B zesde concert B-serie 52e seizoen • 20 april 2013, 14.15-16.00 uur
Radio Kamer Filharmonie James MacMillan dirigent Arthur en Lucas Jussen piano Barbara Hannigan sopraan
James MacMillan Sinfonietta 1991 1959 Benjamin Britten Scottish Ballad opus 26 1941 1913-1976 voor twee piano’s en orkest pauze Benjamin Britten Three songs for Les Illuminations 1939/2004 /Colin Matthews Nederlandse première Phrase – Aube – À une raison Benjamin Britten Les Illuminations opus 18 1939 voor hoge stem en strijkorkest 1 Fanfare – 2 Villes – 3a Phrase – 3b Antique – 4 Royauté – 5 Marine – 6 Interlude – 7 Being Beauteous – 8 Parade – 9 Départ
B Uitzending Radio 4
Opname televisie
en (terug)luisteren via internet Dit concert is rechtstreeks te horen en zien op Radio 4. Via de ZaterdagMatinee-website kunt u de gehele uitzending ook terugluisteren. www.zaterdagmatinee.nl
Dutch Classical Talent in het radio 4 concerthuis
De NTR maakt van dit concert een tv-registratie. Wij hopen dat u ons wilt exuseren voor enig mogelijk ongerief als gevolg van de aanwezigheid van camera’s en belichting. De opname wordt op een later te bepalen moment uitgezonden op Nederland 2.
De koperen naamplaatjes liggen te wachten. De bloemen zijn besteld. Het programmaboekje is gedrukt. Alles is klaar om hét Dutch Classical Talent van 2013 aan te wijzen. Wie hangt straks in de eregalerij van koperen naamplaatjes in de omloop van de Kleine Zaal van het Concertgebouw? Op zondag 21 april zullen we het weten. Ga naar radio4.nl/concerthuis en beluister in de Kamermuziek zaal van alle laureaten het concert dat zij gaven tijdens de Dutch Classical Talent tournee. www.radio4.nl/concerthuis
NTR Podium documentaires & concerten op nederland 2 zo 21 april 13.00 uur | ma 22 april 23.55 uur Hoe bouwen de muzikale talenten van nu aan een succesvolle carrière? Direct voorafgaand aan de finale van de Dutch Classical Talent-Tour & Award in het Concertgebouw zendt NTR Podium portretten uit van de vier bijzondere laureaten: harpist Remy van Kesteren, het Berlage Saxophone Quartet, Duo Philippens & Van Nieuwkerk en pianist Dimitar Dimitrov. Ambitieuze, jonge musici die elk op hun eigen manier het beste uit zichzelf proberen te halen. Hoe slaan ze een brug naar het publiek? Hoe ontwikkelen zij zichzelf, en wat zijn hun drijfveren? Na het televisieprogramma is de finale te beluisteren en te bekijken via Radio 4. ntrpodium.ntr.nl
2
zesde concert B-serie 52e seizoen • 20 april 2013
Les Illuminations met verlenging
In 1939 werd Benjamin Britten verliefd op de achttienjarige Wulff Scherchen, met wie hij zijn eerste serieuze liefdesaffaire beleefde, hoewel hij toen al een flat deelde met zijn latere levenspartner Peter Pears. Geïnspireerd door deze ervaring componeerde Britten twee liederen voor sopraan en strijkorkest, op teksten uit de bundel Les Illumina tions van Arthur Rimbaud, ‘Being Beauteous’ en ‘Marine’. De sopraan Sophie Wyss, een goede vriendin van Britten, bracht deze twee nog datzelfde jaar op de radio in première. Niet lang hierna ging Britten samen met Pears naar Canada, waar ze minnaars werden en hij nog een paar gedichten van Rimbaud op muziek zette. In augustus 1939 verhuisde het nieuwbakken koppel naar Amerika, waar Britten de cyclus twee maanden later voltooide. Van de veertien beoogde gedichten haalden er slechts tien de eindversie, verdeeld over negen delen. Sophie Wyss zong de wereldpremière in januari 1940, een jaar later bracht Peter Pears de Amerikaanse première. Nog altijd wordt de cyclus zowel door sopranen als tenoren uitgevoerd. Een kleine zeven decennia later ontfermde de Britse componist Colin
Matthews zich over de verworpen teksten, waarvan Britten er drie als schets voltooid had. Matthews orkestreerde deze in 2004, maar de geplande eerste uitvoering in 2008 moest worden geannuleerd wegens ziekte van de sopraan. Het zou tot 2010 duren voor zijn Three Songs for Les Illuminations daadwerkelijk in première gingen, met Susan Gritton en het BBC Scottish Symphony Orchestra. Twee jaar na Les Illuminations, in 1941, componeerde Britten zijn Scottish Ballad voor twee piano’s en orkest, voor het Brits-Schotse pianoduo Ethel Bartlett en Rae Robertson, dat het dubbelconcert datzelfde jaar in Cincinatti in première bracht. In dit korte werk grijpt Britten terug op Schotse volksmuziek. De Radio Kamer Filharmonie wordt vandaag geleid door de Schotse componist en dirigent James MacMillan, wiens eigen Sinfonietta voor kamerorkest uit 1991 wel enige verwantschap toont met Scottish Ballad.
MacMillan: Sinfonietta Net als Benjamin Britten, Oliver Knussen en George Benjamin, is James MacMillan niet alleen componist, maar ook dirigent. Hij beperkt zich bij het
3
4
James MacMillan
Philip Gatward
dirigeren evenmin tot zijn eigen werken, maar bestrijkt een breed scala aan stijlen, hoewel de nadruk ligt op muziek uit de twintigste en eenentwintigste eeuw. Sinds 2010 is hij vaste gastdirigent van de Radio Kamer Filharmonie. MacMillan werd in Kilwinning geboren, een plaatsje ten zuidwesten van Glasgow. Hij studeerde muziekwetenschap aan de Universiteit van Edinburgh en compositie aan de Universiteit van Durham. Daarna keerde hij terug naar Schotland, waar hij zich vestigde in Glasgow. In 1990 brak hij internationaal door met het geladen orkestwerk The Confession of Isobel Gowdie, geïnspireerd op de executie van de gelijknamige Schotse ‘heks’ in 1662. Ook in de vele composities die hierop volgden, grijpt MacMillan vaak terug op Schotse thema’s, terwijl hij en passant zijn katholieke geloof uitdraagt. Met als recente hoogtepunten Woman of the Apocalypse voor orkest en Since it was the Day of Preparation voor bas, ensemble en kamerkoor. Abstracter is zijn in 1991 gecomponeerde Sinfonietta. Het opent met een klaagzang van een sopraansaxofoon, die wordt ingebed in lang uitgesponnen, wiegende lijnen van de strijkers. Deze rustgevende golfslag wordt doorbroken door een woeste uitbarsting van het koper, die werkt als een onverhoeds pistoolschot. Hierna tracht het orkest zijn kalmte te hervinden in langgerekte samenklanken, maar al snel rijgen de woedende zweepslagen zich aaneen. Zo ontstaat een frenetiek gewoel, waarin koperblazers en slagwerkers de strijkers
geheel ondersneeuwen. Hieruit ontwikkelt zich een hortende, dissonante mars vol sarcasme, die zweemt naar de muziek van Kurt Weill. Op ongeveer tweederde van het stuk – de gulden snede – duiken uit deze kolkende massa harparpeggio’s op, nemen de schrikbarende koperkreten in aantal en volume af, en hervatten de strijkers hun traag verlopende discours. Ondersteund door spaarzame akkoorden van een piano laat een soloviool in ijle cantilenen de zon weer doorbreken. De althobo intoneert klaaglijk dalende motieven, waarna Sinfonietta eindigt met in het niets wegstervende klanken van de piano.
