HET RUSSISCHE RIJK • GROOT OMROEPKOOR A CAPPELLA • AVROTROS KLASSIEK I • AVROTROS KLASSIEK II • GROTE VIOLISTEN • CARL NIELSEN • AVROTROS VOCAAL • MUZIKALE MEESTERWERKEN • TWEE BIJZONDERE CONCERTEN
vrijdag 10 juni 2016, 20.15 uur inleiding Thea Derks, 19.30 uur
SLOTCONCERT
Net als in de film Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Vlaams Radio Koor Jukka-Pekka Saraste dirigent Michael Gläser koordirigent Katrien Baerts sopraan Sebastian Pilgrim bas Marina Kushnir mezzosopraan Jean Sibelius 1865-1957 De zwaan van Tuonela uit: Lemminkäinen-Suite 1897 Sergej Rachmaninov 1873-1943 Drie Russische volksliederen opus 41 1927 voor koor (alten en bassen) en orkest Over het beekje • O, Wanja! • Mijn wangen zijn wit
Sofia Goebaidoelina *1931 O, Komm, Heiliger Geist 2015 voor sopraan, bas, koor en orkest NEDERLANDSE PREMIÈRE
PAUZE
Sergej Prokofjev 1891-1953 Alexander Nevski opus 78 1938 1. Rusland onder het juk van de Mongolen
5. De veldslag op het ijs
2. Lied van Alexander Nevski
6. Het doodsveld
3. Kruisvaarders in Pskov
7. De intocht van Alexander
4. Sta op, mensen van Rusland
in Pskov
2
Welkom na de zomer! Dit is het laatste concert van AVROTROS Vrijdagconcert. Wij wensen u een heel mooie zomer, en zien u graag weer terug in het nieuwe seizoen! Het team van het AVROTROS Vrijdagconcert
Live-uitzending De AVROTROS zendt dit concert vanuit TivoliVredenburg live uit op NPO Radio 4. Alle luisteraars kunnen volop genieten van het concert als mobiele telefoons, horloges en gehoorapparaten geen geluid maken. Presentatie voor Radio 4 vanuit de zaal door Mark Brouwers.
➜ WWW . RADIO 4. NL Kunst & Cultuur
Luister concerten terug
K&C Magazine, hét magazine over kunst en cultuur, is vernieuwd. Om dit te vieren krijgt u na afloop van dit concert een exemplaar cadeau.
Op www.radio4.nl kunt u onder ‘Luister Concerten’ kiezen uit de mooiste concertopnamen, waaronder uiteraard ook die van het AVROTROS Vrijdagconcert. De concerten zijn te sorteren op genres en tijdperken. Uit de periode vanaf 2011 zijn nog vele webcasts te zien van De Vrijdag van Vredenburg.
Na afloop van het concert is er gelegenheid om een drankje te nuttigen.
Voor nieuws en achtergrondinformatie over de concerten kunt ook terecht op Facebook AVROTROS Vrijdagconcert.
➜ WWW . RADIO 4. NL
Net als in de film
3
Dit slotconcert van de serie AVROTROS Vrijdagconcert vormt ook de afsluiting van de muzikale verkenning van ‘Het Russische Rijk’, de aparte serie gewijd aan toondichters van Russische komaf. Onder die verzamelnaam klonk de meest uiteenlopende muziek uit het negentiende-eeuwse Russische tsarenrijk, uit de Sovjet-Unie en het nieuwe Rusland. Muziek van componisten die in Rusland geboren werden of er studeerden, maar die niet altijd Russisch zijn, maar bij voorbeeld ook Oekraïens, Wit-Russisch, Joods, Pools, Duits, Georgisch of Tataars. Velen van hen versmolten in hun muziek nationaal-Russische en Europese kunstidealen, zoals Tsjaikovski en Rachmaninov. Anderen kwamen door hun toenadering tot westerse stijlen weer in botsing met het regime en hadden te lijden onder censuur en de dreiging van verbanning en dood, zoals Prokofjev en Sjostakovitsj.
Dit slotconcert van de serie AVROTROS Vrijdagconcert vormt ook de afsluiting van de muzikale verkenning van ‘Het Russische Rijk’, de aparte serie gewijd aan toondichters van Russische komaf. Prokofjev vertrok, maar kwam terug omdat hij de Russische lucht en taal zo miste. Rachmaninov ontvluchtte de revolutie en vond onderdak in de VS, vol van heimwee naar een Rusland dat verdwenen was. En de leidende naoorlogse Russische componiste Sofia Goebaidoelina is sinds de val van de muur een gelauwerde componiste, vooral in het Westen. Tot 1992 leefde ze in Moskou, en tegenwoordig in haar landelijke huis in Appen nabij Hamburg. In volslagen afzondering en zonder veel officiële blijken van waardering werkte ze jarenlang aan een avant-gardistisch en omvangrijk oeuvre van vooral instrumentale muziek voor de meest gewaagde
4
bezettingen. Vanavond klinkt de Nederlandse première van O, Komm, Heiliger Geist voor sopraan, bas, koor en orkest. Het is een eerste versie van de finale van een groter oratorium Über Liebe und Hass dat Goebaidoelina schrijft in opdracht van de Staatskapelle Dresden.
Een zingende Finse zwaan
JEAN SIBELIUS
Het concert opent met De zwaan van Tuonela, een deel uit Jean Sibelius’ Lemminkaïnen Suite, een schildering van de avonturen van de legendarische figuur Lemminkaïnen uit de Finse sagencyclus Kalevala. De zwaan van Tuonela, met zijn melancholieke althobosolo, werd een op zichzelf staande evergreen. Vele commentatoren noemen het Sibelius’ eerste echte meesterwerk. Jean Sibelius stond tijdens zijn leven te boek als een nationalist en een romanticus. Hij zette met zijn muziek zijn vaderland Finland op de wereldkaart en gold na 1920 als een romanticus die zijn eigen tijd had overleefd. Zo zag Sibelius het ook zelf: van de moderne componisten hield hij alleen van Bartók en zijn grootste voorbeeld was Mozart. Zijn nationalisme blijkt onder meer uit zijn voorkeur voor onderwerpen uit de Finse mythologie, met name uit het nationale epos Kalevala, dat hem inspireerde tot vele korte, programmatische orkestwerken, zoals De zwaan van Tuonela. Het is het tweede deel van een vierluik dat handelt over de held Lemminkaïnen, een soort Finse Don Juan. Lemminkaïnen kan de vrouw van zijn dromen krijgen, maar moet daarvoor eerst drie beproevingen ondergaan: van een helling skiën, een demon uitschakelen en de zwaan van Tuonela doden met één schot van een boog. De zwaan drijft zingend op een brede rivier met zwart water
Jean Sibelius stond tijdens zijn leven te boek als een nationalist en een romanticus. Hij zette met zijn muziek zijn vaderland Finland op de wereldkaart en gold na 1920 als een romanticus die zijn eigen tijd had overleefd. Zo zag Sibelius het ook zelf.
