serie: utrecht centraal tros klassiek avro klassiek premières muzikale meesterwerken brahms & utrecht tros vocaal
15 februari 2013, 20.15 uur inleiding Sebastiaan van Eck 19.30 uur
Radio Kamer Filharmonie Andrew Manze dirigent Stefan Schilli oboe d'amore Willem Pijper Zes adagio's (1940) 1894-1947 Adagio 1: De Parados Adagio 2: De Eerste Reis Adagio 3: De Tweede Reis Adagio 4: De Derde Reis Adagio 5: De Broederketen Adagio 6: De Exodus
Johann Sebastian Bach Concert voor oboe d'amore en strijkers in A 1685-1750 BWV1055R (ca 1720) [Allegro] Siciliano: Larghetto Allegro ma non tanto PAUZE
Ludwig van Beethoven Symfonie nr 5 in c opus 67 (1807) 1770-1827 Allegro con brio Andante con moto Scherzo: Allegro Allegro
de concertseries van
2
De Vrijdag van Vredenburg 2013-2014
Live-uitzending
Goed nieuws voor de liefhebbers van klassieke muziek in Utrecht en omgeving: de nieuwe seizoensbrochure van De Vrijdag van Vredenburg komt eind februari uit.
De TROS zendt dit concert vanuit Vredenburg Leidsche Rijn live uit op Radio 4. Denkt u eraan dat uw mobiele telefoon uitstaat en dat uw horloge geen geluid kan maken? Dan kan iedereen in de zaal en bij de radio volop genieten van het concert. ➜ WWW.RADIO4.NL
Bestel alvast een exemplaar via
[email protected]. Vanaf 1 maart kunt u abonnementen bestellen via www.vredenburg.nl
Scratchorkest Vanavond speelt voor de tweede keer een ‘Scratchorkest’. Tijdens de inleiding van Sebastiaan van Eck om 19.30 uur verzorgt het orkest de live gespeelde luistervoorbeelden uit Beethovens Vijfde symfonie. Daarin spelen 50 geselecteerde amateurmusici samen met 20 musici uit de Radio Kamer Filharmonie. In slechts één repetitie werden fragmenten uit de Vijfde symfonie van Ludwig von Beethoven ‘starting from scratch’ ingestudeerd. Het Scratchorkest staat onder leiding van Wouter Padberg. De productie van het Scratchorkest is een samenwerking van MCO educatie, de Radio Kamer Filharmonie en de TROS.
Nazit Tijdens de naborrel speelt het Red Limo String Quartet met Sietse van Gorkom viool, Camilla van der Kooij viool, Rani Kumar altviool en Jonas Pap cello. Is het een strijkkwartet of een band? Met violen, altviool en cello lijkt Red Limo een klassiek kwartet. Maar dit kwartet swingt en groovet als geen ander; de cello is ook bas en de violen zijn soms gitaren of percussie. Red Limo String Quartet is het gewoon allebei.
Drankje na afloop Na het concert is er gelegenheid om een drankje te nuttigen.
De toekomst van Vredenburg In 2014 staan er positieve veranderingen op stapel voor het muziekleven in de stad Utrecht. Want dan opent op de plek van het vroegere Muziekcentrum Vredenburg een nieuwe concertzaal zijn deuren. ➜ Meer daarover leest u op pagina 8 en 9.
vrijdag 15 februari 2013, 20.15 uur
Nederlander tussen Bach en Beethoven Pijper, Bach, Beethoven. Drie mannen die de gevestigde orde met een diepgewortelde argwaan bekeken. Pijper is de kruisvaarder die ten strijde trekt tegen alles wat sleets en gemakzuchtig is in het Nederlandse muziekleven van na de Eerste Wereldoorlog. Bach verzet zich uit alle macht tegen de bureaucratische bemoeizucht van de vroede vaderen van Leipzig. Beethoven wordt door zijn alcoholische vader zo getiranniseerd dat zijn gehele leven getekend is door een anti-autoritaire instelling. Pijper had niet alleen een vlijmscherpe pen, hij was ook de magneet die jonge componisten aantrok, en zo een kolossale invloed uitoefende op het Nederlandse componeren in de eerste helft van de twintigste eeuw. Bachs onverzettelijke houding werd geboren uit een hardnekkige strijd om de kwaliteit van het muziekonderwijs, en het behouden van een muzikale taal waarin vakmanschap het wint van frivoliteit. Beethoven leerde al vroeg pianospelen, zodat hij zijn kunstje kon vertonen – maar de tafel van acht kende hij niet. Het contrast tussen zijn enorme gave en zijn gebrekkige educatie maakte hem wantrouwig
jegens alles en iedereen, maar vooral jegens zichzelf. In de woorden van Willem Pijper: “Het leven was een strijd die hem persoonlijk aanging; die hij, en hij alleen, uit te vechten had met – ja, met wie? Met Dood en Duivel, met het Noodlot, het ‘Schicksal’ waaraan hij in zijn correspondentie een zo grote plaats inruimt? Wij weten tegenwoordig dat Beethoven slechts Beethoven beoorlogd heeft, en ook: dat dit zo heeft moeten zijn. Beethoven was de eerste componist die zijn eigen gespletenheid tot centrum zijner artistieke verrichtingen stelde.”