Britten: Scottish Ballad Het verblijf in de Verenigde Staten bleek een vruchtbare periode te zijn voor Benjamin Britten, ook al voelde hij zich er weinig thuis en zou hij eerder
dan gepland naar zijn vaderland terugkeren. In een brief aan het thuisfront schreef hij: “Het land heeft alle kwalen van Europa, maar geen enkele van haar attracties.” Pears en Britten verbleven er op verschillende adressen, onder andere in Brooklyn, waar ze woonden bij Hugh Auden, met wie Britten in mei 1941 de weinig succesvolle operette Paul Bunyan op de planken bracht. Kort hierna namen Pears en Britten een uitnodiging aan om te komen logeren bij het pianoduo Ethel Bartlett en Rae Robertson in Escondido, Californië. Daar lazen ze een artikel van E. M. Forster over Engeland, waardoor Brittens onvrede met zijn nieuwe vaderland intensiveerde. Hij ging zich beraden op de muziektraditie van zijn geboorteland en publiceerde het artikel ‘England and the Folk-Art Problem’ in het Amerikaanse muziektijdschrift Modern Music. Kort gezegd doet Britten hierin een aanval op de Britse volksmuziek. Die zou weliswaar een zekere “rustige, weinig opzienbarende kalmte” kennen, maar amper “opvallende ritmes of beklijvende melodieën”. Hij richt zijn pijlen enerzijds op Hubert Parry (1848-1918), die amateurs aanspoorde volksmuziek te verzamelen en uit te voeren, en anderzijds op Edward Elgar (1857-1934), die juist uit zou zijn op “op technische efficiëntie en willekeurig welke buitenlandse invloed verwelkomt die maar geassimileerd kan worden”. Zelf wil Britten de volksmuziek van Groot-Brittannië niet idealiseren, maar transformeren tot pure kunstmuziek.
En dat is precies wat hij in Scottish Ballad doet. In deze eendelige fantasie voor twee piano’s en orkest verwerkte hij verschillende Schotse ballades, zoals ‘Dundee’ en ‘Turn Ye to Me’, maar zelden wanen we ons in de Schotse hoog- of laaglanden. Het concert opent met beukende akkoorden van de twee piano’s, doorsneden met snoeiharde uitroepen van het koper, die in hun agressie verwant zijn aan de erupties in MacMillans Sinfonietta. Al snel ontspint zich een dodenmars, die uitmondt in een dansante, bijna jazzy passage, gevolgd door hinkende en stotende ritmes van de twee solisten tegenover langgerekte lijnen van het orkest. Het
Benjamin Britten
5
slot herinnert met zijn ritmische drive en ferme slagakkoorden eerder aan een kozakkendans dan aan een Highlandfling.
Three Songs for Les Illuminations Hoewel de muziek van Colin Matthews in Engeland geregeld wordt uitgevoerd en ook enkele malen in de ZaterdagMatinee tot klinken kwam, kennen we hem hier te lande vooral van zijn samenwerking met Deryck Cooke, met
Matthews werkte jarenlang als assistent van Benjamin Britten en was nauw betrokken bij diens Aldeburgh Festival, waaraan hij ook na Brittens dood verbonden bleef. Nog altijd is hij voorzitter van de Britten Estate en beheerder van de Britten-Pears Foundation. Dat Colin Matthews ooit een orkestratie zou maken van liederen die Britten uiteindelijk niet opnam in zijn cyclus Les Illuminations voor sopraan en strijkorkest, lag voor de hand, want al vanaf
“Les Illuminations zoals ik het zie, zijn de visioenen van de hemel die de dichter vergund waren, en, naar ik hoop, ook de componist.” Benjamin Britten
wie hij in 1976 de Tiende symfonie van Mahler voltooide. Hij publiceerde ook een monografie over Mahler, richtte het cd-label NMC op en is een begaafd orkestrator. Zo instrumenteerde hij stukken van zulke uiteenlopende componisten als Mahler, Beethoven, Debussy, Moesorgski, Schubert en Purcell. Matthews studeerde klassieke talen en compositie aan de Universiteit van Nottingham en won in 1975 de Royal Philharmonic Society Music Award for Large-Scale Composition met Fourth Sonata for Orchestra, dat op 28 februari 2002 in de ZaterdagMatinee werd uitgevoerd door het Residentie Orkest onder leiding van Oliver Knussen.
