A eerste concert A-serie • 50e seizoen 11 september 2010, 14.15 - 16.00 uur
Radio Filharmonisch Orkest Leif Segerstam dirigent Simone Lamsma viool Ernest Rombout althobo Johan Reuter bas-bariton Jean Sibelius De thuisreis van Lemminkäinen, opus 22 nr.4 1865-1957 1895/1900 uit Lemminkäinen-suite Karol Szymanowski Eerste vioolconcert, opus 35 1916 1882-1937 Jean Sibelius De Zwaan van Tuonela, opus 22 nr.2 1895/1900 uit Lemminkäinen-suite pauze Richard Rijnvos Riflesso sull’acqua 2007/10 1964 voor Engelse hoorn en orkest geschreven in opdracht van de ZaterdagMatinee, met financiële ondersteuning van het Fonds voor de Scheppende Toonkunst (herziene versie; eerste uitvoering) Richard Rijnvos is dit seizoen ‘composer in residence’ bij de NTR ZaterdagMatinee en het Muziekcentrum van de Omroep. Drie van zijn werken worden gespeeld, hij treedt op als dirigent en schrijft columns in een aantal programmaboekjes.
Richard Wagner ‘Leb wohl’ (Wotans Abschied) 1856 1813-1883 slotscène uit Die Walküre Hans Schellevis repetitor Johan Reuter Stephan Kiefer repetitor Simone Lamsma
A eerste concert A-serie • 50e seizoen 11 september 2010, 14.15 uur
‘Weerschijn’
Riflesso sull’acqua Sinds het midden van de jaren negentig schrijft de Nederlandse componist Richard Rijnvos (Tilburg 1964) enkel nog werken die deel uitmaken van een cyclus en componeert hij geen ‘losse stukken’ meer. Dat begon met drie delen Stanza, daarna schreef hij het vierdelige Block Beuys. De laatste jaren werkte hij aan drie cycli tegelijk. De oudste, Uptown|Downtown, gaat over het stedelijke leven in New York en is inmiddels voltooid; de tweede gaat over Venetië, en de derde (Riflessi) bestaat uit ‘companion pieces’ (werken in dezelfde exceptionele bezetting) bij bestaande klassiekers uit het verleden. Zijn beschrijvende titels, die vaak verwijzen naar steden of andere plekken, doen in eerste instantie niet vermoeden dat Rijnvos bovenal een radicaal componist is. Iemand die zijn tonen genereert uit niet-muzikale, getalsmatige bronnen zoals magische vierkanten en schaakborden – iemand die bovendien van het eindeloos stapelen van melodische lijnen houdt. Die strenge, onpersoonlijke werkwijze mondt paradoxaal genoeg uit in zinnelijke werken met een eigenzinnige, on-Nederlandse signatuur.
2
Riflesso sull’acqua is een ‘companion piece’ voor De zwaan van Tuonela (1893) van Jean Sibelius. “‘Riflesso’ is Italiaans voor ‘weerschijn’,” schrijft Rijnvos. “Het is verwant aan het meer gangbare ‘riflessione’ (reflectie), maar het woord heeft – net als in het Nederlands – een subtielere betekenis, namelijk: licht, gereflecteerd in een andere tint dan die van de bron.” Doordat de werken van Rijnvos en Sibelius op één programma klinken, ontstaat een extra reflectie: een reflectie tussen beide stukken over en weer. Rijnvos: “Sibelius schildert het beeld van een mystieke zwaan die om het dodeneiland ronddobbert. Riflesso sull’acqua maakt gebruik van exact dezelfde instrumentale bezetting: althobo, begeleid door een symfonie orkest waarin fluiten, klarinetten, trompetten en tuba ontbreken. De sterk gereduceerde houtblazerssectie bestaat louter uit een basklarinet, twee fagotten en een enkele hobo, wiens subtiele functie het is om de althobo te ‘versterken’. Het strijkorkest is sterk gediviseerd. Net als in De zwaan heeft de althobo een onmiskenbare solopartij, maar Riflesso sull’acqua is verre van een
Icy Prospects #39, foto [origineel kleur] van Jorma Puranen afgebeeld in de partituur van Rijnvos’ Riflesso sull’acqua
soloconcert. De karakteristieke melancholische klank van het solo-instrument komt van binnenuit het orkest, en verplaatst zich langzaam achter de strijkers, van rechts naar links, als ware het een hemellichaam dat zijn elliptische baan aflegt. Zo nu en dan speelt de hobo in het orkest unisono met de althobo, maar meestal vormt hij een echo, oftewel een auditieve ‘riflesso’. Het symfonisch gedicht van Sibelius – meester in subtiele transities – opent met een harmonie in het lagere register van het orkest, die vervolgens over vier maten opstijgt, alsof ze verdampt.