5
rond Tuonela, in de Finse mythologie het land van de dood en de hel. Lemminkaïnen slaagt daarin, maar wordt gedood door een herder. Het lichaam komt in stukken in de rivier terecht. Lemminkaïnens moeder weet ze echter weer tot één geheel te maken. Even spannend als het verhaal is de muziek. Ze is bezet met een klein orkest, met een prominente solopartij voor de Engelse hoorn (althobo). Het harmonisch verloop in de strijkers en het melodieverloop staan ver af van westerse klassieke voorbeelden, maar zijn door hun grilligheid juist interessant voor moderne componisten. Bij Sibelius geen demonstratieve en destructieve ontregeling van overgeleverde vormen, maar een subtiele, ingetogen, maar toch fundamentele breuk met klassieke regels. Ook de grote vorm, met een onopvallend begin en een onverwacht einde, had van onze tijd kunnen zijn.
Een Rus in de VS Net als Jean Sibelius voelde Sergej Rachmaninov zich een romanticus die zijn eigen tijd had overleefd. Daarbij kwam dat hij kort na de Russische Revolutie zijn vaderland was ontvlucht en er nooit meer zou terugkeren. Hij voelde dat hij zijn creatieve wortels was kwijtgeraakt en legde zich veel meer dan voorheen toe op het pianospelen. En ook al gold hij meteen (en geldt hij nog steeds) als een van de grootste pianisten aller tijden, erkenning op dat vlak deed hem weinig. Liever maakte hij naam als componist. Tussen 1917 en 1927 leverde hij louter enkele virtuoze bewerkingen voor piano af, terwijl hij daarvóór tussen 1891 en 1917 maar liefst 39 grote werken met opusnummer schreef. Pas na tien jaar verblijf in de VS (vanaf 1927) ontstonden weer oorspronkelijke composities: zijn Vierde pianoconcert en Drie Russische volksliederen die hij in het Frans publiceerde. Rachmaninov voelde zich in zijn muziek altijd al een Rus, maar nu koos hij als inspiratiebron expliciet Russisch materiaal uit verschillende bronnen. Het eerste lied vertelt van een mannetjeseend die een vrouwtjeseend achtervolgt over een brug. Het vrouwtje vliegt weg en het mannetje blijft eenzaam achter. Het tweede lied gaat over een vrouw die door haar man is verlaten omdat hij niet met haar boosaardige vader kon opschieten. In het derde lied wordt een vrouw rood en bleek omdat haar jaloerse man er onverwachts aankomt.
SERGEJ RACHMANINOV
6 6
Rachmaninovs versie voor koor en orkest volgt de structuur van de liedteksten. In zijn klasssiek-romantische toonzetting verandert hij veelvuldig van bezetting, strooit met bijzondere harmonieën en kleine ritmische verrassingen. Ondanks die lichte moderniteiten staat hij ver af van zijn landgenoot Stravinsky. Dat wisten de twee ook van elkaar. Bij hun enige ontmoeting (in 1942 in Amerika) gaven ze elkaar Russisch eten en spraken ze niet over muziek, wel over geld.
Componiste ‘op de goede weg’
SOFIA GOEBAIDOELINA
Sofia Goebaidoelina groeide op in de Sovjet-Unie waar het regime de componisten duidelijke richtlijnen oplegde, terwijl zij liever haar eigen koers volgde. Op het conservatorium in Moskou zei de examencommissie tegen haar: “U bent op de verkeerde weg.” Was dat omdat ze zich liet inspireren door de klank van bijzondere instrumenten en door oude Russische kerkmuziek? Die inspiratie bleef, ook nadat de Sovjet-Unie was uiteengevallen. Haar nieuwste werk O, Komm, Heiliger Geist voor sopraan, bas, koor en orkest is gebaseerd op een gegeven uit de westerse kerkmuziek, de pinksterhymne Veni creator spiritus. De muziek begint op een manier die door zijn dissonanten modern aandoet, maar tegelijkertijd enigszins archaïsch. Na de opening in massieve blokken is de muziek lange tijd zeer gefragmenteerd en lijkt de richting duister. Het quasi-religieuze karakter (wel spiritueel, niet liturgisch) domineert echter het gehele werk en slaat een brug tussen moderne tijd en middeleeuwen. O komm, Heiliger Geist is een eerste versie van de finale van een groter oratorium Über Liebe und Hass dat Goebaidoelina schrijft in opdracht van de Staatskapelle Dresden en dat op 14 oktober 2016 in Tallinn zijn première zal beleven.
Heimwee naar Rusland Nog zichtbaarder dan bij Sibelius en Rachmaninov ontmoeten moderne tijd en verleden elkaar bij Sergej Prokofjev. Die mengeling maakte het velen aanvankelijk lastig zijn muziek te plaatsen. Dat kwam mede door zijn opmerkelijke carrière. Vóór de Oktoberrevolutie van 1917 was Prokofjev het enfant terrible van de Russische muziek geweest. Tijdens zijn optredens als pianist zorgden zijn spitse, granieten aanslag en de voor die tijd ijzingwekkende samenklanken voor heftige polemieken. De enorme Beethoveniaanse drijfkracht van zijn muziek en spel leverde hem de bijnaam ‘de motor’ (en ook wel ‘de voetbalpianist’) op. Na een vrijwillige ballingschap van ruim vijftien jaar keerde hij in 1936 definitief uit heimwee terug naar zijn vaderland. Maar hij belandde in de ergste nachtmerrie. Nu eens werd hij beticht van ‘westerse barbarismen’, dan weer sleepte hij staatsprijzen in de wacht met ‘officiële’ Sovjetmuziek. Hij bekeerde zich tot wat hij noemde de ‘Nieuwe Eenvoud’, met werken als het Tweede vioolconcert en de balletmuziek Romeo en Julia. Die sloten goed aan bij de ideologie van artistieke toegankelijkheid van het Sovjetregime, maar waren tegelijk een terugkeer naar Prokofjevs vroegste romantische jeugdmuziek. Had de componist zo zijn huid gered en leek hij Stalins brave zoon geworden? Prokofjev overleed in 1953 enkele uren na Stalin. De culturele dooi en ontspanning in het Rusland van Chroesjtsjov heeft hij niet meer meegemaakt. Tegen de pianist Svjatoslav Richter verklaarde Prokofjev ooit dat hij niet van Rachmaninov hield, volgens Richter was dat omdat Rachmaninov hem juist sterk beïnvloedde. Richter had gelijk. Vanaf zijn allereerste composities hield Prokofjev van een klassiek stramien en een grootse romantische expressie en zette die graag flink kracht bij met nadrukkelijke moderniteiten. Zijn vermogen zeer beeldende muziek te schrijven had hij al vóór de jaren dertig getoond met opera’s, balletten en symfonieën. De synthese van traditie en modernismen ging hem met de jaren steeds beter af en bereikte een voorlopig hoogtepunt met de muziek die hij halverwege de jaren dertig maakte bij diverse films van Sergei Eisenstein.
