JAARVERSLAG
2013
*)
van de Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein (SKPON)
*) tevens opgenomen in het bestuursverslag (volgens richtlijnen RJ660)
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
In dit jaarverslag wordt aandacht besteed aan de financiële (en inhoudelijk ) activiteiten van de Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein (SKPON) in het jaar 2013. De jaarrekening 2013 is opgesteld door Dyade (kantoor Ede). Onder het bevoegd gezag van SKPON (bestuursnummer 61517), vallen op 31 december 2013 vijf Brinnummers: Locatie
Brinnummers
Christoffel Lucas Batau
11QK
Vroonestein Vogelnest
12 BG
De Tweeklank
12 KO
De Schouw
12 ZO
Lucas Galecop
27PW
Aan het begin van het boekjaar had de stichting zes Brinnummers, maar met ingang van 1 augustus 2013 is het Brinnummer 11 EA vervallen en is de locatie Christoffel een nevenvestiging geworden van de Lucas Batau (11QK)
1. Beleidsuitgangspunten Visie Een SKPON-school biedt aan elke leerling onderwijs dat nodig is, zodat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Om dit te realiseren werken deze scholen met hooggekwalificeerde medewerkers in een lerende en uitdagende organisatie. De SKPON-scholen staan midden in de samenleving en hebben samenwerking hoog in het vaandel staan, zowel intern (door leerlingen, medewerkers en ouders) als extern (met ketenpartners in het onderwijs en de zorg). De SKPON biedt hiervoor een krachtige en degelijke organisatie, waarin de voorwaarden om tot een hoge kwaliteit van onderwijs te komen efficiënt, eigentijds, transparant en effectief zijn vormgegeven. Scholen behouden hierbinnen het recht op hun eigenheid. Missie De SKPON richt zich op kwalitatief hoogstaand onderwijs op maat van de leerling. Goede leerresultaten worden bereikt in een levensbeschouwelijke en pedagogische context die zich kenmerkt door: de nadruk op een integrale ontwikkeling van verstandelijke, sociale, morele en creatieve kwaliteiten; waarden en normen vanuit een katholieke onderwijstraditie; een duidelijk zorgprofiel op basis waarvan leerlingen op de meest passende plek hun onderwijs genieten; een stimulerende en eigentijdse leeromgeving, waarbinnen leerlingen veiligheid en vertrouwen ervaren. een scherp gedefinieerd profiel, van waaruit de school haar activiteiten vormgeeft en zich onderscheidt van anderen.
Bestuursverslag 2013
2
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
Kernpunten Om de doelstellingen te bereiken richt de SKPON haar inspanningen op: het centraal stellen van de leerling. In alles wat ondernomen wordt binnen de scholen wordt de vraag gesteld: wat heeft de leerling hieraan? het verzorgen van een onderwijsaanbod dat is afgestemd op de ontwikkelingsbehoeften van de leerlingen. Hierbij staat centraal dat leerlingen zich optimaal ontwikkelen en leren hun talenten in te zetten in een actief ontwikkelingsproces. Dit moet leiden tot hoge opbrengsten; het werken met hooggekwalificeerde medewerkers. Daarbij is er zicht op de individuele loopbaanontwikkeling van iedere medewerker. Er vindt opbrengstgerichte scholing plaats. Daarbinnen wordt voldoende gebruikgemaakt van de mogelijkheden van mobiliteit; het realiseren van een onderscheidend profiel van de afzonderlijke scholen. Elke school heeft of ontwikkelt een eigen, onderscheidend en uitdagend profiel, waarmee de school ‘smoel’ in de wijk en in de stad heeft. Binnen dat profiel is sprake van constante ontwikkeling vanuit een proactieve houding; het functioneren als een betrouwbare ketenpartner. Zowel intern als extern kunnen SKPON-medewerkers aangesproken worden op hun eigen en hun gezamenlijke verantwoordelijkheid. Daardoor is de stichting een aantrekkelijke werkgever met aantrekkingskracht voor jonge talenten; het samenwerken met ouders/verzorgers. SKPON ziet ouders, leerlingen en maatschappelijke organisaties werkelijk als partners bij het bepalen en verder vormgeven van onze ontwikkelingskoers passend en opbrengstgericht onderwijs; het werken met een professionele bedrijfsvoering. De huidige maatschappelijke en politieke context maakt het noodzakelijk dat schaarse middelen efficiënt worden ingezet. Een professionele vormgeving van de bedrijfsvoering is randvoorwaardelijk voor de kwaliteit van het onderwijs; het werken binnen de door het directeurenoverleg bepaalde budgetten die voor het primaire proces zijn vrijgemaakt. Hiermee wordt mogelijk gemaakt dat kinderen in een krachtige, uitdagende en moderne leeromgeving leren en leven en dat medewerkers werken in een prettige en gezonde werkomgeving; een hoge mate van transparantie en kwaliteit in haar doen en laten. Het intern toezicht is goed en efficiënt geregeld (code Goed Bestuur) op basis van gedegen informatie, ondersteund door een goed functionerend ‘managementinformatiesysteem’. Verantwoordelijkheden zijn zo laag mogelijk in de organisatie neergelegd. Door regelmatige en accurate evaluaties en rapportages kan de kwaliteit geborgd worden; een werkwijze volgens het principe “centraal wat moet, decentraal wat kan”. In het onderwijs moeten we ‘meer met minder’: een hoge kwaliteit met steeds minder middelen. Het gaat dus om een efficiënte besteding van de beschikbare middelen. In veel gevallen biedt centralisering van taken en verantwoordelijkheden een hogere efficiëntie en effectiviteit. De stichting is daarbij leidend.
Bestuursverslag 2013
3
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
2. Organisatie De stichting SKPON De rechtspersoon van het bevoegd gezag is een stichting. De stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein is op 18 maart 1968 opgericht en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder dossiernummer 41179439. Op 6 november 2012 zijn de statuten (die voor het laatst waren aangepast in het jaar 2000) gewijzigd, waarbij de stichting over is gegaan naar een “College van Bestuur- Raad van Toezicht” Model. College van Bestuur en Raad van Toezicht In 2012 is het bevoegd gezag komen te liggen bij het College van Bestuur (CvB) en is de Raad van Toezicht (RvT) geïnstalleerd als toezichthouder en werkgever van het College van Bestuur. Organigram (dd. 31-12-2013)
RvT Stafbureau CvB
Directeur
Directeur (a.i.)
Directeur
Directeur
Christoffel
Lucas Batau
Lucas Galecop
Vogelnest
Vroonestein
Schouw
Tweeklank
11QK
11QK
27PW
12BG
12BG
12ZO
12KO
Taken en verantwoordelijkheden De voorzitter van het CvB (de bestuurder) is verantwoordelijk voor het dagelijks beleid van de stichting. Hij wordt door de RvT aangesproken op de hoofdlijnen van het te voeren en gevoerde beleid. De bestuurder wordt bijgestaan door een staf (voor financiële, personele en organisatorische zaken) en delegeert -waar mogelijk en wenselijk- verantwoordelijkheden en bevoegdheden naar die staf en de directeuren van de scholen. De bestuurder voert de werkzaamheden uit, die liggen op het terrein van strategisch en inhoudelijk beleid, inclusief de onderwijskundige ontwikkelingen en de kwaliteitszorg. De bestuurder is voor alle managementtaken eindverantwoordelijk. In overlegsituaties kan zij/hij zich bij laten staan door stafleden. De bestuurder en stafleden vormen samen het bovenschools managementteam (BM). Wat betreft de verdeling van de werkterreinen en de daarbij horende taken functioneert het BM collegiaal. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) overlegt met de bestuurder. De medezeggenschapsraad (MR) overlegt met de directeur en locatieleider van de locatie. De stichting kent als belangrijke instantie het Directieoverleg (DirO) hierin zijn alle directeuren en het BM vertegenwoordigd.
