serie: richard strauss tros klassiek avro klassiek vier jubilarissen 24 januari 2014, 20.15 uur muzikale meesterwerken inleiding Michel Khalifa 19.30 uur ton koopman & peter eötvös tros vocaal Radio Filharmonisch Orkest
Groot Omroepkoor Nationaal Kinderkoor Dit concert duurt ca. 85 minuten en heeft geen pauze.
Markus Stenz dirigent Martin Wright dirigent Groot Omroepkoor Wilma ten Wolde dirigent Nationaal Kinderkoor JEANNE D’ARC Guillemette
Laurens spreekstem Dutrieux spreekstem
FRÈRE DOMINIQUE Sébastien
1ER RÉCITANT: HÉRAUT III | L’ANE | BEDFORD | JEAN DE LUXEMBOURG | HEURTEBISE | UN PAYSAN
Benoît
De Leersnyder spreekstem 2E RÉCITANT: L’APPARITEUR | REGNAULT DE CHARTRES | GUILLAUME DE FLAVY | PERROT | UN PRÊTRE
Arnaud Richard
spreekstem LA VIERGE Monique Krüs sopraan MARGUÉRITE An De Ridder sopraan CATHÉRINE Élodie Méchain alt UNE VOIX | PORCUS | HÉRAUT | LE CLERC Donald
Litaker
tenor en spreekstem UNE VOIX | HÉRAUT II | UN AUTRE PAYSAN Ludovic
Provost bariton en spreekstem LA MÈRE AUX TONNEAUX Daphne Druijf spreekstem (GOK) UNE VOIX D’ENFANT lid van het Nationaal Kinderkoor (NKK) KOORSOLISTEN Judith Petra sopraan, Falco van Loon tenor
Arthur Honegger Jeanne d’Arc au bûcher (1938) 1892-1955 oratorium voor solisten, spreekstemmen, koor en orkest in een proloog en elf scènes boventiteling: Jurjen Stekelenburg
de concertseries van
2
In het Radio 4 Concerthuis: Jordi Savall Met een eigen platenlabel en maar liefst drie ensembles richt de Catalaanse gambist, componist en dirigent Jordi Savall zich volledig op de oude muziek. Niet alleen als uitvoerend musicus, maar ook als docent en onderzoeker. Hij weet een breed publiek voor de oude muziek te winnen. In het Radio 4 Concerthuis een portret van Jordi Savall - met muziek uit Renaissance en Barok, gespeeld door Savalls drie ensembles. ➜ RADIO4.NL/CONCERTHUIS
Webcast Van dit concert wordt een live video-registratie gemaakt. Deze is tot tien dagen na het concert terug te zien via www. radio4.nl, en na een maand opnieuw terug te zien via www.radio4.nl onder ‘uitzending gemist’ ➜ WWW.RADIO4.NL
Word vrienden met De Vrijdag van Vredenburg op Facebook! Op deze pagina houden we u graag op de hoogte over de concerten, achtergronden van musici en ook zijn er regelmatig kaarten te winnen! Ga nu naar /facebook.com/vrijdagvanvredenburg/ en laat ons meteen weten wat u vond van het concert van vanavond!
Drankje en pre-war jazz na afloop
Live-uitzending
Na afloop kunt u genieten van een gratis drankje en muziek. Bouke Feleus (gitaar) en Roelof Rosendal (slagwerk/brushes) spelen pre-war jazz en roaring twenties-muziek.
De AVROTROS zendt dit concert vanuit Vredenburg Leidsche Rijn live uit op Radio 4. Denkt u eraan dat uw mobiele telefoon uitstaat en uw horloge geen geluid kan maken? Presentatie voor Radio 4 vanuit de zaal door Maartje Stokkers. ➜ WWW.RADIO4.NL
vrijdag 24 januari 2014, 20.15 uur
Jeanne d’Arc op de brandstapel Het oratorium Jeanne d’Arc au bûcher is sinds de eerste uitvoering in mei 1938 een van Honeggers meest succesvolle en geprezen werken. De opdracht kwam voort uit een wens van de welgestelde danseres en choreografe Ida Rubinstein, met wie de componist al meerdere malen had samengewerkt. Het was haar idee zowel het antieke drama als het middeleeuwse mysteriespel in ere te herstellen. Het eerste realiseerde zij met de opdracht aan Igor Stravinsky voor Perséphone (1934), het tweede resulteerde in Jeanne d’Arc au bûcher. Beide opdrachtwerken kennen een nauw verbond tussen gesproken woord en muziek, zoals we dat al langer kennen uit het melodrama. Bovendien zijn de antieke ‘choroi’ terug te vinden in de belangrijke koorpartijen. Perséphone is bovendien, zoals het antieke drama, een ballet. Jeanne d’Arc au bûcher is daartegenover een oratorium waarin het beeld uitsluitend door de woord en klank wordt weergegeven.
Hoop Voor het libretto van Jeanne d’Arc benaderde Rubinstein de bekende katholieke schrijver Paul Claudel. Deze weigerde echter. Er bestonden immers genoeg goede, bruikbare teksten over de maagd van Orléans. Korte tijd later beleefde hij echter in de trein van Parijs naar Brussel een mystieke ervaring: hij zag voor zich de twee geboeide handen van een meisje een kruisteken slaan. Enkele weken later lag de complete tekst over Jeanne bij Honegger op de deurmat. De daarop volgende maanden werkten componist en tekstschrijver zij aan zij aan het oratorium, dat eind augustus 1935 in schets gereed was en waarvan nog hetzelfde jaar op de dag voor Kerstmis de orkestratie kon worden afgerond. Desondanks duurde het nog ruim twee jaar voordat het werk op 12 mei 1938 in Basel in première kon gaan, met Ida Rubinstein zelf in de hoofdrol.
De opdracht kwam voort uit een wens van de welgestelde danseres en choreografe Ida Rubinstein. Het was haar idee zowel het antieke drama als het middeleeuwse mysteriespel in ere te herstellen.
