Preek over Prediker 3:1-15
Gemeente van Jezus Christus, gasten, luisteraars,
Een van de leukere dingen van vakantie is, dat je er geen agenda hebt. Je hoeft niks. En als je slim bent, neem je geen mobiel of laptop mee waarop je je mail kunt checken. Het is dan ook tegelijkertijd een van de minder leuke dingen als je net terugkomt van vakantie. Het is een moment dat ik altijd zo lang mogelijk probeer uit te stellen, maar er komt een tijd waarop je voor de eerste keer je mail weer opent.
En als je dat gedaan hebt, zit je d’r zo weer in. Je weet wel, in het ritme van die dagen die altijd net iets vroeger begint dan dat jij wakker bent. In het ritme met roosters op school. Soms met tussenuren: die ervoor zorgen dat je even geen les hebt, maar toch ook niet naar huis kunt. Konden ze dat niet wat handiger plannen? In de planning op je werk met doelen voor elke week, voor elke maand. De administratie, en dan natuurlijk thuis ook nog: boodschappen doen, kinderen naar school en ’s avonds vergaderingen, Bijbelstudie. En voor je naar bed gaat nog even je mail of je MSN checken. Wie bepaalt jouw tijd? Ben je eigenlijk nog echt bereikbaar? En dan bedoel ik niet of je je mail vaak genoeg checkt of je telefoon wel aan hebt staan, maar echt? Sta je open voor de ander, sta je open voor God, nu op dit moment? Of ben je met je hoofd alweer bij het volgende moment? Bepaal jij je agenda, of bepaalt je agenda jou?
In Prediker 3 vers 11 staat dat God alles wat er is de goede plaats in de tijd heeft gegeven; dat God ons inzicht in de tijd gegeven heeft. Maar ook, dat wij wat God doet, niet kunnen doorgronden van begin tot eind. Daar wil ik het vandaag met jullie over hebben. [dia 1 - titel] “God staat boven de tijd” is het thema van de preek. [dia 1.1] 1. Dat kan je niet zien; [dia 1.2] 2. Dat moet je geloven; [dia 1.3] 3. Dat heeft een bedoeling. Dat kan je niet zien [dia 2] Prediker 3 vers 1 tot 8 is denk ik een van de bekendste stukken uit de Bijbel. Het is eigenlijk ontroerend mooi. Tegenstellingen in de tijd. 2 keer 7 paren. Met andere woorden: Prediker beschrijft het hele leven als een groot vat
tegenstrijdigheden.
Met
mooie
dingen:
lachen,
dansen,
planten,
liefhebben. Maar ook met minder mooie, soms ronduit negatieve dingen: afbreken, verkillen, haten. Als je de opsomming neemt van vers 1-8 dan lijkt daar weinig zinnigs in te ontdekken. Ik bedoel, geen logica. Geen opbouw, geen vooruitgang. Het gebeurt wel maar je hebt er geen grip op. Je ziet niet waar het allemaal goed voor is. Je vraagt je, net als met die tussenuren soms af: ‘konden ze, kon God, dat niet beter plannen?’ In het leven, ook in mijn leven zitten heel veel dingen waartussen, hoe ik er ook over nadenk, geen verband lijkt te zitten. Soms wel, dan zie ik een stukje van de puzzel. Maar meestal niet. Je kunt je afvragen waarom je eerst ergens aangenomen wordt, en later weer ontslagen. Je kunt je afvragen waarom je het ene moment op de toppen van je geloof leeft en je geloof het andere moment van sleur aan elkaar lijkt te hangen.
In ieder geval, Prediker ziet dat ook niet. Het verband. Waar het allemaal op uitloopt. Hij ziet wel de regelmaat, de afwisseling. Maar niet waar het goed voor is. Prediker is een goede waarnemer. Hij observeert. Zo is het leven. En inderdaad: Er zit een bepaald ritme in het leven. Een bepaalde dubbelheid. Als je thuis zit, wil je op vakantie. Als je op vakantie bent, wil je naar huis. De nieuwbouwwijk van vandaag is de achterbuurt van morgen. Het contract dat je vandaag ondertekent wordt morgen weer ontbonden. Wat eerst een nieuwe kans was is nu ballast. Een chemokuur slaat aan maar verwoest andere organen waar je afhankelijk van bent. In het leven zitten ups en downs. En in die afwisseling zit iets moois, maar ook iets heel tragisch. Prediker schrijft: we weten genoeg om vandaag van morgen te onderscheiden maar de bedoeling van a tot z ontdekken we niet. Dat moet je geloven [dia 3] Want God heeft wel een bedoeling. Met de tijd. Dat is iets om te geloven. Des te opvallender is namelijk wat Prediker zegt ná verzen 1-8 in vers 11: God heeft alles wat er is, de goede plaats in de tijd gegeven. Het is steeds weer heel verassend bij Prediker, wat voor conclusie trekt uit wat Hij ziet. Ik zou eerder zeggen: als ik dingen zie die ik niet snap, dan zal er wel geen pijl op te trekken zijn. Dan is het leven niet meer dan: geluk, toeval en ongeluk. De waarneming van Prediker lijdt bij mij makkelijk tot verbittering of berusting, niet tot geloof.