Bestuursverslag 2013
4
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
Het directeurenoverleg oefent onder leiding van de bestuurder diverse taken uit, waaronder het leveren van een substantiële bijdrage aan de beleidsvoorbereiding en besluitvorming en daarnaast afstemming inzake implementatie van met name centrale besluiten. De bijdrage van het DirO bij het tot stand komen van beleid geschiedt op basis van kwaliteitsargumenten, gelijkwaardigheid en draagvlak onder directies en het BM. De stichting kent de mogelijkheid om commissies en expertisegroepen voor een bepaalde periode in te stellen. Medewerkers en ouders kunnen er deel van uitmaken. Externe ondersteuning is hierbij mogelijk, evenals externe advisering. Voor zover deze groepen taken hebben op stichtingsniveau rapporteren ze de resultaten van hun werkzaamheden rechtstreeks dan wel via de staf en/of het DirO, aan de bestuurder. Bevoegdheden De verhoudingen tussen RvT, voorzitter CvB en directeuren is verankerd in de statuten en vastgelegd in een managementstatuut. In strategisch en/of beleidsmatig zin formuleert het BM operationele keuzes op stichtingsniveau, voortvloeiend uit het strategisch beleidsplan. De koers wordt daarmee in hoofdpunten vastgelegd en is veelal meer inhoudelijk dan financieel van aard. Op basis van deze uitgangspunten voert de stichting beleid en stelt (meerjaren)begrotingen op. De bestuurder stelt een (meerjaren)begroting voor het bovenschoolse budget op. Dit budget wordt op bovenschools niveau geformuleerd en beheerd. (zie ook: financieel beleid). De stichting kiest voor een integraal schoolmanagement dat zich ondernemend opstelt. Het integrale schoolmanagement wordt uitgeoefend via de directeur en locatieleider (adjunctdirecteur) op schoolniveau. Op locatieniveau is er voor de lokale verdeling van de werkzaamheden veelal een managementteam waar de directeur, locatieleider IB-er en bouwcoördinatoren deel van (kunnen) uitmaken. Binnen een door de stichting vastgesteld kader kan de taakverdeling op schoolniveau per locatie verschillen. De bestuurder houdt toezicht op de scholen via de directeur van elke school, evalueert de stand en gang van zaken en is verantwoordelijk voor het realiseren van passende ondersteuning. Organisatie ontwikkeling (het streefbeeld) Binnen de stichting is in het 2011 vastgesteld dat het uiteindelijke organisatiemodel erop gericht is om naast de voorzitter van het College van Bestuur voor de gehele stichting er per twee of maximaal drie locaties één directeur verantwoordelijk is. Op iedere locatie is een locatieleider die samen met de meerschoolsdirecteur verantwoordelijk is voor de dagelijkse gang van zaken. Het beleid is erop gericht dat de wijze waarop deze organisatievorm gestalte krijgt niet geforceerd plaats vindt dat via de “natuurlijke weg” tot stand zal komen. In het schooljaar 2012-2013 is de stichting gestart met 4 directeuren voor respectievelijk de locatiecombinaties: Lucas Batau/ Christoffel, Vroonestein/ Vogelnest en Schouw/ Tweeklank. De locatie Lucas Galecop wordt geleid door een (interim-)directeur. Op alle locaties was een locatieleider (al dan niet in de vorm van een adjunct-directeur) aanwezig. Samenstelling College van Bestuur en Raad van Toezicht Het (eenhoofdig) College van Bestuur werd bemand door: Dhr. T. J. Klinkien De raad van Toezicht had eind 2013 de volgende samenstelling: Dhr. J.G. Beemer (voorzitter) Mevr. S.E.A. van Gorsel Mevr. J.E.M. van Langeraad-Goes Mevr. M.D.W. Smit-van Valkenhoef Dhr. F.J. Seller Dhr. G.S. Stevens Dhr. E.M. van der Voort Bestuursverslag 2013
5
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
Bij de samenstelling van de Raad van Toezicht wordt nadrukkelijk rekening gehouden met een brede en evenwichtige samenstelling, die recht doet aan de expertise die nodig is om kwalitatief goed toezicht te houden. Conform de statuten kunnen de parochie en de GMR een voordracht doen voor een lid van de Raad. De Raad van Toezicht wordt in haar werkzaamheden bij gestaan door een (ambtelijk) secretaris, die door de stichting ter beschikking wordt gesteld. Onkostenvergoeding In 2013 hebben bovengenoemde bestuursleden geen beroep gedaan op een onkostenvergoeding, voor de geleverde werkzaamheden en de werkelijk gemaakte kosten. Bestuurlijke samenwerking De stichting heeft aangegeven samenwerking te zoeken met ander besturen in de regio het liefst binnen de gemeente Nieuwegein. Evenals in 2012 hebben in 2013 een aantal oriënterende gesprekken plaats gevonden, met mogelijke samenwerkingspartners. Eind 2013 heeft dat geleid tot een afspraak om met één partner uit de regio een nadere verkenning te doen naar de voor en nadelen, de kansen en bedreigingen van een intensieve samenwerking. Beleid t.a.v. verbonden partijen Het bevoegd gezag neemt deel het samenwerkingsverband Stichting Centrale Dienst Nieuwegein. In de jaarrekening wordt dit toegelicht op pagina 58.
Bestuursverslag 2013
6
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
3. Financieel beleid interne risicobeheersings- en controlesysteem De stichting acht het van belang dat onderstaande punten voldoende tot hun recht komen: transparantie, verantwoording en motivering onafhankelijkheid vertrouwen integriteit en gelijke behandeling financiële deugdelijkheid Op financieel gebied wordt gebruikt gemaakt van de planningsinstrumenten zoals (meerjaren)begroting, bestuursformatieplan, investeringsplannen en onderhoudsplannen. De controle-instrumenten zijn de tussentijdse managementrapportages die worden opgesteld door het administratiekantoor, de zgn. soft-closes en de jaarrekening, welke wordt gecontroleerd door de accountant. Gekoppeld aan de personele, materiële en onderwijsinhoudelijke activiteiten worden de financiële rapportages besproken door de bestuurder en/of stafmedewerker financiën met de directeur van de school. Op basis van die gesprekken vinden noodzakelijke bijstellingen plaats en worden begrotingsvoorstellen opgesteld. Op operationeel niveau worden schoolkeuzes vertaald in een schoolplan/werkplan. Op een schoolbegroting (meerjarenplan) worden de diverse schoolkeuzes beargumenteerd en van een prijskaartje voorzien. Hoewel de budgetten in de eerste plaats inhoudelijke taakopdrachten en pas daarna financiële taakstellingen zijn, spelen gezien de financiële situatie van de stichting ook wel degelijk geldelijke motieven een rol bij de uitwerking van de plannen. De budgethouders (de bestuurder en de schooldirecties) en het administratiekantoor voeren hun activiteiten uit binnen de gestelde procedures en administratieve regels. Tussentijdse informatie en evaluatie moeten zorgen voor tijdige bijsturing en voorbereiding van volgende projecten, begrotingen, etc. De directeuren zijn budgethouder voor hun locatie(s). Binnen de taakstellende begroting zijn zij verantwoordelijk voor bestedingen en reserveringen. De scholen dragen een deel van hun budget af op bovenschoolsniveau voor de bekostiging van stichtingsbrede activiteiten en/of voor het oplossen van specifieke materiele en personele knelpunten op schoolniveau. Begrotingsuitgangspunten en -systematiek De begroting stelt kaders voor omvang en kosten van de formatie. Op deze manier worden personeel en financieel beter aan elkaar gekoppeld. De begroting is een zo goed mogelijke inschatting van inkomsten en kosten op basis van vaste uitgangspunten en verwachtingen voor meerdere jaren. Te voorzichtig begroten (de uitgaven worden onderschat) doet geen recht aan de kinderen en de medewerkers. Het te ruim begroten van verwachte opbrengsten zorgt voor instabiliteit en beperkingen in de flexibiliteit met name bij krimpsituaties. Met name de leerlingenprognoses moeten dus wel realiteitswaarde hebben, anders ontstaat er een probleem in de financiering. Een begroting is een instrument om beleidsvoornemens op basis van gemeenschappelijk gedragen strategische doelen mogelijk te maken. Begroten wordt meer en meer het beantwoorden van de vraag: “hoeveel hebben de stichting en de scholen/locaties nodig voor een adequate (meerjaren) exploitatie om die (strategische) doelen te bereiken”? De financiën voor de locaties en het bovenschoolsmanagement komen beschikbaar op basis van begrotingen en verwacht resultaat. De begroting is gebaseerd op het kalenderjaar. De financiering van de locaties, zeker voor personeel, is op basis van daadwerkelijke leerlingenaantallen (T=0) en op realistische verwachtingen van de toekomst (T+1, T+2). Ook de materiele begroting is gekoppeld aan een inschatting van de te maken kosten gekoppeld aan (jaar- of meerjaren)plannen, ook hier spelen leerlingenaantallen een centrale rol. Leerlingenaantallen worden geprognosticeerd voor meerdere jaren. En er wordt geanticipeerd op krimp, (natuurlijk) verloop en mobiliteit van personeel. Dat betekent o.a.
