16.03 vrijdag 16 maart 2012, 20.15 uur inleiding Sebastiaan van Eck 19.30 uur serie TROS Klassiek
Radio Kamer Filharmonie Frans Brüggen dirigent Andreas Staier piano Claude Debussy / Sarabande et Danse (1890-94 / 1922) Maurice Ravel 1862-1918 / 1875-1937 Wolfgang Amadeus Pianoconcert nr. 17 in G, KV 453 (1784) Mozart Allegro 1756-1791 Andante Finale: Allegretto
PAUZE
Ludwig van Beethoven Vierde symfonie in Bes opus 60 (1806) 1770-1827 Adagio – Allegro vivace Adagio Menuetto & Trio Allegro ma non troppo
de concertseries van
2
Drankje na afloop Na afloop van het concert is er gelegenheid om een drankje te nuttigen. Live-uitzending De TROS zendt dit concert vanuit Vredenburg Leidsche Rijn live uit op Radio 4. Denkt u eraan dat uw mobiele telefoon uitstaat en dat uw horloge geen geluid kan maken? Dan kan iedereen in de zaal en bij de radio volop genieten van het concert. ➜ WWW.RADIO4.NL
www.radio4.nl Nieuw: voorprogramma Eenmaal per maand zullen jonge, getalenteerde musici Jong Talent zich aan u voorstellen in een kort programma, voorafgaand aan het hoofdconcert. Deze concertjes beginnen om 19.00 uur in de bovenfoyer. De programma’s duren ongeveer 25 minuten, zodat u om 19.30 uur aanwezig kunt zijn bij de inleiding. Vooraf opgeven is niet nodig. Vandaag speelt Ruben Silva Kas (gitaar)een soloprogramma met werken van Spaanse componisten Luis de Narváez, Fernando Sor, Francisco Tárrega, Heitor Villa-Lobos en Julio Salvador Sagreras. De volgende optredens zijn op 6 april en 27 april. Op 1 juni spelen de prijswinnaars van het Prinses Christina Concours.
vrijdag 16 maart 2012, 20.15 uur
Tussen Parijs en Wenen Debussy doorgrond Een concert is haast niet stemmingsvoller te openen dan met Debussy’s Sarabande. Het is het perfecte visitekaartje van de componist, de orkestrator en het orkest dat de kleurenpracht realiseert. Dit pianostukje dat Debussy opnam in de suite met de prozaïsche titel Pour le piano (1901) schreeuwt werkelijk om instrumentatie. Toen hij de Sarabande in 1894 schreef had Debussy misschien ook zelf al andere instrumenten in zijn hoofd. Sommige grepen op het klavier zijn namelijk onhaalbaar. De arpeggio’s klinken als “mijn handen zijn niet groot genoeg”. De wonderlijke, verstild-dromerige, op modale harmonieën rustende sfeertekening werd door collega Maurice Ravel van het klavier naar het orkest overgebracht. Daarmee kregen de majestueuze akkoorden van Debussy warm bloed toegediend. Niemand anders had het op deze manier kunnen doen: met respect voor de schurende dissonanten, voor de kale unisono’s, voor de tempo-indicatie Avec une élégance grave et lente. Met toch ook eigengereide toevoegingen, zoals glinste-
rende sterretjes om de samenklanken te laten glanzen en gloeien. Stijleigen zijn Ravels uitvergrotingen van Debussy’s crescendi en de inbedding van harmonievreemde noten in de totaalklank. Als iemand het muzikale brein van Debussy doorgrondde, dan was dat Ravel wel.
Claude Debussy
3
4
Een onbekommerde bagatelle, in een vloek en een zucht geschreven. In het sensuele stuk horen we terug wat Debussy zoal had geleerd van illustere mannen als Chabrier, Massenet en Fauré. Vertier en verpozing staan centraal. Het gekke-bekken-trekken van clowneske poppenkastfiguren als Harlequin en Pierrot, die zelfs met sombere grimassen nog lachers op hun hand krijgen.
