C eerste concert C-serie 52e seizoen • 15 september 2012, 14.15-16.10 uur
Radio Kamer Filharmonie Philippe Herreweghe dirigent Sergio Azzolini fagot
Joseph Haydn Symfonie nr. 44 in e ‘Trauer’ ca. 1771 1732-1809 Allegro con brio Menuetto. Allegretto; canone in diapason Adagio Presto Johann Fagotconcert Sebastian Bach Concerto a bassono concertato, oboe d’amore di 1685-1750 ripieno, due violini, viola e basso; bewerking Sergio Azzolini,naar BWV 169, BWV 49 en BWV 1053a [deel 1] Siciliano [deel 3] pauze Joseph Haydn Symfonie nr. 104 in D ‘Londen’ 1795 Adagio – Allegro Andante Menuetto. Allegro Allegro spiritoso
C eerste concert C-serie 52e seizoen • 15 september 2012
Concertagenda
NTR Podium
Alle concerten van de Publieke Omroep vindt u op www.radio4.nl/ concertagenda
documentaires & concerten op nederland 2 zondag 16 september 13.00 uur concert op de werkvloer Met vier musici die optraden in de Avond van de Jonge Musicus (celliste Ella van Poucke, celliste Dana de Vries, violiste Svenja Staats en pianiste Gile Bae) trekt Dieuwertje Blok het land in om muziek op het werk te brengen: Fauré in de Rotter damse haven, viool in een blindenschool in Doorn, van een verslavingskliniek tot een zadenbedrijf. maandag 17 september 23.55 uur · herhaling www.ntrpodium.ntr.nl
Méér Herreweghe in het radio 4 concerthuis Met het Radio 4 Concerthuis van radio4.nl verandert uw huiskamer in een concertzaal wanneeru dat wilt. Nu al zijn veel Herreweghe-opnamen in het Concerthuis te vinden. Ga naar radio4.nl/concerthuis en selecteer zijn naam onder de tab ‘uitvoerenden’. Vanaf maandag vindt u een aantal bijzondere archiefopnamen van Herreweghe in de oude muziek zaal.
Uitzending Radio 4 en terugluisteren via internet Deze NTR ZaterdagMatinee wordt rechtstreeks uitgezonden op Radio 4. Via de ZaterdagMatinee-website kunt u de opname terugluisteren. www.zaterdagmatinee.nl
2
Angry young Haydn, en een ‘nieuwe’ Bach
Bach, de majesteit van de barok, tegenover Haydn, de pionier van de Weense klassieke stijl. De grootmeester van het affect en de polyfonie tegenover de uitvinder van het strijkkwartet en van de muzikale knipoog. Er gaapt een diepe kloof tussen die twee. Een kloof die bevreemdt, omdat Bach zijn Musikalisches Opfer, de Kunst der Fuge en andere onvergankelijke meesterwerken componeerde toen Haydn al volop in ontwikkeling was.
