Afgiftekantoor Gent X - P309201
NATIONAAL VAKTIJDSCHRIFT VOOR ARCHITECTEN EN DE VOLLEDIGE PROJECTMARKT - NR 74 -
SEPTEMBER - OKOTBER - NOVEMBER 2013 - € 7
Delen Private Bank - Gent Bontinck Architecture & Engineering
RENOSCRIPTO
6
“Een architect zoekt naar een goede balans in alle facetten en een goed compromis met alle betrokken partijen”
7
Pluspunt Architectuur, gespecialiseerd in restauratiewerken (van lange adem) Renoscripto betekent letterlijk ‘schrijven over renovatie en restauratie’. Een vakblad met zo’n titel zou eigenlijk al jaren geleden een interview moeten hebben afgenomen met Ellen Vertommen, architect en zaakvoerder van Pluspunt Architectuur. Dit architectenbureau uit Waregem is immers gespecialiseerd in restauratiearchitectuur en heeft in zijn portefeuille enkele prestigieuze projecten. Maar na tien jaar hard werken zijn er nog maar relatief weinig van deze projecten gerealiseerd. Dit heeft uiteraard niets te maken met de capaciteiten van de architecten, maar alles met het moeilijke en vaak langdurige traject met obstakels rond budgettering, de logge procedure voor subsidiëring, de traagheid van het systeem voor openbare aanbestedingen, de schaalgrootte, en het veelvuldige verloop van personeel op diverse overheidsdiensten waardoor continuïteit en efficiëntie soms ver te zoeken zijn en een aanzienlijke vertraging voor de dossiers met zich meebrengt. Maar doorzetting en geduld worden langzaam maar zeker toch beloond. Hoog tijd dus voor een uitgebreide kennismaking. Zwaartepunt: openbare restauratieopdrachten Pluspunt Architectuur is een architectenbureau dat bestaat uit zeven personen met elk een eigen specifieke taak en specialiteit. Aan het hoofd staat Ellen Vertommen. :aaZchijYZZgYZ^cº.(V[VahVgX]^iZXiVVcH^ci"AjXVh
RENOSCRIPTO
RENOSCRIPTO
8
9
koppeld wordt aan een uitbreidend nieuwbouwgedeelte”, aldus Ellen. “Belangrijk is dat ons bureau als groep functioneert, een hecht team vormt. Vandaar dat ons kantoor niet mijn eigen persoonlijke naam draagt. Iemand voelt zich sterker verbonden met een groep als de naam neutraal gekozen is en niet enkel afstraalt op één persoon. Ik zie dit als een vorm van respect voor mijn medewerkers. De verwezenlijkingen van Pluspunt Architectuur zijn oprecht het resultaat van het hele team. Uiteraard moet er iemand aan het hoofd staan die het overzicht moet bewaart en lastige knopen doorhakt.” “Het model van die architect die alleen werkt, is daarbij voorbijgestreefd. We moeten teveel kennen, op teveel domeinen. Denk aan technische en bouwfysische normen, uitvoeringsdetails, EPB, veiligheid, brandnormen, toegankelijkheid,… Enkel door een doorgedreven specialisatie en het integreren van kennis en ervaring vanuit verschillende invalshoeken kunnen we een geslaagd ontwerp realiseren. Dit inzicht vertaalt zich in onze manier van werken.” Werkwijze “Elk project wordt aangestuurd door een projectarchitect die het totale overzicht over het dossier bewaard. Hij of zij staat in rechtstreeks contact met de opdrachtgever(s) en zorgt ervoor dat elke vraag een gepast antwoord krijgt. Hierin wordt hij steeds geassisteerd door één van de andere leden van het team die de projectarchitect helpt bij het maken van opmetingen, fotodocumentatie, plannen, lastenboeken en meetstaten en eveneens op de werfvergaderingen aanwezig is. Deze assistent kan zo de titularis ten allen tijde vervangen. De andere teamleden voeren enerzijds kleinere deelopdrachten uit die door de titularis
