O vijfde concert O-serie • 50e seizoen 26 maart 2011, 13.30 - 16.05 uur
Radio Kamer Filharmonie Kenneth Montgomery dirigent Piramo Stéphanie Révidat sopraan Tisbe Christina Landshamer sopraan Padre Benjamin Hulett tenor
Johann Adolf Hasse Piramo e Tisbe 1899-1783 Intermezzo tragico a tre voci di Marco Coltellini première: herfst 1768, locatie onbekend pauze na het eerste deel Giorgio Paronuzzi repetitor Jurjen Stekelenburg boventiteling
Stormachtig landschap, met Pyramus en Thisbe, door Nicolas Poussin, 1651
O vijfde concert O-serie • 50e seizoen 26 maart 2011
Een kleinschalig meesterwerk
Uitzending op Radio Deze NTR ZaterdagMatinee wordt rechtstreeks uitgezonterugluisteren den op Radio 4. Via de ZaterdagMatinee-website kunt u via internet de opname terugluisteren. www.ntr.nl/zaterdagmatinee
NTR Podium zondag 27 maart 13.00 uur documentaires en Alexander Vantournhout – turnkampioen, voetballer en concertregistraties op danser. nederland 2 Parsifal (2) – Presentator Hans Haffmans spreekt o.a. dirigent en Wagner-kenner Hartmut Haenchen en filosoof Machiel Keestra over de samensmelting van kunst en religie in Parsifal. Hij reist af naar Bayreuth en zoekt het geheim van de graal: wat is de graal, of wie is de graal? maandag 28 maart 23.55 uur Tv-registratie van de 2e en 3e akte van Parsifal. Met o.a. Robert Holl, Falk Stuckmann, Krister St. Hill, Katarina Dalayman, Klaus Florian Vogt, RFO, GOK en dirigent Jaap van Zweden (NTR ZaterdagMatinee van 11 december j.l.) www.ntr.nl/podium
Deze Matinee wordt opgedragen aan CAMILLA DIKKEN Camilla was sinds 2007 als tweede violiste verbonden aan de Radio Kamer Filharmonie. Zij zou hebben deelgenomen aan deze Matinee. Camilla overleed echter plotseling in de nacht van zaterdag op zondag jl. Wij wensen haar familie en collega’s veel sterkte bij de verwerking van dit verlies.
2
heidsproducten. Ook de grote reputatie Tot de Tweede Wereldoorlog trokken van de opera van Dresden stamt uit scharen toeristen uit alle delen van de zijn dagen. August vormde zijn stad om wereld naar Dresden. Om een van de tot een Duits Florence. Dresden groeide mooiste schilderijenmusea ter wereld uit tot een stad met te bezoeken. Om te brede, voorname genieten van de boulevards. Over de schitterende uitvoeElbe werd de prachringen en de akoestige Augustusbrücke tiek van de barokke gebouwd, en een Dresdner Oper, en om architectonisch de talloze bouwwermeesterwerk zonder ken te bewonderen. weerga in de hele Het merendeel van wereld was Pöppeldeze attracties manns ‘Zwinger’: de ontstond in de grootse voorhof voor achttiende eeuw, een slot dat nooit toen Dresden een gebouwd werd. Deze bloeiperiode doorprachtige voorhof maakte onder de keurvorst van Saksen August de Sterke, door Louis de Silvestre, 1725 ging, tezamen met alle andere histori(en latere koning van Polen) August de Sterke (1670-1733), die sche rijkdommen, verloren tijdens het in Dresden resideerde van 1694 tot aan enorme bombardement dat op 15 februari 1945 Dresden in de as legde. zijn dood. Behalve de meest vooraanstaande Als mecenas en bevorderaar van de beeldende-kunstminnaar van zijn tijd, kunst heeft August de Sterke grote was August een vurig liefhebber van naam gemaakt. De al in het slot van muziek en toneel. Onder zijn bewind Dresden aanwezige kunstverzameling – en dat van zijn zoon en opvolger verrijkte hij door omvangrijke aankoAugust III – floreerden de Italiaanse pen in binnen- en buitenland, met opera, de katholieke en lutherse zowel kunstwerken als kunstnijver-
3
Opkomst en ondergang
kerkmuziek en de virtuoze orkestmuziek met een rijkdom en niveau, dat nergens elders in Duitsland geëvenaard werd. Het internationale virtuozen ensemble dat zijn hofkapel uitmaakte werd tot in Italië bewonderd en begeerd en bestaat voort in de Staats kapelle Dresden. Antonio Lotti en Johann David Heinichen zwaaiden er de scepter als kapelmeesters, de vioolvirtuozen Jean-Baptiste Volumier, Johann Georg Pisendel en Francesco Maria Veracini dienden als concertmeesters, en op de overige stoelen prijkten beroemde namen als die van de fluitisten Johann Joachim Quantz en diens leraar Pierre-Gabriel Buffardin, de gebroeders Carl Heinrich en Johann Gottlieb Graun, de bassist Jan Dismas Zelenka, de luitist Silvius Leopold Weiß en, vanaf 1731, ook de componist Johann Adolf Hasse.
