O eerste concert O-serie • 51e seizoen 3 september 2011, 13.00-15.40 uur
Radio Kamer Filharmonie Groot Omroepkoor Michael Schønwandt dirigent Michael Gläser koordirigent Gijs Lenaars assistent-dirigent Ottokar, Boheemse vorst Kuno, jachtopzichter Agathe, zijn dochter Ännchen, een jonge verwante Kaspar, eerste jagersjongen Max, tweede jagersjongen een kluizenaar Kilian, een rijke boer Samiel, de zwarte jager vier bruidsmeisjes
Henk Neven bariton Martin Busen bas-bariton Silvana Dussmann sopraan Christina Landshamer sopraan Sebastian Holecek bariton Marcel Reijans tenor Günther Groissböck bas Thomas Ebenstein tenor Markus John spreekstem Tanja Obalski sopraan | Maja Roodveldt sopraan Judith Petra sopraan | Anitra Jellema sopraan Carl Maria von Weber 1786-1826
Der Freischütz Romantische Oper in drei Aufzügen Tekst von Friedrich Kind Monologen: Steffen Kopetzky première: Berlin, Schauspielhaus, 18 juni 1821 pauze na het Hans Schellevis repetitor tweede bedrijf Jurjen Stekelenburg boventitels Jan Panis geluidsversterking Markus John
O eerste concert O-serie • 51e seizoen 3 september 2011
Webers uiterst vooruitstrevende Freischütz
Uitzending Radio / TV Deze NTR ZaterdagMatinee wordt rechtstreeks uitgezonen terugluisteren den op Radio 4. Via de ZaterdagMatinee-website kunt u via internet de opname terugluisteren en terugzien. www.ntr.nl/zaterdagmatinee
NTR Podium zondag 4 september 13.00 uur documentaires en Jacob Slagter was een kwart eeuw verbonden aan het concertregistraties op Koninklijk Concertgebouw Orkest als eerste hoornist. Hij nederland 2 beleefde daar zijn mooiste momenten en bewaart goede herinneringen aan topdirigenten. Toch begon er iets aan hem te knagen, de stress, de druk... Jacob besloot zijn hart te volgen en ging dirigeren. Maurice Ravel schreef het Pianoconcert voor de linkerhand op verzoek van Paul Wittgenstein die tijdens de WO I zijn rechterarm verloor. De Franse meesterpianist Jean-Yves Thibaudet speelde dit concert eerder dit jaar in de ZaterdagMatinee. NTR Podium sprak met hem en volgde hem tijdens het repetitieproces. Ook pianodocent Jan Wijn komt aan het woord. Door een spieraandoening De nieuwe E-serie kon hij zijn rechterhand moeilijk gebruiken en vertelt dus zie blz. 20 uit eigen ervaring hoe het is om dit concert te spelen. Dansfilm: Hyperscape - Martial-arts dans in een gevangenisfilm. Over de kracht van ontwijken en de schoonheid van meegeven. En soms een flinke trap. Een ‘fight choreography’ voor trickers, breakers en freerunners. maandag 5 september 23.55 uur TV-registratie van de ZaterdagMatinee van 12 maart jl. Ravels Pianoconcert voor de linkerhand. Jean-Yves Thibaudet (piano), Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. James Gaffigan. www.ntr.nl/podium
2
Er zijn van die overgangsfiguren in de muziek, die vanwege hun positie op het breukvlak van twee tijdperken nooit echt op waarde zijn geschat. Wie bijvoorbeeld tussen de bloeitijd van de klassieke en de romantische periode in valt, heeft historisch gezien domweg pech. Zo zal Carl Maria von Weber zich waarschijnlijk nooit meer kunnen revancheren ten opzichte van Mozart en Beethoven enerzijds en Berlioz en Wagner anderzijds. Wij rekenen hem gevoelsmatig tot de Duitse romantische componisten. Maar hoezeer hij eigenlijk op zijn tijd vooruit was, wordt duidelijk als we ons realiseren dat Weber al een jaar vóór Beethoven stierf, in 1726 in Londen, waar hij verbleef voor de première van zijn opera Oberon – hij was toen pas veertig! Deze historische situering aanwijzen als reden voor mindere roem is natuurlijk niet echt steekhoudend. Was Mozart immers niet nóg jonger toen die stierf? Had Weber niet gewoon de Berlioz of Wagner van zijn tijd kunnen zijn? Ja en nee. Het antwoord ‘ja’ houdt verband met de kwalitatieve waardering van zijn muziek, en dat is glad ijs. Is Webers muziek minder goed dan die van zijn tijdgenoten, voorgangers en
opvolgers? Daar durf ik niet echt een antwoord op te geven. Het ‘nee’ is interessanter: er waren artistieke omstandigheden waardoor hij niet kon uitgroeien tot de componist die hij misschien was. Daarvoor moeten we hem vooral zien als operacomponist, wat hij in essentie was en wilde zijn.
3
Uitweg uit de crisis
in de klassieke opera om mythologische en exotische onderwerpen, nu In zekere zin verkeerde de opera in de begon men de eigentijdse, romantische eerste decennia van de negentiende literatuur te ontginnen. Sir Walter eeuw in een crisis. Met de neergang Scott, Ossian en de middeleeuwen van het ancien régime had de achttienwerden populair, Shakespeare werd de-eeuwse opera afgedaan. In napo ‘herontdekt’ als pre-romantisch genie leontisch Frankrijk was die vervangen en Goethe werd als romantisch tijdgedoor de revolutie-opera. Nadat Naponoot in het hart gesloten. Vooral diens leon in 1813 van het politieke toneel was verdwenen, ging men er, en tegelij- Faust zou een ongekende invloed hebben op de opera van de negentienkertijd in Italië en Duitsland, op zoek de eeuw. naar nieuwe vormen in de opera, nieuwe onderwerpen, nieuwe waarden. Met deze Faust-figuur wordt in feite de moderne, innerlijk verscheurde mens In Italië vond met Rossini een neocongeïntroduceerd. Er zijn niet zozeer servatieve beweging plaats, die zich goede en slechte personages meer, ook in het restauratieve Frankrijk personages die nestelde. Maar naar omstandigheparallel daaraan “De twijfel is voor de mens de den goed en slecht ontwikkelde zich handelen, zoals in de vroeg-romantieigenlijke, de ware duivel” de achttiendesche Italiaanse opera van Bellini en – Xaver von Caspar, eeuwse opera. Donizetti, terwijl Der Freischütze, 1812 Vanaf nu is het goede én het Franse componisten zich op de grand-opéra stortten. Maar bij slechte in één enkel individu aanwezig. Iedereen herbergt een engel en een al deze ‘experimenten’ bleef men worstelen met de dramatische vorm en duivel. De psyche is ongeneeslijk gespleten. Maar voor deze nieuwe het libretto, zoals Beethoven al in een thema’s en deze psychologisering van iets vroeger stadium met zijn Fidelio had geworsteld. Met enige overdrijving de opera, moeten wél nieuwe muzikale kunnen we zelfs meer algemeen stellen en dramaturgische vormen worden gevonden, en dat is een zich langzaam dat de onderwerpen en libretti van de voltrekkend proces vol hindernissen in vroeg-romantische opera’s problematisch zijn. En inderdaad: wanneer komt die eerste decennia van de negentiende eeuw. er, afgezien van een enkele populaire titel, nu nog een interessante Rossini, Donizetti of Meyerbeer op het operatoEen faustiaanse Freischütz neel? Weber staat midden in deze overgangsMen maakte dan ook een enorme fase en belichaamt die voor een groot omslag in de themakeuze. Draaide het deel. Zijn grote interesse in de litera-