6
de jaren ’70 nam hij verschillende van diens stukken onder handen. Zo instrumenteerde hij in 1977 de ouverture tot Paul Bunyan, maakte hij in 1990 een orkestversie van de liederencyclus A Charm of Lullabies en werkte hij in 1997 Brittens schetsen uit voor het Dubbelcon cert voor altviool, viool en orkest. In 2004 bestudeerde hij de handschriften die Britten ruim zes decennia eerder had gemaakt voor Les Illumina tions. Hij ontdekte dat drie van de vier verworpen gedichten – ‘Phrase’, ‘Aube’ en ‘À une raison’ – geheel waren uitgewerkt in een pianoversie. Bij de vierde tekst, ‘Un prince était vexé’, was Britten niet verder gekomen dan de openingsmaten, en Matthews besloot deze te
laten voor wat hij was. De schetsen van de overige drie liederen gaven volgens Matthews al zoveel houvast voor de orkestratie, dat hij liever spreekt van een ‘transcriptie’. Three Songs for Les Illuminations opent met ‘Phrase’ (op een andere tekst dan het gelijknamige lied uit Brittens cyclus). De zangeres maakt een dalende intervalsprong op ‘cascade’ (waterval) en voert met het orkest een woeste dans uit op ‘Rondes sibériennes’ (Siberische dansen). Het hierop volgende ‘Aube’ beschrijft een spel met het ochtendgloren in ijle, beweeglijke strijkerspartijen die gaandeweg kortademiger worden. ‘À une raison’ bezingt de onontkoombaarheid van het lot, met onrustig ondulerende strijkers tegen een bijna uitsluitend in achtsten declamerende sopraan. Hoewel Matthews zich bij het instrumenteren baseerde op de pianoschetsen van Britten, schreef The Guardian na de wereldpremière: “De nieuwe orkestratie klonk iets te perfect, gemaakt vanuit het perspectief van de Britten die nog moest komen.”
Les Illuminations Toen zijn – nogal overheersende – moeder in 1937 overleed, voelde Britten zich tegelijkertijd verdrietig en opgelucht. Eindelijk was er ruimte om zijn jarenlang onderdrukte homoseksuele gevoelens tot uiting te brengen, hoe besmuikt ook. Tijdens een lunch ontmoette hij de drie jaar oudere tenor Peter Pears, met wie hij al snel recitals ging geven en een jaar later ging samenwonen. Aanvankelijk was de
Rimbaud (rechts) en Verlaine. Detail uit Un coin de table (1872) van Henri Fantin Latour (1836-1904)
houding van Pears ietwat vaderlijk en Britten experimenteerde intussen met relaties met adolescenten. Zo werd hij in 1939 verliefd op de acht jaar jongere Wolfgang ‘Wulff’ Scherchen, een zoon van de Duitse dirigent Hermann Scherchen. Britten verklankte zijn amoureuze gevoelens door twee gedichten van Arthur Rimbaud te zetten voor sopraan en strijkorkest, ‘Being Beauteous’ en ‘Marine’, uit diens cyclus Les Illumina tions. Ongetwijfeld werd hij aangetrokken door de homo-erotische ondertoon van deze poëzie, die de Fransman grotendeels in Londen had geschreven, toen hij daar in 1873 verbleef met zijn minnaar Paul Verlaine. Dit verklaart
7
ook de Engelse titel van het verder in het Frans gestelde (proza)gedicht ‘Being Beauteous’, terwijl de titel van Rimbauds 42-delige cyclus verwijst naar het Engelse woord voor illustratie. Toen Britten korte tijd na de première met Peter Pears naar Canada en Amerika vertrok, vervaagde de herinnering aan Scherchen en werd hij verliefd op de tenor, met wie hij de rest van zijn leven zou delen. Op de vleugels van deze nieuwe liefde zette hij in 1939 nog acht teksten van Rimbaud op muziek. Kort na de voltooiing schreef hij aan de sopraan Sophie Wyss: “Les Illuminations zoals ik het zie, zijn de visioenen van de hemel die de dichter vergund waren, en, naar ik hoop, ook de componist.” De cyclus opent met een levendige ‘Fanfare’. De strijkers imiteren trompetten, waarna de solist op een hoge E zelfbewust declameert: ‘J’ai seul la clef de cette parade sauvage’ (Ik alleen heb de sleutel tot deze wilde parade). In het hierop volgende ‘Ville’ evoceert Britten de lawaaiige hectiek van de grote stad, die in ‘Phrase’ omslaat in een intiem nachtgezang, gevolgd door een wufte dans in ‘Antique’. Na het sprookjesach-
8
tige, exuberante ‘Royauté’ komt het opzwepende ‘Marine’, waarin we echo’s horen van flamencogezang. In ‘Interlude’ banen dalende lijnen het pad voor een hernieuwde declamatie van ‘J’ai seul la clef’. Het langste lied, ‘Being Beauteous’, wisselt smachtende lyriek af met cabaretesk parlando en is opgedragen aan Peter Pears. In ‘Parade’ verduistert de sfeer. Naar eigen zeggen schetst Britten hier een “beeld van de onderwereld. Het moet angstaanjagend klinken, kwaadaardig, smerig en werkelijk wanhopig”. Aan het slot zingt de sopraan opnieuw ‘J’ai seul la clef’, dit keer ingebed in onrustige, dissonante klanken van het orkest. De cyclus komt tot rust in het weemoedige slotlied ‘Départ’, waar de languissante partij van de sopraan wegsterft in een lage Es van celli en contrabassen. Vanwege de enorme afwisseling in kleur en textuur, geldt Les Illuminations als een van de belangrijkste werken uit Brittens vroege periode.
Thea Derks
Les Illuminations & Three Songs for Les Illuminations Phrase
Frase
La cascade sonne derrière les huttes d’opéra comique. Des girandoles se prolongent, dans les vergers et les allées voisins du Méandre, - les verts et les rouges du couchant. Rondes Sibériennes, Chinoises de Boucher.
De cascade weerklinkt achter de operettehutten. Girandoles verlengen in de boomgaarden en de lanen niet ver van de Meander de groene en rode tinten van de zonsondergang. Nimfen van Horatius met Empire-kapsels – Siberische Rondedansen, Chinese vrouwen van Boucher.
Aube
Dageraad
J’ai embrassé l’aube d’été. Rien ne bougeait encore au front des palais. L’eau était morte. Les camps d’ombres ne quittaient pas la route du bois. J’ai marché, réveillant les haleines vives et tièdes; et les pierreries regardèrent, et les ailes se levèrent sans bruit. La première enterprise fut, dans le sentier déjà empli de frais et blêmes éclats, une fleur qui me dit son nom. Je ris au wasserfall blond qui s’échevela à travers les sapins; à la cime argentée, je reconnus la déesse.
Ik heb de zomerse dageraad omhelsd. Er bewoog nog niets aan het voorhoofd van de paleizen. Het water lag doods. De schaduwen bleven op de bosweg gelegerd liggen. Ik liep en wekte de frisse, zoele geuren, en de edelstenen keken op, en de wieken verhieven zich geluidsloos. De eerste verovering, op het pad dat al vol prille, bleke glanzen lag, was een bloem die me haar naam zei. Ik lachte naar de blonde wasserfall, die door de sparren heen haar haren losschudde: aan de zilveren kruin herkende ik de godin. Toen lichtte ik een voor een de sluiers op. In de laan, door te zwaaien met mijn armen. Op de vlakte, waar ik haar aan de haan verried. In de grote stad vluchtte zij tussen de klokkentorens en de koepels weg en als een bedelaar joeg ik haar op de marmeren kaden na. Bovenaan de weg, bij een laurierbos, omvatte ik haar met al haar sluiers, en voelde ik even haar machtige lichaam. De dageraad en het kind vielen aan de voet van het bos. Bij het ontwaken was het middag.
