Jaarverslag Stichting Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland & Oostzaan

9 0 0 2 g a l s r e Jaarv Stichting Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland & Oostzaan Jaarverslag SPOOR 2009

1

2

Jaarverslag SPOOR 2009

Inhoud Jaarverslag 2009

Voorwoord

5

1

SPOOR

7

2

De organisatie

9

3

De missie

10

4

Beleidsontwikkeling

13

5

Ontwikkeling en opleiding van personeelsleden

14

6

Onderwijs

17

7

ICT in 2009

21

8

De bereikte doelen

25

9

De nieuwe doelen

27

10

Jaarrekening

29

10.1 Bezoldiging bestuurders

46

10.2 Toelichting op het resultaat

47

10.3 Treasuryverslag

48

10.4 Begroting 2010

49

10.5 Accountantsverklaring

50

10.6 Model G geoormerkte posten OCW

52

Bijlagen


1

Organigram

53

2

Overzicht geledingen per 31 december 2009

54

3

Overzicht scholen

55

4

Leerlingentellingen

57

5

Ziekteverzuim en leeftijdsverdeling

58

6

Verklaring gebruikte afkortingen

61

3

4


Voorwoord De Stichting Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland en Oostzaan wil zich ook over het jaar 2009 verantwoorden. Wie het politieke debat de laatste jaren heeft gevolgd, merkt dat de verantwoordingsplicht van organisaties aan de maatschappij bepaald niet overbodig is. SPOOR beschouwt het als vanzelfsprekend om zich publiekelijk te verantwoorden over het al dan niet behalen van de doelstellingen met overheidsmiddelen. Om deze publieke verantwoordingsplicht verder vorm te geven is de internetsite www.stichtingspoor.nl voor iedere geïnteresseerde te lezen. Op deze site vindt u alle openbare documenten en verslagen. Binnen de site is er sprake van interactief verkeer met de directeuren en is ook onderling contact mogelijk. Het zesde SPOOR-jaar kenmerkt zich niet alleen door gebruikelijke beleidsontwikkeling, maar ook door het voor het eerst voluit duidelijk worden van de gevolgen van de invoering van de lumpsum-financiering in 2006. De van rijkswege verplichte reserveringen en het teruglopend aantal leerlingen in de gehele regio brachten ingrijpende maatregelen met zich mee om weer een verantwoorde balans tussen inkomsten en uitgaven te gaan realiseren. We mogen tevreden zijn over de inzet van zowel de bovenschoolse organisatie, als de schooldirecties waar het gaat om de benodigde inspanningen die hiervoor geleverd moeten worden. Daarnaast zien we dat alle medewerkers en directeuren geweldig hun best hebben gedaan om onze leerlingen maximale ontwikkelingskansen te bieden binnen hun eigen mogelijkheden. Als bestuursmanagement mogen we er trots op zijn aan hen leiding te mogen geven. Het jaar 2009 heeft in het teken gestaan van veel ontwik kelingen op gebied van onder andere onderwijsbeleid, personeelsbeleid, financieel beleid en de verdere samenwerking met OPSO (Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Purmerend). Het bestuur van de Stichting SPOOR en het Gemeentebestuur Purmerend hebben een onderzoek laten uitvoeren naar de mogelijkheden, de meerwaarde en aandachtspunten voor een intensivering van de samenwerking tussen SPOOR en OPSO na de verzelfstandiging van OPSO die naar verwachting in 2010 zijn beslag zal krijgen. Net zoals bij andere “bedrijfstakken” in Nederland is de kwalitatieve ontwikkeling van ons personeel, het ontwikkelen van competenties een wezenlijk onderdeel van het lerende element binnen de totale organisatie. Het op deze wijze investeren in ons “menselijk kapitaal” is een krachtig middel om personeel niet alleen te boeien en te binden aan SPOOR, maar ook om onze ambities van kwalitatief goed onderwijs voor alle leerlingen en daarin onderscheidend willen zijn, waar te kunnen maken. Daarmee realiseren wij Jaarverslag SPOOR 2009

hét belangrijkste doel dat we als SPOOR hebben: “De beste basis voor uw kind”. Dat betekent niet alleen voor alle medewerkers dat er uitdagingen liggen. Ook de directies zijn in 2009 verder geschoold in verandermanagement en schoolontwikkeling. Kwalitatief goed onderwijs is meer dan leerresultaten alleen. De SPOOR-scholen bieden de leerlingen steeds meer brede ontwikkelingsmogelijkheden. Naast het stimuleren om goede leerresultaten te behalen, worden leerlingen ook uitgedaagd om met techniek, drama en muzikale en creatieve vorming bezig te zijn. Daarnaast worden leerlingen actief betrokken bij het creëren van een veilig schoolklimaat en het goed leren omgaan met elkaar, het tegengaan van pesten en het leren oplossen van onderlinge ruzies. In toenemende mate wordt met de leerlingen gesproken over de verschillende culturen en levensbeschouwingen die onze maatschappij kenmerken. Zo leveren de SPOOR-scholen een wezenlijke bijdrage aan de vorming van de toekomstige deelnemers aan de maatschappij. In dit jaarverslag, wil SPOOR inzicht geven in de boven genoemde aspecten van kwalitatief goed onderwijs. Hierbij wordt zowel op het gebied van leerresultaten, als op andere ontwikkelingsterreinen gerapporteerd in het kader van meer opbrengstgericht werken. Uiteraard komen leerlingen en leerkrachten ook aan het woord, zodat alle niveaus van de organisatie betrokken zijn bij het tot stand komen van dit jaarverslag. Jan Hus Bestuursmanager SPOOR 5

Meer rust en geconcentreerder werken in een nieuw gebouw De Bloeiende Perelaar in Zuidoostbeemster is niet alleen de SPOOR-school met een mooie naam, maar ook met een mooi onderkomen. Spiksplinternieuw. In september 2009 verhuisden de leerlingen naar het multifunctionele gebouw aan het Middenpad, waarin ook het buurthuis, de buiten schoolse opvang, de peuterspeelzaal en sportvereniging Hercules een plaatsje hebben. Het glazen gebouw is opvallend, maar past toch precies bij de glastuinbouw van Zuidoostbeemster. Bovendien is het energiezuinig. In de zomer wordt warmte onder de grond opgeslagen. Ook van binnen ziet het er prachtig uit. Maar leert het nu

e juf wie Met één blik ziet d eeft achter het heel gezellig h e hal. de computers in d ook beter?, vroegen we aan de leerlingen van groep 8. ‘Zeker’, vindt Morten. ‘Het is veel ruimer. We hebben geen last van andere klassen en kunnen ons beter concentreren.’ Levi: ‘Het is schoner, lekkerder.’ ‘De toiletten zijn ook schoner’, wordt daar van verschillende kanten aan toegevoegd. ‘Vroeger wilde ik nooit naar de wc op school.’ Melissa: ‘Het ziet er frisser uit.’ Dennis: ‘Ik heb hier een veiliger gevoel. Dat komt omdat er brandgangen zijn. Dat was er vroeger niet.’ Maar er zijn ook nadelen. Jesco: ‘Als hier de bal op het dak komt, kunnen we hem er niet afhalen.’ Op het vorige plein kon je beter voetballen, vindt ook Daan. ‘In het gymlokaal kunnen we niet meer honkballen, omdat de meester bang is dat de bal door het glas gaat’, zegt Sara. Job: ‘We moeten allemaal sloffen aan en onze schoenen moeten in de luizenzak. Dat snap ik wel, maar ik vergeet het ook wel eens. Dan moet je klusjes doen.’ En groep 8 moet tot ergernis van Max wachten tot ze naar buiten mag. Ze kunnen niet zomaar naar buiten stormen, want dan lopen ze de kleintjes omver op de trap. De bovenbouwleerlingen die overblijven doen dat in het buurthuis. Puck vindt dat wel prettig. Ze hoeven nu niet met z’n allen in de grote zaal en dat is rustiger.

En wat vindt juf Suzan?

Juf Suzan Mutsaers vindt het supergezellig dat de hele school met elkaar bij een voorstelling kan zijn. Fijn is ook dat het digitale schoolbord nu altijd, nou ja bijna altijd, werkt. ‘In het vorige gebouw was de elektrische bedrading zo oud dat wanneer we het licht aandeden, de beamer aanging. Deden we het licht uit dan gebeurden er andere rare dingen.’ Heel prettig vindt ze dat ze maar een blik over de reling hoeft te werpen om te zien wie het wel erg gezellig heeft achter de computer in de hal beneden. En er komen geen stukken plafond meer naar omlaag. ‘We hoeven hier geen helmen op.’

6


SPOOR Het primair openbaar onderwijs in Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Waterland, Wormerland en Zeevang is op 1 januari 2004 gefuseerd en valt sinds die datum onder de verantwoordelijkheid van de zelfstandige Stichting Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland en Oostzaan (SPOOR). Destijds is onder andere voor deze constructie gekozen om te kunnen voldoen aan de steeds maar stijgende kwaliteitseisen. Bovendien werd daarmee een einde gemaakt aan de bestuurlijke spagaat van de gemeenten. Immers, zij waren verantwoordelijk voor het lokale onderwijsbeleid én het openbaar onderwijs. Sinds de komst van SPOOR resteert voor de gemeentebesturen de verantwoordelijkheid voor de continuering van openbaar toegankelijk onderwijs in hun gemeente en de verplichtingen ten aanzien van de onderwijshuisvesting.


SPOOR ondersteunt en stuurt daar waar nodig de directeuren van de betrokken basisscholen aan en geeft hen tegelijkertijd de vrijheid om de eigen naam en het eigen gezicht (identiteit) van de individuele school te behouden en een eigen verantwoordelijkheid te nemen in de dagelijkse gang van zaken. SPOOR is er in de eerste plaats voor de leerlingen, de medewerkers en de directies en hecht ook veel waarde aan het contact met ouders. SPOOR streeft naar kwaliteitsverbetering, continuïteit en professionalisering van het primair openbaar onderwijs door de bundeling van kennis en ervaring en door bewaking en regulering van financiën. Duidelijke en korte communi catielijnen tussen de bestuursmanager en de directeuren zijn cruciaal bij het realiseren van de genoemde doelstellingen, evenals gerichte scholingsactiviteiten met een ontwikkelend karakter.

7

School is meer dan taal en rekenen Mediator Larissa en meester Jochem over de Vreedzame school

Op school leren leerlingen niet alleen taal en rekenen, maar ook samen leven en werken. Respect voor elkaars normen en waarden begint op school. Ook de overheid vraagt van scholen concrete activiteiten op dit gebied. Scholen gaan daar verschillend mee om. Bij de Van Randwijkschool in Ilpendam bijvoorbeeld ging een speciale commissie in 2009 op zoek naar een nieuwe methode voor sociaal-emotionele vorming. Presentaties van de vier geselecteerde methodes, de uitkomsten van een vragenlijst onder ouders, afstemming met de naburige school die straks partner is in de brede school: deze aspecten speelden een rol bij de uiteindelijke keus. De methode Leefstijl kwam als winnaar uit de bus en daar maakt de school dit schooljaar een start mee.

De Kweekvijver in Oostzaan koos al eerder voor de methode Vreedzame School. We spraken met medecoördinator Jochem van Tongeren, ook leerkracht van groep 4, en mediator Larissa Joffer uit groep 8. Jochem: ‘De basis van de Vreedzame School is dat kinderen leren hun conflicten zelf op te lossen. Dat blijken ze heel goed te kunnen. Ze doen dat met hulp van een mediator zoals Larissa. Daar komt geen leerkracht aan te pas.’

Larissa: ‘Iedere week zijn er vier mediators. Zij gaan op maandag de klassen langs om zich voor te stellen. Bij een conflict in de pauze nemen we de kinderen mee naar binnen en leggen we de regels uit. Regels zijn bijvoorbeeld eerst afkoelen, niet schelden, luisteren naar elkaar. Soms lukt het niet om een oplossing te vinden. Dan helpen wij door

n conflicten ie ft ij v n a d r e e m In het begin aar eentje. m s m o s u n , k e e w r pe slimme vragen te stellen, niet door iets voor te stellen. Anders leren ze er niets van.’ Jochem: ‘Twaalf kinderen uit groep 7 en 8 zijn mediators. Ze hebben allemaal een training gehad en examen gedaan. Een serieus examen, want je kon er ook voor zakken. De training was vorig schooljaar. Dit jaar zijn we echt gestart. En je ziet nu al het effect. Kinderen zijn veel steviger geworden.’ Larissa: ‘In het begin hadden we soms wel meer dan vijftien conflicten per week. Nu is dat er soms maar eentje. Bijvoorbeeld twee leerlingen uit groep 6 die steeds weer ruzie met elkaar hebben, dan weer om de step, dan weer om de bal. Die kwamen zelf op het idee dat ze beter niet bij elkaar in het groepje konden zitten. Dat zijn ze toen aan de juf gaan vragen of dat kon.’ Jochem: ‘Verder besteden we in de les ook iedere week aandacht aan de Vreedzame School. We spelen een conflict na of we spreken over elkaar gevoelens, en over wat voor type je bent. Word je snel boos of juist niet. En ook de juf of de meester heeft niet altijd goede zin. Het helpt om dat te weten en daar rekening mee te houden.’ 8


De organisatie De SPOOR-organisatie wordt gekenmerkt door een efficiënte structuur. Dankzij korte communicatie lijnen kan adequaat beleid ontwikkeld worden en snel gereageerd worden op externe ontwikkelingen. Op pagina 53 van dit jaarverslag is de organisatie structuur van SPOOR zichtbaar gemaakt in een organigram. Scholen SPOOR omvat 25 scholen voor primair openbaar onderwijs, waarvan één school voor speciaal basisonderwijs. De leerlingen zijn woonachtig in de gemeenten die de stichting hebben opgericht. Ook kinderen uit omliggende gemeenten zijn welkom op SPOOR-scholen, mits dit niet kinderen uit de eigen gemeente achterstelt. De schooldirecteuren hebben de algehele leiding over de school en geven leiding aan de medewerkers. In feite is de schooldirecteur ‘integraal manager’ en vormt de bestuursmanager het bevoegd gezag. De schooldirecteuren adviseren de bestuursmanager bij het ontwikkelen van het strategisch beleid van SPOOR en gebruiken dat beleid als basis voor de ontwikkeling en uitvoering van het primair proces op hun school. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad In 2009 heeft de GMR gewerkt volgens het nieuwe reglement en medezeggenschapsstatuut dat in 2008 is opgesteld, overeenkomstig de nieuwe regelgeving. De GMR bestaat uit 14 leden. Per gemeente zijn 2 leden (één ouder en één personeelslid) afgevaardigd. Het speciaal basisonderwijs (De Botter) heeft één kwaliteitszetel in de GMR. De GMR bestaat derhalve uit 14 stemgerechtigde leden en 1 lid zonder stemrecht. Het dagelijks bestuur van de GMR werd in 2009 gevormd door de voorzitter, secretaris en penningmeester. Het ambtelijk secretariaat wordt behartigd door de management assistent. De samenstelling van de GMR staat vermeld op pagina 56. De GMR kwam in 2009 5 maal bijeen en besprak onder andere de volgende onderwerpen: • Jaarverslag 2008 • Zorgplannen van de samenwerkingsverbanden 2701 en Waterland • Begroting 2010 • Meerjaren begroting • Strategisch beleidsplan • De verdergaande samenwerking tussen en mogelijke fusie van SPOOR en OPSO • Huishoudelijk reglement GMR • Reglement faciliteiten GMR • Taakomschrijving Bewegingsonderwijs • Vakantieregeling 2009-2010 • Invoering 960 uur • Protocol vervanging • Regeling Lief en Leed, versie 2009 Jaarverslag SPOOR 2009

