O eerste concert O-serie 52e seizoen • 8 september 2012, 13.30-16.15 uur
Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Michel Plasson dirigent Thomas Eitler koordirigent Nadir, een visser Charles Castronovo tenor Zurga, leider van de vissers Jean-François Lapointe bariton Leïla, priesteres van Brahma Annick Massis sopraan Nourabad, hogepriester van Brahma Nicolas Testé bas-bariton
Georges Bizet 1838-1875
Les pêcheurs de perles opera in drie bedrijven libretto Michel Carré en Eugène Cormon première 30 september 1863, Théâtre-Lyrique, Parijs editie Brad Cohen © C.F. Peters Musikverlag, Frankfurt / Albersen Verhuur B.V., ’s-Gravenhage
Hans Schellevis repetitor Jurjen Stekelenburg boventiteling
pauze na het eerste bedrijf
O Uitzending Radio 4
Facebook
en terugluisteren via internet
en twitter
Deze NTR ZaterdagMatinee wordt rechtstreeks uitgezonden op Radio 4. Via de ZaterdagMatinee-website kunt u de opname terugluisteren. ntrzaterdagmatinee.radio4.nl [zonder www!]
Volg het laatstenieuws rond de NTR ZaterdagMatinee op onze eigen Facebook-pagina en klik ‘vind ik leuk!’
Internationale belangstelling In het kader van het EBU Summerfestival worden de opnamen van dit concert ook uitgezonden in de Verenigde Staten, Duitsland, Zweden, Roemenië, Polen, Portugal, Slovenië, Griekenland, Oostenrijk, Bulgarije en België.
... en op twitter: @ZaterdagMatinee
NTR Podium documentaires & con certen op nederland 2
zondag 9 september 13.00 uur Een reportage over de opera Der Schatzgräber van Franz Schreker (naar aanleiding van de productie van De Nederlandse Opera) en de documentaire Cecilia Bartoli – Malibran herontdekt: de eerste Diva. maandag 10 september 23.55 uur herhaling www.ntrpodium.ntr.nl
Het Radio 4 Concerthuis stel ook uw eigen playlist samen Met het Radio 4 Concerthuis van radio4.nl verandert uw huiskamer in een concertzaal wanneeru dat wilt. Naar aanleiding van de Pêcheurs de perles kunt u deze week in het Concerthuis luisteren naar twee bekende andere opera’s in een exotische setting: Lakmé van Delibes en Turandot van Puccini. www.radio4.nl/concerthuis (en ga naar de vocale muziek zaal)
2
eerste concert O-serie 52e seizoen • 8 september 2012
Terug naar de Parelvissers
De ZaterdagMatinee ontfermde zich al eens eerder over Georges Bizets Les pêcheurs de perles. Dat was in 1963. De Matinee op de Vrije Zaterdag presenteerde toen een concertante uitvoering van ‘De parelvissers’. Want, laten we wel wezen, onder die naam stond de eerste volwassen opera van Bizet in Nederland jarenlang bekend. Er is waarschijnlijk geen andere opera die zo’n in zwang geraakte vernederlandste titel heeft als juist deze. Zelfs voor de destijds nog populairdere opera Cavalleria rusticana van Pietro Mascagni – net als Les pêcheurs de perles een lastig in de mond liggende titel, dus een goede kandidaat voor een vertaling – was geen Nederlandse benaming voorhanden. Kortstondige opvoeringen onder de naam ‘Siciliaansche boereneer’ of ‘De trouweloozen’ raakten hier niet ingeburgerd. Je ging in Nederland altijd naar de Cavalleria rusticana (vaak ernstig verhaspeld uitgesproken) zoals je ook naar ‘De parelvissers’ ging – het liefst uitgesproken met zo’n typische, vette Amsterdamse a-klank.
Bijna 50 jaar niet in de Matinee In 1963 dus stond Les pêcheurs de perles op het affiche van de Matinee, niet
geheel toevallig waarschijnlijk, omdat het toen precies honderd jaar geleden was dat Bizets opera in Parijs in première was gegaan. Die historische Matinee-uitvoering, dat is inmiddels bijna een halve eeuw geleden, in een tijd waarin Bizets opera nog uitermate populair was in Nederland. Maar in zo’n tijdspanne van vijftig jaar kan de muzikale smaak of muzikale mode behoorlijk veranderen. Op die – gelukkig op geluidsbanden bewaarde – middag in het Amsterdamse Concertgebouw leidde de grote Franse dirigent Jean Fournet het Radio Filharmonisch Orkest en het Omroepkoor in een opwindende uitvoering waarin de Franse tenor Alain Vanzo (Nadir) de grote gastster was. Naast hem stonden de Nederlandse zangers Erna Spoorenberg (Leïla) en Guus Hoekman (Nourabad). De rol van Zurga werd gezongen door de Belgische bariton Jan Joris. Het was een echte Hans Kerkhoffmatinee, met zorg gecast en met warmbloedige passie uitgevoerd. Vreemd genoeg betekende die ‘Parelvissers’-middag meteen het einde van een periode waarin het werk sinds 1930 bijna elk seizoen wel ergens in Nederland werd uitgevoerd. Na die matinee
3
