Jaarverslag 2012
“Stichting Openbaar Primair Onderwijs Menterwolde, Stadskanaal en Veendam”
Hoogveen 1, 9501 XK Stadskanaal Postbus 310, 9500 AH Stadskanaal (0599) 696 390
[email protected] www.opron.nl
Jaa
VOORWOORD Het uitdagende van het werken in het onderwijs is dat we met de toekomst bezig zijn. Immers de kinderen die wij dagelijks in onze scholen onderwijs geven zijn de volwassenen van de toekomst. Wij moeten onze leerlingen voorbereiden op het functioneren in de toekomst zonder dat we deze kunnen voorspellen. De kwaliteit van het onderwijs staat vandaag de dag hoog op de agenda. Kwalitatief hoogwaardig onderwijs wordt van groot belang geacht voor onze samenleving en de toekomst van onze samenleving. Daarbij wordt kwaliteit veelal verengd tot de resultaten op de basisvaardigheden die ieder mens moet beheersen: taal, lezen en rekenen. Willen we het kind goed voorbereiden op zijn toekomst dan is er meer belangrijk dan taal en rekenen. Sociale vaardigheden, creatief denken, leren de juiste informatie te vinden en tot je te nemen zijn bijvoorbeeld even belangrijke aspecten van onderwijs en opvoeding binnen een voor het kind veilige en uitdagende leeromgeving. Met tevredenheid kunnen we constateren dat de kwaliteit van het onderwijs op de OPRON-scholen ook in 2012 een stijgende lijn vertoont. Er is een stevig fundament voor de toekomst gelegd. Onze waardering gaat dan ook uit naar al onze medewerkers. Zij hebben dit bereikt. Het is zaak dit de komende jaren vast te houden en uit te breiden. Dit vergt het nodige vakmanschap van onze medewerkers op alle niveaus in onze organisatie. Ook in een tijd van krimp en minder financiële mogelijkheden. Die uitdaging gaan we de komende jaren aan in het belang van onze leerlingen. Het bestuur
1
Jaa
INHOUD VOORWOORD
1
INHOUD
2
INLEIDING Kernwaarden, missie en visie
3 3
ORGANISATIE Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Scholen en aantal leerlingen Samenwerking
4 5 6 6
BESTUUR Code Goed bestuur Fusie OPRON – OPOS Koersplan 2013-2015 Klachten
8 8 8 9 9
ONDERWIJS Opbrengstgericht leiderschap Interne audit Opbrengsten Passend onderwijs
10 1o 10 10 13
PERSONEEL Personeelsbestand Bestuursformatieplan Functiemix Invulling vacatures schooldirecties Arbo en ziekteverzuim Risico Inventarisatie en Evaluatie Professionalisering Flankerend beleid
14 14 15 15 16 16 16 16 17
HUISVESTING EN FACILITAIRE ZAKEN Onderhoud Asbestinventarisatie schoolgebouwen voor 1994 “Maatwerk in krimp” Gebouwafhankelijke baten en lasten NEND project binnenklimaat Afvalverwerking Elektriciteit Vervanging meubilair
18 18 18 18 19 19 20 20 20
FINANCIËN Exploitatierekening Analyse verschillen begroting – jaarrekening 2012 Baten Lasten Balans Eigen vermogen Kengetallen per balansdatum Treasury
21 21 22 22 24 25 27 27 28
2
Jaa
INLEIDING Scholengroep OPRON verzorgt het openbaar primair onderwijs in de gemeenten Menterwolde, Stadskanaal en Veendam. Tot Scholengroep OPRON behoren 20 openbare basisscholen in deze gemeenten, de speciale basisschool Wim Monnereau te Veendam en de school voor (voortgezet) speciaal onderwijs Margaretha Hardenberg te Veendam.
Kernwaarden, missie en visie Op onze openbare scholen is ieder kind welkom, ongeacht zijn of haar sociale, culturele of levensbeschouwelijke achtergrond. De openbare school leert kinderen van jongs af aan respect te hebben voor elkaars mening of overtuiging. Er wordt actief aandacht besteed aan de overeenkomsten en verschillen tussen kinderen, zonder voorkeur voor één bepaalde opvatting. De openbare school heeft aandacht voor én biedt ruimte aan ieder kind. Voor Scholengroep OPRON hebben we drie kernwaarden geformuleerd die de basis van ons handelen vormen. Verbinding Als openbaar onderwijs staan we midden in de samenleving en verbinden we ons aan de maatschappelijke omgeving. Verbinding is er ook in al onze doelstellingen. Uiteindelijk gaat het om de kwaliteit van het onderwijs. Doelbewust betrekken we alle belanghebbenden bij ons uiteindelijke doel, het zorgen voor kwalitatief goed onderwijs. Betrokkenheid en verantwoordelijkheid Veiligheid, vertrouwen, waardering, herkenning en erkenning zorgen voor betrokkenheid van ouders, leerkrachten en ondersteunend personeel, directies en bestuur. Het geven van verantwoordelijkheid voor je eigen werk leidt tot verhoogde betrokkenheid bij je eigen werk. Betrokkenheid en verantwoordelijkheid versterken elkaar en geven voldoening in het dagelijks werk. Resultaatgericht Als scholengroep hebben we hoge ambities en hoge verwachtingen, maar met oog voor de eigenheid van elk kind. We willen elk kind bieden wat het nodig heeft om zijn talenten te ontplooien, zodat het zo optimaal mogelijk voorbereid is en zijn toekomst tegemoet gaat. Onze missie:
“het beste uit elk kind”.
De kernwaarden en onze missie vormen het fundament van onze visie. Belangrijke aspecten daarbij zijn: Hoge ambities Elk kind hoort erbij
Respect en waardering Ouderbetrokkenheid Eenheid en verscheidenheid De school als middelpunt in de buurt
OPRO-scholen willen het maximale uit elk kind halen. Elk kind heeft recht op goed onderwijs. OPRON-scholen zijn ontmoetingsplaatsen voor kinderen en leerkrachten waarin we samen leren in een sfeer van veiligheid en geborgenheid. OPRON-scholen bieden leerlingen structuur. We hanteren duidelijke regels en afspraken. Pestgedrag wordt niet geaccepteerd. OPRON-scholen betrekken ouders nauw bij het onderwijs. Een goed contact tussen ouders en school is goed voor de leerlingen. OPRON-scholen vullen kwalitatief goed onderwijs op eigen wijze in, passend bij het pedagogisch en onderwijskundig concept. OPRON-scholen zijn een belangrijk onderdeel van de wijk, de buurt of het dorp.
Onze kernwaarden, missie en visie zijn uitgewerkt in het koersplan 2013-2015.
3
Jaa
ORGANISATIE De juridische structuur van Scholengroep OPRON is de stichtingsvorm. De formele naam van de stichting is: Stichting Openbaar Primair Onderwijs Menterwolde, Stadskanaal en Veendam.
bestuur
algemene directie
gmr
stafbureau Werkgroepen
directieberaad (advisering)
directie
directie mr
school
directie mr
school
mr
school
Figuur 1. Organogram. Bestuur Het bestuur van Scholengroep OPRON bestaat uit zeven leden. De zeven bestuursleden zijn benoemd door de gemeenteraden, waarvan drie leden op bindende voordracht van de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Het bestuur heeft de eindverantwoordelijkheid voor het openbaar primair onderwijs in de drie gemeenten. Het bestuur kan worden gekenschetst als toezichthoudend en pro-actief. Pro-actief in de zin van ambitieformulering vooraf en toezichthoudend in de betekenis van toezicht achteraf. In 2012 zijn er in de samenstelling van het bestuur geen wijzigingen geweest.
Dhr. G. Mulder (voorzitter) Mevr. H. G. Schuringa (secretaris) Dhr. J. Blaauw (penningmeester) Dhr. H.J. Hoekman Dhr. W.H. Stokroos Dhr. J.H.L. de Vreede Dhr. H. de Weerd
Algemene directie De bestuurlijke verantwoordelijkheid is grotendeels gemandateerd aan de algemene directie. De taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in het managementstatuut. De algemene directie bestaat uit 2 personen en is verantwoordelijk voor het uitvoeren en evalueren van het strategisch beleid, de organisatie van de scholengroep, het schooloverstijgend onderwijskundig, personeels- en financieel beleid, de resultaten en de kwaliteit van het onderwijs. De algemene directie is adviseur van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en voert het overleg met deze raad. Directies van de scholen De directeur van de school is belast met de algehele leiding van de school en legt verantwoording af aan de algemene directie. De directie wordt, afhankelijk van de schoolorganisatie en schoolgrootte, bij de uitvoering
4
Jaa van de taken ondersteund door de adjunct, een managementteam of een interne begeleider. De directies zijn betrokken bij de ontwikkeling van het algemeen beleid. De directies adviseren de medezeggenschapsraden en voeren namens het bestuur het overleg met de medezeggenschapsraad van de school. Directieberaad Alle directeuren van de scholen maken deel uit van het directieberaad. Het directieberaad komt ongeveer om de zes weken bijeen. Deze vergaderingen worden geleid door een lid van de algemene directie. Het directieberaad adviseert het algemeen management over onderwijskundige, personele, financiële en beheersmatige zaken. Het directieberaad kan ook initiatieven nemen voor beleidsontwikkeling op het niveau van Scholengroep OPRON. Voorstellen worden uitgewerkt in werkgroepen. Werkgroepen In de loop van 2012, na de evaluatie van de werkwijze en de opbrengsten, zijn we voorlopig afgestapt van het werken met vier beleidsgroepen (onderwijs, personeel, financiën/huisvesting en algemeen). Er wordt nu gewerkt met werkgroepen. De werkgroepen kunnen in aantal en samenstelling variëren. De werkgroepen werken onderdelen van het strategisch beleid uit, bereiden beleidsnotities voor of zorgen voor de opzet, uitwerking en invoering van verbetertrajecten op OPRON niveau. De werkgroepen zijn verantwoordelijk voor de terugkoppeling naar het directieoverleg en de algemene directie. Stafbureau De algemene directie en schooldirecties worden ondersteund door het stafbureau, waarin het secretariaat personeelsbeleid 1 fte en specialistische taken rondom personele, financiële en formatie en rechtspositie 1 fte huisvestingstaken zijn ondergebracht. Op het stafbureau financiën en huisvesting 1 fte zijn vijf medewerkers (4,5 fte) werkzaam. Het stafbureau is administratieve ondersteuning 1,5 fte indertijd gestart met een omvang van 7 fte. De financiële, personele en salarisadministratie is uitbesteed aan de Onderwijs Service Groep (OSG) in Assen. OSG stelt drie keer per jaar een financiële managementrapportage op. Geconstateerd moet worden dat de huidige beperkte omvang van de ondersteuning begint te knellen, mede onder druk van de toenemende bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) is de bovenschoolse variant van de Medezeggenschapsraad die verbonden is aan elke school. De GMR buigt zich over aangelegenheden die gelden voor alle scholen die onder Scholengroep OPRON vallen en beslist mee over belangrijke zaken op schooloverstijgend niveau, zoals het bestuursformatieplan, personeelsbeleidsplan, strategisch beleidsplan. Daarnaast heeft de GMR recht van advies ten aanzien van bijvoorbeeld de begroting, het vakantierooster, duurzame samenwerking met een andere instelling, etc. De bevoegdheden van de (G)MR zijn opgenomen in het medezeggenschapsreglement. Het reglement is aangepast op 1 januari 2012 als gevolg van wijzigingen in de Wet op de medezeggenschap. De GMR bestaat uit 12 personen: 6 ouders en 6 personeelsleden. De GMR vergadert in principe elke maand. De vergaderingen zijn in beginsel openbaar. De algemene directie is namens het bestuur gesprekspartner van de GMR. Een lid van de algemene directie is bij de vergadering aanwezig. We streven er naar de GMR niet alleen in de fase van advies en/of instemming te Oudergeleding Personeelsgeleding betrekken, maar ook bij de ontwikkeling van Dhr. E. Hut (vz) Dhr. H. Lubben (penningm.) beleid. Dhr. J.P. Wijbenga (secr.) Dhr. E. Klunder Ten minste één keer per jaar is er een Dhr. M. Assink Dhr. B. Lutgert gezamenlijke vergadering van het bestuur en Dhr. R. Stuivenberg Mevr. A. Hulshof de GMR. In 2012 was het centrale onderwerp Mevr. C. Eling Dhr. F de jager van deze bijeenkomst de krimp en huisvesting. Mevr. J. Beikes Mevr. J. Harkema Tabel 1. Samenstelling GMR per 31-12-2012
5
Jaa In 2012 zijn o.a. de volgende onderwerpen aan de orde geweest: vakantierooster 2012-2013, bestuursformatieplan, zorgplannen van de samenwerkingsverbanden Weer samen naar school, invoering model RvT – CvB, herziening statuten, afvloeiingslijst, strategisch beleid 2013-2015, jaarrekening 2011, samenwerking/fusie OPRON-OPOS, beleid huisvesting en krimp (Maatwerk in Krimp). Omdat niet elke MR vertegenwoordigd is in de GMR organiseert de GMR één of twee keer per jaar een gezamenlijke avond met de medezeggenschapsraden.