Bureau Management Ondersteuning Het bestuur heeft zijn verantwoordelijkheden zo maximaal mogelijk gemandateerd aan de bestuursmanager die verantwoordelijk is voor het realiseren van de doelstellingen van SPOOR en zorgt voor synergie tussen de scholen en het BMO (Bureau Management Ondersteuning). De bestuursmanager wordt voor beleidsvorming en uitvoering ondersteund door de medewerkers van de stafafdeling BMO. Als de organisatie specifieke expertise niet in huis heeft, wordt externe deskundigheid ingeschakeld. Bestuur SPOOR wordt geleid door een bestuur van vijf leden, die worden benoemd door de onderwijswethouders van de deelnemende gemeenten. De samenstelling van het bestuur is vermeld op pagina 54. Het bestuur van SPOOR bestuurt op hoofdlijnen. Dit betekent concreet dat men op afstand bestuurt, maar wel eindverantwoordelijk is voor bewaking van de identiteit van de scholen, de vaststelling van het strategisch beleid en de financiële verantwoording op bestuurlijk niveau. In 2009 is het bestuur van SPOOR 6 maal in openbare vergadering bijeen geweest. Aan de hand van managementrapportages is de voortgang op de beleidsterreinen financiën, huisvesting, onderwijs, ICT en personeel besproken. Tevens is het strategisch beleidsplan besproken en vastgesteld. Het bestuur staat in nauw contact met de bestuursmanager die de totale organisatie aanstuurt en namens het bestuur de (strategische) lijnen uitzet. Hij doet dit overigens in overleg met de beleidsmedewerkers van het Bureau Management Ondersteuning (BMO) en de directies van de scholen. Raad van Toezicht Naast bestuur is ook een Raad van Toezicht actief, de zogenaamde SPOOR-raad. In de Raad van Toezicht zitten de portefeuillehouders onderwijs als vertegen woordigers van de deelnemende gemeenten. Zij komen minimaal twee maal per jaar bijeen met het bestuur van de stichting. In die vergaderingen wordt regelmatig gesproken over de continuïteit van het openbare primair onderwijs in de deelnemende gemeenten. De samenstelling van de SPOOR-raad staat vermeld op pagina 54.

9

De missie Wat we zijn en wat we willen zijn De beste basis voor ieder kind De scholen van SPOOR zorgen voor een uitdagende leeromgeving zodat iedere leerling zich maximaal kan ontwikkelen op cognitief, maar ook op sociaal-emotioneel, motorisch en creatief gebied. Verschillen tussen leerlingen zijn daarbij ons uitgangspunt.

Dat willen we bereiken: door onderwijs te bieden van zo hoog mogelijke kwaliteit, door uitstekend gekwalificeerde leerkrachten, in goed onderhouden en ingerichte gebouwen, met eigentijds lesmateriaal; • door uit te gaan van de mogelijkheden van iedere leerling en hem of haar naar een zo hoog mogelijk niveau te brengen; • door een veilige omgeving te creëren waar respect voor elkaar en voor de verschillen tussen leerlingen een wezenlijk onderdeel is van het onderwijs; • door aandacht te hebben voor verschillende levensbeschouwingen en zo midden in de maatschappij te staan, zodat onze leerlingen kunnen uitgroeien tot zelfstandige en verantwoordelijke mensen; • door onze medewerkers de kans te geven zich te ontwikkelen, zodat onze scholen eigentijdse scholen zijn die een stapje verder gaan dan de door de overheid gestelde kerndoelen; • door samen op te trekken met ouders, door ze te beschouwen als partners, zodat we samen het beste halen uit ieder kind en het beste maken van iedere school; • door het versterken van de relatie met instellingen rondom de scholen, zoals het speciaal onderwijs, kinderopvang, jeugdzorg, voortgezet onderwijs, gemeenten, sportclubs en cultuurinstellingen; • door onze scholen een eigen gezicht en eigen verantwoordelijkheid te geven, zodat ze kunnen inspelen op wat er leeft in hun eigen omgeving; • door een professioneel Bureau Management Ondersteuning dat scholen ondersteunt en alert en planmatig werkt aan permanente kwaliteitsverbetering van scholen en medewerkers. • door een gezond financieel beleid en door een duidelijke bestuurlijke structuur waarbij scholen en schoolbestuur op een heldere manier verantwoording afleggen aan alle belanghebbenden.

10

Uitgangspunten Om de missie vorm te geven hanteert SPOOR een viertal uitgangspunten op het gebied van maatschappelijke positie, kwaliteit, zelfstandigheid en onderwijsmethode. Maatschappelijke positie: SPOOR heeft een maatschappelijke functie in de ontwikkeling en vorming van de leerlingen. SPOOR gaat uit van de verscheidenheid in waarden tussen verschillende godsdiensten, levens overtuigingen en levensbeschouwingen. De objectieve en actieve wijze van omgaan met deze waarden bepaalt de meerwaarde van SPOOR. Daardoor zijn de medewerkers van SPOOR uitstekend in staat leerlingen goed voor te bereiden op een steeds pluriformere samenleving. SPOOR-medewerkers zijn van onbesproken gedrag en geven altijd het goede voorbeeld. Kwaliteit: De kwaliteitszorg is gericht op verhoging en borging van de onderwijskwaliteit. Bepalend voor de kwaliteit van een school zijn sterk leiderschap, een gezamenlijke visie, kwalitatief uitstekende leerkrachten, een goed zorgsysteem voor leerlingen, een veilige en ordelijke school, goede sfeer, de wil om voortdurend te verbeteren en een grote betrokkenheid van ouders. Zelfstandigheid: Rekening houdend met de kaders van de wet en de door het bestuur vastgestelde kaders hebben de scholen de gelegenheid zich te ontwikkelen tot relatief autonome scholen met een eigen profiel en identiteit. Onderwijsmethode: SPOOR hanteert het uitgangspunt dat elke leerling uniek is en recht heeft op een ononderbroken, persoonlijke ontwikkeling. Om die reden gebruikt SPOOR het principe van adaptief onderwijs, ofwel onderwijs toegesneden op de individuele behoeften van de leerling. Daarbij is een goede ICT-voorziening, met lesvormen die aanvullend, dan wel vervangend zijn ten opzichte van de traditionele methoden, in dit verband een belangrijke voorwaarde.


Beleidsplan Waar leiden die missie en uitgangspunten toe? Het bestuur heeft een strategisch beleidsplan vastgesteld dat door alle scholen als basis wordt gebruikt voor de eigen beleids ontwikkeling. Het bestuur wil dat leerlingen na afronding van het basisonderwijs beschikken over kennis en vaardigheden die hen toegang geven tot het vervolgonderwijs. Om dit te realiseren moeten de leerlingen minimaal het landelijk gemiddelde halen. De kennis en vaardigheden moeten in lijn zijn met de eisen van de tijd, ook als het gaat om ICT vaardigheden. De leerlingen moeten een basis bezitten voor verdere ontwikkeling van hun talenten


en met respect en bewustzijn omgaan met de grote maatschappelijke verscheidenheid. Tenslotte moeten leerlingen, als gevolg van het verschil in aanbod per school, zich op onderdelen extra hebben kunnen profileren. Voor de bekostiging van dit beleid zijn wij afhankelijk van de financiële middelen van de overheid, toevallige baten, sponsorgelden, ouderbijdragen en andere vrijwillige bijdragen. Waar mogelijk initieert het bestuur pilotprojecten op onderscheidende scholen. Het gaat dan met name om projecten die de eigen identiteit benadrukken, dan wel projecten die scholen een extra kwaliteit geven of leerzaam zijn voor andere scholen in het kader van toekomstige ontwikkelingen.

11

Lezen is een spelletje Tim Wals in groep 6 van De Stap in Landsmeer gaat tijdens het ochtendlezen samen met een klasgenootje mee met Hester, klassenassistent in opleiding. Tim en zijn vriendje zijn allebei dyslectisch. Met Hester gaan ze bijvoorbeeld flitsen. Hester laat heel kort een kaartje met een woord zien en wie het woord het eerst zegt, krijgt het kaartje. ‘Wie de meeste kaartjes heeft wint’, vertelt Tim. ‘Het is een spelletje, maar je leert er toch van. Ik weet honderd procent zeker dat ik gewoon lezen snel vervelend zou vinden.’ Of het moeten Geronimo Stilton-boeken zijn. Daar houdt Tim heel erg van. Jammer vindt hij wel dat hij nu de grapjes in de klas mist. In de klas lezen ze ook. Soms is het dan heel stil, maar af en toe hangen zijn vriendjes een beetje de clown uit. Daar zou hij eigenlijk wel bij willen zijn.

Lezen, het allerbelangrijkste vak Lezen is het allerbelangrijkste schoolvak, vindt intern begeleider Alie Karman. Voor spelling is er een spellings corrector, voor rekenen een rekenmachine, maar kun je niet goed lezen dan krijg je het moeilijk in je leven. Al 25 jaar introduceert Alie actuele inzichten in het leesonderwijs op De Stap in Landsmeer. Zo brengt ze steeds iets nieuws in het ochtendlezen dat De Stap doet. Iedere ochtend begint hier met een kwartier lezen, vertelt ze. Dat kan stillezen zijn of het zogenaamde flitsen aan de computer. Heel kort, in een flits, zien kinderen een letter, klank of woord. Als het weg is, moeten ze dat natypen of nazeggen. Daarmee halen ze het woord of klank uit hun geheugen op. Door de herhaling blijft dat steeds beter hangen. Dat flitsen gebeurt ook met de zwakke lezers, maar dan onder begeleiding van een ouder, leerkracht of stagiaire. Vijftig ouders en zelfs voormalige ouders van leerlingen van De Stap doen mee. Sommigen eens per week, anderen iedere ochtend. Er zijn 25 leerlingen uit alle groepen die elke ochtend deze extra begeleiding krijgen. ‘Het is anders dan de leesmoeders vroeger’, vertelt Alie. ‘Die lazen met een groepje hardop. Veel leerlingen haakten af. Nu is het één op één. Zo blijven ze bij de les.’ Het ochtendlezen is niet het enige leesmoment.

12

Iedere middag gaan de kinderen tutorlezen, jonge leerling met oudere leerling, en er is ook mandjeslezen. Een aantrekkelijke mand met boeken verhuist van groep naar groep. De ene keer zitten er prentenboeken in, de andere keer zijn het oude poëziealbums, Bobo’s of de Kidskrant. Zelfs de kleuterklassen doen mee, maar dan

een Voor spelling is er voor rekenen r, to c e rr o c s g in ll e sp n moet ze le , e in h c a m n e k een re je zelf doen. wel op hun manier. Alie: ‘We gaan kleuters niet bewust letters aanleren. Sommigen zijn daar nog helemaal niet aan toe. Wel kun je dan soms al problemen aan zien komen. Met signaleringslijsten houden we dat in de gaten.’ Steeds weer andere leesvormen en voldoende instructie en tijd om te oefenen, moeten alle kinderen op De Stap motiveren om goed te leren lezen. Dat is het doel van Alie Karman.


Beleidsontwikkeling De bestuursmanager stelt de beleidskaders voor de scholen vast, rekening houdend met de wettelijke kaders en de kaders gegeven door het bestuur in het Strategisch Beleidsplan SPOOR. De bestuursmanager doet dit in overleg met de scholen en de GMR. De autonomie van de scholen is terug te vinden in de uitwerking van beleidskaders; invulling, accenten, profilering en dergelijke kunnen anders liggen. De beleidsvoorbereiding wordt gedaan door werken projectgroepen van directeuren, in overleg met en ondersteund door het BMO. Wanneer het managementteam van het BMO het voorstel bekeken heeft, wordt het aan alle directeuren voorgelegd en tijdens het plenair directieoverleg besproken. Afhankelijk van de aard van het stuk wordt het ook door het bestuur, dan wel de bestuursmanager (voorlopig) vastgesteld. Wanneer het volledige traject is doorlopen, wordt het definitieve beleidsstuk verspreid onder de belanghebbenden.


De resultaten van uitvoering van beleid worden door de medewerkers van het BMO gevolgd, getoetst en beoordeeld. Waar nodig bieden zij ondersteuning. In 2009 zijn de volgende beleidsstukken vastgesteld: • Jaarverslag 2008 • Begroting 2010 • Meerjarenbegroting • Strategisch beleid 2009-2013 • Huishoudelijk reglement GMR • Reglement faciliteiten GMR • Taakomschrijving IB SPOOR • Arbeidsvoorwaarden BMO • Vakantierooster 2010 -2011 • Taakomschrijving bewegingsonderwijs • Regeling lief en leed (herzien)

13

Ontwikkeling en opleiding van personeelsleden

Hogere eisen aan het onderwijs betekent dat er steeds meer vakbekwaamheid van de groeps leerkrachten wordt verwacht. Een school kan alleen haar ambities realiseren als zij beschikt over goede, vakbekwame medewerkers. Er zijn veel talentvolle personeelsleden binnen SPOOR en die willen wij graag in beeld houden, ontwikkelen en blijven binden. De schooldirecteuren houden jaarlijks met 475 personeelsleden diverse gesprekken en volgen de criteria die aan de competenties van de functie zijn gesteld. Door middel van persoonlijke ontwikkelingsplannen worden kwaliteiten verder ontwikkeld. Scholing van personeelsleden is veelomvattend. Scholingsactiviteiten vinden plaats op school, aansluitend op de ontwikkeling van de school, individueel via de lerarenbeurs of collectief via het aanbod van SPOOR. In dit jaarverslag geven we een beeld van de diversiteit aan scholingsactiviteiten. Collectieve bovenschoolse scholingen. Het bovenschools scholingsaanbod geldt voor alle personeelsleden van SPOOR. De kosten hiervan worden vanuit de gezamenlijke middelen gedekt. Vanaf 2007 is het aantal aanmeldingen jaarlijks gestegen terwijl de scholingskosten nagenoeg gelijk zijn gebleven. Het budget per schooljaar is € 20.000 à € 25.000. In 2009 heeft, naast de 180 individuele aanmeldingen, een aantal scholen met het gehele team een bepaalde cursus op school gevolgd. Ook de cursus die voor de sectie bewegingsonderwijs is ontwikkeld, valt buiten de individuele aanmeldingen. In totaal hebben 13 vakleerkrachten deze cursus gevolgd.