kwam de opera nog slechts sporadisch Italiaansche Opera in Den Haag en er langs – bij de Reisopera bijvoorbeeld. En ook een opname van maakten – in het ook nog een keer in 1988 bij de Zondag- Italiaans! middagconcerten die de KRO een tijdlang organiseerde in MuziekcenOorspronkelijke versie trum Vredenburg Utrecht. Bij die Tsja, dat duet dus. Zoals u het kent, en gelegenheid zong de toen 63–jarige zoals het nog steeds bijna altijd gezonNicolai Gedda de rol van Nadir. Ongen wordt, zo zult u het vanmiddag danks zijn leeftijd was hij toen nog niet horen. Het duet is in zijn oorspronsteeds onnavolgbaar qua stijl en stemkelijke vorm namelijk heel anders van schoonheid, en zong hij een verblufopzet. Na de beroemde herinneringsfend ‘Je crois entendre encore’. Gedda ontboezeming van de twee vrienden nam de rol begin jaren ’60 ook officieel volgt een tussenstuk waarin zij nogop voor EMI, waar zijn Leïla de Franse maals het belang van hun vriendschap sopraan Janine Micheau was. Micheau onderstrepen, en daarna volgde er in is een exemplarisch voorbeeld van de het origineel een snel, opzwepend Franse zangschool slotdeel, getiteld waarvan uiteinde- Na de Matinee van 1963 verdween ‘Amitié sainte’. Dat lijk ook Annick snelle slotdeel werd Massis, de Leïla van ‘De Parelvissers’ vrijwel geheel van in later jaren vanmiddag, een vervangen door een exponent is. Het terugkeer van het de Nederlandse podia. beroemde duet hoofdthema, een zingt Gedda op deze opname met de herhaling van de big tune zogezegd. Die grote Franse bariton Ernest Blanc. herhaling, dat is het werk van anderen, Tsja, dat duet. Hét duet! Het heet zo wordt beweerd, maar er zijn ook officieel ‘Au fond du temple saint’, geluiden van kenners die menen te maar we gaan natuurlijk pas met z’n weten dat Bizet zélf de verandering allen meezingen bij de frase ‘Oui, c’est heeft doorgevoerd en dus zelf de elle, c’est la déesse’, als tenor en bariton gouden melodie aan het eind van het in heerlijke tweestemmigheid euforisch duet wilde laten terugkeren. Als dat zo jubelen over de wonderschone priesteis, geef hem dan eens ongelijk. Eerlijk res op wie ze ooit tegelijkertijd verliefd gezegd kan dat ‘Amitié sainte’-gedeelte werden. Wie kende vroeger niet de dan wel origineel en authentiek zijn, uitvoering op een 45-toerenplaatje van maar het is ook een tamelijk slap stukje Jussi Björling en Robert Merrill? Daarmuziek aan het einde van een duet dat vóór werd het koppel Nadir-Zurga in zo sterk begon. Het argument dat het Nederland populair gemaakt door Luigi belangrijke thema van de vriendschap Fort en Leo Piccioli, die jaar in jaar uit met de terugkeer van de gouden melohet duet zongen in uitvoeringen van de die ondergesneeuwd zou raken, gaat
4
niet op, want bij de herhaling van die muziek zit nu juist een andere tekst die dat vriendschapsthema benadrukt – ‘Et fidèle à ma promesse, comme un frère je veux te chérir!’ Bovendien wordt Les pêcheurs de perles nou niet bepaald hoog aangeslagen als het gaat om de geloofwaardigheid van zijn libretto (te veel toevalligheden) of de gedegen karaktertekening van zijn personages. Dus: who cares? Enfin. De ‘Oui, c’est elle’-melodie keert dus vanmiddag in het duet niet terug, dankzij het loffelijke streven van de ZaterdagMatinee om opera’s zo origineel mogelijk uit te voeren. Maar u hoort de melodie vaak genoeg, want Bizet gebruikte die als een soort leidmotief op elk moment dat de vriendschap van beide mannen ter sprake komt. Daarin is het te vergelijken met dat andere beroemde vriendschapsduet, dat tussen Carlo en Rodrigo in Verdi’s Don Carlos, vier jaar later voor Parijs gecomponeerd.
Briljante première Toen de jonge Bizet terugkwam uit Rome – hij had er een paar jaar mogen verblijven en componeren omdat hij de Prix de Rome had gewonnen – lag er eigenlijk maar één weg voor hem open; dezelfde als voor iedere andere componist in Frankrijk. En die weg voerde naar het toneel, dat wil zeggen óf je componeerde een opera, of anders een ballet. Dat waren zo rond 1860 in Parijs de enige opties voor een componist met ambities. Bizet schreef in 1855 al, dus nog vóór hij naar Rome mocht, een
Georges Bizet
fantastische schubertiaanse symfonie – nu nog steeds uitgevoerd – maar daar had men in Parijs geen behoefte aan. Er was wel een organisatie die in Parijs regelmatig concerten verzorgde (Société des Concerts du Conservatoire, in 1828 opgericht door François Antoine Habeneck), maar het publiek dat kwam opdraven was gering, het repertoire dat gespeeld werd bestond uit de gevestigde klassiekers, en nieuw talent uit eigen gelederen werd nauwelijks een kans gegund. Er kwam wat verbetering toen in 1861 de Concerts Populaires de Musiques Classiques door Jules Pasdeloup werden opgericht. Nog steeds was het vooral Beethoven wat de klok sloeg, maar jonge componisten van eigen bodem – ook Bizet – kregen er hun eerste kans. Het was pas na de FransDuitse Oorlog van 1870-1871 dat orkestrale muziek en compositie in Parijs tot
5
Het Théâtre -Lyrique
bloei kwamen. Met kamermuziek was het al niet beter gesteld en ook voor componisten van kerkmuziek was het in Parijs geen goede tijd. Bleef over dus het theater, gezongen dan wel gedanst, maar vaker nog gecombineerd in één voorstelling. Het belangrijkste theater was van oudsher de Opéra (L’Académie Nationale de Musique), toen nog in de Rue Lepelletier, en volgens tijdgenoten een salon voor snobs. De meer volkse OpéraComique(ondanks de naam niets van doen hebbend met komische opera), al meer dan eeuw oud, betrok de Salle Favart. Dan had je het Théâtre-Italien dat moest voorzien in de enorme vraag naar Italiaanse opera’s, én dan had je tussen 1847 en 1870 nog het ThéâtreLyrique, gerund door Léon Carvalho, die Franse componisten kansen gaf. Het was voor het theater van Carvalho dat Bizet zijn Les pêcheurs des perles componeerde.