3
4
Zes jaar later voegden Honegger en Claudel nog een proloog aan het werk toe, waarin op het meest uitzichtloze Arthur Honegger moment van de Tweede Wereldoorlog Jeanne d’Arc au bûcher een bijzondere toegevoegde lading heeft gekregen. In Jeanne’s tijd hadden de Engelsen, gesteund door de Bourgondiërs, vrijwel het gehele noorden en westen van Frankrijk in handen. In 1944 waren het de Duitsers die vooral het noorden en oosten bezet hielden. In beide gevallen wachtte men verlamd door de ontberingen op redding. De figuur van Jeanne en haar wonderbaarlijke verhaal verschafte de Fransen hoop. Claudels vertelling kon daarin voorzien doordat zijn tekst zo is opgebouwd dat alles gericht is op hoop en verlossing. Het oratorium begint met het somberste moment: Jeanne is veroordeeld, de brandstapel staat gereed, en broeder Dominique neemt haar de biecht af. Via een aantal flashbacks volgen we vervolgens de beestachtige rechtspraak, de overwinningen van Jeanne als aanvoerder van de Franse legers en de triomftocht samen met de koning naar Reims, het verraad, haar jeugd en roeping en ten slotte de laatste momenten op de brandstapel. Zo begint ook de muziek somber, aards, venijnig, schrijnend, snerend, maar ontwikkelt
zich tot stralend, hymnisch en hemels. Honegger bespeelt het orkest als een ervaren filmcomponist. Hij mengt stijlen van koralen tot jazz, past effecten toe, zoals door het gebruik van de Ondes Martenot met zijn joelende glissandi, en reist door de tijd van de vroege vijftiende tot in de twintigste eeuw. Het resultaat is even fascinerend als enerverend en ten slotte zeker ook verheffend. We leven met Jeanne mee.
De inhoud Het oratorium Jeanne d’Arc au bûcher bestaat uit een proloog en elf scènes. Proloog: Het is oorlog. Het verwoeste land ligt er desolaat bij. De bevolking gaat gebukt onder de plunderingen en brandschattingen van de Engelsen en hun Bourgondische bondgenoten. Karel VI, de Franse koning van het huis van Valois, had zijn zoon onterfd en als rechtmatige troonsopvolger de Engelse koning Hendrik V aangewezen. Tegelijk claimt de hertog van Bourgondië rechten op de troon. Desondanks is Karel VII sinds 1422 koning van Frankrijk, al moet hij zich ten zuiden van de Loire, in Bourges verschansen. Karel is echter nog niet gekroond, want dat kan uitsluitend in Reims, dat nu juist in Engelse handen is. Met de komst van Jeanne, het tienermeisje dat in 1412 in Domrémy in
Het oratorium begint met het somberste moment: Jeanne is veroordeeld, de brandstapel staat gereed.
Lotharingen was geboren en door verschillende visioenen de opdracht had gekregen de Franse koning te hulp te schieten en naar Reims te brengen, keert echter het tij voor Karel. Orléans wordt heroverd op de Engelsen en de tocht naar Reims verloopt in triomf. In 1429 wordt Karel inderdaad gekroond. Wanneer hij meer dan dertig jaar later overlijdt, is Frankrijk niet alleen van de Engelsen verlost, maar tevens omvangrijker dan ooit te voren. Alleen in Calais zitten de Engelsen nog (tot 1558). Jeanne wordt in 1430 echter door de Bourgondiërs gevangen genomen en aan de Engelsen verkocht, die haar vervolgens in Rouen berechten. De bisschop van Beauvais, Pierre Cauchon, treedt op als rechter. Hij is een bondgenoot van de Engelsen en maakt van de rechtspraak een gênante vertoning vol list en bedrog. Het resultaat: Jeanne moet op de brandstapel. Zij kan onmogelijk eigenhandig de koning hebben geholpen en Frankrijk hebben gered. Daar moet een pact met de duivel achter zitten. Na een gedeeltelijke schuldbekentenis mag Jeanne terug naar de gevangenis. Maar uiteindelijk, een week later, herroept zij haar bekentenis en is de doodstraf onherroepelijk. Zij sterft op 30 mei 1431 op de Oude Markt van Rouen. Ondanks het verzoek van de kardinaal van Winchester haar lichaam driemaal te verbranden, opdat werkelijk niets meer overblijft dat als reliek aangegrepen kan worden, wordt Jeanne al spoedig een volksheld en martelaar. In 1920 wordt zij heilig verklaard.
De elf scènes Eerste scène: De stemmen uit de hemel – De zuiverheid van Jeanne klinkt in de fluit en wordt tegenover het kwaad geplaatst met het huilen van de honden in de nacht. Tweede scène: Het boek – Jeanne is inmiddels op de brandstapel en broeder Dominique neemt haar de biecht af. Derde scène: De stemmen van de aarde – Jeanne wordt door de geestelijken en de volksmassa beschuldigd van godslastering, toverij en afvalligheid. Zij wordt met bezwerende teksten in potjeslatijn toegeschreeuwd. De kwaadaardigheid joelt in de Ondes Martenots door het orkest. Vierde scène: Jeanne aan de beesten overgeleverd – Het zijn echter geen priesters maar beesten die hier recht spreken. Bisschop Cauchon, wiens naam op cochon lijkt, dus varken, spreekt recht. De jury bestaat uit blatende schapen. De griffier is een ezel. Zo wordt de rechtspraak een angstaanjagende parodie. Jeanne heeft de Engelsen niet eigenhandig verslagen. En dat geeft zij toe, want God heeft haar geholpen. Dat is onmogelijk, meent de jury. Het moet de duivel zijn geweest. Vijfde scène: Jeanne op de brandstapel – We pikken de draad vanaf de tweede scène weer op. Opnieuw met hondengehuil, likkende vlammen en een verdwaasde en verdoofde Jeanne… Zesde scène: De koningen, of de uitvinding van het kaartenspel – Drie vorsten (Bourgondië – de vrek, Engeland – de trots, en Frankrijk – de domheid) strijden om het bezit van Jeanne. Samen met
5
6