Hetzelfde gebeurt in Riflesso sull’acqua. Echter, de geleidelijke overgang van donkere, aardse akkoorden naar stralende, hemelse akkoorden voltrekt zich niet over een paar maten, maar over de gehele duur van het stuk. Het harmonische veld stijgt onophoudelijk en de rimpelingen daarbinnen nemen continu toe. De zeven posities die de althobo inneemt, worden gespiegeld door de zeven koperblazers (‘riflesso’). De vier hoorns en drie trombones bevinden zich niet op het podium, maar vormen hun eigen kring in het publiek. Hun
3
neergestoken bij de ingang van zijn appartement, door twee onbekenden. Het zal nooit duidelijk worden of Weil is vermoord op grond van politieke motieven, omdat hij progressieve ideeën in zijn theater uitdroeg, of om een andere reden. Rijnvos roemt Weil in het voorwoord bij de partituur als ‘artistieke dissident, een voorvechter van de vrijheid van meningsuiting, een vernieuwer.’
Szymanowski’s vioolconcert John Snijders
Richard Rijnvos voor het huis van Sibelius
bijdrage is van een spaarzame aard die aan de Finse meester doet denken, daar zij uitsluitend tussen de solopassages spelen. Tegen het eind van het stuk doet zich een geheimzinnige illusie voor: vanuit het wateroppervlak doemt een witte reflectie op, als ware het een zwaan, maar het beeld is vertekend en verdwijnt geleidelijk.” Rijnvos droeg Riflesso sull’acqua op aan de nagedachtenis van theaterregisseur Mark Weil, oprichter van het Illkom Theater, het eerste onafhankelijke podium in Tasjkent (Oezbekistan) ten tijde van het Sovjetregime. Ondanks het huidige Oezbeekse regime weet Illkom zijn artistieke integriteit en onafhankelijkheid te behouden, samen met een liefde voor het experiment. Mark Weil werd op 7 september 2007
4
“Alle vogels brengen mij hulde / Want vandaag huw ik een godin. / En nu staan we aan het karmozijnrood bloeiende meer in stromende vreugdetranen / in verrukking en angst, / brandend in een amoureuze vuurzee.” Het hier vrij vertaalde gedicht Meinacht van de Poolse dichter Tadeusz Micin ´ski vormde waarschijnlijk een belangrijke bron van inspiratie voor het Eerste vioolconcert van landgenoot Karol Szymanowski. Als (bijna-) jaargenoot van Igor Stravinsky en Béla Bartók bleef Szymanowski altijd de onbekendere componist van de drie. En dat terwijl er zoveel overeenkomsten aan te wijzen zijn tussen de drie Oost-Europeanen: ze werden alle drie gevormd in de nadagen van het romantische muzikale nationalisme; en ze ontwikkelden die nostalgische nationale stijl naar een eigen, avant-gardistische, expressieve taal. Szymanowski maakte samen met een aantal schrijvers en beeldend kunstenaars deel uit van de anti-establish-
mentbeweging Jong Polen. Zijn opvattingen over de ‘nationale karakteristieken’ van een kunstwerk waren echter genuanceerd: “Laten we nationaal zijn, maar niet provinciaals”, schreef de welbereisde componist. De Franse muziek vormde in zijn ogen de sleutel voor de ontwikkeling van de Poolse. Szymanowski componeerde zijn Vioolconcert in de herfst van 1916 in Zarudzie (Oekraïne), op het landgoed van zijn vriend Józef Jaroszyn ´ski. Hij droeg het werk op aan Paweł Kochan ´ski. Die componeerde niet alleen de cadens, maar gaf Szymanowski ook adviezen over viooltechniek. Hoewel het Vioolconcert al in 1922 in Warschau in première ging, vormde de New Yorkse uitvoering twee jaar later, met Kochan ´ski als solist en Leopold Stokowski als dirigent, het startschot voor de internationale faam van het werk. Szymanowski’s Vioolconcert wordt wel het ‘eerste moderne’ genoemd – in die zin dat de componist het systeem van Romantische tonaliteiten definitief achter zich laat, ten faveure van een welhaast extatisch expressionisme. Het stuk ademt geen verhalende dramatiek, maar eerder een intense sensuele spanning, zoals in het gedicht over de overweldigende lentenacht. “Ik moet zeggen dat ik erg tevreden ben met het geheel”, schreef de componist in een brief. “Wederom allerlei soorten nieuwe noten – en tegelijkertijd niet teveel teruggekeerd naar het oude; het hele ding [is] vreselijk fantastisch en
onverwacht.” Speelt het mythische aspect van de nacht ook al een rol in Szymanowski’s Derde symfonie, zo richt het Vioolconcert zich eerder op het fantastische element. Het doet je denken aan de vele nachtmuzieken van Bartók, of aan het symbolistische Scherzo uit de Zevende symfonie van Gustav Mahler. De punctualistische opening van het Vioolconcert lijkt al vooruit te wijzen naar de muziek van Lutosławski; de manier waarop de viool altijd op de klank van het kleurrijke orkest lijkt te drijven, inspireerde Alban Berg twintig jaar later bij de voorbereidingen van zijn eigen Vioolconcert. Het Vioolconcert bestaat uit vijf delen, die zonder onderbreking in elkaar overgaan – als een rapsodische fantasie over de rudimenten van de traditionele symfonische vorm. Het eerste deel kan het best worden omschreven als een fantastisch sprookje; het tweede deel is gepassioneerd en lyrisch; het derde een soort scherzo; het vierde een kalme
Szymanowski, Kochan ´ski en Grzegorz Fitelberg (1910)
5
Akseli Gallen-Kallela: Lemminkäinens moeder (1897)
nocturne; het vijfde deel met de solocadens is te zien als synthese van het voorafgaande.