4
Geen andere operacomponist van zijn tijd genoot zo’n grote internationale reputatie als Johann Adolf Hasse. Geboren in de buurt van Hamburg in 1699 en grotendeels opgeleid in Italië, ontwikkelde Hasse zich tot dé toonaangevende componist van opera’s en oratoria na Händel en Alessandro Scarlatti. Zijn opera’s, meestal op libretti van de beroemde Italiaanse dichter Metastasio, kwamen in alle operatheaters van Europa op de planken: van Napels en Venetië tot Londen, Parijs, Dresden, Berlijn en Wenen. Hasse was getrouwd met de beroemde Venetiaanse mezzosopraan Faustina Bordoni, de virtuoze stemkunstenares die vele glansrollen vertolkte in zijn opera’s en het publiek ontroerde met haar partijen in Hasses geestelijke cantates en oratoria. Het echtpaar verwisselde Italië voor Dresden in 1734 en gebruikte de stad zo’n dertig jaar als uitvalsbasis. Onder zijn leiding werd Dresden een van de grootste operacentra in Europa. Hasse maakte vanaf zijn negentiende carrière als tenor aan de opera van Hamburg, zong de titelrol van zijn eerste eigen opera Antioco in Braunschweig op zijn tweeëntwintigste, en reisde aansluitend naar Napels, waar hij katholiek werd en in de leer ging bij Nicola Porpora en Alessandro Scarlatti. In Venetië zette hij in 1730 voor het eerst een libretto van Metastasio op muziek en bracht het werk op de planken. Het was ook in de lagunenstad dat hij Faustina Bordoni ontmoet-
het gebouw van de hofopera, en ook de hofbibliotheek, aan puin waren geschoten door Frederiks artillerie. Geld voor muzikale activiteiten was er nauwelijks meer, Hasse en zijn vrouw werden na dertig productieve jaren zonder enig pensioen ontslagen en verhuisden naar Wenen. In 1773 trokken zij, berooid en al grotendeels vergeten, naar Venetië, waar Faustina Bordoni in 1781 overleed. Hasse stief twee jaar later. Faustina Bordoni, door Rosalba Carriera
te en kort daarop huwde. In 1731 toog het paar naar Dresden, waar Hasse werd aangesteld als Kapellmeister van het keurvorstelijk hof, hoewel hij verplichtingen bleef houden in Venetië. Voor die gelegenheid werd zijn opera Cleofide (1731) opgevoerd, een voorstelling die werd bijgewoond door Johann Sebastian Bach en zijn oudste zoon Wilhelm Friedemann. Vanuit zijn woon- en werkplaats Dresden reisden Hasse en Bordoni geregeld naar diverse Europese steden voor de uitvoering van nieuwe opera’s van zijn hand, vaak gecomponeerd in koninklijke opdracht. Zo schreef Hasse naar aanleiding van een bezoek van de Pruisische koning Frederik de Grote aan Dresden in 1745 zijn heldhaftige opera Arminio, waarna het paar herhaaldelijk werd uitgenodigd voor uitvoeringen in Potsdam. Aan het vriendschappelijk contact met Frederik kwam echter plotseling een einde, toen Hasse en Bordoni in 1760 vanuit Wenen terugkeerden naar Dresden en daar moesten aanzien hoe
De noodlottige liefde Het succes van Hasse was voornamelijk te danken aan de directheid en eenvoud van zijn stijl. Zijn motto was “laat de muziek natuurlijk zijn, maar subliem.” Vanuit dat oogpunt wordt Piramo e Tisbe uit 1768 door velen als zijn ware meesterwerk beschouwd – overigens vond ook Hasse zelf dit de meest geslaagde van zijn 65 opera’s. Met de stof voor Piramo e Tisbe boog Hasse zich over een thema dat zo oud is als de mensheid: twee jonge mensen die elkaar liefhebben, maar dat niet mogen. Er kan hen van alles in de weg staan: ouders, familie, de politiek, de kerk. De onoverbrugbare liefdeskloof is het gevolg van familievetes, haat, jaloezie, van verschillen in godsdienst, stands- of kasteverschillen, of wordt eenvoudig veroorzaakt door het noodlot. Een enkele keer lukt het de geliefden, tegen alle verdrukking in, bij elkaar te blijven. Maar vaker is hun enige uitweg de dood. Soms is die dood zelf gekozen, soms een noodlottige afloop of het gevolg van een misverstand.