Zes Adagio’s Willem Pijper werd in 1894 geboren te Zeist. Zijn vader was behanger, bespeelde het harmonium, en leerde Willem vioolspelen. Door zijn zwakke gezondheid werd hij thuis onderwezen. Vanaf zijn veertiende bezocht hij het Gymnasium te Utrecht, later volgde hij daar compositielessen bij Johan Wagenaar. Typerend voor Pijper is dat hij zichzelf een autodidact noemt – ‘met hulp van Freud en Nietzsche’. Toch waren er wel degelijk invloeden, Mahler heeft model gestaan voor de
3
4
Eerste symfonie – de ondertitel ‘Pan’ spreekt boekdelen. Debussy spreekt een woordje mee in de Fêtes galantes voor mezzosopraan en orkest. De jonge Willem aarzelde lang tussen een carrière in de biologie en de muziek. Hij koos voor muziek, maar de biologie bleef hem fascineren. Een combinatie van beide resulteerde in een Pijperiaanse vinding: de kiemceltechniek. Zoals een volwassen plant ontstaat uit een enkel zaadje, kan een compleet muziekwerk groeien uit een cel die bestaat uit slechts een handjevol tonen – vier of vijf. Pijpers beste stukken zijn in die broeikas ontstaan – de Derde symfonie, het Pianoconcert – en een hele generatie Nederlandse componisten heeft er zich tot ver in de jaren ’50 van bediend. Pijper was niet alleen componist, hij was ook een door Simon Vestdijk gewaardeerd schrijver over muziek. De kwaliteit van zijn proza valt in literaire zin niet te ontkennen, de inhoudelijke waarde ervan is dubieus gebleken. Het snijdende ridiculiseren van Stravinsky’s Psalmensymfonie of de symfonieën van Prokofjev komt bijna honderd jaar later nogal komisch over. Wellicht belangrijker is het feit dat Pijper toetrad tot het gilde van gevestigde componisten die directeur werden van een conservatorium. Julius Röntgen in Amsterdam, Hendrik Andriessen in Utrecht, Sem Dresden in Den Haag, en Pijper in Rotterdam, waar hij tot zijn dood directeur zou blijven. De ijdeltuit in Pijper was niet ongevoelig voor materiële welstand: hij poseerde graag naast zijn geliefde automobiel, een
Willem Pijper
zwarte Hispano Suiza. De verplichtingen in Rotterdam zetten de rem op zijn creatieve productie, en de toon van zijn composities werd milder. De mildheid van de Zes adagio’s uit 1940 heeft ook een praktische reden, want dat is een gelegenheidswerk. Pijper trad toe tot de Vrijmetselaarsloge, en dit was zijn gift bij de inwijdingsceremonie. Zes elegische vignetten die verbonden worden door Pijpers meest karakteristieke vingerafdruk, het gepuncteerde ritme – herinnerend aan de Franse ouvertures van Bach, en de habanera. Muziek die zichzelf niet hoeft te bewijzen, en die in haar ontroerende eenvoud een pleidooi houdt voor een groot toondichter.