Sibelius’ Lemminkäinen ‘We herkennen deze [tonen] als de onze, zelfs al hebben we ze nog nooit als zodanig gehoord’, zo schreef de Finse muziekcriticus Oskar Merikanto naar aanleiding van de première van Jean Sibelius’ Kullervo in 1892. Het ‘de onze’ in Merikanto’s citaat betekent ‘van ons’ – ‘van Finland en de Finnen’ in dit geval. Zoals de opera’s van Giuseppe Verdi nauw verweven zijn met de eenwording van Italië, zo wordt ook de muziek van Jean Sibelius vaak in één adem genoemd met het nationalistisch bewustzijn van Finland. Aan het einde van de negentiende eeuw, toen de ster van de jonge Sibelius snel begon te rijzen, was het idee van een nationale kunst actueel en modern. Zeker in Finland, dat in zijn lange geschiedenis eerst onder Zweedse en daarna onder Russische heerschap-
6
pij viel. In 1909 kreeg Finland de status van een semi-autonoom Russisch groothertogdom, om zichzelf in 1917 – kort na de Russische revolutie – onafhankelijk te verklaren. Op de weg naar die onafhankelijkheid hechtten de Finnen grote waarde aan alle kunstuitingen die ‘nationaal’ geduid zouden kunnen worden. Een symbolisch ijkpunt in deze ontwikkeling vormde de publicatie van het nationale epos Kalevala in 1835, een verzameling volksverhalen onder redactie van Elias Lönnrot. De Finssprekenden beschouwden deze legendes als het bewijs van de lange culturele geschiedenis van hun volk. En net zoals die verhalenbundel een politieke betekenis kreeg, zo werd ook muziek in belangrijke mate een vitale uiting van nationale expressie. Naar aanleiding van de Wagner-opera’s die hij in Berlijn, Wenen, Bayreuth en München hoorde (en als zware kost beoordeelde), begon Sibelius in 1893 aan zijn eigen ‘Gesammtkunstwerk’. De opera zou Veneen luominen (het bouwen van de boot) gaan heten en zou gebaseerd zijn op Kalevala. Maar verder dan de ouverture kwam Sibelius niet, hij stapte af van het wagneriaanse idee van een opera en richtte zich daarentegen op het genre van het symfonische gedicht, in de traditie van Franz Liszt. “Ik ben eerder een toonschilder en dichter”, schreef hij in een brief. De schetsen voor Veneen luominen vonden vervolgens hun weg in de Lemminkäinen-suite: een vierluik van symfonische gedichten, dat zich
Sibelius, door A. Edelfeld (1910)
gaat, majesteitelijk en zingend.’ In het vierde deel (De thuisreis van Lemminkäinen) keert de held na een lange en avontuurlijke reis terug naar zijn geboortegrond, met al zijn jeugdherinneringen. “De Finnen moeten eens wat trotser zijn op zichzelf”, zei Sibelius in een interview over dit deel. “Waarvoor zouden we ons moeten schamen? Dat is het onderliggende gevoel in De thuisreis van Lemminkäinen! Lemminkäinen is net zo’n goed mens als de edelste edelman. Hij is een aristocraat, zonder meer!’
Wotans Abschied concentreert op een van de protagonisten uit de Kalevala: Lemminkäinen, de onstuimige held, die te vergelijken is met Don Juan en Siegfried. Wat oorspronkelijk de ouverture van de opera zou worden, verwerkte Sibelius tot De zwaan van Tuonela – het tweede deel uit de suite, dat vaak als losstaand deel wordt uitgevoerd in concertprogramma’s. Lemminkäinen heeft het vermetele plan opgevat om de zwarte zwaan van Tuonela (het dodenrijk) te doden. De zwaan verzorgt de overtocht naar Tuonela, over het water dat de levenden van de doden scheidt. In een vroege versie van de partituur schreef Sibelius de volgende korte toelichting op het donkergekleurde werk, met zijn concerterende althobo: ‘Tuonela, het Dodenrijk, de hel uit de Finse mythologie, wordt omringd door een brede rivier met zwart water en een snelle stroom, waarop de Zwaan van Tuonela voort-
Over vierluiken gesproken: je zou Der Ring des Nibelungen van Richard Wagner zonder overdrijven de moeder aller tetralogieën kunnen noemen. Gerekend vanaf de eerste schets tot de dubbele maatstreep werkte Richard Wagner zo’n zesentwintig jaar aan de enorme cyclus, uitvoeringsduur vijftien uur. Oorspronkelijk was de componist van plan een enkele opera te schrijven, ‘De dood van Siegfried’. Maar toen hij zich eenmaal goed in de oude IJslandse en overige Germaanse legendes had ingelezen, groeide het verhaal onder zijn vingers. Dus bedacht hij nog een tweede opera, ‘De jonge Siegfried’. Maar zelfs dat was nog niet genoeg om het gigantische verhaal uit de doeken te doen. Het verhaal in vogelvlucht: de dwerg Alberich steelt het rijngoud en smeedt er een toverring van. Wotan wil het goud teruggeven aan de Rijndochters. Intussen worden Siegmund en Sieglinde (broer en zus) verliefd op