Scholen en aantal leerlingen Tot Scholengroep OPRON behoren 20 basisscholen, de Wim Monnereauschool voor speciaal basisonderwijs en de Margaretha Hardenbergschool voor (voortgezet) speciaal onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen. O.b.s. De Oleander en o.b.s. Westerschool (St’k) vormen een hoofd- en nevenvestiging. Aan de o.b.s. De Musselhorst is een afdeling voor asielzoekerskinderen verbonden. Deze leerlingen zitten in een afzonderlijk gebouw. Brinnr.
School
Plaats
05YR 08GQ 08SW 09RC 10CO 13GU 13LX 13QO 13UO 13ZR 14CZ 14EK 14HC 14IM 15AS 15AS01 15EP 15FZ 15JG 15LW 19TV 26NL
De Mieden Insp. Amerika Burg. Verkruisen Europaschool De Tandem De Viermaster De Butte De Braskörf De Noorderbreedte Hagenhofschool Parkwijkschool Westerschool De Sleutel Neuteboomschool De Oleander Westerschool De Ommewending De Badde De Musselhorst ´t Zonnedal Wim Monnereau Marg. Hardenberg Totaal
Aantal leerlingen 1-10-2011 1-10-2012 Meeden 103 90 Noordbroek 148 137 Muntendam 180 187 Muntendam 116 104 Zuidbroek 176 180 Veendam 349 342 Borgercompagnie 23 27 Veendam 397 374 Veendam 193 196 Stadskanaal 170 175 Stadskanaal 58 48 Wildervank 405 374 Wildervank 97 104 Stadskanaal 149 140 Stadskanaal 75 62 Stadskanaal 66 55 Ommelanderwijk 118 107 Musselkanaal 37 36 Musselkanaal 158 163 Alteveer 27 24 Veendam 122 118 Veendam 116 117 3283 3160
Tabel. Scholen en aantal leerlingen
Samenwerking Scholengroep OPRON neemt deel aan diverse netwerken in de gemeenten, de regio, de provincie of op landelijk niveau. Met de gemeenten vindt jaarlijks het overleg plaats in het LEA (Lokaal Educatieve Agenda). Onderwerpen van overleg zijn het lokaal onderwijs en jeugdbeleid. Daarnaast is er het OOGO (Op Overeenstemming gericht overleg). In dit overleg komen de zaken met betrekking tot de huisvesting aan de orde. In 2012 heeft Scholengroep OPRON actief geparticipeerd in het Bovenschools Directie Overleg Groningen (BDOG), het overleg over het kwaliteitsakkoord provincie Groningen, het samenwerkingsverband in oprichting “Passend Onderwijs Groningen en de arbeidsvoorwaardencommissie van de PO-raad. Voor- en vroegschoolse periode Als scholengroep zijn we proactief in de samenwerking met de voorschoolse voorzieningen. Met de organisaties voor peuterspeelzaalwerk in de drie gemeenten zijn convenanten afgesloten om deze
6
Jaa samenwerking structureel vorm te geven. Twee zaken vinden we daarbij van belang voor een goede ontwikkeling van de kinderen: een goede overdracht en de inhoudelijke afstemming. In de gemeente Stadskanaal is een werkgroep hiermee actief bezig. In deze werkgroep zitten vertegenwoordigers van de peuterspeelzaal, de basisscholen en een organisatie voor kinderopvang. Ook de gemeente Stadskanaal is hierbij betrokken. In 2012 is gestart met een peuterspeelzaal in o.b.s. De Sleutel. Deze school heeft een buurtfunctie. De organisatorische aspecten worden uitgevoerd door de schoolleider. De inhoudelijke invulling is in handen van Compaen. Vooruitlopend op de nieuw te bouwen multifunctionele accomodatie, waarin de Inspecteur Amerikaschool een plaats krijgt, zijn er in de gemeente Menterwolde meerdere gesprekken geweest tussen de peuterspeelzaal en de organisatie voor kinderopvang over samenwerking met als doel te komen tot een integraal kindcentrum. Door landelijke ontwikkelingen met betrekking tot de bijdrage van de ouders voor kinderopvang en het gemeentelijk beleid met betrekking tot de peuterspeelzalen is de uitwerking hiervan vertraagd. Samenwerkingsverbanden Weer Samen naar School Scholengroep OPRON maakt deel uit van het WSNS samenwerkingsverband Stadskanaal e.o. en het WSNS samenwerkingsverband Veendam. De scholengroep wordt in het bestuur van beide samenwerkingsverbanden vertegenwoordigd door een lid van de algemene directie. Regionaal Expertise Centrum De bij Scholengroep OPRON behorende school voor speciaal onderwijs Margaretha Hardenberg maakt deel uit van het Regionaal Expertise Centrum (REC). Het REC is een federatief verband van alle scholen voor speciaal onderwijs van zogenaamde cluster drie scholen (scholen voor lichamelijk en verstandelijk gehandicapte leerlingen). Het OPRON-bestuur is in het federatief bestuur vertegenwoordigd door een lid van de algemene directie. Picto Een aantal schoolbesturen in onze regio heeft de krachten gebundeld op het gebied van ICT (beheer en beleid). Hiervoor zijn we samen met de deelnemende besturen een overeenkomst kosten voor gemene rekening aangegaan onder de naam Picto (Platform Informatie en Communicatietechnologie). Doelstelling is het gezamenlijk uitvoeren van het systeembeheer en het stimuleren van het gebruik van ICT. Academische Opleidingsschool Noord Nederland O.b.s Westerschool te Wildervank en o.b.s. De Butte participeren in de Academische Opleidingsschool Noord Nederland. In dit verband werken een aantal basisscholen in Groningen en Drenthe samen met de Hanzehogeschool (PABO) en het Universitair Opleidingscentrum Groningen aan de opleiding van studenten. Deze toekomstige collega’s worden niet alleen opgeleid tot leerkracht basisonderwijs, maar leren ook praktijkgericht onderzoek te doen en dragen daarmee bij aan de schoolontwikkeling.
7
Jaa
BESTUUR Van bestuur naar Raad van Toezicht In 2011 heeft het bestuur het besluit genomen het model Raad van Toezicht – College van Bestuur (RvT-CvB) in te voeren. Aanleiding voor dit besluit is de wet “Goed onderwijs, goed bestuur”. In deze wet is vastgelegd dat er binnen een onderwijsorganisatie sprake moet zijn van scheiding van bestuur en intern toezicht. Het besluit te komen tot het model RvT-CvB was mede gebaseerd op de bij de verzelfstandiging gemaakte afspraak dat het bestuur zou functioneren als een toezichthoudend bestuur. Invoering van het model RvT-CvB vereist een aanpassing van de statuten. Wijziging van de statuten heeft de goedkeuring nodig van de gemeenteraden van de drie gemeenten. In het voorjaar van 2012 zijn nieuwe statuten opgesteld en ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenten. Eind 2012 was de procedure nog niet afgerond. De formele invoering van de RvT-CvB kon daardoor niet geëffectueerd worden. Het bestuur kwam in 2012 zeven keer bij elkaar. De bestuursvergaderingen zijn bijgewoond door de algemene directie. De vergaderingen zijn in principe openbaar. Agendapunten waren o.a.: begroting en rekening jaarverslag integrale managementrapportages tussentijdse en eindresultaten van de scholen verzuimcijfers en verzuimbeleid scheiding bestuur en toezicht bestuursformatieplan strategisch beleidsplan 2013 – 2015 krimp en huisvesting treasury statuut overleg gmr contract accountant Onkostenvergoeding. De leden van het bestuur krijgen jaarlijks een beperkte onkostenvergoeding. De inzet van de bestuursleden is weliswaar vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Het vraagt een serieuze tijdsinspanning. Bovendien maken de bestuursleden onkosten voor het voorbereiden en bijwonen van de vergaderingen en andere overleggen.
Code Goed Bestuur Scholengroep OPRON is lid van de PO-raad. Zoals alle leden van de PO-raad heeft Scholengroep OPRON de code Goed Bestuur Primair Onderwijs vastgesteld. In deze code zijn de basisprincipes vastgelegd omtrent het professioneel handelen van bestuur en management. Periodiek evalueert het bestuur het bestuurlijk handelen aan de uitgangspunten en principes zoals die zijn vastgelegd in de Code Goed Bestuur.
Fusie OPRON - OPOS Aan het eind van 2011 heeft de stichting Openbaar Onderwijs Slochteren (OPOS) Scholengroep OPRON benaderd met de vraag of OPRON bereid was samen met OPOS de mogelijkheden te verkennen te komen tot vergaande samenwerking, c.q. fusie van beide organisaties. Scholengroep OPRON en Stichting OPOS zijn beide organisaties, werkzaam in een gebied waar als gevolg van demografische ontwikkelingen het aantal leerlingen daalt of zal dalen. Daarbij komt dat de verantwoording voor de kwaliteit van het onderwijs nadrukkelijk is neergelegd bij de besturen. Van besturen wordt steeds meer verwacht m.b.t.de sturings- en verantwoordingsplicht. Besturen moeten de kwaliteit van het onderwijs op de scholen monitoren en bewaken en sturing geven aan verbeterprocessen. De financiële baten nemen echter af en het wordt steeds lastiger om het bestuursbureau in de huidige vorm en omvang in stand te houden. Door een bestuurlijke fusie kunnen de krachten worden gebundeld en kan een antwoord worden gegeven op deze ontwikkeling en een adequate bestuurlijke inrichting gerealiseerd worden. Na een eerste verkennend onderzoek hebben de besturen van beide organisaties in mei 2012 de intentie uitgesproken: Nader onderzoek te verrichten naar de consequenties van een bestuurlijke fusie en voorstellen hiertoe uit te werken Na te gaan welke bestuursvorm en bestuurssamenstelling de best passende zijn Bij positieve bevindingen vervolgens het besluit tot bestuurlijke fusie te nemen. Het onderzoek is uitgevoerd in 2012. Deze fusie-effectrapportage is eind 2012 ter bespreking voorgelegd aan de directies van de scholen en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. De reacties van beide geledingen worden verwerkt in de rapportage. Besluitvorming is voorzien in de loop van 2013.