Alors je levai un à un les voiles. Dans l’allée, en agitant les bras. Par la plaine, où je l’ai dénoncé au cocq. A la grand’villeelle fuyait parmi les clocherset les dômes, et courant comme un mendiant sur les quais de marbre, je la chassais. En haut de la route, près d’un bois de lauriers, je l’ai entourée avec ses voiles amassés, et j’ai senti un peu son immense corps. L’aube et l’enfant tombèrent au bas du bois. Au réveil il était midi.
9
À une raison
Tot een rede
Un coup de ton doigt sur le tambour décharge tous les sons et commence la nouvelle harmonie. Un pas de toi, c’est la levée des nouveaux hommes et leur en-marche. Ta tête se détourne: le nouvel amour! Ta tête se retourne: le nouvel amour! ‘Change nos lots, crible les fléaux, à commencer par le temps’ te chantent ces enfants. ‘Élève n’importe où la substance de nos fortunes et de nos vœux’, on t’en prie. Arrivée de toujours, qui t’en iras partout.
Eén vingertik van u op de trom ontketent alle klanken en zet de nieuwe harmonie in. Eén stap van u betekent een lichting van nieuwe mensen en hun opmars. Uw hoofd wendt zich af: de nieuwe liefde! Uw hoofd wendt zich op – de nieuwe liefde! ‘Verander onze levensomstandigheden, doorzeef de plagen, eerst en vooral de tijd,’ zingen de kinderen hier u toe. ‘Verhef waar dan ook de substantie van onze lotsbestemmingen en onze wensen,’ smeken we u. Die altijd al gekomen, overal heen gaat.
Fanfare
Fanfare
J’ai seul la clef de cette parade sauvage.
Ik alleen heb de sleutel tot deze woeste parade.
Villes
Steden
Ce sont des villes! C’est un peuple pour qui se sont montés de ces Alleghanys et ces Libans de rêve! Des chalets de cristal et de bois se meuvent sur des rails et des poulies invisibles. Les vieux cratères ceints de colosses et de palmiers de cuivre rugissent mélodieusement dans les feux. Des cortèges de Mabs en robes rousses, opalines, montent des ravines. Là‑haut, les pieds dans la cascade et les ronces, les cerfs tettent Diane. Les Bacchantes des banlieues sanglotent et la lune brûle et hurle. Vénus entre dans les cavernes des forgerons et des ermites. Des groupes de beffrois chantent les idées des peuples. Des châteaux bâtis en os sort la musique inconnue. Le paradis des orages s’effondre. Les sauvages dansent sans cesse la Fête de la Nuit. Quels bons bras, quelle belle
Het zijn steden! Voor een volk verrezen droom- Libanons en -Alleghanies! Chaletten van kristal en hout, die over onzichtbare rails en katrollen lopen. De oude, met kolossen en palmen van koper omgorde kraters loeien melodieus in de vuren. Reien Mabs in rosse, opaline kleden stijgen uit de bergstromen. Bovenaan, met hun hoeven in de waterval en de brem, zogen de herten Diana. De Bacchanten van de buitensteden snikken en de maan brandt en krijst. Venus gaat de smids- en de kluizenaarsholen in. Groepen belfroten galmen de ideeën van de volkeren. Uit de beenderkastelen komt de onbekende muziek. Het onweersparadijs stort ineen. Wilden dansen zonder ophouden het feest van de nacht. Welke goede armen,
10
heure me rendront cette région d’où viennent mes sommeils et mes moindres mouvements?
welk mooi uur zullen me deze streek teruggeven waaruit mijn sluimeringen en geringste bewegingen komen?
Phrase
Zinnen
J’ai tendu des cordes de clocher à clocher; des guirlandes de fenêtre à fenêtre; des chaînes d’or d’étoile à étoile, et je danse.
Ik heb koorden gespannen van klok tot klok; guirlandes van venster tot venster; gouden ketens van ster tot ster, en ik dans.
Antique
Oudheid
Gracieux fils de Pan! Autour de ton front couronne de fleurettes et de baies, tes yeux, des boules précieuses, remuent. Tachées de lie brune, tes joues se creusent. Tes crocs luisent. Ta poitrine ressemble à une cithare, des tintements circulent dans tes bras blonds. Ton coeur bat dans ce ventre où dort Ie double sexe. Promène‑toi, la nuit, en mouvant doucement cette cuisse, cette seconde cuisse et cette jambe de gauche.
Gracieuze zoon van Pan! Met een kroon van bloemen en bessen om je slapen draaien je ogen, schitterende bollen, rond. Besmeurd met bruine moervlekken, trekken je wangen strak. Je hoektanden glanzen. Je borst lijkt op een citer, rinkelingen zingen in je blonde armen rond. Je hart slaat in dit lijf waarin de tweeslachtigheid sluimert. Ga nu door de nacht, en beweeg zachtjes deze dij, die andere dij en dit linkerbeen.
Royauté
Koningschap
Un beau matin, chez un peuple fort doux, un homme et une femme superbe criaient sur la place publique: “Mes amis, je veux qu’elle soit reine!” “Je veux être reine!” Elle riait et tremblait. Il parlait aux amis de révélation, d’épreuve terminée. Ils se pâmaient l’un contre l’autre. En effet, il furent rois toute une matinée, où les tentures carminées se relevèrent sur les maisons, et tout l’après‑midi, où ils s’avancèrent du côté des jardins de palmes.
Op een mooie morgen, bij een heel mild volk, riepen een stralende man en vrouw op het stadsplein: ‘Vrienden, ik wil dat zij koningin zij!’ ‘Ik wil koningin zijn!’ Zij lachte en beefde. Hij sprak zijn vrienden van openbaring, volbrachte beproeving. Zij zegen tegen elkaar ineen. Inderdaad waren zij koning, een hele morgen, terwijl de karmijnen banieren afhingen van de huizen, en heel de middag, terwijl zij voortgingen in de richting van de palmtuinen.