7
elkaar. Zij baart de held Siegfried, die het aanlegt met zijn tante Brünnhilde (een Walküre), die er op haar beurt weer voor zorgt dat de ring aan de rechtmatige eigenaressen wordt teruggegeven. Aan het eind stort het hele godenrijk in. In het ‘Bühnenfestspiel für drei Tage und einen Vorabend’, zoals de ondertitel van de Ring luidt, vormt Die Walküre na het voorspel van Das Rheingold de eerste dag. Nadat Brünnhilde, tegen het bevel van haar vader Wotan in, Siegmund niet heeft gedood, straft de vader zijn dochter door haar uit de gelederen van de goden te verbannen. Hij brengt haar in slaap aan de rand van de weg, als trofee aan de ‘eerste de beste man’ die haar naar huis meeneemt. Brünnhilde vraagt haar vader een machtig vuur om haar heen op te trekken, als muur en hindernis – haar redder zal van goeden huize moeten komen. “Leb’ wohl, du kühnes herrli-
Richard Wagner, door Caesar Willig, ca. 1862
8
ches Kind”, zo richt Wotan zich in zijn tedere afscheidswoorden tot zijn dochter. Eigenlijk kwam de rebellie van Brünnhilde overeen met zijn eigen wens – ondanks of misschien wel omdat ze de oude wereldorde op z’n kop zet. En eigenlijk verlangt Wotan ook naar ‘das Ende’, sinds hij verzeild is geraakt in ‘trüber Verträge’ en zijn machtswellust, net zoals de Nibelung moet betalen met de afwezigheid van liefde. Het ‘Entsagungsmotif’ (onthoudingsmotief) waarmee Alberich in Rheingold zichzelf de liefde ontzegt ten gunste van de vervloekte ring, klinkt daarom tijdens de laatste vaderlijke godenkus in (zie Sibelius en Rijnvos) de althobo. Wotan weet immers net zo goed als Brünnhilde dat de machtige vlammenmuur alleen door de “hehrsten Helden der Welt” (de edelste held van de wereld) overwonnen kunnen worden. Op de woorden “Wer meines Speeres Spitze fürchtet, durchschreite das Feuer nie!” (Wie mijn speerpunt vreest, doorkruist dit vuur nooit!) geeft het orkest met vooruitziende blik commentaar door het Siegfried-motief te spelen. Inderdaad zal Siegmunds zoon Siegfried in de toekomst Wotans speer vernietigen en de Walküre wekken. Wagners ‘untergangsbedürftiger, jovialer Gott’ vermoedt bij het afscheid al dat het van hem afkomstige oplaaiende bruidsvuur uiteindelijk de vonk zal leveren voor de ‘Götterdämmerung’ aan het slot van het vierluik.
A eerste concert A-serie • 50e seizoen 11 september 2010, 14.15 uur
Leb’ wohl (Die Walküre, slot)
WOTAN Leb’ wohl, du kühnes, herrliches Kind! Du meines Herzens heiligster Stolz! Leb’ wohl! Leb’ wohl! Leb’ wohl! Muss ich dich meiden, und darf nicht minnig mein Gruss dich mehr grüssen; sollst du nun nicht mehr neben mir reiten, noch Meth beim Mahl mir reichen; muss ich verlieren dich, die ich liebe, du lachende Lust meines Auges: ein bräutliches Feuer soll dir nun brennen, wie nie einer Braut es gebrannt! Flammende Glut umglühe den Fels; mit zehrenden Schrecken scheuch’ es den Zagen; der Feige fliehe Brünnhildes Fels! Denn Einer nur freie die Braut, der freier als ich, der Gott! Der Augen leuchtendes Paar, das oft ich lächelnd gekost, wenn Kampfeslust ein Kuss dir lohnte, wenn kindisch lallend der Helden Lob von holden Lippen dir floss:
dieser Augen strahlendes Paar, das oft im Sturm mir geglänzt, wenn Hoffnungssehnen das Herz mir sengte, nach Weltenwonne mein Wunsch verlangte aus wild webendem Bangen: zum letztenmal’ letz’ es mich heut’ mit des Lebewohles letztem Kuss! Dem glücklicher’n Manne glänze sein Stern: dem unseligen Ew’gen muss es scheidend sich schliessen. Loge, hör’! Lausche hieher! Wie zuerst ich dich fand, als feu’rige Gluth, wie dann einst du mir schwandest, als schweifende Lohe; wie ich dich band, bann’ ich dich heut’! Herauf, wabernde Lohe, umlod’re mir feurig den Fels! Loge! Loge! Hieher! Wer meines Speeres Spitze fürchtet, durchschreite das Feuer nie!