Ja, applaudisseren na de Sarabande mag best. Want de Danse is van een geheel andere signatuur. Hier gaat het om Debussy’s jeugdige Tarentelle styrienne, geschreven in 1890, toen hij juist uit Italië kwam waar hij dankzij het winnen van de Prix de Rome had mogen studeren. Een onbekommerde bagatelle, in een vloek en een zucht geschreven. In het sensuele stuk horen we terug wat hij zoal had geleerd van illustere mannen als Chabrier, Massenet en Fauré. Vertier en verpozing staan centraal. Het gekkebekken-trekken van clowneske poppenkastfiguren als Harlequin en Pierrot, die zelfs met sombere grimassen nog lachers op hun hand krijgen. Debussy gebruikte in zijn Danse het ritme van de tarantella, een Italiaanse dans. Maar met de toevoeging ‘styrienne’ gaf hij er een wals-achtige, Oostenrijkse draai aan. Met de vele syncopen is dit stuk een soort scherzo. Dat het dankzij Ravel nog eens een echte publiekstrekker werd, had Debussy nooit bevroed.
Een middenweg Over publiekstrekkers gesproken: vader Leopold Mozart prentte het zijn zoon terdege in: wees pragmatisch en denk altijd aan je luisteraars. Iets van die boodschap bleef hangen en zelfs bij zijn pianoconcerten gaf zoonlief, zij het onwillig, toe. “Wil je lof oogsten”, zo mopperde Mozart, “moet je tegenwoordig dingen componeren die of zo onbenullig zijn dat ook een koetsier ze kan neuriën, of zo onbegrijpelijk dat ze juist goed verkopen omdat geen normaal mens ze kan volgen.” Veel geciteerd zijn deze regels, maar ze mogen bij de bespreking van de pianoconcerten eenvoudig niet ontbreken. Mozart beschouwde die namelijk als “een middenweg tussen wat te moeilijk en wat te gemakkelijk is; ze zijn heel briljant en liggen goed in het gehoor, zijn natuurlijk van klank maar niet hol; hier en daar zijn passages die alleen kenners zullen plezieren, maar ze zijn zo geschreven dat ook niet-kenners er van kunnen genieten, zonder dat ze weten waarom.”
Regels bedoeld om zijn vader naar de mond te praten, maar toch ligt er de kern van zijn kunstenaarschap in besloten. Ook in het zeventiende Pianoconcert in G, KV 453, een product van zijn glorieuze eerste jaren in Wenen, is de perfecte balans te horen tussen het volkstümliche dat aan de oppervlakte ligt, en de meer verborgen polyfone en harmonischtonale verfijning op de achtergrond. Luttele dagen voor de voltooiing van dit concert in april 1784 had Mozart over zijn Pianokwintet KV 452 opgemerkt dat dit “het beste was dat ik in mijn hele leven heb geschreven.” Hij moet in deze periode het unieke evenwicht hebben gevonden waarnaar elke grote
Wolfgang Amadeus Mozart
kunstenaar zoekt: appreciatie ervaren zonder al te veel concessies te doen. Tien dagen had hij blijkbaar nodig voor het pianoconcert – het moet tamelijk moeiteloos zijn gegaan. Maar er was een stok achter de deur: KV 453 was een opdrachtwerk, zijn pianoleerlinge Barbara Ployer had het besteld. Zij was het ook die het op 13 juni 1784 in het buitenverblijf van haar vader in Döbling in première bracht. Ze beschikte over een aanzienlijk pianistiek niveau, zodat Mozart geen rekening hoefde te houden met beperkingen. Integendeel, aan deze Barbara danken we twee solocadensen. Gewoonlijk improviseerde Mozart die ter plekke, zonder ze te noteren. Speciaal voor
5
6