5
Een dergelijk verhaal tekende in de Romeinse oudheid de dichter Ovidius al op in zijn Metamorfosen: Pyramus en Thisbe. Een jongen uit Babylon en zijn buurmeisje zijn verliefd op elkaar, maar hun ouders willen niets weten van een huwelijk. Het stel fluistert naar elkaar door een scheur in de muur van hun huizen. Zij spreken een ontmoeting af op een plek buiten de stad, na zonsondergang. Het meisje arriveert eerst. Maar zij moet vluchten voor een leeuw met bebloede bek en verliest daarbij haar sluier, die met bloed besmeurd raakt. Wanneer de jongen de sluier vindt, meent hij dat Thisbe dood is en doorsteekt zich met zijn zwaard. Thisbe vindt haar Pyramus dood en stort zich vervolgens in zijn zwaard. In de eerste eeuw na Christus werd van de zelfmoord van Thisbe in Pompei een wandschildering gemaakt, nog geen vijftig jaar na Ovidius’ Metamorfosen. Verder vond de tragedie zijn weg naar schilderingen van Lucas Cranach, Lucas van Leyden en Nicolas Poussin, en naar opera’s en theatermuziek van Rebel, Hasse en Mendelssohn (A Midsummer Nights’ Dream). Hasse schreef Piramo e Tisbe vrijwel aan het einde van zijn carrière. Het werk werd niet besteld door keizerin Maria Theresa voor een huwelijksfeest van de Habsburgers, nee, een rijke, nu onbekende Franse dame betaalde Hasse voor deze compositie, en voor de uitvoering in haar kleine privétheater. Dat verklaart de kleinschaligheid van de opera en het beperkte aantal personages. Dat zijn er slechts drie: Tisbe, een meisje
6
uit Babylon, haar geliefde Piramo, en haar tirannieke vader. Daarom, en vanwege de beperkte omvang van slechts twee aktes in plaats van vier, is Piramo e Tisbe geen doorsnee opera seria zoals Hasse er zoveel geschreven had, maar een serieuze ‘kameropera’, destijds aangeduid met ‘intermezzo tragico’. De opdrachtgeefster zong zelf de rol van Tisbe, terwijl de rol van Tisbe’s vader gezongen werd door de librettist van het werk, Marco Coltellini. Wie de rol van Piramo zong is onbekend. In brieven beschreef Hasse de podiumprestaties als “voldoende”, maar het componeren van dit qua vorm en stijl ongebruikelijke werk als “veeleisend”. Daarmee zal hij vooral het doorgecomponeerde karakter van het werk hebben bedoeld, waarbij de afzonderlijke delen naadloos in elkaar overgaan, en de meeste recitatieven orkestbegeleiding hebben in plaats van alleen klavecimbel. Ook de aria’s zijn doorgecomponeerd en niet in coupletvorm. Bij een tweede opvoering van Piramo e Tisbe, in gereviseerde vorm op het landgoed Laxenburg buiten Wenen op 15 oktober 1770, werd Hasse uitgenodigd in de keizerlijke loge en ontving hij een “magnifieke ring” uit handen van de keizerin zelf. “Na zo’n succes zou het beter zijn de opera vaarwel te zeggen”, vond Hasse. En inderdaad zou een jaar later, voor een opvoering in Milaan, met Ruggiero Hasses laatste opera uit zijn pen vloeien. Clemens Romijn
O vijfde concert O-serie • 50e seizoen 26 maart 2011
Synopsis
schietschijf, 17de eeuw, met een afbeelding van Pyramus en Tisbe
Eerste deel Na een sinfonia van een minuut of vijf beklaagt Tisbe zich dat zij door haar strenge vader wordt opgesloten en niet met haar geliefde Piramo mag omgaan. Maar Piramo heeft een geheime doorgang tussen de twee huizen gehakt en
omhelst zijn Tisbe in een duet. In een recitatief verklaart Piramo dat de koning van Babylon de wederzijdse ouders zal dwingen de liefde tussen de twee geliefden te accepteren en niet langer te dwarsbomen. Piramo gelooft niet dat Tisbe’s vader langer zal weige-
7