4
tuur maakt hem de grondlegger van de verleiden, is natuurlijk volkomen romantische muziek in Duitsland. Der ‘faustiaans’. Er moet een keuze tussen Freischütz is weliswaar niet terug hel en hemel worden gemaakt, te voeren op een belangzoals de mens heen en rijke literaire bron, weer wordt gewormaar met de pen tussen goed thematiek van en kwaad. Het het verhaal duivelse wordt weet de belichaamd componist door Kaspar wel de juiste en de zwarte snaar te raken jager Samiel, bij het publiek het hemelse van zijn tijd. door de hereHet verhaal is miet, die aan het gesitueerd in het slot het leven van Bohemen van de Agathe en de toezeventiende eeuw. De komst van Max redt. naïeve jager Max kan alleen Hoewel het libretto van Das Gespensterbuch, titel pagina (Der Freischütz) zijn geliefde bruid Agathe Johann Friedrich Kind krijgen als hij het doel weet te treffen altijd ernstig is bekritiseerd als houtetijdens het prijsschieten. Hij is echter rig en simpel, is de onderliggende nogal onzeker en labiel, en vertrouwt thematiek veel belangrijker. Kind niet op een goede uitkomst. Een kamebaseerde zich op een novelle uit het raad, Kaspar, brengt hem op het verGespensterbuch van Johann August Apel keerde pad door hem magische kogels en Friedrich Laun uit 1810 en op de te beloven die altijd doel treffen. Max romantische tragedie Der Freischütze van gaat op het voorstel in, bezoekt om Xaver von Caspar uit 1812. Er is een middernacht de angstaanjagende interessant verschil tussen deze twee Wolfsschlucht (Wolfskloof), en krijgt zijn bronnen. De novelle loopt slecht af: kogels. Op één voorwaarde: het doel daar wordt de jagersvrouw Kätchen van de zevende kogel zal door de duivel door de ‘vrijkogel’ gedood en belandt worden bepaald. Als op de wedstrijd Wilhelm (Max in de opera) in een die zevende kogel wordt afgeschoten, gekkenhuis. Het toneelstuk heeft gaat die in de richting van Agathe, hetzelfde gelukkige einde als de latere maar zij weet door haar onschuld het opera. Daar wordt ‘Max’ door de liefde gevaar af te wenden, waarna de boosvan zijn beoogde bruid gered. aardige Kaspar wordt gedood. Het idee is wijdverbreid, dat het bij de Het verhaal van Max die zich door de oorsprong van Der Freischütz om een duistere Kaspar tot het kwade laat oude volkssage vol bovennatuurlijke
5
6
lijkt te bezweren. Dit detail vormt de basis voor de goede afloop van de latere schietwedstrijd.
Nationaal van vorm en inhoud Met Der Freischütz schreef Weber een Duitstalig Singspiel – muziektheater mét gesproken tekst. Hij borduurde daarmee voort op een in wezen achttiende-eeuws genre, zoals Mozarts Zauberflöte en Beethovens Fidelio. Het Singspiel groeide echter uit tot het Duitse antwoord op de Europese operacrisis. Bestond in de achttiende eeuw amper een nationale stijl – al deed Frankrijk zijn best er een te ontwikkelen – door zijn taal en onderwerpskeuze gaf Webers opera wel degelijk uitdrukking aan een nationaal gevoel. De Duitstalige opera werd een burgerlijke opera, die dicht bij het volk stond, mede om zich daarmee te onderscheiden van de aristocratische opera van buitenlandse oorsprong, die aan de Duitse hoven nog steeds werd uitgevoerd. Weber introduceerde jagersliederen, ‘Jägerchöre mit Hörnerschall’, volksdansen, ritmische rondedansen, koren van bruidsmeisjes en sentimentele ballades, om daarmee het ‘rustieke’, het volkse, de sfeer van de Duits-Boheemse wouden weer te geven. Natuurlijk, in 1816 had E.T.A. Hoffmann met zijn Undine de weg voor Weber al geplaveid, en in hetzelfde jaar had Ludwig Spohr zijn Faust gepresenteerd. Maar geen van deze opera’s had de impact van Der Freischütz.
Charles Maurand
gebeurtenissen zou gaan. Maar in feite is het verhaal gebaseerd op een betrekkelijk recente rechtszaak in de Boheemse stad Taus tegen een klerk die ervan werd verdacht dat hij een verbond met de duivel had gesloten en betoverde kogels had gegoten die niet konden missen. Zo groot was de liefde voor het ‘faustiaanse’ thema in de Duitstalige landen, dat dit soort verhalen daadwerkelijk in bundels met nationale sagen werd opgenomen. De labiele, twijfelachtige kant van Max wordt in de opera sterk benadrukt. Hier ligt ook een mogelijke interpretatie van het duivelse in het stuk. Max is niet zozeer een man die seksueel ontspoort, zoals de pre-goethiaanse Faust, maar veeleer iemand die nog niet weet wat hij met het leven aanmoet. In het toneelstuk dat als voorbeeld diende voor de opera wordt dan ook vermeld: “De twijfel is voor de mens de eigenlijke, de ware duivel”. Met het bezoek aan de angstaanjagende Wolfsschlucht in het tweede bedrijf moet Max zijn existentiële angsten overwinnen en vindt in feite een initiatie van zijn mannelijkheid plaats – niet voor niets ziet hij in een visioen eerst zijn (overleden) moeder, en dan Agathe. In de Wolfsschlucht wordt het morele probleem in beginsel al opgelost. Bij het gieten van de zevende vrijkogel – de kogel waar het kwaad over beschikt – roept Max zelf om de duivelse Samiel. Als de Zwarte Jager verschijnt, slaat Max echter een kruis, waarmee hij het kwaad op het laatste nippertje
Persillustratie voor Der Freischütz in het Théâtre Lyrique in Parijs, 1866
Webers originaliteit “Weber was ongetwijfeld een van de meest onderlegde en geestrijkste kunstenaars”, aldus Robert Schumann. En Franz Liszt liet zich door Der Freischütz inspireren voor zijn eigen Faust-muziek. Wagner was zo diep onder de indruk van Webers opera’s, dat hij er persoonlijk zorg voor droeg dat het stoffelijk overschot van de componist werd overgebracht van Londen naar Dresden en daar werd herbegraven. Berlioz vertelt in zijn memoires op een onderhoudende manier over zijn eerste kennismaking, in 1824, met Weber en diens Freischütz, die naar eigen zeggen in gemutileerde vorm in Frankrijk werd uitgevoerd maar desalniettemin Berlioz’ fascinatie wekte: “In mijn exclusieve aanbidding van de klassieke opera had ik mij op fanatieke wijze voorbereid om de
“Wilde geuren en een heerlijke frisheid ontstegen aan deze partituur die mij volledig bedwelmde” – Hector Berlioz, Mémoires nieuwe stijl geheel te verwerpen, maar tot mijn grote verbazing werd ik in verrukking gebracht [...]. Wilde geuren en een heerlijke frisheid ontstegen aan deze partituur die mij volledig bedwelmde.” Later, in 1841, probeerde Berlioz vergeefs een meer getrouwe Franse versie van de opera voor Parijs te realiseren. Berlioz noemt een van de belangrijkste karakteristieken van Weber: hij was de man die het orkestrale klankkoloriet in de opera introduceerde, de karakterisering door middel van klankkleuren en
7