7
SERGEJ PROKOFJEV AAN HET WERK, MOSKOU ROND 1939
Alexander Nevski
8
STILL UIT ALEXANDER NEVSKI VAN EISENSTEIN
In een klimaat van groeiend Russisch nationalisme maakte Eisenstein onder meer een film over de krijger Alexander Nevski die in de dertiende eeuw de binnengevallen ridders van de Duitse Orde wist terug te drijven. De film duurt zo’n 110 minuten, en bevat niet minder dan 40 minuten muziek, onderverdeeld in nummers bij diverse episoden van de film. Die delen verschillen enorm van karakter: de ijzigheid van het land onder Duitse bezetting, het begin van de opstand, de strijd, de klacht om hen die vielen in die strijd en de lofzang op Alexander Nevski. Net als Eisensteins film past ook Prokojevs muziek in een klimaat van Russisch nationalisme. De klacht, een grote aria van de sopraan, is vermoedelijk geënt op de aria uit Borodins opera Prins Igor die Jaroslavna zingt vlak na de dood van haar man. De vijand krijgt vijandelijke muziek: de Duitsers worden begeleid door katholieke, in Rusland dus westerse en vijandige, kerkmuziek. Prokofjev behandelt die alsof het volksmuziek is zodat hij die beter kan kneden. Een van zijn grootste troeven is de instrumentatie: hij speelt met vele bezettingen en karakters en is uiterst effectief met zowel een zware massieve als een zeer verfijnde lichte klank. Vandaar dat de muziek ook als autonoom werkstuk volledig overtuigt. De film werd een klassieker, mede dankzij de muziek. Het hoogtepunt is de twintig minuten durende scène met het gevecht op het ijs, ’s nachts in één take opgenomen, niet in een warme studio maar buiten op een bevroren meer (!). Daarbij klinkt ononderbroken muziek, ook opgenomen in één take. Sinds deze verfilming van het heldenverhaal van Alexander Nevski geldt het duo Eisenstein-Prokofjev als het dreamteam onder de duo’s van filmmaker en filmcomponist. En dat niet alleen omdat beiden grootheden waren op hun terrein, maar ook omdat Eisenstein het ritme in de scènes met muziek liet bepalen door de componist. Bij filmproducties – zoals in Hollywood – is vaak het omgekeerde de regel. Was dat de reden dat het in 1938 niet kwam tot een samenwerking tussen Amerika en deze Russische componist? Toch hadden beide partijen serieuze interesse in elkaar. Emanuel Overbeeke
Over het beekje Tsjerez retsjkoe, retsjkoe bystroe, po mostotsjkoe, kalina, Po kroetomoe, malina. Selezen-at perechodit po mostotsjkoe, kalina, Perechodit, malina. Seroe oetkoe perevodit, seroe oetkoe, kalina, Perevodit, malina. Sera oetka ispoegalas, ispoegalas, kalina, Oeletela, malina! Selezen stoit, platsjet, stoit, platsjet, kalina, Stoit, platsjet, malina!
Over het beekje, het vlugge beekje, Over het bruggetje, kalina, Een klein steil bruggetje, malina. Een woerd [mannetjeseend] waggelt over de brug, kalina, Hij steekt over, malina. Hij waggelt naar een grijs eendje, een grijs eendje, kalina, Hij komt eraan, malina. Het grijze eendje schrikt, ze wordt bang, kalina, Ze vliegt weg, malina! En daar staat de woerd, kalina, En hij huilt, malina!
O, Wanja! Ach, ty vanka, razoedala golova, da! Razoedalaja golovoesjka, vanka tvoja! Skol daletsje otezzjaesj ot menja, Da na kogo ty pokidaesj milyj droeg menja, Ach ni na brata ni na droega svoejego, da! A na svekra na zlodeja, da vanka, mojego S kem ja ostanoes v toe zimoe zimovat, da! S kem ja boedoe temnoe notsjkoe, vanka, korotat.
Ach jij, Wanka, jij heethoofd, ja! Wat heb je toch een heet hoofdje, jij, Wanka! Hoe ver ga je er nu weer vandoor? Voor wie loop je weg, mijn lieve vriend, Ach, niet voor een broer en niet voor een vriend van je, hè? Maar voor een boosaardige schoonvader, hè, Wanka-mijn, Wie zal er nu bij me blijven overwinteren, hè! Met wie zal ik nu de donkere nachten doorbrengen, Wanka?
9
gezongen teksten
Sergej Rachmaninov Drie Russische volksliederen opus 41
10
Mijn wangen zijn wit Belilitsy roemjanitsy vy moi, Sokatitss so litsa bela doloj, Jedet, jedet moj revnivyj moezj domoj, A! Aj ljoeli, aj da, ljoesjenki, li! Jedet, jedet moj revnivyj moezj domoj, on vezjot, vezjot podarok dorogoj Aj da! Aj da! On vezjot, vezjot podarok dorogoj, Pletenoejoe sjelkovoejoe batozjoe! Aj ljoeli! Aj ljoeli da ljoesjenki li! Pletenoejoe sjelkovoejoe batozjoe! Chotsjet, chotsjet menja, molodoe, pobit Aj ljoeli! Aj ljoeli! Chotsjet, chotsjet menja, molodoe, pobit! Ja zj ne znajoe i ne vedajoe za tsjto! O! Aj li, ljoeli, ech, ljoesjenki ljoeli! Ja zj ne znajoe i ne vedajoe za tsjto, Za kakoejoe za takoejoe za bedoe Tolko bylo vsej moej to toet bedy, Oe soseda, na besede ja byla, Soeprotinoe cholostogo sidela, Cholostomoe stakan medoe podnesla, Cholostoj stakan medoe prinimal, Ko stakanoe bely roeki prizjimal, Pri narode soedaroesjkoj nazyval, A, ty soedaroesjka, lebedoesjka moja, Ponaravilas pochodoesjka tvoja! Roemjanitsy vy moi, Sokatites so litsa bela doloj Jedet, jedet moj revnivyj moezj domoj, Chotsjet, chotsjet menja, molodoe, pobit, Pravo slovo, chotsjet menja pobit, Ja zj ne znajoe i ne vedajoe za tsjto!
