JAARVERSLAG Stichting Zicht Primair Onderwijs 2014
Inhoud
Pag.
1. Wie zijn wij en waar staan wij voor. 1.1. Visie en missie 1.2. Strategisch beleid
4. 4. 4.
2. Organisatie. 2.1. Organisatiestructuur 2.2. Samenstelling College van Bestuur/Raad van Toezicht 2.3. Code goed bestuur in het primair onderwijs 2.4. Servicebureau 2.5. Managementteam 2.6. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) 2.7. Klachtenafhandeling
6. 6. 6. 6. 7. 7. 7. 8.
3. Onderwijs. 3.1. Resultaten 3.2. Onderwijsinspectie 3.3. Ontwikkelingen
9. 9. 11. 11.
4. Medewerkers (HRM). 4.1. Personele samenstelling 4.2. Gezondheid en vitaliteit 4.3. Professionalisering 4.4. Mobiliteit. 4.5. Vervangingen. 4.6. Beleid beheersing van uitgaven inzake uitkeringen na ontslag
14. 14. 14. 15. 15. 15. 16.
5. Huisvesting. 5.1. Voorzieningen groot onderhoud. 5.2. Regulier groot onderhoud 5.3. Nieuwbouw
17. 17. 17. 17.
6. Financiën. 6.1. Financieel beleid 6.2. Treasurybeleid 6.3. Risico’s en onzekerheden 6.4. Resultaten en kengetallen 6.5. Begroting 2015 6.6. Risicobeheersing en –controle 6.7. Continuïteitsparagraaf
18. 18. 18. 18. 19. 22. 23. 23.
1
Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag over 2014 van Zicht Primair Onderwijs, een vooruitstrevende onderwijsorganisatie van 13 scholen in de gemeenten Gemert-Bakel en Boekel. Met dit jaarverslag informeren wij alle betrokkenen (stakeholders/shareholders) over het wel en wee van Zicht over het jaar 2014. Veel aandacht is uitgegaan naar samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang/peuterwerk. Het jaar 2014 heeft voor Zicht vooral in het teken gestaan van het voorbereiden van een intensieve samenwerking met Fides Kinderopvang. Deze samenwerking zal in het jaar 2015 geformaliseerd worden. Met ingang van 1 januari 2015 werken de mensen op de servicekantoren van Zicht en Fides vanuit één locatie. Doel is om binnen onze scholen zoveel mogelijk verschillende kinddiensten aan te bieden voor kinderen van 0-13 jaar. Kortom op weg naar kindcentra: één pedagogische visie, één team en één centrale aansturing. Op onze scholen is er door alle medewerkers prima gewerkt, met goede opbrengsten als resultaat. Alle scholen beschikten in 2014 over een basisarrangement van de onderwijsinspectie. Een compliment voor alle betrokkenen. In financieel opzicht kunnen we stellen dat Zicht kerngezond is. Zo gezond dat er verschillende grote investeringen in 2014 gedaan zijn. Met name het inrichten van enkele nieuwe kindcentra, het realiseren van ruimten en het ondersteunen van leraren die van keuzepensioen gebruik wilden maken. Met trots bieden wij u dit verslag aan. Bij voorbaat danken wij u voor uw interesse en wensen u veel leesplezier. Peter van de Sande, voorzitter College van Bestuur
2
Jaarverslag Raad van Toezicht 2014. Taken en verantwoordelijkheden De Raad van Toezicht (RvT) van Stichting Zicht hanteert in 2014 bij de invulling van zijn rol als interne toezichthouder de code goed bestuur primair onderwijs van de P.O. Raad. Dit houdt in dat de RvT als vertegenwoordiger van de belanghebbenden van Stichting Zicht: kinderen, ouders, maatschappelijke organisaties en lokale overheid de rol heeft om het College van Bestuur (CvB) te bevragen en te adviseren. Tevens vervult de RvT de werkgeversrol voor het CvB. Voor een adequate invulling van de diverse rollen/taken zijn in 2014 de doelstellingen van het bestuurscontract voor het schooljaar 2013-2014 met het CvB geëvalueerd (middels verantwoordingsrapportages) en is het bestuurscontract voor het schooljaar 2014-2015 vastgesteld. In het kader van de invulling van de werkgeversrol zijn door de RvT in 2014 met de afzonderlijke leden van het CvB functionerings- en beoordelingsgesprekken gevoerd. De RvT is in 2014 vijf keer bij elkaar geweest. Daarnaast heeft de RvT een bijeenkomst gehad zonder het CvB. Thema van deze bijeenkomst was: zelfevaluatie. In juni 2014 heeft een afvaardiging van de RvT een gesprek gehad met een afvaardiging van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Naast de vaste onderwerpen, zoals vermeld in het bestuurscontract, is er in het overleg tussen RvT en CvB in 2014 veel aandacht geschonken aan de nadere invulling van de intentieverklaring inzake de samenwerking met Stichting Fides Kinderopvang. Centraal in deze gesprekken staat welke randvoorwaarden er vervuld moeten zijn om binnen de huidige wet- en regelgeving een samenhangend voorzieningenaanbod voor 0 -13 – jarigen te realiseren. Door kinderen en ouders moet ervaren worden dat de voorzieningen voor deze leeftijdscategorie op elkaar afgestemd zijn en dat deze voorzieningen vanuit eenzelfde pedagogisch principe werken. Bij de nadere concretisering hiervan dient volgens de RvT aan de uitvoerenden in het primair proces een mede-construerende rol toegekend te worden. Verder heeft de RvT in 2014 de resultaten besproken van het DUO-tevredenheidsonderzoek en de hieraan te verbinden gevolgen. De RvT heeft in 2014 zijn goedkeuring gegeven aan onderstaande bestuursbesluiten:
Statutenwijziging, zodat vanuit Stichting Zicht interconfessioneel onderwijs aangeboden kan blijven worden; dit n.a.v. de fusie tussen de Ds. Swildensschool en de Michaëlschool te Gemert. Het realiseren van financiële ruimte voor leraren die gebruik wensten te maken van het keuzepensioen. (Een aanbod aan alle 60+medewerkers. Hiermee werd ook verjonging van het personeelsbestand van Zicht bereikt).
John Bloemers, voorzitter Raad van Toezicht
3
1. Wie zijn wij en waar staan wij voor. Zicht Primair Onderwijs is in 2010 ontstaan uit een fusie tussen de Stichting Novem Onderwijs en de Rutger van Herpenstichting en verzorgt basisonderwijs op twaalf reguliere scholen en één school voor speciaal basisonderwijs in de gemeenten Gemert-Bakel en Boekel. De Samenstroom heeft de interconfessionele identiteit. Deze school is ontstaan uit een fusie tussen de Michaëlschool (roomskatholiek) en de Ds. Swildensschool (protestants-christelijk) die per 1 augustus 2014 geformaliseerd is. De overige scholen hebben een rooms-katholieke identiteit. Alle scholen hebben hun eigen karakter en sfeer en zijn bezig om zich door te ontwikkelen tot kindcentra. Onderstaand een overzicht van de 13 scholen die onder Zicht Primair Onderwijs vallen:
Octopus in Boekel De Havelt in Handel Meester Iven in Elsendorp De Klimboom in De Rips Sint Cornelius in Venhorst Kleinerf in De Mortel De Kastanjelaar in Milheeze Sint Willibrordus in Bakel De Regenboog in Boekel Het Venster in Gemert De Berglarenschool in Gemert De Samenstroom in Gemert (interconfessioneel) De Petrus Dondersschool in Gemert (speciaal basisonderwijs) .