Toch is dat niet de conclusie van Prediker. Hoe kan dat? Dat kan, omdat hij de zin niet kan ontdekken, maar de zin gelóóft. Prediker doet 2 dingen: hij kijkt, en hij gelooft. En als het erop aan komt, is dat laatste bepalend. Prediker gelooft dat God boven zijn eigen ervaring uitgaat. Dat God daarboven staat. Dat ik misschien niet, maar Hij wel weet waar Hij mee bezig is. Dat tijd voor God geen bak vol tegenstrijdigheden is, maar dat Hij er controle over heeft.
Dat Hij de momenten bepaalt. Dat Hij weet waar de geschiedenis heen gaat. En elk moment is een bouwsteen in de tijd. Ook in jouw leven. Een bouwsteen totdat God het moment heeft bepaald dat het ‘af’ is, dat de tijd ‘op’ is. Prediker gelooft dat God geen fouten maakt maar dat Hij weet waar Hij mee bezig is. Hij vormt jou. Hij vormt ons als gemeente. Hij vormt de geschiedenis. Het loopt hem geen moment uit de hand. Nogmaals, dat ziet Prediker niet. Maar dat gelooft hij. Geloof jij dat ook? Prediker doet 2 dingen: hij kijkt én hij gelooft. Het eerste doet hij op grond van zijn ervaring. Het tweede op grond van openbaring. Want hoe weet Prediker eigenlijk dat het God niet uit de klauwen loopt?
Uit Genesis 1. Prediker heeft geleerd om goed te kijken. Maar hij heeft ook geleerd om conclusies te trekken niet op grond van wat hij ziet, maar op grond van wat God vertelt. En dat kan alleen als je de tijd neemt om niet alleen goed om je heel te kijken, maar ook om te luisteren. Uit Genesis 1 heeft hij geleerd dat God de tijd onder controle heeft. Dat tijd Gods scheppingswerk is. [dia 4] Genesis 1:14-18: ‘God zei: ‘Er moeten lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten de seizoenen aangeven en de dagen en de jaren, en ze moeten dienen als lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’ En zo gebeurde het. […] En God zag dat het goed was.’
Prediker kijkt én hij luistert. Hij ziet, hoe een mensenleven in elkaar zit. Wat er gebeurt. Dat eerste doet hij, om het zo te zeggen ‘waardevrij’. Hij constateert gewoon hoe het gaat. Je hebt goede tijden én slechte tijden. Maar Prediker doet ook nog iets anders. Hij gelooft dat God daarboven staat. Het eerste zegt Prediker op grond van zijn ervaring. Hij kijkt gewoon goed. Hij is niet gek. Het tweede op grond van openbaring. Hij luistert ook. Ook dat heeft Prediker geleerd. [dia 5 – leeg scherm]
In die Bijbel zegt God dat Hij wat er gebeurt onder controle heeft. Tijd is geen chaotische bak met gebeurtenissen waar God geen invloed op heeft. Wat er gebeurt door de eeuwen heen en in jouw persoonlijke leven verrast God niet zoals je agenda of mailbox jou kan verassen als je terug komt van vakantie. God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven. En die twee dingen zijn allebei belangrijk. Het is zowel de ervaring die ons met Prediker verbindt: kijk, je ziet er niks van. Wat zie je van het bouwwerk van God? Hoogstens de afwisseling van ups en downs. Maar ook het geloof verbindt ons met Prediker. Geloof, dat is: vertrouwen op wat je gezegd wordt, ook al zie je het niet. Ik zie het niet. En toch … is God mij aan het vormen. Hij weet waar het heen gaat. De Bijbel leert mij dat God de tijd onder controle heeft. Hij heeft alles gemaakt. Hij bepaalt de momenten. Op zijn manier. Op zijn tempo. Prediker zegt nog iets op grond van zijn geloof. Maar Hij zegt ook in vers 15 dat God voorbije dingen altijd weer terug haalt. Kijk, Prediker gelooft dat de tijd ergens heengaat. Dat het uitloopt op een oordeel (lees ook vers 16 en 17). En daarom kan hij zeggen dat God voorbije dingen altijd terughaalt. Wat bedoelt Prediker? Wat zijn die dingen die voorbij gaan? Nou, bijvoorbeeld je onbezorgde kinderjaren. Je eerste verliefdheid. De laatste momenten samen voor het sterven van je man of vrouw. Momenten die langzaam wegglijden in het verleden. Prediker zegt: wat voor ons wegglijdt, daar kan God nog bij. Want Hij is de maker van de tijd. Hij bewaart het, en laat het weer terugkomen. Je eigen jeugdherinneringen in die van je kinderen of kleinkinderen. Maar ook als je geen kinderen hebt: God haalt voorbije dingen weer terug. Als de tijd vol is. Als Jezus terugkomt. Dan ga je ontdekken dat niets van wat jij hebt meegemaakt, voor niets was.