Mijn wangen zijn wit, mijn wangen zijn rood, Mijn tranen stromen, Mijn jaloerse echtgenoot komt nu naar huis, Ah! Aj ljoeli, aj da, ljoesjenki, li! Hij komt nu naar huis, Hij brengt me een kostbaar cadeau, Ai ja! Ai ja! Hij brengt me een kostbaar cadeau, een gevlochten zijden zweep! Aj ljoeli! Aj ljoeli da ljoesjenki li! Een gevlochten zijden zweep! Hij wil mij, zijn jonge meisje, slaan! Aj ljoeli! Aj ljoeli! Hij wil mij, zijn jonge meisje, slaan! Ik weet niet wat ik heb misdaan, O! Aj li, ljoeli, ach, ljoesjenki ljoeli! Ik weet niet wat ik heb misdaan, Ik weet niet waar ik dit aan verdiend heb, Het enige dat ik heb misdaan, is dat ik bij de buurman op visite ging, voor een praatje. Ik zat tegenover deze vrijgezel, ik gaf hem een glas honingwijn en hij nam het aan, het glas honingwijn, Hij drukte mijn witte handen om het glas, Hij noemde me “zwaantje”, in het openbaar, “Ah, jij mijn vrouwtje, mijn zwaantje, wat beweeg je je mooi!” Blosjes van me, Ga toch van mijn witte gezicht af, Mijn jaloerse echtgenoot komt nu naar huis, Hij wil mij, zijn jonge meisje, slaan! Eerlijk waar, hij wil me slaan, En ik weet niet eens waarom! Translitteratie en vertaling: Martine Mussies
Sofia Goebaidoelina O komm, Heiliger Geist. Erfülle die Herzen deiner Gläubigen. Entzünde in ihnen (in mir) das Feuer deiner Liebe. Duitse vertaling van de Latijnse pinkster-antifoon ‘Veni sancte spiritus’. Atme in mir, du Heiliger Geist, daß ich Heiliges denke. Treibe mich, [du Heiliger Geist,] daß ich Heiliges tue. Locke mich, du Heiliger Geist, daß ich Heiliges liebe. Stärke mich, [du Heiliger Geist,] daß ich Heiliges bewahre. Hüte mich, [du Heiliger Geist,] daß ich Heiliges nimmer verliere. Toegeschreven aan de heilige Augustinus (354-430). Sende aus deinen Geist, und alles wird neu geschaffen und das Antlitz der Erde erneuert. Psalm 104,30 De drie teksten worden in verschillende constellaties door de twee solisten en het koor gezongen. De tekst tussen vierkante haken is niet getoonzet.
11
12
Sergej Prokofjev Alexander Nevski opus 78 Roes’ pod igom mongol’skim zonder tekst
Rusland onder het juk van de Mongolen
Pesnja ob Aleksandre Nevskom
Lied van Alexander Nevski
A i bylo djelo na Neve-reke Na Neve-reke, na bol’sjoj vode. Tam roebili my zloje voinstvo Zloje voinstvo, vojsko sjvedskoje.
Het gebeurde aan de Neva-rivier, Aan de Neva-rivier, aan het grote water. Daar hakten wij in op de boze troepen, De boze troepen, het Zweedse leger.
Oech, kak bilis’ my, kak roebilis’ my! Oech! Roebili korabli po dostotsjkam!
Oef, wat hakten wij en wat sloegen wij! Oef, wij hakten hun schepen in mootjes!
Nasjoe krov’-roedoe ne zjaleli my Za velikoeyoe zemljoe roesskoejoe. Gde prosjol topor, byla oelitsa,
Ons rode bloed spaarden wij niet Voor het grote Russische land. Waar de bijl voorbijging, kwam een weg te liggen En waar de speer voorbijvloog een straat. Wij maaiden de Zweden, die buitenlanders, om Als steppegras op de droge aarde. Wij zullen het Russische land niet uitleveren. Wie optrekt tegen Rusland wordt om hals gebracht!
Gde letelo kop’jo, pereoelotsjek Polozjili my sjvedsov, nemtsjinov, Kak kovyl’ travoe na soechoj zemle. Ne oestoepim my zemljoe roesskoejoe. Kto pridjot na Roes’, boedet nasmert’ bit!
Podnjalasja Roes’ soeprotiv vraga, Podnimis’ na boj, slavny Novgorod!
Rusland is ten strijde getrokken tegen de vijand; Trek dan ten strijde, glorierijk Novgorod
Krestonostsy vo Pskove
Kruisvaarders in Pskov
Peregrinus, expectavi, Pedes meos in cymbalis.
Ik, vreemdeling, verwachtte dat ik onder begeleiding van cimbalen zou optrekken.
Vstavajte, ljoedi roesskije
Sta op, mensen van Rusland
Vstavajte, ljoedi roesskije, Na slavny boj, na smertny boj;
Sta op, mensen van Rusland, Ten strijde, glorierijk, ten strijde, op dood en leven! Verrijs, volk van vrije mensen, Voor ons eervolle land!
Vstavajte, ljoedi vol’nye, Za nasjoe zemljoe tsjestnoejoe! Zjivym bojtsam potsjot i tsjest’, A mjortvym slava vetsjnaja! Za ottsji dom, za roesski kraj, Vstavajte, ljoedi roesskije! Vstavajte, ljoedi roesskije, Na slavny boj, na smertny boj; Vstavajte, ljoedi vol’nije, Za nasjoe zemljoe tsjestnoejoe! Na Roesi rodnoj, na Roesi bol’sjoj Ne byvat’ vragoe; Podnimajsja, vstan’, Mat’ rodnaja Roes’! Vstavajte, ljoedi roesskije, Na slavny boj, na smertny boj;
Wie levend terugkeert raapt eer en roem, Wie sterft krijgt eeuwig heil! Voor het huis der vaderen, voor het land der Russen, Verrijs, volk van Russen! Sta op, mensen van Rusland, Ten strijde, glorierijk, ten strijde, op dood en leven! Verrijs, volk van vrije mensen, Voor ons eervolle land! In ons vaderland Rusland, in het grote Rusland Zal geen vijand zijn! Verrijs, sta op, moeder Rusland!