Cultuurkloof
Facebook en twitter Volg het laatstenieuws rond de NTR ZaterdagMatinee op onze eigen Facebook-pagina en klik ‘vind ik leuk!’ ... en op twitter: @ZaterdagMatinee
Toen Bach in 1750 stierf, was Haydn achttien. Oud genoeg om de eigentijdse muziekproductie kritisch tegen het licht te houden. Je zou verwachten dat hij zich op zijn minst met de stijl van de grote meester vertrouwd maakte, zo niet omwille van de esthetiek, dan toch in elk geval om van hem te leren. Niets daarvan, naar het schijnt. Er zijn geen aanwijzingen dat Haydn ooit Bach speelde, laat staan Bach bestudeerde. Wél interesseerde hij zich voor diens zoon Carl Philipp Emanuel, aan wie hij naar eigen zeggen veel te danken had. Vader Bach bleef echter buiten beeld. Bijna zou je er wat achter zoeken. Het had ongetwijfeld te maken met een
forse cultuurkloof. Haydn groeide op in een katholieke regio ten zuiden van de Donau, waar invloeden uit Italië zich sterker deden gelden dan lutherse uit Noord-Duitse streken. Haydn was in hart en nieren rooms-katholiek, tot op het fanatieke af. Dat drukte een stempel op zijn persoonlijkheid en niet in het laatst ook op zijn muziek, waarin het flamboyante, frivole en opera-achtige tot zelfs religieuze werken doordrong. Zwaarwichtig contrapunt en protestantse evangelische beschouwingen met bloemrijke metaforen vielen bij Haydn niet op vruchtbare bodem. De pompeuze barokstijl was bovendien tanende toen Haydn opgroeide. In Oostenrijk zwaaide vanaf 1740 Maria Theresia de scepter, met als gevolg een verbleking van de hegemonie van zwaargewichten als Fux en Caldara, die barokke vormen en uitdrukkingsmiddelen tot de officiële hofstijl hadden gemaakt. Nu barokke tradities werden losgelaten, konden lichtvoetiger genres tot adellijke paleizen doordringen. Haydn kon zich uitleven in soloconcerten, blaasoctetten en komische opera’s. Indien Bachs muziek al de ronde deed, werd deze in rap tempo als ouderwets ervaren.
3
Maar veruit het belangrijkst was een revolutie op muzikaal-technisch gebied: de basso continuo die plaats maakte voor homofonie. Een nieuw soort muzikaal denken brak door, voortaan niet langer in melodielijnen, maar in akkoorden. Van de ene toonsoort naar de andere gaan werd een intrigerend spel van aantrekken en afstoten, en juist voor dat ‘dramatiseren’ bleek Haydn een gevoelige antenne te hebben. Daarmee wist hij het fundament te leggen voor de Weense klassieke stijl, Joseph Haydn het summum aan uitgebalanceerdheid en precisie. bejaarde, moeten we verruilen voor dat van de angry young man die verzet pleegde tegen de instandhouding van Niks poederpruik: barricaden! wat passé was. Haydn ging met volle Verklaringen – maar er blijft toch iets knagen. Iets weten we niet, zo lijkt het. overtuiging de barricaden op om de Want net als Mozart kwam Haydn over muziek van de toekomst te propageren. Daarvan is de Vierenveertigste symfonie de vloer bij baron Van Swieten, een (ca. 1771) een prachtige illustratie. Want groot Bachfanaat. Hoe kan het dat het is één en al recalcitrantie wat we Mozart overdonderd door de nieuwe hier horen. In de twee hoekdelen zijn Bach-ervaringen huiswaarts keerde, onvrede en wrevel bijna fysiek voelbaar. terwijl het op Haydn allemaal weinig indruk maakte? En waarom kon Haydn Kortaangebonden, vinnig, hoofdmotieven die eindigen met brute staccati – geen enthousiasme opbrengen voor de het is alsof iemand met de vuist op tafel jonge Beethoven, die Bachs Wohltempeslaat. Indien dit operamuziek was rirte Klavier uit het hoofd speelde? Desinteresse voor Bach? Het lijkt eerder geweest, zou met deze diabolische muziek de booswicht zijn geïllustreerd. op een aversie tegen Bach. Dat Philipp Emanuel om de hoek kijkt, Vanuit de distantie van de tijd is dat is trouwens evident: aan hem ontleende onbegrijpelijk. Laten we echter niet vergeten dat Haydn ooit deel uitmaakte Haydn de combinatie van felle unisono’s, mineurtoonsoort, accenten op deel van een jonge, opstandige generazwakke maatdelen en onverwachte tie die wenste af te rekenen met verpauzes. Had de oude Bach dit kunnen gane glorie, met belegen stijlmiddelen van de oude garde – van boven of onder horen, had hij zijn oren uit verontwaardiging dichtgestopt. de Donau. Het beeld van papa Haydn, de poederpruikdragende goedmoedige Maar ook Haydn zelf vond deze Sturm
4