een genuanceerde orkestratie. Al deze vernieuwende kwaliteiten komen tot een uitbarsting in de genoemde Wolfsschluchtszene, een bloedstollend muziektheatraal equivalent van de in die tijd zo populaire gothic novel. Het is het moment aan het slot van het tweede bedrijf, waarop Max in het holst van de nacht op zoek gaat naar de duivelse kogels waarmee hij de schietwedstrijd kan winnen. De scène is vol ‘onzichtbare geesten’ en ‘krassende nacht uilen’. De componist was zich bewust van het effect dat deze griezelscène zou hebben. Aan zijn aanstaande vrouw schreef hij: “Dit is geweldig; de Duivel zelf speelt hierin mee. Hij verschijnt als de Zwarte Jager, de kogels worden rond middernacht in een ravijn geworpen, en overal verschijnen geesten. Zit je nu niet te rillen?” Hij kreeg gelijk, want het premièrepubliek in Berlijn liepen op 18 juni 1821 daadwerkelijk de rillingen over de rug. Weber zocht het muzikaal gezien in revolutionaire harmonieën en een geheel nieuwe instrumentatie. De scène vormt een hoogtepunt van muzikale fantasie, uitdrukkingskracht en suggestie, want wat horen we als de zeven kogels worden gesmeed? Achtereenvolgens: een wolk die de maan versluiert, het fladderen van een woudvogel, een passerend everzwijn, een opstekende storm met vuurvonken, ratelen, zweepslagen en hoefgetrappel, brandende wielen die voorbijrijden, nevelige gestalten en jagers, en tot slot verschijnt de duivel Samiel zelf. Wie niet in de expressieve en schilderach-
8
tige kwaliteiten van muziek gelooft, wordt hier waarschijnlijk zwaar op de proef gesteld. Weber bereikt zijn doel met tremolo’s in de lage strijkers, door het gebruik van de lage registers van de fagotten en klarinetten, aangrijpende accenten van de trombones, schrille piccolofluiten en geheimzinnige staccato-tonen van de hoorns. Een ander voorbeeld van Webers betekenisvolle aanpak is het herhaaldelijk gebruik van het verminderd septiem akkoord of de tritonus in deze scène, die naar de beroemde duivelse ‘diabolus in musica’ verwijst. De vernieuwing betreft bovendien de structuur van het werk. Weber had zich voorgenomen een opera te maken waarin tekst, muziek en handeling één ononderbroken lijn zouden vormen, zodat alles doorgecomponeerd zou lijken. Ondanks de verschillende muzieknummers en de dialogen die de muzikale stroom verbreken is hij grotendeels in zijn opzet geslaagd. De componisten na hem – vooral Wagner – konden hier hun voordeel mee doen.
Duistere emoties De hellesfeer van de Wolfsschluchtszene is echter meer dan alleen de introductie van spanning en suspense in de opera. De turbulenties die in en met de expressieve muziek worden opgeroepen, dienen ook als spiegel van innerlijke emoties. Wat we in de Wolfsschlucht meemaken, is eveneens de borrelende binnenwereld van een jongeman die volwassen wordt en die de ernst en gevaren van het leven ervaart. Met dit
principe bood Weber de componisten van de negentiende eeuw een sleutel om de innerlijke mens in zijn volle complexiteit te portretteren. Daartegenover staat de ongetroebleerde jagerswereld, met haar heldere hoornklanken, die een opgewekte sfeer oproepen en een grote natuurlijkheid suggereren. Er zijn de nuchtere en ongecompliceerde aria’s van de soubrette Ännchen of de lichte Jungfernkranz, en de volkse koren die op jaarmarktliederen geënt zijn. Toch brengt Weber hier een bijzondere vermenging van de twee tegengestelde sferen tot stand, om aan te tonen dat beide ‘kwaliteiten’ in ieders leven een rol spelen. Voor Max is die gespletenheid natuurlijk duidelijk. Maar ook de anderen bewegen zich soms op het overgangsgebied van beide werelden of hebben er vermoedens over. De belangrijkste is Agathe, voor wie Weber twee prachtige sentimentele en ballade-achtige aria’s schreef: ‘Leise, leise, fromme Weise!’ en de cavatina ‘Und ob die Wolke sie verhülle’. In elke noot laat Weber doorschemeren dat zij de worsteling van haar Max volledig begrijpt en meevoelt. Ook zij verlangt misschien naar die nachtzijde van haar minnaar. Weber geeft eigenlijk een hint hiervoor als hij schrijft: “[...] de helft van de opera speelt zich in het donker af. In de eerste akte wordt het avond en de tweede helft daarvan speelt zich in het duister af; in de tweede akte is het tijdens Agathes grote scène nacht, maanlicht door het raam, en tenslotte
Affiche voor de Nederlandse première, 1823
volgt om middernacht het gespook in de Wolfskloof. Deze donkere beelden van de buitenwereld ondersteunen en versterken het donkere van de klankbeelden heel effectief.” En effectief was de opera! De première was, ondanks – of dankzij – de koude rillingen die zij veroorzaakte, een groot succes. Tijdgenoten juichen: “Der Freischütz werd [...] met ongelooflijk enthousiasme ontvangen. Ouverture en volkslied moesten da capo, van alle zeventien nummers werden er veertien op juichend applaus onthaald [...].’ Een jaar later stond de opera op het speelplan van tweeëntwintig Duitse theaters, en daarna volgde een internationale zegetocht die nog steeds niet is geëindigd. Willem Bruls
9
O eerste concert O-serie • 51e seizoen 3 september 2011
Synopsis
Het verhaal speelt in het Boheemse woud, kort na het einde van de Dertigjarige Oorlog in 1648.
Eerste bedrijf De rijke boer Kilian wint de schietwedstrijd van het dorp en wordt door iedereen bejubeld, terwijl de jagerszoon Max, die alleen maar pech heeft met schieten, zich daardoor vernederd en vertwijfeld voelt. Max moet namelijk de volgende dag bij het prijsschieten zijn doel raken om met zijn geliefde, de mooie Agathe, te kunnen trouwen. De onenigheid tussen beide jongens wordt beslecht door Kuno, vader van Agathe en boswachter van de vorst Ottokar. Een andere dorpsjongen, Kaspar, had ook een oogje op Agathe, maar hij werd door haar afgewezen. Hij zint op wraak. Daarom overtuigt Kaspar Max ervan dat zijn geweer behekst is en raadt hij hem aan de wedstrijd van morgen niet aan het toeval over te laten. Kaspar kan hem aan een overwinning helpen met de machten van de duisternis. Kuno waarschuwt Kaspar, terwijl Kilian Max moed probeert in te spreken, maar die twijfelt ernstig aan zijn eerdere kwaliteiten als succesvol schutter. Bedrukt
10
wil hij naar huis gaan, maar Kaspar geeft hem zijn met een betoverde ‘vrijkogel’ geladen geweer, waarmee Max elk doel treft en moeiteloos een adelaar hoog uit de lucht schiet. Omdat dit de laatste vrijkogel uit zijn voorraad was, stelt Kaspar voor om rond middernacht naar de Wolfskloof te komen om nieuwe kogels te gieten. Kaspar heeft nog een tweede reden om Max bij zijn donkere praktijken te betrekken. Voor de vrijkogels heeft hij namelijk zijn ziel verkocht aan de duivelse Samiel, en die verlangt als wederdienst jaarlijks een slachtoffer. Kaspar is ervan overtuigd dat Max zal komen en hij verheugt zich op zijn aanstaande triomf.