11
Marine
Zeegezicht
Parade
Parade
Les chars d’argent et de cuivre, Les proues d’acier et d’argent, Battent l’écume, Soulèvent les souches des ronces. Les courants de la lande, Et les ornières immenses du reflux, Filent circulairement vers l’est, Vers les piliers de la forêt, Vers les fûts de la jetée, Dont l’angle est heurté par des tourbillons de lumière.
De wagens van zilver en koper De boegen van staal en zilver Slaan het schuim op, Ploegen de brem uit de grond. De stromen van de heide, En de eindeloze voren van de eb, Lopen kringsgewijs naar het oosten, Naar de pijlers van het woud, Naar het stammen van de pier, Waarvan de kop wegslaat in draaikolken van licht.
Interlude
Interlude
J’ai seul la clef de cette parade sauvage.
Ik alleen heb de sleutel tot deze woeste parade.
Being beauteous
Being beauteous
Devant une neige, un Être de beauté de haute taille. Des sifflements de mort et des cercles de musique sourde font monter, s’élargir et trembler comme un spectre ce corps adoré; des blessures écarlates et noires éclatent dans les chairs superbes. – Les couleurs propres de la vie se foncent, dansent, et se dégagent autour de la vision, sur le chantier. ‑ Et les frissons s’élèvent et grondent, et la saveur forcenée de ces effets se chargeant avec les sifflements mortels et les rauques musiques que le monde, loin derrière nous, lance sur notre mère de beauté, ‑ elle recule, elle se dresse. Oh! nos os sont revêtus d’un nouveau corps amoureux. O la face cendrée, l’écusson de crin, les bras de cristal! Le canon sur lequel je dois m’abattre à travers la mêlée des arbres et de l’air léger!
Voor een sneeuw een Wezen van Schoonheid van hoge statuur. Doodsgefluit en kringen gedempte muziek doen dit aanbeden lichaam omhoogkomen, uitdijen en trillen als een geest; wonden schitteren scharlaken en zwart in de stralende leden. De kleuren van het leven zelf worden donker, dansen en maken zich los van het Visioen op de stelling. En de huiveringen komen overeind en grommen, en de uitzinnige sensatie van deze impulsen, gevoed door het dodelijk gefluit en de rauwe muziek die de wereld, ver achter ons, uitstoot naar onze moeder-van-schoonheid,- zij wijkt terug, zij rijst omhoog. O! Ons gebeente is bekleed met een nieuw lichaam vol liefde. O, asgrauw gelaat, ruigharen schild, armen van kristal! Kanon waarop ik neer moet vallen door de wemeling van de bomen en de ijle lucht!
Des drôles très solides. Plusieurs ont exploité vos mondes. Sans besoins, et peu pressés de mettre en oeuvre leurs brillantes facultés et leur expérience de vos consciences. Quels hommes mûrs! Des yeux hébétés à la façon de la nuit d’été, rouges et noirs, tricolorés, d’acier piqué d’étoiles d’or; des faces déformés, plombés, blêmis, incendiés; des enrouements folâtres! La démarche cruelle des oripeaux! ‑ Il y a quelques jeunes… O le plus violent Paradis de la grimace enragée! Chinois, Hottentots, Bohémiens, niais, hyènes, Molochs, vieilles démences, démons sinistres, ils mêlent les tours populaires, maternels, avec les poses et les tendresses bestiales. Ils interprêteraient des pièces nouvelles et des chansons ‘bonnes filles’. Maîtres jongleurs, ils transforment le lieu et les personnes et usent de la comédie magnétique. J’ai seul la clef de cette parade sauvage.
Oerdegelijke narren. Menigeen heeft uw werelden beheerd. Nodeloos en niet van zins te woekeren met hun schitterende talenten en hun weet van uw bevindingen. Wat zijn ze rijp! Ogen halfzacht als de zomernacht, rood en zwart, pimpelpaars, staalblauw met sterrespikkels van goud; vervallen gezichten, vaal, bleek, verhit; hese grapstemmen. De wrede opmars van pailletten! - Er zijn wat jongeren. O dat ijzersterk Paradijs van deze razende grimas! Chinezen, Hottentotten, bohémiens, uilskuikens, hyena’s, Molochen, oude laries, louche demonen, zij mixen de populaire, moederlijke maniertjes met bestiale aanstellerij en tederheid. Nieuwe stukken en ‘doetjes’ van liedjes zouden zij aan de man willen brengen. Volleerde jongleurs, die goochelen met plaats en personen en werken met magnetische poespas. Ik alleen heb de sleutel tot deze woeste parade.
Départ
Vertrek
Assez vu. La vision s’est rencontrée à tous les airs. Assez eu. Rumeurs des villes, le soir, et au soleil, et toujours. Assez connu, Les arrêts de la vie. – O Rumeurs et Visions! Départ dans l’affection et le bruit neufs.
Genoeg gezien. Het visioen is in alle sferen ontmoet. Genoeg gehad. Stadsgeraas, ’s avonds, en in de zon, en altijd. Genoeg gekend. De haltes van het leven. – O Visioenen en Geraas! Vertrek naar nieuw geluid en nieuwe genegenheid!
