A derde concert A-serie 52e seizoen • 15 december 2012, 14.15-16.15 uur
Radio Kamer Filharmonie Michael Schønwandt dirigent Ronald Brautigam piano
Karl Amadeus Symphonie concertante (Vijfde symfonie) 1950 Hartmann Toccata. Lebhaft 1905-1963 Melodie. Langsam Scherzo. Sehr lebhaft Rondo. Lustig, sehr lebhaft Wolfgang Pianoconcert nr. 22 in Es KV 482 1785 AmadeusMozart Allegro 1756-1791 Andante Allegro
pauze
Ludwig van Achtste symfonie in F opus 93 1812 Beethoven Allegro vivace e con brio 1770-1827 Allegretto scherzando Tempo di menuetto Allegro vivace
A derde concert A-serie 52e seizoen • 15 december 2012
Klassieke ‘lichtvoetigheid’ Uitzending Radio 4 & Cultura24 en (terug)luisteren en -zien via internet Dit concert is rechtstreeks te horen en zien op Radio 4 en Cultura24. Via de ZaterdagMatineewebsite kunt u de opname ook terugzien. www.zaterdagmatinee.nl | cultura24.nl
documentaires & concerten op nederland 2 Dit concert wordt opgenomen voor uitzending op televisie: op 29 december wordt Mozarts Pianoconcert uitgezonden, plus een portret van Ronald Brautigam. Eerstvolgende uitzendingen NTR Podium: zondag 16 december, 13.00 uur: Glucks Iphigénie en Tauride (Les Musiciens du Louvre - Grenoble, Marc Minkowski) maandag 17 december, 23.55 uur: Alexander Gavrylyuk speelt Prokofjevs Derde pianoconcert (Toegift: Chopins Etude opus 25/7 (concertregistratie NTR ZaterdagMatinee, 6 oktober j.l. Osmo Vänskä dirigeert het Radio Filharmonisch Orkest) ntrpodium.ntr.nl
Marco Borggreve
NTR Podium
Dit is het vierde concert in de serie ‘Het Universum van Hartmann’. Een compleet overzicht van alle negen concerten in deze serie vindt u op z aterdagmatinee.nl (‘hartmann horen’)
Facebook Volg het laatstenieuws rond de NTR ZaterdagMatinee op onze eigen Facebook-pagina en klik ‘vind ik leuk!’
Hildegard von Bingen in het radio 4 concerthuis Visioenen en het geloof vormen haar als componiste. In de oude muziek zaal vindt u een muzikaal portret van een van de grote creatieve persoonlijkheden uit de twaalfde eeuw. radio4.nl/concerthuis
2
Lichtvoetigheid, zelfs in tijden van geestelijke en sociaal-economische uitdagingen: Beethoven bewees dat het kon, net als Mozart, en Sjostakovitsj in de twintigste eeuw (in zijn Negende symfonie uit 1945 bijvoorbeeld). Ook Karl Amadeus Hartmann kon soms schijnbaar zorgeloze wegen inslaan. Zijn meest opvallende ‘burleske’ is wel zijn Vijfde symfonie. In deze ‘sinfonia concertante’ laat de Duitse componist zich horen als een directe erfgenaam van
Mozart en Beethoven, als een man die de klassieke traditie op zijn duimpje kent en daar ook mee kan spelen. Maar toch ook, ondanks de speelsheid, als een man die begaan is met het lot van de wereld en van collega-componisten.