6
Les pêcheurs de perles staat aan het begin van een exotische stroming in de Franse opera – verhalen die spelen in verre decadente oorden. Samson et Dalila, Le Roi de Lahore, Thaïs en Lakmé zijn andere voorbeelden. Ooggetuigeverslagen reppen over een briljante première van Bizets opera op 30 september 1863, maar het succes nam snel af. Pas na Bizets grote hit met Carmen – na zijn dood – begon de interesse voor dat eerdere werk van hem weer toe te nemen. Toen men ‘De parelvissers’ weer wilde opvoeren bleek een originele partituur echter niet meer te vinden, en dat was de reden dat andere componisten – Benjamin Godard bijvoorbeeld – enkele ingrijpende en storende veranderingen in het origineel aanbrachten voor uitvoeringen in 1886 en 1889, die overigens wel goed ontvangen werden. In 1973 stelde Welsh National Opera een nieuwe partituur samen op basis van het klavieruittreksel uit 1863. Pas in 1990 werd Bizets directie-partituur teruggevonden en op basis daarvan maakte Brad Cohen een kritische editie die in 2007 bij Peters werd uitgegeven. Het is deze meest oorspronkelijke versie die u vanmiddag zult horen. O ja, Zurga, zo noemde Bizet de hond die hij later in huis nam. Toch een teken dat hij, ondanks het geringe succes van Les pêcheurs de perles gedurende zijn leven, gehecht was aan zijn eerste echte opera.
Peter van der Lint
O eerste concert O-serie 52e seizoen • 8 september 2012
Synopsis Eerste bedrijf
avonturen die hij als jager op de savanHet verhaal speelt zich af op het eiland ne en in de bossen heeft gehad met tijgers en panters (‘Des savanes et des Ceylon (tegenwoordig Sri Lanka) in forêts’). Zurga nodigt Nadir uit om bij vroeger tijden. Na een kort orkestraal hen te blijven (‘Demeure parmi nous, voorspel (Prélude) zingen de parelvisNadir’), waarna de parelvissers het sers op het strand over de taak die hen beginkoor herhalen. te wachten staat (koor: ‘Sur la grève en Zurga en Nadir blijven samen achter en feu’). Elk jaar verzamelen ze zich hier Zurga beschrijft zijn geluk dat de god om te duiken naar de kostbare parels die verborgen liggen onder het waterop- Brahma hen weer bij elkaar heeft pervlak. Als onderdeel van hun voorbe- gebracht (‘C’est toi, toi qu’enfin je revois’). Ze halen herinneringen op aan reidingen voor deze levensgevaarlijke hun dagen in de stad Candi, waar ze bezigheid zingen en dansen ze om de allebei verliefd werden op een jonge kwade geesten te verdrijven. priesteres. Beiden verzekeren ze elkaar Zurga verschijnt ten tonele (‘Amis, dat ze die liefde uit hun hart hebben interrompez vos danses’) om hen te gebannen, maar Nadir bekent dat hij vertellen dat de tijd daar is om een het nooit kan vergeten. Dan mijmeren leider te kiezen, iemand die de vissers beiden over de avond in Candi aan de zal leiden, beschermen en verdedigen. voet van de tempel (duet: ‘Au fond du De parelvissers kiezen onverwijld en temple saint’). Een vrouw, bedekt met unaniem Zurga als hun leider. Die goud en bloemen verscheen daar. vraagt hen of ze zeker zijn van de Samen geknield tussen de massa keken macht die ze hem geven en verklaart ze verbaasd naar hoe deze wonderschozich vervolgens bereid om hun koning ne godin aan hen voorbij trok. Hoewel te worden. ze tussen de sluiers door maar een Dan verschijnt uit het niets Nadir ten tonele, die door Zurga prompt herkend glimp van haar gezicht opvingen, werden Nadir en Zurga hopeloos wordt als de hartsvriend uit zijn jeugd (‘Mais qui vient là? Nadir, Nadir, ami de verliefd op haar. Al snel realiseerden ze zich dat ze deze liefde moesten opgeven ma jeunesse’). Nadir stelt zichzelf voor als ze geen vijanden van elkaar wilden aan de parelvissers en vertelt over de
7
worden. Nu, herenigd, herhalen ze hun intentie om trouwe vrienden te blijven tot in de dood (‘Amitié sainte’). Dan ziet Zurga een kano aankomen (‘Que vois-je?’). Die brengt hun de onbekende maagd die met haar gebeden de parelvissers zal beschermen bij hun gevaarlijke werk. De priesteres Leïla wordt door hogepriester Nourabad aan land gebracht en de parelvissers verwelkomen haar (koor: ‘Sois la bienvenue’). Zurga vraagt Leïla te beloven dat ze haar sluier niet zal afdoen, dat ze dag en nacht zal bidden voor de parelvissers en dat ze zal leven zonder man of geliefde. Leïla zweert drie keer (‘Je le jure!’). Als ze haar gelofte gestand doet is de mooiste parel voor haar, zo niet, zal ze ter dood veroordeeld worden. Nadir toont zich ontsteld over dit wrede lot en Leïla herkent hem als hij dat zegt onmiddellijk. Zurga bemerkt een aarzeling bij Leïla, maar die verzekert hem dat ze zal blijven om haar taak te verrichten. Samen met Nourabad klimt Leïla naar de tempel, die op een rotspunt boven zee gebouwd is (koor: ‘Brahma, divin Brahma’). Nadir blijft in verwarring achter. Hij heeft de stem van Leïla herkend (‘A cette voix quel trouble agitait tout mon être’). Hij herinnert zich hoe hij zijn belofte aan Zurga destijds in Candi al gebroken heeft en hoe hij Leïla gevolgd is en naar haar gezangen heeft geluisterd (romance: ‘Je crois entendre encore’). Als de parelvissers zien hoe blauw de lucht is en hoe kalm de zee, draagt Nourabad Leïla op om haar gezangen te
8
zingen naast het vuur dat ze hebben aangestoken (koor: ‘Le ciel est blue’). Als Leïla tot Brahma zingt (‘O Dieu Brahma’), gaat Nadir naar de voet van de rots en ziet dat het daadwerkelijk Leïla is die daar zingt. Hij doet een belofte dat hij voor haar zal zorgen en haar met zijn leven zal beschermen. Leïla ziet hem en zingt alleen voor hem, voor hem die ze aanbidt.
