A eerste concert A-serie 52e seizoen • 22 september 2012, 14.15-16.15 uur
Radio Filharmonisch Orkest James Gaffigan dirigent Simone Lamsma viool
Karl Amadeus Derde symfonie 1949 Hartmann I. Largo ma non troppo – Allegro con fuoco (Virtuose Fuge) 1905-1963 II. Adagio (mit bewegten Ausdruck) – Andante Allegro Moderato (wuchtig) – Andante – Adagio pauze Jean Sibelius De bard, opus 64 1913 1865-1957 Dmitri Tweede vioolconcert in cis, opus 129 1966 Sjostakovitsj Moderato 1906-1975 Adagio Adagio – Allegro
A Facebook
Uitzending Radio 4
en twitter
en terugluisteren via internet
Volg het laatstenieuws rond de NTR ZaterdagMatinee op onze eigen Facebook-pagina en klik ‘vind ik leuk!’
Deze NTR ZaterdagMatinee wordt rechtstreeks uitgezonden op Radio 4. Via de ZaterdagMatinee-website kunt u de opname terugluisteren. www.zaterdagmatinee.nl
... en op twitter: @ZaterdagMatinee
De broers Jussen in het radio 4 concerthuis In een aan hen gewijd Jussen-weekend spelen de broers Arthur en Lucas deze week in Utrecht. Op 20 april aanstaande spelen zij de Scottish Ballad van Benjamin Britten in de NTR ZaterdagMatinee. In het Radio 4 Concerthuis hoort u recitals van de twee in de kamermuziek zaal. In de orkestmuziek zaal worden de broers begeleid door internationale orkesten. Ga naar radio4.nl/concerthuis
it is het eerste concert D in de serie ‘Het Universum van Hartmann’. Een compleet overzicht van alle negen concerten in deze serie vindt u op zaterdagmatinee.nl (‘hartmann horen’)
NTR Podium documentaires & concerten op nederland 2 zondag 23 september 13.00 uur · joey roukens · Roukens (29) schreef voor het Asko|Schönberg en het Koninklijk Concertgebouworkest. Vorig jaar vroeg de Matinee hem een pianoconcert te maken voor pianist Ralph van Raat. In dit Concerto Hypnagogique liet Roukens zich inspireren door de gemoedstoestand waarin wij ons bevinden tussen waken en slapen. maandag 24 september 23.55 uur · concertregistratie · Roukens: Concerto Hypnagogique. Radio Kamer Filharmonie o.l.v. Thierry Fischer, Ralph van Raat (piano) www.ntrpodium.ntr.nl
2
eerste concert A-serie 52e seizoen • 22 september 2012
Voorbij de einder
Hoe reageert een mens, een componist op een ingrijpende gebeurtenis? Veran deren zijn keuzes? Verandert zijn muzikale taal, verandert zijn weg? Het antwoord op deze vraag lijkt het thema van het programma van vandaag. Toen de Duitser Karl Amadeus Hart mann, de centrale componist in dit ZaterdagMatineeseizoen, te maken kreeg met het naziregime, besloot hij alle veroordelingen vóór te zijn en weigerde uitvoeringen van zijn werk in zijn vaderland. Hij trok zich terug uit het Duitse muziekleven, ging in ‘innere Emigration’, innerlijke ballingschap, en kwam eruit als een bevlogen humanist die het steevast opnam voor de zwakke ren in de samenleving. Na de oorlog brak hij in zijn legendarische concert serie Musica Viva in München boven dien een lans voor herboren creatieve geesten zoals Carl Orff, Paul Hindemith en Ernst Krˇenek, herintroduceerde hij de werken van componisten als Arnold Schönberg en Igor Stravinsky en gaf hij ruim baan aan de jongste garde: van Hans Werner Henze tot Luciano Berio en Luigi Nono. De Fin Jean Sibelius moest niet alleen omgaan met de overheersing van de Russen, maar ook met zijn eigen achter