Bach en het hergebruik Johann Sebastian Bach goochelde van jongsaf aan met noten. Als jongetje kopiëerde hij stiekum de manuscripten die hij in de muziekkast van zijn oom kon verschalken. Als een spons zoog hij invloeden op, van Sweelinck, Buxtehude en Vivaldi tot Rameau. Zijn enorme talent staat diametraal op zijn carrièreverloop. Een kwart millennium na zijn dood is het voor ons onbegrijpelijk dat deze man op zijn sterfdag al vergeten was. Bach heeft in de allereerste plaats zijn sporen getrokken in de muziek voor kerkelijk gebruik, getuige de vele cantates. Eerder in zijn loopbaan produceerde hij instrumentale werken die voor een deel hun weg zouden vinden in die cantates. Misschien uit tijdgebrek, maar wellicht nog meer vanuit het besef dat verspilling zonde is. Musicologen en slimme muzikanten ontdekten in de loop van de twintigste eeuw dat er nogal wat overeenkomsten zijn tussen de klavecimbelconcerten van Bach en individuele delen uit de cantates. Door de verschillen in bezetting rijst de logische aanname dat die klavecimbelconcerten transcripties zouden kunnen zijn van soloconcerten voor andere instrumenten – een aantal hoboconcerten is op deze manier gere-
5
Johann Sebastian Bach
construeerd. Dat geldt ook voor het Concert voor oboe d’amore in A, dat een vroegere gedaante is van het Klavecimbelconcert BWV 1055. De Britse musicoloog Donald Tovey kwam in de jaren ’30 tot de conclusie dat de solopartij van dit concert precies te bemannen valt met de oboe d’amore, een instrument dat een zekere populariteit genoot tussen 1713 en 1730. De klank van het in-
Zijn enorme talent staat diametraal op zijn carrièreverloop. Een kwart millennium na zijn dood is het voor ons onbegrijpelijk dat deze man op zijn sterfdag al vergeten was.
6
strument is wat minder penetrant dan die van de hobo en wat pregnanter dan die van de althobo – het bereik ligt precies tussen de buren in, een kleine terts lager dan de hobo. De oboe d’amore is de mezzosopraan van de hobofamilie. Het lage register van het instrument komt prachtig tot zijn recht in de inzet van het eerste deel. Het tweede deel is een Siciliano, een wiegende dans in 12/8 maat, waarvoor Bach een grote voorliefde had. Het uitbundige slotdeel in 3/8 maat vraagt het uiterste van de solist.
Ludwig van Beethoven
Heiligenstädter Testament, de twisten met zijn neef Karl, de animositeit Pijper over Beethoven tussen hem en zijn broers, de eeuwigIn het Beethovenjaar 1927 publiceerde durende misères met werkvrouwen, Willem Pijper een opstel dat vele malen leveranciers en huishoudboekjes, de herdrukt is in de bundel De Quintentragikomische situaties waarin zich cirkel. In essentie heeft dat artikel niets de onpraktische kunstenaar steeds aan waarde ingeboet, en het is de bevond zijn reproducties van de toemoeite waard een paar citaten te herstand in het ouderlijk huis. Zijn onlezen, die hier voor het gemak wat hebbelijkheid tegen lieden van rang zijn ingekort. “Beethoven heeft het vak kan slechts begrepen worden wanneer geleerd van zijn vader, en enige vermen weet dat Beethovens jeugd één dienstelijke handwerkslieden. Een strijd tegen het ‘hoogste’ gezag is gealgemeen artistieke ontwikkeling was weest, dat van de tirannieke vader. voor hem niet weggelegd. Hij was naar Dit waren de menselijke gegevens die de geest een autodidact en heeft daar- aan zijn leven en zijn scheppingen van, tot zijn dood toe, de kenmerken ten grondslag hebben gelegen. De meegedragen. Hij heeft geen gelukkige kunstenaar Beethoven was geen revojeugd gehad: zijn vader was een huislutionair, de mens Beethoven daarentegen werd volkomen gedetermineerd tiran en een dronkaard. Zijn moeder was een overgevoelige, bedeesde vrouw door opstandigheid tegen het traditidie haar zoon op alle mogelijke manie- onele gezag. Beethovens ‘Vrijheidsren aan zich trachtte te binden. In principes’ kwamen tot uiting in zijn haar zorgzaamheid heeft ze hem voor verering voor Napoleon, in zijn lectuur (Plato), en in zijn haardracht – een het leven onbruikbaar gemaakt. De ‘Unsterbliche Geliebte’ was een revenant aantal jaren liet hij zich ‘à la Titus’ van de aangebeden moeder. Het knippen.”