Bestuursverslag 2013
7
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
dat scholen met een krimp minder middelen ontvangen dan waar ze in de “oude” situatie (= T-1) recht op hadden, scholen met een groei ontvangen juist meer. Daar waar mogelijk zal een deel van de personele en materiële middelen flexibel worden om te kunnen inspelen op specifieke situaties. Door regelmatig, per kwartaal, soft-closing toe te passen kan tijdig (door kleine ingrepen) worden bijgestuurd. Lange termijn denken blijft bij tussentijdse aanpassingen in de begroting richtinggevend. De directies zijn integraal verantwoordelijk voor eigen school/locatie. De managementrapportages hebben een nadrukkelijke financiële component. Verantwoording Motivering en onderbouwing van balans tussen inkomsten en uitgaven vindt plaats middels het managementafspraken in de vorm van een personele en materiele begroting. Bij de accordering van deze begroting door het directeurenoverleg spreekt zij zich daarmee uit over de zowel de particuliere verantwoordelijkheid van de school als de inzet van de stichting als geheel. Hiermee wordt deze begroting ook een sturingsinstrument voor de school als eenheid als de stichting. Budgetten worden aan de scholen/locaties en het stafbureau toegekend en exploitatiesaldi worden per school/locatie/ staf geadministreerd. De bekostiging wordt op een centraal rekeningnummer “ontvangen”, maar administratief op de kostenplaatsen van de scholen/locaties/staf verwerkt aan de hand van hun begroting. De begroting maakt een onderscheid in kosten en uitgaven op het niveau van de locatie en het bovenschoolse niveau (stichtings brede activiteiten en innovatie/ frictie op stichtingsdan wel schoolniveau/ reserveringen voor kosten die scholen zelf niet of nauwelijks kunnen beïnvloeden) en voor het bovenschoolsmanagement (personeel en materieel). Op bovenschoolsniveau is een bedrag begroot voor niet of nauwelijks op school-/ locatieniveau te beïnvloeden factoren zoals BAPO, ziekteverlof, kosten individuele coachingstrajecten, specifieke aanpassingen ivm handicaps etc. Treasury en financieel beheer De eerdere afspraken rond het financieel beheer is vervangen door een uitgewerkt treasurystatuut. Dit is in februari 2011 geaccordeerd Procedures De idealiter te volgen procedure per kalenderjaar is hieronder weer gegeven: Maand Activiteit Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
Mogelijkheid tot inlevering facturen van het afgelopen boekjaar. Afsluiting financiële administratie vorig boekjaar Concept begroting budget personeelsbeleid en personeelsbudget Mogelijkheid tot correctie voorlopige jaarcijfers Concept jaarrekening. Vaststellen begroting budget personeelsbeleid en personeelsbudget Accountant Managementrapportage januari t/m april Vaststellen begroting budget personeelsbeleid en personeelsbudget Vaststellen jaarrekening + verklaring accountant door CvB en RvT -Managementrapportage mei t/m juli -Actualiseren concept jaarbegroting Jaarbegroting ter advies naar GMR (MR’en) Managementrapportage augustus t/m oktober Vaststellen jaarbegroting door CvB en RvT
Bestuursverslag 2013
8
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
Gezien de onzekere situatie aangaande de prognoses van de verwachte leerlingenaantallen en daar aangekoppelde formatie loopt deze planning met name voor het definitief vaststellen van de begroting soms enige vertraging op. Binnen het meerjaren financieel beleidsplan stelt de directeur van de school jaarlijks, in overleg met de functionaris financiële zaken, in november een voorstel op voor een begroting. De functionaris financiële zaken voegt de schoolbegrotingen samen en voegt daarbij zijn voorstel voor de bovenschoolse begrotingsposten inclusief de begrotingsposten voor het College van Bestuur, het stafbureau c.q. Raad van Toezicht. Ook wordt aan de leden van de GMR gevraagd hun oordeel uit te spreken over de begroting. Nadat de bestuurder en de RvT de schoolbegrotingen, de bovenschoolse begroting, de bestuursbegroting (inclusief stafbureau) hebben vastgesteld, zijn de bestuurder en de directeur bevoegd tot het aangaan van verplichtingen binnen de vastgestelde begrotingsposten. Uitgaven boven de € 10.000, - melden de directies een maand vooraf aan het bovenschoolsmanagement. Dit in verband met de liquiditeit. Aan de hand van de managementsrapportages per kwartaal bewaken de functionaris financiële zaken en de schooldirecteur het gevoerde financiële beleid op schoolniveau en de functionaris financiële zaken en de bestuurder het gevoerde financiële beleid op bovenschools niveau. Tenminste eenmaal per jaar brengt de bestuurder verslag uit aan de RvT over het gevoerde financiële beleid op school- en bovenschools niveau. Planning en controlecyclus De planning en controlecyclus zijn gebaseerd op heldere begroting- en formatieregels binnen een transparant besluitvormingsproces. De bovenschoolse managementrapportages worden geïntegreerd (personeel, materieel en huisvesting) gepresenteerd. De budgettering is inzichtelijk en gericht op het te verwachten resultaat. De tussentijdse monitoring is altijd een combinatie van resultaat en prognose over de budgetperiode. De uitputting van de operationele budgetten (formatieplannen en decentrale materiële en personele schoolbudgetten) zijn via het administratiekantoor dagelijks digitaal beschikbaar voor de schooldirecteuren. De structuur van het financiële beheer is weergegeven in onderstaand overzicht activiteiten
voorbereiden/ overleggen besluiten/ uitvoeren besluiten (G)MR vaststellen
Opstellen meerjaren financieel beleidsplan bovenschools per school Opstellen voorschriften financieel beheer Opstellen model begroting en jaarrekening Opstellen Meerjarenbegroting bovenschools totale begroting per school Opstellen jaarbegroting bovenschools totale begroting per school
Ff Dir Ff Ff
Ff/CvB Dir Ff/CvB Ff/CvB
CvB/ RvT Dir/Ff CvB CvB
Ff Dir Ff Ff
Ff Dir
Ff/CvB Dir
RvT Dir/Ff
Ff. Dir
Ff Dir/Ff
Ff.CvB Dir
CvB/ RvT Dir/Ff
Ff Dir
Opstellen jaarrekening bovenschools totale begroting per school
Ff Dir
Ff/CvB Dir
CvB/ RvT Dir/Ff
Ff Dir
Bewaking kredieten en budgetten bovenschools per school
Ff Dir
Ff Dir
Ff/CvB Ff/Dir
Ff. Dir
Beschikkingsbevoegdheid diverse budgetten Accountantscontrole
Ff
CvB CvB/ RvT
Ff Ff
Ff. Dir.