In 2009-2010 worden nieuwe cursussen aangeboden waarbij het accent ligt op het direct kunnen toepassen in de praktijk. De bovenschoolse scholing sluit aan bij, staat in relatie tot, en dient ter versterking van de uitgangspunten die horen bij de invoering van de Wet Beroepen in het Onderwijs. De scholingsactiviteiten bieden een brede achtergrond, die zowel binnen de persoonlijke ontplooiingsbehoeften passen, als binnen de ontwikkeling van het onderwijs op langere termijn. De scholing voor de doelgroepen zoals de schoolcontact personen, ICT-coördinatoren en intern begeleiders is hierin niet betrokken. Het project Oriëntatie op Management (OoM) voor SPOOR, is in het schooljaar 2008/2009 uitgevoerd. Van de zeven deelnemers zijn per 1 augustus 2009 vijf personeelsleden gestart met de opleiding tot schoolleider bij de ESAN. SPOOR neemt deel aan een samenwerkingverband van vier schoolbesturen waarbij gezamenlijk een ontwikkelingstraject is georganiseerd voor aankomende schoolleiders. In een tijdsbestek van ruim twee schooljaren zullen in totaal 19 potentiële schoolleiders vanuit de vier deelnemende schoolbesturen verschillende modules volgen naast hun opleiding aan de ESAN. De wettelijk voorgeschreven opleiding Bedrijfshulpverlening omvat twee belangrijke onderdelen: levensreddend handelen en brandbestrijding en ontruiming. Spoor beschikt over 180 bedrijfshulpverleners. Ieder schooljaar worden 90 deelnemers geschoold bij een gespecialiseerd opleidingscentrum om de benodigde kennis te actualiseren. De vakleerkrachten bewegingsonderwijs volgen elk schooljaar in de gymzaal EHBO. Men oefent met specifieke ongevallen die zich kunnen voordoen bij de sportlessen.

Groei aantal aanmeldingen collectieve scholing

180

180 160 140 120 100 80 60

76 60

40 20 0

14

2007-2008

2008-2009

2009-2010


Aantal aanmeldingen individuele scholing (exclusief de ESAN 5) 25 21

20 17 15 10 5 0

5

2007-2008

2008-2009

Individuele scholing Opleidingen zoals voor management, intern begeleider, vakonderwijs, Humanistisch Vormend Onderwijs en coaching worden zoveel als mogelijk door de werkgever bekostigd. Dit gebeurt bij voorkeur in combinatie met de “Lerarenbeurs” die vanaf 2008 voor het eerst werd toegekend voor individuele scholingsaanvragen. Door de komst van de lerarenbeurs is het aantal individuele scholingen gestegen. Het overzicht geeft het aantal aangemelde studenten bij SPOOR weer die een HBO+ of een Master-opleiding volgen. De scholing van het huidige management In 2009 zijn 35 (adjunct)directeuren geschoold via het plenair overleg en een tweedaagse scholing. Afgelopen schooljaar was het voor de derde keer dat een tweedaagse is georganiseerd voor de directeuren. De scholing stond in het teken van coaching van leerkrachten volgens de methodiek van multi-levellearning. Het doel was te leren hoe men kernkwaliteiten kan herkennen en benoemen, waardoor personeelsleden gemotiveerder en effectiever kunnen werken.

2009-2010

geheel aan maatregelen en dat de effecten van scholing niet kunnen worden losgekoppeld van effecten van andere investeringen in het personeel. De hiervoor besproken effecten geven vooral de meer waarde van scholing aan voor het functioneren van de school als geheel. Opbrengsten van scholing kunnen echter ook worden beschouwd vanuit de individuele werknemer. Bijvoorbeeld: • grotere mobiliteit, meer flexibiliteit • betere aansluiting tussen persoonlijke kennis/vaardigheden en functievereisten • inhoudelijk aantrekkelijker werk • meer arbeidstevredenheid • veiliger werk en kleinere kans op ongelukken en letsel

Kosten scholing 2009

E 14.581 E 20.905

Opbrengsten van opleiding De kwalitatieve effecten van opleiding zijn in het algemeen lastig aan te tonen. Dit betekent echter niet dat zij minder belangrijk zijn. Kwalitatieve effecten die de scholen kunnen ervaren naar aanleiding van de opleiding zijn bijvoorbeeld: • toename van de deskundigheid van het personeel; • verhoging van de werkmotivatie van personeelsleden; • bevordering van de teamgeest; • toename van de leergierigheid van personeelsleden. • meer kansen voor de kinderen. SPOOR hoopt tevens op langere termijn door de scholing te bereiken dat onze personeelsleden zich langer binden aan de organisatie, het ziekteverzuim laag blijft, er een prettige en professionele sfeer is op school waardoor de tevredenheid bij leerlingen en ouders toeneemt. Hierbij moet wel vermeld worden dat scholing veelal een onderdeel is van een groter Jaarverslag SPOOR 2009

E 22.756 E 39.742 E 22.440

bmo directeuren bovenschoolse cursussen scholing op school scholing individueel

15

Twee plafondplaten is een vierkante meter daarvoor nog te kort rond in het onderwijs. Knelpunt in het rekenonderwijs is wel het grote aantal verschillende niveaus in één groep. Zeker in het speciaal onderwijs, maar ook in het reguliere onderwijs. Ze moeten dus heel veel verschillende instructies geven. Dat vergt veel zelfwerkzaamheid van de andere leerlingen. Marco: ‘Maar ook daar zie je ze in groeien. Dan vragen ze uitleg aan een medeleerling. Dat is mooi om te zien.’

In de hoogste groep van SBO De Botter van meester Marco Spruijt zijn ze druk bezig met vierkante meters. De Botter in Edam is een school voor speciaal basisonderwijs. Marco kijkt omhoog. ‘We weten nu allemaal dat twee plafondplaten ongeveer één vierkante meter is. Zo kun je de oppervlakte van het lokaal uitrekenen.’ Rekenen moet je aanschouwelijk maken, weet hij. Op alle scholen, maar hier in het bijzonder. Leerkrachten zoeken voortdurend hoe ze het rekenen kunnen verbinden met de werkelijkheid, beaamt Monique Guitink, leerkracht van groep E. Procenten zijn interessant, omdat je dan kunt uitrekenen hoeveel korting je in de uitverkoop krijgt op een shirt dat je wilt kopen. Toch zijn verhaaltjessommen ofwel realistisch rekenen niet populair, weten Marco en Monique. Terwijl ze juist zijn bedoeld om aan te sluiten bij het dagelijkse leven. Vaak is het veel tekst en daar struikelen de slechte lezers over.

kent, Wie de procenten eveel korting o h n e n e k re it u n a k krijgt. je in de uitverkoop

Rekenen heb je overal voor nodig

8x9, dat was wel de moeilijkste som die Kay Koorn deze dag moest maken. Hij komt er wel uit, met een trucje dat hij van juf leerde. Vandaag heeft hij sowieso heel goed gerekend. Toevallig, vindt hij, net nu hij uitgekozen was voor dit stukje. Kay zit in groep C van SBO De Botter. ‘Groep C is ongeveer groep 5’, legt hij uit. Kay houdt van rekenen, maar niet zo van verhaaltjessommen. ‘Dat komt omdat ik lezen moeilijk vind.’ Hij is meer van de tafels, behalve die van 9 kent hij ze allemaal. En ook plussommen en geldsommen zijn niet zo moeilijk. Rekenen is belangrijk, vindt Kay, want je hebt het overal voor nodig. Ook als je in het ziekenhuis wilt gaan werken of bij de politie.

Ook de verschillende strategieën die de rekenmethode de kinderen voorschotelt, werken vaak verwarrend. Marco: ‘Soms moet je een keersom op vier manieren uitrekenen. Dan raken leerlingen de weg kwijt. Doe het op je eigen manier, zeggen wij dan. Als de uitkomst maar goed is.’ Ook de staartdeling mag op De Botter. En stampen doen ze. Automatiseren noemen ze dat in het rekenonderwijs. Dat doen ze dan wel op een speelse manier. Monique: ‘Met een balspel bijvoorbeeld. Wie vangt moet snel het antwoord op de som zeggen.’ Marco: ‘Of iemand zegt de tafel van zes en anderen moeten op de tafel klappen als ze een antwoord uit de tafel van 3 horen.’ Kunnen kinderen minder goed rekenen dan vroeger? Dat zien de beide leerkrachten niet. Misschien lopen ze 16


Onderwijs Kwaliteitszorg Sinds het cursusjaar 2005-2006 is binnen SPOOR het systeem van kwaliteitszorg in opbouw. Het streven is om tussen augustus 2008 en augustus 2012 het kwaliteits systeem te implementeren. Het systeem bevat een aantal instrumenten waaronder een instrument voor zelfevaluatie op schoolniveau, een leerling-ouder-leerkracht-tevreden heidsonderzoek, een toetskalender voor individuele toetsing per leerjaar, de entreetoets groep 7 en de NIO-toets, een observatie instrument te gebruiken bij collegiale visitatie en een eerste opzet voor interne en externe audits. In feite is er een toezichtskader ontwikkeld dat gebaseerd is op het toezicht van de inspectie. Het systeem van kwaliteitszorg is gebaseerd op de PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act). Hiermee wordt ook binnen SPOOR de politiekmaatschappelijke wens om meer opbrengstgericht te werken vormgegeven en worden de resultaten van de verschillende onderdelen inzichtelijk gemaakt om op alle niveaus als belangrijke beleids- en managementinformatie te dienen, een wezenlijk onderdeel van de PDCA-cyclus. In dit hoofdstuk rapporteren wij vanuit het systeem van kwaliteitszorg over een aantal zichtbare onderwijsresultaten. De rapportage is een groeimodel. Inmiddels maken alle scholen gebruik van één administratie- en leerlingvolg systeem Dotcomschool. Dit maakt onderlinge uitwisseling van resultaten en ontwikkelingen mogelijk, maar ook het digitaal inlezen van toetsgegevens op bovenschools niveau. Hierdoor krijgt zowel de collegiale uitwisseling, als het gesprek tussen de schooldirectie en de bestuursmanager, meer inhoud en diepgang.

Tevredenheidonderzoek In 2009 is het leerling-ouder-leerkracht-tevredenheids onderzoek afgenomen. Met behulp van de (digitale) kwaliteitsvragenlijst van Van Beekveld&Terpstra is op alle scholen van SPOOR “de beleving van de kwaliteit van de school en het onderwijs bij leerlingen, ouders en medewerkers” onderzocht. De uitkomsten zijn zowel op schoolniveau, als op bestuursniveau in beeld gebracht. De scholen hebben hier een analyse van gemaakt en werken systematisch aan de punten ter verbetering. Hier rapporteren wij uit de bestuursrapportage. Opbouw van de Kwaliteitsvragenlijsten De kwaliteitsvragenlijsten zijn opgebouwd uit verschillende domeinen en rubrieken. De vragen binnen de rubrieken worden items genoemd. Per rubriek is door de respon denten gescoord op verschillende items. Daarbij is gebruik gemaakt van een vierpuntsschaal, van oneens naar eens. Dit betekent cijfermatig dat de respondenten aan een item een minimale score kunnen geven van een 1 en een maximale score van 4. Daarnaast is de verschillende doelgroepen gevraagd de school een rapportcijfer te geven (van 1 tot en met 10). Op bestuursniveau is de respons bij alle doelgroepen als voldoende te beschouwen. Als wordt aangenomen dat de vertegenwoordiging van de doelgroepen voldoende aselect is, zijn de aantallen respondenten ten opzichte van de populaties (2.000 leerlingen in groep 6, 7 en 8, ongeveer 5.128 gezinnen en circa 477 werknemers) voldoende om van een represen tatieve steekproef te kunnen spreken.

Het rapportcijfer dat leerlingen, ouders en personeel geven aan de kwaliteit die de scholen van SPOOR leveren. 8 7,8 Landelijk

7,6

SPOOR

7,4 7,2 7 6,8

leerlingen


ouders

personeel

17

Resultaat entreetoets 2009 De scholen vergeleken met het landelijk gemiddelde en de SPOOR-norm 74,00

73,13

73,00 72,00 71,00

70,00

70,00 69,00 68,00

67,00

67,00 66,00 65,00 64,00 63,00

landelijk gemiddelde score

SPOOR-norm

Leeropbrengsten Jaarlijks wordt binnen de SPOOR-scholen aan het eind van groep 7 de entreetoets afgenomen. De uitslag van deze toets geeft inzicht in de verbeterpunten per leerling voor de overstap naar het VO en heeft een voorspellende waarde voor het schooladvies ten aanzien van die overstap.

gemiddelde score SPOOR-scholen

Het resultaat is zowel voor het bestuur als voor de inspectie een belangrijke indicator om de resultaten van de scholen te volgen. Landelijk ligt de gemiddelde percentielscore op 67. Binnen de SPOOR-scholen is afgesproken om naar 70 of meer te streven. Over het cursusjaar 2008-2009 is de gemiddelde percentielscore 73,13.

De resultaten van de entreetoets van de SPOOR-scholen over de afgelopen drie jaar 73 72 71

taal

70

rekenen en wiskunde

69

studievaardigheden

68 67 66 65

18

2007

2008

2009


Leervorderingen SPOOR-scholen op basis van het NIO-onderzoek in 2009 (De norm is een DLE* van 48) 51

51

51

50 49

49 48 47

47

46 45

Technisch lezen

Begrijpend lezen

Spelling

Inzichtelijk rekenen

*DLE staat voor Didactische Leeftijds Equivalent (het aantal maanden dat een kind onderwijs heeft gehad vanaf het begin van groep 3).

De zorg voor de zorgleerlingen Binnen het samenwerkingsverband Waterland en het samenwerkingsverband Zaanstad is sprake van een bestendiging van het verwijzingspercentage, dat daarmee tussen de 3% en 3,4% schommelt. Landelijk is het verwijzingspercentage 3,2%. Binnen beide samen werkingsverbanden is het SPOOR-verwijzingspercentage aanzienlijk lager, n.l. < 2,5%.

nader georiënteerd op de wijze waarop deze school hiermee bezig is en de positieve werking die hiervan uit gaat. De Harpoen houdt zich bezig met het vergroten van de handelingsbekwaamheid van de leerkrachten. Binnen de Havenrakkers worden de mogelijkheden van een plusklas onderzocht. Binnen een dergelijke klas worden leerlingen gedurende een langere periode een deel van de dag, dan wel een deel van de week opgevangen en waarbij dan speciale hulp wordt aangeboden. In eerste instantie gaat het om een plusklas bij de school. In tweede instantie wordt gekeken naar de mogelijkheden om deze plusklas een regionaal karakter te geven. In 2010 wordt de pilot afgerond met een presentatie aan de directies en een verslag in de vorm van een brochure. Hierna zullen afspraken gemaakt worden over de implementatie van de verworvenheden en de verwachtingen die collega’s hebben ten aanzien van de "pilotscholen” om hen bij de implementatie te ondersteunen.

Pilot Passend Onderwijs Aan deze pilot wordt deelgenomen door de scholen Harpoen, Eendragt, Havenrakkers, Piramide en Botter. Binnen de combinatie Piramide/Botter wordt onderzocht welke mogelijkheden er liggen om het speciaal basis onderwijs (De Botter) intensief te laten samenwerken met het reguliere onderwijs (De Piramide), wellicht leidend tot combinatie van beide onderwijssoorten in daartoe geëigende situaties. De aandacht voor en de scholing van de leerkrachten is op dit moment vooral gericht op het omgaan met kinderen met gedragsmoeilijkheden. De Eendragt richt zich op de ontwikkeling van de leerlijnen en het volgen van de leerlingen op basis van het ontwikkelingsvolgmodel. Naar aanleiding van het laatstgehouden inspectiebezoek heeft de inspectie zich

Kinderen met een rugzak In het kader van Passend Onderwijs groeit het aantal leerlingen dat met een “rugzak” binnen de scholen wordt opgenomen. Binnen de SPOOR-scholen waren in 2007 45 kinderen met een rugzak aanwezig. In 2008 is er sprake van 57 leerlingen met een rugzak. In 2009 waren er 64 leerlingen met een rugzak. Een passende ontwikkeling in het kader van de geleidelijke invoering van Passend Onderwijs. Ook voor deze specifieke groep leerlingen vinden de leerkrachten met behulp van specifieke ondersteuning (vaak gegeven door de eigen interne begeleiders of via coaching door de interne begeleiders) een antwoord op de onderwijs- en zorgvragen van deze kinderen. Deze leerlingen krijgen meer en meer de hulp die zij nodig hebben.