Tweede bedrijf Het tweede bedijf speelt zich af tussen de ruïnes van de tempel op de rotspunt boven zee. De vissers zijn van ver te horen; ze bezingen de invallende avond (koor: ‘La, la, la, l’ombre descend dex cieux’). Nourabad vertelt Leïla dat alle boten veilig van zee zijn teruggekeerd en dat zij mag gaan slapen (‘Les barques ont gagné la grève’). Leïla is bang om alleen gelaten te worden, maar Nourabad stelt haar gerust. Dan vertelt ze Nourabad hoe ze eens een vluchteling beschermd heeft door hem in haar huis te verbergen (‘J’étais encore enfant’). De vluchteling kon dankzij haar ontkomen en hij gaf haar een halsketting als herinnering. Nourabad laat haar alleen; de vissers zingen weer op de achtergrond. Leïla is alleen in de nacht maar voelt de aanwezigheid van Nadir (‘Me voilà seule dans la nuit’). Ze herinnert zich hoe Nadir vroeger in de nacht haar nabijheid zocht en in de struiken sliep. Nu ze het idee heeft dat hij dat weer doet, kan ze rustig gaan slapen (aria: ‘Comme autrefois, dans la nuit sombre’). Dan hoort Leïla de stem van de zingen-
de Nadir dichterbij komen (lied: ‘De mon amie, fleur endormie’). Ineens staan ze tegenover elkaar (‘Leïla, Leïla…..Dieu puissant, le voilà!’). Leïla is verbaasd dat hij er is, maar ook bang voor wat hen kan overkomen. Ze smeekt hem weg te gaan, maar de twee bekennen elkaar hun liefde (duet: ‘Ton coeur n’a pas compris le mien’). Boven hun hoofden breekt een stormachtig onweer los en Leïla vraagt Nadir opnieuw om haar te verlaten (‘Ah! revenez à a raison, partez, partez vite, je tremble!’). Als hij weg is klinken er schoten. Nourabad en de wachters gaan achter Nadir aan. Door het lawaai van het onweer verschijnen de bange parelvissers bij de tempel (koor: ‘Quelle vois nous appelle?’). Nourabad komt terug met de gevangengenomen Nadir (‘Dans cet asile sacré’) en vertelt de vissers wat er gebeurd is. De parelvissers eisen het leven van de twee schuldigen (koor: ‘Pour eux point de grâce, non’), maar Nadir werpt zich als verdediger van Leïla op. Dan verschijnt Zurga en eist als leider zijn recht op om recht te spreken (‘Arrêtez! Arrêtez!’). Hij vraagt om vergeving voor de twee, maar als Nourabad aan Leïla vraagt om haar sluier weg te halen herkent Zurga haar en roept hij, gegrepen door jaloezie, om wraak. Allen vragen aan de god Brahma om hen te beschermen (‘Brahma, divin Brahma, que ta main nous protège!’).
Derde bedrijf De eerste scène van het derde bedrijf speelt in Zurga’s tent. De storm buiten
Affiche voor de première in La Scala, 1886
gaat langzaam liggen, maar die in het hoofd van Zurga niet (‘L’orage s’est calmé’). Hij vreest de dageraad, het tijdstip waarop Nadir en Leïla moeten sterven, en kan niet langer kwaad zijn op zijn goede vriend (aria: ‘O Nadir, tendre ami de mon jeune âge’). Hij vraagt hen vergeving voor zijn blinde woede. Dan brengen de parelvissers Leïla bij hem (‘Qu’ai-je vu?’); zij wil met hem spreken om vergiffenis te vragen voor Nadir (duet: ’Je frémis, je chancelle’). Zurga’s jaloezie wordt alleen maar aangewakkerd door Leïla’s pogingen om Nadir vrij te krijgen. Dan vervloekt Leïla hem (‘Va, prends aussi ma vie’). Nourabad verschijnt om te vertellen dat
9
het tijd is (‘Entends au loin ce bruit de fête’). Leïla geeft een jonge parelvisser haar halsketting (‘Ami, prends ce collier’) en vraagt hem die na haar dood aan haar moeder te geven. Als Leïla wordt weggevoerd, grijpt Zurga de halsketting en slaakt een kreet. De tweede scène speelt in het bos. Bij het beeld van Brahma dansen dronken parelvissers dreigend rond en wordt een brandstapel opgericht (koor: ‘Dès que le soleil’). Men wacht op de opkomst van de zon. Nadir denkt aan Leïla en vraagt zich af wat er van haar geworden is (‘Hélas! Qu’ont-ils fait de Leïla?’). Dan wordt zij door Nourabad opgevoerd (‘Sombre divinités’). Ze rent naar Nadir en ze zingen samen over hoe ze in elkaars armen zullen sterven (duet: ‘O lumière sainte’). Een rode gloed verschijnt in de verte en iedereen denkt dat het moment van
10
executie is gekomen (‘Le jour enfin perce la nue’). Maar dan stormt Zurga op om te vertellen dat ze niet de dageraad zien, maar dat het vissersdorp in brand staat (‘Non, non, ce n’est pas le jour’). Nourabad en de vissers snellen naar hun dorp om te redden wat er te redden valt. Als ze gedrieën zijn achtergebleven, ontdoet Zurga de beide gevangenen van hun boeien. Hij heeft de halsketting van Leïla herkent; zij is degene die hem lang geleden van de dood heeft gered. Zurga zelf heeft het dorp in brand gestoken, en hij wijst Nadir en Leïla een pad waarlangs ze kunnen vluchten. Zurga blijft achter om zich aan de woede van de parelvissers over te leveren, en hij zegt zijn liefde voor Leïla vaarwel. In de verte zingen de geliefden op de klanken van het beroemde duet uit de eerste akte (‘Plus de crainte, o douce étreinte’).