worden samengebracht en ingevoegd binnen het grotere geheel. Anderzijds vormen ze een klankbord voor specifieke problemen die worden opgeworpen. Als hoofd van het bureau ben ik op de hoogte van alle dossiers, teken ik mee de krijtlijnen van het ontwerp uit en volg ik alle belangrijke vergaderingen.” “Onze werking blijft daarbij niet beperkt tot ons team. Voor diverse deeldiciplines laten wij ons bijstaan door specialisten. Denk aan opmeting, stabiliteitsberekeningen, uitwerking van technische installaties zoals elektriciteit, verwarming, verluchting, beveiligingen, liftinstallaties, akoestiek, specifieke onderzoeken op vlak van restauratiewerken, EPBberekening, veiligheidscoördinatie,... Wij zijn zelf geen specialisten maar hebben notie van al deze deeldomeinen. Als architect is het onze taak om al deze studies te coördineren en te integreren in ons ontwerp. Wij moeten overkoepelend functioneren en de haalbaarheid achterhalen, het overzicht bewaren. ” “Voor elk project formuleren we in eerste instantie een basisvoorstel. Dat toetsen we vervolgens aan de ervaring en kennis van onze gespecialiseerde partners. De contacten met deze specialisten verlopen steeds via de projectarchitect, die zo steeds het overzicht op de totaliteit van het concept behoudt. Als het nodig is kunnen we rekenen op freelancers. In samenspraak met de projectarchitect voeren die enkele strikt omlijnde taken uit.” Zoeken naar balans in alle facetten “Deze manier van samenwerken resulteert in een bijzondere werkwijze, eigen aan ons bureau. Belangrijk hierbij is dat alle actoren van bij de aanvang bij het project worden betrokken. Niet alleen de projectarchitect maar ook de andere teamleden en externe specialisten. Telkens op-
nieuw worden voor de hand liggende oplossingen in vraag gesteld, om zo alle randen van het probleem af te tasten en te komen tot een oplossing in zijn meest zuivere en uitgepuurde vorm.” “En dat is niet altijd even makkelijk. Door een overvloed aan normen regelgevingen is een compromis soms de enige uitweg. Dikwijls zijn er tegenstrijdige invalshoeken vanuit verschillende partijen. Bouwheer, gebruikers, monumentenzorg, brandweer en andere betrokkenen moeten op één lijn worden gebracht. Als architecten moeten we dan ook bemiddelen. En dat kost tijd en diplomatie, soms veel tijd en heel veel diplomatie. Maar na 20 jaar ervaring weet ik dat voor elk probleem steeds een oplossing kan worden gevonden. De kunst is om soms even afstand te nemen en overkoepelend te denken. Tijd brengt raad.” “Aanvullend zorgt deze werkwijze ervoor dat er in elke fase van het ontwerp - voorbereiding, schetsontwerp, (voor)ontwerp en uitvoering - gewerkt wordt met het uiteindelijke streefdoel voor ogen. Normaal omvat een schetsontwerp slechts de algemene structuur van het project, en deelt het voorontwerp het gebouw in. Het is pas met het uitvoeringsontwerp dat alle elementen samenvallen. Wij trachten al vanaf het schetsontwerp rekening te houden met alle elementen. Op geen enkel moment verliezen we het totaalbeeld uit het oog. Zo zal, bijvoorbeeld, het schetsontwerp en het voorontwerp rekening houden met de aan te brengen technieken. En zal het voorontwerp vergezeld zijn van een lastenboek en een meting met raming.” Doorheen de jaren werd Pluspunt Architectuur aangesteld voor talrijke restauratieprojecten. Hieronder stellen we je er graag enkele voor.