Ludwig van Beethoven
haar stelde hij ze op schrift, waardoor we nu een goede indruk hebben van Mozarts allerspontaanste verbeeldingskracht. Het openingsdeel is rijk aan melodisch materiaal. We tellen maar liefst negen min of meer zelfstandige thema’s, al blijven de meeste op de achtergrond. Vooral het lyrische tweede thema draagt het deel. Als luisteraar ervaar je één en al speelvreugde, vooral door de vrolijke marciale ritmiek. Geen spoor van dramatiek of romantische duisternis. Dit is een Mozart voor wie de bomen in de hemel groeien, voor wie het leven een en al zonneschijn is. In de solo-
cadens klinkt zelfs humor door, een koddigheid die correspondeert met de vele grapjes in brieven uit deze tijd. Het tweede deel deel lijkt een onschuldig intermezzo op weg naar de finale. Toch kent dit subtiele Andante adembenemende verrassingen, zoals onverwachte stiltes, chromatische sequensen en speelse modulaties. Vooral de houtblazers eisen hun aandeel op, maar ze voegen zich naar de aria die de piano zingt. Fluit, hobo en fagot reageren om beurten, alsof ze de piano mild willen stemmen. In de finale, een vrolijk folkloristisch Allegretto, gooit Mozart alle trossen los. Hij gunt het zijn leerlinge om te schitteren in een reeks variaties. Zoals vrijwel altijd in klassieke variatiereeksen is er één in mineur met een serieuze ondertoon, maar zelfs die weet Mozart te maskeren met ironie: het is een gemaakte ernst waar je stiekem om lacht. Wat uitgelatenheid betreft: kort na het concert kocht Mozart voor 34 Kreutzer een spreeuw die in staat was het hoofdthema van dit rondo te fluiten. Deze ‘Vogel Stahrl’ deelde drie jaar lang lief en leed met de Mozarts, die zeer aan het beestje gehecht waren. Zou Mozart deze vogel al vóór het componeren van KV 453 op het oog hebben gehad en daaraan het rondothema hebben ontleend? Hij floot dit:
Gebaander wegen Toen Beethoven in 1806 aan zijn Vierde symfonie begon was zijn Derde (‘Eroica’) nog altijd niet in druk verschenen. Uitgevers zaten duidelijk niet op zo’n monsterlijk lange en ingewikkelde symfonie te wachten. Hij kreeg het manuscript simpelweg retour gezonden: zoek maar een ander voor zoiets. Dit bevestigde Beethovens bange vermoeden dat hij wellicht toch een beetje te ver was gegaan. Na veel onderhandelen werd te langen leste toch een uitgever gevonden, zeer tot Beethovens opluchting. Maar hij had zijn lesje geleerd: voorlopig gebaander wegen bewandelen. Dat nu is terug te horen in zijn Vierde symfonie. Meteen al aan de inzet: brute hamerslagen in de Eroica, nu een geheimzinnig pianissimo à la Haydn. Ook de beknoptheid van de doorwerking wijst op een bewuste zelfbeperking. De muziek is opvallend vriendelijk, kent weinig dramatische momenten. Maar Beethoven blijft wel Beethoven. Dat blijkt uit syncopenketens, verrassende septiemakkoorden, onverwachte verstilde momenten en – opvallend – een meer dan gemiddeld aandeel voor de pauken. Het Adagio heeft in het verleden nogal te lijden gehad van al te romantische interpretaties. Beethovens eigen metronoomindicatie is 84 voor de achtste noot – aanzienlijk sneller dan altijd gangbaar was. Het is nog niet zo lang dat dirigenten Beethovens aanwijzing serieus nemen en de muziek niet langer slepend maar cantabile uitvoeren.