Het beeld van papa Haydn, de poederpruikdragende goedmoedige bejaarde, moeten we verruilen voor dat van de angry young man die verzet pleegde tegen de instandhouding van wat passé was. Haydn ging met volle overtuiging de barricaden op om de muziek van de toekomst te propageren. und Drang-stijl aanvankelijk gewaagd. Als kapelmeester in Esterháza diende hij rekening te houden met de voorkeuren van zowel zijn broodheer als het bevattingsvermogen van zijn toehoorders. In een vergelijkbare symfonie uit deze dagen streepte hij na het componeren een deel van de partituur door en noteerde: “Zoiets is voor aanzienlijk geoefender oren”. Hij legde zichzelf dus beperkingen op, besefte dat niet iedereen gediend was van zulke vooruitstrevende klanken. Vandaar in de Vierenveertigste ook enkele subtiele fugato’s, ingebed in overgangszinnen. Geen polyfonie à la Bach, maar wel momenten van kunstige meerstemmigheid, in dienst van tonale overgangen. Van treurnis is in deze symfonie nauwelijks sprake. De titel Trauersinfonie is dan ook apocrief, Haydn had er part noch deel aan. Volgens de legende zou hij het langzame derde deel geschikt hebben geacht voor zijn eigen begrafenis, maar dat verhaal lijkt onwaarschijnlijk. Niet alleen was Haydn geen man voor zulke bespiegelingen, ook muzikaal klopt het niet. De hoofdmelodie van dat derde deel klinkt immers als een lieflijke aria. Met wat fantasie zou hier iemand over de verrukkingen van de erotische liefde kunnen zingen – hoezo Trauer? In
Haydns tijd noemde men dit werk overigens de ‘Canone-Synfonie’. De canonische imitaties in het tweede deel (Menuetto) spraken kennelijk meer tot de verbeelding dan de vermeende somberheid van het derde.
Haydns ‘laatste’ Zijn leven lang werkte Haydn aan de uniformering van de symfonie. Dat was geen sinecure. Driedelig of vierdelig? Rondo-, sonate- of liedvorm? Mineur of majeur? Wel of niet langzame inleidingen? Met of zonder trompetten, pauken, klarinetten of fagotten? Decennia lang was het experimenteren, vallen en opstaan, aanvaarden en verwerpen. Ten slotte kristalliseerde zich datgene uit wat zowel artistiek bevredigde als het publiek behaagde. Een balans die, om met Mozart te spreken, “een middenweg is tussen te moeilijk en te gemakkelijk” en met passages “die alleen kenners zullen plezieren, maar zo geschreven dat ook niet-kenners er van kunnen genieten, zonder dat ze weten waarom.” Haydns laatste symfonie, nr. 104, had ooit de bijnaam ‘Salomon’, maar die raakte in onbruik. Nu heet het werk wat saai ‘London’. Salomon was de man die Haydn diverse keren naar Engeland
5
haalde. Op het manuscript staat: ‘The 12th which I have composed in Eng land’ – een beetje Engels was Haydn kennelijk wel meester. Het bewijst dat het zijn allerlaatste symfonie was. Hij dirigeerde zelf de première op 4 mei 1795, en het is duidelijk waarom het publiek er destijds zo enthousiast over was. Haydn maakte namelijk zijn reputatie waar dat in elk nieuw werk iets onverwachts, opzienbarends of sensationeels gebeurde. In dit geval was dat een dramatische langzame inleiding, een dermate somber en plechtstatig Adagio van tweeënhalve minuut dat het leek alsof er een belangrijk persoon was overleden. Had een ander zo’n introductie gecomponeerd, dan was de kritiek vast niet van de lucht geweest. Haydn kon echter wel een potje breken bij de Engelsen, hij gold als de wijze oude meester die ieder ander tot voorbeeld strekte. Zelf verzweeg Haydn maar dat hij het eigenlijk niet zo naar zijn zin had in “dat land waar ze alles anders doen”. De naargeestige inleiding van Symfonie nr. 104 werd hem vergeven, temeer omdat het optimistische Allegro alles goedmaakte. Het Andante, het tweede deel, bestaat uit een lange, gedragen melodie waarvan het einde op Schubertiaanse wijze wordt uitgesteld tot ruim drie en een halve minuut. Maar dan is het ineens voorbij met de lieflijkheid: de zonnige idylle wordt door een duister intermezzo verstoord, alsof de luisteraar moet worden wakker geschud. Het derde deel is een menuet dat tegen het ritme van een wals aanleunt. Haydn heeft zich
6
nooit gegeneerd voor dit soort quasimeezingers, omdat hij ze als materiaal gebruikte om zijn technische en compositorische kwaliteiten te ontplooien én omdat hij besefte dat hij ook een minder onderlegd deel van zijn publiek moest behagen. Na dit speelse Menuetto, met een centrale sectie waarin de blazers zich in de kijker mogen spelen, volgt de uitbundige finale in rondovorm vol folkloristische elementen. Zo eindigde de lange symfonische carrière van Haydn, met een zwanenzang vol variatie en gepassioneerdheid.