ren wanneer hij de tranen van zijn dochter ziet. Tisbe’s vader vraagt haar of ze nog steeds houdt van de zoon van zijn ergste vijand. Hij zegt Tisbe dat ze de volgende dag zal trouwen met een andere man. Tisbe belooft haar vader dat ze de verhouding zal verbreken als hij haar tenminste niet dwingt met een ander te trouwen. Dan zou ze sterven van verdriet. Maar de vader heeft het huwelijk al stiekem voorbereid. Ondanks de tranen van zijn dochter kan Tisbe’s vader, uit trots en angst voor gezichtsverlies, niet toegeven. Piramo troost zijn liefje en treurt met haar mee. De twee overleggen wat te doen en besluiten deze nacht te vluchten. Piramo schetst een toekomst van vrijheid, met armoede, maar veel liefde. Tisbe zegt hem overal te volgen, hoe onherbergzaam het gebied ook zal zijn. Zij spreken af bij het graf van de Assyrische koning Nino nabij een bos. De plek is gevaarlijk: er zijn wilde dieren. Maar de ware liefde kent geen vrees. De twee vechten tegen twijfel en donkere voorgevoelens en nemen afscheid…
Tweede deel
8
cr
vijfde concert O-serie • 50e seizoen 26 maart 2011
Uitvoerenden Kenneth Montgomery De Britse dirigent Kenneth Montgomery (Belfast, 1943) studeerde bij onder anderen Sir Adrian Boult, Sergiu Celibidache en Sir John Pritchard. Zijn professionele loopbaan begon hij bij de Glyndebourne Festival Opera en de English National Opera (de toenmalige Sadler’s Wells Opera). In 1973 werd hij benoemd tot chef-dirigent van het Bournemouth Sinfonietta, een functie die hij twee jaar later ook zou gaan vervullen bij de Glyndebourne Touring Company. In datzelfde jaar debuteerde hij met Le nozze di Figaro bij het Royal Opera House Covent Garden. Na zijn debuut met L’Ormindo (Cavalli) bij De Nederlandse Operastichting in 1970 en de benoeming tot chef-dirigent van het Omroep Orkest, en later het Radio Symfonie Orkest en het Groot Omroepkoor, nam zijn bekendheid ook in Nederland snel toe. Bij De Nederlandse Operastichting en De Nederlandse Opera dirigeerde hij o.a. L’heure espagnole, El retablo de maese Pedro, Kát’a Kabanová en Hänsel und Gretel, en bij de Nationale Reisopera Idomeneo. Montgomery was bovendien te gast bij operahuizen in de Verenigde Staten, Canada, Australië, Frankrijk (Opéra de
Marco Borggreve
Tisbe komt met een witte sluier en een kistje met kostbaarheden aan op de afgesproken plek. Het plan is minder romantisch dan ze gedacht had. Ze schrikt zelfs van haar eigen schaduw. Trillend van angst vraagt ze zich af waar Piramo blijft. Tisbe is bang dat Piramo door haar vader is tegengehouden of is verdwaald in het bos. Tisbe roept de goden aan voor begrip en
bescherming. Wat kan er voor kwaads schuilen in een onschuldige liefde? Plotseling duikt een reusachtige leeuw met bebloede bek op. Hij verscheurt Tisbe’s sluier en besmeurt hem met bloed. Tisbe vlucht en schreeuwt om hulp. Piramo komt aan op de afgesproken plek en meent er als eerste te zijn. Hij hoopt dat het licht van de maan zijn liefje zal helpen de weg te vinden. Piramo denkt aan de serene nachten die de godin van de nacht met een herder doorbracht, en aan de godin van de liefde, Venus, met haar Adonis. Maar Piramo ontdekt de bloederige sluier, vreest het ergste en volgt het spoor van zijn geliefde. Piramo meent nu dat Tisbe dood is, doorsteekt zich met zijn zwaard en blijft half dood liggen. Tisbe komt terug, vindt Piramo stervend en wil zichzelf ook doorsteken. Maar Piramo probeert haar tegen te houden. Tisbe zegt dat ze het noodlot alles vergeeft wanneer ze mag sterven aan Tisbe’s zijde en doodt zichzelf met zijn zwaard. De twee sterven in elkaars armen. Tisbe’s vader arriveert met gewapende mannen. Hij is woedend wanneer hij meent dat het stel innig omstrengeld ligt te slapen. Hij ziet het bloed en voelt zich schuldig aan de dood van zijn dochter, die gelukkig zou zijn geweest, als hij anders gehandeld had. Hij kan niet leven met dat schuldgevoel en doorsteekt zichzelf.