Staffunctionaris financiën Schooldirecteur
CvB RvT
Bestuursverslag 2013
Bestuurder Raad van Toezicht
9
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
Resultaten en analyse De analyse van de financiële gegevens laat een beeld zien dat aanmerkelijker positiever uitvalt dan op basis van de begroting 2013 mocht worden verwacht. Dit wordt veroorzaakt door de extra gelden die in december in het kader van het zogenaamde “het herfstakkoord” en het “najaarsoverleg” zijn overgemaakt. Dat betekende concreet dat er voor het jaar 2013 ongeveer € 333.000 extra is binnengekomen en toegevoegd kon worden aan de lumpsum. Gecombineerd met het verwachte verlies van €189.000 zal dat een batig saldo moeten opleveren van ruim € 144.000. De cijfers geven een overschot aan van ruim € 141.000. Dat betekent dat de voorgenomen begroting op hoofdlijnen gevolgd is. Meer in detail zien we dat evenals in de voorgaande jaren zich nu een zorg blijft manifesteren over de -niet direct beïnvloedbare - materiele kosten, waaronder zaken als afschrijvingen, huisvestingslasten en licenties. De personele lasten zijn in vergelijking met 2012 met ruim € 123.000 (1,9%) gedaald, terwijl de overige instellingslasten te laag zijn begroot. Vooral posten als schoonmaak, klein onderhoud en de aanschaf van leermiddelen zijn hoger uitgevallen dan de verwachting. Los van de meevaller vanuit “het herfstakkoord” en het “najaarsoverleg” zijn de baten een fractie te weten 0,68% (± € 50.000) hoger uitgevallen dan voorgenomen. De renteopbrengsten waren goed ingeschat. De lasten waren 0,74 % (± € 55.000) hoger dan verwacht. Rekening houdend met deze gegevens is ook de begroting van 2014 opgesteld. Mede gezien het overschot van 2013 en de te verwachten inkomsten voor 2015 waarin een vergelijkbaarbedrag als eind 2013 aannemelijk is, is gekozen voor een negatieve uitkomst van ongeveer €175.000. Op basis van de prognoses zal die uitkomst geen nadelige invloed hebben op de vermogenspositie van de stichting. (zie hiervoor ook de continuïteitsparagraaf) Samenvatting exploitatiecijfers 2013 (in vergelijking met 2111 en 2012 Realisatie 2011
Realisatie 2012
Realisatie 2013 (R)
Begroting 2013 (B)
Verschil R-B Verschil R-B (in €) (in %)
Baten Rijksbijdragen OC&W Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
7.445.714 92.141 110.905 7.648.760
7.494.031 81.381 117.216 7.692.628
7.560.668 77.869 89.176 7.727.713
7.189.427 69.125 85.696 7.344.248
371.241 8.744 3.480 383.465
5,16% 12,65% 4,06% 5,22%
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten
6.532.816 180.906 528.539 622.673 7.864.934
6.402.492 173.033 552.035 639.080 7.766.640
6.279.098 146.892 516.177 670.712 7.612.879
6.342.941 141.562 522.297 550.485 7.557.285
-63.843 5.330 -6.120 120.227 55.594
-1,01% 3,77% -1,17% 21,84% 0,74%
-216.174
-74.012
114.834
-213.037
327.871
42.365
38.722
25.405
24.400
1.005
-173.809
-35.290
140.239
-188.637
328.876
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Nettoresultaat
4,12%
(peildatum 01-03-2014)
Bestuursverslag 2013
10
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
4. Ontwikkeling leerlingenaantallen en bekostigingsgrondslag Het aantal leerlingen op 1 oktober vormt de grondslag voor de bekostiging. In onderstaand overzicht wordt het aantal leerlingen van 2012 vergeleken met de jaren 2009 t/m 2011: Leerling verdeling per locatie 2009-2012 (cijfers) 2009 93 11EA Christoffel 51 Klimop 266 11QK Lucas Batau 485 27PW Lucas Galecop 279 12BG Vroonestein 106 Vogelnest 371 12ZO Schouw 138 12KO Tweeklank 1789 TOTAAL Daling tov jaar ervoor marktaandeel
33,4
2010 82 43 284 475 277 100 392 125 1778 0,6% 33,4
2011 77 36 283 448 274 109 389 122 1738 2,3% 33,2
2012 78 281 394 255 113 394 121 1636 5,9% 32,2
2013 80 274 344 240 93 389 130 1559 4,7% 31,2
Leerling verdeling per locatie 2009-2012 (grafisch)
Overzicht 2009-2013 500 450 400 350 300 250 200 150 100 50
0 2009
2010
2011
2012
Christoffel
Klimop
Lucas Batau
Lucas Galecop
Vroonestein
Vogelnest
Schouw
Tweeklank
2013
De ontwikkelingen van de leerlingenaantal op stichtingsniveau laten vanaf 2009 een afname zien van het aantal leerlingen. Zowel in 2012 als in 2013 (telling 1 oktober) is er een forse daling te constateren. De daling wordt veroorzaakt door een sterke terugloop van leerlingen
Bestuursverslag 2013
11
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
op de locaties Lucas Galecop en de Vroonestein en Vogelnest. De andere locaties stabiliseerden min of meer. Gemiddeld is de daling 3,2% per jaar vanaf 2009. Aandachtspunt is dat het totale marktaandeel voor alle scholen met 1% is gedaald. De daling van het marktaandeel is ook bij andere besturen voor bijzonder onderwijs te zien, met name de openbare scholen in de gemeente Nieuwegein lijken hiervan te profiteren zij hebben de omvang van hun leerling-populatie kunnen vergroten. Toekomstvoorspellingen Pronexus heeft in een onderzoek naar de verwachtingen ten aanzien van de ontwikkelingen van de schoolpopulaties in Nieuwegein een aantal voorspellingen gedaan voor de situatie tot 2032. Ze gaat in zijn cijfers van 2012 van wat optimistischer beeld uit dat de werkelijkheid de telling van 1 oktober 2012. De verschillen worden hieronder nader toegelicht. Uiteindelijk betekent dat op basis van de gehanteerde cijfers van Pronexus een verlies van ongeveer 90 leerlingen in 20 jaar. Uit de lange termijnprognoses blijkt (zie onderstaande tabel) dat er een stabilisatie is te verwachten. Overzichten van leerlingenprognoses voor de gehele gemeente Nieuwegein tot 2033
NB de cijfers van 2012 zijn gebaseerd op de telling van 1 okt 2011
Voor wat betreft de cijfers voor de komende jaren ( bron Pronexus, 2012) is de verwachting dat de krimp in een tijdspanne van 20 jaar de 3,5% niet zal overschrijden. In 2017 is het “dieptepunt” bereikt (minus 196 leerlingen voor de gehele gemeente Nieuwegein ten opzichte van de cijfers van 2012). Op de lange termijn (20 jaar) laten de voorspellingen zien, dat bij een gelijkblijvend huidig marktaandeel er voor de SKPON maximaal 60 leerlingen minder zullen zijn. Hoewel er schommelingen zijn per school, zijn die verwaarloosbaar. Per saldo zal gemiddeld het leerlingenaantal dan ook nagenoeg moeten gaan stabiliseren.
Bestuursverslag 2013
12
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
Vergelijking met voorspellingen Pronexus Telling 1 okt 2012
Telling 1 okt 2013
Pronexus prognose 2013
verschil met telling 2013
Pronexus prognose 2017
verschil met SKPON 2012
verschil met SKPON 2013
Christoffel Lucas Batau Lucas Galecop Vroonestein Vogelnest Schouw Tweeklank
78 281 394 255 113 394 121
80 274 353 240 93 389 130
76 279 419 278 110 390 118
4 -5 -66 -38 -17 -1 12
75 269 347 286 109 378 128
3 12 47 -31 4 16 -7
5 5 6 -46 -16 11 2
Totaal
1636
1559
1670
-111
1592
44
-33
De voorspelling van Pronexus (voor de SKPON) voor 2013 was aanmerkelijk rooskleuriger dan de realiteit. In feite waren er 111 leerlingen minder dan geprognosticeerd. De prognose van Pronexus geeft aan dat het laagste punt in de leerlingenaantallen is bereikt in 2017. Dat betekent voor de SKPON dat er de komende jaren weer enige groei zal moeten plaats vinden om op dat verwachte peil van 1592 leerlingen uit te komen. Op basis van de telling van 1 oktober 2013 zijn dat er nu 33 leerlingen minder. Onderwijsresultaten Citoscores en uitstroomgegevens Zie voor Citoscores en uitstroomgegevens onderstaande tabel waarbij samengevat ook een overzicht van de gegevens van 2010, 2011 en 2012 zijn opgenomen: Citoscores en uitstroomgegevens 2013 LOCATIE
Christoffel Lucas Batau Vroonestein * Vogelnest * De Tweeklank De Schouw Lucas Galecop totaal gemiddeld**
CITO
538,2 533,2 538,0 536,0 537,6 534,9 537,8 536,2
Tot
8 41 28 13 20 46 61 217
2 17 6 5 4 17 13
HAVO/ VWO/ Gymnas.