O eerste concert O-serie 52e seizoen • 8 september 2012
Uitvoerenden Michel Plasson dirigent Dertig jaren duurde het perfecte huwelijk tussen dirigent en orkest, tussen Michel Plasson en het Orchestre National du Capitole de Toulouse. Aan deze mooie geschiedenis kwam onlangs een einde. Michel Plasson geniet nu van zijn vrijheid. Nog steeds veelgevraagd bij de belangrijkste orkesten en operahuizen van de wereld, reist hij van Moskou naar Milaan, van Leipzig naar de Verenigde Staten, in China en in Japan. Hij krijgt alle ruimte om de muziek waar hij zo van houdt onder de beste muzikale condities te kunnen uitvoeren: de Franse muziek waarvan hij een welbespraakte apostel is (meer dan honderd opnames getuigen hiervan). Tot de recente hoogtepunten horen Carmen in Shangai, Manon en Faust in Palermo, Werther en Roméo et Juliette in de Maestranza van Sevilla, Le Cid in Zürich, Les Troyens in Straatsburg, La damnation de Faust in Tokyo en Werther bij de Opéra Bastille. Daarnaast dirigeerde hij evenzoveel concerten. Met de Dresdner Philharmoniker, waar hij zeven jaar lang chef-dirigent was, maakte hij veel cd-opnamen. Michel Plasson werd benoemd tot chef-dirigent van het Chinees Nationaal Symfonie
Michel Plasson
Orkest in Beijing en ontving de onderscheiding ‘Commandeur de la Légion d’Honneur’ van de Franse overheid.
Thomas Eitler koordirigent Thomas Eitler studeerde muziekpedagogiek in Wenen. In 1987 richtte hij het koor Cantus Firmus op, waarvan hij tot 1992 leider was. Hij was verder verbonden aan de Badener en Wiener Kinder oper in het Wiener Konzerthaus (19881989) en aan de Wiener Volksoper (1990-1994). Sinds 1999 is hij regelmatig te gast als dirigent bij het WDR-Rundfunkchor in Keulen, bij het MDR-Chor in Leipzig en bij het NDR-Chor in Hamburg. In 1996 en 2003 was Eitler koorassistent bij de Bayreuther Festspiele. Hij was bovendien eerste kapelmeester en assistent-dirigent aan het Stadt-
11
Charles Castronovo nadir De Amerikaanse tenor Charles Castronovo maakt vandaag zijn Nederlandse debuut als Nadir, een rol die hij eerder zong in Los Angeles, Washington en San Diego. Hij vertolkte bovendien Alfredo in La traviata in Londen, Berlijn, San Fransisco, Aix-en-Provence en Wenen, Ferrando (Così fan tutte) in Londen en Mün-
Charles Castronovo
chen, Tamino (Die Zauberflöte) in Wenen, Chicago, Parijs en Los Angeles, Belmonte (Die Entführung aus dem Serail) in Salzburg en Rome, Tom (The Rake’s Progress) in Londen, Gennaro (Lucrezia Borgia) in München, Edgardo (Lucia di Lammermoor) in Brussel, Rodolfo (La bohème) in Berlijn, Roméo (Roméo et Juliette) in Los Angeles, Berlioz’ Faust in Nice en Gounods Faust in Berlijn. Dit seizoen staat onder meer Don Ottavio (Don Giovanni) in de Metropolitan Opera op het programma.
Jean-François Lapointe zurga
Thomas Eitler
12
De bariton Jean-François Lapointe werd geboren in Québec. Debussy’s Pelléas behoort tot zijn favoriete rollen en zong hij onder andere in de Milanese Scala onder Georges Prêtre en het Théâtre des Champs-Elysées onder Bernard Haitink. De afgelopen seizoenen vertolkte hij rollen als Mercutio in Roméo et Juliette (Cincinnati Opera en Tokyo), Lescaut in Manon Lescaut (Québec), Figaro in Il barbiere di Siviglia (Opéra Comique),
Jean-François Lapointe
Danilo in Die lustige Witwe (Opéra Royal de Wallonie), de titelrollen in Falstaff en Jevgeni Onegin (Québec) en in Don Giovanni (Triëst en Marseille), Albert in Werther (Brussel), Ford in Falstaff (Théâtre des Champs-Elysées) en Oreste in Iphigénie en Tauride (Amsterdam). De rol van Zurga zong hij eerder in Toulon. Duparc, Fauré en Poulenc staan op zijn repertoire als liedzanger.