Tweede bedrijf In het huis van Kuno en dochter Agathe is plots een portretschilderij
van de wand gevallen. Agathe maakt zich hierover zorgen, en ook over Max, die beloofd had langs te komen. Ännchen probeert haar op te monteren, maar Agathe mijmert over een heremiet die zij die ochtend ontmoette en die haar witte rozen gaf. Als Max uiteindelijk arriveert, toont hij haar enkele veren van de adelaar die hij heeft geschoten. Wat blijkt? Dat gebeurde precies op het moment dat het schilderij van de muur viel. Beiden schrikken hiervan. Max vertelt dat hij deze nacht naar de Wolfskloof moet om geschoten wild op te halen en Agathe probeert vergeefs hem hiervan te weerhouden. Als Max is vertrokken doet Ännchen een poging haar te troosten. In de Wolfskloof is Kaspar al bezig met de voorbereidingen voor het gieten van de vrijkogels. Om middernacht roept hij naar Samiel, die bereid is zijn duivelse pact met hem te verlengen en Max als slachtoffer te accepteren. Zes kogels zullen het gewenste doel treffen, maar de zevende zal volgens Kaspar Agathe treffen. De bange Max arriveert ook in de Wolfskloof en in een visioen ziet hij eerst zijn moeder en dan Agathe. Hij helpt Kaspar met het gieten van de zeven kogels, waardoor allerlei woeste natuurkrachten worden opgeroepen. Bij de zevende kogel verschijnt Samiel, die de hand van Max grijpt.
Derde bedrijf De volgende morgen heeft Max al vroeg succes met de nieuwe kogels, waarvan hij er vier van Kaspar heeft gekregen
en al drie heeft gebruikt. Als Max hem om meer kogels vraagt, weigert Kaspar en verschiet hij snel zijn eigen drie kogels, zodat Max met de laatste en zevende vrijkogel overblijft. Agathe bereidt zich voor op haar bruiloft. Ze werd afgelopen nacht geplaagd door nachtmerries, terwijl Ännchen haar met opgewekte verhalen gerust probeerde te stellen. Als de bruidsmeisjes arriveren blijkt in de doos die ze meebrengen in plaats van de bruidskrans een doodskroon te zitten. Iedereen schrikt, maar Agathe besluit meteen een bruidskrans te maken van de witte rozen die de heremiet haar gaf. Vorst Ottokar arriveert met zijn gevolg om het prijsschieten bij te wonen. Als proefschot moet Max een witte duif op een tak zien te raken. Als hij richt, slaakt Agathe een kreet. Max schiet, waarna de duif wegvliegt en zowel Agathe als Kaspar op de grond valt. Iedereen denkt dat Agathe is getroffen, maar het is Kaspar die dodelijk is geraakt. De krans met witte rozen beschermde Agathe en boog de baan van de kogel in de richting van Kaspar. Ottokar eist nu dat Max een verklaring geeft voor deze vreemde gang van zaken. Die bekent alles en dreigt door de vorst te worden verbannen. De heremiet weet dat te voorkomen en over een jaar mag Max met Agathe trouwen. Iedereen erkent dat Gods genade de reine harten bescherming biedt. Willem Bruls
11
O eerste concert O-serie • 51e seizoen 3 september 2011
Uitvoerenden
Michael Schønwandt Michael Schønwandt is in september 2010 aangetreden als chef-dirigent van de Radio Kamer Filharmonie. Hij volgde in die functie Jaap van Zweden op. Voordien was hij artistiek leider van het Koninklijk Orkest en de Konin klijke Opera in zijn geboortestad Kopenhagen (2000-2011), chef-dirigent van het Berliner Sinfonieorchester (1992-1998), en eerste gastdirigent van de Koninklijke Muntschouwburg in
12
Hans van der woerd
Michael Schønwandt
Brussel (1984-87), het Deens Nationaal Radio Symfonieorkest (1987-2000) en deFilharmonie. Momenteel is hij eerste gastdirigent bij het Staatstheater Stuttgart. Met de Koninklijke Opera van Kopen hagen voerde Michael Schønwandt een breed repertoire uit, uiteenlopend van Mozart tot Ligeti. In 2006 dirigeerde hij er Wagners Ring in het nieuwe opera gebouw. Daarnaast maakte hij zijn opwachting in diverse grote opera huizen, waaronder het Royal Opera House Covent Garden, de Koninklijke Munt in Brussel, de Wiener Staatsoper en de operahuizen van Parijs, Nice, Stuttgart, Berlijn (Deutsche Oper), Keulen en Bayreuth (Die Meistersinger). Schønwandt dirigeerde onder andere de Berliner en Wiener Philharmoniker, de Wiener Symphoniker, het Philharmonia Orchestra, het London Philharmonic en London Symphony Orchestra (Beethovens pianoconcerten met Alfred Brendel), het Orchestra of the Age of Enlightenment, het Hallé Orchestra, het Budapest Festival Orchestra, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, deFilharmonie, en de radio-orkesten van Wenen, de BBC en de Bayerische Rundfunk.
De muziek van Denemarken geniet Schønwandts bijzondere interesse. De dirigent wordt algemeen beschouwd als grote kenner van de muziek van Carl Nielsen, van wie hij alle symfonieën en concerten opnam. Tevens legde hij alle symfonieën van Niels Gade en Christoph Weyse op cd vast. Zijn belangstelling voor hedendaagse muziek resulteerde in talrijke eerste uitvoeringen van werken van Deense componisten als Poul Ruders, alsook composities van onder anderen Henze en Kurtág. Voor het label Chandos maakte Schønwandt opnamen met het Deens Nationaal Radio Symfonieorkest; de registratie van Strauss Salome werd door het tijdschrift Gramophone geprezen als de beste opname van dit werk ooit. Voor de nabije toekomst staan uitvoeringen van Lulu (Opéra National de Paris), Die Frau ohne Schatten (Kopenhagen) en Wozzeck (Stuttgart) op het programma, en natuurlijk concerten met de Radio Kamer Filharmonie.
Michael Gläser Michael Gläser, geboren in Chemnitz, was lid van het koor van de Thomasschule in Leipzig en studeerde zang en directie in Leipzig en Berlijn. Hij was actief als koorleider bij het Gewand haus-chor in Leipzig, de Berliner Singakademie en het Rundfunkchor Leipzig. In 1986 werd hij directie-assistent bij het Rundfunkchor Berlin. Vervolgens was hij van 1990 tot 2005 artistiek leider van het koor van de Bayerische Rundfunk. Hij dirigeert het koor sinds 1998 in een eigen abonne-
mentserie in het Prinzregententheater. Sinds 1994 is Gläser professor koordirectie aan de Musikhochschule in München. Ook leidt hij hier de afdeling Evangelische Kirchenmusik. Sinds 2005 dirigeert Michael Gläser regelmatig het Groot Omroepkoor, sinds seizoen 2010-2011 als vaste gastdirigent. In juni 2011 was Michael Gläser, naast Jos van Veldhoven, docent in de tweejaarlijkse Eric Ericson Masterclass in Haarlem.