hun edelen leggen zij er een kaartje om. Engeland wint. Zevende scène: Catharine et Margaret – De heiligen Sint Catharina en Sint Margaretha richten zich vanuit de hemel tot Jeanne, terwijl de vlammen om haar heen slaan. Achtste scène: De koning gaat naar Reims – Feestelijke tocht van de koning naar zijn kroning in Reims. Hij wordt vergezeld van een triomferende Jeanne. Het volk juicht langs de route, en is in afwachting van de koning alsof de Messias in aantocht is. Deze en de volgende scène behoren tot de langste van het oratorium en vormen het hart ervan, als muzikaal antidotum na het venijn en de haat van de vorige scènes. Negende scène: Het zwaard van Jeanne – In een gesprek met broeder Dominique hallucineert Jeanne, begeleid door haar lievelingsheiligen, over haar jeugdjaren in Domrémy. Zij legt uit dat haar zwaard niet ‘haat’ maar ‘liefde’ heet. De heilige Catharina en Margaretha bevestigen haar als dochter van God. De muziek is idyllisch en betoverend. Tiende scène: Trimazo – Deze scène is het vervolg van de vorige. Kinderstemmen zingen een volksliedje – Jeanne droomt van de groene velden van haar jeugd. Trimazo is de eerste zondag van mei, waarop drie meisjes (tri mazot) in het wit gekleed met bloemen en linten in hun haar (denk aan de Venus van Botticelli) een lied zingen. Elfde scène: Jeanne d’Arc in de vlammen – Vergezeld door enkele hymnes van Sint Franciscus van Assisi wordt Jeanne aan de vlammen overgeleverd. De maagd
Maria zingt haar toe dat ze niet alleen is. Maar Jeanne is bang. Een priester vraagt Jeanne een valse bekentenis te ondertekenen. Maar dat kan zij niet. Zij kan niet liegen. Ten slotte verlaat haar ziel haar lichaam, in het orkest weergegeven door een opstijgende lijn in de Ondes Martenots. Daarna wordt opnieuw een hymne aangeheven. Leo Samama
“Muziek schrijven is het oprichten van een ladder zonder deze tegen een muur te kunnen steunen. Geen steiger; het gebouw in aanbouw blijft slechts in evenwicht door het wonder van een soort interne logica, van een innerlijke zin voor verhoudingen. Ik ben tegelijk architect en toeschouwer van mijn werk; ik werk en kijk toe. Als een onverhoedse hindernis mij tegenhoudt, verlaat ik mijn werktafel, zet mij in de stoel van de toehoorder en zeg tot mijzelf: ‘Wat zou ik, na gehoord te hebben wat voorafgaat, nu gaarne horen willen, wat mij, zoal niet de huiverig van het genie, dan toch de indruk van welslagen kan geven? Wat zou er logisch moeten volgen om mij te voldoen?’ En ik tracht het vervolg te vinden, niet de banale formule, die iedereen kan zien, maar een nieuw element, waarbij de belangstelling opveert. Van stukje tot stukje groeit volgens deze methode mijn partituur.” Arthur Honegger, Je suis compositeur (1951).
uitvoerenden
Markus Stenz, dirigent
de Munt in Brussel, bij English National Opera, de Lyric Opera of Chicago, San Francisco Opera, de opera’s van Stuttgart en Frankfurt, bij de Glyndebourne Festival Opera en tijdens de festivals van Edinburgh en Salzburg. Sinds zijn debuut als operadirigent in La Fenice in Venetië met Elegy for Young Lovers van Hans Werner Henze leidde hij vele (wereld-)premières, waaronder Henze’s Das verratene Meer in Berlijn, Venus und
Markus Stenz
NARCO BORGGREVE
Markus Stenz is tot 2014 Generalmusikdirektor van de stad Keulen en Gürzenich-Kapellmeister (chef-dirigent van het Gürzenich-Orchester en de Opera van Keulen). Sinds september 2012 is hij chef-dirigent van het Radio Filharmonisch Orkest. Hij is bovendien eerste gastdirigent van het Hallé Orchestra. Eerder was Markus Stenz artistiek leider van het Montepulciano Festival (1989-1995) en chef-dirigent van London Sinfonietta (1994-1998). Beide functies vervulde hij bij het Melbourne Symphony Orchestra (19982004), dat hij in 2000 leidde tijdens de eerste tournee door Europa. Stenz bracht het Gürzenich-Orchester in 2008 naar China, en dirigeerde in datzelfde jaar het eerste optreden dat het orkest maakte tijdens de BBC-Proms in de Londense Royal Albert Hall. In 2010 leidde hij in China de Keulse Opera in de complete Ring des Nibelungen in Sjanghai en Don Giovanni in Peking, plus nog concerten in beide steden. Om het 25-jarige bestaan van het gebouw van de Kölner Philharmonie luister bij te zetten, dirigeerde hij tweemaal Mahlers Achtste symfonie met het Gürzenich-Orchester en 400 zangers uit de regio Keulen/Bonn. Stenz trad op in de Scala in Milaan, in
7
8
Adonis bij de Bayerische Staatsoper in München en L’Upupa und der Triumph der Sohnesliebe tijdens de Salzburger Festspiele van 2003. In Keulen bracht Stenz onder andere de Ring des Nibelungen, Lohengrin, Tannhäuser en Die Meister°fa en Kát’a singer von Nürnberg, Jenu Kabanová, Don Giovanni, en Love and other Demons van Peter Eötvös. Ook bij de Lyric Opera of Chicago leidde hij Kát’a Kabanová, en in december 2009 bracht hij Mahlers Vierde symfonie met het Chicago Symphony Orchestra. Markus Stenz dirigeerde orkesten als het Koninklijk Concertgebouworkest, de Münchner Philharmoniker, het Gewandhausorchester Leipzig, de Berliner Philharmoniker, het TonhalleOrchester Zürich, Los Angeles Philharmonic, Boston Symphony, Minnesota Orchestra en de symfonieorkesten van Dallas, Houston en Seattle. Markus Stenz studeerde aan de Hochschule für Musik in Keulen bij Volker Wangenheim, en in Tanglewood bij Leonard Bernstein en Seiji Ozawa. Hij is drager van het Honorary Fellowship van het Royal Northern College of Music.