Bach, anders Dan het intermezzo, Bach. Er zijn musici die Bach spelen op de xylofoon. Anderen doen het op de mondharmonica. Je kunt een partituur ook auditief laten uitspuwen door de computer, zelfs dan nog is Bach genietbaar. In de muziek heerst eenvoudig een hogere orde die zich boven de uitvoeringspraktijk verheft. Sommigen gaan zo ver te beweren dat bij Bach helemaal geen klinkende muziek nodig is: het notenbeeld lezen geeft op zich al genot. Het maakt weinig uit welke instrumenten worden ingezet. Bach zelf jongleerde met de bezetting van zijn soloconcerten, allerlei instrumenten waren inwisselbaar. Vocale muziek instrumentaal uitvoeren was ook al geen probleem. En niet zelden maakte Bach het zichzelf gemakkelijk door hele stukken uit vroegere werken opnieuw te gebruiken door ze in een nieuw jasje te steken. Who’s to know? – zijn brood heren merkten er niets van.
Hoe moeten we in dit weer bewerkingen zijn perspectief de reconstrucvan delen uit cantates tiepogingen zien van de (BWV 49 en 169) waarvan Italiaanse fagottist Sergio de hoofdstemmen idiomaAzzolini, die Bachs tisch zijn voor de fagot. Klavecimbelconcert BWV Erg overtuigend klinkt het 1053 tot een ‘nieuw’ Fagoteerlijk gezegd niet, en concert maakte? Vast Azzolini is zelf de eerste staat dat Bachs klavecimdie het speculatieve belconcerten oorspronkekarakter van zijn hypolijk niet voor klavecimbel these erkent. Hij heeft werden geschreven. Het allerminst de pretentie zijn transcripties van met een ‘nieuwe Bach’ verloren gegane soloconaan te komen en de titel certen voor orgel, viool, ‘Bach - Rediscovered Wind hobo of anderszins. Concertos’ van een cd met Daarom is in de Neue Bach deze reconstructie komt Ausgabe in sommige dan ook niet uit zijn koker gevallen de klavecimbelmaar uit die van het partij ‘terug-getranscri(commerciële) cd-label. “In Zimmermanns Kaffeehaus in beerd’, als een poging de achttiende eeuw hield Leipzig, waar Bachs Collegium Musicum bijeenkwam; gravure om de oerversie nieuw men van experimenteren,” Georg Schreiber, 18de eeuw leven in te blazen. Die stelt Azzolini, “en in die originele versies stamgeest heb ik deze reconmen uit Bachs periode in Cöthen, de structies vervaardigd. Of het plausibel jaren 1717-1723. In de latere Leipziger is of legitiem – daar laat ik me niet over jaren kreeg Bach de leiding over het uit.” Collegium Musicum, een muziekgezel- Wie de muziek hoort, slikt eventuele schap waarmee hij de in Cöthen gecom- bezwaren snel in. Want de driftige poneerde concerten ten uitvoer kon ritmiek, speelse akkoordbrekingen, brengen – aanleiding tot vervaardiging originele contrapuntiek en adembenevan de klavecimbelconcerten. mende recitativische passages komen Van dat in E-groot BWV 1053 nemen de wonderwel tot hun recht op de fagot. geleerden aan dat het oorspronkelijk Waarmee nog eens wordt bewezen dat een hoboconcert was. Sergio Azzolini klankkleur bij Bach slechts een variatie denkt daar anders over. Volgens hem is is, in dienst van een hogere orde. een gerede kans dat het hier om een Zou dát misschien voor Haydn een fagotconcert is gegaan. Zijn argumenta- steen des aanstoots zijn geweest...? tie is gecompliceerd en komt er op neer dat de delen van het concert op zichzelf Jos van der Zanden