grond: hij behoorde tot de Zweeds sprekende minderheid in eigen land. Het feit dat hij desondanks uitgroeide tot het boegbeeld van de Finse nationa listische muziek moet volgens biogra fen als Glenda Dawn Goss geleid heb ben tot menige muzikale crisis en persoonlijke depressie. Nadat zijn laatste werken in de jaren ’20 meer naar binnen gekeerd en individueler werden dan ooit, hield Sibelius de actieve muziek de laatste dertig jaar van zijn leven voor gezien. Dmitri Sjostakovitsj tot slot moest, net als Hartmann, een groot deel van zijn leven de politieke censuur weerstaan. Censuur waarmee hij soms kon spelen, kon dollen. Die kon hij uitdagen en bestrijden met cynisme en jolijt. En ook bij hem grepen in eerste instantie de gebeurtenissen van de Tweede Wereld oorlog diep in. Maar pas nadat hij als gevolg van een serieuze hartaanval de dood in de ogen had gekeken, veran derde zijn muzikale taal echt. In de belangrijkste werken die hij na 1966 schreef, zoals zijn Tweede vioolconcert, werd Sjostakovitsj introspectiever, alsof hij zijn luisteraars duidelijk wilde maken wat zijn hart hem ingaf. Waar opdrachtwerken als Mars van de Sovjet-
3
Don’t give up you still have us don’t give up we don’t need much of anything don’t give up ‘cause somewhere there’s a place where we belong
‘Voor mijn vrienden die honderd doden sterven en die voor eeuwig moeten slapen; we zullen jullie niet vergeten.’ Met deze opdracht in de partituur van Miserae protesteerde Hartmann in 1933 tegen het concentratiekampin Dachau. Natuurlijk kreeg hij onmiddellijk te maken met de Reichsmusikkammer.
Hartmanns Derde symfonie Zoals veel composities van Karl Ama deus Hartmann is ook zijn in 1949 voltooide Derde symfonie getekend door de gebeurtenissen in nazi-Duitsland. Toch kent het werk, ondanks de zware, zelfs grimmige ondertoon, vele momen ten van speelse lichtvoetigheid, bij Karl Amadeus Hartmann voorbeeld in de ‘Virtuose Fuge’ aan het einde van het eerste deel. Militia en het symfonisch gedicht Het is deze samenkomst van scherpe Oktober nog bol kunnen staan van de contrasten die het oeuvre van Hart ‘gevraagde’ muzikale Sovjetretoriek, mann bindt met de muziek van Dmitri bevat het Tweede vioolconcert geen cynis Sjostakovitsj. Op basis van de traditie me meer, geen kwinkslagen, maar de en de vele nieuwe impulsen uit het diepe ernst van een man die om het begin van de twintigste eeuw probeer leven geeft, zich zorgen maakt om de den zowel Hartmann als Sjostakovitsj toekomst en toch met zijn noten een de muziek te herdefiniëren. Beiden uitweg wil bieden. kregen daarbij te maken met behoorlijk Wat dat aangaat hebben Hartmann, wat tegenstand, zowel van de kant van Sibelius en Sjostakovitsj persoonlijke – collega’s en docenten, als van over en historische – crises op vergelijkbare heidswege. De afmattende strijd van wijze vertaald. Want hoewel (respectie Sjostakovitsj met de machthebbers is velijk) de Derde symfonie, het symfonisch vaak breed uitgemeten. Maar toen gedicht De bard en het Tweede vioolconcert Hartmann met Miserae (1933) protes niet de vrolijkste muziek is die ze teerde tegen het eerste concentratie schreven, gloort achter hun noten wel kamp in Dachau en het werk de op een hoopvolle horizon. Hun muziek dracht ‘voor mijn vrienden die honderd roept, lonkt en bezingt in abstractie doden sterven en die voor eeuwig wat de popzanger Peter Gabriel in de moeten slapen. We zullen jullie niet jaren ’80 concreet benoemde in de song vergeten’ meegaf, kreeg ook hij met het Don’t give up: bewind te maken: met de (anti-)cultuur
4
politiek van Joseph Goebbels en de Reichsmusikkammer. Het werk werd direct bestempeld als atonaal en dege nererend. Hartmann wachtte niet op mogelijke verdere banvloeken van het regime, maar trok zich uit protest terug uit het muzikale leven in Duitsland. Hoewel hij in het buitenland wel mondjesmaat werd uitgevoerd, waren de oorlogsjaren vooral een tijd van vele scheppingen die pas na 1945 publieke lijk klonken. De muziek die hij schrijft tijdens deze ‘innerlijke ballingschap’ zit vol grim migheid en verzet. Zo laat hij in zijn tussen 1933 en 1935 geschreven en aan dirigent Hermann Scherchen opgedra gen Eerste strijkkwartet niet toevallig bekende joodse volksliedjes een rol spelen. Een ander goed voorbeeld is zijn Concerto funebre (1939, herzien in 1959), het vioolconcert waarin de eerste dagen van de Tweede Wereldoorlog doorklin ken. Ook hier gaan compassie en cynisme naadloos in elkaar over. Deson danks blijft de humanist Hartmann ook optimistisch. Zo schrijft hij: “Helaas bevindt de wereld zich tegenwoordig in een toestand die ons vandaag de dag de onrust, angsten en treurnis van weleer
