een mis? Laat ons weten welke, vertel waarom, en maak kans op concertkaarten. ga naar radio4.nl/misverkiezing
En ook alle concerten van het nieuwe seizoen NTR ZaterdagMatinee kunt u terugluisteren in het Radio 4 Concerthuis. U kunt op elk gewenst moment kiezen uit het wisselende en altijd actuele aanbod van ruim 100 concerten en zelf uw concertprogramma samenstellen. Of laat u verleiden door de bijzondere highlights die geprogrammeerd voor u klaarstaan, voorzien van extra informatie.
De mooiste missen zijn vanaf 23 april integraal te beluisteren in het Radio 4 Concerthuis. In het Radio 4 Concerthuis bepaalt ú wat u wilt horen, in het door u gewenste genre, wanneer u maar wilt.
ga naar radio4.nl/concerthuis
13
komende concerten in
zaterdag 28 april 2012, 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam serie B
Vadim Repin in een MacMillanpremière Radio Kamer Filharmonie James MacMillan dirigent Vadim Repin viool Bartók Roemeense volksdansen MacMillan Vioolconcert (opdrachtwerk London Symphony Orchestra, Philadel phia Orchestra, Ensemble orchestral de Paris en NTR ZaterdagMatinee - Nederlandse première) Sjostakovitsj Negende symfonie
zaterdag 12 mei 2012, 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam serie C
Springlevende ritmes Radio Kamer Filharmonie Thierry Fischer dirigent Ralph van Raat piano Adams The Chairman Dances Roukens Concerto hypnagogique (opdrachtwerk NTR ZaterdagMatinee wereldpremière; mede mogelijk gemaakt door het Fonds Podiumkunsten) Beethoven Derde symfonie ’Eroica’
“Zijn eerste symfonie is beter dan dit recente exemplaar, want lichter en minder geforceerd. De tweede streeft duidelijk naar vernieuwing en naar het onverwachte.” Aldus een gereserveerde recensent na de première van Beethovens Tweede symfonie in 1803. De observatie dat Beethoven een onconventioneel stuk had geschreven wordt nog steeds gedeeld. En in de Derde ‘Eroica’ zette Beethoven, in al zijn ambitie en bravoure, nog een majeure stap verder. De Zwitserse dirigent Thierry Fischer leidt de Radio Kamer Filharmonie ook in nieuw werk van de jonge componist Joey Roukens voor piano en orkest. Roukens streeft naar een eclectische, directe stijl van componeren, zonder in naïeve muziek te willen vervallen. Mahleriaanse laatromantiek, het
post-minimalisme van John Adams, pop en jazz vormen onderdeel van zijn muzikale intuïtie. “Roukens is een gretige componist, die grote emotionele gebaren niet schuwt. Heftige gevoelens wisselen elkaar in hoog tempo af. Met zijn virtuoze schrijfstijl haalt hij alles uit de kast. Tegelijkertijd heeft hij de structuur van zijn werk goed onder controle, zodat de spanningsbogen intact blijven.” Aldus een enthousiaste recensente Bela Luttmer. (fd)
Ralph van Raat
Marco Borggreve
14
Harald Hoffmann
Vadim Repin
De relatie tussen de NTR ZaterdagMatinee en James MacMillan kent al een lange geschiedenis. Met dit concert wordt er een hoofdstuk aan toegevoegd nu de Schotse componist als vaste gastdirigent van de Radio Kamer Filharmonie de Nederlandse première van zijn mede in opdracht van de NTR Zaterdag-Matinee geschreven Vioolconcert leidt. Dit eerste vioolconcert van MacMillan reflecteert, zoals al zijn werken, zijn eigen achtergrond. In dit werk is het vooral de traditionele Schotse fiddlemuziek die een belangrijke rol speelt. “Schotse fiddlemuziek zit al heel lang onder mijn huid”, zo verklaarde de componist. “Met het schrijven van een Vioolconcert is het onvermijdelijk dat dit naar boven komt. De wortels van het werk liggen in ‘song’ en dans, en deze oudste manieren van uitdrukking en ‘storytelling’ vormen het hart van dit nieuwe werk.” De virtuoze Russische violist Vadim Repin liet al tijdens de wereldpremière in Londen horen dat hij zich erg thuis voelt bij het Schotse vioolspel. (pj)
15
komende concerten in
De vrijdag van Vredenburg vrijdag 27 april 2012, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht inleiding 19.30 uur
vrijdag 18 mei 2012, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht inleiding 19.30 uur
Stravinsky à Paris
Duitsland 1921
Radio Filharmonisch Orkest Sir Mark Elder dirigent
Radio Kamer Filharmonie Cappella Amsterdam James MacMillan dirigent
Ronald Brautigam piano Debussy Prélude à l’après-midi d’un faune* Stravinsky Concert voor piano en orkest* Debussy Jeux Rimski-Korsakov Suite uit de Legende van de onzichtbare stad Kitezj*
Hans Schöpflin tenor Martijn Cornet bas Anke Brouwer een vertrapte grond een heidegrond een bezette stad Weill Vom Tod im Walde Weill Berliner Requiem Smit Voorspel voor Teirlinck’s ‘De Vertraagde Film’ Hindemith Kammermusik Finale 1921
* 29 april, 11.00 u ook in Het Zondagochtend Concert, Concertgebouw, Amsterdam
James McMillan
16
Marco Borggreve
Ronald Brautigam