Met bijna 300 enthousiaste medewerkers zetten wij ons in voor goed basisonderwijs aan ruim 3000 leerlingen. Ons streven is dat elk kind dat de school verlaat, beschikt over die kennis en vaardigheden die passen bij zijn/haar kwaliteiten. Daarnaast vinden we het onze opdracht om de kinderen zo te begeleiden dat zij later volwaardig kunnen deelnemen aan de maatschappij. Zicht Primair Onderwijs wil een goede werkgever zijn en behoort tot de grotere werkgevers in de gemeenten Gemert-Bakel en Boekel. De kracht van de samenwerking tussen de Zicht scholen ligt in het uitwisselen van expertise, kennis en ervaring, met de bedoeling om steeds beter te worden. 1.1 Missie en visie De missie en visie van Zicht Primair Onderwijs is vastgelegd in het strategisch beleidsplan. Zicht ziet het als haar taak om kwalitatief hoogwaardig (speciaal) basisonderwijs te verzorgen voor alle kinderen in de gemeenten Gemert-Bakel en Boekel, gestoeld op eigentijdse onderwijskundige en pedagogische uitgangspunten. Zicht wil het beste halen uit kinderen op sociaal, emotioneel en cognitief gebied door onderwijs op maat aan te bieden, waarbij geen enkel kind wordt uitgesloten. Dit wil Zicht bereiken door zich in goede sfeer en harmonie op te stellen als een collectief van lerende mensen in lerende organisaties. 1.2. Strategisch beleid In het strategisch beleidsplan staan de uitgangspunten van het beleid van Zicht Primair Onderwijs. De terugtredende overheid geeft schoolbesturen meer vrijheden, maar ook meer verantwoordelijkheden.
4
Bij maatschappelijke veranderingen en onderwijsvernieuwingen helpt een helder strategisch plan het bestuur, samen met het managementteam dat bestaat alle schooldirecteuren wil het CvB van Zicht koers te bepalen én koers te houden. Zicht ontwikkelt zich tot een organisatie waar ouders, kinderen en medewerkers graag bij willen horen én een organisatie die onderwijs biedt van topkwaliteit. Het strategisch beleidsplan geeft medewerkers de kaders in handen om de kwaliteit van het onderwijs op een hoger plan te brengen.
5
2. Organisatie Onderstaand
het
organogram
van
Zicht
Primair
Onderwijs.
2.1. Organisatiestructuur Zicht Primair Onderwijs wordt geleid door het CvB. Het CvB is verantwoordelijk voor het functioneren van de stichting; de bevoegdheden liggen vast in de statuten. Het CvB bestaat uit twee leden: een voorzitter en een lid. Zij functioneren als bevoegd gezag en werkgever en zijn collectief verantwoordelijk. Jaarlijks spreekt de RvT met het CvB een toezichtskader af. Datzelfde gebeurt door het CvB met de schooldirecteuren. De RvT houdt intern toezicht. Daarnaast vervult de RvT de rol van werkgever van het CvB en heeft tevens een adviesfunctie richting het CvB. De RvT bestaat (statutair) uit maximaal vijf personen. Binnen Zicht wordt open gecommuniceerd en een goede samenwerking tussen alle betrokkenen staat centraal: de ouders, de medewerkers, de directies van de scholen, de directieleden onderling, het CvB en de RvT. De structuur van onze organisatie is overzichtelijk en kent korte lijnen. 2.2. Samenstelling College van Bestuur/Raad van Toezicht in 2014 College van bestuur Dhr. P.A.G.M. van de Sande, voorzitter Dhr. C.J.G. Buuts, secretaris/penningmeester Het college van bestuur vergadert elke maandagochtend. Raad van toezicht Dhr. E. Nijhuis (voorzitter) Dhr. W. Veldman (secretaris) Dhr. J. Bloemers (lid) Dhr. P. Verbruggen (lid) Dhr. J. van den Crommenacker (lid) 2.3. Code Goed bestuur in het primair onderwijs Zicht hanteert de Code Goed bestuur in het primair onderwijs van de PO-Raad welke in 2010 door Zicht Primair Onderwijs werd aangenomen als leidraad. Door te werken met een RvT en met een CvB
6
worden de bestuurlijke taken gescheiden van de toezichthoudende taken. Uiteraard is dit alles statutair vastgelegd. Voor meer informatie hieromtrent verwijzen wij u naar www.poraad.nl 2.4. Servicebureau De organisatie wordt bij haar werkzaamheden ondersteund door de volgende medewerkers. Medewerkers servicebureau Mw. Anita van de Kandelaar, administratief medewerkster Mw. Anoeska van Kilsdonk, managementassistente Mw. Hanny van der Linden, managementassistente Mw. Wilmine van der Horst, coach/begeleider startende leraren Dhr. Bart van Summeren, stafmedewerker HRM 2.5. Managementteam De schooldirecteuren vormen samen het managementteam. Het managementteam fungeert als adviserend orgaan voor het CvB. Het CvB coördineert en faciliteert de directeuren bij de aansturing van de scholen en de invoering van onderwijsvernieuwingen. De directeuren van de scholen zijn integraal schoolleider. Zij zijn het gezicht van de school en eerst verantwoordelijke voor de ontwikkeling en het bewaken van de identiteit en de onderwijskundige kwaliteit van een school. Daarnaast zijn zij binnen de kaders van het geformuleerde beleid verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding, de organisatie, het personeel en de financiën van hun school. Via samenwerking binnen het managementteam wordt nagestreefd dat kennis en ervaring van de directeuren worden uitgewisseld en versterkt. Verder heeft het managementteam een belangrijke rol in de gezamenlijke beleidsvoorbereiding. School Petrus Dondersschool Basisschool De Klimboom Basisschool De Regenboog Basisschool De Kastanjelaar Basisschool Sint Willibrordus Basisschool Octopus Basisschool Het Venster De Samenstroom Basisschool Kleinerf Basisschool Meester Iven Basisschool De Havelt Berglarenschool Sint Corneliusschool
Directeur Dhr. E. Verhoeven Mw. M. Vogels Dhr. B. van de Wetering Mw. K. van den Berkmortel Dhr. W. Goossens Mw. H. Maas Dhr. A. van den Bogert Dhr. M. van den Tillaart Dhr. S. Berkens Mw. M. Janssen (tot 1 augustus dhr. P. Willems) Dhr. G. Slits Dhr. A. Fransen Mw. M. van de Broek, interim (tot 1 oktober dhr. P. van Bernebeek)
Het managementteam kwam in 2014 acht keer bijeen voor vergaderingen. Daarnaast heeft het MT een meerdaagse studiebijeenkomst gehad samen met de clustermanagers van Fides Kinderopvang met als onderwerp het vormen van kindcentra en het ontwikkelen van kindcentrumplannen. Ook is er een gezamenlijk scholingstraject opgestart. 2.6. Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) De GMR is een orgaan, dat instemming dan wel advies uitbrengt over voorgenomen besluiten die het CvB van Zicht Primair Onderwijs wil nemen. De GMR mag ook ongevraagd advies uitbrengen. De leden van het CvB geven tijdens GMR vergaderingen toelichting op de voorliggende stukken en beantwoorden vragen van de GMR. De GMR behandelt alleen gemeenschappelijke school overstijgende zaken. De GMR bestaat uit 6 medewerkers en 6 ouders.
7
2.7. Klachtenafhandeling De afhandeling van klachten gebeurt op basis van de klachtenregeling, zoals die door de Zicht PO is vastgesteld. Met de regeling wordt een zorgvuldige behandeling van klachten beoogd, waarmee het belang van betrokkenen wordt gediend, maar ook het belang van de school (een veilig schoolklimaat). Zicht is bij onderstaande organisaties aangesloten om een correcte en zorgvuldige afhandeling van klachten te waarborgen. Organisatie Onderwijsgeschillen
Fontys Fides Stichting KOMM
Commissie Commissie van Beroep Primair Onderwijs Landelijke klachtencommissie Landelijke bezwarencommissie functiewaardering Geschillencommissie DGO Externe vertrouwenspersoon Klachtencommissie
In 2014 zijn er geen formele klachten ingediend.
8
3. Onderwijs. 3.1. Resultaten Zicht heeft hoge ambities met betrekking tot de (eind)opbrengsten. Deze worden in beeld gebracht door gestandaardiseerde en methode gebonden toetsen. De resultaten daarvan worden verwerkt in een leerlingvolgsysteem. Alle Zichtscholen nemen deel aan de landelijke CITO eindtoets Met de CITO Eindtoets worden de eindopbrengsten van het onderwijs, vooral op het gebied van taal en rekenen op scholen in kaart gebracht. De score van de CITO eindtoets ligt altijd tussen 501 en 550. De ruwe scores van de CITO-eindtoets 2014 van de scholen van Zicht Primair Onderwijs. (De Petrus Dondersschool ontbreekt in de figuur, omdat op scholen voor speciaal basisonderwijs geen CITO eindtoets wordt afgenomen). Het landelijk gemiddelde lag in 2014 op 535. De gezamenlijke Zichtscholen scoren 0,9 boven dit gemiddelde. Figuur 1.