8
Jaa Koersplan 2013-2015 In 2012 is het strategisch beleid voor de periode 2013-2015 opgesteld in samenwerking met de directies van de scholen. Het strategisch beleid is op hoofdlijnen geformuleerd en geeft de koers aan voor de komende jaren. Jaarlijks wordt het beleid uitgewerkt in een plan van aanpak met concrete doelen en acties. Periodiek wordt geëvalueerd of de geformuleerde doelen zijn behaald en hoe het proces is verlopen. Over de bereikte resultaten worden afspraken gemaakt wanneer de resultaten opnieuw worden geëvalueerd. Vastgestelde werkwijzen worden vastgelegd in documenten. Centraal in ons beleid staat de kwaliteit van het onderwijs. Alle andere doelen zijn daarvan afgeleid of dienen bij te dragen aan de kwaliteit van ons onderwijs.
Bestuur Professionalisering
Samenwerking
Kwaliteit Passend Onderwijs
ICT Financiën en huisvesting
Figuur 2. Overzicht onderwerpen koersplan
Bestuurlijk onderzoek In november 2012 heeft de onderwijsinspectie een onderzoek uitgevoerd naar de voorwaarden en de uitvoering van het bestuurlijk handelen. De voorwaarden voor bestuurlijk handelen zijn grotendeels op orde. De inspectie heeft een drietal verbeterpunten aangegeven en een aantal aandachtspunten. De verbeterpunten hebben betrekking op de scheiding bestuur en toezicht, de gesprekkencyclus algemene directie – schooldirecties en het beter zicht krijgen op de kwaliteit van de scholen. Het bestuur monitort de tussentijdse en eindresultaten en stuurt hier ook op, maar zou meer zicht moeten krijgen op de kwaliteit van het onderwijsleerproces. Als aandachtspunten worden o.a. genoemd: verbreding en verdieping van de analyse van de kwaliteit, het ontwikkelen van een toezichtkader voor het bestuur, integriteitscode, aanscherping van het planmatig werken aan behoud en verbetering van de onderwijskwaliteit. Het merendeel van de aandachtspunten was al opgenomen in (ten tijde van het onderzoek nog conceptversie) het Koersplan. Verbeterpunten en aandachtspunten zijn verwerkt in het op het koersplan gebaseerde plan van aanpak 2013-2015.
Klachten Van klachten kunnen we leren en deze kunnen leiden tot verbetering op het gebied van kwaliteit en procedures op school- en bestuurlijk niveau. Voor alle scholen is een klachtenprocedure opgesteld. Kern van deze procedure is de klacht op te lossen op het niveau waarop deze is ontstaan. De klachtenprocedure is beschreven in de schoolgids van elke school. In 2012 is bij het bestuur één klacht binnengekomen. Deze klacht had betrekking op grensoverschrijdend gedrag van een aantal leerlingen in en buiten de school. Deze klacht is in en na overleg met de ouders en de inzet van een externe deskundige afgehandeld. Met de directie van de school en de indiener van de klacht zijn afspraken gemaakt die hebben geleid tot oplossing van de klacht. Er zijn geen klachten ingediend bij de Landelijke Commissie Onderwijsgeschillen.
9
Jaa
ONDERWIJS In de wet Goed Onderwijs-Goed Bestuur is vastgelegd dat het bestuur verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het onderwijs op de OPRON-scholen. Scholengroep OPRON is al enkele jaren bezig een opbrengstgerichte werkwijze en cultuur te realiseren. Dat dit zijn vruchten heeft afgeworpen is te zien aan de gemiddelde schoolscores op de Cito-eindtoets. In het strategisch beleid zijn op bestuursniveau de doelen en ambities vastgesteld. Centraal en hoog op de agenda staat de onderwijskwaliteit. De doelen en ambities vormen het kader voor de schoolspecifieke verbeterpunten. Deze worden door de directie van de scholen verwoord in het schooljaarplan.
Opbrengstgericht leiderschap Scholengroep OPRON heeft met 10 scholen geparticipeerd in het project “Opbrengstgericht Leiderschap”. Vanaf het begin liften alle scholen mee met dit project. Voor deelname aan dit project is voor een periode van drie jaar (aug. 2009 - aug. 2012) € 70.000 subsidie toegekend. Het project is in augustus 2012 geëindigd. De belangrijkste doelstellingen waren: a) Het realiseren van een onderzoekende en opbrengstgerichte cultuur. Om dit doel te bereiken hebben we met name geïnvesteerd in de inrichting van een professionele leergemeenschap (PLG). Een Professionele Leer Gemeenschap is “een gemeenschap van onderwijsprofessionals die samen leren over de onderwijspraktijk, met als doel deze te verbeteren”. In een PLG staat het (voortdurend verbeteren van het) leren van leerlingen centraal en werken leraren, onderwijsondersteunend personeel en directeuren samen om te komen tot duurzame schoolverbetering en hoge opbrengsten. b) Een integraal kwaliteitszorgsysteem en verbetercyclus. Basis van onze kwaliteitszorg zijn het INK-model en de PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act). Concreet staat het werken aan en invoeren van een integraal kwaliteitszorgsysteem en het werken volgens de PDCAcyclus centraal. In het schooljaar 2011-2012 zijn we gestart met de invoering van het schooljaarplan. Het schooljaarplan is een integraal document op schoolniveau. In dit jaarlijkse document zijn opgenomen de resultaten en analyse van ons onderwijs en de verbeterprocessen, eventuele veranderingen in de context en de verbeteracties voor het volgende schooljaar. c) Horizontale en verticale verantwoording van onze kwaliteit naar alle belanghebbenden. Met dit schooljaarplan legt de school zowel horizontaal (medezeggenschapsraad, ouders, ketenpartners) als verticaal (bestuur, inspectie) verantwoording af. Tevens fungeert het schooljaarplan als een managementcontract en is het een middel voor het monitoren van de onderwijsresultaten door de algemene directie/ het bestuur en leidraad voor gesprekken tussen de algemene directie en de school over de kwaliteit van het onderwijs op de school in al zijn facetten en de voortgang van de verbeteracties. In het schooljaar 2012-2013 wordt gewerkt aan de verdere verbetering van het schooljaarplan.
Interne audit Deelname aan het project “Opbrengstgericht leiderschap” was de aanleiding voor de discussie over de invoering van een systeem van interne audit. Door externe deskundigen (o.a. de Nederlandse Schoolleiders Academie) is voorlichting gegeven over de mogelijkheden, werkwijzen, etc. In 2012 is het besluit genomen een systeem van interne audit in om het onderwijskundig en opbrengstgericht leiderschap verder te verbeteren. In de tweede helft van 2012 is gestart met een scholingstraject voor alle directies van de scholen en de algemene directie. Eind 2012 hebben de schoolleiders een eerste interne audit op de eigen school uitgevoerd. Het invoeringstraject wordt in 2013 voortgezet. Voor de uitvoering van dit traject is € 15.000 subsidie toegekend in het kader van het kwaliteitsakkoord provincie Groningen.
Opbrengsten De gemiddelde score van alle OPRON scholen laat de afgelopen jaren een stijgende lijn zien. Lag de gemiddelde schoolscore gecorrigeerd voor leerlingengewicht (LG-score) in 2008 nog 0,4 onder de normscore van de inspectie, in 2012 was het gemiddelde van alle OPRON-scholen gestegen naar 534,9 en lag daarmee 1,1 punt boven de inspectienorm. Onze doelstelling dat het gemiddelde van de schoolscores boven de norm van de inspectie moest liggen, hebben we ruimschoots gehaald.
10
Jaa De landelijk gemiddelde LG score schommelt de laatste jaren rond de 535,2. We constateren dat we steeds dichter bij het landelijk gemiddelde komen. Onze doelstelling is nu een gemiddelde schoolscore op tenminste het landelijk niveau. In onze vergelijking gaan we uit van de schoolscores gecorrigeerd voor het leerlingengewicht, omdat deze scores het meest recht doen aan het verschil in de schoolpopulatie.
2008 2009 2010 2011 2012
norm inspectie 533,7 533,8 533,8 533,8 533,8
gemiddelde OPRON-scholen 533,3 533,7 534,2 534,6 534,9
verschil -0,4 -0,1 +0,4 + 0,8 + 1,1
Tabel3. Gemiddelde LG-score Cito-eindtoets OPRON
Gemiddelde schoolscores
score
536
535
norm inspectie
534
gemiddelde OPRONscholen
533
532 2008
2009
2010
2011
2012
Grafiek 1. Scores Cito eindtoets De inspectie voert in ieder geval één keer per vier jaar op elke school een zogenaamd vierjaarlijks onderzoek uit. Op scholen waarvan de eindresultaten achterblijven of de inspectie risico’s ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs vermoedt, wordt een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd. De inspectie onderzoekt in beide gevallen meerdere indicatoren. Per schoolbezoek varieert het aantal onderzochte indicatoren. In tabel 4 geven we een overzicht van de indicatoren die respectievelijk beter dan wel minder goed scoren in vergelijking met de landelijke cijfers. Daarbij dient te worden opgemerkt, dat dit niet de stand van zaken is van 2012, maar over de periode 2008-2012. Met andere woorden, de verbeteringen die we sinds 2008 in ons onderwijs hebben bereikt, zijn niet in zijn geheel meegenomen. Immers, er zijn scholen waar de inspectie sinds 2009 geen onderzoek meer heeft gedaan. In de tabel zijn die indicatoren opgenomen die beoordeeld zijn op tenminste de helft van onze scholen. Indicatoren waarop OPRON beter scoort dan Indicatoren waarop OPRON minder goed scoort dan landelijk landelijk Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Didactische vaardigheden Leerinhouden aangeboden t/m groep 8 Afstemming instructie en verwerking Leerinhouden passend bij de onderwijsbehoeften Analyseren van de ontwikkeling van de leerlingen van de leerlingen Afstemming leerinhouden Bepaling van de aard van de zorg Afstemming onderwijstijd Planmatige uitvoering van de zorg Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen Evaluatie van de zorg a.d.h.v. genormeerde instrumenten en procedures Evaluatie onderwijsleerproces Jaarlijkse evaluatie van de resultaten Planmatig werken aan verbeteractiviteiten Tabel . Overzicht indicatoren beter resp. minder goed scorend in vergelijking met landelijke gegevens Naast de eindopbrengsten worden op bestuursniveau ook de resultaten op de tussentijdse toetsen gevolgd. Dit betreft de toetsen technisch lezen groep 3 en 4, rekenen – wiskunde groep 4 en 6 en begrijpend lezen groep 6. De toetsen worden twee keer per jaar afgenomen, behalve de toets begrijpend lezen. De inspectie
11
Jaa
Resultaten eindtoets (3 jr)
Resultaten eindtoets 2012
Tussentijdse toetsen (eind)
Tussentijdse toetsen (midden)
beoordeelt de tussentijdse resultaten als voldoende als de resultaten voor meer dan de helft van de toetsen boven de norm liggen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de resultaten op de tussentijdse toetsen, de eindtoets 2012 en de eindresultaten over een periode van drie jaar (2010- 2012).