Vrije kunst Karl Amadeus Hartmann maakte na de Tweede Wereldoorlog niet alleen naam als componist, maar ook en vooral als de grote motor achter de Musica Vivaserie in München. In deze concertserie brak Hartmann een lans voor de hedendaagse muziek en voor de componisten die tijdens de oorlog in de ban waren gedaan en erna nauwelijks nog gespeeld werden. Het succes van de serie was zo groot, dat Hartmann al snel de vraag kreeg van de Minister van Cultuur van de DDR om in Oost-Berlijn ook een soort Musica Viva-serie op te zetten. Uiteraard met geheel andere namen op het programma, want de componisten waar Hartmanns voorkeur naar uitging werden in Oost-Duitsland nu eenmaal als ongewenste formalisten beschouwd. Hartmann weigerde en schreef kort daarna aan een vriend: “Kan ik functioneren in een sfeer waarin Schönberg, Stravinsky en Hindemith afgewezen
3
“Uiteindelijk is het onze muziek en de vrije ontwikkeling van de kunsten die mij boven alles bezighoudt.” Karl Amadeus Hartmann
worden? Uiteindelijk is het onze muziek en de vrije ontwikkeling van de kunsten die mij boven alles bezighoudt.” Het is een motto dat Hartmann zijn hele leven trouw is gebleven. De vrije kunst, alles voor de vrije kunst. Omdat die vrijheid in het gedrang was, deed hij er gedurende de nazitijd grotendeels het zwijgen toe, en omdat hij de componisten die leden onder de onderdrukking wilde blijven eren, spelen ze een belangrijke rol in zijn werk. Zo citeerde hij in zijn Derde symfonie al noten van Berg, Hindemith, Webern en Bartók, en werkte hij het middendeel van zijn Vijfde symfonie uit tot een ode aan de fagotopening van Stravinsky’s Sacre du printemps – hij gebruikte deze muziek ook al in het begin van de eerste scène van zijn opera Simplicius Simplicissimus, die twee weken geleden in de Matinee te horen was.
Venijn in het midden Net als zijn Derde symfonie was zijn Vijfde niet alleen een statement, maar ook een terugblik en een herziening. Zoals de Derde een samenstelling was van het eerste deel van de Sinfonia tragica en
4
Klagesang, was de Vijfde symfonie in 1949 een grondige herziening van Hartmanns Trompetconcert uit 1933. Dat trompetconcert was nooit helemaal van de grond gekomen. Na een eerste uitvoering in 1933 probeerde Hartmann diverse koperblazers te interesseren voor de solopartij, maar de technische eisen bleken keer op keer te hoog. In 1956 was Hartmann in Amsterdam en gaf hij zijn met potlood geschreven partituur hoopvol aan Marius Komst, de toenmalige eerste trompettist van het Concertgebouworkest. Ook Komst liet het liggen, en uiteindelijk belandde de partituur pas jaren later weer bij de weduwe Hartmann, die alleen maar wist te vertellen dat haar man altijd zeer gehecht was aan het concert en vergeten was waar hij het oorspronkelijke manuscript gelaten had. De noten lieten hem in elk geval niet los. Hartmann bewerkte ze in 1949 tot een Concert voor blaasensemble, contrabas en twee solotrompetten en uiteindelijk tot zijn Sinfonia concertante, zijn Vijfde symfonie. In deze versie voegde hij celli toe en bracht hij de solopartij onder bij verschillende instrumenten in het orkest. De hoekdelen ademen de sfeer
van het neoklassieke werk van Paul Hindemith. In het eerste deel, Toccata, domineren de solotrompetten. In het laatste deel, Rondo, grijpt Hartmann terug op het materiaal uit het eerste deel en schrijft hij een intrigerende cadens, waarbij elke solistisch ingezette houtblazer een duet aangaat met de eerste trompet. Het venijn van Hartmann zit tussen deze ogenschijnlijke vrolijkheid. Het middendeel, Melodie, is geheel gebaseerd op Stravinsky’s oerkreet van de fagot uit de Sacre du printemps en vertelt in sombere kleuren het verhaal van gesmoorde stemmen en verboden Mozart, door Joseph Lange (ca.1782-83) noten. Juist tussen de klassieke lichtvoetigheid die Hartmann in de andere delen tentoonspreidt, komt deze sociëteiten, en op 23 december 1785 boodschap harder aan dan ooit. bracht hij zijn Pianoconcert nr. 22 in Es (KV 482) tijdens zo’n benefietavond in première. Mozart was op dat moment Mozart steunt vakbroeders op de top van zijn roem en kon zich Zoals Hartmann het in noten opnam zo’n gebaar veroorloven. Als