12
Arthur Rimbaud Illuminations (vertaling Paul Claes) Uitgeverij Uitgeverij AthenaeumPolak & Van Gennep Amsterdam 1999 (1-3) Arthur Rimbaud Seizoen in de hel. Illuminations en ander proza (vertaling Hans van Pinxteren) Uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep Amsterdam 1986 (overige)
13
B zesde concert B-serie 52e seizoen • 20 april 2013
Uitvoerenden
James MacMillan
14
James MacMillan
Hans van der woerd
Het werk van de componist en dirigent James Macmillan is sterk verbonden met zijn Schotse achtergrond, het katholieke geloof, zijn sociale bewogenheid en de Keltische volksmuziek, die hij vermengt met invloeden uit de muziek uit het Verre Oosten, Scandinavië en Oost-Europa. Internationale bekendheid verwierf hij met het succes van zijn The Confession of Isobel Gowdie tijdens de BBC Proms in 1990. Zijn bekendste werken zijn het inmiddels ruim 400 maal uitgevoerde slagwerkconcert Veni, Veni, Emmanuel, een Cello concert voor Mstislav Rostropovitsj, het omvangrijke Quickening (voor koor en orkest) en zijn drie symfonieën. Onder zijn recente composities zijn de St John Passion, het Vioolconcert en zijn Derde pianoconcert ‘Mysteries of Light’. Als dirigent maakte MacMillan naam met uitvoeringen van zijn eigen muziek, maar ook andere nieuwe werken, naast het standaard repertoire. Hij is vaste gastdirigent van de Radio Kamer Filharmonie en was als vaste componist/dirigent tussen 2000 en 2009 verbonden aan het BBC Philharmonic. Hij dirigeerde verder orkesten als het Baltimore Symphony, het Rotterdams
Philharmonisch Orkest, de Münchner Philharmoniker, het City of Birmingham Symphony Orchestra, de radioorkesten van Wenen en Denemarken, de symfonieorkesten van Gotenburg en Toronto, het Los Angeles Philharmonic en het NHK Symfonieorkest. MacMillan was composer in residence bij het Grafenegg Festival 2012, dat ook een
van de opdrachtgevers was voor zijn Credo voor koor en orkest. In het huidige seizoen staat zijn muziek bovendien centraal in de Spektrum Artistserie van het Radio-Sinfonieorchester Stuttgart des SWR. Veel werken legde James MacMillan vast op cd – zo ook zijn Vioolconcert ‘A Deep but Dazzling Darkness’ en Veni, Veni, Emmanuel (met Colin Currie) en de Radio Kamer Filharmonie. Andere recente opnamen zijn een LSO Live-cd met zijn St John Passion met het London Symphony Orchestra onder de eerder deze week overleden Sir Colin Davis, een live-registratie van zijn opera The Sacrifice (vastgelegd tijdens de première bij de Welsh National Opera in 2007) en het met een Grammy-nominatie bekroonde schijfje met Sun-Dogs en Visitatio Sepulcri met de Radio Kamer Filharmonie en het Groot Omroepkoor. James MacMillan werd in 2004 geëerd met de benoeming tot Commander in the Most Excellent Order of the Britsh Empire (CBE). Eerder in de Matinee: Britten Prelude and fugue op.29, Sjostakovitsj Eerste cello concert & MacMillan Seven Last Words from the Cross (2009), MacMillan Tryst, Olivero Neharót Neharót & Bartók Muziek voor snaren, slagwerk en celesta (2011), Bartók Roemeense volksdansen, MacMillan Vioolconcert & Sjostakovitsj Negende symfonie (2012)
Lucas en Arthur Jussen Lucas (1993) en Arthur (1996) Jussen, geboren in Hilversum, begonnen op vijfjarige leeftijd met pianospelen bij Leny Bettman. Op zijn negende debu-
teerde Lucas met Mozarts Pianoconcert KV 414 in de Grote Zaal van het Concertgebouw in Amsterdam. Arthur werd op achtjarige leeftijd verkozen tot ‘Jong Muziektalent van het Jaar’. Beiden studeerden respectievelijk bij Maria João Pires, Ton Hartsuiker en Jan Wijn. Momenteel studeert Lucas in de Verenigde Staten aan de Jacobs School of Music bij Menahem Pressler, Arthur bij Jan Wijn. Samen vormen zij een pianoduo. In 2005 verbleven de broers op uitnodiging van Maria João Pires een aantal maanden bij haar in Portugal en Brazilië. In dat jaar gaven Lucas en Arthur ook een concert in de Ridderzaal ter gelegenheid van het zilveren jubileum van H.M. Koningin Beatrix, dat rechtstreeks op televisie werd uitgezonden. Ook waren ze te zien en te horen tijdens een concert ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum van het Prinses Beatrixfonds in 2006. Op 20 mei 2007, tijdens het twintigjarig jubileumconcert van de serie Meesterpianisten in de Grote Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw, speelden Lucas en Arthur Ma mère l’oye van Ravel, ter gedeeltelijke vervanging van Martha Argerich. Naast optredens als duo treden beiden ook solistisch op. In 2006 maakten de Jussens hun debuut in De Vrijdag van Vredenburg met Mozarts Concert voor twee piano’s KV 365 met de Radio Kamer Filharmonie onder leiding van Jaap van Zweden. Sindsdien volgden er optredens met onder andere het Residentie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Nederlands
15
Barbara Hannigan
Elmer de Haas
Lucas en Arthur Jussen
Kamer Orkest, het London Chamber Orchestra, deFilharmonie van Vlaanderen, het Dallas Symphony Orchestra, het Noord Nederlands Orkest, het Gelders Orkest, het Orkest van het Oosten, het Limburgs Symfonie Orkest, het Orchestre Royal de Chambre de Wallonie en de symfonieorkesten van Guangzhou en Shanghai. Zij werkten samen met o.a. Stéphane Denève, Augustin Dumay, Christopher Warren Green, Kristian Järvi, Andrea Marcon, Martin Sieghart, Michael Schønwandt, Michel Tabachnik, Jan Willem de Vriend en Jaap van Zweden. Zij waren te gast bij het Festival van La Roque d’Anthéron en speelden recitals in o.a. de Herkuleszaal te München, het
16