O
Kenneth Montgomery
9
10
English Chamber Orchestra, Ulster Orchestra, CBC Vancouver Orchestra en symfonieorkesten in België en Duitsland, in de Verenigde Staten (Detroit, Baltimore, Houston, Minneapolis en San Antonio), Mexico en Nieuw Zeeland. Een groot aantal opnamen onder zijn leiding is op grammofoonplaat en cd uitgebracht. Meest recente optredens in de Matinee: Gluck Alceste (2004), Berio Requies, Mozart Requiem & Stravinsky Mis (2005), Rossini Le Comte Ory (2005), Beethoven Mis in C & Sibelius Derde symfonie (2007), Donizetti Lucie de Lammermoor (2008)
Stéphanie Révidat Piramo De Franse sopraan Stéphanie Révidat studeerde aanvankelijk piano en orgel, en daarna zang bij Margreet Honig in Lyon. Haar repertoire omvat vooral
werken uit de barok, zowel oratorium als opera, maar ook Brahms, Debussy, Fauré, Granados, Poulenc, Ravel, Schumann, Berg en Britten. Bij de Opéra National de Lyon zong zij rollen als Pamina in Die Zauberflöte, Ilia in Idomeneo, Euridice (Gluck) en Ariane (in Dédale van Dufourt). Zij zong Anna in Die lustigen Weiber von Windsor van Nicolaï in Nantes en trad in vele Franse theaters op in de hoofdrol in Cavalli’s L’Ormindo. Zij werkte samen met dirigenten als Frans Brüggen, William Christie, Louis Langrée, Kent Nagano, Jean-Claude Malgoire, Philip Pickett, Michel Plasson en Christophe Rousset, en met orkesten en ensembles als de Academy of St Martin in the Fields Chamber Ensemble, het Orchestre National de Lille, Concert Spirituel, Simphonie du Marais, Il Seminario Musicale, Les Arts Florissants, Les Talens Lyriques, Les Boréades en het Orkest van de Achttiende Eeuw. Zeer recentelijk zong Stéphanie Révidat Haydns Nelson-mis met Frans Brüggen en het Orchestre Philharmonique de Radio France. Eerder in de Matinee: Rameau Les Indes galantes (2010)
Christina Landshamer Thisbe
Stéphanie Révidat
De sopraan Christina Landshamer werd geboren in München en studeerde aan de Hochschule für Musik und Theater aldaar. Ook volgde ze lessen bij onder meer Konrad Richter en Dunja Vejzovic´. De jonge sopraan zong in 2005 de wereldpremière van Hans Zenders opera Chief Joseph in de Staatsoper Unter den Linden in Berlijn. Bij de
Marco Borggreve
Paris en Marseille) en België (Théâtre de la Monnaie, Brussel). Bij La Scala in Milaan dirigeerde hij La Resurrezione van Händel. In 1985 kreeg hij het artistiek leiderschap bij Opera Northern Ireland en in 1991 dat van de Operaklas van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar een speciale leerstoel onder zijn naam in het leven werd geroepen. Na het samengaan van deze operaopleiding met die van het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium – resulterend in De Nieuwe Opera Akademie – heeft hij zich nog twee jaar voor deze nieuwe faculteit ingezet. Op operagebied beweegt Kenneth Montgomery zich binnen een breed repertoire, dat reikt van de barok tot aan eigentijds muziektheater; zoals Cavalli’s L’Ormindo, in een eigen muzikale bewerking bij De Nederlandse Operastichting, Mozarts Lucia Silla, de Nederlandse premières van Rossini’s Otello (1999) en Iphigénie en Aulide van Gluck (2002) en uitvoeringen van Schönbergs Moses und Aron (Holland Festival, 1986) en Brittens Death in Venice tijdens een VARA Matinee in 2001. Ook met het dirigeren van symfonisch werk heeft Montgomery zich een wereldwijde bekendheid verworven. Naast vele engagementen bij Nederlandse symfonieorkesten is hij een regelmatig terugkerende gast bij onder andere L’Orchestre Philharmonique de Radio France, L’Orchestre National de France, Ensemble Orchestral de Paris, Accademia di Santa Cecilia (Rome), het Bournemouth Symphony Orchestra,