Vijfde symfonie Dat de kunstenaar Beethoven volgens Pijper geen revolutionair was, zal menigeen verbazen, want zo wordt deze titaan maar al te graag afgeschilderd. Daarbij wordt de Vijfde symfonie als hét voorbeeld voor het alles omverwerpende componeren gebruikt. De eerste romantische symfonie, waarin de innerlijke strijd van de toondichter met heldenmoed uitvochten wordt. En inderdaad, het omineuze begin, met zijn dreigende fermates, prikkelt de fantasie in die richting. Er is ons lang wijsgemaakt dat Beethoven gezegd zou hebben dat hier het Noodlot aan de deur klopt. Maar als we Beethovens uitgebreide schetsen van dit deel bekijken, zien we dat de oorsprong van zijn gedachten door Haydn neergeschreven had kunnen zijn. Hetzelfde viertonige motiefje, maar dan nog in een vriendelijk jasje van kleine drieklanken, als een onschuldig spel van vraag en antwoord. De bouwstenen werden Beethoven aangereikt door zijn voorgangers Mozart en Haydn. Naar de vorm is dit deel een perfecte sonatevorm, met expositie (herhaald), doorwerking en reprise. Maar naar de inhoud woedt hier een storm. Beethovens liefdesleven werd tijdens het
componeren beheerst door zijn relatie met gravin Therese Brunsvik. Het eerste thema zou een zelfportret kunnen zijn en het tweede thema, in Es-groot, dat van zijn beminde. Het tweede deel, in de aanvallige toonsoort As-groot (en niet G-groot, zoals het lesboek voorschrijft), een liefdeslied voor Therese. En het Scherzo? Niet de uitbundigheid zoals we die uit de drie eerste symfonieën kennen, maar een spookachtig pianissimo beheerst hier het muzikale gebeuren. En dan het wonder van de overgang van de poltergeist die al kloppend het Scherzo voortstuwt tot de triomfantelijke inzet van trombones en contrafagot – voor het eerst toegepast in een symfonie. Waarmee de luisteraar zonder het te beseffen en bijna struikelend in de grootse Finale is terechtgekomen, een lofzang in C-groot op de kracht van het individu – Beethoven die zich van zijn eigen ik heeft losgezongen. Willem Pijper vat het nog eenmaal prachtig samen: “Beethoven was een groot kunstenaar en een goed vakman – maar de muziek van zijn tijd wijzigen deed hij niet, meen ik. Hij veranderde het componeeren.” Siebe Riedstra
Naar de vorm is dit deel een perfecte sonatevorm, met expositie (herhaald), doorwerking en reprise. Maar naar de inhoud woedt hier een storm. Beethovens liefdesleven werd tijdens het comSven-David Sandström poneren beheerst door zijn relatie met gravin Therese Brunsvik.
7
8
De toekomst van
Vredenburg
Vredenburg zit sinds 2007 in twee tijdelijke locaties: de Leeuwenbergh in de oude binnenstad van Utrecht en Vredenburg Leidsche Rijn (De Rode Doos) langs de snelweg A2. In 2014 gaat Vredenburg terug naar de oude locatie aan het Vredenburgplein. Hier komt een heel nieuw gebouw, waarin de oude grote symfonische zaal van Vredenburg bewaard is gebleven. Hieronder staan een aantal vragen en antwoorden over deze verhuizing. Waarom een nieuw gebouw? De belangrijkste aanleiding om op de plek van het oude Vredenburg een heel nieuw gebouw neer te zetten, was dat de bedrijfsvoering van zowel Muziekcentrum Vredenburg als poppodium Tivoli tegen allerlei grenzen aanliep en één nieuw gebouw voor beide podia de beste oplossing was. Nieuwbouw op deze locatie biedt bovendien ongekende mogelijkheden voor een aanzienlijke verbetering en uitbreiding van het live muziekaanbod in de stad. De nieuwe locatie wordt qua voorzieningen en diversiteit van het aanbod in één keer het grootste muziekpodium van het land. Een enorme verbetering ten