De Mieden Insp. Amerikaschool Burg. Verkruisenschool Europaschool De Tandem De Viermaster De Butte De Braskörf Noorderbreedte Hagenhofschool Parkwijkschool Westerschool (W’v) De Sleutel
onvoldoende
Meester Neuteboomschool
2x onvold. In 3 jr.
De Oleander
voldoende
Westerschool (St’k)
bovengemiddeld legenda
De Ommewending De Badde De Musselhorst ‘t Zonnedal Tabel 5. Kwaliteitsprofiel 2011-2012: scores toetsen lvs en eindtoets
Als de inspectie oordeelt is dat de kwaliteit van het onderwijs op orde is wordt een basisarrangement toegekend. Zijn er in de onderwijskwaliteit tekortkomingen dan is het arrangement zwak of zeer zwak. Tabel 5 geeft een overzicht van de arrangementen in de afgelopen vijf jaar. Uit dit overzicht blijkt dat eind 2012 er door de inspectie één OPRON school als zeer zwak is gewaardeerd Het aantal scholen dat in 2008 nog als risicovol of zwak werd beoordeeld is in de periode 2008 t/m 2012 teruggelopen van 13 naar 0. Jaar 2008 2009 2010 2011 2012
basisarrangement 7 13 18 20 21
Risicovol/ zwak 13 8 4 1 0
zeer zwak 3 1 0 1 1
Tabel 6. Toegekende toezichtarrangementen OPRON-scholen
12
Jaa Passend onderwijs Passend onderwijs wil zeggen een passend onderwijs/zorgaanbod voor alle leerlingen. Alle scholen voor primair en voortgezet onderwijs in Nederland zullen vanaf 1 augustus 2014 deel gaan uitmaken van een samenwerkingsverband Passend Onderwijs. In 2012 is door het ministerie de regio-indeling vastgelegd. De basisscholen van Scholengroep OPRON, de speciale basisschool Wim Monnereau en de so-afdeling van de Margaretha Hardenbergschool zullen deel gaan uitmaken van het samenwerkingsverband provincie Groningen. De VSO-afdeling van de Margaretha Hardenbergschool zal deel gaan uitmaken van het verband voor het voortgezet onderwijs. In onze visie moet Passend Onderwijs zo thuisnabij mogelijk onderwijs zijn. Dit neemt niet weg dat er voorzieningen voor speciaal (basis)onderwijs zullen blijven voor leerlingen die daarop zijn aangewezen. Dit zou in de toekomst ook in een al of niet geïntegreerd expertise of onderwijszorgcentrum kunnen zijn. In 2012 is op bestuursniveau de aandacht vooral uitgegaan naar de bestuurlijke inrichting van de nieuw te vormen samenwerkingsverbanden. Op schoolniveau is de aandacht vooral uitgegaan naar het opstellen van het onderwijsondersteuningsprofiel. Dit wordt voor alle scholen straks een verplicht document. Voor alle OPRON-scholen in de gemeenten Veendam en Menterwolde is een voorlichtingsbijeenkomst over dit onderwerp georganiseerd en twee werkbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten is onder leiding van een externe deskundige van de schooladviesdienst geschreven aan het ondersteuningsprofiel. De scholen in de gemeente Stadskanaal hebben een soortgelijk traject gevolgd maar dan onder de auspiciën van het WSNS samenwerkingsverband Stadskanaal.
13
Jaa
PERSONEEL Het meest waardevolle kapitaal van onze organisatie zijn de mensen die er werken. Onze mensen bepalen de kwaliteit van de organisatie en van het onderwijs. Een goed personeelsbeleid is een belangrijke voorwaarde om medewerkers in staat te stellen hun werk zo goed mogelijk en met plezier te doen. Uitgangspunten van het personeelsbeleid zijn o.a.: Scholengroep OPRON kenmerkt zich door een professionele cultuur, waarin leren van en met elkaar en het werken in teamverband kernpunten zijn. Directies, leerkrachten, interne begeleiders en coördinatoren vormen professionele leergemeenschappen. De kwaliteit van onze medewerkers is ons belangrijkste kapitaal. De leerkrachten doen er toe. Alle medewerkers onderschrijven de identiteit en dragen het schooleigen pedagogisch en onderwijskundig concept uit.
Personeelbestand In 2012 is het aantal medewerkers gedaald van 376 naar 363. Met name het aantal medewerkers onderwijzend personeel is gedaald. Dit is een rechtstreeks gevolg van de daling van het aantal leerlingen. Onderstaande tabellen geven het aantal medewerkers en de leeftijdsopbouw per functiecategorie op respectievelijk 31-122011 en 31-12-2012 weer.
Leeftijden 0-24 25-34 35-44 45-54 55-59 >60
Dir. 0 1 4 10 9 5 29
Aantal medewerkers Oop Op Totaal 0 7 7 6 64 71 9 64 77 15 92 117 7 57 73 1 25 31 38 309 376
Tabel 7a. Leeftijd en functies medewerkers 31-12-2011
Leeftijden 0-24 25-34 35-44 45-54 55-59 >60
Dir. 0 1 3 8 12 4 28
Aantal medewerkers Oop Op Totaal 0 7 7 5 61 67 7 64 74 14 75 97 7 64 83 2 29 35 35 300 363
Tabel 7b. Leeftijd en functies medewerkers 31-12-2012
Het aantal fte’s is echter sterker gedaald en wel van 296 naar 276 fte. Een deel van de medewerkers is op eigen verzoek ook minder gaan werken.
Leeftijden 0-24 25-34 35-44 45-54 55-59 >60 Totaal
Dir. 0 0,85 3,73 9,58 8,5 5 27,66
Aantal bruto fte Oop Op 0 5,21 4,82 50,29 5,73 48,66 12,37 69,38 5,06 45,49 1 21,14 28,98 240,17
Totaal 5,21 55,96 58,12 91,33 59,05 27,14 296,81
Tabel 8a. Ffte’s per functie en leeftijdscategorie 31-12-2011.
Leeftijden 0-24 25-34 35-44 45-54 55-59 >60 Totaal
Dir. 0 0,85 3,09 7,63 11,44 3,63 26,65
Aantal bruto fte Oop Op 0 5,21 3,97 47,26 4,10 46,96 10,83 51,56 5,56 49,51 1,50 23,80 25,95 224,30
Totaal 5,21 52,08 54,14 70,03 66,51 28,93 276,89
Tabel 8b. Fte’s per functie en leeftijdscategorie 31-12-2012
Het aantal bruto fte is eveneens gedaald, van 296,81 fte per 31-12-2011 naar 276,89 per 31-12-2012. In grafiek 2 is de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand weergegeven. Uit de grafiek blijkt dat het aantal medewerkers ouder dan 55 jaar is toegenomen en het aantal medewerkers jonger dan 55 jaar is afgenomen. Dit laatste zien we al een aantal jaren. Het zal duidelijk zijn dat dit een gevolg is van een verminderende omvang van de beschikbare formatie en het landelijk beleid het langer doorwerken te stimuleren. Vanaf augustus 2012 wordt alleen in uitzonderingssituaties nog gebruik gemaakt van de payroll constructie. Reden hiervoor is dat medewerkers die in de rddf zijn geplaatst bij voorrang in vacatures moeten worden benoemd.
14
Jaa
Leeftijdsopbouw 140 120
Aantal
100 80 2011 60
2012
40 20 0 0-24
25-34
35-44
45-54
55-60
>60
Grafiek 2. Leeftijdsopbouw medewerkers Scholengroep OPRON
Bestuursformatieplan Evenals voorgaande jaren hanteert Scholengroep OPRON in 2012 het zogenaamde allocatiemodel van Onderwijs Service Groep (OSG) voor de toekenning van de formatie aan de scholen. Het allocatiemodel is gebaseerd op solidariteit. Het budget voor de formatie per school wordt gedeeld door de gemiddelde personeelslast op bestuursniveau en uitgerekend in het aantal fte’s dat voor elke school beschikbaar is. Directies hoeven bij de inzet van personeel daardoor geen rekening te houden met de leeftijd van het personeel, kosten van de BAPO, ouderschapsverlof, etc. De gemiddelde personeelslast op bestuursniveau voor het regulier basisonderwijs was in 2012 € 62.500. De landelijk gemiddelde personeelslast was € 57.851. Het verschil komt voort uit een hogere gemiddelde leeftijd en daardoor ook meer aanspraak op de BAPO regeling. RDDF plaatsing Tot 2012 konden we steeds voorkomen dat medewerkers die in het risicodragend deel van de formatie (RDDF) waren geplaatst omdat de beschikbare formatie terugloopt, daadwerkelijk ontslag kregen. Helaas moesten we in 2012 6 medewerkers ontslag aanzeggen en waren we genoodzaakt medewerkers voor in totaal 12 fte opnieuw in het risicodragend deel van de formatie te plaatsen. Dat dit onrust veroorzaakte is begrijpelijk. Het merendeel van de betrokkenen die in de RDDF zijn geplaatst, heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Tijdens de behandeling van het bezwaar legde de vakbond nadruk op mogelijke fouten in het bestuursformatieplan. Dit is niet juist gebleken. Na het niet gegrond verklaren van de bezwaarschriften heeft de vakbond namens de betrokkenen geen beroep aangetekend bij de bestuursrechter. Tijdens de bezwaarprocedure bleek dat met name de communicatie beter had gekund.
Functiemix
schaal
BAO SBO fte % fte % 171,80 88,9 0 0 21,42 11,1 14,86 100 0 0 0 0 193,22 100 14,86 100 Tabel 9. Inschaling leerkrachten
(V)SO fte 0 14,01 2 16,01
% Met het Convenant Leerkracht LA 0 hebben sociale partners en de LB 87,5 Minister van OCW afgesproken dat LC 12,5 versterking van de aantrekkelijkheid van het beroep Totaal 100 van leraar nodig is. Naast o.a. de inkorting van salarislijnen is de functiemix ingevoerd. Besturen krijgen extra middelen om leraren in een hogere salarisschaal te benoemen als zij aan de vastgestelde voorwaarden voldoen. Deze zijn: scholing op HBO+ niveau, ten minste 50% van de omvang van de functie belast zijn met lesgevende taken en een voldoende beoordeling. In 2011 is met de invoering van het beleid gestart.
15
Jaa Invulling vacatures schooldirecties De directeur van o.d.b.s. Westerschool in Wildervank heeft per 1 september 2012 gebruik gemaakt van de FPU regeling. De vacature is intern opengesteld. In de vacature is een directeur van één van onze andere scholen benoemd. Daarbij is de procedure gevolgd zoals deze is vastgelegd in het personeelsbeleidsplan. De vacature die daardoor ontstond op de andere school is tijdelijk ingevuld door een interim directeur voor twee dagen per week.