Barbara Hannigan, Canadese, maar in Amsterdam woonachtig, studeerde in Toronto en aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Meinard Kraak, en privé bij Neil Semer. De sopraan zong ruim tachtig wereldpremières, maar is de muziek uit de barok en de klassieke periode niet minder toegewijd. Zij trad op met dirigenten als Sir Simon Rattle, Pierre Boulez, Reinbert de Leeuw, Esa-Pekka Salonen en Kurt Masur, en met orkesten als de Berliner Philharmoniker, het New York Philharmonic, het Cleveland Orchestra, het London Symphony Orchestra en Ensemble intercontemporain. In het Parijse Théâtre Châtelet maakte zij haar debuut als dirigente met Stravinsky’s Renard, een werk dat zij recentelijk ook Barbara Hannigan in Londen uitvoerde met het London Sinfonietta. Zij werkte samen met Schubertalbum heeft inmiddels ook de componisten als Ligeti, Stockhausen, gouden status behaald. Dutilleux, Boulez, Knussen, Barry, Lucas en Arthur Jussen ontvingen in Benjamin en Dusapin. Tijdens het 2011 de Concertgebouw Young Talent Festival van Aix-en-Provence in juli 2012 Award. Later in dat jaar volgde de zong Barbara Hannigan de rol van Edison Klassiek Publieksprijs. In maart Agnès bij de première van George 2012 speelden zij samen met zeven Benjamins opera Written on Skin – en andere pianisten tijdens het 25-jarig daarna ook in de Royal Opera House, jubileumconcert van de serie Meester Covent Garden. Opzien baarde zij als pianisten. In oktober 2012 maakten Alban Bergs Lulu in de Brusselse MuntLucas en Arthur hun succesvolle debuut schouwburg, in de regie van Krysztof bij het Koninklijk Concertgebouworkest Warlikowski. Zij zong bovendien Marie o.l.v. Jan Willem de Vriend. In het in Die Soldaten in de Münchner Staats seizoen 2012-2013 maken zij hun oper en Donna Anna in Don Giovanni in debuut in Japan. De Muntschouwburg. Tot haar bekendEerder in de Matinee: Poulenc Concert ste optredens behoren die als danseres/ voor twee piano’s (2009) zangeres in Dusapins Passion en Hosokawa’s Matsukze (regie: Sasha Waltz) en
Concertgebouw te Amsterdam, Schloss Elmau en de Harpa Concertzaal te Reykjavik. Lucas en Arthur staan centraal in de in 2006 door Roel van Dalen gemaakte documentaire: ‘Help, ik heb talent!’. Naar aanleiding van de uitvoering van Poulencs Concert voor twee piano’s tijdens de ZaterdagMatinee in het Concert gebouw te Amsterdam werd door de NTR de documentaire ‘Twee heel gewone broertjes’ gemaakt. In 2010 tekenden Lucas en Arthur een contract bij Deutsche Grammophon. Hun debuutalbum ‘Beethoven Piano Sonatas’ bereikte op de dag van release de gouden status en is inmiddels platina geworden. Hun in 2011 uitgebrachte
17
als zangeres – en soms dirigente – in Ligeti’s Mysteries of the macabre, in het Lincoln Center in New York, de Philharmonie in Berlijn, in het Théâtre du Châtelet, tijdens de Salzburger Festspiele, in Los Angeles’ Walt Disney Hall en het Amsterdamse Concertgebouw. Een ander geliefd werk op haar repertoire is Dutilleux’ Correspondances, dat zij recentelijk op cd vast legde met Esa Pekka Salonen en het Orchestre Philharmonique de Radio France. De sopraan is Major Partner in het festival The Rest is Noise van het London Southbank Centre. Eerder in de Matinee: Rihm Dies ‘Luigi Nono gewidmet’ (2003), Ligeti Mysteries of the Macabre (2003 & 2007), Dutilleux Correspondances (2004), Boulez Le visage nuptial & Stravinsky Les noces (2005), Boulez Pli selon pli (2011) Volgend seizoen treedt Barbara Hannigan als artist in residence drie keer op in de NTR ZaterdagMatinee, tweemaal als zange res en één keer als dubbeltalent.
De Radio Kamer Filharmonie (RKF) is een veelzijdig orkest met een breed en gevarieerd repertoire. Het orkest treedt in verschillende bezettingen op, van barokformatie tot ensemble voor hedendaagse muziek. Michael Schønwandt is chef-dirigent en artistiek leider. Vaste gastdirigenten zijn Philippe Herreweghe en James MacMillan; eredirigenten zijn Frans Brüggen en voormalig chef-dirigent Jaap van Zweden. Als gevolg van de drastische bezuinigingen die het kabinet-Rutte I het Muziekcentrum van de Omroep heeft opgelegd wordt de Radio Kamer Filharmonie per augustus 2013 opgeheven. De RKF levert een belangrijk aandeel aan de series NTR ZaterdagMatinee, het Zondagochtend Concert en de Robeco Zomerconcerten in het Amsterdamse Concertgebouw, De Vrijdag van Vredenburg in Utrecht en de serie NTR maakt hoorbaar in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Al deze concerten worden uitgezonden via Radio 4. Veel van deze concerten worden ook geregistreerd voor live internet-streams en tv-uitzendingen. De RKF is verder regelmatig te beluisteren in de educatieve serie De Magische Muziekfabriek, de Internationale Gaudeamus Muziekweek en het Holland Festival. De RKF is befaamd vanwege gedreven uitvoeringen van hedendaags repertoire. Op het festival voor nieuwe muziek in Donaueschingen verzorgde de RKF onder leiding van Peter Eötvös in oktober 2010 vier wereldpremières.
De eerste concertante Nederlandse uitvoering van Dusapins Faustus, the last night door de RKF in de NTR ZaterdagMatinee leverde in datzelfde jaar jubelende recensies op. Anderzijds geniet de RKF een bijzondere reputatie in de uitvoering van bekend en onbekend repertoire van oude meesters onder leiding van specialisten op het gebied van de historische uitvoeringspraktijk. De afgelopen seizoenen werkte de RKF hierin samen met onder anderen Harry Christophers, Andrew Manze, Masaaki Suzuki, Kenneth Montgomery en John Nelson, en uiteraard met de vaste gastdirigenten Frans Brüggen en Philippe Herreweghe.
De veelzijdigheid van de Radio Kamer Filharmonie wordt weerspiegeld in de cd-catalogus van het orkest. Deze bevat opnamen uiteenlopend van Beethoven, Haydn en Stravinsky tot Tristan Keuris, Henk Badings, Otto Ketting, Richard Rijnvos en James MacMillan. www.radiokamerfilharmonie.nl volg de radio kamer filharmonie op twitter (@radiokamerfilh) en facebook
Simon van Boxtel
18
Radio Kamer Filharmonie
Radio Kamer Filharmonie
19
HET 53STE SEIZOEN VAN DE NTR ZATERDAGMATINEE OMVAT 34 CONCERTEN EN IS AFWISSELENDER EN SPRAAKMAKENDER DAN OOIT.