Vstavajte, ljoedi vol’nije, Za nasjoe zemljoe tsjestnoejoe!
Sta op, mensen van Rusland, Ten strijde, glorierijk, ten strijde, op dood en leven! Verrijs, volk van vrije mensen, Voor ons eervolle land!
Vragam na Roes’ ne chazjivat’, Polkov na Roes’ ne vazjivat’, Poetej na Roes’ ne vidyvat’, Polej Roesi ne taptyvat’.
De vijand zal niet over Rusland komen, Met geen regiment in Rusland blijven, Geen toegang vinden tot Rusland, Geen Russische akkers vertrappen.
Vstavajte, ljoedi roesskije, Na slavny boj, na smertny boj;
Sta op, mensen van Rusland, Ten strijde, glorierijk, ten strijde, op dood en leven! Verrijs, volk van vrije mensen, Voor ons eervolle land!
Vstavajte, ljoedi vol’nije, Za nasjoe zemljoe tsjestnoejoe!
13
14
Ledovoje poboisjtsje
De veldslag op het ijs
Peregrinus, expectavi, Pedes meos in cymbalis.
Ik, vreemdeling, verwachtte dat ik onder begeleiding van cimbalen zou optrekken, Laat de van kruisen voorziene wapenen overwinnen! Moge de vijand sneven! Ik, vreemdeling, verwachtte dat ik onder begeleiding van cimbalen zou optrekken!
Vincant arma crucifera! Hostis pereat! Peregrinus, expectavi, Pedes meos in cymbalis, expectavi!
Mertvoje pole
Het doodsveld
Ja pojdoe po poljoe belomoe, Poletsjoe po poljoe smertnomoe. Poisjtsjoe ja slavnych sokolov, Zjenichov moich, dobrych molodtsev.
Ik zal over de witte velden gaan En over de doodsvelden vliegen. Ik zal roemrijke valken zoeken, Mijn bruidegommen, goede jonge kerels.
Kto lezjit, metsjami poroeblenny,
Sommigen liggen geveld door het zwaard, Sommigen liggen gewond door pijlen. Met hun dieprode bloed hebben zij de aarde gedrenkt, De eervolle, Russische aarde. Hen die gesneuveld zijn, Voor Rusland de goede dood gestorven zijn, Zal ik kussen op hun dode ogen, En voor de jonge kerel die het leven behield Zal ik een trouwe echtgenote zijn, een lieve vrouw.
Kto lezjit, strelojoe poranenny. Napoili oni krov’joe alojoe Zemljoe tsjestnoejoe, zemljoe roesskoejoe. Kto pogib za Roes’ smert’joe dobrojoe, Potseloejoe tovo v otsji mjortvije, A tomoe molodtsoe, sjto ostalsa zjit’, Boedoe vernoj zjenoj, miloj ladojoe.
Ne voz’moe v moezj’ja krasivovo: Krasota zemnaja kontsjitsja. A pojdoe za chrabrovo. Otzovitesja, jasny sokoly!
Geen knappe man zal ik uitkiezen, Aardse schoonheid is vergankelijk. Ik zal een dappere man kiezen. Hoor mij en antwoord, stralende valken!
V”ezd Aleksandra vo Pskov
De intocht van Alexander in Pskov
Na veliki boj vychodila Roes’.
Rusland trok ten strijde, naar het grote gevecht. Rusland versloeg de vijand. In het vaderland zal geen vijand zijn. Wie optrekt tegen Rusland wordt om hals gebracht! Wees blij en vrolijk, zing, moeder Rusland! In ons vaderland, Rusland, zal geen vijand zijn. De vijand zal onze Russische dorpen niet zien. Wie optrekt tegen Rusland wordt om hals gebracht!
Voroga pobedila Rus’. Na rodnoj zemle ne byvat’ vragoe. Kto pridjot, boedet nasmert’ bit! Veselisja, poj, mat’ rodnaja Roes’! Na rodnoj Roesi ne byvat’ vragoe. Ne vidat’ vragoe nasjich roesskich sel; Kto pridjot na Roes’, boedet nasmert’ bit!
Na Roesi rodnoj, na Roesi bol’sjoj Ne byvat’ vragoe! Veselisja, poj, mat’ rodnaja Roes’! Na veliki prazdnik sobralasja Roes’. Veselisja, Roes’, rodnaja mat’!
In ons vaderland Rusland, in het grote Rusland Zal geen vijand zijn! Wees blij en vrolijk, zing, moeder Rusland! Rusland is samengekomen voor een groots feest. Rusland, wees blij en vrolijk, zing, moeder! tekstdichters: Sergej Prokofjev en Vladmir Lugovskoj; vertaling: Hans Boland
15
uitvoerenden
16
Jukka-Pekka Saraste, dirigent De Finse dirigent Jukka-Pekka Saraste begon zijn carrière als violist en studeerde vervolgens directie bij Jorma Panula aan de Sibelius Academie in Helsinki. Saraste dirigeert graag laat-romantische muziek, maar ook hedendaags repertoire van onder meer Henri Dutilleux, Magnus Lindberg en Kaija Saariaho. Zo leidde hij de wereldpremière van Friedrich Cerha’s Drei Orchesterstücke en Dusapins Vioolconcert bij de Keulse Filharmonie, alsook de wereldpremières van Philippe Schoellers Songs from Esstal I, II et III en Carmine Emanuele Cella’s Reflets de l’Ombre in de Salle Pleyel in Parijs. Sinds 2010 is Saraste chef-dirigent van het WDR Symfonieorkest in Keulen. Hij was muzikaal directeur en chef-dirigent van het Filharmonisch Orkest van Oslo van 2006 tot 2013 en is er nu ere-dirigent. Eerder was hij dirigent van het Scottish Chamber Orchestra (1987-1991), van het Fins Radio Symfonieorkest (19872001), het Toronto Symphony Orchestra (1994-2001) en eerste gastdirigent van het BBC Symphony Orchestra (20022005). Sinds vorig seizoen is hij artistiek adviseur van het Symfonieorkest van Lahti en richtte hij het Fins Kamerorkest
MICHAEL GLÄSER
Michael Gläser, koordirigent Michael Gläser, geboren in Chemnitz, was lid van het koor van de Thomasschule in Leipzig van 1967 tot 1978. Zijn muzikale loopbaan stond al vroeg in het teken van zang en koordirectie. Hij studeerde vervolgens zang en directie in Leipzig en Berlijn. Hij was actief als koorleider,
KATRIEN BAERTS
C;AUDIA HENSEN
THOMAS KOST
JUKKA PEKKA SARASTE
op, waarvan hij artistiek adviseur is. Ook is hij artistiek directeur van het door hem opgerichte jaarlijkse Tammisaari Festival. Als gastdirigent stond Jukka-Pekka Saraste voor diverse orkesten in Europa en de VS. Op het gebied van de opera voerde hij Turandot uit bij het Koninklijk Deens Theater en leidde hij vorig seizoen een geënsceneerde productie van Kullervo bij de Finse Nationale Opera in verband met het Sibelius-jubileumjaar. Jukka-Pekka Saraste ontving de Pro Finlandia Prijs, de Sibelius Medaille en de Finse Staatsprijs voor Muziek. Hij werd bekroond met een eredoctoraat van de universiteiten van York en Toronto, en met een eredoctoraat van de Sibelius Academie in Helsinki. Op 20 februari 2015 dirigeerde Jukka-Pekka Saraste in het Vrijdagconcert een programma met Tsjaikovski, Bruch en Sibelius.