Christina Landshamer
Staatsoper Stuttgart vertolkte zij sinds 2006 onder andere de rollen van Frasquita in Carmen en Zerlina in Don Giovanni. Zij zong in 2007 de hoofdrol – Andy Warhol – tijdens de wereldpremière van Philippe Schoellers kameropera Trans-Warhol in Genève. In 2008 was zij Marzelline in Fidelio onder Marc Albrecht in Straatsburg, in 2009 debuteerde zij bij het Theater an der Wien met Clarice in Haydns Il mondo della luna onder Nikolaus Harnoncourt, en in 2010 zong zij Susanna in Le nozze di Figaro bij de Komische Oper in Berlijn, Mozarts Il sogno di Scipione onder Harnoncourt in de Wiener Musikverein, Mozarts Requiem onder Philippe Herreweghe en Bachs Weinachtsoratorium met Concerto Köln en Marcus Creed. Eerder deze maand maakte zij haar debuut in het Parijse Théâtre du Châtelet (Mozarts versie van Händels Messiah), en voor deze zomer staat haar debuut bij de Salzburger Festspiele (Die Frau ohne Schatten onder Christian
11
Thielemann) op het programma. Christina Landshamer legt zich niet alleen op opera toe, maar brengt ook liedrecitals en concerten met eigentijdse muziek. Eerder in de Matinee: Cherubini Chant sur la mort de Haydn & Haydn Missa Cellensis nr. 2 (2009)
Benjamin Hulett Padre De Britse tenor Benjamin Hulett trad met Sir Andrew Davis en het BBC Symphony Orchestra tijdens de BBC Proms, met het Orchestre des ChampsElysées en Philippe Herreweghe in het Amsterdamse Concertgebouw en in Madrid, met het Orchestra of the Age of Enlightenment in Rome, met de Academy of Ancient Music onder Hogwood in München en met NDR Hannover. Hij zong Purcells Fairy Queen onder Harry Bicket, Brittens Les illuminations tijdens het Gergiev Festival in Rotterdam, en Mozartaria’s met Sir
Clive Barda
12
Roger Norrington en het Scottish Chamber Orchestra (BBC Proms 2006). Als vaste zanger bij de Hamburgische Staatsoper zong hij rollen als Oronte in Alcina, Jaquino in Fidelio, Arbace in Idomeneo, the Novice in Billy Budd, Tamino in Die Zauberflöte en Ferrando in Così fan tutte. Hij zong Oronte bij de Bayerische Staatsoper, Peter Quint in The Turn of the Screw bij Opera North, Arbace met Europa Galante onder Fabio Biondi en maakte zijn debuut bij de Salzburger Festspiele in Elektra. De agenda voor het huidige seizoen vermeldt onder andere een Missa solemnis met het Orchestre des ChampsÉlysées en Philippe Herreweghe, Beethovens Negende symfonie in Japan met Frans Brüggen en debuutoptredens bij de Deutsche Staatsoper (in Henzes Phaedra) en het Festival BadenBaden (in Salome). Eerder in de Matinee: Adès Scenes from The Tempest (2006), Gebel JohannesPassion (2007), Haydn Armida (2009), Cherubini Chant sur la mort de Haydn & Haydn Missa Cellensis nr. 2 (2009), Beethoven Missa solemnis (2009)
Benjamin Hulett
Radio Kamer Filharmonie De Radio Kamer Filharmonie is een flexibel orkest dat in verschillende bezettingen kan optreden, variërend van barokensemble tot ensemble voor hedendaagse muziek. Het orkest heeft in het hedendaagse repertoire een bijzondere reputatie opgebouwd en tekent regelmatig voor eerste (Nederlandse) uitvoeringen van nieuwe composities. De Radio Kamer Filharmonie levert een belangrijk aandeel aan de series NTR ZaterdagMatinee, Het Zondagochtend Concert en de Robeco Zomerconcerten in het Amsterdamse Concertgebouw, De Vrijdag van Vredenburg in Utrecht en de serie NPS maakt hoorbaar in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Al deze concerten worden uitgezonden via Radio 4. Concerten in het kader van de ZaterdagMatinee worden frequent opgenomen door