7
C eerste concert C-serie 52e seizoen • 15 september 2012
Uitvoerenden
Philippe Herreweghe Nog tijdens zijn conservatoriumstudie richtte Philippe Herreweghe Collegium Vocale Gent op, een groep die de aandacht trok van Nikolaus Harnoncourt en Gustav Leonhardt. Zij nodigden het koor uit mee te werken aan hun opnamen van de complete cantates van Bach. In 1977 richtte Herreweghe in Parijs het ensemble La Chapelle Royale op, waarmee hij de muziek van de
judith Schlosser
8
Michiel Hendrickx
Philippe Herreweghe
Franse Gouden Eeuw ten uitvoer bracht. Van 1982 tot 2002 was hij artistiek directeur van de Académies Musicales de Saintes. In die periode creëerde hij het Ensemble Vocal Européen, gespecialiseerd in renaissancepolyfonie, en het Orchestre des Champs-Élysées, opgericht in 1991 met de bedoeling het romantische en preromantische repertoire opnieuw te laten schitteren op originele instrumenten. Op uitnodiging
van de prestigieuze Accademia Chigiana te Siena en vanaf 2011 ook onder impuls van het Cultuurprogramma van de Europese Unie werkt Philippe Herreweghe samen met Collegium Vocale Gent actief aan de uitbouw van een groot symfonisch koor op Europees niveau. Herreweghe is sinds enige tijd erg actief in het grote symfonische repertoire van Beethoven tot Gustav Mahler. Sinds 1997 is hij hoofddirigent van deFilharmonie, en sinds 2008 ook vaste gastdirigent van de Radio Kamer Filharmonie. Bovendien is hij een veel gevraagd gastdirigent van orkesten zoals het Koninklijk Concertgebouw orkest, het Gewandhausorchester uit Leipzig of het Mahler Chamber Orchestra. Hoogtepunten uit zijn discografie zijn de Lagrime di San Pietro van Lassus, de Matthäus-Passion en Hohe Messe van Bach, de integrale symfonieën van Beethoven en Schumann, Mahlers Vierde symfonie en de liedcyclus Des Knaben Wunderhorn, Bruckners Vijfde symfonie, Pierrot Lunaire van Schönberg en de Symphonie de Psaumes van Stravinsky. In 2010 richtte hij een eigen cd-label ϕ (PHI) op. In 1990 werd Herreweghe door de Europese muziekpers uitgeroepen tot ‘Muzikale Persoonlijkheid van het Jaar’. Samen met het Collegium Vocale Gent werd hij in 1993 benoemd tot ‘Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen’. Een jaar later werd hem de orde van Officier des Arts et Lettres toegekend, en in 1997 werd hij benoemd als Doctor honoris causa aan de Katholieke Universiteit Leuven. In 2003 kreeg hij in Frankrijk de titel Chevalier de la Légion
Sergio Azzolini
d’Honneur toegekend. In 2010 tenslotte verleende van de stad Leipzig Philippe Herreweghe de Bach-Medaillevoor zijn grote verdienste als Bachuitvoerder.