Anthony Fiumara
9
A eerste concert A-serie • 50e seizoen 11 september 2010, 14.15 uur
Uitvoerenden
Leif Segerstam Leif Segerstam is chef-dirigent emeritus van het Filharmonisch Orkest van Helsinki, nadat hij er tussen 1995 en 2007 twaalf jaar chef-dirigent was. Eretitels draagt hij bovendien van het Deens Nationaal Radio Symfonieorkest en de Staatsphilharmonie Rheinland Pfalz. Hij was eerder chef-dirigent van het Radio Symfonieorkest van de Oostenrijkse Omroep in Wenen en het
Simone Lamsma De Nederlandse Simone Lamsma speelt viool sinds haar vijfde en verhuisde naar het Verenigd Koninkrijk op haar elfde, om daar les te nemen aan de Yehudi Menuhin School. Zij was negentien, toen zij de Royal Academy of Music met hoogste waardering afsloot. Een internationale carrière volgde. Hoogtepunten van het afgelopen seizoen waren optredens met Jaap van Zweden (Brittens Vioolconcert in de ZaterdagMatinee), Yannick Nézet-Séguin en het Rotterdams Philharmonisch Orkest (Ravels Tzigane en de Méditation van Massenet) en Paul Watkins en deFilharmonie (Britten). In de Verenigde Staten speelde zij Britten met het Dallas Symphony Orchestra onder Van Zweden en trad op met het Indianapolis Chamber Orchestra. Zij staat dit seizoen op het podium bij onder meer het Koninklijk Concertgebouworkest, het Orchestre National de France, St
Simone Lamsma
Otto van den Toorn
10
Maarit Kytoharju/Fimic
Leif Segerstam
Finse Radio Symfonieorkest, en muzikaal directeur bij de Koninklijke Zweedse Opera. Leif Segerstam (*1944) studeerde van 1953 tot 1963 viool, piano, compositie en directie aan de Sibelius Academie in Helsinki en vervolgde zijn opleiding aan de Juilliard School of Music in New York. Hij begon zijn dirigentencarrière bij de operahuizen van Helsinki, Stockholm en Berlijn en dirigeerde bovendien in de Metropolitan Opera in New York, La Scala in Milaan, Covent Garden in Londen en Teatro Colón in Buenos Aires, en bij de Salzburger Festspiele en het operafestival van Savonlinna. Opnamen maakte Segerstam van de complete symfonieën van Mahler, Sibelius en Nielsen, alsmede van werk van Skrjabin, Schnittke, Brahms, Reger, Alan Pettersson en eigentijdse componisten. Als componist is hij zeer productief: inmiddels staan bijna 240 symfonieën, 30 strijkkwartetten, 13 viool- en 4 pianoconcerten op zijn werkenlijst. Sinds de herfst van 1997 is Leif Segerstam professor directie aan de Sibelius Academie in Helsinki. In 1999 reikte de Nordic Music Council hem de Muziekprijs uit voor zijn
verdiensten als ‘onvermoeibaar voorvechter van Scandinavische muziek’. In 2004 kreeg Leif Segerstam de Staatsprijs voor muziek in Finland en in 2005 de Sibelius Medaille. Eerder in de Matinee o.a.: Mozart Hoboconcert (1980), Mahler Des Knaben Wunderhorn, Sibelius Symfonie nr.4, & Moesorgski Schilderijen van een tentoonstelling (1981), Murail Gondwana, Segerstam Symfonie nr.177, Sibelius Tapiola & Tsjaikovski Romeo en Julia (2007), Sibelius The Tempest, Serenad, Pohjola’s dochter & Luonnotar (2009), Prokofjev De Vuurengel (2010)
Louis Symphony, Utah Symphony en Bournemouth Symphony, met dirigenten als Jaap van Zweden, Fabio Luisi, James Gaffigan, Yan Pascal Tortelier en Thierry Fischer. Op cd legde zij de vioolconcerten van Edward Elgar en Louis Spohr vast. Simone Lamsma bespeelt de ‘ex-Chanot-Chardon Stradivarius (Cremona, 1718), die haar ter beschikking werd gesteld door een anonieme begunstiger. Eerder in de Matinee: Britten Vioolconcert (2010)
11
Ernest Rombout Ernest Rombout studeerde aan de Musikhochschule te Freiburg, Duitsland, bij prof. Heinz Holliger. Hij volgde
Richard Strauss. Sindsdien trad hij op als solist in Europa, Japan en de Verenigde Staten. Hij werkte samen met dirigenten als Christopher Hogwood, Heinz Holliger, Emilio Pomarico, Mark Foster, Diego Masson, Ed Spanjaard en Jaap van Zweden. In 1994 verscheen zijn eerste solo-cd met de hoboconcerten van Mozart en Haydn, opgenomen met het Concertgebouwkamerorkest. Naast soloconcerten speelt hij kamermuziek in verscheidene bezettingen en vormt een duo met harpiste Erika Waardenburg. Zijn belangstelling voor moderne muziek leidde tot uitbreiding van de speeltechnieken. Door hem geïnspireerd schreven componisten als Luca Francesconi, Eric Verbugt, David del Puerto en Richard Rijnvos nieuwe werken voor hem. Ernest Rombout is docent hoofdvak hobo aan de conservatoria van Amsterdam en Utrecht en geeft masterclasses. Eerder in de Matinee: Verbugt … ci tace (concerto - coro - canto) (2006), Rijnvos Riflesso sull’acqua (2008)