RENOSCRIPTO
RENOSCRIPTO
10
De diamantslijperij in Nijlen komt daarbij uitgebreid aan bod, alsook de Sint Bernardusabdij in Bornem met haar indrukwekkende bibliotheek en het Vleeshuis in Lier. Het is slechts een greep uit een uitgebreide portefeuille met onder meer het Hof ter Berg in Ternat, een gerestaureerde vleugel en dak voor de Sint-Bernardusabdij in Hemiksem, het Stadhuis in Eeklo, Hof ter Welle in Beveren, Sint-Jozefkerk in Aalst, de pastorij in Meerbeke, Sint-Martinuskerk in Asper, …
Diamantslijperij Lieckens in Nijlen >c&.%-WdjlYZEZigjhA^ZX`Zch^cYZHeddglZ\aZ^^c Nijlen het ‘Diamantfabriekske’. Een eenvoudig en functioneel industrieel bouwwerk; een typische Kempense huisdiamantslijperij bestemd voor zijn zonen. Het atelier en de technische installatie vormen nu een uniek stukje industrieel erfgoed dat illustratief is voor de vele diamantslijperijen die ooit in de regio gevestigd waren. In 2004 kocht het gemeentebestuur van Nijlen de oude slijperij en enkele aangrenzende gronden aan. De rest van het perceel werd gekocht door sociale huisvestingsmaatschappij Zonnige Kempen, die er acht sociale woningen bouwde. Pluspunt Architectuur werd aangesproken om het pand én zijn interieur inclusief slijpmachines te restaureren. Na restauratie wordt de site opengesteld worden voor publiek. Laatste vooroorlogse diamantwerkplaats 6Vc]ZiZ^cYZkVcYZ&.ZZZjldcil^``ZaYZ6cilZgeZc zich als diamantcentrum. In het centrum van de stad ontstond de diamantwijk en verschillende kleine diamantairs organiseerden zich in de Diamant Club, de eerste diamantbeurs ter wereld. De vraag naar goede diamantha^_eZghlZgYhcZa\gdiZgZckVcV[&-,+kZhi^\YZYZc^Zi" georganiseerde diamantnijverheid zich in de Kempen. Het werd een groot succes, voornamelijk omdat de Kempische slijpers goedkoper waren dan de Antwerpse. 9Z]VcYZaWaZZ[WadZ^ZcidiYZ_VgZc&.,%"&.-%#9VVgcV verhuisde de diamantindustrie naar lageloonlanden. ¸Ha^_eZg^_A^ZX`ZchhaddieVh^c&.-*o^_cYZjgZcZc^h nu de laatste, nagenoeg volledig uitgeruste vooroorlogse diamantwerkplaats in de streek. Niet alleen het gebouw doorstond de tand des tijds. Ook de werkbanken, heel wat materiaal én de motor die destijds de slijpschijkZcVVcYgZZ[!WaZkZcWZlVVgY#>c'%%-lZgYYZY^Vmantwerkplaats samen met de waterput beschermd als 10.000e monument in Vlaanderen.” “Pluspunt Architectuur werd aangesteld om zowel het exterieur als het interieur te restaureren. Onder hun lei-
RENOSCRIPTO
12
13
ding wordt opstijgend vocht in de muren aangepakt, het binnen- en buitenschrijnwerk gerestaureerd en het dak hersteld naar de oorspronkelijke toestand met zadeldak. Ook het gehele interieur wordt gereinigd, het binnenschrijnwerk gerestaureerd en de slijpinstallatie opnieuw operationeel gemaakt. Dit omvat ook de restauratie van de diamantslijpmolens met bescherming, demontage, restauratie en hermontage van de bestaande installatie. Dat alles zal ruimte geven voor een belevingscentrum dat de geschiedenis van de diamantbewerking in Nijlen en omstreken ontsluit voor het brede publiek.” Essentiële bouwmaterialen De diamantslijperij werd opgetrokken met eenvoudige bouwmaterialen: bakstenen muren op eenvoudige fundering, een tegelvloer in zandbed op het gelijkvloers en een betonnen vloerplaat op de verdieping. Oorspronkelijk werd het gebouw afgedekt met een hellend pannendak. Na oorlogsschade werd het gebouw later afgedekt door een betonnen plat nooddak met enkele dakkoepels. “We vonden er een relatief gezonde constructie. De bakstenen waren niet of nauwelijks beschadigd en de oorspronkelijke legmortel was vrijwel intact. De voegen waren uitgesleten, maar dit wordt op een eenvoudige wijze hersteld door hervoegen met een aangepaste kalkmortel.” “Toch stelden we enkele specifieke problemen vast. Allereerst heeft gebouw last van opstijgend vocht. Dit probleem is op vlak van de muren eenvoudig op te lossen via het plaatsen van een vochtonderbrekende laag door injectie met siliconengel. Het vochtprobleem is echter groter. Enerzijds omdat de vloer van het gelijkvloers in tegels en cementdallen lager ligt dan het maaiveld. Anderzijds omdat er naar alle waarschijnlijkheid geen vochtwering voorzien is onder de bevloe-