hij zijn voor zijn collega’s, zo steunde Mozart op zijn manier ook zijn vakbroeders. In geld er tenminste niet harder doorheen de tijd dat Mozart in Wenen actief was, joeg dan hij het verdiende. En dat was kende de stad een groot arsenaal musici in die jaren regelmatig het geval. De componist kon bogen op vele opdrachdie allemaal de kost met hun noten en ten en was onder andere bezig met Le hun spel probeerden te verdienen. Een nozze di Figaro, maar hij werd ook hard bestaan, maar een zeer doenlijk geplaagd door schulden en door een bestaan. Op voorwaarde dat men zwakke gezondheid. Zijn angst voor de gezond en wel op twee benen bleef dood uitte zich in die periode in zwaarrondlopen. Ziekte en dood betekenden een mokerslag voor de familie. Daarom dere en reflectievere partituren dan richtten de Weense musici ‘Tonkünstler men van de componist gewend was. Het Pianoconcert in d (KV 466), de Fantasia in c Societäten’ op, om met concerten geld (KV 475), het Kwintet in g (KV 478): in te zamelen voor de momenten dat allemaal werken die ‘moeilijk’ waren een collega even niet zelf voor de voor het doorsnee Weense publiek. inkomsten kon zorgen. Mozart stond Met het Pianoconcert in Es lijkt Mozart niet onwelwillend tegenover deze
5
zijn vrolijke masker weer op te zetten en het lied van ‘niets aan de hand’ te zingen. Lichtvoetig, galant, maar wel met een prachtig volle orkestrale klank. “Als het om de pure schoonheid van de klank gaat haalt geen enkel concert het bij KV 482”, schreef Mozartspecialist H.C. Robbins Landon al eens. Die bijzondere klank heeft deels te maken met het feit dat Mozart voor het eerst in een van zijn pianoconcerten de hobo’s verving door klarinetten. Ondanks die eerste indruk van diverterende luchtigheid is Mozarts Pianoconcert in Es een hoogstandje als het om het vormbegrip van de componist gaat. Het eerste deel is min of meer een sonatevorm, maar de doorwerking lijkt hier meer op een vrije fantasie dan op een ontwikkeling van de thema’s. Het bijna romantisch klinkende tweede deel heeft elementen van een rondo, een thema met variaties en een liedvorm en klinkt, net als het tweede deel in Hartmanns Vijfde symfonie, als een vorm van kleur bekennen. Even laat Mozart het masker van zorgeloosheid afglijden en bezingt hij – als was het een mijmerende improvisatie – tussen de regels het leed van de wereld en de persoonlijke somberheid. Met een speels en vrolijk rondo herstelt Mozart het evenwicht en weet hij als in een sandwich-formule avant la lettre de persoonlijke somberheid te verpakken tussen twee delen die voor de goede verstaander veelzeggend zijn, maar die aan de oppervlakte voor de gemiddelde Weense luisteraar precies dát divertissement boden, dat men zocht.
6
Mythes rond Beethoven Beethovens Achtste symfonie wordt nog regelmatig beschouwd als een ‘eenvoudig’ tussendoortje na de Zevende en voor de overweldigende Negende symfonie. En dat doet dit in 1812 geschreven werk schromelijk tekort. Beethovens Achtste symfonie zou een vlucht zijn uit de harde werkelijkheid, een ontspanning om even te ontkomen aan duistere tijden. Het zou ook een grap zijn, met in het tweede deel een vrolijk klinkende ‘spotprent’ van de voorloper van de metronoom die rond die tijd door Johann Nepomuk Mälzel was uitgevonden. Hardnekkige mythes zijn het. Al kan de luchtigheid inderdaad doorgaan voor een vorm van ‘ontspanning’. In juli 1812 kwam Beethoven aan in Teplitz. Hij had zijn Zevende symfonie voltooid en was net begonnen om de schetsen voor een nieuw pianoconcert te bewerken tot wat zijn Achtste symfonie zou worden. Tijdens zijn verblijf schrijft hij de beroemde brief aan ‘meine unsterbliche Geliebte’. “Kunnen we elkaar liefhebben zonder al die offers en onvervulde verlangens? Kun jij het helpen dat je niet helemaal van mij bent en ik niet helemaal van jou?” “Beethoven keek graag naar vrouwen,” schreef zijn pianostudent Ferdinand Ries later. “Vooral naar mooie, jonge gezichten. Gewoonlijk, als wij een vrij aantrekkelijk meisje passeerden, draaide hij zich om, keek haar nog eens scherp aan en lachte of grijnsde als hij merkte dat ik het gezien had. Hij was heel vaak verliefd, maar meestal slechts kortstondig.”