opzichte van het oude gebouw is onder meer de nieuwe kamermuziekzaal. In de oorspronkelijke plannen speelde ook het jazzpodium SJU nog een rol, maar dit podium is ondertussen gesloten. Desondanks is er in de nieuwe opzet ook een plaats voor de jazz behouden gebleven. Wat komt er in dit nieuwe gebouw? In dit grotendeels nieuwe gebouw komen vijf concertzalen: een zaal voor symfonische muziek voor 1700 bezoekers (dit is dus de huidige ‘oude’ grote zaal die wordt gerenoveerd), een kamermuziekzaal (ruim 500 stoelen), een popzaal (2000 bezoekers), een cross-over zaal (circa 550 bezoekers) en ook nog een jazz-zaal (meer dan 300 bezoekers). Ook komen er diverse vergaderen congresfaciliteiten, een grand café, een jazzcafé en een restaurant. Wie komt er in dit nieuwe gebouw? De exploitatie van dit grotendeels nieuwe concertgebouw komt in handen van een stichting die een samensmelting is van de huidige Vredenburg-organisatie en poppodium Tivoli. Er komt dus één organisatie die de
programmering voor het hele gebouw gaat samenstellen. Als het gebouw af is, wordt het eigendom van de gemeente Utrecht en zal het door deze nieuwe organisatie worden gehuurd. Op welke locatie wordt dit gebouwd? Het nieuwe gebouw wordt gebouwd op de noordwest hoek van het Vredenburgplein (op de plaats van het oude Muziekcentrum Vredenburg). Het gebouw presenteert zich vooral in de richting van het Centraal Station en het Smakkelaarsveld. Hier bevinden zich op begane grond de centrale entree, het grand café, een restaurant en de kassa. Tussen dit gebouw en de kade van de nieuwe Catharijnesingel komt een groot terras. Als het gebouwd is, wat is er dan te horen, te zien en te beleven? In dit nieuwe muziekcentrum zullen jaarlijks ongeveer 1200 activiteiten plaatsvinden op het gebied van live muziek en andersoortige culturele evenementen. Het programma omvat onder meer symfonische concerten, dansavonden, kamermuziekuitvoeringen, popconcerten, uitvoeringen op het gebied van jazz en geïmproviseerde muziek, kinderconcerten en -disco's, educatieve projecten, muziektheater, literaire evenementen en stand-up comedy. Jaarlijks worden er meerdere spraakmakende festivals met een internationale uitstraling georganiseerd. Per jaar worden ongeveer 800.000 bezoekers verwacht. Daarnaast vinden er congressen, televisieopnamen en andere verhuuractiviteiten plaats. Wat gebeurt er met de eigenheid van de huidige podia? Wij vinden het zeer belangrijk dat ons publiek zich niet alleen blijft herkennen in het programma, maar zich ook thuis gaat voelen in het nieuwe gebouw. Daarom worden
er meerdere sferen gecreëerd, ‘biotopen’ genaamd; dit zijn combinaties van zaal, foyer, caféruimten en voorzieningen als de garderobe en de artiestenfoyer waarin een bepaalde muzieksoort het beste tot z'n recht komt. Hierbij wordt aandacht besteed aan sfeer, vormgeving, service, akoestiek, klimaatomstandigheden etc. Zo krijgen de ruimtes rond de symfonische zaal een andere uitstraling dan die bij de popzaal, de crossoverzaal of de jazz-zaal. Om deze verschillen in sferen en beleving te bereiken zijn er meerdere architecten bij het ontwerp betrokken; elke ‘biotoop’ heeft zijn eigen architect. Wanneer gaat het open? De verwachting is dat de nieuwbouw begin 2014 wordt afgerond. September 2014 gaan de deuren open voor het publiek. Het concertseizoen 2014-2015 is het eerste complete seizoen in het nieuwe gebouw met daarin de gerenoveerde ‘oude’ symfonische zaal. Als de afbouw en de inrichting van het gebouw qua tijd meevallen, zullen er misschien al eerder (proef)concerten worden gehouden; denk daarbij aan het voorjaar en de zomer van 2014. Als dat zo is, zullen we u daarover informeren (via onze website en nieuwsbrief). Wat doen Vredenburg en Tivoli tot aan de opening van het nieuwe gebouw? Vredenburg en poppodium Tivoli (aan de Oudegracht in Utrecht) blijven tot aan de opening van het nieuwe gebouw op hun huidige locaties programmeren. Na de verhuizing zal Vredenburg Leidsche Rijn (De Rode Doos) sluiten. In het voorjaar van 2014 stopt Vredenburg al met het programmeren van concerten in de Leeuwenbergh (Vredenburg huurt de Leeuwenbergh nu van de stichting Vrienden van de Leeuwenbergh). Tivoli aan de Oudegracht sluit haar deuren, maar Tivoli de Helling blijft bestaan.
9
10
uitvoerenden
Andrew Manze, dirigent
Rolf Schock Prijs in Stockholm, een prijs die eerder werd toegekend aan onder meer György Ligeti, Mauricio Kagel, Kaija Saariaho, Jorma Panula, Gidon Kremer en Anne Sofie von Otter.