Als het bij de repetities mis ging, gniffelde Beethoven: “Wist ik wel, ik zát er op te wachten!” Het grappige Scherzo zou niet hebben misstaan als deel van een pianosonate. Het wordt vooral gedragen door de ritmiek die, zoals zo vaak bij Beethoven, strijdt met het metrum, wat ons gehoor op een dwaalspoor brengt. De onderliggende driekwartsmaat wordt gemaskeerd door de dynamiek en de geraffineerde instrumentatie. Zoiets bracht musici in Beethovens tijd tot wanhoop. Als het bij de repetities mis ging, gniffelde Beethoven: “Wist ik wel, ik zát er op te wachten!” De wervelende finale is een sonatevorm met twee thema’s zonder duidelijke contouren. Zelfs de inzet van doorwerking en reprise zijn gecamoufleerd, wat bijdraagt aan het rusteloze karakter. De veelal korte melodische gegevens sluiten naadloos op elkaar aan en vloeien in elkaar over, ook harmonisch. Dat maakt ook dit deel lastig om uit te voeren, zeker als het voorgeschreven hoge tempo wordt geëerbiedigd. De muzikale frasen bestaan immers uit een voortdurende opeenvolging van korte, gestoten motieven die beurtelings aan verschillende groepen instrumenten ten deel vallen. Bovendien zijn er tegenstemmen met lastige triolen en hoketus-achtige passages, die voor wat betreft de synchronisatie het uiterste eisen van dirigent en orkest. Jos van der Zanden
7
8
uitvoerenden
MARCO BORGGREVE
Frans Brüggen
Frans Brüggen, dirigent Frans Brüggen is expert op het gebied van achttiende- en vroeg-negentiendeeeuwse muziek. Brüggen studeerde dwarsfluit, blokfluit en muziekwetenschap in zijn geboortestad Amsterdam. Hij verwierf internationale erkenning als blokfluitist en werd op zijn 21ste benoemd tot docent aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Nadien was hij Erasmus Professor aan Harvard University en Regent’s Professor aan de University of Berkeley. Frans Brüggen is al zo’n twintig jaar verbonden aan het Muziekcentrum van de Omroep, sinds 2007 als eredirigent
van de Radio Kamer Filharmonie. In september 2010 ontving hij uit handen van Koningin Beatrix de Eremedaille voor Kunst en Wetenschap in de Huisorde van Oranje. In 1981 richtte hij het Orkest van de Achttiende Eeuw op. Met dit orkest concentreert hij zich op muziek van Purcell, Bach, Rameau, Haydn, Mozart, Beethoven, Schubert en Mendelssohn. Veel opnamen van het orkest hebben internationale prijzen gewonnen. Frans Brüggen vervult talloze gastdirigentschappen in Europa, de VS en Japan.
Andreas Staier, piano Andreas Staier studeerde aan de Musikhochschule van Hannover, piano bij Kurt Bauer en Erika Haase en klavecimbel bij Lajos Rovatkay. Hij studeerde nog verder in Amsterdam. Van 1983 tot 1986 was hij de vaste klavecinist van het ensemble Musica Antiqua Köln. Vanaf 1986 concerteerde hij vooral als solist op fortepiano, hij begeleidde liedrecitals en speelde samen met het ensemble Les Adieux. Van 1987 tot 1996 was hij docent klavecimbel aan de Schola Cantorum Basiliensis. Als solist trad Andreas Staier op met Concerto Köln, het Freiburger Barockorchester, de Akademie für Alte Musik Berlin en het Orchestre
ERIC LARRAYADIEU
Andreas Staier
des Champs-Élysées te Parijs. Bij kamermuziekuitvoeringen trad hij op met onder meer Anne Sofie von Otter, Pedro Memelsdorff, Alexej Lubimov, Christine Schornsheim en Erich Hoeprich. Hij vormde een trio met Daniel Sepec (viool) en Jean-Guihen Queyras (cello) of Roel Dieltiens (cello). Hij heeft een jarenlange samenwerking opgebouwd met de Duitse tenor Christoph Prégardien, met wie hij opnamen maakte van liederen van Schubert, Schumann, Mendelssohn, Beethoven en Brahms. Voor de liederencyclus Die schöne Magelone van Brahms werkte Staier samen met Senta Berger en Vanessa Redgrave. Staier trad op in talrijke internationale muziekfestivals zoals in La Roque-Anthéron, Saintes, Montreux, Graz, Schubertiade Schwarzenberg, SchleswigHolstein, Bach-Fest Leipzig, Bachtage Berlijn en Bachwoche Ansbach. Daarnaast betrad hij vele gerenommeerde concertpodia, van Berlijn tot Tokio,
waaronder Konzerthaus Wenen, Konzerthaus Philharmonie Berlijn, Kölner Philharmonie, Gewandhaus Leipzig, Alte Oper Frankfurt, Tonhalle Düsseldorf, Wigmore Hall en Royal Festival Hall Londen, De Singel Antwerpen, Concertgebouw Brugge, Concertgebouw Amsterdam, Paleis voor Schone Kunsten Brussel, Tonhalle Zürich, Cité de la Musique, Théâtre des Bouffes du Nord, Ircam en Théâtre des Champs Elysées Parijs, Teatro della Pergola Firenze, Sala Filarmonica Rome, Toppan Hall en Suntory Hall Tokio. In 2001 verzorgde Andreas Staier de wereldpremière van Contra-Sonata, een werk voor pianoforte van de Franse componist Brice Pauset, aan Staier opgedragen. In 2002 ontving Andreas Staier de Prijs van de Deutsche Schallplattenkritik voor zijn volledige carrière, en in 2008 de Praetorius Musikpreis van Niedersachsen. Staier maakte meer dan vijftig cd-opnamen.