Beethoven leefde voor zijn kunst. Zo ‘De Achtste is veel beter’ gauw een vrouw te dichtbij kwam, Die Achtste symfonie ging in Wenen in stootte hij haar af. Vandaar ook dat hij première op 27 februari 1814. Op het zijn beroemdste en meest gepassioneer- programma stonden verder Beethovens de brief nooit verstuurd heeft. Of de Zevende symfonie en het destijds zeer affaire hem raakte? Waarschijnlijk. populaire Wellingtons Sieg. Hoewel we de Maar Beethoven had vaker Achtste symfonie nu ‘luchtig’ problemen met zijn gezondnoemen, wist het toenmalige heid en zijn gevoelsleven. publiek er nauwelijks raad Wie wil hoort de stormee. En dat is niet zo men die door zijn gek; Beethoven gaf niet hoofd razen af en toe alleen op een subtieterug in het eerste lere wijze uiting aan deel van zijn Achtste de muzikale humor symfonie. Maar een die hij van zijn directe relatie? ‘leermeester’ Haydn had meegekregen, In elk geval overmaar speelde ook heerst de humor, een virtuoos spel met ook en vooral in het de vormen en conventweede deel. Hier zou ties van zijn tijd. Beethoven met de als Beethoven in 1814, door BlaDe symfonie ontbeert een een klok tikkende houtsius Höfel, naar L. Letronne echt langzaam deel; in het blazers verwijzen naar de derde deel, het Menuet en Trio chronometer, de uitvinding weet de componist de puls zo te vervavan Mälzel en de voorloper van de gen dat soms niet meer duidelijk is metronoom. Dit verhaal is vooral de waar de eerste tel van deze overbekende wereld in geholpen door Beethovens dans zit en in het laatste deel verwart secretaris en eerste biograaf Anton Beethoven zijn luisteraars met stekelige Schindler, die later onder andere de dissonanten die pas aan het einde hun zogenaamd voor Mälzel geschreven oplossing vinden. De componist zelf canon Ta, ta, ta (WoO 162) aanhaalde schatte zijn Achtste symfonie in elk geval om zijn visie op Beethovens gebruik van metronoomcijfers te onderbouwen. hoog in. Toen hij het met zijn leerling Het bleek een mooi staaltje valsheid in Carl Czerny had over de enthousiaste geschrifte. Schindler verzon de conver- respons op de Zevende en de lauwe reactie op de Achtste symfonie verklaarde saties in zijn aantekeningenboek en hij dat simpel met de woorden: “Dat is schreef zelf in de jaren ’40 van de achttiende eeuw de bewuste canon, die omdat de Achtste veel beter is.” hij baseerde op het thema van het Paul Janssen tweede deel van de Achtste symfonie.
7
A derde concert A-serie 52e seizoen • 15 december 2012
Uitvoerenden
Michael Schønwandt
8
Hans van der Woerd
Michael Schønwandt
Ronald Brautigam
Marco Borggreve
Michael Schønwandt is in september 2010 aangetreden als chef-dirigent van de Radio Kamer Filharmonie. Hij volgde in die functie Jaap van Zweden op. Voordien was hij artistiek leider van het Koninklijk Orkest en de Koninklijke Opera in zijn geboortestad Kopenhagen (2000-2011), chef-dirigent van het Berliner Sinfonieorchester (1992-1998), en eerste gastdirigent van de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel (1984-87), het Deens Nationaal Radio Symfonie orkest (1987-2000) en deFilharmonie. Momenteel is hij eerste gastdirigent bij het Staatstheater Stuttgart. Met de Koninklijke Opera van Kopenhagen voerde Michael Schønwandt een