Johan Reuter
Ernest Rombout
12
Radio Filharmonisch Orkest Het Radio Filharmonisch Orkest werd in 1945 opgericht door Albert van Raalte. Het orkest werd na hem geleid door achtereenvolgens Paul van Kempen, Bernard Haitink, Jean Fournet, Willem van Otterloo, Hans Vonk, Sergiu Comissiona en Edo de Waart. Sinds september 2005 is Jaap van Zweden chef-dirigent en artistiek leider. In het seizoen 2011-2012 gaat Amerikaanse dirigent James Gaffigan
Johan Reuter
MSM Ltd Kämpf
verder lessen bij Maurice Bourgue en Nikolaus Harnoncourt. Op 19-jarige leeftijd was hij prijswinnaar van het internationale hoboconcours in Ancona, Italië. In 1983 maakte hij zijn debuut in het Concertgebouw te Amsterdam met het Hoboconcert van
De Deense bas-bariton Johan Reuter is sinds 1996 solist bij het Koninklijke theater in Kopenhagen, waar hij de laatste jaren rollen als Mandryka (Arabella), Tomski (Schoppenvrouw), Wotan (Das Rheingold) en Escamillo (Carmen) vertolkte, en de titelrollen in Macbeth en Simon Boccanegra. De laatste twee seizoenen zong hij bovendien Wotan en de titelrol in Der fliegende Holländer bij de Deutsche Oper Berlin en in Madrid. In Covent Garden was hij
te horen als Theseus in de wereldpremière van Harrison Birtwistles Minotaur en als Orest in Elektra. Hij trad op als Nick Shadow in The Rake’s Progress in Madrid onder Christopher Hogwood, in de première van Livlægens besøg van Bo Holten in Kopenhagen, Siegfried onder Adam Fischer in Boedapest en als Mandryka bij de Staatsoper Wien. Op het concertpodium zong Johan Reuter ondermeer de Schöpfung onder Philippe Herreweghe (Concertgebouw Amsterdam) en Mahlers Achtste symfonie onder Valeri Gergiev in Rotterdam, Amsterdam en Brussel. Bij de Bregenzer Festspiele debuteerde hij met de orkestversie van Schumanns Lieder op.40 en Mahlers Rückert-Lieder onder Michael Schønwandt, in Rotterdam en Amsterdam zong hij een orkestversie van Brahms’ Vier ernste Gesänge onder Gergiev, en ook onder Marc Albrecht bij de BBC Proms. Bij de Salzburger Festspiele zong hij Peer Gynt onder Marc Minkowski, in Madrid Die Jahreszeiten onder Paul McCreesh en in Berlijn Sjostakovitsj’ Michelangelo-liederen onder Marek Janowski. Recentelijk verscheen een cd met vroege Verdi-aria’s en liederen van onder anderen Richard Strauss. Eerder in de Matinee: Haydn Die Schöpfung (2003), Brahms/Glanert Vier Preludien und Ernste Gesänge (2005)
13
een verbintenis aan als vaste gastdirigent van het Radio Filharmonisch Orkest tot einde seizoen 2014-2015. Markus Stenz volgt Jaap van Zweden als chef-dirigent op met ingang van het seizoen 2012-2013. Het Radio Filharmonisch Orkest werkte samen met tal van befaamde gastdirigenten, onder wie Leopold Stokowski, Kirill Kondrasjin, Antál Dorati, Riccar do Muti, Kurt Masur, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennady Rozhdestvensky en Valery Gergiev. Het orkest speelde de (Nederlandse) premières van werken van onder anderen Koechlin, Martin, Franssens, Koolmees, Padding, Francesconi, Janácˇek, De Raaff, Oestvolskaja, Vriend en Rijnvos. Het orkest staat in dienst van de Publieke Omroep en is prominent aanwezig in de series ZaterdagMatinee en Het Zondagochtend Concert in het Amsterdamse Concertgebouw, alsook in De Vrijdag van Vredenburg te Utrecht. Daardoor kan het zich in het Nederlandse muziekleven opmerkelijk profileren door bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en concertante opera-uitvoeringen. Eerste uitvoeringen in Nederland en wereld-
14
premières zijn daarbij regelmatig aan de orde. Het Radio Filharmonisch Orkest treedt bij gelegenheid ook op in het buitenland. Olivier Messiaens meesterwerk La Transfiguration de Notre Seigneur Jésus-Christ, uitgevoerd in de ZaterdagMatinee in juni 2008 door Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor onder leiding van Reinbert de Leeuw, oogstte in september 2008 tijdens het Festival Musica in Straatsburg buitengewoon enthou siaste kritieken. Met chef-dirigent Jaap van Zweden was het Radio Filharmonisch Orkest in oktober 2009 te gast op het Sun Festival in Singapore. In maart 2010 vonden concertreizen plaats naar Groot-Brittannië, Duitsland en Oostenrijk. De omvangrijke cd-catalogus van het Radio Filharmonisch Orkest wordt in het seizoen 2010-2011 aangevuld met nieuwe opnamen in de veelgeprezen Sjostakovitsj- en Bruckner-reeks voor respectievelijk het label BIS en Challenge Records International. Tevens worden cd-opnamen gemaakt van Union square dance for 2 identical orchestras van Richard Rijnvos. www.radiofilharmonischorkest.nl