Arbo en ziekteverzuim Al een geruim aantal jaren werken Scholengroep OPRON en MaetisArdyn samen op het gebied van Arbo en verzuimbeperking. In het schooljaar 2011-2012 bestond de samenwerking voornamelijk uit: Verzuimbegeleiding Arbeidsomstandigheden spreekuur Deelname Sociaal medisch teamoverleg (SMT) In 2012 lag het accent op het uitvoeren van verzuimspreekuur en SMT overleg. In 2011 – 2012 is het verzuimpercentage volgens MaetisArdyn in vergelijking met 2010-2011 gedaald van 7,5 naar 5,9 procent. Daarbij moet wel in ogenschouw worden genomen dat in dit percentage ook de vervangers zijn meegenomen. Dit kan het cijfer in zekere mate gunstig hebben beïnvloed. De voornaamste oorzaken zijn de daling in het verzuim van meer dan een jaar en het kort verzuim. Het lang verzuim is juist iets gestegen. De meldingsfrequentie is afgenomen 2009-2010 2010-2011 2011-2012 van 1,0 naar 0,9 keer per jaar. verzuimpercentage 8,9 7,5 5,9 meldingsfrequentie 1,18 1,11 0,92 Tabel 10. Verzuimpercentages en meldingsfrequentie Het landelijk verzuimcijfer in het primair openbaar onderwijs bedroeg over het schooljaar 2010-2011 6,6 % met een meldingsfrequentie van 1,08. Opgemerkt moet worden dat er de laatste twee jaar in de landelijke cijfers een kleine stijging is te zien. Voor het noorden van het land was het verzuimpercentage 7,4 met een meldingsfrequentie van 1,11. (Bron: Jaarevaluatie 2011-2012 MaetisArdyn). Ons doel was om het verzuim terug te dringen tot het niveau van de landelijke norm. Op basis van de gegevens aangeleverd door MaetisArdyn kunnen we concluderen dat we de doelstelling hebben behaald. Het in 2010-2011 ingezette beleid heeft dus zijn vruchten afgeworpen. Belangrijk aandachtspunt voor 2013 is het verder inhoud geven aan casemanagement en eigen regie door de directies van de scholen.
Risico Inventarisatie en Evaluatie Om de vier jaar moet de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uitgevoerd worden. In 2012 is deze voor Scholengroep OPRON uitgevoerd door een directeur van één van onze scholen die hiervoor werkzaam was op het stafbureau. Gebruik is gemaakt van het instrument “Arbomeester” van het Vervangingsfonds. De vragenlijsten die bij dit instrument horen zijn door teamleden en bedrijfshulpverleners / preventiemedewerkers ingevuld. De ingevulde vragenlijsten zijn verwerkt op het stafbureau. Aspecten die aandacht behoeven of verbeterd moeten worden zijn opgenomen in een actielijst op schoolniveau of algemeen niveau. Een RI&E moet getoetst worden door een deskundige van een arbo-dienst. De toetsing is voorzien voor begin 2013. Uit de inventarisatie zijn geen bijzonderheden gekomen.
Professionalisering De kwaliteit van het onderwijs wordt in belangrijke mate bepaald door de kwaliteit van de leerkracht. Ook op landelijk niveau is er steeds meer aandacht voor de professionalisering van de leerkracht. Het ministerie heeft in 2012 meer financiële middelen hiervoor beschikbaar gesteld (onderdeel van de zgn. prestatiebox). Deze middelen zijn toegevoegd aan de middelen voor scholing van het schoolbudget. Op schoolniveau kan het beste bepaald worden welke (na)scholing gewenst dan wel noodzakelijk is. Dit kan zowel op teamniveau als op individueel niveau. De directies van de scholen leggen (vanaf het schooljaar 2012-2013) in het schooljaarplan verantwoording af over de besteding van deze middelen. Een deel van het budget voor professionalisering wordt bestemd voor gezamenlijke professionaliseringsactiviteiten. In 2012-2013 is de interne auditopleiding voor directeuren uit dit budget
16
Jaa bekostigd. De interne begeleiders hebben in dit kader scholing gevolgd met betrekking tot de aspecten zorg en begeleiding. Bedrijfshulpverlening De verplichte scholing voor bedrijfshulpverlening (BHV) is ook in 2012 uitgevoerd. Dit betreft zowel de basistraining voor nieuwe bedrijfshulpverleners als de jaarlijkse herhalingscursus. Deze scholing wordt bovenschools georganiseerd door een medewerker van het stafbureau. Lerarenbeurs Onderdeel van het door het ministerie met de vakorganisaties afgesloten convenant leerkracht is de lerarenbeurs. Elke leerkracht kan één keer in zijn loopbaan een dergelijke beurs aanvragen. In het schooljaar 2011-2012 hebben 17 medewerkers van Scholengroep OPRON een lerarenbeurs inclusief studieverlof toegekend gekregen. Voor het schooljaar 2012-2013 zijn de voorwaarden aangescherpt. Voor het schooljaar 2012-2013 hebben 7 personeelsleden van onze scholengroep een lerarenbeurs toegekend gekregen.
Flankerend beleid Als gevolg van de daling van het aantal leerlingen, vermindert ook de formatie. Het jaar 2012 was voor Scholengroep OPRON het eerste jaar waarin we geconfronteerd werden met gedwongen ontslagen. Bij ontslag moeten we het principe van “last in - first out” toepassen. Consequentie hiervan is dat de gemiddelde leeftijd in onze organisatie stijgt en we, wat leeftijd betreft, een scheve personeelsopbouw krijgen. We raken de jongere medewerkers kwijt. Volgens onze berekeningen zullen vanaf 2015/2016 door natuurlijk verloop meer medewerkers uit dienst treden dan op grond van de daling van het aantal leerlingen nodig is. Met andere woorden, wellicht hebben we deze medewerkers dan weer nodig. Om in 2013 gedwongen ontslagen te verminderen of te voorkomen, hebben we in de laatste maanden van 2012 flankerend beleid ontwikkeld. We bieden medewerkers de mogelijkheid vrijwillig ontslag te nemen of de betrekkingsomvang te verminderen, ondersteund met een financiële tegemoetkoming. Het financieel resultaat over 2012 is ongeveer € 370.000 positiever dan begroot. Het begrote tekort was € 467.000 en komt uit op € 95.000 Een deel van het meevallend resultaat (€ 300.000) hebben we in de balans opgenomen als bestemmingsreserve. Op deze wijze blijven we financieel gezien binnen onze meerjarenbegroting en kunnen (een deel van de) gedwongen ontslagen in 2013 mogelijk voorkomen worden.
17
Jaa
HUISVESTING EN FACILITAIRE ZAKEN Onderhoud Schoolbesturlijk onderhoud Basis voor het meerjaren schoolbestuurlijk onderhoud is het in 2011 opgestelde meer jaren onderhoudsplan. Dit plan is indertijd opgesteld door BCN te Drachten. De uitgaven voor het meerjaren schoolbestuurlijk onderhoud worden direct verrekend met de onderhoudsvoorziening, waaraan per jaar gedoteerd wordt. Vanuit de onderhoudsvoorziening zijn in 2012 de volgende onderhoudsactiviteiten betaald.
omschrijving
bedrag
schilderwerk
€ 108.900
cv ketel
€ 14.600
vervangen aanrechtblokjes
€
7.100
vervangen bestaand lood
€
3.400
aanpassing ib-ruimte
€
4.000
TOTAAL
€ 138.000
Tabel 11. Uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden
Meerjaren gemeentelijk onderhoud en huisvesting In het kader van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor wat betreft bekostiging onderhoudsvoorzieningen zijn de volgende zaken in 2012 gerealiseerd: school
omschrijving werkzaamheden
08GQ Inspecteur. Amerikaschool
asbestsanering CV-ruimte
14IM Meester Neuteboomschool
herstel van gas en CV-leidingen in de kruipruimtes
15EP De Ommewending
vervangen asbest dakplaten fietsenhok/stalling
Tabel 12. Gerealiseerd onderhoud i.h.k.v. IHP gemeenten O.b.s. Inspecteur Amerikaschool Eind 2012 heeft de gemeenteraad het definitieve besluit genomen voor de realisatie van een multifunctionele accommodatie in de plaats Noordbroek. Een van de gebruikers van dit gebouw zal de Inspecteur Amerikaschool worden. De realisatie is voorzien voor medio 2014. O.b.s. Europaschool Ten behoeve van de Europaschool heeft in 2012 een integratieverbouwing plaatsgevonden. Vanaf de zomervakantie 2012 zijn nu alle leerlingen gehuisvest in één gebouw. Dit betekent dat wij geen dislocaties meer kennen in de gemeente Menterwolde. O.j.b.s. De Ommewending Voor de zomer van 2012 is een renovatieplan aangeleverd aan de gemeente. Er is nog geen overeenstemming met de gemeente over welke zaken daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd. Dislocaties gemeente Veendam Helaas is het nog niet gelukt het aantal dislocaties binnen de gemeente Veendam terug te dringen.
Asbestinventarisatie schoolgebouwen voor 1994 In 2012 is voor al onze schoolgebouwen die voor 1994 zijn gebouwd een asbestinventarisatie uitgevoerd. Bij de gemeenten zijn in december 2012 verzoeken ingediend om de kosten te vergoeden voor de noodzakelijke saneringen en herstelwerkzaamheden.
“Maatwerk in krimp” Evenals de omringende schoolbesturen hebben we te maken met een daling van het aantal leerlingen. Deze daling heeft ook consequenties voor de huisvesting en exploitatie. De vergoeding van het ministerie voor de gebouwafhankelijke kosten is gebaseerd op het aantal leerlingen en het daarvan afgeleide aantal genormeerde groepen. In 2012 hebben we ons beleid met betrekking tot de huisvesting verwoord in de beleidsnotitie “Maatwerk in krimp”. De beleidsvoornemens zijn samengevat: 1. Streven naar grotere scholen, samenvoeging van scholen in de kernen. Scholen die op relatief korte afstand van elkaar staan kunnen worden samengevoegd. Dit geeft ook de mogelijkheid en financiële armslag om in de omringende gebieden kleinere scholen in stand te houden.
18
Jaa 2.
3.
4.
5.