God heeft er een bedoeling mee [dia 6] Tot slot. God heeft alles dat er is de goede plaats in de tijd gegeven, maar wij weten niet hoe. Wij hebben wel besef van tijd hebben, maar niet genoeg om Gods werk van begin tot einde te kunnen doorgronden. We zien er wel iets van maar niet alles. Wat dat betreft lijken wij op kinderen van een jaar of 3/4. God heeft dat zo bepaald met een bedoeling. God doet de dingen voor altijd. Dat kan je niet zeggen van wat wij doen. Er is een verschil, tussen wat wij weten en wat God weet. Volgens Prediker is dat niet zonder reden. Vers 14: ‘… God doet het zo opdat wij ontzag voor Hem hebben.’ Ontzag, dat is vooral dat wij het verschil erkennen. Ja, nu zie ik het: u bent God. Ik niet. Ik zie dat U ritme en regelmaat in het leven heeft gemaakt, maar U laat zich niet gemakkelijk narekenen. U heeft de tijd onder controle. Het is uw scheppingswerk, niet het mijne. Prediker schrijft het ook in vers 9: ik verander daar met mijn gezwoeg niets aan. Ontzag is geen berusting. Geen verlangen dat de dingen altijd hetzelfde blijven. Geen heimwee naar vroeger, toen alles zogenaamd beter was. Dat is dwaasheid volgens Prediker (7:10). Ontzag is geen berusting maar ook geen vroom gezwoeg. Wat ik ook doe, ik breng de hemel niet op aarde. Tijd is Góds scheppingswerk. Een houding van ontzag voor God relativeert je eigen prestaties. Jou taak is, en dat zagen we ook vorige week al, om te genieten van wat God geeft. Gewoon, je best doen. En dan genieten van het resultaat als God het geeft. Niet dat wie jij bent en wat je doet, onbelangrijk is. Helemaal niet. Maar je bent God niet. Jouw plannen zijn niet zo belangrijk dat Gods werk er mee staat of valt. Dat kan je alleen zeggen van Gods plannen. Het is veelzeggend dat zelfs Jezus zegt niet te weten van een aantal beslissende tijden en gelegenheden. Dat weet de Vader alleen.
[dia 7] Handelingen 1 vers 7: ‘‘Het is niet jullie zaak om te weten wat de Vader in zijn macht heeft vastgesteld over de tijd en het ogenblik waarop deze gebeurtenissen zullen plaatsvinden.’ En [dia 8] Marcus 13 vers 32 (ook: Matt. 24): ‘Niemand weet wanneer die dag of dat moment zal aanbreken, de engelen in de hemel niet en de Zoon niet, alleen de Vader.’ God heeft alle tijd. Wij niet. Onze verantwoordelijkheid is beperkt. Gelukkig maar. Omdat wij het niet weten, kunnen we gewoon ons werk doen. Dat is onze taak. Met de erkenning van het verschil tussen mij en God komt er dus ook ruimte voor vertrouwen. Ik kan het niet, ik zie het niet. Maar ik geloof, ik vertrouw erop dat God het wél ziet en weet. En dat God het doet. [dia 9 – leeg scherm]
Ontzag, tot slot, is niet alleen erkenning van het verschil maar ook aanbidding van het verschil. Het geloof dat God alles dat er is de goede plaats in de tijd heeft gegeven mag leiden tot aanbidding. Aanbidding, omdat ‘tijd’ Gods scheppingswerk is. Aanbidding omdat tijd, op grond van Gods openbaring – de Bijbel – uiteindelijk geen frustrerend probleem, maar een goede gave van God is. God heeft alles onder controle. Hij heeft de tijd gemaakt en ‘goed’ genoemd. Hij heeft er een bedoeling mee. De tijd gaat ergens heen. Van de wereldgeschiedenis tot alle gebeurtenissen in jouw leven. Wij leven in afwachting van het moment dat God bepaald heeft. Waarop Hij zegt: nu is de tijd vol. En tot die tijd is er alle tijd om jezelf te relativeren. Tijd om God te aanbidden om wie Hij is. Zet dat maar in je agenda. Elke dag: tijd om God te aanbidden. En het mooie is: in de aanbidding van God krijgt je leven vanzelf meer zin. Omdat wij doen waarvoor we zijn gemaakt. En omdat God de eer krijgt die Hem toekomt. [amen]