Radio Kamer Filharmonie chef-dirigent
cello
trombone
Michael Schønwandt
Arturo Muruzabal Naftali Gurevich Gé Bartman Sebastiaan van Eck Ansfried Plat Charles Watt
Victor Belmonte Albert Cassiel Anton Domènech Cyril Scheepmaker
contrabas
pauken
Erik Olsman Norma Brooks Pia Pirtinaho Marijn van Prooijen
Maarten Smit
Orkesten en ensembles van wereld-
slagwerk
naam, en dirigenten en solisten als
ere-dirigenten
Frans Brüggen Jaap van Zweden vaste gastdirigenten
Philippe Herreweghe James MacMillan eerste viool
Elisabeth Perry Dimiter Tchernookov Josje ter Haar Pedja Milosavljevic Joan Mooney Gerrie Rodenhuis Sergiy Starzhynskiy Ruud Wagemakers Carolina Woltjer Peter Thoma Miyuki Konoe Arnieke Ehrlich Astrid Abas Zofia Balcar Robbert Honorits Ingrid van Leeuwen Marjolijn Oonk Nina de Waal Alexandra Mashina Peter de Wit Mara Oosterbaan
Susan Graham, Simone Lamsma, Pe-
Ingrid Geerlings Ellen Alberts
harp
tra Lang, Marc Minkowski, Viktoria
Kerstin Scholten
Mullova, Yannick Nézet-Séguin, Jordi
hobo
piano
Jeroen Soors Aisling Casey Marjolein Koning althobo
Stephan Kiefer
Savall, Markus Stenz, Tabea Zimmer-
fluit
Harmen de Boer Diede Brantjes fagot
Hajime Konoe Maximiano Vera Vera Desirée van Vliet contrafagot saxofoon
Remco Jak hoorn
altviool
Vilem Kijonka Maurits Wijzenbeek Sabine Duch Marije Helder Lotte de Vries Wouter Huizinga Annemieke Huls Hannah Shaw
David Kutz
Mark Haeldermans Vincent Cox
klarinet tweede viool
tuba
Laurens Otto Rebecca Grannetia Kirsten Jeurissen Sander van Dijk
mann en Jaap van Zweden staan garant voor meeslepende muzikale ervaringen. Barbara Hannigan laat als ‘artist in residence’ horen waarom zij ‘the fearless soprano’ wordt genoemd. Speciale aandacht is er voor de betoverende orkestmuziek van Henri Dutilleux. online bestellen: www.concertgebouw.nl/series
Telefonisch bestellen of via de
bestelbon in de brochure kan ook. In de seizoensbrochure 2013-14 vindt u alle informatie. Brochure niet ontvangen? Kijk op
[email protected].
www.zaterdagmatinee.nl,
of mail
Wij hopen u het komende seizoen weer te mogen be-
groeten bij de NTR ZaterdagMatinee!
trompet
Cyrille van Poucke Raymond Rook
Barbara Hannigan, Valery Gergiev, Henri Dutilleux, Tabea Zimmermann foto’s Raphael Brand, marco Borggreve, Martinot, Marco borggreve
20
21
de de volgen n e concert
Edo de Waart heeft om hem moverende redenen besloten dit concert niet te dirigeren. Karel Mark Chichon werd bereid gevonden deze productie over te nemen. Chichon heeft La bohème recentelijk uitgevoerd bij de Staatsoper München en de Deutsche Oper Berlin. Komend seizoen zal Chichon deze opera in La Scala in Milaan uitvoeren.
22
zaterdag 11 mei 2013, 14.15-ca16.15 uur Concertgebouw Amsterdam serie C
Dramatische conflicten Radio Filharmonisch Orkest Christoph Poppen dirigent
In zijn Zesde symfonie (1939) hanteert Dmitri Sjostakovitsj een dramaturgische formule waarop ook Karl Amadeus Hartmann frequent zal teruggrijpen. Tegenover een langzaam openingsdeel (largo) plaatst hij een allegro en een afsluitend presto. Zo creëert hij een dramatisch conflict tussen traagheid en snelheid, tussen donker en licht, tussen passief en actief. Op een vergelijkbare manier slaat Hartmann in zijn Zesde symfonie (1952) munt uit de tegenstelling adagio – toccata (presto), door in het openingsdeel de enorme spanning op te bouwen die in het presto met dolgedraaide oerkracht tot ontlading komt. Het grote verschil is dat Hartmann voor de neoclassicistische methode kiest, en ditmaal zonder terug te vallen in de ironie van de Vijfde. De toccata anticipeert als polyfone heksenketel op de door Bach en renaissance polyfonie geïnspireerde Zevende symfo nie. Door zijn grillige behandeling van de fugatechniek, vaak met een ondertoon van sardonische verbetenheid, belandt Hartmann via een omweg toch weer in het vaarwater van zijn Russische vakbroeder: de razernij druipt van de noten.
Isabelle van Keulen viool Hartmann Zesde symfonie Prokofjev Eerste vioolconcert Sjostakovitsj Zesde symfonie
Dario Acosta
Julianna Di Giacomo
Isabelle van Keulen
Nikolaj Lund
zaterdag 27 april 2013, 13.30-ca16.15 uur Het succes begint met de première van 1896 in Turijn, onder leiding van Arturo Concertgebouw Amsterdam ! n Toscanini. En het zal vanaf dat moment serie O arte laatste ka alleen nog maar groter worden: La bohème van Puccini is een van de meest Puccini’s kunstenaars: La bohème geliefde opera’s aller tijden. De componist baseerde zijn werk op de Scènes de la Radio Filharmonisch Orkest vie de bohème van Henri Murger, die Groot Omroepkoor hiermee het leven beschreef van de Nationaal Kinderkoor Parijse kunstenaarsscène – met al zijn Karel Mark Chichon dirigent genieën en klaplopers. In deze cynische Martin Wright koordirigent kring van arme intellectuelen wordt schrijver Rodolfo verliefd op het naaiGianluca Terranova tenor · Julianna Di stertje Mimì, die echter aan tbc zal Giacomo sopraan · Luca Salsi bariton · overlijden. Deze tragische ontwikkeling Valentina Nafornit¸˘a sopraan · Enrico staat in fel contrast met het wervelende Marabelli bariton · Luca Tittoto bas · Brian Galliford tenor · Francesco Facini tweede tafereel in café Momus. Puccini leeft zich in dit melodrama volop uit bas met lyrische aria’s als ‘Che gelida manina’ (Rodolfo) en ‘Mi chiamano Puccini La bohème Mimì’ (Mimì). Maar hij weet hier eigenlijk voor het eerst een muziekdramatische taal te creëren die de felheid van het leven portretteert in al zijn details. Daarvan zal hij in zijn zes volgende opera’s dankbaar gebruik maken.
23
vrijdag 17 mei 2013, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn
Intrigerende Russische cantate Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Vasily Petrenko dirigent
Vasily Petrenko
vrijdag 24 mei 2013, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn
De kleur van het Noorden Keuris Variations for strings T. de Leeuw Vioolconcert nr.1 Nielsen Kleine suite op.1 Sibelius Pelleas en Melisande
Radio Kamer Filharmonie James MacMillan dirigent Antje Weithaas viool
morgen!
De Magische Muziekfabriek
+
Are you sure 6 you can dance? (met het Metropole Orkest, en Rinus & Thom van The Ultimate Dance Battle!) Reis door de wereld van de dans, van barok tot breakdance met De Dutch Junior Dance Division & iLL Skill Squad
zondag 21 april, 16.00 uur Vredenburg Leidsche Rijn €13,50 (kind) / €16,50 (volwassene)
24
Mark McNulty
Tsjaikovski Doornroosje (balletmuziek) Tanejev Cantate ‘Johannes van Damascus’ Prokofjev Romeo en Julia (suites 2 & 1)