Radio Filharmonisch Orkest chef-dirigent
Jaap van Zweden eredirigent
Edo de Waart eerste viool
altviool
fluit
trompet
Frederieke Saeijs Semjon Meerson Mitcho Dimitrov Alexander Baev Fred Gaasterland Roswitha Devrient Natalia Gabunia Mariska Godwaldt Wouter den Hond Masha Iakovleva Kerstin Kendler Karina Korevaar Anna Korpalska Theo Ploeger Pieter Vel Peter Weimar
Francien Schatborn Huub Beckers Arjan Wildschut Igor Bobylev Martina Forni Annemarie Konijnenburg Erik Krosenbrink Robert Meulendijk Petr Muratov Ewa Wagner Anne-Bartje Fontein Roeland Jagers
Carla Meijers Thies Roorda Jeannette Landré
Hessel Buma Jacco Groenendijk Hans Verheij
piccolo
trombone
Marie-Cécile de Wit
Jaume Gavilan Agullo Herman Nass
tweede viool
Casper Bleumers Andrea van Harmelen Sarah Loerkens Jill Bernstein Michiel Eekhof Yvonne Hamelink Annemarie van Helderen Esther Kövy Dana Mihailescu Guido Muller Renate van Riel Nienke Teuben Alexander van den Tol Laurie Vreeken
hobo
Hans Wolters Yvonne Wolters Caroline Tempelaar
bastrompet
Pete Saunders bastrombone
althobo
Dominic Sierat
Gerard van Andel cello
Michael Stirling Anton Istomin Eveline Kraayenhof Wim Hülsmann Harm Bakker Winnyfred Beldman Mirjam Bosma Anneke Janssen Rebecca Smit Arjen Uittenbogaard
contrabastrombone klarinet
Brandt Attema
Frank van den Brink Nanette Bakker
tuba
Bernard Beniers es-klarinet
Diede Brantjes
Bas Voorter basklarinet
Sergio Hamerslag
Rien Wisse Walter van Egeraat Annika Hope Edward Mebius Stephan Wienjus Eduard Zlatkin Peter Baas Guus Grentzius
slagwerk
Johan Steinmann Birgit Strahl
Hans Zonderop Henk de Vlieger Paul Jussen Harry van Meurs
contrafagot
harp
Desirée van Vliet
Sandrine Chatron Miriam Overlach
fagot contrabas
pauken
hoorn
Petra Botma Annelies van Nuffelen Toine Martens Fréderick Franssen Peter Janosi Anneke Vreugdenhil Pierre Buizer Ingwer Van Hoek
piano / celesta
Stephan Kiefer John Snijders
15
C
18 september 2010, 14.15-ca 16.30 uur Concertgebouw, Amsterdam
25 september 2010, 14.15 uur Concertgebouw, Amsterdam
Loevendie 80
Duivels en Engelen
eerste concert in de B-serie
eerste concert in de C-serie
Radio Kamer Filharmonie Michael Schønwandt dirigent
Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor James Gaffigan dirigent Edward Caswell koordirigent
Tasmin Little viool Jacques Zoon fluit Debussy Prélude à l’après-midi d’un faune Loevendie Vioolconcert “Vanishing Dances” Mozart Fluitconcert KV 313 Beethoven Achtste symfonie
Muzikale vernieuwingen hoeven niet altijd te klinken als een inslaande bom. Claude Debussy openbaarde in 1894 een nieuwe klankwereld met zijn fluwelige Prélude à l’après midi d’un faune. Vanaf de fluitsolo aan het begin laat het werk oude muzikale regels en ‘zwaartekrachtwetten’ achter zich: het is muziek die niet botst, maar zweeft. Ook Theo Loevendie is zo’n componist die steeds verrast door het oude te benaderen vanuit een origineel per-
16
Theo Loevendie
Teo Krijgsman
B
spectief. Hij viert een dag voor dit concert zijn 80ste verjaardag. Loevendie heeft een innige band met de Weense Klassieken, maar is even vertrouwd met jazz en muziek uit het MiddenOosten. Dat resulteert al zo’n veertig jaar in pakkende composities. Zonder het baanbrekende werk van Beethoven was de muziek van Debussy noch Loevendie er geweest. Beethovens Achtste, oorspronkelijk geschetst als pianoconcert, is beduidend speelser dan zijn andere, bekendere symfonieën; maar wel muziek van een componist die razendsnel inspeelde op de heftige maatschappelijke veranderingen van zijn tijd. (mc) nb: om 13.40 uur op het podium van de grote zaal: hans haffmans in gesprek met theo loevendie
stelde. Het werk, waarvan Reinbert de Leeuw de première in maart 2008 dirigeerde in Berlijn, heeft als enige tekst de namen van engelen. Harvey weet met prachtige koor- en orkestklanken het hemelse zo tegenover het duivelse te zetten. Dit omvangrijke werk van de man die in de jaren tachtig al door Boulez werd uitgenodigd om aan het Ircam te komen werken, beleeft met deze uitvoering zijn Nederlandse première. (pj)
Daniel Behle tenor Harvey Messages (eerste uitvoering in Nederland) Liszt Eine Faust-Symphonie
Goethes Faust is door de eeuwen heen een belangrijke inspiratiebron geweest voor andere kunstenaars. Over Franz Liszt gaat het verhaal dat hij altijd een exemplaar van het boek bij zich had. Regelmatig baseerde hij zich op een van de Faustthema’s. Het meest omvangrijke resultaat was zijn FaustSymphonie, een indrukwekkende samensmelting van een symfonie en een symfonisch gedicht over duivelse kunsten. De Engelse componist Jonathan Harvey zocht het voor zijn Messages in precies het tegenoverge-