onder meer bij het koor van de Leipziger Hochschule, het Gewandhauschor in Leipzig, de Berliner Singakademie en het Rundfunkchor Leipzig. In 1986 werd Michael Gläser directieassistent bij het Rundfunkchor Berlin. Vervolgens was hij van 1990 tot 2005 artistiek leider van het koor van de Beierse Omroep. Zijn belangrijkste taak was om het koor voor te bereiden op gezamenlijke optredens met beide orkesten van de Beierse omroep. Daarnaast presenteert hij het koor sinds 1998 in een eigen abonnementserie in het Prinzregententheater. Michael Gläser oogstte succes met uitvoeringen van werken van onder anderen Bach, Reger en Rachmaninov. Sinds 1994 is hij professor koordirectie van de Musikhochschule in München. Ook leidt hij hier de afdeling Evangelische Kirchenmusik. Daarnaast is hij geregeld te gast bij gerenommeerde koren in Duitsland en elders in Europa. Sinds 2005 treedt Michael Gläser regelmatig op als gastdirigent bij het Groot Omroepkoor; sinds seizoen 2010-2011 is hij vaste gastdirigent.
Katrien Baerts, sopraan Katrien Baerts studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel en de Dutch National Opera Academy te Amsterdam. Daar vertolkte ze diverse rollen in opera’s van Mozart, Britten, Monteverdi en Richard Strauss. Verder zong ze de rol van Amina in La sonnambula (Bellini), in de NTR ZaterdagMatinee in Loevendies opera The Rise of Spinoza, als Johanna II in Rage d’Amours (Zuidam) en de titelrol van de wereldpremière van
Suster Bertken (Zuidam), hernomen tijdens het Holland Festival 2013 in regie van Pierre Audi. In 2015 maakte Katrien Baerts haar debuut bij De Nationale Opera en het Koninklijk Concertgebouw Orkest in Lulu (Berg). Katrien Baerts werkte samen met dirigenten als Jonathan Berman, Reinbert de Leeuw, Richard Egarr, Jakub Hrůša, Vladimir Jurowski, Oliver Knussen, Henrik Schaefer, Etienne Siebens en Otto Tausk. Ze ontving verschillende prijzen en behaalde op de Koningin Elisabeth Wedstrijd voor zang in 2011 een plaats in de halve finale. Sinds 2006 geeft ze regelmatig recitals met pianist Bart Verheyen, onder meer met zelden uitgevoerde cycli als Harawi van Olivier Messiaen en het programma ‘In Exile’, waarin liederen van componisten die omwille van het naziregime naar Amerika vluchtten, centraal staan. Hoogtepunten in 2015-16 waren een Nederlandse tournee met de productie Koeien van Mischa Mengelberg, een herneming van Gandari van Tony Prabowo met Ensemble Modern in Frankfurt, en een solistisch optreden bij de philharmonie zuidnederland in Mendelssohns Lobgesang.
Sebastian Pilgrim, bas Sebastian Pilgrim studeerde aan de Hochschule für Musik in Detmold bij Sabine Ritterbusch. Na zijn debuut als Sir John Falstaff (Die lustigen Weiber von Windsor) werd hij al tijdens zijn studie uitgenodigd door het Theater Erfurt. Sinds seizoen 2013/14 is hij eerste bas in het ensemble van het Nationaltheater Mannheim. Daar maakte hij zijn debuut
17
18
als koning Filips (Don Carlo) en Fiesco (Simon Boccanegra). Als concert- en oratoriumzanger is hij geregeld te horen in Haydns Die Schöpfung, Bachs Weihnachtsoratorium en Mendelssohns Elias, maar ook in hedendaags werk. In 2015 was Sebastian Pilgrim te gast bij het Hugo Wolf Liedfestival en was hij finalist bij de BBC Cardiff Singer of the Year Competition. In 2010 behaalde hij de finale van Duitse Federale Zangcompetitie en ontving hij een speciale prijs. En bij de International Competition for Wagner Voices 2012 ontving hij de Wolfgang Wagner Award na de vertolking van de rollen van Daland en Hagen. Dit seizoen heeft Sebastian Pilgrim in Mannheim de vertolking van de rol van Fafner in een nieuwe productie van Das Rheingold achter de rug, en verder optredens als Gott der Unterwelt (Alceste), Kadmos in een nieuwe productie van Die Bassariden, Sarastro in Die Zauberflöte, Don Basilio (Il barbiere di Siviglia), Orbazzano (Tancredi), Generaal (De speler) en Timur (Turandot).
Marina Kushnir, mezzosopraan De in Oekraïne geboren alt-mezzosopraan Maria Kushnir (*1987) studeerde eerst af als pianiste aan het Cherkasy
SEBASTIAN PILGRIM
MARINA KUSHNIR
Conservatorium in 2006 en vervolgens aan de Nationale Tsjaikovski Muziek Academie als operazangeres in 2014. Al in 2013 werd ze geëngageerd bij het Academie Muziektheater in Kiev, waar ze onder meer rollen zong als Olga in Jevgeni Onegin, Orfeo in Orfeo ed Euridice, en gravin in Schoppenvrouw. Ze heeft zich speciaal toegelegd op de muziek van Prokofjev en Sjostakovitsj en won de eerste prijs op de International Music Competition ‘The Art of 21 century’.