9
Tabel 1. De uitstroomgegevens van onze leerlingen naar het voortgezet onderwijs in aantallen. VWO VWO/ Havo Havo/ VMBO VMBO VMBO VMBO Havo VMBO T KT K BK Berglarenschool 8 5 5 6 5 8 4 De Samenstroom 17 5 3 2 10 3+2 lwoo Het Venster 7 5 2 2 4 7 De Regenboog 4 3 5 8 5+1 lwoo Willibrordusschool 8 1 7 1 9 7+6 1+lwo lwoo o De Havelt 3 3 2 5 2 1 Octopus 7 4 9 3 11 5 Kleinerf De Klimboom De Kastanjelaar
6
St Corneliusschool Mr. Ivenschool
4 4
5 2 5
2 2
2 5
5
Petrus 1 Dondersschool VMBO T = VMBO theoretische leerweg VMBO K = VMBO kaderberoeps VMBO B = VMBO basisberoeps PrO = Praktijkonderwijs LWOO= Leerweg ondersteunend onderwijs
2 5 2
4 3 8
6 1
5 2
2
2
2
4 1 4 1 1
1
3
1
VMBO B
1
2
2+lwo o 2 1+lwo o
1+3 lwoo 1 lwoo 1
Zicht krijgt de komende jaren te maken met krimp van het aantal leerlingen. Echter de krimp blijft beperkt en loopt geleidelijk terug. De meerjaren personeelsplanning van Zicht anticipeert op deze terugloop. Tabel 2. Leerling-prognoses per school in aantallen per jaar gemeente Gemert-Bakel. Scholen gemeente Gemert-Bakel (Bron Pronexus november 2013) Jaar 2015 2016 2017 2018 2023 Berglarenschool 388 381 385 384 379 Samenstroom 417 413 418 418 406 Het Venster 256 250 247 249 240 Swildensschool 0 0 0 0 0 Willibordusschool 320 317 317 327 329 De Havelt 162 152 143 140 141 Kleinerf 145 131 126 126 128 De Klimboom 113 118 116 117 115 De Kastanjelaar 168 163 162 161 165 Mr. Ivenschool 88 87 86 92 93 Petrus Dondersschool 160 156 154 153 147
10
PrO
8
Tabel 3. Leerling-prognoses per school in aantallen per jaar gemeente Boekel. Scholen gemeente Boekel (Bron Pronexus oktober 2013) Jaar 2015 2016 2017 2018 De Regenboog 212 208 203 201 St. Corneliusschool 216 210 196 185 Octopus 456 454 442 434 Totaal Zicht 3101 3040 2995 2987
2023 194 168 382 2887
3.2 Onderwijsinspectie De inspectie houdt als volgt toezicht op de kwaliteit van scholen: ‘hoe beter de kwaliteit (prestaties) van een school, hoe minder intensief het toezicht’. Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en het bewaken hiervan. Op basis van jaarverslagen, opbrengstgegevens en de uitkomsten van bezoeken en gesprekken heeft de inspectie aan alle Zichtscholen het basisarrangement toegekend. Dit houdt in dat al onze scholen het vertrouwen hebben van de inspectie. Op basis van de geleverde kwaliteit vinden er voorlopig geen vervolgonderzoeken op onze scholen plaats. Steekproefsgewijs zal de onderwijsinspectie onze scholen wel in het toezicht blijven meenemen alsook bezoeken naar aanleiding van een bepaalde pilot. 3.3. Ontwikkelingen Fusie Michaëlschool/Ds. Swildensschool. De in 2013 ingezette beleidskeuze om genoemde twee scholen samen te laten gaan in een nieuwe functionele accommodatie is in augustus 2014 geëffectueerd. Deze twee scholen gaan samen verder onder de naam kindcentrum De Samenstroom. Samenwerking Zicht/Fides. Toezichthouders en bestuurders van Fides en Zicht hebben in september 2013 een intentieverklaring ondertekend om intensief samen te gaan werken. Doel van deze intensieve samenwerking is betere resultaten op het gebied van ontwikkelen en aanbieden van kinddiensten in kindcentra en het realiseren van oplossingen voor de uitdagingen die ontgroening, krimp en bezuinigingen met zich meebrengen. Kortom samen op zoek naar synergie-voordelen. Een stuurgroep heeft gewerkt aan een samenwerkingsdocument. Er is een keuze gemaakt met betrekking tot de juridische structuur die het beste past bij de besturingsfilosofie. Deze filosofie is gebaseerd op het principe om een zo plat mogelijke structuur neer te zetten. Dat wil zeggen dat op de kindcentra de inhoud wordt aangestuurd. Daar ligt de verantwoordelijkheid voor het bieden van een samenhangend pakket aan kinddiensten dat past bij de omgeving. De leidinggevende is verantwoordelijk voor uitvoering, resultaat, inzet van middelen en personeel. Verder heeft elk KC een lokaal zorgteam voor 0 tot 13 jaar. Op centraal niveau worden de voorwaarden bepaald en aangestuurd door het bestuur, ondersteund door een staf. Daar ligt de verantwoordelijkheid voor financiën/begroting/control, huisvesting, personeel, gemeenschappelijke expertise, governance en administratie. Passend onderwijs Elk kind heeft recht op goed onderwijs; ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Passend onderwijs beoogt dat zo veel mogelijk leerlingen regulier onderwijs kunnen volgen. Zo worden ze het best voorbereid op een vervolgopleiding en doen ze zo goed mogelijk mee in de samenleving. Het speciaal onderwijs verdwijnt niet. Kinderen die het echt nodig hebben, kunnen nog steeds naar het speciaal onderwijs. Zicht-Fides wil elk kind uit de gemeenten Gemert-Bakel en Boekel de best mogelijke onderwijs-/opvangplek bieden. Ouders en begeleiders bekijken samen welke ondersteuning nodig en mogelijk is. Het streven is om dat zo dicht mogelijk bij het kind en het liefst in eigen wijk/dorp te organiseren. We hebben veel kwaliteit en expertise in eigen huis. Op elke school wordt steeds gewerkt aan verdere kwaliteitsverbetering, ook op dit gebied. Dit is vastgelegd
11
in een ondersteuningsplan passend onderwijs. Verder hebben we speciale expertise binnen onze SBO-school en binnen ons OPDC (Orthopedagogisch en Didactisch Centrum). Samenwerkingsverband Helmond-Peelland PO 30-08 De Wet Passend Onderwijs is per 1 augustus 2014 ingegaan. Besturen/scholen krijgen daarmee een zorgplicht. Elk kind heeft recht op passend onderwijs op de eigen school, eventueel met extra ondersteuning in de klas, op een andere reguliere school of in het speciaal onderwijs. Om aan alle kinderen daadwerkelijk een goede onderwijsplek te kunnen bieden, vormen reguliere en speciale scholen samen een regionaal samenwerkingsverband. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de ondersteuning aan leerlingen en de bekostiging daarvan. We onderkennen dat in extreme gevallen handelingsverlegenheid kan ontstaan waardoor we voor de juiste ondersteuning van het kind naar oplossingen buiten de organisatie moeten zoeken. OPDC. Het Orthopedagogisch en Didactisch Centrum, OPDC, vormt een hulpverlenende en ondersteunende schakel binnen het continuüm van zorg dat men vanuit Stichting Zicht PO biedt. In 2014 heeft het OPDC zich gericht op de ontwikkelingen van Passend Onderwijs. Zicht Primair Onderwijs wil graag dat voor alle kinderen die aan haar scholen zijn toevertrouwd een optimaal onderwijsarrangement beschikbaar is in een thuisnabije omgeving. Uitgangspunt zijn de mogelijkheden en talenten van kinderen. Het OPDC realiseert dit door de inzet van kennis en expertise, waarbij handelingsgerichte diagnostiek en begeleiding het uitgangspunt is. Het OPDC biedt deskundigheid voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar. Binnen deze leeftijdsgroep wordt de expertise ingezet ten behoeve van scholen, teams, leerkrachten, intern begeleiders, kinderen en hun ouders. In 2014 is op SBO Petrus Dondersschool in samenwerking met de Taalbrug, een speciale school voor kinderen met spraaktaalproblematiek, gestart met Taalklassen voor kinderen met ernstige spraak taal problemen. Een groep voor het jonge en het oudere kind. Het doel is om in een kleine groep te werken aan de verschillende aspecten van taal, zoals de communicatieve vaardigheden. Intregratieklas op Berglarenschool. Passend onderwijs betekent een passende ondersteuning voor alle kinderen binnen het reguliere onderwijs. Met de start van dit schooljaar is een groep leerlingen met een verstandelijke beperking gestart op de Berglarenschool. In samenwerking met de Antoon van Dijkschool uit Helmond is een zgn. integratieklas met maximaal 12 leerlingen operationeel. De klas heeft een (gedeeltelijk) gedetacheerde leerkracht van die school en een duo-partner van de Berglarenschool. Door deze constructie ontstaat daadwerkelijke expertise uitwisseling. Via een langzame opbouw onderzoeken we in hoeverre en hoe leerkrachten les kunnen geven in de integratieklas, of dat individuele leerlingen of kleine groepjes kunnen participeren in de reguliere klassen. Denk aan vakken als muziek, gymnastiek en creatieve vakken of aan het volgen van klassikale instructiemomenten die aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Samen met de school en de ouders wordt bekeken welke succesfactoren van belang zijn voor het optimaal participeren in de integratieklas. Taalklas. De gemeente Boekel heeft geld, verkregen via de wet OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie), beschikbaar gesteld voor het wegwerken van taalachterstanden. Deze geldstroom is voor drie jaar vastgesteld. Hieruit is een taalklas opgericht, waarin momenteel 40 leerlingen zitten.