Martin Wright, instudering Groot Omroepkoor Martin Wright was artistiek leider van het Koor van de Nederlandse Opera van 2006 tot 2012. Van 1984 tot 1997 was hij koordirigent van de San Diego Opera en bekleedde vergelijkbare functies bij de Los Angeles Opera, de Arizona Opera, de Music Academy of the West, de Wolf Trap Foundation for the Performing Arts en het Rundfunkchor Berlin. Als
Martin Wright
zanger vertolkte hij meer dan dertig operarollen en trad hij concertant op met orkesten in de VS, Azië en Europa alwaar hij in 1981 debuteerde tijdens het Holland Festival. Hij was muzikaal directeur van de San Diego Master Chorale en eerste gastdirigent van de Lyric Opera San Diego. Hij dirigeerde er onder meer Candide, Il barbiere di Siviglia, Die Entführung aus dem Serail, Die Fledermaus en La Cenerentola. Bij andere gezelschappen dirigeerde hij onder meer Don Giovanni, La traviata, Carmen, La finta giardiniera van Mozart en Jenu°fa van Janᡠcek. Van 1993 tot 2002 was Martin Wright chef-dirigent van het Groot Omroepkoor waar hij nog regelmatig terugkeert als gastdirigent. In zijn hoedanigheid als chefdirigent van het Groot Omroepkoor was hij onder andere drie keer dirigent tijdens het Prinsengrachtconcert waarbij hij het koor en respectievelijk Cheryl Studer, Nelly Miricioiù en José Cura dirigeerde. Tijdens zijn chefdirigentschap van het Groot Omroepkoor heeft hij ook twee keer als solist
opgetreden bij concerten van het Groot Omroepkoor, als baritonsolist tijdens een concert met het Metropole Orkest en het Groot Omroepkoor in diverse composities uit Amerikaanse musicals en tijdens een concert met het Radio Filharmonisch Orkest in Roussels Évocations. Martin Wright maakte ook twee keer deel uit van de jury van het Internationaal Vocalisten concours. Met ingang van seizoen 20132014 is Martin Wright benoemd als koordirigent van de Deutsche Staatsoper Unter den Linden in Berlijn.
Guillemette Laurens JEANNE D’ARC Guillemette Laurens studeerde aan het conservatorium van Toulouse. Ondanks haar achtergrond als barokzangeres, zong zij op haar twintigste in de Parijse Opéra Comique onder leiding van Sylvain Cambreling Mother Goose in Stravinsky’s The Rake’s Progress. Daar zong ze ook als Enrichetta in I Puritani naast June Anderson en als Cybèle in Atys van Lully onder leiding van William Christie. Recentelijk vierde ze er haar comeback als Madame Grenu in Ciboulette van Reynaldo Hahn. Met het Belgische muziektheatergezelschap Transparant zong ze recentelijk als Geneviève in Pelléas et Mélisande, een rol die ze binnenkort onder andere aan de opera van Toulon zal zingen. Guillemette Laurens zong mee in Mozarts La clemenza di Tito en Le nozze di Figaro naast Véronique Gens, in Brittens The rape of Lucretia o.l.v. Mirella Giardelli naast Sandrine Piau en in Roland Auzets Panama Al Brown. Ze doceert zang aan
9
Guillemette Laurens
de conservatoria van Toulouse en Toulon en wordt regelmatig gevraagd masterclasses te leiden in Daroca in Spanje, Dieppe, St Bertrand de Comminges, Arcal en aan de operastudio Bastille in Parijs. In 2002 verleende de Franse regering haar de prestigieuze eretitel Chevalier des Arts et des Lettres. Guillemette Laurens werkte mee aan meer dan zestig cd-opnamen.
Sébastien Dutrieux FRÈRE DOMINIQUE
De Belgische acteur Sébastien Dutrieux vertolkte klassiek toneelrepertoire als Shakespeare’s Measure for measure, Poesjkins Mozart en Salieri, Crommelyncks Les amants puérils, Feydeaus On purge bébé en modern repertoire als Caryl Churchills Copies, Fausto Paravidino’s Nature morte dans un fossé, David Hare’s L’heure verticale, en David Lewis’ The Monkey’s Uncle. Sébastien Dutrieux werkte in diverse theaters in België,
10
MARCO BORGGREVE
Sébastien Dutrieux
zoals het Nationaal Theater, Le Rideau in Brussel en het Centrum voor Schone Kunsten. Verder trad hij op in een Franstalige versie van De zwarte monnik van Tsjechov door Denis Marleau. De voorstelling ging in Montréal, Ottawa, Québec en diverse steden in Frankrijk en België. Sébastien Dutrieux trad op als verteller in Le carnaval des animaux van Saint-Saëns in Brussel, in Le neveu de Rameau van Diderot, in Le roi David van Honegger (in Utrecht en Haarlem), in l’Histoire de Babar van Poulenc, in Peer Gynt van Grieg en De vuurvogel van Stravinsky. Sébastien Dutrieux wordt regelmatig uitgenodigd voor openbare lezingen van auteurs als Thomas Mann en Shakespeare. Hij werkte samen met dirigenten zoals Sylvain Cambreling, Michael Schønwandt, Daniel Klajner, Cornélius Meister, Ariane Matiakh, Jacques Mercier, Boudewijn Jansen en Laurent Gendre.
Benoît De Leersnyder RÉCITANT Benoît De Leersnyder studeerde rechten en zang en was in 2000 laureaat van de Operastudio Vlaanderen. Hij werkte samen met regisseurs als Ronny Lauwers, Philippe Sirieul, François de
Benoît De Leersnyder
Carpentries, Willy Decker, Guy Joosten, Christof Loy en Waut Koeken. Hij zong de rol van Schlendrian in Bachs Kaffeekantate (Pocketopera), Conte Almaviva in Le nozze di Figaro (Operastudio Koninklijke Muntschouwburg), Malatesta in Don Pasquale (Zomeropera Alden Biesen) en Papageno in de Toverfluitproductie van Waut Koeken. Voorts nam hij deel aan Les mamelles de Tirésias (Grand Théâtre du Luxembourg), en aan Death in Venice (in de regie van Deborah Warner), een voorstelling waarin Benoît De Leersnyder na De Munt ook zijn debuut maakte in La Scala in Milaan (2011). Verder zong hij in Lulu in De Munt in Brussel. In het hedendaags repertoire verleende hij zijn medewerking aan concerten met muziek van Claude Coppens, Dieter Schnebel, John Cage, Karlheinz Stockhausen en creëerde hij werken van Alvaro Guimaraes en Johan De Smet. In 2011 zong hij de hoofdrol in de wereldcreatie van Der Turm van Claude Lenners (Théâtre du Luxembourg, regie Waut Koeken). Benoît De Leersnyder is ook actief als regisseur. Recentelijk regisseerde hij bij Operastudio Vlaanderen Die Zauberflöte en
11
scenische producties van Winterreise en een voorstelling rondom liederen van Hugo Wolf. Hij staat regelmatig regisseurs als Laurent Pelly, Waut Koeken en Michael Haneke bij.