Radio Filharmonisch Orkest Het Radio Filharmonisch Orkest, opgericht in 1945, is een onmisbare schakel in het Nederlandse muziekleven. Het orkest speelt bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en concertante opera-uitvoeringen. Nederlandse en wereldpremières vormen een belangrijk onderdeel van het repertoire. De meeste concerten vinden plaats in het kader van concertseries NTR ZaterdagMatinee (Het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam), AVROTROS Vrijdagconcert (TivoliVredenburg in Utrecht) en Het Zondagochtend Concert (Amsterdam) en worden live uitgezonden op NPO Radio 4. Een
19
IVAR PEL
RADIO FILHARMONISCH ORKEST
20
deel ervan wordt bovendien op de Nederlandse televisie uitgezonden. Daarbuiten trad het orkest onder meer op tijdens de BBC Proms 2011 in de Royal Albert Hall. Markus Stenz is sinds 2012 chef-dirigent. Onder zijn voorgangers zijn Albert van Raalte, Paul van Kempen, Bernard Haitink, Jean Fournet, Willem van Otterloo, Hans Vonk, Edo de Waart en Jaap van Zweden. Het orkest werkte bovendien samen met gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Charles Dutoit, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennady Rozhdestvensky, Peter Eötvös, Vladimir Jurowski en Valery Gergiev. De Amerikaanse dirigent James Gaffigan is vaste gastdirigent sinds het seizoen 2011-2012; Bernard Haitink heeft als beschermheer zijn naam aan het orkest verbonden. Sinds augustus 2013 maakt het Radio Filharmonisch Orkest deel uit van de Stichting Omroep Muziek, samen met het Groot Omroepkoor en de productieafdeling van de concertseries van Radio 4 (NTR en AVROTROS). Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson, James MacMillan en Jan van Vlijmen, of de registratie van Wagners Parsifal – live in de NTR ZaterdagMatinee onder leiding van Jaap van Zweden – werden met prijzen als de Edison Klassiek onderscheiden. Onlangs verschenen bovendien Bruckners symfonieën onder leiding van Jaap van Zweden op cd, de acht symfonieën van Karl Amadeus Hartmann (verschillende dirigenten) en diens opera Simplicius Simplicissimus (gedirigeerd door Markus Stenz). In 2014 kreeg het Radio Filharmonisch Orkest
een Edison Klassiek Oeuvreprijs toegekend voor zijn verdiensten voor de Nederlandse muziek.
➜
W W W . R ADIOFILHARMONISCHORKEST. NL
volg het orkest via twitter (@radiofilhorkest) en facebook W W W . FACEBOOK . COM / R ADIO . FILHARMONISCHORKEST
Groot Omroepkoor Met zestig vocalisten is het Groot Omroepkoor het grootste professionele koor van Nederland. Sinds de oprichting in 1945 brengt het koor een breed repertoire, waarbij de bezetting vanzelfsprekend afhankelijk is van de muziek en de visie van de dirigent. Het koor is nauw verbonden met de Nederlandse Publieke Omroep. Het merendeel van de concerten vindt plaats in de omroepseries NTR ZaterdagMatinee, het AVROTROS Vrijdagconcert en Het Zondagochtend Concert, dikwijls in samenwerking met het Radio Filharmonisch Orkest. Het repertoire in deze series strekt zich uit van klassiek tot hedendaags, met opdrachtwerken van Nederlandse componisten als Wagemans, Diderik Wagenaar, Manneke en Zuidam, en premières van buitenlandse componisten onder wie MacMillan, Kancheli, Goebaidoelina, Henze en Adams. Op het programma staan daarnaast inmiddels ‘klassieke’ twintigste-eeuwse werken, opera en het romantisch repertoire. Het Groot Omroepkoor wordt bovendien met enige regelmaat uitgenodigd door Het Koninklijk Concertgebouworkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de
Berliner Philharmoniker. Op cd’s schittert het Groot Omroepkoor in een breed repertoire, met opnamen van onder meer MacMillan, Ravel, Hartmann, Mozart, Rachmaninov, Mahler, Beethoven en Jeths. De eerste officiële chef-dirigent van het Groot Omroepkoor was Kenneth Montgomery. Na hem waren respectievelijk Robin Gritton, Martin Wright, Simon Halsey, Celso Antunes en Gijs Leenaars chef-dirigent van het koor. Per 1 maart 2015 is Klaas Stok koorleider van het Groot Omroepkoor. Michael Gläser is vaste gastdirigent sinds september 2010. Het Groot Omroepkoor en het Radio Filharmonisch Orkest vormen samen met het team Levende Muziek van de omroepen de Stichting Omroep Muziek, gehuis-
➜
W W W . GROOTOMROEPKOOR . NL
volg het groot omroepkoor op twitter (@grootomroepkoor) en facebook
Vlaams Radio Koor Het Vlaams Radio Koor werd in 1937 als professioneel kamerkoor opgericht door de toenmalige openbare omroep (NIR). Vandaag de dag repeteren de 24 zangers onder leiding van chef-dirigent Hervé Niquet in Studio 1 van het bekende Flagey-gebouw in Brussel, en geven concerten in heel Vlaanderen en Europa. Hervé Niquet leidt het koor sinds 2011. Een belangrijke pijler in de programmering van het Vlaams Radio Koor vormen de a cappella-producties, waarmee het
IVAR PEL
GROOT OMROEPKOOR
vest in het Muziekcentrum van de Omroep aan de Heuvellaan in Hilversum.