12
Ruwweg de helft daarvan is van Poolse origine. De rest komt van over de hele wereld. Er zijn kinderen bij van vluchtelingen uit bijvoorbeeld Irak, Somalië en Syrië, maar ook kinderen van Amerikaans personeel dat werkt op Vliegbasis Volkel. M.b.t. de vluchtelingen werkt de taalklas nauw samen met vluchtelingenwerk Boekel. Vanwege het grote aantal leerlingen wordt er momenteel elke dag les gegeven, waarbij er groepjes worden gevormd van hetzelfde niveau. Een groot deel van de week brengen de kinderen door in hun eigen klas, tussen de andere Boekelse leerlingen. Dit bevordert de integratie en het wederzijds begrip. Kinderen die in de taalklas komen krijgen huiswerk mee om de verwerving van de Nederlandse taal te bespoedigen. Aan nieuwkomers wordt door de taalklas materiaal verschaft om in de eigen groep zelfstandig te werken, indien een leerling vanwege de taal nog niet aan een groepsles mee kan doen.
13
4. Medewerkers/HRM De kwaliteit van het onderwijs wordt voor een groot deel bepaald door de medewerkers die bij Zicht werken. Daarom is het belangrijk om een gedegen HRM beleid te voeren. Medewerkers maken immers het verschil. Om in te kunnen blijven spelen op ontwikkelingen is het van belang dat onze medewerkers duurzaam inzetbaar zijn. In dit kader wordt van medewerkers verwacht dat zij zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen loopbaanontwikkeling. Zicht faciliteert hierin als werkgever door te zorgen voor een goed werkklimaat, het bieden van instrumenten en regelingen en het leveren van maatwerk. Duurzame inzetbaarheid is onder te verdelen in de thema’s gezondheid/vitaliteit, mobiliteit en professionalisering. Een uitwerking van de afzonderlijke thema’s volgt hierna. 4.1. Personele samenstelling Op 31 december 2014 had Zicht 192,82 werknemers aan fte op de loonlijst staan. Het overgrote deel van het personeelsbestand bestond uit onderwijzend personeel. Vanwege een aantal onzekerheden, zoals onder andere terugloop van het leerlingenaantal, is het belangrijk zowel de personele behoefte als de personele inzet op de korte en lange termijn in beeld te hebben. Afhankelijk van de uitkomsten wordt de omvang van de flexibele schil van jaar tot jaar vastgesteld. Daar waar mogelijk worden nieuwe verplichtingen aangegaan. Doel is het voorkomen van personele fricties en de daarmee samenhangende financiële risico’s. 4.2. Gezondheid/vitaliteit Om tot goed functioneren te komen is een gezonde en prettige werkomgeving een voorwaarde. In dit kader vindt Zicht het belangrijk om aandacht te hebben voor de mens, zowel zakelijk als privé. Gezondheid en vitaliteit worden niet alleen besproken vanuit de gesprekscyclus maar ook in het dagelijks functioneren. De focus is gericht op een preventieve benadering voor vroegtijdige signalering om mogelijke knelpunten te voorkomen. Het beleid wordt geëvalueerd aan de hand van kengetallen en de inzet van onderzoeken onder het personeel. Resultaten MTO (medewerkerstevredenheidsonderzoek). In 2014 is een MTO uitgezet onder alle personeelsleden. Met een responsscore van 87% is er sprake van een representatief overzicht. In het kort zijn de resultaten dat Zicht positief scoort op de hoofdaspecten sfeer, samenwerking op school, werkomstandigheden en directeur. Op de aspecten werkdruk en CvB behoeven de resultaten aandacht. Ziekteverzuim. Het gemiddeld ziekteverzuim over 2014 bedroeg 4,58%. In vergelijking tot 2013 een daling van ruim 0,5%. De verzuimfrequentie over 2014 is bijna identiek aan 2013 (0,69). De gemiddelde verzuimduur in dagen is aanzienlijk korter dan in 2013. De daling van 43 dagen naar 25 dagen verklaart de daling in het totale verzuim. Een benchmark maken met landelijke cijfers is helaas niet mogelijk. Het Vervangingsfonds beschikt namelijk niet over recente verzuimcijfers. Een benchmark maken met de verzuimcijfers van onze arbodienst HCC (Human Capital Care), waar meerdere schoolbesturen uit het primair onderwijs aangesloten zijn, is wel mogelijk. Conclusie is dat Zicht qua verzuimcijfer ruim 1,3 % lager scoort dan de scholen aangesloten bij HCC (5,9%). Gecertificeerde RI&E (Risicoinventarisatie en evaluatie) en plan van aanpak. In 2014 hebben de preventiemedewerkers samen met directeuren per afzonderlijke school de vragenlijsten ingevuld om te komen tot een RI&E en plan van aanpak. Een gecertificeerde arbeidsdeskundige heeft alle RI&E’s en plannen goedgekeurd, waarmee Zicht aan de eisen uit de
14
Arbowet voldoet. Bij de uitvoering is ook een vragenlijst uitgezet onder het personeel, waaruit blijkt dat de werkdruk een belangrijk aandachtspunt is. Beleidsontwikkeling. Op basis van de uitgezette vragenlijsten komt het aandachtspunt werkdruk nadrukkelijk naar voren. Los van de nieuwe CAO, waarin werkdruk verlagende maatregelen zijn opgenomen, gaat Zicht nader onderzoek doen naar de oorsprong en achtergrond van het ontstaan van de (ervaren) werkdruk. Om dit onderzoek te faciliteren is ESF subsidie Duurzame inzetbaarheid bij het Ministerie van Sociale Zaken aangevraagd. In 2015 worden alle medewerkers uitgenodigd om deel te nemen aan een vitaliteitsscan. 4.3. Professionalisering Professionalisering is onderdeel van de gesprekcyclus en noodzakelijk om in te kunnen blijven spelen op ontwikkelingen. Door continue aandacht voor de professionele beroepshouding blijft een medewerker zowel op de korte als lange termijn inzetbaar en in staat flexibel om te gaan met veranderingen. Zicht faciliteert in ontwikkelingsmogelijkheden, tijd en geld. Medewerkers zijn verantwoordelijk om de eigen professionele ontwikkeling vorm en inhoud te geven. In 2014 heeft Zicht een inhaalslag gerealiseerd met betrekking tot de invoering van de functiemix. Op basis van objectieve criteria zijn medewerkers na een bovenschoolse selectie bevorderd naar een hogere functie. Er is 25% van het streefcijfer gerealiseerd op stichtingsniveau. Zicht is bewust dat hiermee niet aan de gestelde voorwaarden op stichtingsniveau wordt voldaan, en streeft naar geleidelijke invoering op basis van behoefte enerzijds en kwaliteit anderzijds. Op schoolniveau worden de streefcijfers voor 8 van de 13 scholen wel gerealiseerd. Op drie scholen wordt het streefcijfer op enkele tienden na niet behaald. Met directeuren is de afspraak gemaakt dat zij alsnog de streefcijfers realiseren per school. 