NTR Televisie. Van augustus 2005 tot augustus 2010 was Jaap van Zweden chef-dirigent en artistiek leider van de Radio Kamer Filharmonie. Met ingang van het seizoen 2010-2011 is de Deense dirigent Michael Schønwandt chef-dirigent en voegt James MacMillan zich bij de vaste gastdirigenten van het orkest. Vaste gastdirigenten zijn verder Frans Brüggen, sinds 2007 tevens eredirigent, en Philippe Herreweghe. De Radio Kamer Filharmonie en pianist John Snijders werden onderscheiden met de Muziekgebouwprijs voor de eerste uitvoering van Richard Rijnvos’ NYConcerto. Ook werken van onder anderen Pete Harden, Florian Maier,
Peter Adriaansz, Bob Zimmerman en Peter Maxwell Davies beleefden recent hun première met de Radio Kamer Filharmonie. In meer traditioneel repertoire heeft het orkest van zich doen spreken met ZaterdagMatineeuitvoeringen van Haydns opera Armida onder leiding van Jaap van Zweden, Beethovens Missa solemnis met Philippe Herreweghe en Haydns Missa Cellensis met Frans Brüggen. De Radio Kamer Filharmonie speelt verder regelmatig in de educatieve serie De Magische Muziekfabriek in Vredenburg, de Internationale Gaudeamus Muziekweek in Amsterdam en het Holland Festival. Traditiegetrouw wordt het concertseizoen afgesloten met een Mozartfestival en concerten in de Robeco-serie in het Concertgebouw. De cd-catalogus van de Radio Kamer Filharmonie weerspiegelt de veelzijdigheid van het orkest. De tweede uitgave van het label QuattroLive bevat opnamen van Beethovens Eerste symfonie onder leiding van Frans Brüggen en Tristan Keuris’ Symphony in D onder leiding van Jaap van Zweden. Voor verschillende andere labels nam de Radio Kamer Filharmonie werken op van onder anderen Haydn, Stravinsky, Badings en Otto Ketting. In het seizoen 2010-2011 wordt de catalogus aangevuld met nieuwe releases van eigentijds repertoire, waaronder NYConcerto van Richard Rijnvos en werken van componist en vaste gastdirigent James MacMillan. www.radiokamerfilharmonie.nl
13
Maakt hoorbaar
Radio Kamer Filharmonie chef-dirigent
Michael Schønwandt ere-dirigent
vr 15 april • Muziekgebouw aan ’t IJ • 20.15 u
Frans Brüggen
rust z8
vaste gastdirigenten
Philippe Herreweghe James MacMillan
eerste viool
cello
Continuo :
Elisabeth Perry Diana Morris Quirine Scheffers Dimiter Tchernookov Josje ter Haar Pedja Milosavljevic Joan Mooney Sergiy Starzhynskiy
Naftali Gurevich Teije Hylkema Sebastiaan van Eck
klavecimbel
Pieter Jan Belder Giorgio Paronuzzi
contrabas
Boris Kozlov Norma Brooks Jim Schultz Walter van Egeraat
tweede viool
theorbe
Mike Fentross cello
Michael Stirling
Mintje van Lier Robert Lis Zofia Balcar Ian van den Berk Nina de Waal Frits Wagenvoorde Iina Laasio
fluit
altviool
fagot
Vilem Kijonka Maurits Wijzenbeek Marije Helder Elisabeth Ralston
Dennis Notten Annet Karsten
Ingrid Geerlings Carolien van ’t Hof hobo
Aisling Casey Vicki Laws
hoorn
Laurens Otto Rebecca Grannetia
‘Als mensen het leven laten, zingen ze liederen’, dicht Velimir Chlebnikov, sleutelfiguur van de Russische futuristen. De mystieke en experimentele teksten zijn donker van aard en vormen de kern van Alphabet of Death, de nieuwste compositie van Alexander Raskatov. Raskatov schuwt in zijn composities de duisternis niet, maar plaatst die graag in een satirische context, zoals ook bleek uit zijn opera A Dog’s Heart, die in 2010 tijdens het Holland Festival in première ging. Alphabet of Death vormt het hart van een concert rondom de dood. De composities, van James MacMillan, Avet Terterjan en Alexander Raskatov laten hun licht schijnen op het schemerachtige gebied van de (on)eindigheid.