De NIO-toets Om het schooladvies nog beter te onderbouwen nemen de scholen bij de leerlingen van groep 8 ook de NIO-toets af. Dit gebeurt door onafhankelijke medewerkers van de verwerker van de toetsresultaten. Deze toets combineert een aantal zaken met name de schoolvorderingen en de intelligentie. Hierdoor kan nog beter aangegeven worden wat de meest kansrijke schoolloopbaan voor de leerling zal zijn.


19

Veiligheid Veiligheid is een blijvend aandachtspunt. Iedereen, leerlingen en hun ouders, medewerkers en het management, moeten in een veilig en prettig schoolklimaat kunnen werken. Betreffende de veiligheid zijn er in 2009 enkele klachten geweest die onder andere door inzet van de externe vertrouwenspersoon tot tevredenheid van alle partijen opgelost zijn. Brede school Op 1 december 2008 is binnen SPOOR een coördinator brede school gestart. In diverse gemeenten zijn startbijeenkomsten gehouden. Vanuit deze bijeenkomsten is in 2009 met name gewerkt aan visie-ontwikkeling en vervolgens aan het maken van een werkplan. In de gemeenten Wormerland, Beemster en Oostzaan bevindt zich dit in een afrondende fase. Naar verwachting zal dit ook in 2010 in de gemeenten Landsmeer en Zeevang het geval zijn. De gemeenten Waterland en Edam-Volendam komen in 2010 eerst met een eigen visie op Brede school ontwikkeling. Het streven is om in 2012 alle SPOOR-scholen als brede school in samenwerking met partners in een netwerk te laten functioneren.

20

Inspectie Het bezoek van de inspectie aan de SPOOR-scholen heeft voor alle scholen geleid tot de lichtste vorm van toezicht, het basisarrangement. Voor-, tussen- en naschoolse opvang Binnen het SPOOR-gebied hebben diverse partijen de wens geuit te streven naar gelijke begin- en eindtijden om tot een sluitend dagarrangement te komen. Daarom is besloten om beleid te ontwikkelen om wijziging van de schooltijden mogelijk te maken. Inmiddels is dit in alle scholen aan de orde gesteld. In een aantal scholen wordt met ingang van 1 augustus 2010 gestart met gewijzigde schooltijden, dan wel een rooster van 960 uur voor alle groepen. Een aantal scholen heeft op grond van een enquête die de medezeggen schapsraad onder de ouders heeft gehouden, deze stap (nog) niet gezet.


ICT in 2009 Uitgangspunten In de voorgaande jaren is hard gewerkt aan een solide basis. Alle scholen beschikken intussen over een werkend computernetwerk en de kinderen zijn gewend aan het werken met computers. ICT wordt ook ingezet bij het begeleiden van leerlingen met leerachterstand en bij leerlingen die meer aan kunnen. Leerkrachten gebruiken e-mail ten behoeve van de interneen de externe communicatie. De scholen hebben een website die zij gebruiken voor communicatie naar buiten. Leerkrachten volgen de door SPOOR aangeboden cursussen en zij maken veelvuldig gebruik van internet bij het voorbereiden van de lessen. Strategisch beleidsplan De randvoorwaarden zijn gerealiseerd, het wordt nu tijd om ICT inhoudelijk verantwoord te gebruiken. Wij willen in het onderwijs steeds beter rekening houden met verschillen en ICT is hier een goed hulpmiddel voor.

Het ICT beleid is opgenomen in het Strategisch beleidsplan 2009-2013. Twee in het oog springende onderdelen in het Strategisch Beleidsplan zijn het Ambassadeursproject en de verdere invoering van de digitale schoolborden. Ambassadeursproject Tijdens de schooljaren 2009-2010 en 2010-2011 doen wij mee aan het Ambassadeursproject van Kennisnet. Wij zijn gestart in augustus 2009. Tijdens het Ambassadeursproject intensiveren wij de begeleiding van de scholen. Met behulp van Kennisnet en een subsidie van € 25.000 gaan we werken aan visie en brengen we structuur aan in het werken met ICT. Naast de invoering van de digitale schoolborden en computers op de scholen is in 2009 het scholingsaanbod geïntensiveerd.

Groei daadwerkelijke betrokkenheid bij de SPOOR-scholen (De norm is dat iedere school een ICT-coördinator afvaardigt)

87,5%

Ambassadeursdagen 2009

60%

ICT-netwerk 2008

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Overzicht ICT cursussen en begeleiding in 2009 Aanbod

Leerkrachten

Toelichting

Herhaling Office

2x 15

2x 100% volgeboekt

Cursus Powerpoint

19

Gericht op gebruik digitaal schoolbord

Knoppencursus digitaal schoolbord

1 x 24

2 experts voor twaalf scholen

Voortgezet gebruik digitaal schoolbord

2 x 20

2 workshops voor leerkrachten van de 12 scholen

Invoering Dotcomschool

480

Alle teams behalve de Botter (heeft ander administratiesysteem).

Totalen

480 73

Leerkrachten die één cursus gevolgd hebben. Leerkrachten die twee cursussen gevolgd hebben.


21

Overzicht aanschaf aantal digitale schoolborden (in 2011 loopt het aantal terug omdat alle groepen 3 t/m 8 dan een digitaal schoolbord hebben) 55

45

32

8

2008

2009

Digitale schoolborden Alle scholen beschikken intussen over één of meer digitale schoolborden. De leerkrachten die nu in de gelegenheid zijn om met dit nieuwe hulpmiddel te werken zullen de voor trekkers zijn die de scholen nodig hebben bij de volgende stap, uitbreiding van het aantal digitale schoolborden. De scholen krijgen de mogelijkheid de borden stapsgewijs in te voeren. In de modelschool van SPOOR (zie bijlage) hangt in elk klaslokaal (behalve in de kleutergroepen) een digitaal bord. Het traditionele schoolbord is niet meer terug te vinden. Leerkrachten gebruiken het nieuwe bord voor rekenen taallessen, maar ook bij bijvoorbeeld aardrijkskunde en natuuronderwijs. Filmpjes, plaatmateriaal,

2010

2011

grafieken en tekeningen worden afwisselend gebruikt. Beelden kunnen worden opgeslagen en in de daarop volgende dagen weer worden opgeroepen. De leerkracht heeft op zijn bureau een werkstation waarmee hij het bord bedient en waarmee hij alles bijhoudt dat van belang is. Financieel Het beleid ten aanzien van de invoering van de digitale schoolborden is gewijzigd. Er is geen structurele verhoging van het budget voor ICT nodig. Elke school die binnen de eigen begroting blijft kan de school inrichten naar het beeld van de Modelschool.

Verdeling ICT-gelden voor en na augustus 2009 In de grafiek wordt de vermindering aan beheer, de bovenschoolse coördinatie zichtbaar. Daardoor kunnen wij meer uitgeven aan hardware en dan met name aan het invoeren van digitale schoolborden.

18%

21%

hardware

40% 10%

beheer 60%

15% 12%

bovenschools jaarlijks

24%

2009 22

2010 Jaarverslag SPOOR 2009

In de Modelschool van SPOOR wordt naast het invoeren van de borden voor alle groepen, behalve de kleuter groepen, het aantal werkstations uitgebreid. Bovenop de norm 1:8 heeft elke leerkracht de beschikking over een computer. Wij kunnen dit binnen het ICT-budget bekostigen,

omdat wij minder uit gaan geven aan beheer. Dit betekent niet dat wij met minder kwaliteit genoegen nemen, integendeel wij verwachten van onze nieuwe beheerder QLICT een betere zorg voor de netwerken en dus meer tijd voor inhoudelijke werkzaamheden.

Bijlage: ICT – beschrijving Modelschool SPOOR Een SPOOR-school maakt volop gebruik van ICT en de daarbij behoren multimediale mogelijkheden. Kengetallen Elke school heeft een computernetwerk. Het netwerk wordt onderhouden door een externe beheerder (beheer op afstand) Ratio werkstations

1:8

Werkstations per leerkracht

1

Werkstation directie en administratie School < 200

2

Werkstations directie en administratie School > 200

3

Laptops

1

Digitale schoolborden

Alle groepen 3 t/m 8

De school heeft een ICT-coördinator Per 100 leerlingen

1 dagdeel

Verhouding technisch- en inhoudelijk werk

20% - 80%


23

Kleuters moeten ruiken, voelen, proeven, bewegen, zingen

Bij kleuters is spel de voorwaarde voor leren. Daar is Annelies Knip, kleuterjuf in hart en nieren, van overtuigd. Kleuters moeten ruiken, voelen, proeven, bewegen, zingen. Werken met de elementen, zand en water. Tekenen moet het liefst op een groot vel, zodat hun hele lichaam mee doet. Spelenderwijs komen ze verder. Ruim dertig jaar deed juf Annelies het zo in haar kleuterklas. Bijna al die jaren op ’t Tilletje in Warder. Op verzoek begeleidt ze nu bij Spoor leerkrachten van groep 1 en 2. ‘Als een kleuterjuf invalt in de bovenbouw vraagt iedereen zich af of ze dat wel kan. Maar andersom is die vraag er nauwelijks. “Ach, zo’n kleuterklas. Wat doen ze daar nu?” Maar het is hard werken in een kleuterklas. Annelies Knip is opgeleid aan de KLOS, de vroegere speciale kleuterleidsteropleiding. Klossers waren altijd bezig met hun vak, met het ontwikkelen van nieuw spelmateriaal, met het inrichten van een aantrekkelijke ruimte: onder het motto: hoe help ik dit kind verder? Er waren toen nog vrijwel geen methodes voor de kleuterklassen. Maar er werd ook toen wel degelijk gericht gewerkt aan onder meer ruimtelijk inzicht, kleurherkenning, vormen, rijm. Ook namen de kleuterleidsters de schoolbekwaamheidstest

, voelen, n e ik ru n te e o m rs Kleute zingen. Werken , n e g e w e b , n e v e pro d en water. n za , n te n e m le e e met d af om te kijken of kinderen al schoolrijp waren. Annelies: ‘De suggestie dat ze vroeger maar wat aanrommelden, klopt niet. Maar de toetsen waren toen wel voor de leerkracht zelf. Dat zou de Citotoets ook moeten zijn. Vraag je nu een kind hoe het met rekenen gaat, dan zegt hij “een A”. Zeker in de kleuterklassen is zo’n Citoscore een momentopname. Wat het kind vandaag niet kan, kan het morgen wel.’ Een kleuterleerkracht heeft het talent nodig om met het dode vogeltje dat een kind meeneemt een hele week te vullen. Die vrijheid heb je in de kleuterklas, die moet je ook nemen, meent Annelies. ‘Aan dat vogeltje kun je allerlei kernactiviteiten koppelen en daarmee werk je aan de kennis en vaardigheden van een kind. Ik hou van het Sesamstraateffect: kort, bondig, vrolijk, uitdagend en afwisselend. Zo kunnen ook letters en cijfers op een speelse manier aan bod komen. In deze tijd bestaat de neiging om veel druk op kleuters te leggen. Kleuterleerkrachten moeten daar alert op zijn.’

De o als een rondje

‘Juf, wat gaat ze doen? Marissa, Marissa, wat ga je doen?’ De kleuters uit de klas van juf Yvonne van ’t Tilletje in Warder zijn verbaasd als hun klasgenootje mee gaat om te vertellen over haar leven in de kleuterklas. Marissa van de Deure kan dat, want ze is al zes. Net geworden. Haar mooiste cadeau was een nephondje dat kan lopen en blaffen. Marissa kent al heel veel letters en woorden: haar eigen naam, mama, papa, voor, van. En Suzanne en Erik: dat zijn haar grote zus en broer. Het allerleukste om te doen vindt ze de takenkaart. Daarmee kun je puzzelen en spelletjes spelen. Als er ergens een krul bij staat, dan mag dat niet meer. Marissa verheugt zich nu al op groep 3, want daar kan je heel veel leren. Nu schrijft ze de o nog als een rondje, maar dan leert ze ook het streepje eraan. Schrijfletters, dat is pas echt. Maar ze speelt ook nog graag in de zandbak. Marissa is uitverteld en gaat weer terug naar de klas. ‘Marissa, Marissa, wat heb je gedaan?’, roepen ze daar in koor. 24


De bereikte doelen Het verslagjaar stond voor SPOOR voor een belangrijk deel in het teken van het realiseren van het strategisch beleidsplan 2009-2013. Het ambitieniveau ligt onveranderd hoog. Niet vanuit de gedachte dat alles binnen de gestelde tijd gerealiseerd moet worden, maar veeleer vanuit de wetenschap dat van overheidswege en door maatschap pelijke druk de verwachtingen ten aanzien van het onderwijs immer hoger worden opgeschroeft. Dankzij de inzet van de directies is een aantal doelen gerealiseerd en een aantal processen is in gang gezet om doelen te realiseren. Doelen die niet gerealiseerd worden, staan voor 2010 op het programma, tenzij vastgesteld wordt dat een voorgenomen doel niet realiseerbaar is. Onderstaand een opsomming van de bereikte doelen in 2009: • Verdere implementatie bestuursfilosofie “Carver” • Invoering strategisch meerjarenbeleidsplan • Uitvoering strategisch jaarplan • Invoering instrumentarium voor zelfevaluatie en collegiale visitatie • Geleidelijke invoering H(andelings) G(erichte) P(roces) D(iagnostiek) • Uitbouw SPOOR-scholing • Start proces profilering scholen • Invoering brede school en aanpassing schooltijden naar 960 uur • Uitvoering cao-po 2009 • Invoering bekwaamheidsdossier • Protocol bewegingsonderwijs • Optimaliseren van de inzetbaarheid van medewerkers • Verder terugdringen ziekteverzuim • SPOOR-norm schoolgebouwen • Procedure werving en inschrijving leerlingen ICT • Uitbreiding aantal digitale schoolborden • Elke school heeft een ICT-ambassadeur • Elke school heeft een duidelijke visie op het gebruik van ICT • Verbetering en update websites van de scholen


25

Bewegingsonderwijs is een leervak

Met de ogen dicht over het wandrek: ieder kind kan dat leren, de topturnster en de brekebeen. Dat zegt Karel Snel. Hij is al 38 jaar gymleerkracht in Wormer en sinds een aantal jaren coördinator bewegingsonderwijs bij SPOOR. ‘Kinderen zijn verschillend, maar geef je ze ruimte om te wennen, dan lukt het ze om hun angst kwijt te raken.’ Want bewegings onderwijs is ook een leervak. Het is de vakleerkracht die leerlingen weet te stimuleren, ook bij kleine stapjes. Ieder jaar een stukje hoger in de touwen, een treetje verder op het wandrek. Karel is dan ook blij dat onder zijn aanvoering de SPOORscholen voor bijna al hun uren overgegaan zijn op vakleerkrachten. Daarmee heeft het vak veel meer kwaliteit gekregen, vertelt hij. ‘Een leerkracht met een eerstegraadsopleiding die de hele week gymles geeft, is natuurlijk niet te vergelijken met een groepsleerkracht die dat twee uurtjes per week doet.’ De taak van een vakleerkracht is ook breder dan alleen lesgeven. Hij maakt deel uit van het team van leerkrachten, doet mee aan teamvergaderingen, regelt sportdagen en evenementen met andere scholen en onderhoudt contacten

met sportverenigingen. Karel Snel: ‘Als een gymleraar de verenigingen in de regio kent, kan hij de schakel zijn tussen kinderen die niet uit zichzelf sporten en de verenigingen. Hij kan net dat duwtje geven dat ze nodig hebben om lid te worden.’

over het Met de ogen dicht dat leren, n a k d in k r e d ie : k wandre e brekebeen. d n e r te s rn tu p to de

In principe kost een vakleerkracht geen extra geld, want de groepsleerkracht heeft de gelegenheid om andere dingen te doen. Dat is een kwestie van goed roosteren. Dat gebeurt nog niet altijd even zinvol, vindt Karel. Ziet hij knelpunten dan kan de school wachten op een bezoekje van hem. Hij vecht namelijk voor ieder gymuurtje. ‘Want kinderen van tegenwoordig spelen steeds minder buiten en bewegen veel minder dan vroeger.’