Annick Massis leïla De naam van de sopraan Annick Massis is verbonden met de grote Franse romantische heldinnen, van Berlioz en Halévy tot Debussy. Maar ook breder, de Franse muziek van Rameau tot Poulenc en de grote Mozartrollen staan op haar repertoire, net als de grote rollen van Rossini, Donizetti en Bellini, Verdi en Meyerbeer. Een rol als Lucia di Lammermoor zong zij bijvoorbeeld in ruim tien verschillende producties over de hele wereld, onder andere in 2011 in de Wiener Staatsoper, waar Bruno Campa-
Annick Massis
Gianni Ugolini
theater Koblenz (1998-2001). In 2001 voerde hij de muzikale leiding over de Frankfurter Operettenfrühling in de Alte Oper, en in het daaropvolgende jaar werd hij koordirigent aan het Bremer Theater. Als koordirigent leidde Eitler vele opera’s, operettes en musicals, maar ook als orkestdirigent is hij werkzaam. Thomas Eitler volgde masterclasses directie bij Hans Graf, Hans Herbert Jöris, Siegfried Köhler en Toshiyuki Kamioka. In 2006 was hij gast-koordirigent bij De Nederlandse Opera. Sinds 2008 is hij als docent verbonden aan de Hochschule für Künste in Bremen.
nella dirigeerde. In hetzelfde jaar zong zij bovendien Marguérite de Valois in Meyerbeers Les Huguenots (Teatro Real de Madrid) en Blanche in Poulencs Dialogues des Carmélites (Seoul). Afgelopen seizoen waren er bovendien optredens in L’enfant et les sortilèges (Opéra de Monte Carlo), als Adèle de Fourmoutiers in Rossini’s Le comte Ory (Opéra de Marseille) en Violetta in La traviata (Opéra de Wallonie). Eerder in de Matinee: Rossini Le comte Ory (2005), aria’s van Bizet en Gounod en Ravel Shéhérazade (2006), Donizetti Lucie de Lammermoor (2008), aria’s van Rameau en Händel (2008)
Nicolas Testé nourabad De Fransman Nicolas Testé studeerde piano, fagot en muziekgeschiedenis, voordat hij als zanger werd opgeleid bij de Opéra National de Paris en het Centre de Formation Lyrique. De basbariton zong de titelrol in Le nozze di Figaro (Warschau), Léandre in Liefde voor
13
Nicolas Testé
drie sinaasappelen (Genève) en Abimélech in Samson et Dalila (Parijs); in Amsterdam zong hij Panthé (Les Troyens), Agamemnon (Iphigénie en Aulide) en Frère Laurent (Roméo et Juliette). Laatstgenoemde rol vertolkte hij ook in Marseille, waar hij ook Ferrando in Il trovatore voor zijn rekening nam. De rol van Nourabad zong Nicolas Testé eerder in de Parijse Opéra-Comique. Eerder in de Matinee: Lully Roland (2004)
Radio Filharmonisch Orkest Het Radio Filharmonisch Orkest (RFO) werd in 1945 opgericht door Albert van Raalte. Het orkest werd nadien geleid door achtereenvolgens Paul van Kempen, Bernard Haitink, Jean Fournet, Willem van Otterloo, Hans Vonk, Sergiu Comissiona, Edo de Waart en Jaap van Zweden. In het seizoen 2012-2013 treedt Markus Stenz aan als chef-dirigent. De Amerikaanse dirigent James Gaffigan is vaste gastdirigent vanaf het seizoen 2011-12.
14
Het RFO werkte samen met befaamde gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrasjin, Antal Doráti, Riccardo Muti, Kurt Masur, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennady Rozhdestvensky en Valery Gergiev. Het orkest speelde de (Nederlandse) premières van werken van onder anderen Messiaen, Berio, Boulez, Henze, Carter, Adams, Birtwistle, Adès, Janácˇek, De Raaff, Oestvolskaja, Verbey, De Raaff, Vriend en Rijnvos. Het RFO levert belangrijke bijdragen aan de NTR ZaterdagMatinee en Het Zondagochtend Concert in het Amsterdamse Concertgebouw, en De Vrijdag van Vredenburg te Utrecht. Het RFO onderscheidt zich door bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en concertante opera-uitvoeringen, regelmatig betreft het eerste uitvoeringen in Nederland en wereldpremières. Naast de concerten in de omroepseries was het RFO te horen op het Festival Musica 2008 in Straatsburg onder leiding van Reinbert de Leeuw, op het Sun Festival 2009, tijdens concertreizen naar Groot-Brittannië, Duitsland en Oostenrijk onder leiding van Jaap van Zweden, in de Keulse Philharmonie en de Royal Albert Hall tijdens de BBC Proms 2011. Het Radio Filharmonisch Orkest heeft een indrukwekkende plaat- en cd-catalogus opgebouwd. Op verschillende labels verschenen vanaf de jaren ’70 legendarische grammofoonplaten met dirigenten als Leopold Stokowski en Antal Doráti. Onder leiding van Jean Fournet werd een serie cd’s gerealiseerd
met Frans repertoire. Opnamen van onder meer de complete symfonieën van Mahler onder leiding van Edo de Waart verschenen op cd, alsook een unieke Wagner-box en de complete orkestwerken van Rachmaninov. Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson en Jan van Vlijmen werden onderscheiden met prijzen en eervolle vermeldingen. Onder leiding van Mark Wigglesworth wordt al enige jaren gewerkt aan de opname van een Sjostakovitsj-serie en onder leiding van Jaap van Zweden aan die van de symfonieën van Bruckner. Lovend ontvangen NTR ZaterdagMatinee-opnamen van Wagners Lohengrin en Die Meistersinger von Nürnberg werden in het seizoen 2010-2011 gevolgd door de live-registratie van Parsifal, die is onderscheiden met de Edison Klassiek 2012 in de categorie Opera. www.radiofilharmonischorkest.nl volg het radio filharmonisch orkest op twitter (@radiofilhorkest) en facebook.