doet navoelen. Als men de wereld een spiegel voorhoudt, zodat zij haar afschuwelijke gezicht erkent, zal zij zich op een beter gezicht bezinnen. Ondanks alle politieke onweerswolken geloof ik daarom in een betere toe komst.” Na de oorlogsjaren zet Hart mann zijn optimisme om in de legenda rische concertserie Musica Viva, waarmee hij de nieuwe muziek een podium geeft. In de oorlogsjaren richt Hartmann zich bovendien op de studie. Zo gaat hij enige tijd in de leer bij Anton Webern. Onder invloed van de Oostenrijkse componist wordt zijn taal ‘kaler’ en geconcentreerder, terwijl de kunst van het meerstemmig schrijven steeds prominenter wordt in zijn werk. Dat blijkt ook in zijn Derde symfonie uit 1949. De twee delen van dit zo’n dertig minuten durende werk ontstonden gedurende de Tweede Wereldoorlog. Het eerste deel schreef Hartmann in de jaren 1940-1943 als het eerste deel van de Sinfonia tragica, een symfonie waar van de overige delen als verloren beschouwd werden en pas in de jaren ’70 boven water kwamen in de archie ven van de Belgische radio. Het tweede
5
De bard (van) Sibelius
6
Michail Zoerski
Sinds de mythe van Orpheus is het beeld van de reizende of dolende musicus een veelvuldig voorkomend thema in de muziek. Het speelt ook een rol in Sibelius’ Barden (De bard), het meest ingetogen, meest persoonlijke en kortste symfonische gedicht dat de com ponist van En saga, Finlandia, De Oceaniden en Tapiola componeerde. De bard is geschreven als een reis door de tijd, een reis van de man met zijn lier die sterft en weerkeert. Orpheus’ lier is vervan gen door een harp, maar met de dalen de akkoorden uit het begin lijkt Sibe lius zijn protagonist te typeren als een Jean Sibelius in 1923 man die een zoektocht maakt, een man in een overgangsfase, zoals hij er zelf deel ontstond als Klagesang in 1944. een doormaakte. Hartmann, die in de eerste jaren na de Rond 1913, de tijd net na zijn Vierde oorlog veel eerder werk herzag, bewerk symfonie, verkeert de componist name te het nimmer uitgevoerde werk verder lijk in een diepe muzikale en persoon in 1947 en besloot uiteindelijk de twee lijke crisis (die gepaard gaat met over afzonderlijk ontstane delen te combine matig alcoholgebruik) en is hij op zoek ren tot zijn Derde symfonie. naar een vorm waarin hij uiting kan Het eerste deel begint fluisterend met geven aan zijn ambivalente houding slagwerk; met de in-droeve strijkersme jegens zijn rol als boegbeeld van het lodie fungeert deze opening als een Fins nationalisme en waarmee hij prelude op de schertsende fuga die in tegelijkertijd een bijdrage kan leveren de tweede helft van dit eerste deel aan de koers van de twintigste-eeuwse losbarst. Het tweede deel lijkt – met de muziek. Het maakt De bard tot een grootse boog van het langzame begin melancholisch werk waarin droefheid naar het beweeglijke middendeel en en introspectie overheersen. Er is geen weer terug – qua vorm enigszins op de drama, nauwelijks ontwikkeling, er zijn eendelige Tweede symfonie (Adagio für geen grootse climaxen. Alles blijft in großes Orchester) die ook gebaseerd is op een en dezelfde ingetogen stemming. materiaal uit Klagesang. Na de première De harp is er in de rest van het verhaal in 1950 groeide Hartmanns Derde vooral om de verschillende korte secties symfonie uit tot een van zijn meest van elkaar te onderscheiden, al is er geliefde werken. nauwelijks sprake van contrast. Verder