Iets met toestellen

Iets met veel toestellen, dat doet Maxime van Vlaanderen uit groep 7 van de Weremere in Wormer het liefst. Zelf zit ze in de B-selectie van turnen en ze helpt ook graag de groep voor haar. Met balsporten heeft ze niet zo veel, hoewel trefbal wel leuk is. Best veel kinderen uit haar klas doen aan sport, denkt Maxime. ‘Vaak kunnen ze na school niet spelen, omdat ze moeten sporten.’ Er is bovendien ook nog schoolvoetbal, -korfbal en –volleybal. In de pauze gaat Maxime vaak koprollen op het rek op het speelplein, vroeger soms ook voetballen. Maar je mag tegenwoordig niet meer met ballen op het plein, omdat er te veel kinderen rondlopen. Maxime gelooft wel dat de kinderen op haar school genoeg bewegen. 26


De nieuwe doelen Een organisatie heeft doelen nodig. Doelen geven richting en bieden houvast in het dagelijkse werk. Ook voor 2010 hebben wij in het strategisch beleidsplan nieuwe doelen geformuleerd. De doelen voor 2010 zijn: • Uitvoering strategisch jaarplan 2010 • Doorvoeren aanpassingen conform de cao-po • Implementatie instrumentarium voor zelfevaluatie en collegiale visitatie • Verdere implementatie opbrengstgericht werken • Laatste tranche invoering H(andelings) G(erichte) P(roces) D(iagnostiek) • Afronden Pilot Passend Onderwijs en implementeren verworvenheden • Invoeren SPOOR-logo in en op de aangesloten scholen • Profilering SPOOR-scholen • Verdere invoering brede scholen en aanpassing schooltijden naar 960 uur • Opleiden in school • Competentieprofielen OOP-functies ICT • Uitbreiding aantal digitale schoolborden • Implementeren ICT ambassadeurstraject • Elke school heeft een duidelijke visie op het gebruik van ICT • Websites zijn een belangrijke blikvanger van de scholen


27

28


Jaarrekening De jaarrekening 2009 geeft een negatief resultaat van € 843.359. De personeelslasten zijn hoger dan gepland doordat met name de werkgeverslasten hoger waren dan voorzien. Tevens zijn er overschrijdingen op de huisvestingslasten en is er een aantal eenmalige posten. In hoofdstuk 12 wordt een nadere toelichting op het resultaat gegeven. Evenals in 2008 is Edam-Volendam de enige gemeente waarmee nog afgerekend moet worden. Ook in 2009 is er nog geen overeenstemming tussen de gemeente EdamVolendam en SPOOR bereikt. De Raad van State heeft uitspraak gedaan in de beroepszaak en de zaak terugverwezen naar de gemeente. Dit omdat het laatste geschil niet bij de Raad van State aanhangig gemaakt had moeten worden maar bij de civiele rechter. De gemeente heeft een nieuwe beschikking vastgesteld waartegen SPOOR opnieuw bezwaar heeft aangetekend. Grondslagen voor de jaarrekening De jaarrekening over 2009 is opgesteld conform de, met ingang van 1 januari 2008 verplichte, Richtlijn Jaarverslag Onderwijs. De grondslagen zijn gebaseerd op het Burgerlijk Wetboek (boek 2, titel 9). De jaarrekening wordt opgesteld op het niveau van het bevoegd gezag. De in de jaarrekening opgenomen bedragen zijn in hele euro’s uitgedrukt. Waardering van de activa en de passiva Materiële vaste activa De investeringen in materiële vaste activa zijn op de balans gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met de afschrijvingen. De waarde van de in de scholen aanwezige vaste activa is per 1 januari 2004 bepaald. Op de materiële vaste activa wordt afgeschreven in gelijke percentages van de aanschafwaarde met als restwaarde 0. De eerste afschrijving vindt plaats in het jaar van aanschaf, startend vanaf de maand die volgt op de maand van ingebruikname. Als ondergrens van de te activeren zaken wordt € 500 gehanteerd. De indeling in activagroepen en afschrijvingstermijnen is als volgt: • Meubilair • Inventaris, speeltoestellen, TFT schermen • Onderwijsleerpakketten • ICT werkstations, printers • ICT hard- en software, servers, laptops • ICT digiborden, beamers • ICT beamerlampen


20 jaar 10 jaar 9 jaar 5 jaar 4 jaar 8 jaar 3 jaar

Algemene reserve De algemene reserve vormt een buffer ter waarborging van de continuïteit van SPOOR en is opgebouwd uit reserves, waaronder de weerstandsreserves materiële instandhouding, die meegekomen is van de gemeenten. Vanaf 2004 wordt de algemene reserve tevens gevuld met de resultaatbestemming van overschotten in het boekjaar. Bij een tekort wordt er onttrokken aan de algemene reserve. In februari 2010 is de bestaande risicoanalyse van SPOOR geactualiseerd. Gezien het risicoprofiel van SPOOR (tussen laag en gemiddeld) moet er ongeveer een weerstandsvermogen van 10% (Algemene Reserve) bij SPOOR aanwezig zijn. Het weerstandsvermogen bedraagt, op basis van de jaarcijfers 2009, 6,65 %. Om een goed zicht op de risico’s te hebben heeft SPOOR in februari 2010 de bestaande risicoanalyse opnieuw uitgevoerd. Samen met het Due Diligence onderzoek dat is gemaakt in het kader van de voorgenomen fusie met OPSO heeft SPOOR een goed zicht op de risico’s die er zijn. Uit de onderzoeken blijkt dat er geen risico’s zijn die hoger dan laag en gemiddeld genoemd kunnen worden. De overheid heeft in 2009 echter door een commissie (Don) laten onderzoeken wat acceptabele reserves voor schoolbesturen zijn. De commissie heeft nieuwe normen voorgesteld die vanaf 2011 zouden moeten gaan gelden. Op basis van de oude weerstandsnorm zal het voor SPOOR noodzakelijk zijn de komende jaren, nadat de begroting sluitend is, te werken aan een verbetering van het weerstandsvermogen naar 10%. Indien de nieuwe normen worden gehanteerd, voldoet SPOOR aan de vereisten en is het gezien de ingeschatte risico’s niet noodzakelijk om te streven naar groei van het weerstandsvermogen. Wel is een sluitende begroting na 2011 een voorwaarde om stabiliteit te garanderen. Daarbij komt er door de nieuwe normen voor SPOOR geen extra ruimte voor eenmalige investeringen zoals de commissie Don beoogt. Bestemmingsreserve 1e waardering Deze bestemmingsreserve is gevormd door de activering van het op 1 januari 2004 aanwezige meubilair, de onderwijsleerpakketten en de ICT-hardware. Jaarlijks wordt deze bestemmingsreserve 1e waardering verminderd met de afschrijvingslast van de activa en gemuteerd in de Algemene Reserve. Voorzieningen Onderhoudsvoorziening De basis van de onderhoudsvoorziening wordt gevormd door de meegekomen middelen voor planmatig onderhoud van de gemeenten voor de jaren 2004 tot 2008. In de vastgestelde risicoconvenanten zijn voor de jaren 2008 en 2009 bedragen opgenomen die SPOOR in die jaren ontvangt om de meerjarenonderhoudsvoorziening 29

voldoende omvang te doen verkrijgen om het meerjaren onderhoud tot en met 2012 te kunnen uitvoeren en daarmee al het achterstallig onderhoud weg te werken. Verder wordt de onderhoudsvoorziening gevoed door een jaarlijkse dotatie van een gedeelte van de ontvangen gelden Materiële Instandhouding van het Ministerie. Voorziening spaarverlof De voorziening spaarverlof is opgebouwd om de kosten van vervangers te betalen wanneer de personeelsleden, die voor verlof gespaard hebben, het verlof ook daadwerkelijk opnemen. Dotaties aan deze voorziening vinden plaats ten laste van de exploitatie. In 2009 heeft er een dotatie plaatsgevonden van € 8.900. Er wordt beperkt gebruik gemaakt van de verlofregeling. De omvang van de voorziening is herberekend op basis van het aantal gespaarde uren per 31/12/2009. Voorziening jubilea Per 1 januari 2008 is er een voorziening gevormd voor toekomstige uitgaven voor jubileumuitkeringen. Deze voorziening bedraagt € 193.978. In 2009 is € 13.756 gedoteerd. Deze dotatie is gelijk aan de onttrekking die in 2009 heeft plaatsgevonden. Voorziening BAPO Het Ministerie van OCW heeft een richtlijn uitgebracht die bepaalt hoe om te gaan met de BAPO voorziening. Vooruitlopend op een definitieve richtlijn moet de BAPO voorziening, rekeninghoudend met de bestendige gedragslijn t.o.v. 2007, worden bepaald. Dit moet totdat er overeenstemming is tussen het Ministerie en de Raad op de jaarverslaggeving hoe om te gaan met de afwijking op de regels RJ 271 ten aanzien van de BAPO voorziening.

30

Overige activa en passiva De overige activa en passiva betreffen: • vorderingen • liquide middelen • kortlopende schulden De overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Resultaatbepaling Bij de bepaling van het exploitatiesaldo zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd. Voor de baten en lasten is het baten- en lastenstelsel (ook wel matchingsbeginsel) van toepassing. De kenmerken van dit stelsel zijn: • opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, • kosten hoeven noch uitgaven en opbrengsten noch inkomsten te zijn. Dit is dus ook voor de rijksvergoedingen van toepassing, deze zijn in de rekening verantwoord voor zover deze aan het verslagjaar zijn toe te rekenen. De ouderbijdragen zijn voor het deel van het schooljaar waarop ze betrekking hebben ten gunste van de rekening gebracht. Hier tegenover is een verplichting ter grootte van de inkomsten opgenomen omdat dit gelden zijn die buiten het bevoegd gezag om uitgegeven worden. Topinkomens Op grond van art. 6 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) is er voor SPOOR geen verplichting tot publicatie en melding omdat er geen topinkomens zijn binnen SPOOR.


Financiële kengetallen aantal leerlingen 1 oktober

4.980

5.053

5.128

Omschrijving

Omschrijving

Formule

Norm

2009

2008

2007

1 Solvabiliteit

Geeft de mogelijkheid aan om alle schulden op lange termijn te voldoen

Eigen vermogen gedeeld door balanstotaal

50,00%

51,16%

57,93%

53,21%

Geeft de mogelijkheid aan om alle schulden op korte termijn te voldoen

Vlottende activa gedeeld door kort lopende schulden

2,00

1,73

2,54

2,58

Geeft aan hoe de bedrijfsuitvoering is verlopen

Exploitatieresultaat gedeeld door alle baten

0% tot 5%

-3,59%

-1,71%

-2,04%

2 Liquiditeit

3 Rentabiliteit

5 Weerstandsvermogen De hoogte van de reserves, onder aftrek van de vaste activa, in relatie tot de totale exploitatie

Eigen vermogen verminderd met de vaste activa gedeeld door de totale baten OCW

6 Rijksbijdrage per leerling

Gemiddelde rijksbijdrage per leerling

Baten gedeeld door het aantal leerlingen per 1 oktober

4.563

4.350

4.190

7 Personele last per leerling

Gemiddelde personeelslast per leerling

Personeelslasten gedeeld door het aantal leerlingen per 1 oktober

4.071

3.935

3.695

8 Verhouding lasten

Aandeel van de personeelskosten t.o.v. de inkomsten

Personeelskosten gedeeld door totale inkomsten

85,00%

86,22%

85,88%

84,65%

Aandeel van de huisvestingskosten t.o.v. de inkomsten

Huisvestingskosten gedeeld door totale inkomsten

5,00%

7,80%

5,78%

5,71%

Aandeel van de overige kosten t.o.v. de inkomsten

Overige kosten gedeeld door totale inkomsten

10,00%

10,19%

10,99%

10,20%

Deel van het vermogen dat niet (efficiënt) wordt gebruikt

Totaal vermogen (exclusief gebouwen en terreinen) gedeeld door totale inkomsten

<35%

17,30%

21,21%

23,71%

9 Kapitalisatiefactor


10,00%

6,72% 11,71% 14,80%

31

Balans per 31 december 2009 1 Activa Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa: • leermiddelen • ICT • meubilair • overige inventaris en apparatuur Totale vaste activa 1.5 Vlottende activa Vorderingen: • debiteuren • kortlopende vorderingen • overige vorderingen • overlopende activa 1.7 Liquide middelen Totale vlottende activa Totale activa

32

31-12-2009 €

31-12-2008 €

748.851 545.876 1.204.899 42.434

739.650 511.404 1.055.379 31.584

2.542.060

2.338.017

346.767 1.143.778 397.435 153.246

535.901 1.159.279 257.563 232.972

2.041.226 3.369.035

2.185.715 3.955.280

5.410.261

6.140.995

7.952.321

8.479.011


Balans per 31 december 2009 2 Passiva 2.1 Eigen vermogen: • algemene reserve • bestemmingsreserve 1e waardering 2.2 Voorzieningen: • personeelsvoorzieningen • overige voorzieningen 2.4 Kortlopende schulden: • crediteuren • kortlopende schulden OCW • belastingen en premies SV • schulden terzake pensioenen • overige kortlopende schulden • overlopende passiva Totale Passiva


31-12-2009 €

31-12-2008 €

3.625.593 442.773

4.325.315 586.410

4.068.366

4.911.725

592.691 167.310

687.171 465.224

760.001

1.152.395

431.870 62.106 894.113 472.150 341.877 921.837

257.786 34.617 773.287 245.189 218.845 885.167

3.123.954

2.414.891

7.952.321

8.479.011

33

Staat van baten en lasten over 2009 rekening 2009 begroting 2009 rekening 2008 € € € Baten: 3.1 Rijksbijdragen 22.723.415 21.744.279 21.981.296 3.2 Overige overheidsbijdragen 105.382 95.435 236.403 3.5 Overige baten 685.323 298.430 935.622 Totaal baten Lasten: 4.1 Personele lasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten Totale lasten Saldo baten en lasten 5 Financiële baten en lasten • financiële baten • financiële lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering

23.514.120

22.138.144

23.153.321

20.273.960 538.151 1.833.858 1.857.773

19.298.492 542.209 1.478.804 1.510.147

19.884.333 498.940 1.684.718 1.700.991

24.503.742

22.829.652

23.768.982

-989.622

-691.508

-615.662

146.405 -142

150.000 -

220.998 -1.043

146.263

150.000

219.955

-843.359

-541.508

-395.707

Resultaat

-843.359

34

-541.508

-395.707


Kasstroomoverzicht 2009 Resultaat Aanpassing voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen: • vorderingen • schulden Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest

2009 €

-989.622

-615.664

538.151 -392.394

498.940 -548.123

144.489 709.063

708.742 -551.111

9.687

146.405 -142

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten

2008 €

-507.216

220.998 -1.043

146.263

219.955

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 155.950 Kasstroom uit investeringsactiviteiten: • investeringen in materiële vaste activa 742.195 -514.645

-287.261

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten

-514.645

-742.195

Kasstroom uit financieringsactiviteiten • mutaties liquide middelen -586.245 Beginstand liquide middelen 3.955.279 4.757.185 Mutaties liquide middelen -586.245 -801.906 Eindstand liquide middelen


3.369.034

-801.906

3.955.279

35

36


6.801.725

2.338.016

31.584

2.062

4.463.709

739.650 511.404 1.055.378

2.424.634 973.972 1.063.040

742.196

14.877

207.670 279.992 239.657

-

-

- - -

538.151

4.027

198.468 245.520 90.136

7.543.921

48.523

3.371.953 1.765.368 2.358.076

5.001.860

6.089

2.623.102 1.219.492 1.153.177

2.542.060

42.434

748.851 545.876 1.204.899

Afschrijving Afschrijvingen Cumulatief boekwaarde Investeringen desinvest. afschrijvingen Aanschafprijs cumulatief Boekwaarde 1-1-2009 1-1-2009 2009 2009 2009 31-12-2009 31-12-2009 31-12-2009 € € € € € € € €

Bij de start van SPOOR zijn de in de scholen op 1 januari 2004 aanwezige activa gewaardeerd. De boekwaarde van deze activa bedroeg per 1 januari 2004 € 2.041.228. Tegenover deze activering is een bestemmingsreserve 1e waardering gevormd. De boekwaarde van de startactiva bedraagt per ultimo 2009 € 442.773. Dit is voor € 399.246 aan meubilair en voor € 43.527 aan leermiddelen. Over deze activa is in het boekjaar 2009 een bedrag afgeschreven van € 143.637. Dit bedrag is ten laste van deze reserve gebracht. De bestemmingsreserve voor meubilair loopt tot en met 2021 en voor leermiddelen tot en met 2010.

Mat. vaste activa

Activa 1.2 Materiële vaste activa Aanschafprijs 1-1-2009 € 1.2.2 Inventaris en apparatuur: • leermiddelen 3.164.284 • ict 1.485.377 • meubilair 2.118.419 • overige inventaris en apparatuur 33.646

Toelichting op de balans

1.5 Vorderingen 31-12-2009 € 1.5.1 Debiteuren 377.517 1.5.2 Kortlopende vordering op OCW 1.143.778 1.5.6 Overige overheden 99.736 1.5.7 Overige vorderingen 297.699 1.5.8 Overlopende activa 153.246 1.5.9 Af: voorzieningen wegens oninbaarheid -30.750 Totaal vorderingen

31-12-2008 € 587.864 1.159.279 17.948 239.615 232.972 -51.963

2.185.715 1.5.9.1 Stand per 1-1 51.963 150.000 1.5.9.2 Onttrekking 21.213 98.037 1.5.9.3 Dotatie - - Af: voorziening wegens oninbaarheid

2.041.226

30.750

51.963

Debiteuren: Door continu alle openstaande debiteuren goed te monitoren is de post debiteuren in 2009 verder afgenomen. Een paar kleine oninbare vorderingen zijn afgevoerd waardoor de voorziening wegens oninbaarheid is afgenomen tot € 30.750. Deze voorziening wordt als voldoende ervaren als de openstaande debiteuren worden bezien. De lange openstaande vorderingen hebben nog betrekking op vorderingen op de gemeente Edam-Volendam die enerzijds samenhangen met de overdracht van de reserves en voorzieningen aan SPOOR per 2004 en anderzijds reguliere openstaande betalingen betreft over die periode die de gemeente hiermee wil verrekenen. In 2009 heeft de Raad van State de zaak weer teruggewezen naar de gemeente om opnieuw een beschikking vast te stellen. De gemeente heeft een beschikking vastgesteld. SPOOR heeft tegen deze beschikking weer bezwaar aangetekend. De uitslag hiervan moet nog bekend worden. Kortlopende vorderingen op OCW: Deze vordering betreft de nog te ontvangen bedragen van het Ministerie die betrekking hebben op 2009. Vordering overige overheden: Deze post heeft betrekking op wederzijdse declaraties van kosten gemaakt in het boekjaar 2009 welke nog niet zijn afgerekend met de diverse gemeentes. Overige vorderingen: Begin 2010 zijn diverse kosten doorbelast die nog betrekking hadden op 2009, deze posten zijn opgenomen onder de overige vorderingen per 31 december 2009. 1.7 Liquide middelen 1.7.1 Kasmiddelen 1.7.2 Tegoeden op banken girorekeningen 1.7.3 Deposito’s/spaarrekeningen Totaal liquide middelen


31-12-2009 €

31-12-2008 €

4.084 3.364.951 -

2.337 452.943 3.500.000

3.369.035

3.955.280

37

Banken: Het saldo bestaat uit het totaal van de gelden die het bestuur in een rekening-courant verhouding aanhoudt bij de banken alsmede de gelden die scholen op ‘schoolbankrekeningen’ aanhouden ter dekking van kleine, lopende uitgaven. Voor een verdere toelichting zie het treasuryverslag (hoofdstuk 10.3). Spaarrekeningen: Zie voor een toelichting het treasuryverslag (hoofdstuk 10.3). In 2008 is besloten deposito’s, indien mogelijk, bij meerdere banken onder te brengen. Dit is enerzijds gebeurd om risico’s te spreiden en anderzijds om een hoger rendement te kunnen realiseren. Omdat er in 2009 geen langdurige voordelen te behalen waren is besloten vrijvallende deposito’s niet op termijn vast te zetten en de marktontwikkeling af te wachten.

2.1 Passiva Eigen vermogen Stand Overige 1-1-2009 Resultaat mutaties € € € 2.1.1 Algemene reserve 2.1.2 Bestemmingsreserve (publiek)

- -

3.625.593 442.773

Totaal eigen vermogen 4.911.725 -843.359 - Uitsplitsing 2.1.2. Reserve 1e waardering 586.410 -143.637 -

4.068.366

Bestemmingsreserve (publiek)

4.325.315 586.410

586.410

-699.722 -143.637

Stand 31-12-2009 €

-143.637

-

442.773 442.773

Bestemmingsreserve 1e waardering: Deze bestemmingsreserve is gevormd door de activering van de aanwezige activa op 1 januari 2004. Jaarlijks vermindert deze bestemmingsreserve middels resultaatbepaling met de afschrijvingslast over deze activa.

38



39

dotaties onttrekking- 2009 en 2009 € €

vrijval 2009 €

saldo kortlopend 31-12-2009 deel < 1 jaar € €

1.152.395

Totaal voorzieningen

1.110.063

519.036 1.405.225

816.950 97.232

- 760.002

167.310

157.443

9.269

602.559

158.041

158.041

444.518

145.484 32.264 266.770

langlopend deel > 1 jaar €

Een BAPO-verplichting met een opnamekans van gemiddeld 65% zou in de berekening over 18 jaar leiden tot € 4.801.411 aan baten en € 5.157.105 aan verplichtingen.

BAPO: De voorziening ten behoeve van de BAPO is afgenomen met bijna € 100.000. Het Ministerie van OCW heeft een richtlijn uitgebracht die bepaalt hoe om te gaan met de BAPO-voorziening. Vooruitlopend op een definitieve richtlijn moet de BAPO-voorziening rekening houdend met de bestendige gedragslijn t.o.v. 2007 worden bepaald. Dit moet totdat er overeenstemming is tussen het Ministerie en de raad op de jaarverslaggeving hoe om te gaan met de afwijking op de regels RJ 271 ten aanzien van de BAPO-voorziening.

Spaarverlof: De voorziening spaarverlof dient ter dekking van de kosten voor vervanging van personeelsleden die hun aanspraken op spaarverlof opnemen. Deze voorziening is toegenomen door opname van spaarverlof door de deelnemers en nieuwe dotaties om de voorziening op peil te houden.

Jubilea: In 2009 is hieraan evenveel onttrokken als toegevoegd. Er waren geen wijzigingen in het personeelsbestand die aanleiding gaven deze voorziening te wijzigen.

Onderhoud: De onderhoudsvoorziening beoogt kostenegalisatie voor de uitgaven van groot planmatig onderhoud aan scholen die over de jaren heen een onregelmatig verloop hebben. De planning voor het groot planmatig onderhoud loopt tot 2018 en wordt jaarlijks geactualiseerd en met een jaar verlengd. In 2009 heeft SPOOR naar aanleiding van de marktsituatie een aantal zaken die in de planning later gepland stond vervroegd uitgevoerd. Het grootste deel betrof hierbij de renovatie van een aantal sanitaire ruimtes. Om de geactualiseerde meerjarenplanning planmatig onderhoud over de jaren 2009 - 2017 op niveau te houden is in 2009 een extra dotatie aan deze voorziening gedaan ad € 100.000.

465.224

Totaal

Totaal 687.171 591.027 588.274 97.232 592.692 148.174 2.2.3 Overige voorzieningen: • onderhoud 465.224 519.036 816.950 - 167.310 9.269

2.2.1 Personeelsvoorzieningen: • jubilea 193.844 13.756 13.621 - 193.979 48.495 • spaarverlof 38.260 8.891 4.132 - 43.019 10.755 • BAPO 455.067 568.380 570.521 97.232 355.694 88.924

2.2 Voorzieningen saldo 31-12-2008 €

2.4 Kortlopende schulden: 31-12-2009 31-12-2008 € € 2.4.3 Crediteuren 431.870 257.786 2.4.4 OCW 62.106 34.617 2.4.7 Belastingen en premies SV 894.113 773.287 2.4.8 Schulden terzake pensioenen 472.150 245.189 2.4.9 Overige kortlopende schulden 341.878 218.845 2.4.10 Overlopende passiva 921.837 885.167 Totaal kortlopende schulden 3.123.954 2.414.891 Uitsplitsing: 2.4.7.1 Loonheffing 894.113 773.287 2.4.7.2 Omzetbelasting - 2.4.7.3 Premies sociale verzekeringen - - Belastingen en premies SV

894.113

773.287

2.4.9.2 Overige kortlopende schulden

341.878

218.845

2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt 2.4.10.3 Vooruitontvangen investeringssubsidies 2.4.10.4 Vooruitontvangen termijnen 2.4.10.5 Vakantiegeld 2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 2.4.10.8 Overige Overlopende passiva

97.944 108.418 - 668.813 20.000 26.662

114.087 85.541 29.152 625.949 20.000 10.438

921.837

885.167

Totaal kortlopende schulden 3.123.954 2.414.891 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Huur De huurovereenkomst voor de kantoorruimte aan de Stationsweg 23 te Purmerend op de 2e etage waar het BMO (Bureau Managementondersteuning) is gehuisvest. Deze overeenkomst is per 1 januari 2006 aangegaan voor de duur van 5 jaar. De looptijd van dit contract is gewijzigd per 1 september 2007. De huurovereenkomst voor de kantoorruimte aan de Stationsweg 26 te Purmerend op de 5e etage, gezamenlijk met OPSO. Deze overeenkomst is per 1 september 2007 aangegaan voor de duur van 3 jaar en 6 maanden. Beide contracten eindigen per 28 februari 2011 waarbij er steeds een automatische verlenging volgt voor een aansluitende periode van 5 jaar. Wederzijdse beëindiging van de huurovereenkomst vindt plaats door opzegging tegen het einde van de huurperiode met inachtneming van een termijn van tenminste 1 jaar. Gas en elektriciteit SPOOR kocht met behulp van een bemiddelingsbureau in 2009 groene stroom en gas in. Het elektriciteitscontract loopt tot 31 december 2010 en het gascontract tot 31-12-2011. Schoonmaak Het schoonmaakcontract is medio december 2008 per 1 juni 2009 opgezegd. Door een nieuw adviesbureau in te schakelen is SPOOR in staat geweest voor een overbruggingsperiode van een jaar een nieuw schoonmaakcontract af te sluiten. Hierbij is een initiële besparing gerealiseerd. Tevens is de kwaliteit van de schoonmaak sterk verbeterd. Overzicht verbonden partijen De ouderraden van de 25 scholen zijn organisatorisch verbonden met SPOOR. Geen enkele partij heeft een balanstotaal dat groter is dan 5% van het balanstotaal van SPOOR, hierdoor heeft geen consolidatie plaatsgevonden. 40


Toelichting op de staat van baten en lasten Overheidsbijdragen Rekening 2009 €

Begroting 2009 €

Rekening 2008 €

3.1 Rijksbijdragen 3.1.1 Rijksbijdragen sector PO 3.1.2 Overige subsidies OCW

21.811.762 911.653

21.045.406 698.873

21.262.114 719.180

Uitsplitsing

22.723.415

21.744.279

21.981.294

3.1.1.1 OCW

21.811.762

21.045.406

21.262.114

3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies

100.570 811.083

170.507 528.366

144.724 574.456

911.653

698.873

719.180

3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies 3.2.1 Gemeentelijke bijdragen en subsidies 105.382 95.435 Uitsplitsing: 3.2.1.2 Gemeentelijke bijdragen: • bijdrage ABB - - • vakonderwijs 85.088 75.000 • overige 20.294 20.435

236.403

236.403

105.382

95.435

134.432 81.536 20.435

Rijksbijdrage De rijksbijdrage sector PO bestaat voor het grootste deel uit vergoeding voor salarissen. Het verschil tussen de werkelijke vergoeding en de begroting bestaat uit loonsverhogingen betreffende de cao. Geoormerkte subsidies: Subsidies die aan het doel besteed moeten worden waarvoor ze verstrekt worden. Het gaat hier om gelden bestemd voor de opleiding van de medewerkers tussenschoolse opvang alsmede cultuureducatie gelden. SPOOR stimuleert het aanvragen en ook werkelijk gebruiken van deze gelden. Niet geoormerkte subsidies De niet geoormerkte subsidies zijn hoger door een toename van het aantal en een stijging van de vergoeding voor de rugzakleerlingen. De vergoeding vakonderwijs betreft een aantal vakleerkrachten die door de gemeenten Oostzaan en Landsmeer worden vergoed.