VMBO-T/ HAVO
VMBO-B
% 25,0 41,5 21,4 38,5 20,0 37,0 21,3
64
1 4 9 1 5 10 17
% 12,5 9,8 32,1 7,7 25,0 21,7 27,9
47 29,5
2012 totaal 246 58 gemiddeld 534,2 23,6 2011 totaal 208 51 gemiddeld 534,8 24,5 2010 Totaal 210 53 gemiddeld 535,8 25,2 * geschatte CITOscore op basis van NIO-score + waarvan 2 LWOO / ++ waarvan 2 LWOO
5 16 13 7 11 19 29
Anders
% 62,5 39,0 46,4 53,8 55,0 41,3 47,5
100 21,7
75
83
30
92
52
12,2 8
44,2 88
3,8 17
24,8 41,9 ** gemiddeld (= gemiddelde van alle leerlingen)
Bestuursverslag 2013
++
2,8
33,7
26,4
+
6 46,1
30,5 55
0 4 0 0 0 0 2
% 0 9,7 0 0 0 0 3,3
8,1
13
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
De terugloop in de gemiddelde CITO-scores van de voorgaande jaren lijkt tot staan gebracht. De gemiddelde score ligt in 2013 boven het niveau van drie jaar ervoor. Hoewel alle scholen boven het peil presteren dat de inspectie als “ondergrens” hanteert, is het op basis van de huidige CITO- gegevens, voor met name de Lucas Batau en de Schouw zaak om te blijven investeren in het behoud dan wel versteviging van het verwachte niveau. Bij de vaststelling van dit soort gegevens wordt geen rekening gehouden met de inspanningen die door de scholen wordt verricht om deze resultaten bij de leerlingen te kunnen bereiken. In die zin is de score op de CITO eindtoets een (zeer) onvoldoende maat voor de bepaling van de onderwijskwaliteit van de scholen. Voor de vergelijking van scholen is dan ook kennis nodig over het instroomniveau van de schoolpopulaties als ook een gedegen inzicht in wijze waarop leerlingen zich op die locatie hebben ontwikkeld. De gegevens bevestigen overigens wel de opmerkingen van de inspecteur van het onderwijs die, in het bestuursgesprek, aangaf dat er geen bijzondere zorgen zijn over het niveau van de SKPON-locaties en alle scholen het predicaat basistoezicht ten volle verdienen. Na een lagere uitstroom in 2012 voor de categorieën HAVO/VWO/Gymnasium is dit nu weer in het spoor zoals de jaren er voor. Hetgeen ook past bij een hogere gemiddelde CITO-score. De verwijzingen naar andere vormen van onderwijs (bijv LWOO) is sterk afgenomen. (zie ook overzicht hieronder) Overzicht van doorstroom naar het Voortgezet Onderwijs periode2010-2013 PO-VO doorstroom 2010-2013 (in procenten)
50 45
40 35 30 25 20 15 10 5 0 2013
2012 VMBO-B
VMBO-T/ HAVO
2011 HAVO/ VWO/ Gymnas.
2010 Anders
Basisarrangement De Inspectie van het Onderwijs heeft voor alle scholen van de stichting in 2013 het basisarrangement vastgesteld. Dit betekent dat de inspectie geen aanwijzingen heeft dat er belangrijke tekortkoningen zijn in de kwaliteit van het onderwijs en/of in de naleving van wet- en regelgeving. Het basistoezicht is in principe geldig voor één jaar. In het basistoezicht is een jaarlijkse risicoanalyse opgenomen. De definitieve arrangementen zijn openbaar en worden opgenomen in de “toezichtkaart” op de website van de inspectie. Taal en rekenen-wiskunde De prestaties van de scholen op het gebied van taal en rekenen-wiskunde zijn gebaseerd op de scores van de Cito Eindtoets. De inspectie onderscheidt scholen die gemiddeld, bovengemiddeld of onder gemiddeld scoren ten opzichte van het schoolgroepgemiddelde.
Bestuursverslag 2013
14
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
Scholen die de afgelopen drie jaar ten minste twee jaar bovengemiddelde scores hadden voor Nederlandse taal of rekenen-wiskunde noemt de inspectie taalsterk respectievelijk rekensterk. Scholen die de afgelopen drie jaar ten minste twee jaar ondergemiddelde prestaties laten zien voor taal dan wel rekenen –wiskunde worden als taalzwak respectievelijk rekenzwak bestempeld. Hoewel de SKPON-scholen hierop een gedifferentieerd beeld laten zien, zijn de scores op alle scholen op voldoende niveau. Ondanks dat is er met de directeuren van de scholen de afspraak dat zij voortdurend de gegevens blijven monitoren, om in de kunnen grijpen waar nodig en mogelijk. Ook locatieleiders en IB-ers spelen in dat proces een belangrijke rol. De bestaande middelen worden daarvoor zo optimaal mogelijk voor ingezet.
Bestuursverslag 2013
15
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
5. Onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen Identiteit en profilering Inmiddels hebben op basis van de hoofdlijnennotitie “ Maatgevend in Onderwijs “ alle locaties hun eigen profiel vormgegeven dan wel aangescherpt. Dat geeft niet alleen een herkenbaar beeld van het imago en externe uitstraling van de school naar leerlingen, ouders/ verzorgers en andere scholen maar is ook het resultaat van een herbezinning/ actualisering van het eigen onderwijskundige beleid en biedt daarmee een goede basis voor een meer samenhangende inzet van personeel en middelen. Ook op stichtingsniveau vindt nu een (her)oriëntatie plaats op de gemeenschappelijke uitgangspunten voor haar handelen en de inhoud van het onderwijs in de beginselen en doelen van de stichting, zoals die zijn weergegeven in de statuten en het huishoudelijk reglement. Vragen als “Wat zijn onze kernwaarden?”, “Waar staan/gaan we voor?”, “Waar zijn we op aanspreekbaar?” zijn belangrijk in dit proces. Uiteindelijk zal dat ook leiden tot een verdere actualisering van de huidige visie en de missie, zoals in de hoofdlijnennotitie is aangegeven. Uitgangspunten voor de ontwikkeling van de school en implementatie van onderwijskundige doelen blijven punten zoals een beklemtoning van de integrale ontwikkeling van de leerlingen binnen een stimulerende, eigentijdse, veilige leeromgeving met als achtergrond waarde(n)vol onderwijs in een katholieke onderwijstraditie en een duidelijk zorgprofiel om de uitgangspunten van passend onderwijs optimaal te kunnen realiseren. Het motto dat gekozen is voor de komende jaren is: “SKPON, maatgevend in onderwijs!”, dat betekent dat de stichting er niet alleen aan hecht om helder en transparant te zijn in haar doelen en uitgangspunten maar ook een garantie wil bieden bij de ontwikkeling van haar leerlingen en personeel. Door de profilering krijgen de scholen ook nadrukkelijk te gelegenheid hun eigenheid te bewaren. Hiermee worden ze herkenbaar en toegankelijk voor de wijk en haar bewoners. Uiteraard staan de scholen staan ook open voor leerlingen zonder katholieke achtergrond. Van deze leerlingen en de ouders van de leerlingen wordt verwacht dat zij respect hebben voor de grondslag van de school. In het kader van passend onderwijs beiden de scholen voor leerlingen met een speciale ontwikkeling die extra zorg behoeven ook voldoende ruimte. Voor deze leerlingen is er naast de dagelijkse aandacht speciale zorg die vastgesteld en gerealiseerd wordt via het leerlingvolgsysteem en de leerlingenzorg; in een aantal situaties organiseert in overleg met de ouders de school externe hulp. Identiteitsondersteuning De SKPON kent in het kader van de katholieke identiteitsontwikkeling een specifieke werkgroep die in het leven is geroepen om de diversiteit aan activiteiten op het gebied van levensbeschouwing te stroomlijnen en te ondersteunen. Alle scholen zijn in deze centrale werkgroep catechese (CWC) vertegenwoordigd. De groep wordt begeleidt door een identiteitsbegeleider, die ook voor activiteiten op locatieniveau kan worden ingezet. In deze groep worden voorstellen gedaan omtrent het gebruik van methodes, materialen en opzetten voor lessen gedeeld, ervaringen uitgewisseld ten aanzien van levensbeschouwelijk onderwijs. Tenminste eenmaal per jaar nemen ook de directieleden deel aan een werkgroepsbijeenkomst. Deze groep wordt nauw betrokken bij de hierboven genoemde heroriëntatie. School-overstijgende werkgroepen Sinds 2012 zijn er een aantal school-overstijgende groepen aan het werk om de uitwisseling en bundeling van expertise meer aandacht te geven. De werkgroep van IB-ers was al jaren actief maar daar zijn werkgroepen met als insteek: rekenen, taal, hoogbegaafdheid, ICT, de bouwcoördinatoren en locatieleiders bijgekomen.