Sergio Azzolini Sergio Azzolini soleert niet alleen op de moderne fagot, maar richt zich sinds enige jaren ook op historische instrumenten. Als barokfagottist maakt hij deel uit van de continuogroep van het Ensemble Baroque de Limoges, dat geleid wordt door Christophe Coin. Als
9
solist speelt hij bij de Sonatori de la Gioiosa Marca, L’Aura Soave Cremona en La Stravaganza Köln. Hij is ook vast ensemblelid van het kamermuziek ensemble Parnassi Musici. Als artistiek leider (van 2002 tot en met 2007) van de Kammerakademie Potsdam was Azzolini verantwoordelijk voor talloze concerten, met barokrepertoire, maar ook wereldpremières, en drie operaproducties: La fida Ninfa van Vivaldi, Le nozze di Dorina van Baldassare Galuppi en, in 2010, Montezuma van Karl Heinrich Graun. Azzolini studeerde in zijn geboortestad Bozen/Bolzano en vervolgens (tot 1989) bij Klaus Thunemann in Hannover. In die tijd was hij ook solofagottist in het European Community Youth Orchestra. Hij won het C.M. von Weber-Concours, het Concours ‘Praagse Lente’ en het Internationale Musikwett bewerb van de ARD en maakte tien jaar deel uit van het kwintet Ma’alot. Zijn reeks van cd-opnamen van Vivaldi’s fagotconcerten werd in 2011 met onder meer een Echo Klassik bekroond. Na een aanstelling aan de Staatliche Hochschule für Musik und Darstellende Kunst in Stuttgart is Sergio Azzolini sinds 1998 Professor fagot en kamermuziek aan de Hochschule für Musik in Basel.
Radio Kamer Filharmonie
10
bekend en onbekend repertoire van oude meesters onder leiding van specialisten op het gebied van de historische uitvoeringspraktijk. De afgelopen seizoenen werkte de RKF hierin samen met onder anderen Harry Christophers, Andrew Manze, Masaaki Suzuki, Kenneth Montgomery en John Nelson, en uiteraard met de vaste gastdirigenten Frans Brüggen en Philippe Herreweghe.
Radio Kamer Filharmonie
De veelzijdigheid van de Radio Kamer Filharmonie wordt weerspiegeld in de cd-catalogus van het orkest. Deze bevat opnamen uiteenlopend van Beethoven, Haydn en Stravinsky tot Tristan Keuris, Henk Badings, Otto Ketting, Richard Rijnvos en James MacMillan. www.radiokamerfilharmonie.nl volg de radio kamer filharmonie op twitter (@radiokamerfilh) en facebook
Simon van Boxtel
De Radio Kamer Filharmonie (RKF) is een veelzijdig orkest met een breed en gevarieerd repertoire. Het orkest treedt in verschillende bezettingen op, van barokformatie tot ensemble voor hedendaagse muziek. Michael Schøn-
wandt is chef-dirigent en artistiek leider. Vaste gastdirigenten zijn Philippe Herreweghe en James MacMillan; eredirigenten zijn Frans Brüggen en voormalig chef-dirigent Jaap van Zweden. Als gevolg van de drastische bezuinigingen die het demissionaire kabinet-Rutte het Muziekcentrum van de Omroep heeft opgelegd wordt de Radio Kamer Filharmonie per augustus 2013 opgeheven. De RKF levert een belangrijk aandeel aan de series NTR ZaterdagMatinee, het Zondagochtend Concert en de Robeco Zomerconcerten in het Amsterdamse Concertgebouw, De Vrijdag van Vredenburg in Utrecht en de serie NTR maakt hoorbaar