Andrew Manze
FELIX BROEDE
De Engelse violist en dirigent Andrew Manze is sinds 2006 chef-dirigent en artistiek leider van het Symfonieorkest van Helsingborg. Met dit orkest maakte hij cd-opnamen van de pianoconcerten van Stenhammer en de symfonieën van Brahms. Als gastdirigent staat Manze regelmatig voor orkesten in Berlijn, München, Stockholm, Göthenborg, Birmingham en Edinburgh. Andere gastoptredens brachten hem naar Oslo, Bergen, Kopenhagen, Den Haag, Londen, Seattle en het Mostly Mozart Festival in New York. Als barokviolist is Andrew Manze een specialist in de wereld van de historische uitvoeringspraktijk. Vanaf 1996 was hij assistentdirigent van The Academy of Ancient Music en tussen 2003 en 2007 was hij artistiek leider van The English Concert – ensembles waarmee hij vele cd’s opnam, waarvan diverse in de prijzen vielen. Sinds seizoen 2010-2011 is Andrew Manze vaste gastdirigent van het BBC Scottish Symphony Orchestra. Daarnaast is hij docent aan de Royal Academy of Music in Londen en de Muziekacademie in Oslo. Manze verzorgde diverse nieuwe uitgaven van sonates en concerten van Bach en Mozart en publiceert regelmatig artikelen over muziek. In 2011 ontving hij de
11
Stefan Schilli
Stefan Schilli, hobo De Duitse hoboïst Stefan Schilli studeerde aan de Musikhochschule in Trossingen en Karlsruhe en werd in 1991 (twintig jaar oud) eerste hoboïst van het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks. In 1996 won hij zowel de internationale wedstrijd van de Praagse Lente als die van de ARD in München. Stefan Schilli treedt op op de grote podia wereldwijd. Hij trad op als solist met dirigenten als Lorin Maazel, Mariss Jansons, Sir Colin Davis, Christopher Hogwood en Franz Welser-Möst. Gastoptredens brachten hem naar Zuidoost-Azië, de Verenigde Staten, Rusland, Edinburgh en naar het Pablo Casals Festival in Prades. Eigentijdse muziek voert Stefan Schilli uit met zijn Ensemble TrioLog, dat beloond werd met de Cultuurprijs van de stad München in 2001.
Naast zijn docentschap aan het Mozarteum in Salzburg sinds 2004 is Stefan Schilli regelmatig te gast als docent aan de universiteit van Valencia en de Sibelius Academie in Helsinki. Stefan Schilli nam hoboconcerten van Mozart, Strauss en Zimmermann op met het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks en dirigent Mariss Jansons. Sinds enkele jaren legt Stefan Schilli zich toe op het bespelen van historische hobo’s.
Radio Kamer Filharmonie De Radio Kamer Filharmonie (RKF) is een veelzijdig orkest met een breed en gevarieerd repertoire. Het orkest treedt in verschillende bezettingen op, van barokformatie tot ensemble voor hedendaagse muziek. Michael Schønwandt is chef-dirigent en
12
artistiek leider. Vaste gast-dirigenten zijn Philippe Herreweghe en James MacMillan; eredirigenten zijn Frans Brüggen en voormalig chef-dirigent Jaap van Zweden. Als gevolg van de drastische door het kabinet-Rutte I opgelegde bezuinigingen wordt de Radio Kamer Filharmonie per augustus 2013 opgeheven. De RKF levert een belangrijk aandeel aan de series NTR ZaterdagMatinee, het Zondagochtend Concert en de Robeco Zomerconcerten in het Amsterdamse Concertgebouw, De Vrijdag van Vredenburg in Utrecht en de serie NTR maakt hoorbaar in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Al deze concerten worden uitgezonden via Radio 4. Tevens worden veel van deze concerten ook geregistreerd voor live internet-streams en tv-uitzendingen. De RKF is verder regelmatig te beluisteren in de educatieve serie De Magische Muziekfabriek, de Internationale Gaudeamus Muziekweek en het Holland Festival. De RKF is befaamd vanwege gedreven uitvoeringen van hedendaags repertoire. Op het festival voor nieuwe muziek in Donaueschingen verzorgde de RKF onder leiding van Peter Eötvös in oktober 2010 vier wereldpremières.
De eerste concertante Nederlandse uitvoering van Dusapins Faustus, the last night door de RKF in de NTR ZaterdagMatinee leverde in datzelfde jaar jubelende recensies op. Anderzijds geniet de RKF een bijzondere reputatie in de uitvoering van bekend en onbekend repertoire van oude meesters onder leiding van specialisten op het gebied van de historische uitvoeringspraktijk. De afgelopen seizoenen werkte de RKF hierin samen met onder anderen Harry Christophers, Andrew Manze, Masaaki Suzuki, Kenneth Montgomery en John Nelson, en uiteraard met de vaste gastdirigenten Frans Brüggen en Philippe Herreweghe. De veelzijdigheid van de Radio Kamer Filharmonie wordt weerspiegeld in de cd-catalogus van het orkest. Deze bevat opnamen uiteenlopend van Beethoven, Haydn en Stravinsky tot Tristan Keuris, Henk Badings, Otto Ketting, Richard Rijnvos en James MacMillan. WWW.RADIOKAMERFILHARMONIE.NL
➜ volg de Radio Kamer Filharmonie op twitter (@radiokamerfilh) en facebook.