Bestuursverslag 2013
16
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
De directeuren hebben allen twee of drie werkgroepen in hun portefeuille met als doel de verbinding te leggen tussen de doelen en activiteiten van de werkgroepen en de stichtingsbrede besluiten aangaande de daar behandelde onderwerpen in het DirO. De directeuren zijn nadrukkelijk geen lid van de werkgroep. Passend Onderwijs Vanaf september 2011 vinden reeds voorbereidende activiteiten plaats voor de realisatie en inrichting van ons nieuw samenwerkingsverband in de brede regio. Deze activiteiten vinden plaats vanuit de stuurgroep, waarin bestuurders en de coördinatoren van de huidige drie samenwerkingsverbanden zitting hebben. Vanuit de stuurgroep worden de werkgroepen aangestuurd. De werkgroepen leveren aan de stuurgroep hun opbrengsten aan, en de stuurgroep legt deze na beoordeling voor aan het bestuur van het samenwerkingsverband. Tot de vorming van het definitieve bestuur wordt het bestuur gevormd door de ledenvergadering, de bijeenkomsten van de gezamenlijke deelnemende schoolbesturen. Er zijn vijf werkgroepen gevormd; werkgroep bestuurlijke inrichting, werkgroep onderwijsondersteuning, werkgroep onderwijs, jeugdzorg en gemeenten, werkgroep personeel en werkgroep financiën. Alle besturen voor primair onderwijs en speciaal onderwijs hebben per 1 augustus 2014 zorgplicht. Dit houdt in dat het schoolbestuur een aangemelde leerling een passend onderwijsaanbod moet bieden. Als de school een leerling zelf geen passende plek (meer)kan bieden, dan heeft het schoolbestuur de plicht om een passend onderwijs aanbod elders aan te bieden. Het liefst eerst binnen het eigen het samenwerkingsverband lukt dat niet dan dient dan een oplossing te worden gezocht in een ander samenwerkingsverband. Het nieuwe samenwerkingsverband “Profi Pendi” waarvan de SKPON deel uitmaakt zal formeel 1 augustus 2014 zijn beslag krijgen. Globaal bestrijkt werkgebied van het samenwerkingsverband de regio Houten/ Bunnik/ Vianen/ Nieuwegein IJsselstein/ Lopik. Op voorstel van de werkgroep bestuurlijke inrichting is gekozen voor het model van een coöperatieve vereniging, met de ledenvergadering, een bestuur van 5 tot 7 personen en een directeur samenwerkingsverband. De bestuurder van SKPON maakt vanaf het begin deel uit van het bestuur. De gezamenlijke schoolbesturen van “Profi Pendi” hebben de visie op ondersteuning vastgesteld. Deze luidt: “De basisondersteuning die basisscholen bieden is op alle basisscholen binnen het samenwerkingsverband van gelijk niveau. Hierbij wordt uitgegaan van de criteria van de inspectie van het onderwijs. Ondersteuningsprofielen van de basisscholen kennen naast kwalitatief inhoudelijke kenmerken ook kwantitatieve kenmerken, zoals het aantal leerlingen met specifieke ondersteuningsvragen in een groep. In verband met de kwaliteitseisen waaraan leerkrachten moeten voldoen om binnen het onderwijzen ondersteuning te bieden aan leerlingen met specifieke ondersteuningsvragen, investeert zowel het bestuur als het bestuur van het samenwerkingsverband in de professionaliteit van leerkrachten. De scholen voor sbao in het samenwerkingsverband vormen gezamenlijk een expertisecentrum. Dit vergt nog verdere uitwerking c.q. besluitvorming. Uitgangspunt hierbij is ‘lokaal waar het lokaal kan, regionaal wanneer dit kwalitatief effectiever is’. Het speciaal onderwijs (so) wordt gezien als partner in het realiseren van passend onderwijs waarbij het uitgangspunt is, dat expertise en onderwijs thuisnabij gerealiseerd worden. De huidige systematiek van indiceren voor speciaal basisonderwijs (sbao) en leerlinggebonden financiering (de zgn. rugzak) verdwijnt. Hiervoor in de plaats gaat de indicatie voor externe ondersteuning die binnen of buiten de basisschool plaatsvindt worden vastgesteld binnen het Multi Disciplinair Overleg (MDO) dat plaatsvindt op de reguliere basisschool. MDO bestaat uit de ouders van de leerling, IB ‘er, groepsleerkracht, orthopedagoog/ psycholoog en een tweede deskundige wanneer sprake is van ondersteuning vanuit of Bestuursverslag 2013
17
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
binnen speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Denk hierbij ook aan schoolmaatschappelijk werk of opvoedingsdeskundige vanuit CJG. Van belang is dat de ouders vanaf het begin deel uitmaken van dit overleg. De school formuleert de ondersteuningsvraag binnen het MDO. Het MDO besluit welke vorm van begeleiding of verwijzing gewenst is Ten aanzien van de verwijzing van leerlingen geldt voor het samenwerkingsverband het principe van solidariteit. Het oordeel van de basisscholen bij verwijzing is leidend. Het proces van ondersteuning van leerlingen, van ondersteuning leerling/leerkracht tot aan plaatsing sbao /so is transparant voor ouders en zij zijn vanaf de start betrokken. De inrichting van het samenwerkingsverband kenmerkt zich door een flexibele, overzichtelijke en toegankelijke organisatie met als doel kind- nabije en schoolnabije ondersteuning van leerlingen en leerkrachten in het primaire proces”. De Nieuwegeinse scholen hebben in 2012 hun zorgprofiel laten vaststellen en op basis van die gegevens worden verdere inrichtings- (maar ook toekomstige financierings-) zaken bepaald. Zorgaanbod van de scholen/ ambulante begeleiding Op 31 december 2013 werden de scholen bezocht door 15 zgn. rugzakleerlingen. Dat is een verlaging van het aantal ten opzichte van het jaar ervoor. De veranderingen zijn marginaal. Behalve de forse terugloop bij de locatie Lucas Batau en Christoffel. In de onderstaande tabel zijn de gegevens van 2013 en de voorgaande drie jaar weergegeven: LGF-beschikkingen Locatie/ school Christoffel /(Klimop) Lucas Batau Christoffel Vroonestein Vogelnest De Tweeklank De Schouw Lucas Galecop Totaal
Peildatum 31-12 (opgave Bron)
Brinnr. 11EA 11QK00 11QK02 12 BG00 12 BG01 12 KO 12 ZO 27 PW
Aantal 2013 0 1 3 1 1 4 5 15
Aantal 2012 0 3
Aantal 2011 2 2
Aantal 2010 2 4
4 1 1 5 5 19
2 1 2 6 4 19
1 1 1 5 4 18
NB: Locatie Klimop opgeheven per 1 jan.2012/ locatie Christoffel per 01 aug.2013 nevenvestiging van Lucas Batau 11QK
Hoogbegaafdheid Alle scholen hebben zich de afgelopen jaren op schoolniveau een gericht beleid op het gebied van hoogbegaafdheid ontwikkeld, daartoe zijn ook op stichtingsniveau afspraken gemaakt die verder op de scholen in een maatwerktraject zijn uitgewerkt. In het schooljaar 2012- 2013 is zijn de activiteiten in het kader van het specifieke traject afgerond. In één van de scholen is momenteel op basis van dat traject een interne Plusklas gestart. Andere locaties stoppen energie ten aanzien van hoogbegaafdheid in een uitvoerige diagnostische aanpak in de onderbouw en/of extra aandacht leerlingen binnen de eigen klassensituatie. Brede school ontwikkeling De gemeente Nieuwegein heeft ruim een decennium geleden als uitgangspunt geformuleerd dat er in ieder wijk van Nieuwegein een brede school zal worden gerealiseerd. Dat kan in fysieke zin, waarin instellingen daadwerkelijk onder één dak hun gemeenschappelijke activiteiten ondernemen maar ook meer in uitsluitend organisatorische zin waarin instellingen elkaar in gezamenlijkheid ondersteunen ten behoeve van activiteiten