breed repertoire uit, uiteenlopend van Mozart tot Ligeti. In 2006 dirigeerde hij er Wagners Ring in het nieuwe operagebouw. Daarnaast maakte hij zijn opwachting in diverse grote operahuizen, waaronder het Royal Opera House Covent Garden, de Koninklijke Munt in Brussel, de Wiener Staatsoper en de operahuizen van Parijs, Nice, Stuttgart, Berlijn (Deutsche Oper), Keulen en Bayreuth (Die Meistersinger). Recent stonden Lulu (Opéra National de Paris), Die Frau ohne Schatten (Kopenhagen) en Wozzeck (Stuttgart) op het programma. Schønwandt dirigeerde onder andere de Berliner en Wiener Philharmoniker, het Koninklijk Concertgebouworkest, de Wiener Symphoniker, het Philharmonia
Orchestra, het London Philharmonic en London Symphony Orchestra (Beethovens pianoconcerten met Alfred Brendel), het Orchestra of the Age of Enlightenment, het Hallé Orchestra, het Budapest Festival Orchestra, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, deFilharmonie, en de radio-orkesten van Wenen, de BBC en de Bayerische Rundfunk. De muziek van Denemarken geniet Schønwandts bijzondere interesse. Hij wordt algemeen beschouwd als grote kenner van de muziek van Carl Nielsen, van wie hij alle symfonieën en concerten opnam. Tevens legde hij alle symfonieën van Niels Gade en Christoph Weyse op cd vast. Zijn belangstelling voor hedendaagse muziek resulteerde in talrijke eerste uitvoeringen van werken van Deense componisten als Poul Ruders, alsook composities van onder anderen Henze en Kurtág. Voor het label Chandos maakte Schønwandt opnamen met het Deens Nationaal Radio Symfonieorkest; de registratie van Strauss’ Salome werd door het tijdschrift Gramophone geprezen als de beste opname van dit werk ooit. Ook de recente dvd van de Ring uit Kopenhagen heeft veel prijzen gekregen.
Philharmonic, het Budapest Festival Orchestra en het Orchestre National de France, met dirigenten Riccardo Chailly, Charles Dutoit, Bernard Haitink, Christopher Hogwood, Andrew Parrott, Frans Brüggen, Iván Fischer en Edo de Waart. Hiernaast heeft Ronald Brautigam zich ontwikkeld tot toonaangevend fortepianist: hij was te horen met het Orkest van de Achttiende Eeuw, Tafelmusik, the Orchestra of the Age of Enlightenment, het Freiburger Barockorchester, Concerto Copenhagen en l’Orchestre des Champs-Élysées. Hij trad op tijdens de Salzburger Festspiele, de Londense Ronald Brautigam Proms, het Schleswig-Holstein Musik Ronald Brautigam studeerde in Amsterdam, Londen en de Verenigde Staten (bij Festival en het Mostly Mozart Festival in New York. Ronald Brautigam vormt al Rudolf Serkin). In 1984 ontving hij de bijna twintig jaar een duo met violiste Nederlandse Muziekprijs. Sindsdien Isabelle van Keulen. Onder de bijna 40 treedt hij op met orkesten als het Kocd’s die sinds 1995 verschenen, zijn ninklijk Concertgebouworkest, het London Philharmonic Orchestra, het BBC opnamen van pianoconcerten van Mendelssohn (met Amsterdam SinfonietPhilharmonic Orchestra, het Gewandta) en integrale opnames van de pianohaus Orchester Leipzig, het Hong Kong
9
werken van Mozart en Haydn, op forte piano. In 2004 verscheen, eveneens op fortepiano, de eerste in een serie van 17 cd’s met het complete pianowerk van Beethoven, en in 2008 de eerste in een serie van 4 cd’s met alle pianoconcerten van Beethoven op moderne piano. Ronald Brautigam nam bovendien pianoconcerten op van Sjostakovitsj, Hindemith en Frank Martin, met het Koninklijk Concertgebouworkest en Riccar do Chailly. Zijn opnamen hebben talloze onderscheidingen gekregen, waaronder 2 Edisons, een Diapason de l’Année, Editor’s Choice in de Gramophone, 9 Choc du Mois in de Monde de la Musique en, in 2004, de ‘Cannes Classical Award’ voor de beste solopiano-cd van dat jaar. Ronald Brautigam is Professor aan de Musik Hochschule in Basel. Eerder in de Matinee o.a. Sjostakovitsj Tweede pianoconcert (1981), werken van Crumb, Messiaen, Nielsen & Wagemans (1985), werken van Schubert en Weber (1996), Mozart Pianoconcert KV 491 & Rihm Sotto voce (2001), Beethoven Vijfde pianoconcert (2003), Mozart Pianoconcert KV 466 & Toch Symfonie voor piano en orkest (2005), Martinuº Vierde pianoconcert ‘Incantation’ & Mozart Rondo KV 386 (2008)