Radio Kamer Filharmonie De Radio Kamer Filharmonie is een veelzijdig orkest dat een breed en gevarieerd muziekterrein bestrijkt. Het orkest treedt in verschillende bezettingen op, van barokformatie tot ensemble voor hedendaagse muziek. Michael Schønwandt is chef-dirigent en artistiek leider. Vaste gastdirigenten zijn Frans Brüggen (tevens eredirigent), Philippe Herreweghe en James MacMillan. Op speciaal verzoek van het orkest is voormalig chef-dirigent Jaap van Zweden op 26 mei 2011 benoemd
9
10
tot eredirigent. Helaas zal de Radio Kamer Filharmonie als gevolg van de drastische, aan de publieke omroep opgelegde bezuinigingen per augustus 2013 ophouden te bestaan. De Radio Kamer Filharmonie levert een belangrijk aandeel aan de series de NTR ZaterdagMatinee, Het Zondagochtend Concert en de Robeco Zomerconcerten in het Amsterdamse Concertgebouw, De Vrijdag van Vredenburg in Utrecht en de serie NTR maakt hoorbaar in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Al deze concerten worden uitgezonden via Radio 4. Vele worden geregistreerd voor live internet-streams, tv-uitzendingen en radio-uitzendingen in landen die zijn aangesloten bij de European Broadcasting Union. De Radio Kamer Filharmonie is verder vaste speler in de educatieve serie De Magische Muziekfabriek, de Internationale Gaudeamus Muziekweek en het Holland Festival. In april 2011 viel de RKF de eer ten deel om onder leiding van Jaap van Zweden het Koninginnedagconcert in Paleis Noordeinde te verzorgen. De Radio Kamer Filharmonie is befaamd vanwege de gedreven uitvoeringen van hedendaags repertoire. De RKF werd onderscheiden met de Muziekgebouwprijs voor de uitvoering van Richard Rijnvos’ NYConcerto met pianist John Snijders. Op het festival voor nieuwe muziek in Donaueschingen verzorgde de RKF onder leiding van Peter Eötvös in oktober 2010 vier wereldpremières in één
concert. Tijdens het Holland Festival 2010 speelde de RKF onder leiding van Martyn Brabbins de opera Hondenhart van Alexander Raskatov. De eerste (concertante) Nederlandse uitvoering van Dusapins Faustus, the last night door de RKF in de NTR ZaterdagMatinee, zorgde voor jubelende recensies. Een andere specialiteit is het uitvoeren van bekend en onbekend repertoire van oude meesters onder leiding van specialisten op het gebied van de historische uitvoeringspraktijk. De RKF werd geprezen voor de energieke en verfrissende uitvoering van onder meer de Beethovensymfonieën en de opera’s van Hasse (Piramo e Tisbe) en Haydn (Armida), beide in de NTR ZaterdagMatinee. De cd-catalogus van de Radio Kamer Filharmonie weerspiegelt de veelzijdigheid van het orkest met opnamen van o.a. Beethovens Eerste symfonie onder leiding van Frans Brüggen, Tristan Keuris’ Symphony in D onder leiding van Jaap van Zweden en werken uiteenlopend van Joseph Haydn, Igor Stravinsky, Henk Badings en Otto Ketting tot eigentijds repertoire als NYConcerto van Richard Rijnvos, het pianoconcert The Solway Canal van Gavin Bryars en Visitatio Sepulchri van componist en vaste gastdirigent James MacMillan. ➜ WWW.RADIOKAMERFILHARMONIE.NL ➜
volg de Radio Kamer Filharmonie op twitter (@radiokamerfilh) en facebook.