Marcel Reijans Max De Nederlandse tenor Marcel Reijans stond op de belangrijkste Europese en Amerikaanse operapodia. Recente optredens waren er in de Staatsoper Unter den Linden in Berlijn, de Opéra Bastille in Parijs, De Muntschouwburg in Brussel en De Nederlandse Opera. Het voorbije seizoen zong hij Narraboth in Salome aan de Deutsche Oper am Rhein, en verder Verdi’s Requiem, Beethovens Negende symfonie en Bachs Matthäus-Passion. Op zijn repertoire heeft hij onder andere Tamino (Die Zauberflöte), Grigori (Boris Godoenov), Tom Rakewell (The Rake’s Progress), Froh (Das Rheingold), Fenton (Falstaff), de titelrol in Candide, Ottavio (Don Giovan-
Michael Gläser
13
ni) en Ferrando (Così fan tutte). Met orkesten als het Koninklijk Concert gebouworkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Chicago Sym phony Orchestra, Concerto Köln, Amsterdam Baroque Orchestra en Combattimento Consort Amsterdam, en in series en bij festivals als Aix-enProvence, Tanglewood, Schwetzinger Festspiele en BBC Proms, trad Reijans op met dirigenten als Daniel Barenboim, Bertrand de Billy, Frans Brüggen, Semyon Bychkov, Riccardo Chailly, Christoph Eschenbach, Peter Eötvös, Valery Gergiev, Hartmut Haenchen, Thomas Hengelbrock, René Jacobs, Philippe Jordan, Ton Koopman, Seiji Ozawa, Sir Simon Rattle, Edo de Waart en Jaap van Zweden. Naast zijn solo carrière is Marcel Reijans artistiek en zakelijk leider van het ensemble Frommermann. Hij is gastdocent aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Eerder in de Matinee: Thomas Hamlet (1998), Strauss Daphe (2002), Strauss Ariadne auf Naxos (2003), Barber Vanes sa (2004), Zemlinsky Der König Kandau les (2007), Wagner Die Meistersinger von Nürnberg (2009), Haydn Orlando (2009)
14
Silvana Dussmann
Silvana Dussmann Agathe De in Wenen geboren sopraan Silvana Dussmann zong rollen als Kaiserin in Die Frau ohne Schatten (Frankfurt, Brussel en de Strauss-Festspiele in Garmisch) en Chrysothemis in Elektra (München en Wenen), maar voelt zich ook thuis in het Italiaanse repertoire: Verdi, Bellini en Donizetti. Haar roldebuut als Elisabetta in Roberto Devereux gaf zij in de Wiener Staatsoper, die als Amelia in Un ballo in maschera aan de Frankfurter Oper; haar eerste Isolde in Tristan und Isolde was aan het Staatstheater Braunschweig. Voor het Verdien Wagnerjaar 2013 bereidt zij de rollen Abigaille (Nabucco) en Elisabeth (Tannhäuser) voor. Hoogtepunten in haar carrière vormen optredens als Marietta in Die tote Stadt onder Christian Thielemann (Deutsche Oper Berlin), de titelrol in Norma (Wenen, München, Berlijn, Frankfurt en Lissabon), Leonora in Il trovatore (Aalto theater Essen) en – vele malen – Rosalinde in Die Fledermaus (o.a. onder Zubin Mehta in de Staatsoper Berlin). Op het concertpodium richtte zij zich onlangs op Strauss’ Vier letzte Lieder (onder Kazushi Ono) en Wagners Wesendonk-
Christina Landshamer
Marco Borggreve
Marcel Reijans
lieder (onder Valery Gergiev). Silvana Dussmann begon haar carrière aan de Wiener Volksoper als Lisa in Lehárs Das Land des Lächelns, na het winnen van de Weense Belvedere-Wettbewerb (categorie operette). Sindsdien zong zij, behalve operette, operarollen van Mozart tot Bizet, Verdi (Violetta in La traviata) tot Richard Strauss. Na 1994 was Silvana Dussmann dikwijls te gast in beide Weense operahuizen, waar zij rollen als Vitellia (La clemenza di Tito), Donna Anna (Don Giovanni) en Contessa (Le nozze di Figaro) vertolkte. Eerder in de Matinee: Wagner Wesen donk-Lieder (2007)
Christina Landshamer Ännchen De in München geboren sopraan Christina Landshamer zong de wereldpremière van Hans Zenders opera Chief Joseph (Staatsoper Unter den Linden, Berlijn, 2005), en de hoofdrol tijdens de wereldpremière van Philippe Schoellers kameropera Trans-Warhol (Genève, 2007). Sindsdien zong zij onder meer gastrollen bij de Komische Oper in Berlijn (Susanna in Le nozze di Figaro, 2010) en het Theater an der Wien (Clarice in Haydns Il mondo della luna,
Markus John
2009). In het Théâtre du Châtelet in Parijs zong zij in 2011 Händels Messiah (een scenische productie van Mozarts bewerking). Afgelopen zomer debuteerde zij bij de Salzburger Festspiele in Die Frau ohne Schatten onder Christian Thielemann. Zij werkte samen met dirigenten als Marc Albrecht, Marcus Creed, Manfred Honeck, Yakov Kreizberg, Claus Peter Flor, Frans Brüggen, Philippe Herreweghe, Ton Koopman, Nikolaus Harnoncourt en Riccardo Chailly. Zij treedt op als recitalzangeres, waarbij ook eigentijds repertoire haar grote belangstelling heeft. In De Vrijdag van Vredenburg zong zij onder meer Bachs cantate Hercules auf dem Scheidewege en Händels The Choice of Hercules (2011). Eerder in de Matinee: Cherubini Chant sur la mort de Haydn & Haydn Missa Cel lensis nr. 2 (2009), Hasse Piramo e Tisbe (2011), Mozart Requiem (2011)
Markus John Samiel Markus John studeerde Theaterwetenschap en Nieuwere Duitse literatuur, en aan de Toneelschool in München (1980-1984). Sindsdien trad hij op in het Duitstalig theater, met regisseurs als
15
Sebastian Holecek Kaspar De Wener Sebastian Holecek, bariton, zong de rollen van Papageno (Die Zauberflöte) en Figaro (Le nozze di Figaro) in talloze zalen, waaronder de Wiener Staatsoper, de Volksoper in Wenen en de Staatsoper Unter den Linden in Berlijn, en verder in Madrid, Düsseldorf, Athene, Santiago de Chile, Monte Carlo, Kaapstad en het Liceu in Barcelona. Na aanstellingen bij o.a. de Staatsoper en Volksoper in Wenen,
16
volgden freelance-optredens in Amsterdam, New York (Carnegie Hall), Mont real, Toronto, Tokyo, Osaka, Turijn, Bonn en Napels (Teatro San Carlo). Hij trad op met dirigenten als Zubin Mehta, Wolfgang Sawallisch, Gerd Albrecht, Marcello Viotti en Fabio Luisi. Onder zijn favoriete rollen zijn Don Giovanni, Figaro en Hertog in Le nozze di Figaro, Don Alfonso in Così fan tutte, Dallapiccola’s Il prigioniero, Heerrufer en Telramund in Lohengrin, Scarpia in Tosca, en Kaspar in Der Freischütz. Eerder in de Matinee: Hindemith Das Nusch-Nuschi & Busoni Turandot (2001)
Henk Neven Ottokar In februari jl. werd de Nederlandse bariton Henk Neven onderscheiden met de Nederlandse Muziekprijs – de hoogste onderscheiding voor een musicus van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In 2008 en 2009 ontving hij respectievelijk de Fortis MeesPierson Award en het Borletti-Buitoni Fellowship. De Britse zender Radio 3 nam hem bovendien op in de reeks New Generation Artists; in het kader daarvan zullen cd-opnames en recitals volgen. Henk Neven zingt liedrepertoire – met pianist Hans Eijsackers (Wigmore Hall en de Kleine Zaal van het Concertgebouw) – en oratoria, maar ook vele operarollen. Hij zong onder andere Marco in Gianni Schicchi (Dresden), Don Alfonso in Così fan tutte (Montpellier), Don Giovanni (Opéra de Rouen), Almaviva in Le nozze di Figaro, Moralès in Carmen (Staatsoper unter den Linden), Mr. Gobinau in The
Sebastian Holecek
Henk Neven