zijn er vooral korte en statische volks muziekachtige melodielijnen – alsof Sibelius ook refereert aan de noordse barden, die net als de zanger, bard, tovenaar en kantelebespeler Väinämöi nen uit het Finse epos Kalevala de epische verhalen doorvertelden. Zo lijkt Sibelius ook in De bard tegen wil en dank de nationalist die een beeld schetst van de Finse verhalen en het Finse volk. De bard beleefde zijn wereldpremière op 27 maart 1913 tijdens een concert van het Filharmonisch Orkest van Helsinki. Het dagblad Helsingin Sanomat noemde het stuk een dag later “een waarlijk meesterwerk” en roemde de “strijkin strumenten die als zachte stemmen zongen” en de “kleurrijke en delicate figuren van de soloharp”. Bovendien reageerde het publiek “nadat het werk twee keer achter elkaar was uitgevoerd, buitengewoon enthousiast”.
Dmitri Sjostakovitsj in 1965
stond echter juist bekend als vrij stipt in deze zaken. Waarschijnlijk had hij het vioolconcert al in zijn hoofd, en wilde hij niet langer wachten. Voor de werkelijke zestigste verjaardag van de meesterviolist schreef hij in 1968 de Sonate voor viool en piano. De ‘late’ Sjostakovitsj Aanvankelijk leek Sjostakovitsj het de Zoals De bard ontstond op een cruciaal violist behoorlijk moeilijk te gaan moment in Sibelius’ carrière, zo was maken door zijn keuze voor de – voor het Tweede vioolconcert een overgangs de viool ongebruikelijke – toonsoort werk voor Dmitri Sjostakovitsj. De Rus cis-klein, maar Oistrach wist al vrij snel schreef het vlak na zijn hartaanval in te melden dat de componist “werkelijk 1966, en het is het eerste werk met de de expressieve kwaliteiten van het donkere, expressieve toon van zijn late instrument begreep”. Sjostakovitsj oeuvre. Net als het twintig jaar eerder durfde, hoewel hij de traditionele geschreven Eerste vioolconcert droeg Sjostakovitsj het nieuwe concert op aan driedeligheid van het klassieke concert aanhield, af te wijken van de gebruike de violist David Oistrach. Het verhaal lijke paden en meer dan ooit zijn hart, gaat dat de componist het schreef voor de zestigste verjaardag van zijn vriend, zijn intuïtie te laten spreken. Want maar dat hij het werk een jaar te vroeg zoals het Tweede celloconcert afwijkt van zou hebben gepresenteerd. Sjostakovitsj het Eerste, zo wijkt dit Tweede vioolconcert
7
A eerste concert A-serie 52e seizoen • 22 september 2012
Uitvoerenden James Gaffigan
Dmitri Sjostakovitsj (l) in de jaren ’70
af van het Eerste. Waren de eerste concerten voor deze instrumenten dramatisch van aard en naar buiten gericht, in het Tweede vioolconcert over heerst, net als in het Tweede celloconcert, de intimiteit en de introspectie. Naar eigen zeggen modelleerde Sjostakovitsj zijn Tweede vioolconcert ook uiterlijk naar het Tweede celloconcert. Het eerste deel volgt min of meer het schema van de klassieke sonatevorm, met net als in het Tweede celloconcert de hoorn regelmatig in de rol van ‘scha duw’ van het solo-instrument. De toon is somber en gespannen, en dat blijft zo in het langzame tweede deel. Aan het slot van dit tweede deel bevrijdt de hoorn zich van de viool met een klaag
lijke solo die doorbroken wordt door de inzet van de Finale. Ook hier blijven de hoorn en de viool elkaar in de korte inleiding als bijna gelijkwaardige partners bestoken, tot een sardonisch thema opduikt dat het refrein blijkt van een rondoachtig vervolg. Pas aan het slot, waar materiaal uit de eerste twee delen terugkeert, wordt het spreekwoordelijke licht aan het einde van de tunnel zichtbaar en klaart de lucht op naar majeur. Alsof Sjostako vitsj de luisteraar, ondanks de immer aanwezige bittere ondertoon, een hart onder de riem wil steken.