in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Al deze concerten worden uitgezonden via Radio 4. Veel van deze concerten worden ook geregistreerd voor live internet-streams en tv-uitzendingen. De RKF is verder regelmatig te beluisteren in de educatieve serie De Magische Muziekfabriek, de Internationale Gaudeamus Muziekweek en het Holland Festival. De RKF is befaamd vanwege gedreven uitvoeringen van hedendaags repertoire. Op het festival voor nieuwe muziek in Donaueschingen verzorgde de RKF onder leiding van Peter Eötvös in oktober 2010 vier wereldpremières. De eerste concertante Nederlandse uitvoering van Dusapins Faustus, the last night door de RKF in de NTR ZaterdagMatinee leverde in datzelfde jaar jubelende recensies op. Anderzijds geniet de RKF een bijzondere reputatie in de uitvoering van
11
Radio Kamer Filharmonie chef-dirigent
eerste viool
fluit
Michael Schønwandt
Nadia Wijzenbeek Diana Morris Dimiter Tchernookov Josje ter Haar Pedja Milosavljevic Joan Mooney Gerrie Rodenhuis Sergiy Starzhynskiy Ruud Wagemakers Joanna Wronko
Ingrid Geerlings Adeline Salles
tweede viool
fagot
Eveline Trap Robert Lis Ian van den Berk Wouter Groesz Zofia Balcar Yvonne Hamelink Marjolijn Oonk Nina de Waal Frits Wagenvoorde Reinier Reijngoud
Dennis Notten Annet Karsten
altviool
pauken
Vilem Kijonka Maurits Wijzenbeek Sabine Duch Marjolijn van der Grintenda Silva Rosa Marije Helder Lotte de Vries Annette Bergman Maartje van Lent
Maarten Smit
eredirigenten
Jaap van Zweden Frans Brüggen vaste gastdirigenten
Philippe Herreweghe James MacMillan
cello
Maike Reisener Naftali Gurevich Winnyfred Beldman Gé Bartman Sebastiaan van Eck Sebastian Koloski contrabas
György Schweigert Norma Brooks Jim Schultz Walter van Egeraat
hobo
Aisling Casey Vicki Laws klarinet
Frank van den Brink Bart de Kater
hoorn
Elisabeth Chell Rebecca Grannetia trompet
Cyrille van Poucke Jacco Groenendijk
klavecimbel
Pieter Jan Belder
y p p a H ! y a d Birth Muziekgebouw aan ’t IJ · donderdag 27 september 2012 · 20.15 uur
Radio Kamer Filharmonie Otto Tausk dirigent Wolfgang Basch piccolotrompet Nadia Wijzenbeek viool Monique Krüs sopraan Campo Happy Birthday NL première Adams The Chairman Dances: Foxtrot for Orchestra Schoenfield Vaudeville Piazzolla/Adams La Mufa-Tango & Todo Buenos Aires Mackey Eating Greens
www.muziekgebouw.nl 12
Nieuwe muziek en entertainment. In dit feestelijke programma staat vertier centraal met opwindende dansen van Adams en Piazzolla, bruisend variété van de Amerikaans Paul Schoenfield en een fantasie van Steve Mackey over een in dronkenschap verkerende jazzpianist Thelonious Monk. Opgewonden stapt voorzitter Mao uit zijn portretlijst om de foxtrot te dansen met zijn sensueel bewegende vrouw in Adams’ The Chairman Dances. Magie, sensualiteit, ontwapenende schoonheid en erotische lyriek kenmerken de muziek van Piazzolla. En Paul Schoenfield grijpt terug op het oude variététheater met bruisende acts, cabaret, dansen en ballet.
Jarig? Jarigen met paspoort in de hand krijgen een vrijkaartje voor deze ‘feel good’ avond!