Medium, Schaunard in La bohème (Dijon), Pollux in Rameaus Castor et Pollux (De Nederlandse Opera) en Frère Léon in St. François d’Assise van Messiaen (De Nederlandse Opera). In april 2010 debuteerde hij in het Theater an der Wien als Ottokar in Der Freischütz. In het voorbije seizoen zong Henk Neven bij De Nederlandse Opera Mercutio in Massenets Roméo et Juliette en Donald in Brittens Billy Budd. Eerder in de Matinee: Verdi Jérusalem (2005), Wellesz Die Bakchantinnen (2005), Schulhoff Flammen (2005), Giordano Andrea Chénier (2006), Händel Israel in Egypt (2007), Debussy La chute de la maison Usher (2008), Gounod Roméo et Juliette (2008), Bach Magnifi cat BWV243 (2009), Rameau Les Indes galantes (2010), Fauré Requiem (2011)
Thomas Ebenstein Kilian Gastrollen brachten de Oostenrijkse tenor Thomas Ebenstein naar de Staatsoper Unter den Linden, het Grand Théâtre de Genève, het Theater an der Wien, de Volksoper Wien, naar de Wiener Festwochen, de Osterfestspiele Salzburg en de RUHRtriennale Bochum. Sinds 2004 werkt hij bij de
Marco Borggreve
Stephan Kimmig, Jürgen Gosch, Karin Beier, Johan Simons, Michael Thalheimer, Alvis Hermanis en Dusan D. Parizek. Behalve eigentijds repertoire speelde hij rollen als Othello, King Lear en Caliban van Shakespeare, Goethes Faust (deel 1 en 2) en Götz von Berlichingen, Wilhelm Tell van Schiller, Dorfrichter Adam in Der zerbrochene Krug van Kleist, de Brechtrollen Mackie Messer (Dreigroschenoper), Puntila (Herr Puntila und sein Knecht Matti) en Woyzeck, en Danton in Dantons Tod van Büchner. In het muziektheater werkte hij mee aan Der Freischütz (in de tekstversie van Steffen Kopetzki met Capella Coloniensies onder Bruno Weil), Dessaus Die Verurteilung des Lucullus (Komische Oper Berlijn) en vertolkte hij meermalen Bassa Selim in Die Entführung aus dem Serail (onder andere in 2002 tijdens de Maggio Musicale in Florence, in de regie van Eike Gramss, onder muzikale leiding van Zubin Mehta). Op 7 april 2012 treedt Markus John opnieuw op in de NTR ZaterdagMatinee: in Schumanns Manfred.
Thomas Ebenstein
Komische Oper in Berlijn. Daar zong hij onder andere Le chevalier Danois in Glucks Armide, Borsa in Rigoletto, Basilio in Le nozze di Figaro, Don Ottavio in Don Giovanni, Pedrillo in Die Entführung aus dem Serail, Tsjekalinski in Schoppenvrouw, Truffaldino in Liefde voor drie sinaasappelen en Alfred in Die Fledermaus. Dit seizoen zal hij daar ook als Kilian in Der Freischütz optreden. Als liedzanger treedt Ebenstein op met pianist David Lutz.
Günther Groissböck Ein Eremit De Oostenrijkse bas Günther Groissböck maakte van 2003 tot 2007 deel uit van het ensemble bij het operahuis van Zürich. Sindsdien verzorgde hij gastrollen in Europa en Amerika. Onder zijn belangrijkste recente engagementen waren de rollen Colline in La bohème en Banquo in Macbeth (Metropolitan Opera in New York), Sarastro in Die Zauberflöte (Scala in Milaan en Wiener Staatsoper), Fafner in Das Rheingold en Hunding in Die Walküre (Opéra National de Paris), Heinrich in Lohengrin (Bayerische Staatsoper), de Watergeest in Rusalka, en zijn debuut bij de Bayreuther Festspiele 2011, als Hermann in
17
Günther Groissböck
Martin Busen
Tannhäuser. Daarnaast treedt Groissböck op in het concertrepertoire, met uitvoeringen van Bruckners Te Deum onder Zubin Mehta in Florence en met het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks onder Bernard Haitink, en Beethovens Negende symfonie met de Münchner Philharmoniker en het Deutsche Symphonie Orchester in Berlijn. Eerder in de Matinee: Berlioz La damna tion de Faust (2006), Mendelssohn Der erste Walpurgisnacht (2007)
Martin Busen Kuno De Duitse bas-bariton Martin Busen zong onder andere Hermann Ortel in de Die Meistersinger von Nürnberg in Theater Bielefeld. Bij de Bregenzer Festspiele zong hij Weills Der Protagonist, Royal Palace en Die sieben Todsünden, en Sciarrone in Tosca. Sinds seizoen 2006-07 is Busen aangesloten bij het Nationaltheater Mannheim, waar hij ondermeer als Papageno in Die Zauberflöte, Angelotti in Tosca, Bartolo in Il barbiere di Siviglia, Zuñiga in Carmen en Geisterbote in Die Frau ohne Schatten te zien was. In De Vrijdag van Vredenburg zong hij Bruckners ‘Grote’ mis in f, en op
18
17 maart 2012 zingt hij in de NTR ZaterdagMatinee L’Upupa und der Triumph der Sohnesliebe van Hans Werner Henze. Eerder in de Matinee: Zemlinsky Der Kö nig Kandaules (2007), Wagner Die Meis tersinger von Nürnberg (2009), Debussy Pelleas et Mélisande (2009)
Radio Kamer Filharmonie De Radio Kamer Filharmonie is een veelzijdig orkest met een breed en gevarieerd werkterrein. Het treedt in verschillende bezettingen op, van barokformatie tot ensemble voor hedendaagse muziek. Michael Schønwandt is chef-dirigent en artistiek leider. Vaste gastdirigenten zijn Philippe Herreweghe, Frans Brüggen en James MacMillan. De Radio Kamer Filharmonie levert een belangrijk aandeel aan de series de NTR ZaterdagMatinee, Het Zondag ochtend Concert en de Robeco Zomerconcerten in het Amsterdamse Concertgebouw, De Vrijdag van Vredenburg in Utrecht en de serie NTR maakt hoorbaar in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Al deze concerten worden uitgezonden via Radio 4, en vele ervan geregistreerd
voor live internet-streams en tv-uitzendingen. De Radio Kamer Filharmonie is verder een vaste speler in de educatieve serie De Magische Muziekfabriek, de Internationale Gaudeamus Muziekweek en het Holland Festival. De Radio Kamer Filharmonie is befaamd vanwege de gedreven uitvoeringen van hedendaags repertoire. De RKF werd onderscheiden met de Muziek gebouwprijs voor de uitvoering van Richard Rijnvos’ NYConcerto met als solist pianist John Snijders. Op het festival voor nieuwe muziek in Donau eschingen verzorgde de RKF onder leiding van Peter Eötvös in oktober 2010 vier wereldpremières in één concert. De eerste concertante Nederlandse uitvoering van Dusapins Faustus, the last night door de RKF (in de NTR ZaterdagMatinee), zorgde voor jubelende recensies. Een andere specialiteit is het uitvoeren van bekend en onbekend repertoire van oude meesters onder leiding van specialisten op het gebied van de historische uitvoeringspraktijk. De RKF werd geprezen voor de energieke en verfrissende uitvoering van onder meer de Beethoven-symfonieën en de opera’s van Hasse (Piramo e Tisbe) en Haydn (Armida); beide in de ZaterdagMatinee. In april 2011 viel de RKF de eer ten deel om onder leiding van Jaap van Zweden het Koninginneconcert in Paleis Noordeinde te verzorgen. De veelzijdigheid van de Radio Kamer Filharmonie wordt weerspiegeld in de cd-catalogus van het orkest. De tweede uitgave van het label QuattroLive bevat
opnamen van Beethovens Eerste symfonie onder leiding van Frans Brüggen en Tristan Keuris’ Symphony in D onder leiding van Jaap van Zweden. Voor verschillende andere labels nam de Radio Kamer Filharmonie werken op van onder anderen Joseph Haydn, Igor Stravinsky, Henk Badings en Otto Ketting. Onlangs werd de catalogus aangevuld met nieuwe releases van eigentijds repertoire, waaronder NYConcerto van Richard Rijnvos en Visitatio Sepulchri van componist en vaste gastdirigent James MacMillan. www.radiokamerfilharmonie.nl volg de radio kamer filharmonie op twitter (@radiokamerfilh) en facebook.