Scholen onderbrengen in organisatorische netwerken. Netwerken van een aantal scholen worden aangestuurd door één directie. Dit moet ook ruimte geven voor een (beperkte) administratieve ondersteuning. Taken als bijv. interne begeleiding, coördinatie ict, bouwcoördinatie, taal- en reken coördinatie kunnen worden geclusterd, waardoor het efficiënter en effectiever kan worden uitgevoerd. Ontwikkelingen kunnen gezamenlijk worden opgepakt, leerkrachten van de verschillende bouwen/groepen werken samen en leren van elkaar. Op deze manier kan de kwetsbaarheid van met name de kleine scholen worden verminderd. Onderwijsteams geven mogelijkheden voor collegiale consultatie en feedback, onderlinge specialisatie en het meer gebruik maken van elkaars deskundigheid. Scholen huisvesten in nieuwe, flexibele multifunctionele accommodaties. Door gemeenschappelijk gebruik van ruimtes kan bespaard worden op de exploitatielasten. Samenwerken met ketenpartners in multifunctionele gebouwen en gebruik maken van gezamenlijke voorzieningen maakt het mogelijk de kosten te drukken, waardoor we de scholen langer open kunnen houden. Het samenbrengen van meerdere instellingen heeft meerwaarde voor de leerlingen als we ook een inhoudelijke samenwerking weten te realiseren tussen bijv. peuterspeelzalen, organisaties voor kinderopvang, enz. Het realiseren van multifunctionele gebouwen is in onze visie zeker niet voorbehouden aan de grotere kernen. Het geeft ook kansen om een onderwijsvoorziening in de dorpen in stand te houden. Samenwerking met het bijzonder onderwijs. Openbaar en bijzonder onderwijs kunnen samen ondergebracht worden in multifunctionele gebouwen, waarbij meerdere ruimtes gezamenlijk gebruikt kunnen worden. In de visie van OPRON zouden, daar waar twee afzonderlijke scholen in een dorp nauwelijks bestaansrecht hebben, deze scholen ook samengevoegd kunnen worden. Dit gaat een stap verder dan de scholen onderbrengen in één gebouw. Bij een eventuele samenvoeging moeten de algemene toegankelijkheid van het openbaar onderwijs en de wettelijke voorschriften betreffende het karakter van het openbaar onderwijs gewaarborgd zijn. Voor scholen die structureel onder de 60 leerlingen komen wordt een toekomstplan opgesteld. Hierbij worden de schooldirectie, het schoolteam en de medezeggenschapsraad betrokken. Onderwerpen die daarbij aan de orde komen zijn o.a. de prognose van het aantal leerlingen, het al of niet zelfstandig laten voortbestaan, samenvoeging met een andere school, sluiting, enz.
Bij het opstellen van de notitie Maatwerk in krimp hebben we mede rekening gehouden met de conclusies uit de in 2011 opgestelde inventarisatie ten behoeve van het meerjaren onderhoudsplan. De conclusies waren: De gemiddelde leeftijd van de schoolgebouwen van Scholengroep OPRON ligt rond de 35 jaar. Ondanks dat een aantal scholen in de afgelopen jaren gerenoveerd en/of uitgebreid is, betekent dit dat een toenemend aantal onderhoudsactiviteiten noodzakelijk zal zijn om het onderwijs op een goede wijze te blijven huisvesten. Bij het overgrote deel van de scholen is er sprake van overcapaciteit (feitelijk meer m² bruto vloeroppervlakte (bvo) dan de norm voor de MI-vergoeding). Er is dus sprake van een dubbel probleem, te grote schoolgebouwen/dislokaties en relatief oude gebouwen.
Gebouwafhankelijke baten en lasten De vergoedingen vanuit de rijksoverheid met 2011 2012 verschil betrekking tot de gebouwafhankelijke lasten Baten € 1.048.000 € 1.029.000 -€ 19.000 zijn al jarenlang structureel onvoldoende. Dit Lasten € 1.575.000 € 1.541.000 € 34.000 versterkt het probleem van te hoge lasten als Resultaat € 527.000 € 512.000 € 15.000 gevolg van verouderde en te grote Tabel 13 Overzicht baten en lasten gebouwafhankelijke kosten schoolgebouwen. Vergelijken we de gebouwafhankelijke baten met de lasten, dan zien we de laatste jaren een overschrijding van ongeveer 50%. In 2012 zijn de baten gedaald met € 19.ooo als gevolg van de daling van het aantal leerlingen en de lasten met € 7.000. Vanaf 1 oktober 2012 is het BTW tarief verhoogd van 19 naar 21 %. Het rijk stelde hier in 2012 geen hogere rijksvergoeding tegenover.
NEND project binnenklimaat en energiezuinigheid van basisscholen De provincies Groningen en Drenthe hebben het project NEND (Nachhaltige Energien Niederlande Deutschland of wel Duurzame Energie Nederland Duitsland) opgezet met het doel schoolgebouwen te onderzoeken op o.a. binnenklimaat, energieverbruik en functionele geschiktheid.
19
Jaa Eind 2012 en begin 2013 zijn van de scholen in de gemeenten Veendam en Stadskanaal de rapportages ontvangen. De onderzoeksrapporten geven een richting aan voor een duurzaam en integraal huisvestingsbeleid.
Afvalverwerking Voor de afvalverwerking is in de laatste maanden van 2012 een nieuw contract afgesloten. Voor 2012 leverde dit nog een kleine besparing op van ongeveer € 2.000. De verwachte besparing voor 2013 is berekend op € 14.000.
Elektriciteit In samenwerking met 8 gemeenten en 3 scholenstichtingen heeft in 2012 een Europese aanbesteding plaatsgevonden voor de levering van elektriciteit. Het contract vangt aan per 1 januari 2014 en heeft een looptijd van drie jaar.
Vervanging meubilair In 2011 zijn we we na een Europese aanbesteding gestart met het versneld vervangen van het schoolmeubilair. In 2012 zijn de Europaschool, de Parkwijkschool, De Oleander en De Ommewending voorzien van nieuw meubilair. Hiermee is een budget gemoeid van € 155.000.
20
Jaa
FINANCIËN In dit hoofdstuk zijn de exploitatierekening 2012 en de bijbehorende balanssituatie van Scholengroep OPRON opgenomen. Ter vergelijking worden kengetallen en kerncijfers van 2011 genoemd. Hierdoor wordt inzichtelijk hoe de situatie bij OPRON is gewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Noodzakelijke toelichtingen bij de diverse onderdelen zijn in de jaarrekening zelf opgenomen. Het financiële beleid dat gevoerd wordt door de Scholengroep OPRON is een belangrijke voorwaarde voor het behalen van de benoemde ambities, doelstellingen en beoogde resultaten, zoals vastgelegd in het strategisch beleidsplan. Een gezonde ontwikkeling van de baten en lasten en een adequaat weerstandsvermogen in meerjarig perspectief zijn belangrijke uitgangspunten van het beleid. Het adequaat beheren van de financiële positie van het bestuur en de 22 scholen en het op een verantwoorde manier verdelen van de baten over de organisatieonderdelen, zijn belangrijk voor het behoud en verdere ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs. Essentieel hierbij is een goede planning en control cyclus en een betrouwbare informatievoorziening.
Exploitatierekening In onderstaande tabel is een vergelijking opgenomen tussen de begroting en realisatie 2012. Hieruit blijkt dat het resultaat 2012 ongeveer € 370.000,- hoger is dan is begroot. Begroot was een tekort van € 467.00. Het uiteindelijke resultaat laat een tekort zien van € 95.000. De belangrijkste verschillen zijn : Toekenning ESF subsidie 2011-2012 € 80.000 Vrijval subsidie opbrengstgericht leiderschap € 35.000 Bijdrage vervangingsfonds € 12.000 Lagere uitgaven scholing € 55.000 Lagere uitgaven schoolbegeleiding € 65.000 Prestatiebox € 227.000 Een deel van de hogere baten zijn besteed. Deze verschillen worden hieronder bij de verschillende posten toegelicht. ( x € 1000) Baten Rijksbijdragen Min. OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat
Realisatie 2012 € 19.076 1.251 339 20.666
Begroting 2012 € 18.561 1.092 442 20.095
Verschil 2012 € 515 159 -103 571
Realisatie 2011 € 19.624 1.598 272 21.494
17.657 384 1.583 1.313 20.937
17.681 368 1.570 1.094 20.713
-24 16 13 200 205
18.539 364 1.626 1.421 21.950
-271 -618 366 176 150 26 -95 -468 392 Tabel 14. Exploitatierekening 2012
-456 135 -321
21
Jaa Analyse verschillen begroting – jaarrekening 2012 Baten Rijksbijdragen De rijksbijdragen zijn € 515.000,- hoger dan is begroot. Een deel van deze hogere rijksbijdragen wordt veroorzaakt door de aanpassing van de bekostigingsvariabelen van de personele lumpsum, leerling gebonden financiering, personeels- en arbeidsmarktbeleid en impulsgebieden. Daarnaast zijn er meer rugzakleerlingen en leerlingen die meetellen voor de subsidie impulsgebieden. De bijdrage voor impulsgebieden stelt het Ministerie beschikbaar voor scholen binnen de vastgestelde postcodegebieden met inwoners met veel lage inkomens en/of uitkeringen. Daarnaast is er personele groeibekostiging ontvangen met betrekking tot het schooljaar 2011/2012. De subsidie cultuureducatie is niet meer geoormerkt. Bij het onderdeel ‘geoormerkte subsidies’ laat deze subsidie een negatieve afwijking zien. Bij het onderdeel ‘niet geoormerkte subsidies’ een positieve afwijking. Per saldo is het verschil € 4.900,-. Verder is de regeling taal en rekenen 2012/2013 vervallen en is er een nieuwe regeling prestatiebox. Dit heeft een positief effect van € 227.700,-. e Tot slot zijn er nog een aantal bijdragen van het Ministerie ontvangen voor 1 opvang vreemdelingen, studieverlof, visueel gehandicapten en subsidie binnenmilieu. Hier staan grotendeels loonkosten tegenover. Rijksbijdragen Min. OC&W Personele lumpsum Personele groei Eerste opvang vreemdelingen Leerlinggebonden financiering Personeel- en arbeidsmarktbeleid Binnenmilieu Visueel gehandicapten Stijging normatieve rijksbijdragen
€ 60.000 23.000 53.000 43.000 22.000 6.000 16.000
Cultuureducatie Overblijfkrachten Geoormerkte subsidies Min. OC&W
-37.200 15.100
Loonkostensubsidie OOP Impulsgebieden Taal en Rekenen Verlofsubsidie Prestatiebox Financiële monitor Cultuureducatie 2011/2012 Niet geoormerkte subsidies
-2.300 28.000 -19.500 27.300 247.200 1.300 32.300
€
223.000
-22.100
Totaal stijging Rijksbijdragen
314.300 515.200
Tabel 15. Verschillen begroting – jaarrekening 2012 Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen De overige overheidsbijdragen laten een stijging zien van € 159.100 ten opzichte van de begroting. Tabel 16 geeft een overzicht van de verschillen per onderdeel. De bijdrage in de loonkosten van (vooral) de gemeente Veendam is hoger dan begroot. De bijdragen voor coördinatie Brede school, schakelfuncties en time out vallen hoger uit. Daar tegenover staat een lagere bijdrage voor het Bos-project, omdat een aantal werknemers waarvan de loonkosten door de gemeente werden vergoed uit dienst zijn getreden.