ring. Plaatselijk vertoont de vloer zoutuitbloeiingen.” “We opteerden ervoor om het maaiveld rond het gebouw voldoende te verlagen en ervoor zorgen dat het opgevangen water van het bouwwerk wegstroomt. Dit lossen we concreet op door paden aan te brengen rondom het gebouw en een drainage te voorzien die ervoor zorgt dat het water verder van het gebouw in de grond dringt en afvloeit naar de riolering.” Gietijzeren voetstukken “Wat betreft de interieurinrichting stelde zich wel een probleem. De gietijzeren voetstukken van de slijpbanken en drijfassen staan rechtstreeks op de vloer en gingen door het teveel aan vocht roesten. Hier opteerden we voor een grondige en duurzame aanpak. Door de tegelvloer uit te breken en eronder een nieuwe betonplaat, voorzien van een vochtwerende laag, te gieten en dit te combineren met een behandeling van de muren tegen opstijgend vocht. De betonplaat lost niet alleen het vochtprobleem op, maar stabiliseert de vloer beter en werkt als isolatielaag. De uitgebroken vloertegels kunnen daarbij gerecupereerd en herplaatst worden, al dan niet aangevuld met nieuwe tegels.” Onveranderlijk noorderlicht “Drie van de vier gevels zijn gesloten en hebben dus geen raamopeningen. Enkel de noordgevel kent een grote glaspartij. Deze werd destijds voorzien om veel en onveranderlijk licht binnen te trekken, nodig voor het beoordelen van het slijpwerk van de diamantfacetten.” “De gekozen constructiewijze voor ondersteunen van de raamopeningen strookt ten volle met de gangbare bouwmaterialen van rond de eeuwwisseling in het gebruik van stalen I-liggers, die verankerd werden in de achterliggende vloerconstructie. Dit staalwerk voorzien we van een beschermende, roestwerende behandeling.”
“De dorpels onder de ramen zijn uitgevoerd als een naar buiten afwaterende rollaag. Deze laag bevindt zich in goede staat, met enkel een lichte mosbegroeiing. Om dit in de toekomst te vermijden, worden de dorpels, na reiniging, mosverwijdering en herstel van het voegwerk, met een waterafstotend middel behandeld.” “Alle buitenschrijnwerk werd uitgevoerd in pitch pine, voorzien van een beglazing type serreglas en gemastikeerd in de raamkaders. Sommige elementen zijn in principe herbruikbaar. Enkel de aangetaste delen worden vervangen of hersteld en de houtverbindingen gecontroleerd. Waar de onderdorpels beschadigd zijn, worden deze volledig verwijderd en vervangen in nieuw hout.” Oorspronkelijke zadeldak in ere hersteld “Het huidige platte dak is een tijdelijke en minderwaardig uitgevoerde afdekking die de beslissing om het oorspronkelijk hellend dak te reconstrueren enkel maar aanmoedigt. Gezien we over fotomateriaal beschikken van het oorspronkelijke zadeldal, opteerden we om naar deze dakvorm terug te keren. Ook de lichtstraat die het noorderlicht binnenbrengt op de bovenverdieping zal opnieuw worden gereconstrueerd.” “Bijgevolg zullen we ook de binnenafwerking herstellen. De oorspronkelijke toestand is volledig verdwenen bij de afbraak. De dakstructuur met A-spanten met zichtbare hanebalken die dienst doen als trekker tussen de beide buitenmuren en eraan bevestigd zijn met muurankers zal opnieuw gereconstrueerd worden. De binnenafwerking willen we uitvoeren in pleisterwerk op rinkellatten, aangebracht op de onderzijde van de kepers. Deze afwerking wordt aangebracht op het achtervlak van het schuin dak, op het ondervlak van de trekker op halve hoogte en op het voorvlak van het hellend dak, tussen de dakvlakramen.”