Arnaud Richard RÉCITANT Arnaud Richard studeerde met hoogste onderscheiding af aan het conservatorium van Caen. Hij brak internationaal door als Aeneas in Purcells Dido and Aeneas in 2010. Meer recent werkte hij mee aan L’Ecume des jours (als Nicolas) van Edison Denisov (Opera van Stuttgart). Verder zong hij in Atys van Lully met Les Arts Florissants onder William Christie in Aix-en-Provence, Versailles en New York in 2011, in David et Jonathas (Charpentier), eerst als Guerrier in Aixen-Provence, later als Saül aan de Opéra Comique in Parijs en de opera van Caen, opnieuw met Les Arts Florissants onder leiding van William Christie. Verder zong hij Schumanns Das Paradies und die Peri in de Salle Gaveau in Parijs. En afgelopen oktober zong hij in La Grande Messe des Morts van Gossec in de Sainte Chapelle van het kasteel van Versailles.
Arnaud Richard
Monique Krüs
Monique Krüs LA VIERGE Monique Krüs studeerde aan het conservatorium van haar geboortestad Utrecht en aan het Mozarteum in Salzburg. Drie jaar was de sopraan vast verbonden aan het operahuis van Essen. Sindsdien zong ze in operahuizen en concertzalen in binnen- en buitenland. Met haar dramatische coloratuursopraanstem beheerst ze een repertoire variërend van Violetta in La traviata of Konstanze in Die Entführung aus dem Serail tot hedendaags werk. Zo zong ze bij de Staatsoper Stuttgart in de wereldpremière van Giuseppe e Sylvia van Hölsky, tijdens de Warschauer Herbst in Tattooed Tongues van Martijn Padding, en in Amsterdam bij De Nederlandse Opera in Hiero van Guus Janssen. Zij werkt met vele Nederlandse orkesten en met dirigenten als Reinbert de
12
Leeuw, Peter Eötvös en Michael Schønwandt. Ze zong in het Stabat Mater van Pergolesi in de Nederlandse vertaling van Willem Wilmink door het Orkest van het Oosten o.l.v. Jaap van Zweden. In de NTR ZaterdagMatinee was zij te horen in o.a. het Requiem van Ligeti, in Arabella van Strauss, de virtuoze Cantata alla Fiaba estrema van Henze en de Three Shakespeare Songs van Ton de Leeuw, en onlangs in de hoofdrol in Hôtel de Pékin van Willem Jeths. Bij de
An De Ridder
oprichting van Opera Spanga in Friesland was zij nauw betrokken, en ook bij het populaire Utrechtse Oudegracht Opera Concert, waarvan zij artistiek leider was. Ook als componist is Monique Krüs actief. In 2007 vertolkte zij de sopraanpartij in haar eerste eigen opera God’s Videotheque op uitnodiging van Opera Spanga. Voor Orkest Zuid maakte zij Grief of Gravity, een cantate voor symfonisch blaasorkest, koor en sopraan, uitgevoerd o.a. in het Muziekgebouw aan ’t IJ. In opdracht van de gemeente Utrecht schreef zij voor de herdenking van de Vrede van Utrecht in 2013 een opera op een libretto van Arthur Japin.
An De Ridder MARGUERITE De sopraan An De Ridder studeerde aan het conservatorium van Maastricht, waar ze zowel de opleiding solozang als de operaklas cum laude afsloot. Ze volgde daarna lessen en masterclasses bij o.a. Malcolm Martineau (Britten Pears Programme 2009), Craig Rutenberg, Margreet Honig, Roberta Alexander, Niels Muus, Rudolf Jansen, Susanna Eken, Michael Chance, Michael Eliasen en Pietro Rizzo. An
Élodie Méchain
De Ridder was ensemble-lid van Operastudio Nederland in 2007-2008. Snel volgde haar debuut bij de Vlaamse Opera als Pamina in Die Zauberflöte, en zong ze als Nannetta in Falstaff bij Opera Zuid, L’enfant in L’enfant et les sortilèges bij het European Opera Centre en Adèle in Die Fledermaus bij Zomeropera in Alden Biesen. An De Ridder was in 2010 finalist in de Merola Auditions in New York. Bij het Amsterdamse Grachtenfestival zong An De Ridder in 2008 als Janthe in Marschners Der Vampyr, en als Nanetta in Falstaff was ze in 2009 te gast bij Opera Zuid in Maastricht. In seizoen 2010/11 debuteerde ze als Adele in Die Fledermaus bij het Staatstheater
in Wiesbaden en in 2013 was ze bij de Vlaamse Opera in Antwerpen als Blumenmädchen in Parsifal te horen. Liedrecitals gaf An De Ridder in Liverpool, Amsterdam en Brussel.
Élodie Méchain CATHÉRINE Élodie Méchain studeerde zang bij Annie Tasset en Gundula Janowitz, en bij Margreet Honig in Amsterdam. Zij was laureaat van het concours Voix Nouvelles 98, en in 2000 Révélation Artiste Lyrique de l’Adami. Zij was te horen in Mozarts Krönungsmesse in Straatsburg, in Rossini’s Le comte Ory in Luik, in Pelléas et Mélisande in Toulon, en in Dido and Aeneas in Rennes. Ander repertoire dat zij vertolkte was Wagners Wesendonk-Lieder, Roméo et Juliette van Berlioz, Die Zauberflöte van Mozart en Giulio Cesare van Händel. Élodie Méchain heeft een voorliefde voor Franse (Debussy, Fauré, Ravel, Chausson) en Duitse (Brahms, Schubert, Schumann, Strauss, Wagner) liedkunst. Ze werkte mee aan de eerste opname van de oorspronkelijke versie met piano van Debussy’s Pelléas et Mélisande. De afgelopen seizoenen zong ze in Manon met het Bayerische Rundfunkorchester, in Ariane à Naxos (Dryade) in Lyon, in Die Zauberflöte in Toulouse, Genève en Parijs, in Dido and Aeneas in Rennes, in Pelléas et Mélisande (Geneviève) in Toulon, Nancy, Rouen en Amsterdam met het Concertgebouw Orkest, in Rusalka tijdens het Glyndebourne Festival, in Le Roi David van Honegger in Amsterdam en bij het National Symphony Orchestra of Ireland en als Quickly in Falstaff in Metz.