Radio Kamer Filharmonie
CHEF-DIRIGENT Michael Schønwandt ERE-DIRIGENTEN Jaap van Zweden Frans Brüggen VASTE GASTDIRIGENTEN Philippe Herreweghe James MacMillan
11
EERSTE VIOOL Elisabeth Perry Dimiter Tchernookov Roswitha Devrient Josje ter Haar Julija Hartig Pedja Milosavljevic Joan Mooney Gerrie Rodenhuis Sergiy Starzhynskiy Ruud Wagemakers
CONTRABAS Boris Kozlov Norma Brooks Jim Schultz Peter Baas
TWEEDE VIOOL Mintje van Lier Robert Lis Wouter Groesz Zofia Balcar Ian van den Berk Esther Kövy Marjolijn Oonk Nina de Waal Frits Wagenvoorde Tinka Regter
HOBO Jeroen Soors Vicky Laws
ALTVIOOL Vilem Kijonka Maurits Wijzenbeek Sabine Duch Marjolijn van der Grinten-da Silva Rosa Lotte de Vries Max Knigge
HOORN Laurens Otto Sergei Dovgaliouk trompet Rik Knarren Raymond Rook
CELLO Mick Stirling Naftali Gurevich Teije Hylkema Gé Bartman Sebastiaan van Eck
PAUKEN Maarten Smit
FLUIT Jeannette Landré Ellen Alberts
KLARINET Esther Misbeek Margreet Houtman FAGOT Hajime Konoe Mirte Moes
SLAGWERK Peter Prommel HARP Saskia Rekké
komende concerten in
de Vrijdag van Vredenburg 12 SERIE AVRO KLASSIEK / TROS VOCAAL
vrijdag 23 maart 2012, 20.15 uur inleiding Paul Korenhof 19.30 uur
Het beroemdste liefdespaar Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor James Gaffigan dirigent Géraldine Chauvet sopraan Andrew Staples tenor Thomas Oliemans bas
Berlioz Roméo et Juliette
Géraldine Chauvet
SERIE ROND DEBUSSY
vrijdag 30 maart 2012, 20.15 uur inleiding Madeleine Pfundt 19.30 uur
De beeldende muziek van Frankrijk Radio Filharmonisch Orkest Serge Baudo dirigent Renaud Capuçon viool
Serge Baudo
Messiaen Un sourire Saint-Saëns Introduction et rondo capriccioso Ravel Tzigane Debussy Images
13 SERIE JAREN 20 / MUZIKALE MEESTERWERKEN
vrijdag 6 april 2012, 20.15 uur inleiding Madeleine Pfundt 19.30 uur
De lichtheid van Le Groupe des Six Radio Kamer Filharmonie Benjamin Levy dirigent Jory Vinikour klavecimbel Lavinia Meijer harp
KOBIE VAN RE
Jory Vinikour
div. componisten keuze uit Ballet L’Eventail de Jeanne Poulenc Concert champêtre Tailleferre Concertino voor harp en orkest Ibert Divertissement
SERIE AVRO KLASSIEK
vrijdag 13 april 2012, 20.15 uur inleiding Madeleine Pfundt 19.30 uur
Liza Ferschtman centraal Radio Kamer Filharmonie Michael Schønwandt dirigent Liza Ferschtman viool
Liza Ferschtman
Nielsen Pan & Syrinx Röntgen Ballade voor viool en orkest Sibelius Humoresques voor viool en orkest Schumann Vierde symfonie
CONCERTEN IN DE 14
O
B
zaterdag 17 maart 2012 13.00 uur Concertgebouw Amsterdam
zaterdag 24 maart 2012 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam
Een sprookje van een opera
De Duitse lijn van Herreweghe
Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Markus Stenz dirigent Edward Caswell koordirigent Edith Haller sopraan Martin Busen bas Katharine Goeldner mezzosopraan John Mark Ainsley tenor Wolfgang Schöne bariton Detlef Roth bariton Ashley Holland bariton Maarten Engeltjes countertenor