Radio Kamer Filharmonie
CHEF-DIRIGENT Michael Schønwandt ERE-DIRIGENTEN Jaap van Zweden Frans Brüggen VASTE GASTDIRIGENTEN Philippe Herreweghe James MacMillan
13
EERSTE VIOOL Nadia Wijzenbeek Dimiter Tchernookov Maria Escarabajal Josje ter Haar Julija Hartig Pedja Milosavljevic Joan Mooney Theo Ploeger Gerrie Rodenhuis Ruud Wagemakers Melissa Ussery Miyuki Konoe
CELLO Michael Müller Naftali Gurevich Winnyfred Beldman Gé Bartman Sebastiaan van Eck Rares Mihailescu
TWEEDE VIOOL Alida Schat Ian van den Berk Wouter Groesz Zofia Balcar Yvonne Hamelink Marjolijn Oonk Frits Wagenvoorde Peter de Wit Helena Druwé Tinka Regter
FLUIT Ingrid Geerlings Jeannette Landré Carolien van ‘t Hof
ALTVIOOL Vilem Kijonka Maurits Wijzenbeek Sabine Duch Marjolijn van der Grinten-da Silva Rosa Marije Helder Ben Joles Lotte de Vries Francis Saunders
CONTRABAS Boris Kozlov Norma Brooks Marijn van Prooijen Maaike Wierda
TROMPET Frank Braafhart Raymond Rook Sven Berkelmans TROMBONE Victor Belmonte Albert Cassiel Anton Domènech Isaac Sanabria Vano PAUKEN Maarten Smit SLAGWERK Peter Prommel KLAVECIMBEL Pieter Jan Belder
HOBO Aisling Casey Marjolein Koning
PIANO Pauline Post
KLARINET Harmen de Boer Esther Misbeek FAGOT Dennis Notten Hajime Konoe Annet Karsten HOORN Laurens Otto Rebecca Grannetia
xx
KOMENDE CONCERTEN IN
14 SERIE MUZIKALE MEESTERWERKEN /
SERIES TROS KLASSIEK / BRAHMS & UTRECHT
BRAHMS & UTRECHT
22 maart 2013, 20.15 uur inleiding Huib Ramaer 19.30 uur
1 maart 2013, 20.15 uur inleiding Huib Ramaer 19.30 uur
Brahms en Leonskaja Herreweghe en Brahms Radio Filharmonisch Orkest Philippe Herreweghe dirigent Stefan Genz bariton
Radio Filharmonisch Orkest Alexander Shelley dirigent Elisabeth Leonskaja piano
Parry Elegy for Brahms Schubert Ouverture Die Zauberharfe Elgar Enigma Variaties Brahms Vier ernste Gesänge (orkestratie Brahms Tweede pianoconcert Henk de Vlieger; WERELDPREMIÈRE) * Brahms Tweede symfonie * * 3 maart 11.00 uur ook in Het Zondagochtendconcert in Het Concertgebouw SERIE PREMIÈRE
8 maart 2013, 20.15 uur inleiding Thea Derks 19.30 uur
Elisabeth Leonskaja SERIES UTRECHT CENTRAAL /
Dansen met Janssen
AVRO KLASSIEK / TROS VOCAAL
Radio Kamer Filharmonie Jonathan Stockhammer dirigent Guus Janssen piano Mileidis Lopez Cathcart dans
29 maart 2013, 20.15 uur inleiding Madeleine Pfundt 19.30 uur
HK Gruber Charivari Maier Operator (versie met dans ) Janssen Ballroom Rhythmix (opdracht Fonds Podiumkunsten WERELDPREMÌERE) Vleggaar Arcadia (opdracht Fonds Podiumkunsten WERELDPREMÌERE) Adams Christian Zeal and Activity Guido López Gavilán Camerata en guaguanco voor strijkers en danseres (NEDERLANDSE PREMIÈRE) Arturo Márques Danzón nr 2
Passie en Pasen Radio Kamer Filharmonie Groot Omroepkoor Michael Schønwandt dirigent Paula Murrihy mezzosopraan Marie-Eve Munger sopraan Olivia Vermeulen mezzosopraan Liesbeth List récitante Honegger Cantique de Pâques Haydn Symfonie nr. 49 ‘La Passione’ Honegger Judith
CONCERTEN IN DE
15
O 16 februari 2013, 16.00 (!) uur UITVERKOCHT Concertgebouw Amsterdam
2 maart 2013, 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam
Strauss' nieuwe Zauberflöte
Betoverende ‘lovestory’
Groot Omroepkoor Nationaal Kinderkoor Vladimir Jurowski dirigent Gijs Leenaars koordirigent Torsten Kerl tenor Anne Schwanewilms sopraan Jane Henschel mezzosopraan Johan Reuter bariton Christine Goerke sopraan Andrew Slater bariton Maxim Mikhailov bas Alasdair Elliott tenor Matthew Rose bas Katrien Baerts sopraan Benjamin Hulett tenor Kismara Pessatti alt Quirijn de Lang bariton Hugo Oliveira bariton