om dirigeert hij de laatste jaren bij orkesten als het Deutsches Symphonie De Amerikaan James Gaffigan is chefOrchester Berlin, de Tsjechische Filhar dirigent van het Luzerner Sinfonie monie, de radio-orkesten van Leipzig en orchester en vaste gastdirigent van het Stuttgart, het Tokyo Metropolitan Radio Filharmonisch Orkest. Met Symphony Orchestra, de Staatskapelle ingang van dit seizoen heeft hij dezelf Dresden, het Tonhalle-Orchester Zürich de functie bij het Gürzenich-Orchester in Keulen; hij zal zowel operaproducties en Camerata Salzburg. In de Verenigde met de Oper Köln als abonnementscon Staten stond Gaffigan voor orkesten als certen leiden. Buiten deze aanstellingen het Philadelphia, Cleveland en Minne
Paul Janssen
8
Franca Pedrazzetti
James Gaffigan
9
10
Otto van den Toorn
Simone Lamsma
sota Orchestra, San Francisco, St. Louis en Houston Symphony, het Los Angeles Philharmonic en het Toronto, Chicago, National, Detroit, Baltimore en Dallas Symphony Orchestra. Dit seizoen debuteert hij bij het Symfonieorkest van Göteborg, het Rundfunk-Sinfonie orchester Berlin en het BBC Symphony. Hij keert bovendien terug bij de Münch ner Philharmoniker en het Rotterdams Philharmonisch Orkest, met twee programma’s elk. In Noord-Amerika staat hij opnieuw voor de orkesten van Toronto, Detroit en Vancouver en het Juilliard Orchestra. Afgelopen seizoen debuteerde hij bij de Wiener Staatsoper met La bohème, deze herfst dirigeert hij er Don Giovanni. Bij het Glyndebourne Festival dirigeerde hij in 2012 La cenerentola. De in New York geboren dirigent was assistent-dirigent van Michael Tilson Thomas bij het San Fransico Symphony en had de artistieke leiding over het Festival Summer in the City van dat zelfde orkest. Eerder was hij assistent van Franz Welser-Möst bij het Cleveland Orchestra. James Gaffigans internatio nale carrière nam een vlucht na het winnen van de eerste prijs bij de Sir Georg Solti International Conducting Competition 2004. Eerder in de Matinee: Rijnvos Union Square Dance, Dalbavie Pianoconcert, Liszt Von der Wiege bis zum Grabe & Ravel Suite Daphnis et Chloé (2009) | Harvey Messages & Liszt Eine FaustSymphonie (2010), Moesorgski Nacht op de kale berg, Ravel Pianoconcert voor de linkerhand, Debussy Nocturnes & Skrjabin
Le poème de l’extase (2011) | Villa-Lobos/Rijnvos Rudepoêma, Milhaud Le boeuf sur le toit & Stravinsky Le sacre du printemps (2011) | Ketting Zesde symfonie & Rachmaninov Derde pianoconcert (2012)
Simone Lamsma De Nederlandse violiste Simone Lams ma speelde begin deze maand Chaus sons Poème met het London Philhamo nic. Op het programma staan dit seizoen verder Paganini’s Tweede vioolconcert (Luzerner Sinfonieorchester onder leiding van James Gaffigan, in Luzern en in Het Zondagochtend Concert in Amsterdam), Szymanowski’s Eerste vioolconcert (met Leif Segerstam en het Filharmonisch Orkest van Turku), en het Vioolconcert van Korngold (met het Dallas Symphony onder Jaap van Zweden in het Konzerthaus in Wenen). De jonge violiste trad inmiddels op met orkesten als het Koninklijk Concert gebouworkest, het Orchestre National de France, het Filharmonisch Orkest van Hong Kong, het Filharmonisch Orkest van Kopenhagen, het Bourne mouth Symphony, het Royal Liverpool Philharmonic, het Orchestre de la Suisse Romande, het Filharmonisch Orkest van Seoul, Amsterdam Sinfoniet ta, het Concertgebouw Kamerorkest en de Nederlandse radio-orkesten. Sinds haar Amerikaanse debuut met het Indianapolis Chamber Orchestra in 2009 keerde zij dikwijls terug naar de Verenigde Staten, voor optredens met St Louis Symphony, Utah Symphony, het St Paul Chamber Orchestra en het