Bestuursverslag 2013
18
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
die ten dienste staan voor de gehele wijk. De wijze waarop de brede school vorm kan krijgen blijft ook voor de SKPON de komende jaren nadrukkelijk onze aandacht vragen, Als voorbeeld daarvoor dient het nieuwbouw project in Hoog Zandveld/ Lekboulevard, waarop er onder één dak een aantal brede school- voorzieningen zijn gecreëerd. Dit gebouw is officieel in december 2013 opgeleverd. Hierin werken drie scholen, twee particuliere organisaties met als aanbod een kinderdagverblijf, een peuterspeelzaal en een buitenschoolse opvang en de gemeente(ten behoeve van het realiseren van een aantal buurtvoorzieningen) samen in een gebouw. Van oorsprong waren daar ook nog ander instanties bij betrokken zoals het welzijswerk (Movactor) GGD en bibliotheek. Nadat deze zich hadden teruggetrokken is er uiteindelijk gekozen voor een smalle educatieve variant waarbij deze samenwerking met ander instanties vooral in organisatorische zin vorm krijgt. Op andere plekken in de gemeente zal de samenwerking tussen scholen en ander mogelijke partners in de brede school worden gestimuleerd. De stichting heeft deze initiatieven steeds ondersteund en met name de samenwerking tussen scholen en andere educatieve voorzieningen (peuterzalen, kinderdagverblijven, buiten- en tussen schoolse opvang) gestimuleerd. Als stichting zullen we voortdurend alert blijven op vragen en initiatieven met name vanuit de buurt om het aanbod voor ouders en leerlingen zo breed en aantrekkelijk mogelijk te maken. Een goed en belangrijk voorbeeld zijn de brede school activiteiten van De Schouw in de wijk Fokkesteeg, die onder het motto “De Schouw beweegt!” samen met een aantal instanties zich actief inzet voor een gezonde wijk. In dat kader wordt de samenwerking met Kind & Co in het driejarigen project, waarin basisschool een peuterspeelzaal gezamenlijk een groep “runnen”, ook nadrukkelijk benut. Ook in de wijk Galecop zijn er tussen de aanbieders van buitenschoolse opvang en peuterspeelzaalwerk en de basisschool Lucas Galecop intensieve contacten waarin ook, meer dan in het verleden, gezamenlijke initiatieven tot stand komen. School aan Zet Een drietal scholen (Lucas Galecop, Vroonestein en Vogelnest) participeren in het “School aan Zet” traject. Deze trajecten zijn in 2012 gestart en lopen 2 á 3 jaar. Ze krijgen daarmee aanvullende ondersteuning op de door hen gekozen onderwerpen waarbij “opbrengstgericht werken” het hoofdthema is. “Digitaal onderwijs” In 2013 hebben een tweetal scholen in twee klassen een pilot uitgevoerd om te bekijken in hoeverre het aanbod van het onderwijs grotendeels via tablets vormgegeven zou kunnen worden (het zgn “Snappet-project”). De ervaringen waren positief te noemen en de scholen wilden graag een verbreding van de activiteiten maar liepen aan tegen functioneel technische beperkingen van het netwerk. De ICT werkgroep oriënteert zich op mogelijkheden om deze beperkingen in de infrastructuur te ondervangen. Combinatiefunctionarissen Een combinatiefunctie is een functie van medewerkers die werk verrichten voor twee sectoren: onderwijs, sport en/of cultuur. Deze functie kan fulltime of parttime ingevuld worden. In heel Nederland worden in 4 jaar tijd 2250 fte combinatiefunctionarissen benoemd. Landelijke doelstellingen op het gebied van beweging zijn: uitbreiding brede scholen, versterken sportverenigingen, stimuleren dagelijks sport en beweegaanbod, het bevorderen kennismaking en actieve beoefening kunst en cultuur. De bekostiging is in het eerste jaar 100% door het Rijk en het tweede jaar en daarna 40% door het Rijk en 60% door de gemeente. De gemeente Nieuwegein heeft in 2008 besloten aan dit project te participeren waarbij in 2009/2010 4,5 fte wordt ingezet dat opliep naar 8,4 fte in 2012. Door inzet van de combinatiefunctionarissen wordt het sport en cultuuraanbod voor de jeugd op en rond de scholen uitbreidt, sportverenigingen versterkt en de realisatie van brede scholen bevordert. Combinatiefunctionarissen maken deel uit van het nieuwe sporten beweegbeleid “Nieuwegein Beweegt”. De gemeente Nieuwegein zal in de komende jaren sport en bewegen blijven(d) stimuleren zodat het duurzaam onderdeel uitmaakt van het leven van de Nieuwegeiners. Het doel is dat de scholen en de verenigingen ruimte en Bestuursverslag 2013
19
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
materiaal faciliteren, een gezamenlijke relatie op bouwen, samen actief mee zoeken naar kansen en mogelijkheden en waar nodig een eigen financiële bijdrage leveren. Samen met alle scholen in Nieuwegein participeert de SKPON vanaf het begin in dit project en op alle scholen zijn combinatiefunctionarissen werkzaam (geweest). Nagenoeg alle scholen van de stichting maken nu gebruik van de faciliteiten en ondersteuning die de combinatiefunctionarissen bieden. Uit evaluaties blijkt tevredenheid over de geboden diensten. Voor- en naschoolse opvang Vanaf 1 augustus 2007 is het schoolbestuur van de stichting verantwoordelijk voor het (laten) organiseren van de voor- en naschoolse opvang van 7.30 en 18.30 uur. Met plaatselijke kinderopvangorganisaties zijn contracten afgesloten om deze opvang, ook voor de leerlingen van de scholen, te verzorgen. Ook in 2012 zijn de ontwikkelingen hieromtrent nauwkeurig gevolgd en hebben scholen inspanning geleverd de kinderen naar de betreffende voorzieningen toe te leiden Geen van de scholen van de stichting heeft een continue-rooster, voor de tussenschoolse opvang zijn er voorzieningen die veelal onder verantwoordelijkheid van ouders vorm worden gegeven. Aansluiting BaO-VO Met de vertegenwoordigers van voortgezet onderwijs afspraken gemaakt over de verbetering en aanscherping van de procedure van aanmelding en plaatsing in de brugklas. Vooral de onevenwichtige verdeling van de leerlingen over de verschillende denominaties heeft tot veel onrust bij leerlingen, ouders en scholen geleid. Op basis van die ervaringen en de ervaringen van het jaar ervoor zijn met de vertegenwoordigers van het voortgezet onderwijs afspraken gemaakt om de route naar de definitieve plaatsing transparanter te laten verlopen. Met name de communicatie naar ouders en scholen is verbeterd. Het bovenschools management overleg in Nieuwegein (BSM) houdt nadrukkelijk de vinger aan de pols. In het schooljaar 2013-2014 hebben er voorbereidende gesprekken plaats gevonden over de procedurele en inhoudelijke wijzingen die nodig zullen zijn in verband met de verschuiving van de CITO- toets van februari naar april/mei. In 2014 zullen die gesprekken worden voortgezet, waarbij de inzet is om het oordeel van de basisschool het juiste gewicht te blijven geven bij de beoordeling van het meest geschikte vervolgonderwijs voor de leerling.