Groot Omroepkoor Het Groot Omroepkoor is met 74 vocalisten het grootste professionele koor van Nederland. Vanaf de oprichting in 1947 manifesteert het koor zich in een breed repertoire, uiteenlopend van barok tot en met eigentijdse muziek. Het koor werkt in wisselende bezettingen, afhankelijk van het uit te voeren werk en de wens van de dirigent, en is doorgaans te horen in de NTR ZaterdagMatinee, de Vrijdag van Vredenburg, Het Zondagochtend Concert en concerten van de NTR in het Muziekgebouw aan ’t IJ. De Brazi liaan Celso Antunes is chef-dirigent van het Groot Omroepkoor sinds het seizoen 2008-2009. Vaste gastdirigent is Michael Gläser. Samen met de omroeporkesten worden in seizoen 2011-2012 in Vredenburg
19
Festo met chef-dirigent Celso Antunes en de Nederlandse première van Rihms Quo me rapis onder leiding van Thomas Eitler. Het GOK is dit seizoen te gast bij het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van respectievelijk Mariss Jansons, Iván Fischer en Nikolaus Harnoncourt. Met het Chamber Orchestra of Europe onder leiding van Bernard Haitink wordt Beethovens Negende symfonie uitgevoerd in het Amsterdamse Concertgebouw en in de Salle Pleyel te Parijs. Mede op initiatief van het Groot Omroepkoor is de Eric Ericson Masterclass voor jonge koordirigenten gestart. Sinds 2001 vindt deze Masterclass iedere twee jaar plaats. Op diverse cd-registraties schittert het Groot Omroepkoor in een breed repertoire met opnamen van onder meer MacMillan, Keuris, Diepenbrock, Mahler, Rossini, Wagner, Elgar, Rihm en Poulenc. www.grootomroepkoor.nl volg het groot omroepkoor op twitter (@grootomroepkoor) en facebook
Radio Kamer Filharmonie en Michael Schønwandt
20
Simon van Boxtel
Groot Omroepkoor en Celso Antunes
Hans van der Woerd
Leidsche Rijn enkele grote vocaalinstrumentalewerken uitgevoerd, waaronder Händels oratorium Solomon en Debussy’s complete oratorium Le martyre de Saint Sébastien, de Mis in C van Beethoven en de Mis van Stra vinsky, uitgevoerd met de Radio Kamer Filharmonie en Philippe Herreweghe, Faurés Caligula met Masaaki Suzuki en Mahlers cantate Das klagende Lied, met het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Markus Stenz. A capella is het koor traditiegetrouw te beluisteren met een rijk gevarieerd programma in de Utrechtse Jacobikerk in het kader van De Vrijdag van Vredenburg. Het Groot Omroepkoor is in de opera serie van de ZaterdagMatinee in vijf voorstellingen present met repertoire dat varieert van Webers vroeg-romantische opera Der Freischütz tot Willem Jeths’ Hôtel de Pékin. De opera L’Upupa und der Triumph der Sohnesliebe van Hans Werner Henze beleeft in deze serie zijn Nederlandse première. In andere series van de ZaterdagMatinee levert het koor zijn aandeel aan onder meer Janácˇeks Glagolitische mis onder leiding van Jaap van Zweden, Diepenbrocks Missa in Die
21
Radio Kamer Filharmonie
Groot Omroepkoor Chef-dirigent
sopraan
tenor
Celso Antunes
Ambrož Bajec-Lapajne Alan Belk Kevin Doss Eyjólfur Eyjólfsson Boguslaw Fiksinski Marc van Heteren Peter-Paul Houtmortels Rein Kolpa Marius Kwaks Ioan Micu Matthew Minter Albert van Ommen Geraint Roberts Matthew Smith Henk Vels John Vredeveldt Steven de Vries Deniz Yilmaz
Dennis Notten Hidehiko Miki
Esther Adelaar Esther Beima Annelie Brinkhof Mar Codina Elma van den Dool Daphne Druijf Loes Groot Antink Selma Harkink Charlotte Janssen Anitra Jellema Margo van Laack Marianne van Laarhoven Tanja Obalski Judith Petra Margo Post Linda Rands Maja Roodveldt Annette de Rozario Jolanda Sengers Henda Strydom Liesbeth Vanderhallen Esther de Vos
hoorn
alt
chef-dirigent
eerste viool
contrabas
Michael Schønwandt
Elisabeth Perry Quirine Scheffers Dimiter Tchernookov Josje ter Haar Julija Hartig Joan Mooney Theo Ploeger Sergiy Starzhynskiy Carolina Woltjer Melissa Ussery Joanna Wronko Sara Hochstenbach
Boris Kozlov Norma Brooks Jim Schultz Pia Pirtinaho
ere-dirigenten
Jaap van Zweden Frans Brüggen vaste gastdirigenten
Philippe Herreweghe James MacMillan
tweede viool
Mintje van Lier Robert Lis Wouter Groesz Zofia Balcar Ian van den Berk Marjolijn Oonk Frits Wagenvoorde Judith van Driel Iina Laasio Merel Junge altviool
Vilem Kijonka Maurits Wijzenbeek Sabine Duch Marjolijn van der Grintenda Silva Rosa Marije Helder Petr Muratov Suzanne Dijkstra Wouter Huizinga cello
Arturo Muruzabal Naftali Gurevich Teije Hylkema Sebastiaan van Eck Angela Stevenson Arjen Uittenbogaard
22
fluit
Jeannette Landré Ellen Alberts Marie-Cécile de Wit (piccolo) Adeline Salles (piccolo) hobo
Jeroen Soors Marjolein Koning klarinet
Harmen de Boer Esther Misbeek fagot
René Pagen Rebecca Grannetia Pierre Buizer Sergei Dovgaliouk trompet
Rik Knarren Jacco Groenendijk trombone
Victor Belmonte Albert Hugo van der Wedden Cyril Scheepmaker pauken
Maarten Smit slagwerk
Peter Prommel
Vaste gastdirigent
Michael Gläser
Yvonne Benschop Femke de Boer Nicoline Bovens Christl Briels Ans van Dam Marjan van Eldik José Kamminga Anneke Leenman Els Liebregt Susanne Meessen Marga Melerna Netty Otter Corrie Pronk Dirtzen Rinkleff Anjolet Rotteveel Ingrid van de Ven Lisinka de Vries Harda van Wageningen Ruth Willemse Pierrette de Zwaan
bas
Gert-Jan Alders Erks Jan Dekker Jelle Drayer Peter Duyster Joep van Geffen Geert van Hecke Kees van Hees Daniël Hermán Mostert Palle Fuhr Jørgensen Itamar Lapid Peter van der Leeuw Hans Pootjes Mitchell Sandler Menno van Slooten Lars Terray Hans de Vries Nanco de Vries Jan van Zelm
Vaste pianist
Ben Martin Weijand
23
komende concerten in
zaterdag 17 september, 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam serie B-1
Honderd jaar Pettersson Radio Filharmonisch Orkest Roman Kofman dirigent Nikolai Tokarev piano
zat. 10 september, 14.15-ca. 16.00 uur Concertgebouw Amsterdam serie-A
Een veronachtzaamd symfonicus Radio Kamer Filharmonie Frans Brüggen dirigent Thomas Zehetmair viool Clementi Vierde symfonie Beethoven Vioolconcert
24