41

Andere baten 3.5 Overige baten 3.5.1 Verhuur 3.5.2 Detachering personeel 3.5.5 Ouderbijdragen 3.5.6 Overige Totaal overige baten

rekening 2009 €

begroting 2009 €

rekening 2008 €

47.983 - 13.956 623.384

23.487 - - 274.943

57.434 36.004 27.956 814.228

685.323

298.430

935.622

Uitsplitsing: 3.5.6 Zorgmiddelen via SWV 302.415 274.943 • overige personele vergoedingen 134.073 - • overige 186.896 -

623.384

274.943

302.074 48.451 463.703 814.228

Detachering personeel Er is in 2009 geen personeel van SPOOR gedetacheerd bij andere scholen c.q. besturen. Overige baten De post overige baten bevat een gedeeltelijke vrijval uit de voorzieningen voor BAPO (€ 97.232), WAO gelden ten behoeve van de eigen rekening, bijdrage gemeenten voor brede school en ontvangsten in het kader van de lerarenbeurs.

42


Lasten Rekening 2009 Begroting 2009 € € 4.1 Personeelslasten 4.1.1. Lonen en salarissen 20.226.259 17.672.934 4.1.2 Overige personele lasten 1.610.581 1.625.558 4.1.3 Af: uitkeringen -1.562.880 - Personeelslasten 20.273.960 19.298.492 Uitsplitsing: 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 16.694.456 14.586.978 4.1.1.2 Sociale lasten 1.634.230 1.427.928 4.1.1.3 Pensioenpremies 1.897.573 1.658.028 Lonen en salarissen 20.226.259 4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 591.027 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 506.023 4.1.2.3 Overig 513.531 Overige personele lasten

1.610.581

Rekening 2008 €

19.115.095 1.527.428 -758.189 19.884.334

16.033.896 1.353.490 1.727.708

17.672.934 568.367 568.100 489.091

19.115.094

1.625.558

1.527.428

350.769 645.039 531.619

Lonen en salarissen Het verschil tussen de werkelijke uitgaven lonen en salarissen en de begroting wordt veroorzaakt door de cao loonstijging, die ook resulteert in een verhoging van de inkomsten. Tevens zijn de werkgeverslasten voor het schooljaar, door hogere lasten dan gepland, te laag begroot. Ook is er een verhoging van de pensioenpremies toegepast die nog niet bekend was op het moment dat de begroting is vastgesteld. In de jaarrekening 2008 is de onderverdeling tussen de bruto lonen en de sociale lasten/pensioenpremies niet juist weergegeven, deze bedragen zijn in deze jaarrekening aangepast om tot een juist vergelijk van de cijfers te komen. Uitkeringen De post uitkeringen betreft de loonkosten die via het Vervangingsfonds terugkomen. Hierbij zit een extra bedrag ad € 155.863 die een verrekening betreft van uitkeringen die zijn gedaan in 2008. Overige personele lasten De overige personeelslasten betreffen vooral kosten van de arbodienst en nascholing.

4.2 Afschrijvingen Rekening 2009 Begroting 2009 € € 4.2.2. Materiële vaste activa 538.151 542.209 Uitsplitsing: 4.2.2 Leermiddelen 198.468 210.966 4.2.2 ICT 245.520 240.605 4.2.2 Meubilair 90.136 86.674 4.2.2 Overige inventaris en apparatuur 4.027 3.964 Totaal afschrijvingen Jaarverslag SPOOR 2009

538.151

542.209

Rekening 2008 € 498.940

203.804 205.332 87.998 1.806 498.940

43

4.3 Huisvestingslasten Rekening 2009 Begroting 2009 € € 4.3.3 Onderhoud 212.798 215.915 4.3.4 Energie en water 429.655 265.136 4.3.5 Schoonmaakkosten 601.271 538.574 4.3.6 Heffingen 71.098 64.362 4.3.7 Dotatie onderhoudsvoorziening 519.036 394.817 Huisvestingslasten 1.833.859 1.478.804 4.4 Overige lasten 4.4.1 Administratie en beheerslasten 612.469 480.330 4.4.2 Inventaris apparatuur en leermiddelen 1.245.304 1.029.817 Overige lasten 1.857.773 1.510.147 Uitsplitsing 4.4.1 Administratie- en beheerslasten: • administratie en beheer 88.463 57.830 • accountantskosten 41.725 20.000 • kantoorkosten BMO 77.247 80.000 • huisvestingskosten BMO 114.623 105.000 • bestuurskosten 5.375 8.000 • advieskosten 193.104 140.000 • overige 91.932 69.500

612.469

Rekening 2008 € 220.889 407.105 639.451 71.858 345.416 1.684.719

524.607 1.176.383 1.700.990

83.909 38.094 79.704 115.696 6.000 100.033 101.171

480.330

524.607

4.4.2 Inventaris apparatuur en leermiddelen: • leermiddelen 390.306 349.489 • apparatuur 282.645 252.062 • reproductie 139.631 93.498 • overig 432.720 334.768

411.877 228.168 141.424 394.917

1.245.303 1.029.817 1.176.386 De huisvestingslasten wijken af ten opzichte van de begroting. Met name de hoge energiekosten en schoonmaakkosten zorgen voor de overschrijding. De normvergoeding van het Ministerie als vergoeding voor de energiekosten is bij lange na niet voldoende voor de dekking van deze kosten. De overschrijding van de schoonmaakkosten is in de tweede helft van het jaar afgenomen door afwikkeling van het oude, te dure, contract. In 2009 is SPOOR erin geslaagd een nieuw schoonmaakcontract voor een tijdelijke periode van 1 jaar af te sluiten Dit contract voldoet wel aan de kwaliteitseisen en zorgt voor een flinke besparing op deze post. Verder zijn er in 2009 wel extra schoonmaakkosten geweest voor wat betreft de verhuizing van OBS de Bloeiende Perelaar in Zuidoostbeemster. SPOOR heeft in 2009 een extra dotatie aan de onderhoudsvoorziening gedaan om de voorziening op peil te houden. Het onderhoudsservicebedrijf heeft in het verleden de kosten voor onderhoud te krap ingeschaald. Nu de onderhoudsplanning eind 2009 in eigen hand is genomen blijkt uit de eerste grondige schouwingen van de gebouwen dat de voorziening aan de lage kant is. Daarom is een extra dotatie van € 100.000 gedaan. 44


De advieskosten bestaan in 2009 voor een deel uit (juridische-) advieskosten van onze werkgeversorganisatie (€ 10.000) onder andere voor de nog lopende rechtszaken tegen de Gemeente Edam-Volendam, onderzoekskosten ten behoeve van de samenwerking met OPSO (€ 42.000) advisering inzake nieuwbouw (€ 26.000), onderwijs kwaliteitadvisering (€ 20.000) en advisering en controle voor schoonmaak (€ 78.505).

5 Financiële baten en lasten Rekening 2009 Begroting 2009 € € 5.1 Rentebaten 146.405 150.000 5.5 Rentelasten -142 - Financiële baten en lasten

Rekening 2008 € 220.998 -1.043

Saldo financiële baten & lasten 146.263 150.000 219.955 De in de loop van 2009 aflopende deposito’s hebben per saldo nog € 126.856 aan renteresultaat opgeleverd. Verder wordt verwezen naar het treasuryverslag (hoofdstuk 10.3). Voorstel resultaatbestemming Het exploitatiesaldo wordt naar gelang het resultaat toegevoegd of onttrokken aan het eigen vermogen. Voor 2009 betekent dat wordt voorgesteld om het resultaat ten laste van het eigen vermogen te brengen.


45

. Bezoldiging bestuurders Model H Bezoldiging van bestuurders Bestuur

Rekening 2009 €

Begroting 2009 €

5.375

Rekening 2008 €

8.000

6.000

De bezoldiging betreft louter onkostenvergoedingen. De bestuursleden ontvangen voor hun werkzaamheden geen arbeidsvergoeding. Uitsplitsing: S.J.P. van Geldorp _ 2.000 P.J. Huisman _ 1.000 H. van Netten _ 1.000 P.A. Cortenbach _ 875 G.J. Albers _ 500 Leden Spoor Bestuur: De heer S.J.P. van Geldorp (voorzitter) De heer P.J. Huisman (vice-voorzitter/secretaris) De heer P.A. Cortenbach (vice-voorzitter) (afgetreden in maart 2009) De heer G.J. Albers (afgetreden in januari 2009) Mevrouw H. van Netten De heer F. Erkens (aangetreden in september 2009) De heer R. Zaal (aangetreden in september 2009)

46


. Toelichting op het resultaat De analyse van het resultaat geeft een tekort ten opzichte van de begroting te zien. Het negatieve resultaat is ten opzichte van de begroting veroorzaakt door een aantal eenmalige posten, hogere werkgeverslasten, een lager leerlingaantal alsmede hoge schoonmaak- en energiekosten. Onderstaand een specificatie van een aantal grotere afwijkingen ten opzichte van de begroting 2009.

Afwijkingen t.o.v. begroting Personeelslasten Vergoedingen OCW, Financieringsresultaat Huisvestingslasten Administratie en beheerslasten Inventaris apparatuur en leermiddelen Overige baten

€ € € € € € €

975.467 979.136 3.737 355.054 132.139 215.487 386.893

(-) (+) (-) (-) (-) (-) (+)

Totaal tekort t.o.v. begroting

€

315.855

(-)

Personeelslasten De personele lasten zijn hoger uitgevallen door cao-verhogingen, pensioenpremiestijging en hogere werkgeverslasten dan begroot. Vanuit het Vervangingsfonds heeft een verrekening plaatsgevonden van betaalde premies en te ontvangen vergoedingen. Buiten een substantieel bedrag over 2009 bevat deze ook nog een bate ad € 155.863 over 2008 die nu in het resultaat over 2009 wordt verantwoord. Vergoedingen OCW en vervangingsfonds De vergoedingen van OCW zijn hoger door de gedeeltelijke doorvergoeding van de cao-verhogingen. Financieringsresultaat Het financieringsresultaat geeft een negatief resultaat van € 3.737 ten opzichte van de begroting. Zie voor een verdere uitleg hierover het treasuryverslag. Huisvestingslasten Dit zijn uitgesplitst de grotere posten: • 125.000 dotatie onderhoud • 165.000 energiekosten • 62.000 schoonmaak Hierbij is nog begroot op de budgetten die beschikbaar gesteld zijn in de lumpsum vergoeding. Deze zijn onvoldoende om de werkelijke lasten te dekken (zie verder toelichting op de begroting 2010 hoofdstuk 10.4). Administratie en beheerslasten De administratie en beheerslasten zijn hoger door extra support van ons administratiekantoor en flink hogere accountantskosten. Inventaris apparatuur en leermiddelen Deze posten zijn over de hele linie hoger uitgevallen. De grotere posten betreffen hier hogere ICT uitgaven € 30.473, kopieerkosten € 46.133, kantoorkosten school € 55.966, culturele vorming € 20.237 en leermiddelen en activiteiten € 39.564. Overige baten De overige baten zijn vooral hoger door vrijval van de BAPO ad € 97.232 lerarenbeurs € 20.000, zorgmiddelen via SWV € 27.000, overige personele vergoedingen, WAO gelden voor eigen rekening € 60.000 en verder tal van kleine baten van oud papier tot vergoedingen voor 1ste inrichtingen van leslokalen.


47

. Treasuryverslag Algemeen Conform de regeling “Beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek” (Regeling van de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen van 25 juli 2001, nr. FVE 2001/57965N) heeft SPOOR een door GIBO Onderwijs Registeraccountants beoordeeld treasurystatuut opgesteld, (bestuursbesluit d.d. 26 januari 2005) hierin wordt het treasurybeleid uiteengezet en een beschrijving gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treasuryfunctie.

Het jaar 2009 Treasury ontwikkelingen over de periode 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 Ontwikkelingen 2008 SPOOR is 1 januari 2009 begonnen met onderstaande deposito’s • € 2.000.000 looptijd 12 mnd begin 17-11-08 • € 750.000 looptijd 3 mnd begin 13-10-08 • € 50.000 looptijd 3 mnd begin 13-10-08 Vervolgens hebben onderstaande mutaties plaatsgevonden:

eind eind eind

17-11-09 13-01-09 13-01-09

rente rente rente

5,00% 5,28% 5,10%

• € 1.500.000 is op 13 januari vrijgekomen en overgeboekt naar een spaarrekening met vrij opneembaar saldo en variabele rente. • € 2.000.000 is op 17 november vrijgekomen en overgeboekt naar een spaarrekening met vrij opneembaar saldo en variabele rente. De spaartegoeden van Stichting Spoor zijn ondergebracht bij een drietal banken, te weten ING Bank, ABN en Rabobank. Per 31 december 2009 waren de middelen verdeeld volgens onderstaande staat.

ING Bank ABN Rabobank

€ € €

2.050.000 763.272 350.000

Totaal

€

3.163.272

De totale rentevergoeding over 2009 bedroeg € 146.405 (begroting € 150.000). Het bedrag dat oorspronkelijk werd begroot is niet gehaald door de lage rentestanden in 2009. De keuze om de spaarmiddelen te verdelen onder meerdere banken is enerzijds gemaakt uit rendementsoverwegingen en anderzijds uit risicospreiding. De turbulente internationale financiële omgeving maakt dat BMO SPOOR gehouden is om scherper op spreiding van financiële middelen te letten dan voorheen. SPOOR zal in 2010 conform het statuut scherp op de ontwikkelingen blijven letten.

48


. Begroting 2010 leerlingaantal 1 oktober jaar voorafgaand (T-1)

2010 4.979

2011 4.978

2012 4.865

2013 4.798

Baten: Rijksvergoedingen 21.763.928 22.000.188 21.849.096 Overige overheidsbijdragen 65.812 67.786 69.820 Overige baten 439.664 415.718 411.404

22.194.640 71.915 409.337

Totaal: Baten Lasten: Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Administratie- en beheerskosten Inventaris apparatuur en leermiddelen Overige instellingslasten Leermiddelen

22.269.404

22.483.693

22.330.320

22.675.891

19.341.583 610.695 1.424.275 448.370 262.675 439.252 383.500

19.223.406 614.913 1.466.763 461.821 270.501 446.798 394.926

18.743.125 559.002 1.481.150 475.676 272.291 449.756 397.540

18.389.301 545.254 1.504.574 489.946 276.598 456.869 403.827

Totaal: Lasten

22.910.350

22.879.128

22.378.539

22.066.368

50.000

50.000

50.000

50.000

-590.946

-345.436

1.781

659.523

Financiële baten Verlies (-/-) / Winst (+)

Toelichting op de begroting 2010 In tegenstelling tot de begroting 2009 zijn de beschikbare budgetten, die vanuit de lumpsum financiering als leidraad voor de begroting dienden, losgelaten. De budgetten blijken op gebied van energie, onderhoud en kopiëren onvoldoende om deze te kunnen realiseren. Dit betekent een verhoging van de materiële kosten voor een bedrag van € 250.000. De begrootte renteontvangsten op deposito’s zijn met € 100.000 verminderd in verband met de actuele renteverwachtingen. De bijdrage voor Bestuur en Management is nog tot augustus 2010 opgenomen. Na augustus 2010 is deze bijdrage door OCW wegbezuinigd. Dit betekent een korting van € 124.000 op de inkomsten over 2010. Een aantal personele verschuivingen op het BMO leidt op jaarbasis tot een besparing van € 100.000. Deze besparingen zijn in de begroting opgenomen. Op de scholen zijn tevens de gesprekken begonnen over de begroting in relatie tot de formatie 2010-2011, dit op basis van de salarisschalen en werkgeverslasten zoals nu bekend voor het jaar 2010. Samenvattend is de conclusie dat zonder beleidswijzigingen en besparingen SPOOR volgend jaar een begrotingstekort heeft van € 1.115.946. De meerjarenbegroting 2009-2012 presenteerde voor 2010 een tekort van € 537.666. Het verschil van € 578.280, in samenhang met de begrotingsoverschrijding van 2009, maakt een wijziging ten aanzien van het tempo en de aard van de besparingen onafwendbaar. In de begroting 2010 is derhalve nu apart een personeelsbesparing van € 300.000 opgenomen. Buiten deze besparing wordt er voor bovenschoolse activiteiten een bedrag ad € 100.000 nagestreefd. Revisie van onderhouden kopieercontracten moet € 175.000 op jaarbasis gaan bijdragen, waarvan € 125.000 in 2010. Hiervoor zijn de eerste stappen reeds gezet/ ondernomen. De begroting laat verder voor de komende jaren de ingeplande besparing op personeelslasten zien. SPOOR stuurt aan op een sluitende begroting in 2012 waarna in 2013 gestreefd moet gaan worden naar het herstellen van het weerstandsvermogen.