Radio Kamer Filharmonie Philippe Herreweghe dirigent Martin Helmchen piano Mozart Adagio en fuga KV 546 Beethoven Tweede pianoconcert Brahms Vierde symfonie
Henze L’Upupa und der Triumph der Sohnesliebe NEDERLANDSE PREMIÈRE
Martin Helmchen
CATRIN MORITZ
Markus Stenz
IN HET CONCERTGEBOUW TE AMSTERDAM 15
E
C
zaterdag 31 maart 2012 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam
zaterdag 7 april 2012 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam
Twee wereldpremières
Enerverende zwerftochten
Asko|Schönberg Reinbert de Leeuw dirigent Katrien Baerts sopraan Tjeerd Oostendorp tuba
Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Hans Graf dirigent Markus John spreker
Verbey Expulsie Van Wijck Exordium - for tuba and 19 instrumentalists WERELDPREMIÈRE Zuidam Canciones del Alma WERELDPREMIÈRE
Rihm Quo me rapis NEDERLANDSE PREMIÈRE Rihm Vers une symphonie fleuve VI werktitel; opdrachtwerk van de stad Karlsruhe en NTR ZaterdagMatinee NEDERLANDSE PREMIÈRE
Schumann Manfred (complete toneelmuziek)
CLAUDIA HANSEN
Katrien Baerts
CHRISTIAN STEINER
Hans Graf
16
Het Radio 4 Concerthuis: Maart Pianomaand Met het Radio 4 Concerthuis van radio4.nl verandert uw huiskamer in een concertzaal wanneer u dat wilt. Natuurlijk zijn de eigen Radio 4 concertseries - de Vrijdag van Vredenburg en de NTR ZaterdagMatinee volop aanwezig in het Radio 4 Concerthuis. De recente hoogtepunten maar ook de prachtige historische opnames uit het rijke omroeparchief. En ook alle concerten van het nieuwe Vrijdag van Vredenburg- seizoen kunt u terugluisteren in het Radio 4 Concerthuis. U kunt op elk gewenst moment kiezen uit het altijd actuele aanbod van ruim 100 concerten en zelf uw concertprogramma samenstellen. Of laat u verleiden door de bijzondere highlights die in een mooi thema, voorzien van extra informatie, voor u geprogrammeerd zijn.
De maand maart is Pianomaand in het Radio 4 Concerthuis. In de orkestmuziek zaal belichten we dé klavierleeuwen van nu. Zij spelen in de omroepseries pianoconcerten van de grote componisten. Later deze maand in de kamermuziek zaal een thema rondom de bijzondere klanken van de fortepiano. In het Radio 4 Concerthuis bepaalt ú wat u wilt horen, in het door u gewenste genre, wanneer u maar wilt. radio4.nl/concerthuis
colofon PROGRAMMERING
RANDPROGRAMMERING TROS EN
REDACTIE PROGRAMMABOEK
Astrid in ’t Veld
AVRO RADIO4
Clemens Romijn
Thea Derks en Victor Striker PRODUCTIE
EINDREDACTIE RADIO
EINDREDACTIE
Manon Tuynman en Hanna Schreuders
Roland Kieft en Petra Koks
Onno Schoonderwoerd
PUBLICITEIT & PRODUCTIE-ASSISTENTIE
CASTING DIRECTOR
VORMGEVING
Anne Marie van Doorn
Mauricio Fernández
Dorine Verharen
ADMINISTRATIE & FINANCIËN
ARTISTIEK LEIDER
DRUK
Anneke de Vries
Kees Vlaardingerbroek
Van der Weij BV Hilversum
PRESENTATIE RADIO 4
PROGRAMMATOELICHTING
Mark Brouwers, Ab Nieuwdorp en Maartje Stokkers
Jos van der Zanden