de de volgen n e concert zaterdag 22 september, 14.15-ca 16.10 uur gen gekleurde atmosfeer van de Derde, voortgekomen uit eerdere symfonische Concertgebouw Amsterdam werken met de veelzeggende titels serie A Sinfonia tragica en Symphonie ‘Klagegesang’, met de landelijke eenzaamheid Hartmann en Sjostakovitsj van Jean Sibelius’ oudere symfonische gedicht De bard (1913) en de bitterzoete Radio Filharmonisch Orkest intensiteit van Sjostakovitsj’ Tweede James Gaffigan dirigent vioolconcert, muziek van een verlatenheid die met hartmanniaanse volharSimone Lamsma viool ding, maar dan anders, alle particuliere emoties overstijgt. (bvp) Hartmann Derde symfonie Sibelius De bard Sjostakovitsj Tweede vioolconcert
Grensoverschrijdingen Ensemble Resonanz Emilio Pomárico dirigent Tabea Zimmermann altviool Zimmermann Konzert für Streich orchester Schnittke Monolog Britten Lachrymae Hartmann Vierde symfonie
Tamea Zimmermann
Marco Borggreve
14
Simone Lamsma
Otto van den toorn
De verwantschap tussen de Rus Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) en zijn Duitse generatiegenoot Karl Amadeus Hartmann (1905-1963) is meer voelbaar dan meetbaar. In hun pathos en soms rauwe felheid zijn de bijna-leeftijdgenoten nauw met elkaar verwant, maar de gelijkenis laat zich niet simplificeren tot expliciete stilistische overeenkomsten. In het Largo ma non troppo dat Hartmanns Derde symfonie (1948-1949) opent is de gelijkgezindheid niettemin tastbaar: de dolende lijnen van de strijkers, de desolaat intieme cellosolo en de wrang-dissonante stemvoering, soms kaal als slijtplekken, zouden in de muziek van de Russische collega moeiteloos hun plaats vinden. Op dit programma versmelt de door oorlogservarin-
zaterdag 29 september, 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam serie E
‘Concert voor strijkorkest’ werd de uiteindelijke titel van de orkestbewerking die BerndAlois Zimmermann in 1948 van een eerder strijktrio maakte. Curieus is dat Hartmanns Vierde symfonie (1946/1947) oorspronkelijk dezelfde doopnaam droeg. In 1939 ontstaat een eerste versie als ‘symfonisch concert voor strijkorkest’, die hij na de oorlog omwerkt tot symfonie. Pas op het laatste moment ziet Hartmann af van het voornemen om, wellicht in het kielzog van Mahlers Vierde, het werk te besluiten met een liedfinale voor sopraan. De ontstaansgeschiedenis van de Vierde is illustratief voor de bij Hartmann dikwijls vage grenzen tussen genres. Ook de oorspronkelijk als ‘cantate’ gecomponeerde Eerste en de eerst als trompetconcert geconcipieerde Vijfde ondergingen pas na de Tweede Wereldoorlog hun transformatie tot symfonie. Behouden bleef het concertante karakter van de Vierde, die meer dan de zusterwerken doet denken aan Béla Bartók – behalve in het afsluitende adagio appassionato, waar de gedachten onweerstaanbaar uitgaan naar de inleiding van Bruckners Vijfde symfonie. Tabea Zimmermann is de soliste in Schnittkes Monolog en de Lachrymae van Benjamin Britten. (bvp)
15
de de volgen n e concert
Louis Lortie
Élias
Liza Ferschtman
Marco Borggreve
Marco Borggreve
Lucas Jussen
Lucas Jussen speelt Beethoven
Händel fêteert Alexander de Grote
vrijdag 21 september, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
vrijdag 5 oktober, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
Radio Kamer FIlharmonie Frans Brüggen dirigent Lucas Jussen piano – Wagenaar Ouverture Cyrano de BergeracBeethoven Derde piano concert · Tweede symfonie
Radio Kamer Filharmonie Groot Omroepkoor Kenneth Montgomery dirigent Yulia van Doren sopraan Paula Murrihy mezzosopraan Ed Lyon tenor Matthew Brook bas Gwyneth Wentink harp – Händel Alexander’s Feast
Liza Ferschtman in Dvorˇák vrijdag 28 september, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht Radio Filharmonisch Orkest George Tchitchinadze dirigent Liza Ferschtman viool – Brahms Tragische Ouvertüre Dvorˇák Vioolconcert Grieg Symfonie in c
16
Liszt Festival: Louis Lortie vrijdag 5 oktober, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht Radio Filharmonisch Orkest Emmanuel Krivine dirigent Louis Lortie piano – Liszt Les Préludes Schubert/Liszt Wanderer Fantasie Franck Symfonie in D