Dallas Symphony Orchestra. Een recital in het Amsterdamse Concertgebouw, vorig seizoen, werd live uitgezonden op Radio 4. Dit seizoen staat zij geboekt bij het Dvorˇák-Festival in Praag en speelt zij kamermuziek met cellist Andreas Brantelid en pianist Robert Kulek. Haar uitvoering van Sjostakovitsj’ Eerste vioolconcert in De Vrijdag van Vreden burg en een documentaire werden eerder uitgezonden door NPS Podium (nu: NTR Podium). Lamsma won de tweede prijs bij het Internationale Vioolconcours van Indianapolis (2006), en eerste prijzen in de China Internatio nal Violin Competition (2005), de Benjamin Britten International Violin Competition (2004) en het Nationaal Vioolconcours ‘Oskar Back’ (2003). In 2010 werd zij onderscheiden met de VSCD Klassieke Muziekprijs. Simone Lamsma studeerde op 19-jarige leeftijd cum laude af aan de Royal Academy of Music in London bij viooldocent Mau rice Hasson en werd er in 2011 be noemd tot ‘Associate of the Royal Academy of Music’. Zij bespeelt de ‘ex-Chanot-Chardon’ Stradivarius (label Cremona 1718), die haar genereus ter beschikking is gesteld door een ano nieme bruikleengever. Eerder in de Matinee: Britten Vioolconcert (2010), Szymanowski Eerste vioolconcert (2010), Goebaidoelina Tweede vioolconcert ‘In tempus praesens’ (2011)
11
Radio Filharmonisch Orkest
naar Groot-Brittannië, Duitsland en Oostenrijk onder leiding van Jaap van Het Radio Filharmonisch Orkest (RFO) werd in 1945 opgericht door Albert van Zweden, in de Keulse Philharmonie en de Royal Albert Hall tijdens de BBC Raalte. Het orkest werd nadien geleid Proms 2011. door achtereenvolgens Paul van Kem Het Radio Filharmonisch Orkest heeft pen, Bernard Haitink, Jean Fournet, Willem van Otterloo, Hans Vonk, Sergiu een indrukwekkende plaat- en cd-cata logus opgebouwd. Op verschillende Comissiona, Edo de Waart en Jaap van Zweden. In het seizoen 2012-2013 treedt labels verschenen vanaf de jaren ’70 legendarische grammofoonplaten met Markus Stenz aan als chef-dirigent. De Amerikaanse dirigent James Gaffigan is dirigenten als Leopold Stokowski en Antal Doráti. Onder leiding van Jean vaste gastdirigent vanaf het seizoen Fournet werd een serie cd’s gerealiseerd 2011-12. met Frans repertoire. Opnamen van Het RFO werkte samen met befaamde onder meer de complete symfonieën gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrasjin, Antal Doráti, Riccardo van Mahler onder leiding van Edo de Waart verschenen op cd, alsook een Muti, Kurt Masur, Mariss Jansons, unieke Wagner-box en de complete Michael Tilson Thomas, Gennady orkestwerken van Rachmaninov. Cd’s Rozhdestvensky en Valery Gergiev. Het orkest speelde de (Nederlandse) premiè met werken van hedendaagse compo nisten als Jonathan Harvey, Klas Tors res van werken van onder anderen Messiaen, Berio, Boulez, Henze, Carter, tensson en Jan van Vlijmen werden onderscheiden met prijzen en eervolle Adams, Birtwistle, Adès, Janácˇek, De vermeldingen. Onder leiding van Mark Raaff, Oestvolskaja, Verbey, De Raaff, Wigglesworth wordt al enige jaren Vriend en Rijnvos. gewerkt aan de opname van een Het RFO levert belangrijke bijdragen