49

.

Accountantsverklaring

Aan: het bestuur van Stichting Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland en Oostzaan

ACCOUNTANTSVERKLARING Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2009 van Stichting Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland en Oostzaan te Purmerend bestaande uit de balans per 31 december 2009 en de staat van baten en lasten over 2009 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (WJZ/2007/50507). Tevens is het bestuur van de entiteit verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeen stemming dienen te zijn met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen. Deze verantwoordelijkheden omvatten onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante weten regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 171, vierde lid van de Wet op het primair onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht waaronder het onderwijscontroleprotocol OCW 2009. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

50


Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat alsmede het voor de naleving van de betreffende weten regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de entiteit. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de entiteit heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland en Oostzaan per 31 december 2009 en van het resultaat over 2009 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (WJZ/2007/50507). Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2009 voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in het onderwijscontroleprotocol OCW 2009 opgenomen relevante weten regelgeving, zoals opgenomen in paragraaf 2.2.2 referentiekader. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.

Arnhem, 1 juni 2010 Was getekend: drs. A.F.J. Van der Velden RA GIBO Registeraccountants B.V.


51

52

75.000 15.798 55.895 146.693

75.000 55.067 130.067

276.760

Scholing overblijf 2008-2009 diversen Vroegschoolse educatie 2008-2009 diversen Versterking cultuureducatie 2008-2009 diversen

Totaal aflopend

Geoormerkt en doorlopend na 31-12-2009 Scholing overblijf 2009-2010 diversen Versterking cultuureducatie 2009-2010 diversen

Totaal doorlopend

Totaal geoormerkt 114.088

-

- -

114.088

75.000 15.798 23.290

130.550

97.944

75.000 22.944

32.606

- - 32.606

100.570

-

- -

100.570

54.747 - 45.823

-

-

- -

-

- - -

OCW Geoormerkt en aflopend 31-12-2009 Omschrijving Jaar Kenmerk Bedrag Saldo 2008 Ontvangen Lasten Investering van toewijzing € € € € €

144.067

97.944

75.000 22.944

46.123

20.253 15.798 10.072

Saldo 2009 €

. Model G geoormerkte posten OCW


Bijlage Organigram

Directeur

Directeur MR

School

GMR

MR

…… 25 x

MR

School

Bestuursmanager

Bureau Management Ondersteuning

Bestuur

SPOOR-raad


53

Bijlage Overzicht geledingen per 31 december 2009 SPOOR-raad De heer P.C. Tange De heer J.C. Klaver De heer M.J. Prins De heer E. Taams Mevrouw G.H.M. Kroon Mevrouw J. Voermans Mevrouw A.G.B. Brom Bestuur De heer mr. S.J.P. van Geldorp De heer drs. P.J. Huisman De heer F.J. Erkens De heer drs. R. Zaal Mevrouw H. van Netten

Gemeente Wormerland, voorzitter Gemeente Beemster Gemeente Landsmeer Gemeente Oostzaan Gemeente Edam-Volendam Gemeente Zeevang Gemeente Waterland

Voorzitter Vice-voorzitter/secretaris

Bureau Management Ondersteuning De heer J.K. Hus Bestuursmanager De heer G.J. Albers Hoofd bedrijfsbureau De heer K. Swart Directeur onderwijs De heer H. Oudega Beleidsmedewerker ICT Mevrouw G. Stavenuiter Beleidsmedewerker personeel Mevrouw L. van de Wouw Coördinator Brede School Mevrouw I. Voorn Personeels- en salarisadministrateur Mevrouw M. Bregman Assistent controller Mevrouw C.J.A.M. Burggraaf-Grol Management assistent Mevrouw A. van Mourik Financieel administratief medewerker Mevrouw K. Aquino van Ede Financieel administratief medewerker Mevrouw K. van Hoof Coördinator vervangingspool en medewerker personeelszaken Mevrouw W. Krieger Administratief medewerker Mevrouw C. Jozefzoon Receptioniste

54


School OBS de Blauwe Morgenster OBS de Bloeiende Perelaar OBS de Bonte Klaver OBS de Piramide SBO de Botter OBS ‘t Tilletje OBS het Kraaiennest OBS Middelie OBS Prinses Beatrix OBS Meester Haye OBS de Fuut OBS de Gouwzee OBS de Havenrakkers OBS de Overhaal OBS H.M. van Randwijk OBS De Stap OBS Ds. J.L. de Wagemaker OBS de Fuik OBS de Rietkraag OBS Noorderschool OBS de Kweekvijver OBS Wijdewormer OBS de Harpoen OBS de Eendragt OBS Weremere

Brin 10VP 09IQ 11JO 09ES 18GL 18OZ 18QD 18SF 18TA 18UD 18JD 18MH 18JE 18KX 11GT 09ZP 09DS 11SO 18LU 18NH 18KJ 04IA 18EP 18MN 18NU

Naam directeur: De heer J.H. Mastenbroek De heer F. van der Lee Mevrouw C. van den Berg De heer J. Beugel De heer D. Bosch De heer D. Knip De heer C. Rijken Mevrouw T.L. Hoomoedt Mevrouw T.L. Hoomoedt De heer D. Knip Mevrouw C. Steur De heer R. Narold De heer R. Rozeboom De heer R. Rozeboom De heer C. Amsing (a.i.) De heer E. Engbrenghof De heer P.J.M. Kuijs Mevrouw A. ter Brake Mevrouw M. Selij Mevrouw J.C. v.d. Lippe De heer H.H. Straatmijer De heer K. van Waaijen De heer K. van Waaijen Mevrouw E.G. Heistek Mevrouw E.M. de Boer

Adres: Nic. Cromhoutlaan 2 Wouter Sluislaan 10 Middenweg 49A Langemeerstraat 14A H. Dirkszstraat 27 Warder 126/128 Tunnelpad 7 Middelie 92 Kwadijk 92 Beets 52 Avegaar 85 Pierebaan 7 Nieuwland 32 Zuiderwouder Dorpsstraat 41 Gruttostraat 3 Ds. M.L. Kingstraat 2d Poortwachtersweg 3 Den Ilp 88 Rietschoot 342 De Haal 44 Paling 2 Noorderweg 162 Weiver 2 Zandweg 15 Spijtstraat 28

Postcode 1462 JL 1461 AC 1463 HC 1135 JE 1135 HL 1473 PH 1474 MH 1472 GT 1471 CE 1475 JD 1141 JL 1141 GV 1151 BA 1153 PD 1452 XH 1121 CP 1121 JX 1127 PH 1511 WW 1511 AS 1511 LK 1456 NP 1546 LB 1531 EB 1531 SH

Plaats Middenbeemster Zuidoostbeemster Noordbeemster Edam Volendam Warder Oosthuizen Middelie Kwadijk Beets Monnickendam Monnickendam Broek in Waterland Zuiderwoude Ilpendam Landsmeer Landsmeer Den Ilp Oostzaan Oostzaan Oostzaan Wijdewormer Jisp Wormer Wormer

Bijlage


55

Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Naam GMR Lid Mevrouw C. Bleesing Mw. D. Verrijk De heer T. Conijn Mw. H. Pekelharing Mw. I. Schipper-Scalé Mw. M. Buizer Dhr. N. Bonenkamp Mw. L. Meijn VACATURE Mw. I. Wilharm Mw. A. van de Weijenberg Mw. S. Corver Mw. S. Bakker Mw. J. Huiberts De heer C. Hengstman

56

P/O O P O P P P O O P P O P O P O

Naam gemeente Beemster (voorzitter) Beemster Edam/Volendam (penningmeester) Edam/Volendam Edam/Volendam (kwaliteitszetel) Landsmeer Landsmeer Oostzaan Oostzaan Waterland Waterland (secretaris) Wormer Wormer Zeevang Zeevang


Bijlage Leerlingentellingen School OBS De Blauwe Morgenster OBS De Bloeiende Perelaar OBS De Bonte Klaver OBS De Piramide SBO De Botter OBS ‘t Tilletje OBS Het Kraaiennest OBS Middelie OBS Prinses Beatrix OBS Meester Haye OBS De Fuut OBS De Gouwzee OBS De Havenrakkers OBS De Overhaal OBS H.M. van Randwijk OBS De Stap OBS Ds. J.L. de Wagemaker OBS De Fuik OBS De Rietkraag OBS Noorderschool OBS De Kweekvijver OBS Wijdewormer OBS De Harpoen OBS De Eendragt OBS Weremere Totaal aantal leerlingen:


1 oktober 2007

1 oktober 2008

1 oktober 2009

423 233 54 302 69 98 360 91 78 67 221 194 258 67 131 311 228 91 267 88 386 164 120 408 419

408 224 47 321 69 97 346 88 74 66 225 188 284 65 130 307 218 85 270 91 366 164 110 410 400

398 228 49 314 58 91 339 82 71 60 228 176 300 71 125 303 216 79 274 89 338 162 114 419 394

5.128

5.053

4.980

57

Bijlage Ziekteverzuim %

Ziekteverzuim per ultimo 2009 8,00

Legenda: Ziektepercentage (Het actuele percentage van de betreffende maand) Voortschrijdend ziektepercentage (Het gemiddelde percentage van de afgelopen 12 maanden)

6,00

4,00

2,00

Jaar Maand 2009 januari 2009 februari 2009 maart 2009 april 2009 mei 2009 juni 2009 juli 2009 augustus 2009 september 2009 oktober 2009 november 2009 december

58

Ziektepercentages 7,52% 6,04% 5,99% 5,82% 5,24% 6,02% 3,47% 3,40% 6,02% 5,76% 7,05% 6,07%

2009 december

2009 november

2009 oktober

2009 september

2009 augustus

2009 juli

2009 juni

2009 mei

2009 april

2009 maart

2009 februari

2009 januari

0,00

Voortschrijdend ziektepercentage 5,72% 5,59% 5,57% 5,53% 5,56% 5,69% 5,68% 5,59% 5,63% 5,65% 5,75% 5,69%


Leeftijdsverdeling 01-01-2009

Vrouw

Man

140 120 100 80 60 40 20 0

OOP

OP 15 tot

OOP

OP 25 tot

DIR

OOP 35 tot

OP

DIR

OOP 45 tot

Leeftijdscategorie Classificatie Classificatie Omschrijving 15 tot 25 jaar OOP Onderwijs ondersteunend personeel OP Onderwijzend Personeel 25 tot 35 jaar OOP Onderwijs ondersteunend personeel OP Onderwijzend Personeel 35 tot 45 jaar DIR Directieleden OOP Onderwijs ondersteunend personeel OP Onderwijzend Personeel 45 tot 55 jaar DIR Directieleden OOP Onderwijs ondersteunend personeel OP Onderwijzend Personeel 55 tot 64 jaar DIR Directieleden OOP Onderwijs ondersteunend personeel OP Onderwijzend Personeel 65+ jaar OP Onderwijzend Personeel Totaal


DIR

OP

OOP 55 tot Vrouw 3 15 1 57 1 13 60 10 24 115 4 8 70 1 382

OP

OOP 65+ jaar Man 0 0 0 12 1 1 3 3 2 8 14 2 30 0 76

Totaal 3 15 1 69 2 14 63 13 26 123 18 10 100 1 458

59

Leeftijdsverdeling 31-12-2009

Vrouw

Man

140 120 100 80 60 40 20 0

OOP

OP 15 tot

OOP

OP 25 tot

DIR

OOP 35 tot

OP

DIR

OOP 45 tot

Leeftijdscategorie Classificatie Classificatie Omschrijving 15 tot 25 jaar OOP Onderwijs ondersteunend personeel OP Onderwijzend Personeel 25 tot 35 jaar OOP Onderwijs ondersteunend personeel OP Onderwijzend Personeel 35 tot 45 jaar DIR Directieleden OOP Onderwijs ondersteunend personeel OP Onderwijzend Personeel 45 tot 55 jaar DIR Directieleden OOP Onderwijs ondersteunend personeel OP Onderwijzend Personeel 55 tot 64 jaar DIR Directieleden OOP Onderwijs ondersteunend personeel OP Onderwijzend Personeel Totaal

60

DIR

OP

OOP 55 tot Vrouw 3 18 4 61 1 13 59 10 24 114 4 9 66 386

OP 65+ jaar Man 0 0 1 15 1 3 4 4 2 8 13 2 28 81

Totaal 3 18 5 76 2 16 63 14 26 122 17 11 94 467


Bijlage Verklaring gebruikte afkortingen ABB ABP BIO BMO CAO CFI CITO FTE GMR MR NIO OBS OCW OPSO PABO PZ SBO SPOOR SV SWV UWV WAO WND WOT WSNS ZW

Administratie, Beheer en Bestuur Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds Beroepen in het onderwijs Bureau Management Ondersteuning Collectieve arbeidsovereenkomst Centrale Financiële Instellingen Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling Fulltime eenheid Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Medezeggenschapsraad Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau Openbare basisschool Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Purmerend Pedagogische Academie Basisonderwijs Personeelszaken School voor speciaal basisonderwijs Stichting Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland & Oostzaan Sociale Verzekeringen Samenwerkingsverband Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzekeringen Wet Arbeidsongeschiktheid Waarnemend directeur Wet Onderwijs Toezicht Weer Samen Naar School Ziektewet


61

62


Colofon Datum publicatie 1 juli 2010 Het jaarverslag is vastgesteld door het bestuur op 10 juni 2010 Teksten Gerrit Jan Albers Mieke Bregman Jan Hus Hans Oudega Gré Stavenuiter Interviews Astrid van de Weijenberg Fotografie Human Touch Photography Wilbert van Woensel Vormgeving en Druk Rijser Grafische Communicatie, www.rijser.nl Jaarverslag SPOOR 2009

63

9 0 0 2 g a l s r Jaarve

Stichting Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland & Oostzaan Stationsweg 23, 1441 EJ Purmerend • Postbus 200, 1440 AE Purmerend Tel.: 0299 411 270 • Fax: 0299 411 279 • E-mail: [email protected] • Website: www.stichtingSPOOR.nl 64


Jaarverslag Stichting Primair Openbaar Onderwijs in de Regio Waterland & Oostzaan

Recommend Documents