22
Jaa In 2012 is de definitieve ESF subsidie (€ 80.000) voor het project arbeidstoeleiding 2011-2012 ontvangen. In 2011 stonden hier ook kosten tegenover. In de begroting is hier geen rekening mee gehouden omdat van tevoren niet bekend is wat er vergoed wordt. Het project ‘Opbrengst gericht werken’ is afgerond en het deel van de subsidie dat nog op de balans stond als nog te besteden (€ 35.800) is vrijgevallen in 2012. In het verslagjaar is tevens een bijdrage van het Vervangingsfonds ontvangen voor een project gericht op het terugdringen van het verzuim (€ 12.200). Tabel 16 geeft een overzicht van alle verschillen. Overige overheidsbijdragen Bijdrage verrekening loonkosten Vrijval onderwijs achterstandenbeleid Gemeentelijke bijdragen en subsidies ESF 2011/2012 Bijdrage WSNS Bijdrage vervangingsfonds Vrijval passend onderwijs Vrijval subsidie duurzaam leren Subsidie Europees Platform Vrijval subsidie opbrengstgericht werken Stagevergoeding Hanzehogeschool Overig Overige overheidsbijdragen
€ 9.500 8.000
€
17.500 80.000 -2.200 12.200 4.200 500 2.800 35.800 4.500 2.200
Stijging vrijval investeringssubsidies Stijging overige overheidsbijdragen
140.000 1.600 159.100
Tabel 16. Verschillen begroting – jaarrekening Overige overheidsbijdragen Overige baten De overige baten laten een daling zien van € 103.000 ten opzichte van de begroting. In de begroting is de subsidie voor de academische opleidingsschool als bate opgenomen. Slechts een deel van de subsidie heeft betrekking op Scholengroep OPRON. Voor de lastenkant geldt hetzelfde waardoor dit project geen invloed heeft op het resultaat. Scholengroep OPRON is penvoerder van dit project en ontvangt ook gelden voor andere besturen. Deze gelden worden doorbetaald aan de desbetreffende besturen. In de realisatie verlopen de ontvangsten en doorbetalingen via de balans en niet via de exploitatie. Alleen het deel van de subsidie dat bestemd is (€ 43.000,-) voor ons bestuur is in de realisatie als bate verantwoord. Verder zijn de baten in verband met verhuur hoger dan begroot, maar de baten uit detacheringen zijn lager dan begroot. Verder is er nog een vrijval ten gunste van de exploitatie gerealiseerd met betrekking tot het project Duurzaam leren en is er een vergoeding ontvangen van het REC voor het inlenen van personeel. Hier staan extra loonkosten tegenover. Overige baten € Verhuur 15.300 Detachering -8.200 Academische Opleidingsschool -157.000 Vergoeding Aob 1.800 Vrijval duurzaam leren 21.000 Vergoeding loonkosten Cedin 2.800 Penvoerderschap 2.300 Vergoeding REC 16.300 Techniek 1.200 Overig 1.500 Daling overige baten Tabel 17. Verschillen overige baten
€
- 103.000
23
Jaa Lasten Personele lasten De totale personele lasten over het kalenderjaar 2012 kunnen uitgesplitst worden in een aantal onderdelen. Deze zijn in de volgende tabel weergegeven. Personele lasten Realisatie 2012 € 17.928 128 271 6 34 118 46 30 130
Begroting Verschil 2012 2012 (x € 1.000) € € Salariskosten 17.705 223 Cursuskosten 183 -55 Extern personeel 213 58 Werving personeel 0 6 Reis- en verblijfkosten 34 0 Activiteiten personeel (schoolbegeleiding) 182 -64 Bedrijfsgezondheidszorg 50 -4 Dotatie personele verplichtingen 20 10 Overige personele lasten 94 36 Herverdeling lasten 200 -200 Af. uitkeringen -1.034 -1.000 34 Totaal 17.657 17.681 -24 Tabel 18. Personele lasten 2012 en 2011 Scholengroep OPRON
Realisatie 2011 € 19.012 155 272 348 3 31 131 43 140 -1.348 18.540
Salariskosten De stijging van de personele lasten van € 223.000 (realisatie 2012 afgezet tegen begroting 2012) wordt onder andere veroorzaakt door hogere kosten voor payroll. Daarnaast is de GPL hoger dan waarmee in de begroting rekening is gehouden. Dit wordt deels gecompenseerd door de hogere rijksbijdragen. Cursuskosten De werkelijke cursuskosten zijn € 55.000,- lager uitgevallen dan begroot. Een deel van de studiebijeenkomsten zijn intern verzorgd met de inzet van eigen mensen. Een tweede reden is dat in 2011 en 2012 de projecten Duurzaam leren en Opbrengstgericht werken zijn beëindigd en scholen en medewerkers zich in dit kader met name bezig hebben gehouden met de afronding en borging. Extern personeel Deze overschrijding van de post extern personeel wordt deels veroorzaakt door een verrekening van LGF middelen binnen het REC3. Verder zijn de kosten inzake interim werkzaamheden hoger dan begroot in verband met een tijdelijke invulling van een directiefunctie. Een deel van de overschrijding van de post extern personeel wordt gecompenseerd door een vergoeding van het Vervangingsfonds. Activiteiten personeel (Schoolbegeleiding) In 2012 is er minder schoolbegeleiding ingekocht dan begroot. De werkelijke kosten zijn € 65.000,- lager. Voor een deel wordt het verschil verklaard door de inzet van een orthopedagoog in eigen dienst (tijdelijke uitbreiding) voor het uitvoeren van psychologische onderzoeken in plaats van inhuur van externen. Een tweede verklaring is dat er minder behoefte was aan schoolbegeleiding door de afronding van de projecten Duurzaam leren en Opbrengstgericht werken. Daarnaast hebben we in 2012 nog een subsidie ontvangen vanuit het kwaliteitsaccoord provincie Groningen. Dotatie personele voorzieningen Op basis van de berekening met als peildatum 31 december 2012 is de dotatie aan de voorziening ambtsjubilea naar boven bijgesteld. De dotatie aan de voorziening spaarverlof is lager dan begroot op basis van de per 31 december 2012 berekende verplichting in verband met spaarverlof. Overige personele lasten De overschrijding van de overige personele lasten wordt grotendeels veroorzaakt door begeleidingskosten/coachingstrajecten.
24
Jaa Herverdeling lasten Deze post heeft betrekking op de subsidie Academische Opleidingsschool. Scholengroep OPRON is penvoerder voor deze subsidie. In de begroting is deze post geboekt als bate en last. In werkelijkheid verloopt deze subsidie via de balans. Dit verschil heeft geen effect op het resultaat. Uitkeringen In 2012 zijn er meer uitkeringen ontvangen dan is begroot. Dit betreft ZW/WAO uitkeringen die voor rekening van Scholengroep OPRON komen. Afschrijvingen De post afschrijvingen laat een stijging zien van € 15.000 ten opzichte van de begroting. Hiervan heeft € 12.000 betrekking op de investering Voice over IP. Deze hogere afschrijvingslasten worden ten laste van de bestemmingsreserve ‘Innovatie’ gebracht. Het overige deel van de overschrijding heeft betrekking op het afboeken van de resterende activa van o.b.s. G. W. Spitzenschool. Deze school is indertijd gefuseerd met o.b.s. Hagenhofschool. Huisvestingslasten De huisvestingslasten wijken € 14.000 negatief af ten opzichte van de begroting. De energiekosten zijn € 35.000 hoger dan begroot. De kosten van het tuinonderhoud zijn € 16.000 hoger dan begroot. Deze laatste overschrijding wordt veroorzaakt door eenmalig achterstallig onderhoud en een duurzame investering om in de toekomst op tuinonderhoud te kunnen bezuinigen. Ook de kosten van bewaking/beveiliging vallen hoger uit dan begroot (€ 6.000). Daartegenover staat dat de kosten van het klein onderhoud € 35.000 lager zijn. Ook de kosten voor de overige huisvestingslasten vallen lager uit dan begroot (€ 8.000). Overige lasten De overige lasten laten een stijging zien van € 219.000 ten opzichte van de begroting. Hiervan heeft € 75.000 betrekking op leermiddelen. De post deskundigheidadvies laat een overschrijding zien van € 40.000. Dit betreft vooral kosten voor juridische ondersteuning door o.a. VOS/ABB. De kosten voor het administratiekantoor zijn € 20.000 hoger dan begroot. Dit verschil wordt grotendeels veroorzaakt door implementatiekosten voor de personele, salaris en financiële administratie (AFAS). De kosten van planmatig onderhoud zijn € 6.000 hoger dan geraamd. De overschrijding wordt veroorzaakt door de asbestinventarisatie en contractonderhoud door BCN. Daarnaast zijn de ICT kosten (€ 18.000), kopieerkosten (€ 15.000) en de abonnementskosten (€23.000) hoger dan begroot. Het beheer van computers en het netwerk wordt uitgevoerd door Picto. In Picto werken we samen met andere besturen in de regio op basis van de regeling “kosten voor gemene rekening”. De kosten hiervan waren in 2o12 voor ons € 19.000 hoger dan waarvan is uitgegaan. De deelneming in Picto, zoals die op balans is opgenomen, is met dit bedrag verlaagd. Financiële baten en lasten Voor een toelichting op de financiële baten en lasten wordt verwezen naar het hoofdstuk Treasury.
Balans Activa Waar de exploitatierekening de baten en lasten van een kalenderjaar laat zien, geeft de balans aan welke waarden aan het begin en aan het eind van een kalenderjaar in een organisatie aanwezig zijn. In onderstaande tabel is de balans per 31-12-2012 en 31-12-2011 van Scholengroep OPRON opgenomen. In de balans van 31-122012 is het exploitatieresultaat over 2012 verwerkt in het eigen vermogen. Materiële vaste activa De materiële vaste activa laat een stijging zien. Er is in 2012 meer geïnvesteerd dan er is afgeschreven op het onderdeel inventaris en apparatuur. Het onderdeel “Leermiddelen” laat een daling zien ten opzichte van 3112-2011. In 2012 is de resterende geregistreerde activa (ad € 2.348) van de voormalige G.W. Spitzenschool in één keer afgeschreven. Deelneming In 2012 was het resultaat van Picto € 62.112 negatief. Hiervan komt € 19.365 voor rekening van Scholengroep OPRON. De deelneming in Picto is op 31-12-2012 € 135.642.