4.4 . Mobiliteit Mobiliteit is een onderdeel van de gesprekscyclus, zowel gericht op de korte als middellange termijn. Als gevolg van interne en externe ontwikkelingen wordt er veel gevraagd van onze medewerkers. Mobiliteit kan een versterkende werking hebben op de professionele ontwikkeling, flexibiliteit en duurzame inzetbaarheid van medewerkers. In de toekomst wil Zicht mobiliteit inzetten als middel om specifieke kwaliteiten van onze medewerkers meer op stichtingsniveau te benutten. In 2014 is Zicht het gesprek aangegaan met medewerkers die op 1 augustus 2014 60 jaar of ouder waren. Met elke individuele medewerker is de mogelijkheid besproken om met keuzepensioen te gaan. Dit vooral om te zorgen dat deze medewerkers gezond hun carrière af zouden kunnen ronden. Bijkomend voordeel was het realiseren van een gelijkmatige leeftijdsopbouw en de vraaggolf (bij uitstroom babyboomers) vóór te zijn. Dit is gerealiseerd door medewerkers in de gelegenheid te stellen om vervroegd uit te treden om vervolgens jong afgestudeerden in een lastige arbeidsmarktsituatie voor het vak van leraar te behouden. 4.5. Vervangingen Sinds schooljaar 2014-2015 is door Zicht gekozen om vervanging op een andere manier te organiseren. Waar voorheen gebruik werd gemaakt van een pool met vaste medewerkers, wordt alleen nog maar gebruik gemaakt van losse invallers. In het kader van effectiviteit en efficiëntie is er voor gekozen om samen met Qliq Primair te Helmond één coördinator aan te stellen die de vervangingen van de afzonderlijke organisaties regelt. Medio 2014 is de wijziging van de wet Werk en Zekerheid aangenomen. Dit heeft tot gevolg dat er per 01-07-2015 grote veranderingen zullen optreden in de wijze waarop vervangingen ingevuld
15
worden. Omdat dit gepaard gaat met arbeidsrechtelijke en financiële consequenties is het noodzakelijk de organisatie hier adequaat op in te richten. 4.6. Beleid beheersing van uitgaven inzake uitkeringen na ontslag Zicht Primair Onderwijs is eigen risicodrager voor de kosten voortvloeiend uit werkeloosheid (WW). Om uitgaven inzake uitkeringen na ontslag te beheersen conformeert Zicht zich aan de richtlijnen, zoals opgenomen in het reglement van het Participatiefonds. Daarnaast wordt een overzicht bijgehouden van ontslagen, waarvan het vergoedingsverzoek al dan niet is toegewezen.
16
5. Huisvesting 5.1. Voorzieningen groot onderhoud Om de hoogte van de dotaties aan de voorzieningen groot onderhoud goed te kunnen onderbouwen maakte Zicht Primair Onderwijs in 2014 gebruik van het pakket Planmatig Onderhoud Beheer van OSG Metrium, dat voor zowel de gemeente als voor Zicht het begrote onderhoud voor 20 jaar in beeld heeft gebracht. Vanaf 1 januari 2015 is de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud gedecentraliseerd van de gemeenten naar Zicht. Op grond van deze wijziging hoeft de gemeente geen eventueel bestaande reserveringen over te dragen. In de jaarrekening 2014 is de voorziening onderhoud ook gevormd voor het buitenonderhoud, voor die locaties waarvoor de stichting verantwoordelijk gaat worden. Voor de Mulfifunctionele Accomodaties (MFA’s) in De Mortel en Handel is het onderhoud de verantwoordelijkheid van een beheerstichting. Voor de overige MFA’s (De Rips, Milheeze, Gemert en Elsendorp) verricht de gemeente het buitenonderhoud, maar draagt Zicht wel bij in de kosten daarvan. De voorziening ultimo 2014 bedraagt € 505.000 tegenover € 733.000 eind 2013. Vooruitlopend op de aanpassing van het financieel beleid wordt de voorziening ultimo 2014 berekend op centraal niveau tegenover op schoolniveau in 2013. Hierdoor valt de voorziening lager uit en vallen er middelen vrij die ten goede kunnen komen aan het onderwijsproces. 5.2. Regulier groot onderhoud Binnen Zicht Primair Onderwijs werd in 2014 ten behoeve van groot onderhoud op de diverse scholen in totaal een bedrag uitgegeven van ongeveer € 207.000. In dit bedrag zijn opgenomen de gelden die de gemeente Gemert-Bakel ter beschikking stelde voor groot onderhoud. 5.3. Nieuwbouw In 2013 is de bouw gestart voor nieuwe schoolgebouwen als onderdeel van multifunctionele accommodaties in De Mortel (Kleinerf), in Handel (De Havelt) en in Gemert (Samenstroom). De oplevering van deze locaties heeft in 2014 plaatsgevonden. Tevens zijn bij de Samenstroom een drietal units geplaatst. Het voormalig schoolgebouw van de Ds. Swildensschool wordt met ingang van december 2014 ingezet voor de huisvesting van het servicebureau Zicht-Fides.
17
6. Financiën 6.1. Financieel beleid Zicht Primair Onderwijs voert een financieel beleid dat er in de eerste plaats op gericht is financiële middelen optimaal in te zetten voor het primaire proces. Daarbij streeft Zicht Primair Onderwijs tevens naar continuïteit van de stichting op korte (liquiditeit) en op lange termijn (solvabiliteit of kapitalisatiefactor). Tot slot streeft Zicht Primair Onderwijs een zo veilig mogelijk betalingsverkeer na. Zicht Primair Onderwijs voert haar financiële handelingen uit aan de hand van een financieel beleidsplan uit 2011. Het financieel beleidsplan omvat procedures en streefwaarden voor kengetallen en is bepalend voor de wijze, waarop de middelen binnen de stichting worden verdeeld. Eind 2012 onderging het financieel beleidsplan een update. Met de aanpassingen werd door de GMR van Zicht Primair Onderwijs ingestemd op 5 november 2012, waarna het beleidsplan op 17 december 2012 opnieuw door het CvB werd vastgesteld. De begrotingen van 2014 en 2015 zijn op basis van dit financieel beleidsplan opgezet. In 2015 wordt het financieel beleid geactualiseerd. 6.2. Treasurybeleid Het treasurybeleid dat wordt gevoerd door Zicht Primair Onderwijs is vastgelegd in een treasurystatuut dat onderdeel uitmaakt van het Financieel beleidsplan (zie paragraaf 6.1). Belangrijkste doelstelling van het gevoerde treasurybeleid is het op veilige wijze behalen van een zo hoog mogelijk rendement op middelen die niet direct nodig zijn voor het primaire proces. Het uitzetten van de middelen vindt plaats overeenkomstig de randvoorwaarden van de Regeling Beleggen en Belenen 2010. Sinds 2013 zijn alle tegoeden van Zicht via een spaarconstructie ondergebracht bij de Rabobank. Het resultaat uit treasuryactiviteiten over 2014 bedroeg € 70.521 waar een bedrag van € 60.000 werd begroot. Uit een totaal aan liquide middelen van gemiddeld € 4.500.000 betekent dit een rendement van 1.56 %. 6.3. Risico’s en onzekerheden Verschillende steeds weer veranderende factoren kunnen een negatieve invloed hebben op het realiseren van de doelstellingen van de organisatie. De belangrijkste risico’s voor Zicht zijn geïnventariseerd en geanalyseerd. Deze risico inventarisatie wordt jaarlijks herzien op basis van de dan geldende risico’s. Er zijn maatregelen in het financieel beleid vastgelegd om de risico’s af te dekken. Voor 2014 zijn de volgende risico’s inzichtelijk gemaakt. Het risico van het hanteren van onjuiste leerling-prognoses. Het risico van boventalligheid als gevolg van werkgelegenheidsgarantie. Risico’s die voortvloeien uit de samenstelling van het personeelsbestand. Risico’s die gepaard gaan met ziekte. Risico’s die voortvloeien uit huisvesting. Risico’s die verband houden met inventaris en materieel. Risico’s die verband houden met de onderwijskwaliteit. Risico’s die voortvloeien uit politiek bestuurlijke invloeden. Risico’s die voortvloeien uit de kwaliteit van de organisatie. Risico’s die voortvloeien uit krimp In het financieel beleidsplan wordt beschreven dat er voor het afdekken van de genoemde risico’s een ondergrens nodig is van € 550.000. Omdat dit bedrag/getal lager ligt dan de door de overheid vastgestelde ondergrens van de buffercapaciteit, hanteert Zicht Primair Onderwijs de door de