21
22
koor zo’n vier tot zes keer per jaar op tournee gaat doorheen heel Vlaanderen. Daarnaast werkt het koor regelmatig samen met binnen- en buitenlandse instrumentale ensembles als het Brussels Philharmonic, het Brussels Jazz Orchestra, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Radio Filharmonisch Orkest, Les Siècles, Le Concert Spirituel, het Budapest Festival Orchestra en het Koninklijk Concertgebouworkest in Amsterdam. Naast de hechte band met de vaste partners in Vlaanderen, treedt het Vlaams Radio Koor de voorbije jaren een steeds meer op internationale podia op: in de eerste plaats in Frankrijk (zowel op diverse festivals als in zalen zoals de Salle Pleyel en het Théâtre des Champs-
➜
W W W .VL A AMSR ADIOKOOR . BE
FREDERIK VERCRUYSSE
VLAAMS RADIO KOOR
Elysées), maar ook in Nederland, Italië en sinds 2014 in het Verenigd Koninkrijk. Het Vlaams Radio Koor behoudt ook zijn unieke status van radiokoor: een groot aantal concertproducties wordt opgenomen door Klara, waardoor het koor een unieke verzameling live-opnames heeft opgebouwd. De samenwerking met het Palazzetto Bru Zane, gestart met de cd-reeks rond de Prix de Rome, is intussen uitgegroeid tot verschillende series gewijd aan vergeten Franse romantische muziek. Een nieuwe cd-reeks, met Hervé Niquet en Brussels Philharmonic, zal nieuwe opnames van iconische Requiems brengen, zoals eerst het Requiem van Fauré.
CHEF DIRIGENT Markus Stenz HONORARY CHIEF CONDUCTOR Jaap van Zweden ERE DIRIGENT Edo de Waart VASTE GASTDIRIGENT James Gaffigan EERSTE VIOOL Nadia Wijzenbeek Semjon Meerson Alexander Baev Josje ter Haar Roswitha Devrient Mariska Godwaldt Masha Iakovleva Kerstin Kendler Pamela Kubik Leonie Mensink Pedja Milosavljevic Theo Ploeger Gerrie Rodenhuis Pieter Vel Ruud Wagemakers TWEEDE VIOOL Casper Bleumers Eveline Trap Andrea van Harmelen Sarah Loerkens Zofia Balcar Wouter Groesz Annemarie van Helderen Esther Kövy Ingrid van Leeuwen Dana Mihailescu Renate van Riel Alexander van den Tol Nina de Waal Frits Wagenvoorde Robert Honorits
ALTVIOOL Francien Schatborn Frank Brakkee Arjan Wildschut Sabine Duch Erik Krosenbrink Annemijn den Herder Annemarie Konijnenburg Ewa Wagner Frank Goossens Roeland Jagers Ruben Sanderse Anna den Herder CELLO Michael Müller Eveline Kraayenhof Winnyfred Beldman Crit Coenegracht Sebastiaan van Eck Anneke Janssen Ansfried Plat Rebecca Smit Arjen Uittenbogaard CONTRABAS Rien Wisse Wilmar de Visser Walter van Egeraat Edward Mebius Jim Schultz Sjeng Schupp Stephan Wienjus Eduard Zlatkin FLUIT Barbara Deleu Ellen Alberts Maike Grobbenhaar
HOBO Hans Wolters Yvonne Wolters Gerard van Andel KLARINET Arjan Woudenberg Esther Misbeek Sergio Hamerslag FAGOT Jos Lammerse Freek Sluijs Desirée van Vliet SAXOFOON Femke IJlstra HOORN Petra Botma-Zijlstra Annelies van Nuffelen Toine Martens Fréderick Franssen Laurens Otto Rebecca Grannetia Martijn Appelo Sander van Dijk TROMPET Hessel Buma Hans van Loenen Raymond Rook Hans Verheij TROMBONE Herman Nass Timothy Dowling Octavio Montava Marin TUBA Bernard Beniers
PAUKEN Paul Jussen SLAGWERK Hans Zonderop Mark Haeldermans Esther Doornink Paula Brouwer Jennifer Heins Arjan Roos Gerda Tuinstra HARP Ellen Versney PIANO Stephan Kiefer
Radio Filharmonisch Orkest
23
colofon
Vlaams Radio Koor
Groot Omroepkoor
24
KOORLEIDER Klaas Stok VASTE GASTDIRIGENT Michael Gläser SOPRANEN Mariana Andrade Pimenta Annelie Brinkhof Elma van den Dool Daphne Druijf Loes Groot Antink Charlotte Janssen Anitra Jellema Simone Manders Margo Post Ewa Sawczuk (stagiaire) Annelies Schep Mijke Sekhuis
CHEF DIRIGENT
Jolanda Sengers Marieke Steenhoek Rachel Thompson Liesbeth Vanderhallen Yuko Yagishita
Roelien van Wageningen Els Woldberg Anke Zuithoff Pierrette de Zwaan TENOREN Alan Belk Kevin Doss Boguslaw Fiksinski Ben Heijnen Peter-Paul Houtmortels Aart Mateboer Ioan Micu Albert van Ommen Uroš Petrac Benedict Quirke Matthew Smith Henk Vels John Vredeveldt
ALTEN Nicoline Bovens Hilde Cortes (stagiaire) Ans van Dam Marjan van Eldik Eline Harbers Jose Kamminga Anneke Leenman Liesbeth van der Loop Suzanne Meessen Marga Melerna Anjolet Rotteveel Harda van Wageningen
SOPRANEN Jolien De Gendt Evi Roelants
Hervé Niquet
TENOREN Paul Schils Gunter Claessens Frank De Moor Paul Foubert Adriaan De Koster Roel Willems
ALTEN Helena Bohuszewicz Eva Goudie-Falckenbach Marion Kreike
BASSEN Gert-Jan Alders Peter Duyster Joep van Geffen Geert van Hecke Henk van Heijnsbergen Pieter Hendriks Daniël Hermán Mostert Itamar Lapid Ludovic Provost Mitchell Sandler Lars Terray Luuk Tuinder Hans de Vries Nanco de Vries
BASSEN Conor Biggs Lieven Deroo Kaï-Rouven Seeger Marc Meersman Philippe Souvagie Jan Van der Crabben
PROGRAMMERING
RANDPROGRAMMERING AVRO -
Astrid in ’t Veld
TROS NPO RADIO
PRODUCTIE
Thea Derks
Roland Kieft
Manon Tuynman
EINDREDACTIE AVROTROS NPO
PROGRAMMATOELICHTING
PUBLICITEIT EN MARKETING
RADIO
Marco van Es
Tim Moen
REDACTIE PROGRAMMABOEK
CASTING DIRECTOR
Clemens Romijn
Anneke de Vries
Mauricio Fernández
VORMGEVING
PRESENTATIE
ARTISTIEK LEIDER
Dorine Verharen
Kees Vlaardingerbroek
EINDREDACTIE
ADMINISTRATIE
&
FINANCIËN
AVROTROS NPO RADIO
Mark Brouwers
4
4
4
DIRECTEUR STICHTING OMROEP MUZIEK
Emanuel Overbeeke
Onno Schoonderwoerd