Radio Kamer Filharmonie De Radio Kamer Filharmonie (RKF) is een veelzijdig orkest met een breed en gevarieerd repertoire. Het orkest treedt in verschillende bezettingen op, van barokformatie tot ensemble voor hedendaagse muziek. Michael Schønwandt is chef-dirigent en artistiek leider. Vaste
10
gastdirigenten zijn Philippe Herreweghe en James MacMillan; eredirigenten zijn Frans Brüggen en voormalig chef-dirigent Jaap van Zweden. Als gevolg van de drastische bezuinigingen die het kabinet-Rutte I het Muziekcentrum van de Omroep heeft opgelegd wordt de Radio Kamer Filharmonie per augustus 2013 opgeheven. De RKF levert een belangrijk aandeel aan de series NTR ZaterdagMatinee, het Zondagochtend Concert en de Robeco Zomerconcerten in het Amsterdamse Concertgebouw, De Vrijdag van Vredenburg in Utrecht en de serie NTR maakt hoorbaar in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Al deze concerten worden uitgezonden via Radio 4. Veel van deze concerten worden ook geregistreerd voor live internet-streams en tv-uitzendingen. De RKF is verder regelmatig te beluisteren in de educatieve serie De Magische Muziekfabriek, de Internationale Gaudeamus Muziekweek en het Holland Festival. De RKF is befaamd vanwege gedreven uitvoeringen van hedendaags repertoire. Op het festival voor nieuwe muziek in Donaueschingen verzorgde de RKF onder leiding van Peter Eötvös in oktober 2010 vier wereldpremières. De eerste concertante Nederlandse uitvoering van Dusapins Faustus, the last night door de RKF in de NTR ZaterdagMatinee leverde in datzelfde jaar jubelende recensies op. Anderzijds geniet de RKF een bijzondere reputatie in de uitvoering van bekend en onbekend repertoire van oude meesters onder leiding van specialisten op het gebied van de historische uitvoeringspraktijk. De afgelopen seizoenen werkte
de RKF hierin samen met onder anderen Harry Christophers, Andrew Manze, Masaaki Suzuki, Kenneth Montgomery en John Nelson, en uiteraard met de vaste gastdirigenten Frans Brüggen en Philippe Herreweghe. De veelzijdigheid van de Radio Kamer Filharmonie wordt weerspiegeld in de cd-catalogus van het orkest. Deze bevat
opnamen uiteenlopend van Beethoven, Haydn en Stravinsky tot Tristan Keuris, Henk Badings, Otto Ketting, Richard Rijnvos en James MacMillan. www.radiokamerfilharmonie.nl volg de radio kamer filharmonie op twitter (@radiokamerfilh) en facebook
Radio Kamer Filharmonie chef-dirigent
tweede viool
fluit
Michael Schønwandt
Robert Lis Ian van den Berk Mintje van Lier Wouter Groesz Zofia Balcar Yvonne Hamelink Guido Muller Marjolijn Oonk Frits Wagenvoorde Tinka Regter
Carolien van ’t Hof Ellen Alberts
altviool
fagot
Richard Wolfe Maurits Wijzenbeek Sabine Duch Marjolijn van der Grintenda Silva Rosa Ben Joles Frank Goossens Wouter Huizinga Stanislava Stoeva
Hajime Konoe Annet Karsten Desirée van Vliet
ere-dirigenten
Frans Brüggen Jaap van Zweden vaste gastdirigenten
Philippe Herreweghe James MacMillan
hobo
Roger Cramers Vicki Laws klarinet
Esther Misbeek Diede Brantjes
assistentdirigent
Wouter Padberg
hoorn
Laurens Otto Sergei Dovgaliouk trompet
eerste viool
cello
Elisabeth Perry Dimiter Tchernookov Maria Escarabajal Mariska Godwaldt Josje ter Haar Julija Hartig Pedja Milosavljevic Joan Mooney Theo Ploeger Sergiy Starzhynskiy Carolina Woltjer Melissa Ussery