18
overheid bepaalde ondergrens van de buffercapaciteit als ondergrens voor de stichtingsreserves. Voor een organisatie met de omvang van Zicht Primair Onderwijs ligt die grens op € 810.000, ruim € 7.000 lager dan in 2013. 6.4. Resultaten en kengetallen Resultaat Zicht Primair Onderwijs begrootte over 2014 een negatief saldo van baten en lasten (exclusief financiële baten en lasten) van € 9.186. Het behaalde resultaat over 2014 bedroeg exclusief financiële baten en lasten € 1.102.851 nadelig. Een verschil van € 1.093.665. Hieronder lichten we de ontwikkeling van het exploitatieresultaat nader toe. Het saldo van financiële baten en lasten bedraagt € 70.521. Uiteindelijk betekent dit een nadelig resultaat van € 1.032.331. Analyse van het resultaat. Over 2013 bedroeg het exploitatieresultaat € 1.065.719 positief. Dit exploitatieresultaat werd incidenteel beïnvloed door de uitkeringen in december 2013 vanuit het nationaal onderwijsakkoord van circa € 235 per leerling. In 2014 zijn via de Jong voor Oud regeling deze middelen ingezet om meer evenwichtigheid te creëren in de leeftijdsopbouw en daarmee jonge leraren te behouden voor het onderwijs. De binnen deze regeling verrichte uitgaven bedragen circa € 705.000. Daarnaast is de kans groot dat op grond van de Regeling Vervroegd Uittreden nog een eindheffing is verschuldigd van € 52% over een deel van de hiervoor genoemde uitgaven, zijnde circa € 200.000. Naast de eerder genoemde doelstellingen bedraagt de toekomstige besparing naar verwachting minimaal € 388.000. Het nadelig exploitatieresultaat ten opzichte van de begroting bestaat uit:
Hogere rijksvergoedingen Hogere personeelskosten Lagere instellingslasten Hogere overige baten Extra afschrijving buiten gebruik gestelde activa Samenstroom Diversen
Totaal
€ 461.000 € 2.058.000 -/€ 339.000 € 180.000 € 42.000 € 40.000 € 1.082.000
Rijksvergoedingen De hogere rijksvergoeding wordt voor het overgrote deel verklaard door de ontvangsten uit hoofde van het passend onderwijs (voorheen WSNS). In 2014 is er inclusief uitkering van de reserves (€ 75.000) € 824.000 ontvangen tegenover een begroot bedrag van € 408.000 (de overige € 147.000 begrote baten zijn begroot onder de “overige baten”. Als gevolg van de wijzigingen van de verslaggevingsvoorschriften worden de baten die van de samenwerkingsverbanden worden ontvangen opgenomen onder de rijksvergoedingen in plaats van onder de overige baten. Onder de rijksvergoedingen is daarom € 416.000 meer aan rijksvergoedingen ontvangen. Voor de samenvoeging van de Ds. Swildensschool en de Michaëlschool tot de Samenstroom per 1 augustus 2014 worden 6 jaar lang fusiefaciliteiten toegekend. In de begroting is dit bedrag opgenomen onder de overige overheidsbijdragen i.p.v. de rijksvergoedingen. Het 2014 deel leidt daarom tot een overschrijding van de post rijksvergoedingen met € 70.000. Daarnaast is als
19
compensatie voor de gestegen loonkosten uit de nieuwe cao in 2014 een bedrag van € 35.000 ontvangen; dit bedrag was niet begroot. In het najaarsakkoord van 2013 zijn diverse extra middelen beschikbaar gesteld (circa € 185,00 per leerling). Daarnaast was € 52,85 per leerling voor het behoud en aantrekken van jonge leerkrachten uitgekeerd. Daarbij is ook aangegeven dat er nog meer middelen beschikbaar komen voor het onderwijs. In de begroting 2014 is op basis van deze verwachting en op advies van de PO-raad een bedrag van € 150,00 euro per leerling opgenomen voor het schooljaar 2014-2015. Voor de begroting van 2014-2015 betekent dit een bedrag van € 192.000. Inmiddels is gebleken dat het onderwijs tot 2020 er inderdaad veel extra middelen bij krijgt. De fasering hierin leidt er wel toe dat aan het kalenderjaar 2014 geen extra middelen zijn toegekend. De in alle akkoorden opgenomen middelen voor 2015 worden verdeeld over enerzijds het schooljaar 2014-2015 en anderzijds 2015-2016. Deze systematiek leidt er toch toe dat een klein deel van de extra middelen wordt toegerekend aan 2014. In totaal is aan 2014 een bedrag van € 118.000 aan extra middelen toegerekend. Ten opzichte van de begroting 2014 is hierdoor € 74.000 minder ontvangen. Met de bovenstaande ontwikkelingen, de verhogingen hebben een structureel karakter, is het grootste deel van de hogere rijksvergoeding verklaard. Personeelskosten De personeelskosten zijn in 2014 ruim € 2.058.000 hoger dan begroot. Ten opzichte van een begroot bedrag van € 12,6 miljoen is sprake van een overschrijding van ruim 16%. Op hoofdlijnen kan deze overschrijding als volgt worden uitgesplitst:
Lasten jong voor oud regeling inclusief RVU-heffing Hogere inkomsten samenwerkingsverband Hogere uitgaven flexibele schil via payroll Hogere uitgaven instroomgroepen Uitgaven nieuwe cao (stijging 1,25% vanaf 1 september) Regeling Kleinerf Extra formatie in verband met fricties Diversen
€ 905.000 (i) € 416.000 (s) € 400.000 (i) € 180.000 (s) € 52.500 (s) € 40.000 (i) € 50.000 (i) € 20.000 (i)
Voor de Jong voor Oud regeling verwijzen we naar het begin van dit hoofdstuk, inclusief de RVUuitkering. De hogere inkomsten (inclusief de uitkering van de reserves van de oude samenwerkingsverbanden) komen in zijn geheel ten goede aan het personeel. In 2013 is besloten om de oude vervangingspool af te stoten en in verband met de verwachte ontwikkeling rondom de leerlingontwikkeling een grotere flexibele schil in te richten, door onder meer vaker gebruik te maken van de payrollconstructie. Het gebruik maken van payrolling is door de BTW en het verdienmodel voor de uitlener een optie die extra lasten met zich meebrengt. Tussentijdse instroom zorgt er geregeld voor dat er extra groepen gevormd moeten worden. De kosten van deze instroomgroepen over de eerste zeven maanden van het schooljaar worden pas vanaf het nieuwe schooljaar gefinancierd via de rijksvergoedingen. Met ingang van het najaar is er een nieuwe cao. Hiermee zijn de salarissen per 1 september 2014 verhoogd met 1,25%. Ter dekking hiervan is een aanvullende rijksvergoeding ontvangen.