Donald Litaker, tenor De Amerikaanse tenor Donald Litaker studeerde bij Daniel Ferro (Juilliard School, New York) en behaalde diploma’s aan de North Carolina School of the Arts, de Manhattan School of Music (Master of Music) en de Accademia Musicale Chigiana in Siena waar hij studeerde bij Giorgio Favaretto. Zijn carrière begon met Das Rheingold in Keulen en met Salome en Der fliegende Holländer in Bonn. Internationaal brak
Donald Litaker
hij door in Tannhäuser in Florence en met Salome in Catania. In het Concertgebouw in Amsterdam was hij te horen in Stravinsky’s Œdipus Rex, Enesco’s Œdipe, Cherubini’s Lodoïska, Glucks Alceste en Hindemiths Cardillac. In Rotterdam zong hij in Gounods Faust en Verdi’s Un ballo in maschera. Verder zong hij diverse rollen in Frankrijk en New York. Concertmuziek, missen en oratoria zong Donald Litaker onder meer in Oostenrijk, Frankrijk, de VS, Japan, Israël, Engeland, Portugal en Spanje. Donald Litaker verzorgde masterclasses in Israël en Italië en is docent aan de Staatliche Hochschule für Musik in Karlsruhe.
13
14
van Britten, Melisso in Alcina van Händel, Curio in Giulio Cesare van Händel, Puccini’s Gianni Schicchi, Macrobio in La Pietra del Paragone van Rossini en Mercutio in Roméo et Juliette van Gounod.
Daphne Druijf, spreekstem
Ludovic Provost
Ludovic Provost, bariton Ludovic Provost studeerde aan het conservatorium van zijn geboortestad Perpignan en in Parijs. Hij debuteerde in 1997 bij La Maîtrise du Centre de Musique baroque de Versailles en vervolgde zijn studie bij Yves Sotin. Later studeerde hij bij de Dutch National Opera Academy onder leiding van Alexander Oliver, en bij Margreet Honig. Hij was finalist van onder meer het Concours Lyrique en Marmandais. Ludovic maakte deel uit van Het Nederlands Kamerkoor, de Nederlandse Bachvereniging en Les Arts Florissants en is nu bariton in het Groot Omroepkoor. Hij zingt ook als solist onder leiding van Alfredo Bernardini, William Christie, Richard Egarr, Christophe Rousset en Olivier Schneebeli. Momenteel is hij ook lid van de hedendaagsemuziekensemble Vocaallab. Ludovic Provost zong rollen als Mozarts Figaro, Demetrius in Midsummernight’s Dream
De sopraan Daphne Druijf volgde zanglessen bij Erna Spoorenberg en Aafje Heynis en studeerde in 1991 af aan de operaklas van het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam. Ze vervolgde haar vocale training met de zomercursus van het Internationaal Opera Centrum Nederland en masterclasses bij Jard van Nes en Roberta Alexander. Op haar repertoire staan rollen in opera’s en operettes als Nella in Gianni Schicchi, Rosalinde in Die Fledermaus, Saffi in Der Zigeunerbaron, Hanna in Die Lustige Witwe en Silva in Die Csárdásfürstin. Ook in musical is zij thuis. Zo was zij te zien in Nederland en België als Carlotta in The Phantom of the Opera, als Zuster Margaretta in The
Daphne Druijf
Sound of Music en als Bianca Castafiore in Kuifje-De Musical. Als concertzangeres trad Daphne Druijf o.a. op met het Concertgebouw Kamer Orkest en dirigent Charles de Wolff in het Requiem van Mozart en het Magnificat van Bach en bij het Groot Omroepkoor en dirigent Uwe Gronostay in het Requiem van Daniël de Lange. Voor de NPS-Radio zong zij bij het Radio Symfonie Orkest onder leiding van James Wood de wereldpremière van Bloed 1 van Cornelis de Bondt.
Het RFO werkte samen met befaamde gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Riccardo Muti, Kurt Masur, Charles Dutoit, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennady Rozhdestvensky, Peter Eötvös, Vladimir Jurowsky en Valery Gergiev. Het RFO levert belangrijke bijdragen aan de NTR ZaterdagMatinee en Het Zondagochtend Concert in het Amsterdamse Concertgebouw, en aan De Vrijdag van Vredenburg te Utrecht. Het RFO excelleert in bijzonder geprogrammeerde symfoniRadio Filharmonisch Orkest sche concerten en concertante operaHet Radio Filharmonisch Orkest (RFO) uitvoeringen, waarbij het regelmatig bezet een prominente plaats in het eerste uitvoeringen in Nederland en Nederlandse muziekleven. Door een wereldpremières betreft. Naast de cononuitputtelijk streven naar de hoogste certen in de omroepseries was het RFO artistieke kwaliteit en een uitgebalan- onder andere te horen op het Festival ceerde programmering groeide het Musica 2008 en tijdens de BBC Proms momenteel honderd musici sterke or- 2011 in de Royal Albert Hall. kest uit tot een van de beste orkesten Het Radio Filharmonisch Orkest heeft van Nederland. Het orkest werd in een indrukwekkende plaat- en cd-cata1945 opgericht door Albert van Raalte logus opgebouwd. Op verschillende en werd nadien geleid door achtereen- labels verschenen vanaf de jaren ’70 volgens Paul van Kempen, Bernard legendarische grammofoonplaten met Haitink, Jean Fournet, Willem van Ot- dirigenten als Leopold Stokowski en terloo, Hans Vonk, Sergiu Comissiona, Antal Doráti. Onder leiding van Jean Fournet werd een serie cd’s gerealiseerd Edo de Waart en Jaap van Zweden. In 2012 werd Markus Stenz aangesteld als met Frans repertoire. Opnamen van de chef-dirigent. De Amerikaanse dirigent complete symfonieën van Mahler onder leiding van Edo de Waart verschenen James Gaffigan is vaste gastdirigent op cd, alsook een unieke Wagner-box sinds het seizoen 2011-2012. Met inen de complete orkestwerken van gang van augustus 2013 maakt het RFO deel uit van de Stichting Omroep Rachmaninov. Cd’s met werken van Muziek, samen met het Groot Omroep- hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson en Jan van koor en de productie-afdeling van de Vlijmen werden onderscheiden met concertseries van Radio 4 (NTR en prijzen en eervolle vermeldingen. Met AVROTROS).