Michael Stirling Naftali Gurevich Gé Bartman Mirjam Bosma Sebastiaan van Eck Sebastian Koloski
Rik Knarren/n.t.b. Raymond Rook trombone
Victor Belmonte Albert Nico Schippers tuba
contrabas
György Schweigert Norma Brooks Boris Kozlov Peter Rikkers
Quillermo Collazo Cortegoso
pauken
Maarten Smit
11
nde
het volge concert zaterdag 22 december, 14.15-ca.16.15 uur Concertgebouw Amsterdam serie B
Hemel en aarde in twee symfonieën Mahlers Vierde en Hartmanns ‘antwoord’ Radio Filharmonisch Orkest Markus Stenz dirigent Chen Reiss sopraan (Mahler) Kismara Pessatti alt (Hartmann) Hartmann Eerste symfonie Mahler Vierde symfonie
Chen Reiss
Weinachtsoratorium zaterdag 15 december, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht Amsterdam Baroque Orchestra & Choir Ton Koopman dirigent Johannette Zomer sopraan · Maarten Engeltjes alt · Tilman Lichdi tenor · Klaus Mertens bas Bach Weihnachts-Oratorium BWV 248
12
In het bevrijde München zet Karl Amadeus Hartmann in 1945 Mahlers Vierde symfonie op het programma van het eerste concert dat hij organiseert. Daarmee stelt hij een symbolische daad: in het gecapituleerde Duitsland kiest hij voor een door de nazi’s verboden, joodse componist, met wiens werk hij veel affiniteit voelt. Zijn bewogenheid spreekt ook uit Hartmanns eigen Eerste symfonie uit 1955. Het beurtelings introverte en overdonderende stuk gaat terug op een symfonische liederencyclus uit 1935/36, dat hij als aanklacht tegen de ‘Plagen der Welt’ heeft gecomponeerd op teksten van de Amerikaan Walt Whitman. Een symfonie? Een cantate? Hartmann worstelt met de titel. Geen wonder: naar de vorm is het nauwelijks een symfonie. Maar het is wel wat Mahler met zijn symfonieën voor ogen stond: ‘eine Welt’, een wereld, waarin alle grote menselijke ervaringen hun plaats hebben gevonden.
Schumanns Celloconcert vrijdag 11 januari 2013, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht Radio Kamer FIlharmonie Michael Schønwandt dirigent Andreas Brantelid cello van Onna The Treaty of Utrecht (wereldpremière) Schumann Celloconcert Brahms Derde symfonie
Otto Ketting
3 september 1935 - 13 december 2012
Geachte Matineebezoeker, Afgelopen donderdag bereikte ons het bericht dat Otto Ketting eerder die dag was overleden. Zijn gezondheid was al geruime tijd broos, maar mede omdat zijn geest tot het laatst zo levendig en briljant was, kwam het bericht voor ons toch eerder dan verwacht. Otto Ketting laat een indrukwekkend oeuvre na. Op 15 februari 1964 klonk voor het eerst een orkestwerk van Otto – de Variazioni per orchestra – in wat toen nog de Matinee op de Vrije Zaterdag
heette. Bijna 48 jaar later, in de NTR ZaterdagMatinee van 4 februari 2012, werd Otto’s Zesde symfonie met groot succes bij publiek en pers uitgevoerd door het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. James Gaffigan. In de tussenliggende jaren speelden Kettings composities – al dan niet in opdracht van de Matinee gecomponeerd – een rol van grote betekenis in de Matineeprogrammering. Op 16 maart aanstaande zou een nieuw opdrachtwerk in de Matinee in première gaan, een eerbetoon aan zijn leraar Karl Amadeus Hartmann, wiens muziek dit seizoen in de Matinee centraal staat. Otto Ketting heeft dit werk, waaraan hem veel gelegen was, niet meer kunnen schrijven. Een groot componist heeft zijn pen moeten neerleggen. Zijn muziek zal blijven klinken zolang er behoefte is aan grote muziek. Wij wensen zijn partner Gaby, zijn familie en vrienden veel sterkte toe.
Namens het Matineeteam, Otto Ketting
Kees Vlaardingerbroek