Radio Kamer Filharmonie Leonardo García Alarcón dirigent John McVeigh tenor Yulia Van Doren sopraan Roderick Williams bas Cyril Auvity tenor James Oxley tenor Händel Acis and Galatea
De liefde gaat nooit verloren. Net als nu droomde men ook in de achttiende eeuw in de (opera)theaters weg bij liefdestraan en smartelijk verlangen. De grootmeester van de muzikale ‘lovestory’ in Engeland was Georg Friedrich Händel. In 1718 zette hij met zijn betoverende ‘masque’ Acis and Galatea een werk op papier waarin nog de geest van Henry Purcell lijkt voort te leven. Händel Strauss Die Frau ohne Schatten schilderde dit schijnbaar onschuldige Die Frau ohne Schatten: een nieuwe liefdesverhaal – de nimf Galatea mist de Zauberflöte moest het worden. Een herderjongen Acis, die op zijn beurt bij verhaal over de mensheid, over tegenzijn zoektocht naar zijn geliefde nimf stellingen tussen geest en lichaam, gedwarsboomd wordt door het brute rijkdom en armoede, mannen en vrouwen, monster Polifemo – in aanschouwelijke en over de moeilijkheden – maar ook de en meeslepende tinten die zo’n drie intense vervulling – die het krijgen van eeuwen later nog steeds ontroeren. kinderen met zich mee kan brengen.
16
Het Radio 4 Concerthuis Anne Schwanewilms in het Concerthuis Morgen is sopraan Anne Schwanewilms te horen in de Strauss-opera Die Frau ohne Schatten in de NTR ZaterdagMatinee. Met haar lange elegante verschijning en rode haar betovert ze zowel critici als haar publiek in opera’s en liedrecitals. Schwanewilms heeft in de NTR ZaterdagMatinee al vaker Straussrollengezongen. ➜ Ga naar RADIO4.NL/CONCERTHUIS en bezoek de vocale muziek zaal. Daar kunt u luisteren naar een aantal hoogtepunten uit die Matinees, waaronder haar Nederlandse debuut uit 2002. Ook het concert van morgen is daar binnenkort integraal terug te luisteren.
radio4.nl/concerthuis
Met het Radio 4 Concerthuis van radio4.nl verandert u uw huiskamer in een concertzaal. Alle recente concerten uit de Radio 4 concertseries – de Vrijdag van Vredenburg en de NTR ZaterdagMatinee- kunt u terugluisteren in het Radio 4 Concerthuis. Ook duiken wij historische opnames voor u op uit het rijke omroeparchief. Zo kunt u op elk gewenst moment kiezen uit het wisselende en altijd actuele aanbod van ruim 100 concerten. Bovendien kunt u uw persoonlijke playlist samenstellen met daarin uw favoriete werken uit het Concerthuis. In het Radio 4 Concerthuis bepaalt u wat u wilt horen, wanneer u maar wilt. ➜ RADIO4.NL/CONCERTHUIS
colofon PROGRAMMERING
RANDPROGRAMMERING TROS EN
REDACTIE PROGRAMMABOEK
Astrid in ’t Veld
AVRO RADIO4
Clemens Romijn
Thea Derks en Victor Striker PRODUCTIE
EINDREDACTIE RADIO
EINDREDACTIE
Manon Tuynman en Hanna Schreuders
Hans van den Boom en Petra Koks
Onno Schoonderwoerd
PUBLICITEIT EN PRODUCTIE JONG TALENT
CASTING DIRECTOR
VORMGEVING
Anne Marie van Doorn
Mauricio Fernández
Dorine Verharen
ADMINISTRATIE EN FINANCIËN
ARTISTIEK LEIDER
DRUK
Anneke de Vries
Kees Vlaardingerbroek
Van der Weij BV Hilversum
PRESENTATIE RADIO 4
PROGRAMMATOELICHTING
OMSLAGILLUSTRATIE
Mark Brouwers, Ab Nieuwdorp en Maartje Stokkers
Siebe Riedstra
Mouvement héroïque, 1916, Theo van Doesburg; Collectie Centraal Museum, Utrecht