RENOSCRIPTO
RENOSCRIPTO
14
“Het interieur van de slijperij zelf bestaat uit drie ruimtes. Op het gelijkvloers vinden we de inkom en een werkruimte met acht slijpmolens. Op de verdieping zien we een werkruimte met elf slijpmolens. Achter het hoofdgebouw bevindt zich een aangebouwde en niet afgewerkte bergruimte.” “De muren en plafonds van het hoofdgebouw zijn momenteel afgewerkt met een type van witkalkbehandeling. Op verschillende plaatsen is deze muurafwerking aangetast door vochtinsijpeling. Dit probleem heeft voornamelijk te maken met een tekort aan verluchting, waardoor de muren niet voldoende kunnen uitdrogen.” “Het gehele interieur voorzien we, na grondige reiniging en oplossen van de vocht- en zoutproblematiek, van een dunne kaleilaag op kalkbasis. Deze kaleilaag wordt afgewerkt met een ademende verflaag. We opteren voor het meest duurzame afwerkingsysteem. In eerste instantie werken we met een silicaatverf, op voorwaarde dat de muren en plafonds vrij zijn van organische insluitingen die vlekken veroorzaken. Gezien het industriële karakter van het gebouw is er geen bezwaar tegen een beperkte vlekvorming, zolang de invloed ervan niet te groot en storend wordt. Indien
na het kaleien toch onaanvaardbare vlekken voorkomen gebruiken we een siloxaanverf.” Decaperen “De bestaande binnendeur herstellen we volledig door het decaperen van alle schilderwerk met voorafgaand kleurenonderzoek, het herstellen van de houten onderdelen met nazicht van de verbindingen, het herstellen en vervolledigen van de houten deuromlijstingen, het nazicht en herstel van bestaand hang- en sluitwerk en tot slot het herschilderen. Ook het binnenraam wordt zo gerestaureerd. Hier voorzien we supplementair nazicht en herstel van de beglazing en stopverfdichtingen.” “Ook bij de bestaande borstwering rond de trap op de eerste verdieping worden de afwerklagen gedecapeerd, alle verbindingen nagezien en de vasthechting vernieuwd door een stalen spil die chemisch verankerd wordt in de vloerconstructie en bevestigd aan de spillen van de leuning door inboren en borgpin. Verder zorgen we voor een nieuwe afwerklaag in kleurvernis.” “Bij de bestaande trapaanzet in metselwerk worden afwerklagen gedecapeerd en opgeschuurd. De chemische verankering van bovenen onderzijde wordt herbeves-
tigd, evenals het verlijmen van de leuning. Elk trede wordt bekleed met geplooide staalplaat en afgewerkt met antislipverf. De houten delen worden herafgewerkt met kleurvernis.” Operationele installaties “De restauratie van dit gebouw is maar zinvol indien we na de oplevering zien hoe er destijds in gewerkt werd. Het is daarom van groot belang dat de installatie ook effectief operationeel wordt.” “Er zal een volledig onderzoek worden uitgevoerd naar de werking en dus de manier van het herstellen van de slijpmolens. Dit onderzoek wordt gevoerd in samenwerking met vzw Schitterend Geslepen, die contacten legt met oude slijpers uit de streek.” Bezoekerscentrum “Het terrein bevatte oorspronkelijk de woning van de familie Lieckens aan de straatzijde en de diamantslijperij in de tuin. Achter deze slijperij bevond zich een berging en losstaand toiletgebouw. De berging zal nu dienst doen voor het stockeren van reservemateriaal en materieel van de slijpinstallaties. En ruimte bieden aan nutsvoorzieningen. Het vrijstaande toilet is niet van wezenlijk belang, maar geeft meer informatie over het gebruik van de
17