20
De regeling Kleinerf houdt in dat er in verband met de verjonging van het personeelsbestand twee medewerkers vrij geroosterd zijn van lestaken en worden vervangen. Deze dubbele kosten waren niet opgenomen in de begroting. Instellingslasten De realisatie van de instellingslasten is over 2014 lager uitgevallen dan begroot. De begrote uitgaven voor de rugzakleerlingen zijn niet ingezet vanuit de instellingslasten, maar vanuit de personele lasten (€ 86.000). Tevens is in de begroting het budget extern personeel onder deze categorie opgenomen, terwijl de werkelijke kosten van inhuur extern personeel zijn opgenomen onder de personeelskosten (€ 248.000). Hiermee zijn de belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de begroting verklaard. Overige baten De overige baten overstijgen de begroting met circa € 180.000. De belangrijkste afwijkingen zijn: Inkomsten medegebruik school- en gymlokalen € 84.000 Bijdragen REC oost Nederland € 48.000 Inkomsten gedetacheerd personeel € 25.000 Uitkering Loyalis € 28.000 Bij het opmaken van de begroting worden deze baten conservatief ingeschat vanwege het onzekere karakter van deze posten. Kengetallen Current ratio (vlottende activa / vlottende passiva) De current ratio geeft een goede indruk van de liquiditeitspositie. Dit is belangrijk voor de continuïteit van de stichting op korte termijn. De waarde per 31 december 2014 is ten opzichte van 2013 afgenomen. Algemeen aanvaard binnen het onderwijs is een current ratio die ligt tussen 0,5 en 1,5 (Inspectie van het Onderwijs). De current ratio van Zicht Primair Onderwijs ligt daarmee vergeleken nog steeds aan de hoge kant. Daarbij moet nadrukkelijk worden opgemerkt dat hier sprake is van een momentopname op 31 december 2014. De afname ten opzichte van 2013 houdt verband met het exploitatietekort over 2014 (met name uit hoofde van de Regeling Jong voor Oud) en de investeringen die zijn gedaan in met name de nieuwe locatie van de Samenstroom. Solvabiliteit (eigen vermogen/totaal passiva * 100%) De solvabiliteit wordt in de financiële wereld, meer dan de kapitalisatiefactor, gezien als de factor die weergeeft in hoeverre een organisatie op langere termijn in staat zal zijn te voldoen aan haar financiële verplichtingen. Op 31 december 2014 was de solvabiliteit van Zicht Primair Onderwijs 64,30% (31 december 2013 67,00%). Er is dus sprake van een geringe afname. In het basisonderwijs wordt een ondergrens gehanteerd van 30%. In dat licht kunnen we stellen dat vanuit dit standpunt de continuïteit van Zicht Primair Onderwijs meer dan verzekerd is. Kapitalisatiefactor (totale vermogen / totale baten) Met de kapitalisatiefactor wordt aangegeven in welke mate een organisatie zijn kapitaal efficiënt in zet. Voor een groot schoolbestuur (totale baten liggen hoger dan 12 miljoen euro) ligt de signaleringsgrens voor de kapitalisatiefactor op 35 %. Een hogere kapitalisatiefactor wordt door de Inspectie van het Onderwijs eigenlijk niet gewenst, aangezien dan het vermoeden bestaat dat teveel onderwijsgeld wordt gereserveerd. . De kapitalisatiefactor voor Zicht Primair Onderwijs bedroeg op 31 december 2014 41,9% (2013: 49,9 %).
21
Tabel 4. Financiële kengetallen Kengetal 2014 Current ratio (vlottende activa / vlottende passiva) 2,52 De liquiditeit geeft de mate aan waarin de Stichting in staat is op korte termijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen. De liquiditeitspositie geeft de toestand op 31 december weer; er is dus sprake van een momentopname. Zicht Primair Onderwijs hanteert hier een ondergrens van 0,5 en een bovengrens van 1,5. Solvabiliteit (eigen vermogen/totaal passiva * 100%) 64,30 De solvabiliteit geeft de mate aan waarin de stichting in staat is op langere termijn aan haar financiële verplichtingen te voldoen. De solvabiliteitspositie geeft de toestand op 31 december weer; er is dus sprake van een momentopname. Zicht Primair Onderwijs hanteert hier een ondergrens van 20 %. Rentabiliteit (resultaat uit bedrijfsvoering / totale baten) De rentabiliteit geeft aan hoe effectief met de opbrengsten wordt omgegaan. Bij dit kengetal wordt gekeken naar de verhouding tussen het resultaat uit gewone bedrijfsvoering en de totale baten.
-6,07
Zicht Primair Onderwijs hanteert hier een ondergrens van -3% en een bovengrens van 1,5% Kapitalisatiefactor (totale vermogen excl. gebouwen en terreinen/ totale 44,0 baten) Met de kapitalisatiefactor wordt aangegeven in welke mate een organisatie zijn kapitaal efficiënt in zet. Zicht Primair Onderwijs hanteert hier een bovengrens van 35% Personele lasten in verhouding tot totale lasten Materiële lasten in verhouding tot totale lasten
84,5 15,5
2013 3,54
67,00
5,91
42,9
84,3 15,7
6.5. Begroting 2014 Het opstellen van de meerjarenbegroting over de periode 2015 tot en met 2018 verliep moeizaam. Het grote aantal onbekende variabelen ten tijde van het opstellen van de begroting was hier debet aan. Denk hierbij aan de gevolgen van de nieuwe cao, de verwachte toekenning van extra middelen vanuit de diverse onderwijsakkoorden en de ontwikkelingen rondom de pensioenwetgeving waren ten tijde van het opstellen onzeker. De GMR heeft daardoor pas in 2015 kennis genomen van de begroting en geconstateerd dat de begroting werd opgesteld conform de hoofdlijnen van financieel beleid waarmee de GMR heeft ingestemd. Vervolgens werd de begroting op 23 maart 2014 door het CvB vastgesteld na de verkregen goedkeuring door de RvT op dezelfde dag. Vooralsnog voorziet de meerjarenbegroting 2015-2018 in de eerste 2 jaren exploitatietekorten, waarna deze op de langere termijn door de verwachte toename van de extra middelen omslaan in exploitatieoverschotten, terwijl er, gezien de (te) ruime reserves van de stichting, ruimte is voor extra investeringen. Dat betekent dat er een reële kans is dat de meerjarenbegroting op basis van goede ideeën lopende het jaar 2015 zal worden herzien.
22
6.6. Risicobeheersing en –controle Jaarlijks maakt het CvB een nieuwe inventarisatie met betrekking tot de risico’s die de stichting loopt. De stichting is daarmee geen verrassingen tegengekomen. Op basis van deze risico-inventarisatie wordt de ondergrens van de algemene reserves jaarlijks opnieuw vastgesteld. Daarnaast heeft de stichting real-time inzicht in de financiële gang van zaken via een directe toegang tot programmatuur van het administratiekantoor waarin de vordering van de exploitatie conform het begrotingsmodel zichtbaar is. Het CvB houdt rekening met de volgende risico’s: Tabel 5. Inventarisatie en weging van de risico’s Risico Onjuiste leerling-prognoses Boventalligheid als gevolg van werkgelegenheidsgarantie Onevenredige samenstelling personeelsbeleid Risico’s voortkomend uit ziekte Risico’s voortkomend uit huisvesting Risico’s met betrekking tot inventaris en materieel Risico’s die verband houden met onderwijskwaliteit Risico’s die voortvloeien uit politiek bestuurlijke invloeden Risico’s die voortvloeien uit de kwaliteit van de organisatie Risico’s die voortvloeien uit krimp
noodzakelijke reserve 86.800 5.000 12.000 225.000 247.000 175.000 200.000 180.000 40.000 150.000
Totaal
1.320.800
6.7 Continuïteitsparagraaf Met ingang van het verslagjaar 2013 is de opname van een zogenaamde continuïteitsparagraaf verplicht. Deze paragraaf richt zich op toekomstige informatie zoals een meerjarenbegroting en de daarbij behorende kengetallen. Daarnaast wordt aandacht gevraagd voor de inrichting van het risicosignalerings- en beheersingssysteem en de toelichting van de belangrijkste risico’s en tot slot een verslag van de Raad van Toezicht. Deze laatste elementen zijn niet nieuw en maken reeds onderdeel uit van het jaarverslag. Voor deze elementen wordt dan ook naar de betreffende paragrafen verwezen.