Franz Liszt, door Franz von Lenbach, ca.1880
17
komende concerten in
De vrijdag van Vredenburg vrijdag 1 oktober 2010, 20.15 uur (inl. 19.30 uur) Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
Russische Klanken
Rachmaninovs Tweede
Radio Filharmonisch Orkest Kirill Karabits dirigent
Radio Filharmonisch Orkest Eivind Gullberg Jensen dirigent
Simon Trpcˇeski piano
Martin Fröst klarinet
Ljadov Baba-Jaga Ljadov Het betoverde meer Prokofjev Pianoconcert nr. 3 Chatsjatoerjan Suite Spartacus Chatsjatoerjan Sabeldans uit Gajaneh
Martin Fröst
Mats Bäcker
Prokofjev in zijn werkkamer
vrijdag 17 september 2010, 20.15 uur (inl. 19.30 uur) Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
Rimski-Korsakov Suite Sadko Borisova-Ollas Golden Dances of Pharaohs, voor klarinet en orkest (Nederlandse première) Rachmaninov Symfonie nr. 2* * zondag 3 oktober, 11.00 uur ook in Het Zondagochtend Concert, Concertgebouw, Amsterdam
vrijdag 24 september 2010, 20.15 uur (inl. 19.30 uur) Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
vrijdag 8 oktober 2010, 20.15 uur (inl. 19.30 uur) Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
Tsjaikovski’s Vioolconcert
Koninklijke muziek
Patricia Kopatchinskaja viool Patricia Kopatchinskaja
* zondag 26 september, 11.00 uur ook in Het Zondagochtend Concert, Concertgebouw, Amsterdam
Radio Kamer Filharmonie Groot Omroepkoor Michael Schønwandt dirigent Celso Antunes koordirigent Ilse Eerens sopraan Élodie Méchain alt Thomas Cooley tenor Christian Immler bas Sébastien Dutrieux verteller Mozart Mis KV 317 ‘Krönungsmesse’ Honegger Le roi David
Michael Schønwandt
Hans van de woerd
Stravinsky Concerto ‘Dumbarton Oaks’ Tsjaikovski Vioolconcert* Beethoven Symfonie nr. 5*
Marco Borggreve
Radio Kamer Filharmonie Heinrich Schiff dirigent
Radio 4
NTR Podium op Ned.2
Deze ZaterdagMatinee wordt rechtstreeks uitgezonden op Radio 4. www.radio4.nl/zaterdagmatinee
zondag 12 september 13.00 uur Petrenko - Matsuev Portret van de jonge, Russische dirigent Vasily Petrenko. Musici prijzen hem om z’n heldere visie, z’n charisma en z’n magische linkerhand. Wat maakt hem nu uitgerekend tot zo’n goede dirigent? Interviews hierover met Petrenko zelf en met de leden van zijn orkesten. Regisseur Jan Kelder zoekt Petrenko op in Liverpool, waar hij chef-dirigent is van het RoyalLiverpool Philharmonic Orchestra en volgt hem tijdens zijn gastdirigentschap bij het Radio Filharmonisch Orkest. Petrenko vertelt over het mysterieuze van dirigeren, over miljoenen dirigeertechnieken die er bestaan, over de chemie met een orkest, met een solist, en over het kunnen overbrengen van je eigen ideaalbeeld naar het orkest. Hij wordt gefilmd tijdens een potje voetbal met orkestleden en vergelijkt de dirigent met een voetbalcoach. Met het RFO repeteert hij de Vijfde symfonie van Prokofjev en het Tweede pianoconcert van Rachmaninov, dat wordt uitgevoerd door de Russische meesterpianist Denis Matsuev. Hij en andere musici vertellen over het bijzondere van deze bevlogen dirigent. maandag 13 september, 23.50 uur Prokofjevs Vijfde symfonie. Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Vasily Petrenko Concertregistratie van de Zaterdag Matinee van 17 april j.l. zondag 19 september 13.00 uur Denis Matsuev over Rachmaninovs Tweede pianoconcert www.ntrpodium.ntr.nl
ZaterdagMatinee.nl Nieuwsgierig naar nog meer concerten in de NTR ZaterdagMatinee? Op www.zaterdagmatinee.nl kunt u meer informatie vinden. Enkele dagen voor het concert vindt u er ook de programmaboekjes. www.zaterdagmatinee.nl
Concertagenda Meer omroepconcerten en het laatste nieuws vindt u op: www.radio4.nl/concertagenda
Korting voor abonnementhouders Graag wijzen wij er op dat u, als u een abonnement heeft op een van de series van de ZaterdagMatinee, voor concerten in de andere series kaarten met korting kunt kopen.
Gratis OV binnen Amsterdam Het Concertgebouw is een verbintenis aangegaan met het GVB, het Gemeentelijk Vervoersbedrijf. Uw entreebewijs voor een concert in het Concertgebouw is tevens geldig als vervoersbewijs voor alle door het GVB aangeboden openbaar vervoersdiensten in Amsterdam (tram en bus). Voor concerten die overdag plaatsvinden, zoals de ZaterdagMatinee, geldt deze nieuwe regeling vanaf drie uur vóór tot vier uur ná aanvangstijd. www.concertgebouw.nl
20