diamantslijperij. We willen het bewaren en gebruiken als extra buitenberging.” Het masterplan van de site voorziet naast sociale huisvesting, ook in een bezoekerscentrum met tentoonstellingsruimte. Het centrum en de diamantslijperij worden met elkaar verbonden door middel van een glazen luifel. “Vormelijk zien we de luifel volledig los van de bestaande structuur en uitgevoerd in een uiterst fijne, glazen staalconstructie. De structuur plaatsen we in het ritme van de achterliggende gevel waarbij de glasplaten ter hoogte van de deuren doorlopen tot tegen de oorspronkelijke gevel.” ¸De')_ja^'%&(dcik^c\ZclZWZg^X]iYVib^c^hiZg Bourgeois, bevoegd voor Onroerend Erfgoed, besliste om de premie voor de restauratie toe te kennen. Concreet wil dit zeggen dat we in aanbesteding kunnen gaan en de werken kunnen aanvatten.” Sint-Bernardusabdij Bornem De Bibliotheek van de Sint-Bernardusabdij in Bornem is een van de belangrijkste erfgoedbibliotheken in België. 9ZoZjc^Z`ZZg[\dZYh^iZlZgY^c'%%-YddgYZ\Zmeente Bornem in erfpacht genomen. Het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur (CRKC), het expertisecentrum voor religieus erfgoed in Vlaanderen en Brussel, inventariseerde de collectie kunst- en cultuurvoorwerpen in '%%.#CVY^ZclZgY]ZiXZcigjbYddgYZVWY^_VVc\ZhiZaY om de werking rond het roerende patrimonium te coördineren in het kader van de herbestemming van een deel van de abdijgebouwen. CRKC stelde een beheersplan op voor de volledige collectie. Ook de bibliotheek moet zo een nieuw kleedje krijgen. Pluspunt Architectuur werd aangesteld aan om het restauratietraject voor het onroerend gedeelte uit te tekenen en een toekomstvisie te ontwikkelen voor dit uniek stukje erfgoed.
Klooster van het Heilig Kruis De abdij van Bornem, ook bekend als het ‘Engels Klooster’, kende een lange voorgeschiedenis. Ze werd in &+%(\Zhi^X]iYddgEZiZg8dadbV!]ZZgkVc7dgcZbdb er zijn relieken van het Heilig kruis te bewaren. Het lukte hem niet er een vaste kloostergemeenschap in onder iZWgZc\ZcZc^c&+*-lZgY]Zi`addhiZgdkZg\ZcdbZc door Engelse Dominicanen die op de vlucht waren voor \dYhY^ZchikZgkda\^c\Zc^cZ^\ZcaVcY#>c&+*.hi^X]iZc zij er een school voor leken. De oorspronkelijke geboulZclZgYZc^c&,+.V[\ZWgd`ZcZcZglZgY\ZhiVgibZi de bouw van de huidige classicistische abdij onder leiding van Brussels architect Jan Vangelder. De gebouwen lZgYZckdaidd^Y^c&,,(ZcV[\ZlZg`idbhigZZ`h&,-'# Alleen de oude kerk bleef bewaard. >c&-(+lZgYZcYZ\ZWdjlZcdec^ZjlkZg`dX]iVVcYZ 8^hiZgX^
coZghkVc=Zb^`hZbY^Z^c&-)%YZdjYZ`Zg` vervingen door een nieuw neoclassicistisch gebouw, de huidige abdijkerk. Deze kerk, een ontwerp van Antwerpse VgX]^iZXi?#:#;gVchhZc!lZgY^c\Zl^_Yde',hZeiZbWZg&-)'#=^ZgcVVhi`lVbZgZZcc^ZjlZkaZj\Zakddg aZ`ZcWgdZYZgh^c&-+(ZcZZcW^Wa^di]ZZ`^c&-,'#:Zc ontwerp van de Antwerpse provinciale architect Joseph HX]VYYZ#>c&.%(lZgYcd\ZZc]dZ`\ZWdjlkddg]Zi VgX]^Z[W^_\ZWdjlY#De'%_VcjVg^&..-lZgYYZH^ci" Bernardusabdij geklasseerd als beschermd monument. Pronkbibliotheek De huidige bibliotheek bevat een unieke collectie met een groot aantal werken over de christelijke leer, theologie en liturgie evenals klassieke werken van Aristoteles, Cicero, Justianus, Gratianus en Galenus. Ook de wetenschappen zijn goed vertegenwoordigd. Volgens de Vlaamse Erfgoedbibliotheek bevat de bibliotheek 250 handschrif-
RENOSCRIPTO
RENOSCRIPTO
18