15
16
dirigent Mark Wigglesworth werden de symfonieën van Sjostakovitsj op cd vastgelegd, en onder leiding van Jaap van Zweden verscheen een Brucknercyclus. De live-registratie van Wagners Parsifal, in de NTR ZaterdagMatinee onder leiding van Van Zweden, werd onderscheiden met de Edison Klassiek 2012 in de categorie Opera. ➜ WWW.RADIOFILHARMONISCHORKEST.NL ➜ Volg het Radio Filharmonisch Orkest op twitter (@radiofilhorkest) en facebook
Groot Omroepkoor
omroep, en wordt daarnaast met enige regelmaat uitgenodigd door het Koninklijk Concertgebouworkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Berliner Philharmoniker. In de NTR ZaterdagMatinee voerde het koor vele wereldpremières uit, en werken van hedendaagse componisten als Ligeti, Boulez, Birtwistle, Kagel, Reich, Wagemans, Adès en Adams. Op cd’s schittert het Groot Omroepkoor in een breed repertoire, met opnamen van onder meer Keuris, MacMillan, Mahler, Poulenc, Rossini en Wagner. De eerste officiële chef-dirigent van het Groot Omroepkoor was Kenneth Montgomery. Na hem waren respectievelijk Robin Gritton, Martin Wright, Simon Halsey en Celso Antunes chefdirigent van het koor. Sinds het seizoen 2012-2013 is Gijs Leenaars chef-dirigent. Michael Gläser is vaste gastdirigent van het koor sinds september 2010. Vanaf augustus 2013 maakt het Groot Omroepkoor deel uit van de Stichting Omroep Muziek, samen met het Radio Filharmonisch Orkest en de productie-afdeling van de concertseries van Radio 4 (NTR en AVROTROS).
Het Groot Omroepkoor is met zestig vocalisten het grootste professionele koor van Nederland. Sinds de oprichting in 1945 brengt het koor een breed repertoire, uiteenlopend van barok tot en met eigentijdse muziek. Voor de uitvoering van dit repertoire werkt het koor in wisselende bezettingen, afhankelijk van het werk en de wens van de dirigent. Het Groot Omroepkoor werkte samen met gastdirigenten als Marcus Creed, Peter Dijkstra, Stefan Parkman ¸ s. met oude-muzieken Kaspars Putninˇ specialisten als Frans Brüggen, Philippe Herreweghe, Nikolaus Harnoncourt en Ton Koopman. In het grote koor➜ WWW.GROOTOMROEPKOOR.NL symfonische repertoire en concertante ➜ Volg hetGroot Omroepkoor via twitter (@grootomroepkoor) en operaproducties werd opgetreden onfacebook der leiding van dirigenten als Jaap van Zweden, Riccardo Chailly, Peter Eötvös, Sir Simon Rattle en Mariss Jansons. Het Groot Omroepkoor treedt veelal op met het Radio Filharmonisch Orkest in de concertseries van de publieke
Nationaal Kinderkoor & Wilma ten Wolde Het Nationaal Kinderkoor (11 t/m 15 jaar) zingt meestal klassieke muziek en werkt regelmatig mee aan producties van orkesten als het Koninklijk Concertgebouworkest en de Berliner Philharmoniker. Dit jaar maakt het Nationaal Kinderkoor de dvd ‘Sing and Perform in Style’, een instructie-dvd voor kinderkoordirigenten en basisschoolleerkrachten. In 2010 is het Nationaal Kinderkoor uitgenodigd als gastkoor in het Europäischer Jugendchor Festival Basel. Met het Radio Filharmonisch Orkest wordt het War Requiem van Benjamin Britten uitgevoerd. De kinderen wonen verspreid over het land en een team van zestien docenten verzorgt de opleiding. De wekelijkse lessen worden gegeven in regionale lesplaatsen (Amersfoort, Amsterdam, Den Haag, Groningen, Rotterdam, Tilburg, Utrecht, Zuidwolde en Zutphen). Eens in de maand verzamelen de kinderen zich voor een landelijke studiedag of studieweekend. Voor kinderen van zes tot tien jaar zijn er voorbereidende zangklassen en opleidingskoren. Het Nationaal Kinderkoor wordt georganiseerd door Vocaal Talent Neder-
MARCO BORGGREVE
Nationaal Kinderkoor
land, een nationaal opleidingsinstituut met als missie om muzikaal getalenteerde kinderen (vanaf zes jaar) en jongeren (vanaf zestien jaar) tot bloei te brengen. De stichting biedt een opleidingstraject aan voor zangonderwijs, solfège, ensemblezang en algemene muziekleer. Uitgangspunt is om kinderen en jongeren vaardigheden aan te reiken om zelfstandig te kunnen musiceren. De stichting organiseert drie nationale koren, het Nationaal Kinderkoor, het Nationaal Jongenskoor en het Nationaal Jeugdkoor. Beschermheer van de stichting is Sir Simon Rattle, chefdirigent van de Berliner Philharmoniker. Dirigent en artistiek leider is Wilma ten Wolde, een internationaal vooraanstaand deskundige op het gebied van de training van jonge zangers. Zij geeft masterclasses in binnen- en buitenland en is jurylid bij diverse internationale festivals. Eerder was zij docent aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag op de vakgebieden solfège en ensemblezang. Zij coacht een aantal Nederlandse kinderkoordirigenten. Wilma ten Wolde bereidde koorproducties voor met Vocaal Talent Nederland voor dirigenten als Sir Simon Rattle, Mstislav Rostropovitsj, Bernhard Haitink, Nikolaus Harnoncourt, Riccardo Chailly, Jaap van Zweden, Ed Spanjaard en Iván Wilma ten Wolde Fischer.