werd geboren. Hij hield een pianowedstrijd met Mozart in Wenen in 1781, deelde de concertzaal met Haydn in Londen in de jaren ’90, onderhandelde in 1807 met Beethoven over de uitgave van diens werk in Engeland en zag in 1824 het Londense debuut van het dertienjarige wonderkind Liszt. Met zijn vier symfonieën, geschreven tussen 1810 en 1824, hoopte Clementi na zijn dood te kunnen voortleven, maar de werken raakten vergeten in de schaduw van Beethoven en Schubert. Zijn spannende Vierde symfonie verenigt barok aandoend contrapunt en romantische trekken. Een mooie combinatie met Beethovens Vioolconcert, dat na een zwakke première in 1806 eveneens in de la verdween. Het kwam pas goed nadat Mendelssohn en violist Joseph Joachim in 1844 het werk in Londen propageerden. (cr)
Allan Pettersson (1911-1980) is een van de belangrijkste Zweedse componisten van de twintigste eeuw. Vooral zijn symfonisch oeuvre, met maar liefst vijftien voltooide en twee onvoltooide symfonieën, is van grote kwaliteit. In de basis tonaal, maar doorgaans uitgroeiend tot grootse en ruige eendelige klankformaties. Zijn honderdste verjaardag op 19 september
Nikolai Tokarev
Felix Broede
Hij heeft het imago van de componist van pianosonatines, verplichte kost voor de beginnende pianist: Muzio Clementi (1752-1832). Maar dat hij een begenadigd symfonicus was, is een goed bewaard geheim. Clementi zag twee jaar na de dood van Bach het licht en overleed een jaar voordat Brahms
Keith Pattison
Thomas Zehetmair
Nielsen Ouverture Helios Grieg Pianoconcert Pettersson Zevende symfonie
2011 is aanleiding om meer aandacht te vragen voor zijn oeuvre. Zijn meesterwerk, de Zevende symfonie, is in dit geval het deel dat staat voor het geheel. Hoewel Pettersson wel de Zweedse tegenhanger van Sjostakovitsj wordt genoemd, onttrekt de symfonie zich aan iedere school, aan elk voorbeeld. “Mijn muziek vertelt mijn leven”, zo verklaarde de componist. “De zegeningen, de vloeken, om zo het lied te herontdekken dat de ziel ooit zong.” Zijn werk krijgt perspectief door de combinatie met belangwekkende werken van bekende Scandinavische voorgangers: de ouverture Helios van de Deen Carl Nielsen en het Pianoconcert van de Noor Edvard Grieg. (pj)
Allan Pettersson
25
MAAKT HOORBAAR
komende concerten in
De vrijdag van Vredenburg
James McMillan/Onyx
vrijdag 9 september, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht Philipppe Herreweghe
Hans van der woerd
Nikolaj Lugansky
hemels & DUIVELS
Franse meesters Debussy’s Nocturnes, prachtig van klank en schildering, Ravels duistere Pianoconcert in D – een ‘oorlogswerk’ – en de aangrijpende Litanies van Poulenc. Een avond vol Franse meesters. Radio Filharmonisch Orkest Nationaal Jeugdkoor Serge Baudo dirigent Wilma ten Wolde koordirigent Nikolaj Lugansky piano Debussy/Escher Six épigraphes antiques Ravel Concert voor de linkerhand* Poulenc Litanies à la vierge noire (orkestversie) Debussy Nocturnes*
vrijdag 16 september, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
Philippe Herreweghe dirigeertde Pastorale Critici bejubelen de ‘buitenaardse’ schoonheid van Marie-Elisabeth Heckers spel. Dat belooft wat voor Haydns lyrische Celloconcert, een van de hoogtepunten uit de literatuur voor cello. Radio Kamer Filharmonie Philippe Herreweghe dirigent Marie-Elisabeth Hecker cello Ravel Le tombeau de Couperin Haydn Celloconcert in C* Beethoven Symfonie nr. 6 ‘Pastorale’*
* 11 september 11.00 uur ook in
* 18 september 11.00 uur ook in
Het Zondagochtend Concert
Het Zondagochtend Concert
Concertgebouw, Amsterdam
Concertgebouw, Amsterdam
26
vrijdag 23 september, 20.15 uur Muziekgebouw aan ’t het IJ, Amsterdam Radio Kamer Filharmonie Groot Omroepkoor Brad Lubman dirigent Anja Nina Bahrmann sopraan Maarten Engeltjes countertenor Jan Rokyta cimbaal
Nishimura
Rainbow Body (2008)
Maier
Nieuw werk voor cimbaal en orkest (2011; wereldpremière)
Bryars
The War in Heaven (1993; Nederlandse première)
Wanneer een boeddhistische Meester door oefening verlichting heeft bereikt en sterft, gebeuren er twee dingen. Zijn ziel scheidt zich af van zijn lichaam en gaat over in een eeuwig licht van vrede. Het stoffelijke gedeelte ontstijgt de aarde en neemt vervolgens de kleuren van de regenboog aan. Deze staat heet ‘Rainbow Body’. Akira Nishimura laat zich in zijn meditatieve fantasie leiden door zeven transformaties die gekoppeld zijn aan de zeven kleuren van de regenboog.
In de compositie van Gavin Bryars gaat het bepaald niet over de hemelse vrede. Zijn zoetgevooisde cantate maakt gebruik van twee contrasterende tekstbronnen die gaan over de val van de rebellerende engelen. Componist en ex-flamencogitarist Florian Magnus Maier beschouwt de klank van cimbaal en orkest als een hemels genoegen. Misschien gaat hij daar via soundtracks zelfs nog ‘hemelse’ stemmen aan toevoegen.
€ 26 | € 21 (cjp) | € 10,00 (early bird)
020-7882000 (ma-za 12.00-18.00 uur) www.muziekgebouw.nl
[email protected]
27
Radio 4 Concerthuis de beste concerten van radio 4 Met het nieuwe Radio 4 Concerthuis van radio4.nl verandert uw huiskamer in een concertzaal. Wanneer u maar wilt. Natuurlijk zijn de eigen Radio 4 concertseries – De Vrijdag van Vredenburg en de NTR ZaterdagMatinee – volop aanwezig in het Radio 4 Concerthuis. De recente hoogtepunten, maar ook de prachtige opnamen uit het rijke omroeparchief. Ook alle concerten van het nieuwe NTR ZaterdagMatineeseizoen kunt u terugluisteren in het Radio 4 Concerthuis. U kunt op elk gewenst moment kiezen uit het wisselende en altijd actuele aanbod van ruim 100 concerten en zelf uw concertprogramma samenstellen. Of laat u verleiden door de bijzonderehighlights die geprogrammeerd voor u klaarstaan, voorzien van extra informatie en aantrekkelijk gepresenteerd. Voor
28
een selectie van de mooiste opera’s uitgezonden op Radio 4 kunt u terecht in de vocale muziekzaal. In het Radio 4 Concerthuis bepaalt ú wat u wilt horen, in het door u gewenste genre, wanneer u maar wilt. ga naar radio4.nl/concerthuis