iZc!'%^cXjcVWZaZc!-%edhi^cXjcVWZaZc!*#%%%WdZ`Zc kVckddg&-(%Zc)%#%%%WdZ`ZckVccVY^ZYVijb#?Z vindt er ook de ‘hel’ terug. Verboden, ketterse, immorele of verdachte boeken zoals protestantse bijbels, werken van Erasmus of Jansenius en alles wat niet strookte met de Rooms-katholieke orthodoxie werden bewaard in een aparte kast, afgesloten met kippengaas. “De bibliotheek heeft twee verdiepingen en is een echt pronkstuk. In de leeszaal stonden twee rijen zware houten lezenaars met schuin oplopend blad waarop zware folianten comfortabel konden gelezen worden. Tot juni '%&(lZgYYZgj^biZdcih^ZgYYddgbZiVaZcgZ``ZcY^Z de groei van het boekenbestand opvingen. Na restauratie worden de originele houten lezenaars teruggeplaatst om zo het originele uitzicht van de bibliotheek te herstellen en bezoekers de mogelijkheid te geven om ten volle te genieten van de openheid van de ruimte en de pracht van de tot de nok gevulde boekengevels.” Momenteel worden de werken van de bibliotheek gereinigd, geïnventariseerd en verpakt om vervolgens te worden opgeslagen in een depot. Na de restauratie zullen de boeken hun oude plaats terugvinden. Vocht- en schimmelproblematiek “In eerste instantie pakken we de vocht- en schimmelproblematiek aan. Ook de afwerking van de verschillend vloeren en wanden wordt gerestaureerd. Naar concept en inrichting toe, grijpen we terug naar de oorspronkelijke inrichting met houten lezenaars. Het schadebeeld van alle rekken wordt gedetailleerd in beeld gebracht om zo de oorspronkelijk interieurelementen grondig te restaureren. Gezien de capaciteit van de te bewaren boeken in de oorspronkelijke bibliotheekruimte zal dalen, wordt in het boekenbestand geselecteerd welke boeken we opnieuw zullen onderbrengen in de bibliotheek. Er wordt gebruik gemaakt van aangrenzende ruimten om de volledige collectie alsnog samen te houden.” “Het moeilijkste hoofdstuk bij een restauratie als deze is de inbreng van de technieken op een zo onopvallend mogelijk manier. Afhankelijk van de locatie van de technische ruimte, maken we gebruik van toe- en afvoeropeningen voor roosters en ventilatiemonden via de plint onder de houten lezenaars en/of de openingen bovenaan de wandrekken, die ontstaan tussen de rechte rekken en de bogen van de troggewelven. De technische installaties worden onopvallend ingebracht om alsnog het perfecte binnenklimaat te creëren.” “Om de continuïteit van het binnenklimaat verder te garanderen worden ook beperkte ingrepen aan het buitenschrijnwerk doorgevoerd. De bibliotheek kent drie buitengevels en is bijgevolg gevoelig aan temperatuurschommelingen. Enkel en alleen de onderste zones zijn voorzien van binnenluiken. Om het schrijnwerk alsook de fysieke verschijningsvorm ervan maximaal te behouden,
19
kiezen we ervoor om ‘monumentenglas’ te integreren. Dit geeft een beperktere warmtetransmissie zonder dat er esthetisch opvallende wijzigingen zijn.” “Gezien de bibliotheekvleugel volledig op zichzelf moet functioneren, wordt de volledige zone ook zowel brandtechnisch als naar inbraak optimaal beveiligd en beschermd.” “Het dossier voor het restauratieve gedeelte van de overige delen van de abdij kreeg inmiddels goedkeuring van de diensten van Onroerend Erfgoed en wacht nu verder op de definitieve goedkeuring van de minister. Zodra de ontwerpen voor de inrichting van de overige delen van de abdij gekend zijn (voorzien voor het einde van het jaar) kan het dossier volledig op punt gesteld worden. Dan is het kwestie van wachten op subsidies voor dit tweede dossier alvorens in aanbesteding te gaan. In die zin is de planning onzeker aangezien we afhankelijk zijn van de timing van de subsidietoekenning.” Vleeshuis in Lier “Het vleeshuis in Lier is in oorsprong een 15e-eeuwse markthal voor vee-