Groot Omroepkoor Het Groot Omroepkoor is met 74 vocalisten het grootste professionele koor van Nederland. Sinds de oprichting in 1946 voert het koor een breed repertoire, uiteenlopend van barok tot en met eigentijdse muziek. Voor de uitvoering van dit repertoire werkt het koor in wisselende bezettingen, afhankelijk van het werk en de wens van de dirigent. Het Groot Omroepkoor werkte samen met gastdirigenten als Marcus
Creed, Peter Dijkstra, Stefan Parkman en Kaspars Putnin ¸ š, met oude-muziekspecialisten als Frans Brüggen, Philippe Herreweghe, Nikolaus Harnoncourt en Ton Koopman, en in het grote koorsymfonische repertoire met onder anderen Jaap van Zweden, Riccardo Chailly, Peter Eötvös, Sir Simon Rattle en Mariss Jansons. Het Groot Omroepkoor treedt veelal op met het Radio Filharmonisch Orkest en de Radio Kamer Filharmonie in de series van de publieke omroep, en wordt daarnaast geregeld uitgenodigd door het Koninklijk Concertgebouworkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Berliner Philharmoniker. Het Groot Omroepkoor is geregeld te gast in de NTR ZaterdagMatinee. In deze concerten voerde het koor wereldpremières uit en werken van hedendaagse componisten als Ligeti, Boulez, Birtwistle, Kagel, Reich, Wagemans, Adès en Adams. Op cd’s schittert het Groot Omroepkoor in een breed repertoire met opnamen van onder meer Keuris, MacMillan, Mahler, Poulenc, Rossini en Wagner. De eerste officiële chef-dirigent van het Groot Omroepkoor was Kenneth Montgomery. Na hem waren respectievelijk Robin Gritton, Martin Wright, Simon Halsey en Celso Antunes chef-dirigent van het koor. Vanaf het seizoen 20122013 is Gijs Leenaars chef-dirigent. Michael Gläser is vaste gastdirigent van het koor sinds september 2010. www.grootomroepkoor.nl volg het groot omroepkoor op twitter (@grootomroepkoor) en facebook
15
Radio Filharmonisch Orkest
Groot Omroepkoor
chef-dirigent
altviool
hoorn
chef-dirigent
TENOR
Markus Stenz
Petra Botma-Zijlstra Toine Martens Fréderick Franssen Anneke Vreugdenhil
Gijs Leenaars
James Gaffigan
Francien Schatborn Frank Brakkee Huub Beckers Igor Bobylev Annemijn den Herder Erik Krosenbrink Robert Meulendijk Ewa Wagner Anne-Bartje Fontein Ferdinand Hügel
assistent-dirigent
cello
Alan Belk Sebastian Brouwer Kevin Doss Eyjólfur Eyjólfsson Boguslaw Fiksinski Peter-Paul Houtmortels Marius Kwaks Falco van Loon Aart Mateboer Ioan Micu Matthew Minter Albert van Ommen Benedict Quirke Geraint Roberts Henk Vels John Vredeveldt Steven de Vries Andrew Walters Deniz Yilmaz Richard Zook
honorary chief conductor
Jaap van Zweden ere-dirigent
Edo de Waart vaste gastdirigent
Wouter Padberg eerste viool
Joris van Rijn Semjon Meerson Mitcho Dimitrov Fred Gaasterland Alberto Johnson Mariska Godwaldt Kerstin Kendler Karina Korevaar Anna Korpalska Pamela Kubik Leonie Mensink Theo Ploeger Pieter Vel Ruud Wagemakers tweede viool
Eveline Trap Andrea van Harmelen Sarah Loerkens Jill Bernstein Esther de Bruijn Michiel Eekhof Odilia Fiedler Annemarie van Helderen Ingrid van Leeuwen Dana Mihailescu Renate van Riel Nienke Teuben Alexander van den Tol
16
Michael Stirling Anton Istomin Eveline Kraayenhof Harm Bakker Mirjam Bosma Crit Coenegracht Anneke Janssen Arjen Uittenbogaard contrabas
Rien Wisse Walter van Egeraat Annika Hope Edward Mebius Stephan Wienjus Eduard Zlatkin
vaste gastdirigent
Michael Gläser
trompet
Hessel Buma Hans Verheij trombone
Jaume Gavilan Agullo Peter Saunders Brandt Attema pauken
Bas Voorter slagwerk
Hans Zonderop Henk de Vlieger Esther Doornink Harry van Meurs harp
Ellen Versney
sopraan
Annelie Brinkhof Elma van den Dool Daphne Druijf Loes Groot Antink Selma Harkink Charlotte Janssen Anitra Jellema Mariëlle Kirkels Marianne van Laarhoven Judith Petra Margo Post Linda Rands Maja Roodveldt Annette de Rozario Jolanda Sengers Henda Strydom Dorien Verheijden Esther de Vos Sabine Wüthrich Claudia Wijers Yuko Yagishita
fluit
alt
Barbara Deleu Maike Grobbenhaar
Yvonne Benschop Nicoline Bovens Ans van Dam Marjan van Eldik Anneke Leenman Els Liebregt Susanne Meessen Corrie Pronk Dirtzen Rinkleff Anjolet Rotteveel Adélaïde Rouyer Janneke Vis Lisinka de Vries Pierrette de Zwaan
hobo
Hans Wolters Gerard van Andel klarinet
Frank van den Brink Nanette Bakker fagot
Johan Steinmann Desirée van Vliet
banda
Barbara Deleu piccolo Maike Grobbenhaar piccolo Hans Zonderop slagwerk Ellen Versney harp
BAS