Sjostakovitsj-serie en onder leiding van aan de NTR ZaterdagMatinee en Het Zondagochtend Concert in het Amster Jaap van Zweden aan die van de symfo nieën van Bruckner. Lovend ontvangen damse Concertgebouw, en De Vrijdag NTR ZaterdagMatinee-opnamen van van Vredenburg te Utrecht. Het RFO Wagners Lohengrin en Die Meistersinger onderscheidt zich door bijzonder geprogrammeerde symfonische concer von Nürnberg werden in het seizoen ten en concertante opera-uitvoeringen, 2010-2011 gevolgd door de live-registra regelmatig betreft het eerste uitvoerin tie van Parsifal, die is onderscheiden met de Edison Klassiek 2012 in de gen in Nederland en wereldpremières. categorie Opera. Naast de concerten in de omroepseries was het RFO te horen op het Festival www.radiofilharmonischorkest.nl Musica 2008 in Straatsburg onder volg het radio filharmonisch orkest leiding van Reinbert de Leeuw, op het op twitter (@radiofilhorkest) en Sun Festival 2009, tijdens concertreizen facebook.
12
Radio Filharmonisch Orkest chef-dirigenten
altviool
klarinet
Markus Stenz Jaap van Zweden (honorary chief conductor)
Francien Schatborn Huub Beckers Arjan Wildschut Igor Bobylev Connie de Dreu Annemijn den Herder Ben Joles Erik Krosenbrink Robert Meulendijk Ewa Wagner Anne-Bartje Fontein Annemieke Huls
Harmen de Boer Nanette Bakker
ere-dirigent
Edo de Waart vaste gastdirigent
James Gaffigan assistent-dirigent
Wouter Padberg
basklarinet
Diede Brantjes fagot
Jos Lammerse Freek Sluijs contrafagot
Desirée van Vliet hoorn
cello eerste viool
Hebe Mensinga Mitcho Dimitrov Fred Gaasterland Alexander Baev Alberto Facanha Johnson Natalia Gabunia Mariska Godwaldt Masha Iakovleva Kerstin Kendler Karina Korevaar Anna Korpalska Pamela Kubik Leonie Mensink Theo Ploeger Peter Weimar Ankie van Ommeren tweede viool
Casper Bleumers Eveline Trap Andrea van Harmelen Sarah Loerkens Michiel Eekhof Odilia Fiedler Yvonne Hamelink Annemarie van Helderen Robbert Honorits Ingrid van Leeuwen Dana Mihailescu Alexander van den Tol Leonie Kleiss Laura Frenkel
Arturo Muruzabal Eveline Kraayenhof Harm Bakker Crit Coenegracht Mirjam Bosma Ansfried Plat Arjen Uittenbogaard Marjolein Meijer Esther Torrenga Maarten Jansen
Annelies van Nuffelen Toine Martens Fréderick Franssen Anneke Vreugdenhil trompet
Hessel Buma Hans van Loenen Rik Knarren Hans Verheij trombone
contrabas
Rien Wisse Walter van Egeraat Annika Hope Edward Mebius Sjeng Schupp Stephan Wienjus Eduard Zlatkin Maaike Wierda
Herman Nass Cassiel Anton Domènech Brandt Attema tuba
Bernard Beniers pauken
Paul Jussen Bas Voorter slagwerk
fluit
Barbara Deleu Thies Roorda Maike Grobbenhaar ook piccolo
Hans Zonderop Henk de Vlieger Vincent Cox Harry van Meurs harp
hobo
Ellen Versney
Maarten Dekkers Yvonne Wolters Gerard van Andel
celesta
Stephan Kiefer
13
de de volgen n e concert
14
zaterdag 6 oktober, 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam serie B
Fins crescendo Radio Filharmonisch Orkest Osmo Vänskä dirigent Alexander Gavrylyuk piano Aho Minea (Nederlandse première) Prokofjev Derde pianoconcert Sibelius Vijfde symfonie
De Finse dirigent Osmo Vänskä is een studie- en generatiegenoot van EsaPekka Salonen en Jukka-Pekka Saraste. Elk van hen is een notoire Sibelius-
Alexander Gavrylyuk