25
Jaa
Activa
31-12-2012
31-12-2011
Vaste activa Materiële vaste activa Inventaris en apparatuur Leermiddelen
Financiële vaste activa Deelnemingen
957.626 631.661 1.589.287
914.358 645.530 1.559.888
135.642
155.007
64.120 995.300 259.443 15.864 1.334.727
87.219 1.024.517 231.583 100.729 1.444.048
6.933.800 9.993.456
7.514.271 10.673.214
Passiva
31-12-2012
31-12-2011
Eigen vermogen Eigen vermogen
6.203.466
6.298.995
Voorzieningen Overige voorzieningen
1.705.653
1.649.986
201.692
334.848
666.837 246.220 223.955 745.633 2.084.337
673.753 233.004 446.849 1.035.779 2.724.233
9.993.456
10.673.214
Vlottende activa Vorderingen Debiteuren Ministerie van OCW Overige vorderingen Overlopende activa
Liquide middelen
Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terz. pensioenen Overige kortl. schulden Overlopende passiva
Tabel 19. Balans Scholengroep OPRON per 31-12-2011 en 31-12-2012 Debiteuren Onder deze post vallen de debiteuren niet zijnde Ministerie OCW en gemeenten. Op 31 december 2012 staan er bedragen open. Dit betreft met name doorbelaste loonkosten aan derden en medegebruik. Ministerie OCW Deze vordering op het Ministerie wordt veroorzaakt door een afwijkend betaalritme op de subsidie Personele e lumpsum. Er wordt 5/12 van de beschikking 2012/2013 als bate opgenomen in 2012. Er wordt minder betaald in de maanden augustus tot en met december. In de eerste maanden van 2013 wordt dit weer rechtgetrokken. Overige vorderingen De overige vorderingen zijn per 31 december 2012 ruim € 27.000,- hoger dan op 31 december 2011. De vorderingen hebben grotendeels betrekking op rentevergoedingen 2012 ad € 54.600,- die worden bijgeschreven in 2013. Daarnaast staan er nog een aantal te ontvangen posten open bij de gemeenten Stadskanaal en Veendam. Tot slot is er in 2013 een bedrag ontvangen met betrekking tot ESF 2010/2011. Overlopende activa Deze post heeft betrekking op facturen die in 2012 zijn betaald maar betrekking hebben op 2013. Deze post laat een daling zien ten opzichte van 2011 ad € 84.900 Dit betreft met name de facturen van Telecom met betrekking tot het nieuwe telefoonsysteem. Dit systeem is in 2012 in gebruik genomen. De facturen die in 2011 waren betaald zijn in 2012 verantwoord. Verder zijn er licentiekosten vooruitbetaald en een nota met betrekking tot kopieerkosten 2013. Liquide middelen Aan de activa-zijde van de balans is te zien dat de liquide middelen zijn gedaald. In 2009 is de verzelfstandiging van Scholengroep OPRON grotendeels afgerond. De gemeenten hebben in 2009 een tegemoetkoming in de huisvestingslasten betaald voor de periode van 5 jaar, over de jaren 2008 tot en met 2012, totaal een bedrag van € 861.000. Dit komt neer op € 172.200 op jaarbasis. Dit is samen met de vergoeding voor materiële instandhouding echter lang niet voldoende om alle huisvestingslasten te bekostigen. Aan de liquide middelen valt te zien dat hier nu op ingeteerd wordt.
26
Jaa Passiva Overlopende passiva Het laatste deel van het vooruit ontvangen bedrag van de gemeenten voor huisvestingslasten ad € 172.200 is in 2012 vrijgevallen ten gunste van de exploitatie. Daarnaast zijn er minder ‘te besteden projectgelden’. In 2012 is bijvoorbeeld het project Opbrengstgericht werken afgerond en zijn de gelden Cultuureducatie vrijgevallen ten gunste van de exploitatie. Overige kortlopende schulden In 2012 is de rekening courant positie met de gemeente Veendam ultimo 2011 afgewikkeld. Deze stond voor € 97.995 op de balans in 2011. In 2012 is deze rekening courant verhouding op de debet zijde van de balans zichtbaar. In 2011 stonden er ‘uitkeringen’ op de balans als nog te betalen. Met ingang van augustus 2012 hoeven de uitkeringen niet meer te worden afgedragen. In 2011 stond er nog een bedrag nog te betalen payroll. In 2012 is er na juli nog nauwelijks sprake geweest van het toepassen van payroll.
Eigen vermogen Het eigen vermogen van Scholengroep OPRON bestaat uit twee delen, een algemene reserve en een bestemmingsreserve. Van het tekort over 2012 (€ 95.259) wordt € 42.729 ten laste gebracht van de algemene reserve, € 30.139 ten laste van het bestemmingsfonds Stadskanaal en € 22.661 ten laste van de bestemmingsreserve Innovatie. In 2012 is een bestemmingsreserve gevormd van € 300.000 voor het uitvoeren van flankerend beleid (zie ook hoofdstuk Personeel).
Kengetallen per balansdatum Vanuit de exploitatie en balans kunnen een aantal kengetallen worden gehaald. De kengetallen van de afgelopen twee kalenderjaren zijn in onderstaande tabel opgenomen. Financiële kengetallen (per 31-12) Resultaat begroting Resultaat jaarrekening
2012
2011
-467.673 -95.529
-403.000 -321.531
Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Weerstandsvermogen 1 Weerstandsvermogen 2 Liquiditeit (current ratio) Kapitalisatiefactor Rentabiliteit
0,62 0,79 30,0% 24,2% 3,97 49,73% -0,5%
0,59 0,74 29,3% 24,1% 3,29 49,66% -2,2%
2011 landelijk
0,55 0,64 23,5% 10,9% 1,59 39,76% -1,4%
Tabel 20. Kengetallen over 2011 en 2012 (OPRON) en landelijk 2011 Uit bovenstaande kengetallen is een positieve ontwikkeling te zien voor wat betreft de solvabiliteit en de liquiditeit. Dit komt met name door het feit dat het aandeel vreemd vermogen van OPRON is gedaald. Een vergelijking met landelijke kengetallen van de Solvabiliteit 1: eigen vermogen / totaal vermogen vergelijkingsgroep uit het kalenderjaar 2011 van vergelijkbare Solvabiliteit 2: eigen vermogen + voorzieningen / totaal vermogen besturen laat een positief beeld zien. Scholengroep OPRON Weerstandsvermogen 1: incl. materiële vaste activa presteert bovengemiddeld op alle onderdelen. Eén van de Weerstandsvermogen 2: excl. materiële vaste activa belangrijkste graadmeters in deze vergelijking is het weerstandsvermogen 2 (eigen vermogen minus materiële vaste activa ten opzichte van de rijksbaten). In 2012 lag deze voor de scholengroep ruim boven het gemiddelde van de vergelijkingsgroep over 2011. Ten opzichte van 2011 is het weerstandsvermogen in 2012 iets gestegen. Geconcludeerd kan worden dat binnen Scholengroep OPRON ruimte is voor onverwachte tegenvallers.
27
Jaa Vanuit de Commissie Don is er de aanbeveling geweest richting het ministerie OCW over onder andere het financieel beoordelingskader. De commissie heeft een nieuw financieel kengetal ontwikkeld welke de kapitalisatiefactor wordt genoemd. De kapitalisatiefactor wordt berekend door het balanstotaal (activa) minus de boekwaarde van gebouwen en terreinen te delen door de totale baten. De bovengrens aan de kapitalisatiefactor voor grote instellingen (vanaf € 8 miljoen aan baten) is gezet op 35% en voor kleine instellingen (tot € 5 miljoen aan baten) op 60%. Het ministerie heeft het kengetal en de bijbehorende signaleringsgrenzen overgenomen. Tegelijkertijd heeft de commissie Don vastgesteld dat beoordeling van de financiële positie van de onderwijsinstellingen een eerste stap is, op basis waarvan nog geen conclusies kunnen worden getrokken. Maatwerk is nodig, door specifieke omstandigheden en risico’s van de instellingen in de beoordeling mee te wegen. Ook deze aanbeveling is door OCW overgenomen. Gezien de totale baten van Scholengroep OPRON (€ 20.665.300) valt zij onder grote instellingen. De kapitalisatiefactor van de scholengroep is in het boekjaar 2012 49,83%. Dit betekent dat de waarde boven de grens van 35% ligt. De kapitalisatiefactor bestaat uit drie onderdelen waarvan de bufferliquiditeit, om risico’s te kunnen opvangen, een belangrijk onderdeel is. Wij zijn van mening dat gezien de onderwijskundige en huisvestingssituatie op onze scholen en de krimp in de plattelandsgebieden, waar wij als bestuur zeer nadrukkelijk mee te maken hebben, zeer belangrijke redenen zijn om een hogere bufferliquiditeit na te streven. Het negatieve resultaat over 2012 komt ten laste van de algemene reserve en gelet op de meerjarenbegroting kan het bestuur de komende jaren ook een tekort op de exploitatie verwachten.
Personele lasten van totale lasten Afschrijvingslasten van totale lasten Huisvestingslasten van totale lasten Overige instellingslasten van totale lasten
2012
2011
84,33% 1,83% 7,56% 6,27%
84,46% 1,66% 7,41& 6,48%
2011 Landelijk PO6 81,60% 1,90%
Personele lasten van totale baten 85,44% 86,25% Afschrijvingslasten van totale baten 1,86% 1,69% Huisvestingslasten van totale baten 7,66% 7,57% Overige instellingslasten van totale baten 6,35% 6,61% Tabel 21. Lasten per onderdeel in % van de totale lasten en totale baten Tabel 21 laat de lasten op de verschillende onderdelen zien in een percentage van de totale lasten vergeleken met vorig jaar en de landelijke cijfers 2011. Een vergelijking tussen het boekjaar 2011 en 2012 voor Scholenroep OPRON laat kleine verschuivingen zien van personele lasten en overige instellingslasten naar afschrijvings- huisvestingslasten. Vergelijken we de landelijke percentages met die van Scholengroep OPRON over 2012, dan zien we dat de personele lasten bij Scholengroep OPRON in 2012 hoger zijn dan landelijk in 2011. Dit is deels een gevolg van de inzet van de impulsmiddelen voor personele doeleinden. Het percentage voor de huisvestingslasten laat een groei zien ten opzichte van 2011. Wanneer de extra bijdragen van de gemeenten in het kader van de verzelfstandiging voor de huisvesting/exploitatie in de komende jaren wegvallen, zullen de huisvestingslasten een groter negatief effect hebben op het resultaat van Scholengroep OPRON.
Treasury In een treasury-statuut zijn de spelregels voor het treasury management en het financieringsbeleid vastgelegd. Sturing, beheersing en bewaking van (toekomstige) geldstromen, met het behalen van een optimaal rendement, is hierbij het doel. In de uitgangspunten van het statuut wordt een koppeling gemaakt met de “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek” Vanaf 1 januari 2010 is er een nieuwe regeling belenen en beleggen van toepassing. In deze regeling is opgenomen dat voor gelden die voor langer dan 3 maanden worden geplaatst de financiële instelling minimaal een AA-rating moet bezitten (afgegeven door minstens 2 ratingbureaus). Voor gelden die korter dan 3 maanden worden geplaatst blijft de huidige A-rating gelden.
28
Jaa Scholengroep OPRON werkt in 2012 met een door het bestuur vastgesteld treasury-statuut waarin de richtlijnen vanuit het ministerie van OCW zijn verwerkt. Zo risicoloos mogelijk omgaan met het uitzetten van de financiële middelen is hierbij het uitgangspunt. Het treasury beleid wordt jaarlijks in de bestuursvergadering geëvalueerd. In 2012 is besloten geen wijzigingen aan te brengen in het beleid. In het kalenderjaar 2012 is een bedrag van € 176.000,- aan financiële baten gerealiseerd. Dit is € 41.000,- hoger dan de financiële baten in het kalenderjaar 2011 en € 26.000,- hoger dan de begroting 2012. Dit heeft grotendeels te maken met de waardestijging van de participaties in het kapitaalmarktselectfonds van BNG. De financiële middelen van Scholengroep OPRON hebben in 2012 uitgestaan in het BNG kapitaalmarktselectfonds van de Bank Nederlandse Gemeenten en op spaarrekeningen van de ABN AMRO bank en de Rabobank. Liquide middelen en deposities 31-12-2012 ABN AMRO Bank 287 Rabobank 4.049 Bank Nederlandse gemeenten 516.315 Deposito’s ABN AMRO Bank 3.291.971 Rabobank 1.055.712 Bank Nederlandse Gemeenten 2.065.465 Totaal 6.933.800 Tabel 2. Liquide middelen en deposito’s
31-12-2011 370 4.195 42.217 4.447.816 1.019.674 2.000.000 7.514.271
29