Gert-Jan Alders Joep Bröcheler Erks Jan Dekker Math Dirks Peter Duyster Joep van Geffen Geert van Hecke Kees van Hees Henk van Heijnsbergen Daniël Hermán Mostert Palle Fuhr Jørgensen Gilad Nezer Menno van Slooten Lars Terray Luuk Tuinder Ernst Vermeulen Hans de Vries Nanco de Vries
Vaste pianist
Ben Martin Weijand
17
de de volgen n e concert zaterdag 15 september, 14.15-ca.16.10 uur Concertgebouw Amsterdam serie C
pen zijn eerste mis op papier zette, schaafde Bach in Leipzig op zijn oude dag aan zijn Kunst der Fuge en Hohe Messe. Wel werd Haydns Sturm-undDrang-periode omstreeks 1770 geïnspi‘Crossover’ en een nieuwe Bach reerd door Bachs tweede zoon, Carl Philipp Emanuel. Een van de sterkste Radio Kamer Filharmonie voorbeelden is de Symfonie nr. 44 in e, Philippe Herreweghe dirigent een werk vol droefenis en gejaagdheid, maar met het misschien wel mooiste Sergio Azzolini fagot Adagio uit Haydns pen. In de Symfonie nr. 104, Haydns laatste, leveren Engelse Haydn Symfonie nr.44 ‘Trauer’ doedelzakdeunen en een vurig BalkanBach (bew. Azzolini) Fagotconcert (naar BWV 169, BWV 49 en BWV 1053) orkest een prachtig staaltje achttiendeeeuwse crossover. Daartussenin een Haydn Symfonie nr.104 ‘Londen’ nieuwe Bach-aanwinst: fagottist Sergio Azzolini voegde delen uit Bachs Klavecimbelconcert BWV 1053 en twee cantates Het is frappant: Joseph Haydn groeide op zonder één noot Bach te kennen. Het bijeen en bewerkte ze tot wat ooit een fagotconcert van Bach geweest moet contrapunt-meesterbrein uit Leipzig zijn. Een mooi staaltje hergebruik naar was immers lang onbekend in Wenen. Bachs voorbeeld. (cr) Terwijl Haydn als koorknaap onbehol-
Hartmann en Sjostakovitsj Radio Filharmonisch Orkest James Gaffigan dirigent Simone Lamsma viool Hartmann Derde symfonie Sibelius De bard Sjostakovitsj Tweede vioolconcert
De verwantschap tussen de Rus Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) en zijn Duitse generatiegenoot Karl Amadeus Hartmann (1905-1963) is meer voelbaar dan meetbaar. In hun pathos en soms rauwe felheid zijn de bijna-leeftijdgenoten nauw met elkaar verwant, maar de gelijkenis laat zich niet simplificeren tot expliciete stilistische overeenkomsten. In het Largo ma non troppo dat Hartmanns Derde symfonie (1948-1949) opent is de gelijkgezindheid niettemin tastbaar: de dolende lijnen van de strijkers, de desolaat intieme cellosolo en de wrang-dissonante stemvoering, soms kaal als slijtplekken, zouden in de muziek van de Russische collega moeiteloos hun plaats vinden. Op dit programma versmelt de door oorlogservarin-
gen gekleurde atmosfeer van de Derde, voortgekomen uit eerdere symfonische werken met de veelzeggende titels Sinfonia tragica en Symphonie ‘Klagegesang’, met de landelijke eenzaamheid van Jean Sibelius’ oudere symfonische gedicht De bard (1913) en de bitterzoete intensiteit van Sjostakovitsj’ Tweede vioolconcert, muziek van een verlatenheid die met hartmanniaanse volharding, maar dan anders, alle particuliere emoties overstijgt. (bvp)
Simone Lamsma
Otto van den toorn
18
Michiel Hendrickx
Philippe Herreweghe
zaterdag 22 september, 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam serie A
19
de de volgen n e concert
Liza Ferschtman
Marco Borggreve
Lucas Jussen
Marco Borggreve
Jonas Gustavsson
Carlo Rizzi
Strauss’ ridderlijke avonturen
Liza Ferschtman in Dvorˇák
vrijdag 14 september, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
vrijdag 28 september, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
Radio Filharmonisch Orkest Carlo Rizzi dirigent Daniel Müller-Schott cello Francien Schatborn altviool – Strauss Don Quixote · Serenade voor blazers · Suite Die Frau ohne Schatten
Radio Filharmonisch Orkest George Tchitchinadze dirigent Liza Ferschtman viool
Lucas Jussen speelt Beethoven
Händel fêteert Alexander de Grote
vrijdag 21 september, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
vrijdag 5 oktober, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
Radio Kamer FIlharmonie Frans Brüggen dirigent Lucas Jussen piano – Wagenaar Ouverture Cyrano de BergeracBeethoven Derde piano concert · Tweede symfonie
Radio Kamer Filharmonie Groot Omroepkoor Kenneth Montgomery dirigent Yulia van Doren sopraan Paula Murrihy mezzosopraan Ed Lyon tenor Matthew Brook bas Gwyneth Wentink harp – Händel Alexander’s Feast
20
– Brahms Tragische Ouvertüre Dvorˇák Vioolconcert Grieg Symfonie in c