interpreet en een belangrijke promotor van de nieuwe Finse muziek. Vänskä is vooral van groot belang geweest voor de internationale waardering voor zijn landgenoot Kalevi Aho. Op dit program ma klinkt het grote orkestwerk Minea, dat Aho in 2008 schreef voor het Minne sota Orchestra – het orkest waar Vänskä chef-dirigent is. Minea is “een groot accelerando en crescendo”, dat de kwaliteiten van het orkest in alle geledingen naar voren brengt. Het zet Aho neer als een kind van zowel de Europese, als de Finse symfonische traditie – de traditie die voortbouwt op bijvoorbeeld Sibelius’ Vijfde symfonie uit 1915. Prokofjevs bruisende Derde pianoconcert, slechts enkele jaren later ge schreven, staat model voor de Russische link met Finland. (pj)
Mika Bovan
Tamea Zimmermann
Marco Borggreve
zaterdag 29 september, 14.15-ca.16.15 uur ‘Concert voor strijkorkest’ Concertgebouw Amsterdam werd de uitein serie E delijke titel van de orkestbewer Grensoverschrijdingen king die BerndAlois Zimmer Ensemble Resonanz mann in 1948 Emilio Pomárico dirigent van een eerder strijktrio maakte. Curi eus is dat Hartmanns Vierde symfonie Tabea Zimmermann altviool (1946/1947) oorspronkelijk dezelfde doopnaam droeg. In 1939 ontstaat een Zimmermann Konzert für Streich eerste versie als ‘symfonisch concert orchester voor strijkorkest’, die hij na de oorlog Schnittke Monolog omwerkt tot symfonie. Pas op het Britten Lachrymae laatste moment ziet Hartmann af van Hartmann Vierde symfonie het voornemen om, wellicht in het kielzog van Mahlers Vierde, het werk te besluiten met een liedfinale voor sopraan. De ontstaansgeschiedenis van de Vierde is illustratief voor de bij Hartmann dikwijls vage grenzen tussen genres. Ook de oorspronkelijk als ‘cantate’ gecomponeerde Eerste en de eerst als trompetconcert geconcipieer de Vijfde ondergingen pas na de Tweede Wereldoorlog hun transformatie tot symfonie. Behouden bleef het concer tante karakter van de Vierde, die meer dan de zusterwerken doet denken aan Béla Bartók – behalve in het afsluitende adagio appassionato, waar de gedach ten onweerstaanbaar uitgaan naar de inleiding van Bruckners Vijfde symfonie. Tabea Zimmermann is de soliste in Schnittkes Monolog en de Lachrymae van Benjamin Britten. (bvp)
15
de de volgen n e concert
Dmitri Slobodeniouk
Liza Ferschtman in Dvorˇák
Liszt Festival: Louis Lortie
vrijdag 28 september, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
vrijdag 12 oktober, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
Radio Filharmonisch Orkest George Tchitchinadze dirigent Liza Ferschtman viool – Brahms Tragische Ouvertüre Dvorˇák Vioolconcert Grieg Symfonie in c
Radio Filharmonisch Orkest Emmanuel Krivine dirigent Louis Lortie piano – Liszt Les Préludes Schubert/Liszt Wanderer Fantasie Franck Symfonie in D
Händel fêteert Alexander de Grote
Schumanns Requiem
vrijdag 5 oktober, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
vrijdag 19 oktober, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
Radio Kamer Filharmonie Groot Omroepkoor Kenneth Montgomery dirigent Yulia van Doren sopraan Paula Murrihy mezzosopraan Ed Lyon tenor Matthew Brook bas Gwyneth Wentink harp – Händel Alexander’s Feast
Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Dmitri Slobodeniouk dirigent Sofia Soloviy sopraan Caitlin Hulcup alt Dominik Wortig tenor Andrew Foster-Williams bas Schumann Ouverture, Scherzo en Finale · Das Glück von Edenhall · Requiemopus 148
16
Marco Borggreve
Louis Lortie
Élias
Marco Borggreve
Liza Ferschtman