23
Meerjarenbalans ACTIVA
2014
2015
2016
2017
Vaste activa Immateriële vaste activa
€
Materiële vaste activa
€
-
Financiële vaste activa
€
TOTAAL VASTE ACTIVA
€
2.279.555
€
2.212.771
€
2.136.330
€
1.838.022
TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA
€
4.901.304
€
4.944.440
€
5.246.309
€
5.634.376
TOTAAL ACTIVA
€
7.180.859
€
7.157.211
€
7.382.639
€
7.472.398
Algemene reserve
€
4.279.464
€
4.157.987
€
4.200.415
€
4.456.174
Bestemmingsreserve publiek
€
338.214
€
338.214
€
338.214
€
338.214
Bestemmingsreserve privaat
€
-
€
-
€
-
€
-
Bestemmingsfonds publiek
€
-
€
-
€
-
€
-
Bestemmingsfonds privaat
€
-
€
-
€
-
€
-
Voorzieningen
€
621.971
€
719.800
€
902.800
€
736.800
Langlopende schulden
€
-
€
-
€
-
€
-
Kortlopende schulden
€
1.941.210
€
1.941.210
€
1.941.210
€
1.941.210
TOTAAL PASSIVA
€
7.180.859
€
7.157.211
€
7.382.639
€
7.472.398
2.279.555 -
€ € €
2.212.771 -
€ € €
2.136.330 -
€ € €
1.838.022 -
PASSIVA Eigen vermogen
Zicht PO financiert haar activiteiten op lange termijn met het eigen vermogen, dat ruim voldoende is om in de financieringsbehoefte te voorzien. Hierdoor is er geen behoefte om extern lang vermogen aan te trekken. De financiële positie blijft naar verwachting de komende jaren ruim voldoende. In hoofdstuk 5.3 is toegelicht welke nieuwe schoolgebouwen in 2014 zijn opgeleverd, geen van de locaties is in economische eigendom. Door een wijziging van de regelgeving is de school met ingang van 2015 verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen. In de multifunctionele accommodaties geldt dit alleen voor dat gedeelte dat in gebruik is door de school, dan wel afhankelijk van de gemaakte afspraken levert de school een bijdrage in het onderhoud van de MFA. Voor de komende jaren staat als eerste vervangende nieuwbouw voor Basisschool de Regenboog in de planning. In 2014 is het eigen vermogen gemuteerd door middel van het (nadelig) exploitatieresultaat. Er vinden geen rechtstreekse mutaties plaats. Eind 2014 is de meerjarenonderhoudsplanning geactualiseerd. Hierin is ook het verwachte buitenonderhoud vanaf 1 januari 2015 meegenomen. Op basis van deze meerjarenonderhoudsraming is een gemiddelde jaarlijkse onderhoudslast berekend en is het benodigd saldo per ultimo 2014 vastgesteld. Hiermee zijn de jaarlijkse exploitatielasten de komende jaren constant, zonder dat de voorziening in enig jaar een negatief saldo kent. Dit heeft geleid tot een per saldo vrijval van ruim € 20.000. De voorziening voor jubilea wordt gevormd van € 550,00 per FTE. Door een daling van de formatie neemt het saldo eveneens af.
24
Meerjarenbegroting BATEN
2014
2015*
2016*
2017*
Rijksbijdrage
€ 15.535.506
€ 15.280.327
€ 15.199.876
€ 15.304.648
Overige overheidsbijdragen
€
296.078
€
189.510
€
137.676
€
81.443
Overige baten
€
469.664
€
655.148
€
502.114
€
461.644
TOTAAL BATEN
€ 16.301.248
€ 16.124.984
€ 15.839.667
€ 15.847.735
Personeelslasten
€ 14.700.287
€ 13.136.795
€ 12.942.247
€ 12.719.271
Afschrijvingen
€
413.884
€
412.941
€
439.308
Overige instellingslasten
€ 455.019 € 1.505.695
€
1.917.210
€
1.692.479
€
1.683.774
Huisvestingslasten
€
€
823.572
€
794.572
€
794.622
TOTAAL LASTEN
€ 17.404.099
€ 16.291.461
€ 15.842.239
€ 15.636.976
Saldo normale bedrijfsvoering
€ -1.102.851
€
-166.477
€
-2.572
€
210.759
Financiële baten en lasten
€
€
45.000
€
45.000
€
45.000
TOTAAL RESULTAAT
€ -1.032.330
€
-121.477
€
42.428
€
255.759
LASTEN
743.098
70.521
* Betreft geprognosticeerde gegevens en afgeleid uit de op 23 maart 2015 door de Raad van Toezicht vastgestelde begroting. Het leerlingaantal van Zicht PO neemt de komende jaren af van 3.097 in 2014 naar een verwacht aantal van 2.959 in 2017. De rijksvergoeding neemt door een verwachte indexering (2%) met ingang van 2015 door de in 2014 afgesloten CAO en de toevoeging van de middelen uit de diverse onderwijsakkoorden echter nauwelijks af. Deze laatste lopen volgens informatie van de PO-raad op tot circa € 217,00 per leerling in het schooljaar 2017-2018. De personeelsformatie neemt in de komende jaren geleidelijk af. Door de verwachte extra middelen gebeurt dit naar verwachting op basis van natuurlijk verloop. Het voornemen om de financiële en salarisadministratie in de loop van 2015 in eigen beheer te nemen leidt naar verwachting tot een toename van het personeelsbestand met circa 2,5 FTE. De hiermee gemoeide kosten worden gefinancierd vanuit de besparing op de kosten van het administratiekantoor. Daarnaast neemt de stichting vanaf medio 2015 deel aan een bovenbestuurlijke pool. De hiermee gemoeide formatie (circa 10 FTE) is niet opgenomen in de onderstaande kengetallen, maar is financieel wel verwerkt in de begroting, echter het uitgangspunt is dat dit budgettair neutraal plaatsvindt door dekking vanuit het vervangingsfonds of zodra dit is goedgekeurd de besparing op de premie vervangingsfonds door het Eigen Risicodragerschap. De opzet van de bovenbestuurlijke pool is dat de inzet van het duurdere payrollpersoneel wordt beperkt. In de begrote loonkosten is een verwachte toename geprognosticeerd van jaarlijks 1%. In 2015 worden door Loyalis vitaliteitsonderzoeken en daarop volgend maatwerktrajecten uitgevoerd. Tevens is 2015 het laatste jaar waarin de administratie nog is uitbesteed. Deze beide elementen komen te vervallen in 2016, waardoor de overige instellingslasten dalen.
25
KENGETAL Personele bezetting in FTE Management/directie Onderwijzend personeel Overige medewerkers
2014-2015 196,29 13,07 151,96 31,26
2015-2016 190,78 13,17 148,09 29,53
2016-2017 187,10 13,17 144,41 29,53
2017-2018 184,20 13,17 141,51 29,53
Leerlingaantallen
3097
3042
3026
2959
Tabel 9. Grondslagen Algemeen De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden in hele euro’s. De algemene grondslag voor de waardering van activa en passiva, alsmede voor het bepalen van het resultaat, is de verkrijgingsprijs. Voor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen voor de nominale waarde. Ten behoeve van het inzicht zijn zonodig de vergelijkende cijfers van het vorig boekjaar aangepast. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op de aanschafwaarde, verminderd met de lineair berekende afschrijvingen gebaseerd op de verwachte levensduur. Vorderingen De vorderingen worden opgenomen tegen de nominale waarde. Liquide middelen De liquide middelen zijn opgenomen tegen de nominale waarde. Algemene reserve De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van de scholen en wordt opgebouwd uit resultaatbestemmingen van overschotten, welke ontstaan uit het verschil tussen de toegerekende baten en de werkelijk gemaakte lasten. In geval van een tekort wordt dit resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht. Voorzieningen De dotatie aan de voorziening onderhoud is gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan. De voorziening personele verplichtingen bestaat uit de gespaarde uren voor het spaarverlof. Als gevolg van een stelselwijziging was er in 2011 geen sprake meer van een voorziening BAPO. In plaats daarvan houdt Zicht Primair Onderwijs met ingang van 2011 een bestemmingsreserve BAPO aan. Grondslagen voor de resultaatbepaling De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan het jaar, waarop deze betrekking hebben.
26
Baten De baten bestaan voornamelijk uit subsidies, rent-opbrengsten, projectgelden leerlingenbijdragen. De rijksbijdragen zijn te onderscheiden in bijdragen voor: - normatieve rijksbijdrage OCenW voor personele en exploitatiekosten - overige OCenW-subsidies: meerjarige doelsubsidies en doelsubsidies verslagjaar De baten worden toegerekend aan de verslagperiode, waarop deze betrekking hebben.
en
Lasten De lasten bestaan zowel uit gesubsidieerde als niet gesubsidieerde kosten. Bij de splitsing hiervan zijn de door het Ministerie van OCenW gestelde richtlijnen in aanmerking genomen. De lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben.
27