Radio Kamer Filharmonie Groot Omroepkoor Brad Lubman dirigent Gijs Leenaars koordirigent Nikolay Didenko bas Robert Nasveld klankregie MacMillan Nunc dimittis, voor koor en orkest 2001 Raskatov Alphabet of Death, voor bas en orkest, op teksten van Velimir Chlebnikov 2010, opdracht NTR, wereldpremière Terterjan Symfonie nr. 6, voor kamerorkest, kamerkoor en negen fonogrammen 1981
kaarten: € 23 | € 18,50 | € 10 via 020-788 2000 (ma-za) of www.muziekgebouw.nl uitzending 26 april
14
Alexander Raskatov
15
E
A
zaterdag 2 april 2011, 14.15 uur Concertgebouw, Amsterdam
Mystiek, religie & melancholie vijfde concert in de E-serie Radio Kamer Filharmonie James MacMillan dirigent Kim Kashkashian altviool MacMillan Tryst Olivero Neharót Neharót Bartók Muziek voor snaren, slagwerk en celesta
zaterdag 9 april 2011, 14.15 uur Concertgebouw, Amsterdam
Beethovens violist zesde concert in de A-serie Radio Kamer Filharmonie Frans Brüggen dirigent Rachel Barton Pine viool
kale verwantschap. Zo ongeveer de grootste uitputtingsslag in zijn componistenbestaan leverde Beethoven in de jaren 1805 tot 1808, schetsend en schavend aan de weerbarstige Vijfde symfonie, de ‘Noodlotssymfonie’. Volgens Beethovens vriend en eerste biograaf Anton Schindler klopt in de eerste maten het noodlot op de deur. Beethoven zou tegen Schindler gezegd hebben: “Ik wil het noodlot bij de keel grijpen.” (cr)
Fr. Clement Vioolconcert in D (1805) (eerste uitvoering in Nederland) Beethoven Vijfde symfonie
Franz Clement is vooral bekend als de Weense vioolvirtuoos voor wie Beethoven zijn Vioolconcert in D componeerde. Clement (1780-1842) was concertmeester en dirigent van het Theater an der Wien en had voor zijn kerstconcert van 1806 een concert besteld waarmee hij goed voor de dag kon komen. En dat concert kwam er. Tot voor kort onbekend was dat Clement omstreeks dezelfde tijd zélf een Vioolconcert componeerde, dat nu na zo’n tweehonderd jaar weer tot klinken komt. Volgens de uitgever van Clements Vioolconcert, Clive Brown, vertonen de twee vioolconcerten de nodige muzi-
Rachel Barton Pine
Andrew Eccles
16
Silvia Lelli
Kim Kashkashian
In de jaren tachtig zette James MacMillan het liefdesgedicht Tryst van de Schot William Soutar op muziek voor de folkband The Whistlebinkies. In 1989 keerde de schijnbaar eenvoudige melodie terug in het gelijknamige werk dat MacMillan schreef ter nagedachtenis aan zijn grootmoeder. Het stuk dateert van voor zijn internationale doorbraak met Veni, Veni, Emmanuel, maar geldt nog steeds als een van zijn meesterwerken. Thema’s als mystiek en religie zijn al in volle omvang aanwezig. Melancholie en mysterie zijn ook de kernwoorden in Neharót Neharót van de Israëlische componiste Betty Olivero voor altviool solo, accordeon, percussie, stemmen op tape en strijkorkest. Neharót Neharót, geschreven naar aanleiding van de situatie in Libanon in 2006, betekent zoveel als ‘rivieren’ en verwijst naar de tranen die treurende vrouwen laten in rampzalige omstandigheden. En wanneer het gaat over mystiek kan Bartóks Muziek voor snaren, slagwerk en celesta niet ontbreken. Ook al is het de abstractst mogelijke verklanking van het thema. (pj)
17
2011|12
NIEUW SEIZOEN!
bestel nu uw abonnement
NTR Zaterdag Matinee Elke zaterdag live op Radio 4. Kijk ook op radio4.nl/zaterdagmatinee
brengt cultuur
de publieke omroep voor informatie, educatie en cultuur
18
19
komende concerten in
De vrijdag van Vredenburg vrijdag 1 april maart 2011, 20.15 uur (inleiding 19.30 uur) Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
Liefde en leed Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Dmitri Slobodeniouk dirigent Viktoria Yastrebova sopraan Daniil Shtoda tenor Sergey Aleksashkin bas
Dmitri Slobodeniouk
Marco Borggreve
Berlioz Liefdesscène uit Roméo et Juliette Rimski-Korsakov Switezianka Sjostakovitsj Symfonie nr. 13 ‘Babi Jar’
zaterdag (!) 9 april 2011, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
Jaap van Zweden en de finalisten Liszt Concours Radio Filharmonisch Orkest Jaap van Zweden dirigent finalisten Liszt Concours
20
Hans van der woerd
Jaap van Zweden
Liszt Pianoconcert nr. 1 of 2 / Totentanz Wagner Ouverture Faust Tsjaikovski Capriccio italien