en vleeshandel. Het gebouw werd geconcipieerd als een uiterst functioneel gebouw met kelders voor opslag. De markthal zelf kwam op het gelijkvloers, de voorraad en de gildenvereniging op de verdiepingen. >cYZaddekVcYZ&.ZZZjllZgYYZ vleeshal een boterhal. Bovendien werd er toen ook een politiewacht en gevangenis in ondergebracht. Nog later kwam er op de verdieping de Stedelijke Tekenschool en Société A^iiZgV^gZ#:c^c&--%^chiVaaZZgYZ het Vredegerecht zich op de verdieping. Deze situatie bleef bestaan tot &.+(#H^cYhY^Zc\ZWgj^`iYZhiVY]Zi gelijkvloers van het oude Vleeshuis als tentoonstellingszaal. De rest van het gebouw staat stond leeg Zcdc\ZWgj^`i#>c&..(kda\YZZZc restauratiecampagne waarin de kapconstructie en de stabilisering van de spatkrachten op het niveau van de eerste verdieping werden aangepakt. Het gebouw bleef grotendeels ontmanteld achter, enkel de gotische zaal op het gelijkvloers werd als tentoonstellingsruimte gebruikt.” ¸>c'%%-`lVbZgZZcVVcWZhiZY^c\ voor de herwaardering en herconditionering ervan met nieuwe functies. De opdracht luidde: “Het gebouw
moet na de werken twee functies omvatten, gescheiden en afzonderlijk toegankelijk: een kelder en gelijkvloers om in concessie-handelshuur te geven en een verdieping als tentoonstellingsruimte voor de stad.” Bijkomend werd vermeld dat “bij uitvoering bijzondere aandacht moet worden geschonken aan een functionele organisatie, de toegankelijkheid van het gebouw voor andersvaliden, duurzaamheid, onderhoudsvriendelijkheid en het feit dat het gebouw beschermd is als monument.” Pluspunt architectuur werd uitgekozen om de opdracht uit te voeren. “Ons basisuitgangspunt bij de restauratie en herbestemming is om de grote, ruimtes van het historische bouwwerk - de essentie van het oorspronkelijke vleeshuisconcept - zoveel mogelijk onaangeroerd en in hun oorspronkelijke vorm te bewaren.” “We ontwierpen een horecafunctie in de aantrekkelijke en gezellige kelder alsook op het gelijkvloers. Deze zaken kunnen samen of onafhankelijk van elkaar gebruikt worden. Ze kennen elk een eigen sfeer en karakter en trekken mogelijks ook
RENOSCRIPTO
RENOSCRIPTO
20
een ander publiek aan. Gezien het Vleeshuis op de Grote Markt gesitueerd is, is de ligging zeer aantrekkelijk. Op de verdieping wordt een grote tentoonstellingsruimte ingericht. Door de combinatie van kunst, cultuur en horeca zullen beide functies enkel complementair zijn voor elkaar.” “Vandaag is het zo dat een gebouw veel meer ruimte nodig heeft om dezelfde functies te organiseren. Het gaat daarbij niet zozeer over de functies zelf maar over alle nevenfuncties die noodzakelijk zijn om een gebouw te gebruiken en exploiteren: sanitaire voorzieningen, ook voor andersvaliden, keukeninrichting voor horeca, een lift voor andersvaliden en voor aanleveringen, een bijkomende evacuatietrap, technische ruimten om hedendaagse technieken te integreren, bergingen,... Indien we al deze functies in het bestaande gebouw moeten herbergen, zou er van de huidige grote ruimten niet veel meer overschieten. Gezien deze openheid het basisconcept van het oorspronkelijke gebouw is, willen we hier uiteraard niet aan raken. We kozen ervoor om achter het gebouw op een kleine vrije reststrook een nieuwbouwvolume te integreren waarin we al deze noodzakelijke restfuncties integreren. Het volume is strak, hedendaags en ondergeschikt aan het hoofdvolume.” “Op de uitvoering van het project is het voorlopig wachten. Wegens besparingen bij het stadsbestuur is het project momenteel niet opgenomen in de meerjarenplanning.”