17
18
Radio Filharmonisch Orkest BESCHERMHEER Bernard Haitink CHEF-DIRIGENT Markus Stenz HONORARY CHIEF CONDUCTOR Jaap van Zweden ERE-DIRIGENT Edo de Waart VASTE GASTDIRIGENT James Gaffigan
EERSTE VIOOL Joris van Rijn Semjon Meerson Alexander Baev Fred Gaasterland Roswitha Devrient Maria Escarabajal Alberto Facanha Johnson Josje ter Haar Julija Hartig Kerstin Kendler Anna Korpalska Pamela Kubik Pedja Milosavljevic Gerrie Rodenhuis Pieter Vel Ruud Wagemakers TWEEDE VIOOL Casper Bleumers Andrea van Harmelen Sarah Loerkens Zofia Balcar Ian van den Berk Yvonne Hamelink Annemarie van Helderen Esther Kövy Renate van Riel Alexander van den Tol Nina de Waal Frits Wagenvoorde Paul Hendriks Robbert Honorits ALTVIOOL Francien Schatborn Huub Beckers Arjan Wildschut Annemijn den Herder Annemarie Konijnenburg Erik Krosenbrink Igor Bobylev Lotte de Vries Ewa Wagner Maartje van Lent Ruben Sanderse Stanislava Stoeva
CELLO Michael Stirling Anton Istomin Eveline Kraayenhof Winnyfred Beldman Mirjam Bosma Crit Coenegracht Sebastiaan van Eck Anneke Janssen Ansfried Plat Arjen Uittenbogaard
TROMPET Hessel Buma Hans van Loenen Raymond Rook Hans Verheij
CONTRABAS Rien Wisse Walter van Egeraat Annika Hope Edward Mebius Jim Schultz Sjeng Schupp Stephan Wienjus Marijn van Prooijen
PAUKEN Bas Voorter
FLUIT Barbara Deleu Maike Grobbenhaar
PIANO / CELESTA Stephan Kiefer Reinier Houdt Pauline Post
HOBO Aisling Casey Yvonne Wolters KLARINET Arjan Woudenberg Esther Misbeek Diede Brantjes FAGOT Hajime Konoe Freek Sluijs Birgit Strahl Desirée van Vliet SAXOFOON Femke IJlstra Niels Bijl Lars Niederstrasser
TROMBONE Herman Nass Jaume Gavilan Agullo Victor Belmonte Albert Brandt Attema
SLAGWERK Hans Zonderop Mark Haeldermans Vincent Cox Esther Doornink Gerda Tuinstra
ONDES MARTENOT Fabienne Martin-Besnard
Groot Omroepkoor
Nationaal Kinderkoor
CHEF-DIRIGENT Gijs Leenaars
Laura Akhmetchina Madeleine Bartels Emma Becker Antonia Besselink Gizella van Beveren Femke Bruggeman Sofie Cai Lina Campanella Xenia Dees Floor van Dijk Noor Eddes Camí Engelbrecht Diana van Faassen Sophia Faltas Sacha Gijsbers Fenna Heijbroek Jet van de Hoeve Iris Holleman Neeltje Kanneworff Annefleur Kirpensteijn Ada Korteknie Anna Sofie Krämer Marileen van Leeuwen Rosa Ligtermoet Leonie Meijer Joelle Ocheng Nimaro Ocheng Levy Pletting Dora Raykova Hella de Ridder Adriana Rio Noëmi Schermann Floor Smeets Hille Steenhuis Pien Stegeman Karen Stok Clara Vliet Anna Vroegindeweij Roos Wijker Yente Wilms
VASTE GASTDIRIGENT Michael Gläser SOPRANEN Annelie Brinkhof Elma van den Dool Daphne Druijf Loes Groot Antink Anitra Jellema Margo van Laack Simone Manders Bauwien van de Meer Tanja Obalski Judith Petra Margo Post Maja Roodveldt Annette de Rozario Mijke Sekhuis Sharon Snellenberg (stagiaire) Liesbeth Vanderhallen Dorien Verheijden Yuko Yagishita
TENOREN Alan Belk Kevin Doss Boguslaw Fiksinski Mattijs Hoogendijk Gerben Houba Peter-Paul Houtmortels Marius Kwaks Falco van Loon Ioan Micu Aart Mateboer Matthew Minter Matthew Smith Henk Vels John Vredeveldt Deniz Yilmaz
ALTEN Yvonne Benschop Femke de Boer Nicoline Bovens Ans van Dam Marjan van Eldik Kazue Goto Jose Kamminga Anneke Leenman Els Liebregt Suzanne Meessen Marga Melerna Netty Otter-Visser Anjolet Rotteveel Lisinka de Vries Harda van Wageningen Anke Zuithoff Pierrette de Zwaan
BASSEN Gert-Jan Alders Yonathan van den Brink (stagiaire) Mathias Dirks Peter Duyster Joep van Geffen Geert van Hecke Henk van Heijnsbergen Pieter Hendriks Palle Fuhr Jørgensen Itamar Lapid Gilad Nezer Ludovic Provost Menno van Slooten Lars Terray Allard Veldman (stagiair) Hans de Vries Nanco de Vries
19
KOMENDE CONCERTEN IN
20 SERIE RICHARD STRAUSS / AVRO KLASSIEK
SERIE MUZIKALE MEESTERWERKEN
7 februari 2014, 20.15 uur inleiding Leo Samama 19.30 uur
14 februari 2014, 20.15 uur inleiding Huib Ramaer 19.30 uur
Een zonnig hoornconcert
Ton Koopman 70 jaar
Radio Filharmonisch Orkest
Amsterdam Baroque Orchestra o.l.v. Ton Koopman orgel
Alexander Vedernikov dirigent Stefan Dohr hoorn Szymanowski Concertouverture Richard Strauss Hoornconcert nr. 1 Badings Symfonische proloog Sjostakovitsj Symfonie nr. 6
Alexander Vedernikov
Tini Mathot orgel Klaus Mertens bas Verena Gropper sopraan Ariel Hernandez tenor J.S. Bach Orgelconcert BWV 1059R (naar cantate BWV 35) J.S. Bach Sinfonia uit cantate BWV 209 (‘Non sa che sia dolore’) J.S. Bach ‘Schweigt stille, plaudert nicht’ Kaffeekantate BWV 211 C. Schaffrath Concert in a voor twee orgels en orkest (Ton Koopman en Tini Mathot, orgel) J.C.F. Bach Sinfonia in Bes
colofon PROGRAMMERING
RANDPROGRAMMERING AVROTROS RADIO4
REDACTIE PROGRAMMABOEK
Astrid in ’t Veld
Thea Derks en Victor Striker
Clemens Romijn
PRODUCTIE
EINDREDACTIE RADIO4 AVROTROS
EINDREDACTIE
Manon Tuynman en Sandra Eil
Tim Moen
Onno Schoonderwoerd
PUBLICITEIT & PRODUCTIE JONG TALENT
CASTING DIRECTOR
VORMGEVING
Anne Marie van Doorn
Mauricio Fernández
Dorine Verharen
ADMINISTRATIE EN FINANCIËN
ARTISTIEK LEIDER
DRUK
Anneke de Vries
Kees Vlaardingerbroek
Van der Weij BV Hilversum
PRESENTATIE RADIO 4
PROGRAMMATOELICHTING
OMSLAGILLUSTRATIE
Mark Brouwers, Ab Nieuwdorp en Maartje Stokkers
Leo Samama
Gustav Klimt, schets voor een fries in Palais Stoclet, Brussel, 1908-10.