Bestuursverslag 2013
20
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
6. Personeel en organisatie In dit hoofdstuk zijn een aantal belangrijke personele gegevens ondergebracht waarbij de kengetallen als peildatum 31-12-2013 hebben. Onderstaande tabellen geven de verdeling van de personeelsleden aan over de verschillende functiegroepen. Uit dit overzicht blijkt dat 6,71 % van de personeelsomvang “besteed wordt” aan aanstellingen voor directieleden en 2,22 % aan onderwijsondersteunende en/of administratieve medewerkers. Uiteraard wordt er op schoolniveau ook nog enige tijd benut voor de taken van de locatieleiders en andere medewerkers met coördinerende werkzaamheden. De omvang van het personeel is in 2013 nauwelijks gereduceerd ten opzichte van het jaar ervoor. Het aantal medewerkers bleef gelijk te weten 135; de omvang in werktijd nam iets af van 101,9833 wtf in 2012 naar 101,4152 wtf in 2013. De verhouding mannen/vrouwen ten opzichte van het jaar ervoor is nagenoeg gelijk gebleven In 2012 waren er 24 mannen en 111 vrouwen werkzaam in de stichting met respectievelijk 22,97/79,01 aan aanstellingsomvang. Nu is dat respectievelijk 23 mannen om 112 vrouwen met een aanstellingsomvang van 20,75 wtf om 80,66 wtf. De verhoudingen “onderwijzend personeel” versus “niet-onderwijzend personeel” zijn de laatste jaren licht ten gunste van het onderwijzend personeel gestegen. Aantal WTF en M/V verdeling Schaal LA LB DB DC DB U AB B3 5 10 Totaal
Functie groep OP OP DIR/ BM DIR DIR DIR BM OOP BM
peildatum 31-12-2013
Man
WTF
Vrouw
WTF
Totaal
WTF
%
15 2 1 2 1 1 1 0 0 23
13,62 2,00 0,90 2,00 0,23 1,00 1,00 20,75
87 19 2 0 0 1 0 2 1 112
60,17 15,57 1,92 0,75 1,33 0,92 80,66
102 21 3 2 1 2 1 2 1 135
73,79 17,57 2,82 2,00 0,23 1,75 1,00 1,33 0,92 101,41
72,76 17,33 2,78 1,97 0,23 1,73 0,99 1,31 0,91 100,00
OP= onderwijzend personeel
OOP= Onderwijs Ondersteunend personeel
BM= Bestuurder Staf
De leeftijdsverdeling is niet aan grote schommelingen onderhevig, de groep tussen 35 en 45 jaar lijkt iets groter te worden “ten koste” van vooral de jongere groep. In alle categorieën behalve die boven de 55 jaar zijn de vrouwen in de meerderheid (zie onderstaande tabel) Leeftijdsverdeling Leeftijdscategorie 15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 64 jaar 65+ jaar Totaal
Peildatum 31-12-2013 Vrouw 4 39 20 21 28 112
Man Absoluut 6 3 3 10 1 23
Totaal
Vrouw
4 45 23 24 38 1 135
3,57 34,82 17,86 18,75 25,00 -
Bestuursverslag 2013
Man % 26,09 13,04 13,04 43,48 4,35
Totaal 2,96 33,33 17,04 17,78 28,15 0,74
21
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
Wet BIO Om de bekwaamheid van het onderwijspersoneel te onderhouden is in het schoolplan expliciet opgenomen hoe het personeel de vereiste bekwaamheden onderhoudt en welke maatregelen en instrumenten de school daarvoor inzet. De directeuren (en uiteindelijk het bestuur) hebben de verantwoordelijkheid dit soort zaken vast te leggen. En om daarover cyclische gesprekken te voeren met het personeel. De werknemers zullen er vervolgens aan moeten werken om de gemaakte afspraken waar te maken. Het hoeft daarbij niet te blijven bij het halen van een minimum kwaliteitsniveau. Het kwaliteitsbeleid in het schoolplan en de wijze waarop de school zich wil profileren vormen de basis voor het maken van verdere concrete afspraken tussen school en onderwijspersoneel over scholing en deskundigheidsbevordering. De aanpak kan verschillen, bijvoorbeeld via teamgesprekken, leren op de werkplek, of het volgen van individuele en/of teamcursussen. De resultaten van die inspanningen worden per persoon schriftelijk vastgelegd en bijgehouden. Mede op basis van deze dossiers worden vormen van mobiliteit in en tussen de scholen gerealiseerd Bekwaamheidsdossier: Een bekwaamheidsdossier is een instrument om de professionalisering systematisch te volgen en te stimuleren. In een bekwaamheidsdossier wordt vastgelegd hoe een medewerker zijn bekwaamheid onderhoudt en wat zijn eigen rol en de rol van de school hierin is. Alle resultaten op het gebied van scholing en deskundigheidsbevordering, die het gevolg zijn van afspraken tussen de werkgever en werknemer, worden er in opgenomen. Het kan onder andere gaan om certificaten, diploma's en bewijzen van deelname. Het bekwaamheidsdossier kan worden aangesloten bij de al bestaande instrumenten in de organisatie, zoals het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Het bekwaamheidsdossier bevat in ieder geval de onderwijsakte of andere documenten die de onderwijsbevoegdheid aangeven. Daarnaast bevat het een biografische lijn met een overzicht van de professionele ontwikkeling van de leraar tot nu toe. In een bekwaamheidsdossier worden voor de functie relevante diploma's, Curriculum Vitae, getuigschriften, een persoonlijk ontwikkelingsprofiel (POP) en afspraken voortvloeiend uit plannings-, voortgangs-, evaluatie-, functionerings-. beoordelingsgesprekken of POPgesprekken opgenomen. Gesprekkencyclus: Gesprekken tussen leidinggevende en medewerker, die volgens een vaste cyclus verlopen, vormen de basis voor het onderhoud van het bekwaamheidsdossier. De cycli die de scholen hanteren zijn zo goed mogelijk op elkaar af gestemd zodat een soepele overgang naar de implementatie van de functiemix en een transparant mobiliteitsbeleid mogelijk is. De scholen worden er voortdurend op gewezen dat ook in het kader van adequaat personeelsbeleid het noodzaak blijft om resultaten van de gesprekscyclus goed vast te leggen. Functiemix: In de cao-tekst is opgenomen dat uiterlijk op 1 augustus 2014 in het basisonderwijs de volgende functiemix op bestuursniveau moet bestaan: 58% LA-functies(fte’s), 40% LBfuncties(fte’s) en 2% LC-functies(fte’s). Dit wordt tussen 1 augustus 2010 en 1 augustus 2014 ingevoerd. Deze functiemix is van toepassing op de leraar, die voldoet aan de eisen van de WPO/WEC en de Wet BIO, die pedagogische en didactische verantwoording draagt voor een groep en die voor de helft of meer van de 930 lesuren per schooljaar (deeltijders naar rato) lesgeeft. Om in aanmerking te komen voor zo’n hogere functie dient de leraar te voldoen aan de volgende kenmerken: een werk- en denkniveau HBO+. (Bijvoorbeeld door: relevante cursussen, masterclasses, HBO-masters of een EVC-bewijs (eerder verworven competenties) afgegeven door een
Bestuursverslag 2013
22
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
gecertificeerde aanbieder; in aansluiting op de Kwaliteitsagenda PO bijvoorbeeld op de deelgebieden rekenen en taal, zorg en achterstand; (mede)verantwoordelijkheid dragen voor de ontwikkeling van, het uitdragen van en verdedigen van onderwijskundig beleid; het signaleren en analyseren van behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en hiervoor concepten aanleveren. Op 31 december 2013 waren er ruim 21 geregistreerde LB-functies binnen de stichting met een wtf van ruim 17. Ondanks de inspanningen die de scholen leveren is dit nog ruim onder de vastgestelde criteria. De scholen geven in gesprekken met de medewerkers voortdurend de noodzaak tot ontwikkeling en bijscholing aan, maar het blijft vanwege verschillende oorzaken (werk- en privéomstandigheden, motivatie, relatie beloning/bezoldiging en investering, interne ontwikkelmogelijkheden e.d.) lastig om voldoende gegadigden voor LB-functies te vinden. Mobiliteit De stichting past mobiliteitsmogelijkheden toe op verzoek en met instemming van betrokkene en stelt SKPON-breed een beleid vast over alle andere mobiliteitsmogelijkheden. Elke school bevordert daadwerkelijk het nemen van meer eigen initiatief en verantwoordelijkheid, dus meer een meer ondernemende stijl binnen alle functies. De concrete mobiliteitsverzoeken zijn in 2013 voor het grootste deel ingewilligd. Vanwege de personele ontwikkelingen in relatie met de verwachte leerlingen aantallen was er evenals in 2012 sprake van “gedwongen” mobiliteit om schoolgrootte en de omvang van het medewerkersbestand met elkaar in evenwicht te brengen. Ook in de nabije toekomst zal de SKPON hiermee geconfronteerd blijven. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim in de stichting is per locatie nogal verschillend. (Zie onderstaande tabel) Ziektegevallen schooljaar jan-dec 2013 in percentages Verzuim per peilperiode
Peildatum:Van 201301 t/m 201312
Organisatorische Eenheid
Kort 0-8
11EA Christoffel * 11QK Lucasschool Batau 12BG Vroonesteinschool 12KO De Tweeklank 12ZO De Schouw 27PW Lucasschool Galecop EA22 Bestuurskantoor Totaal Verzuimpercentage =
1,09 0,55
Meldingsfrequentie = Gemiddelde verzuimduur =
1,29 0,67 0,64
Kort Middel 8-43
Lang Middel 43-366
0,20 0,80 1,28 1,52 1,47 0,96
0,89 5,80 0,69 5,16 4,46
Lang > 366
3,30
Totaal
Meldings Frequentie
Verzuim duur
2,19 7,15 1,28 3,49 10,61 6,07
0.57 0.91 0.49 1.33 0.92 0.85
20,00 10,48 9,00 8,71 14,73 16,48
0,62 1,10 3,64 1,64 7,00 0.88 12,12 (aantal verzuimde dagen in 2013 x omvang verlof) / (aantal gewerkte dagen in 2013 x omvang betrekking) X 100 (aantal meldingen in 2013) / (aantal dienstverbanden in 2013) (alle verzuimdagen van de in 2013 beëindigde gevallen) / (aantal in 2013 beëindigde gevallen)
*na 01-08 11QK
Gaan we uit van de landelijke gegevens van 2012 voor het BaO (en er is sinds jaren een oplopende trend) dan zien we de volgende kengetallen: Gemiddeld verzuim landelijk van 6,44% Meldingsfrequentie landelijk van 1,05 % Gemiddelde verzuimduur landelijk van 21,98 dagen.
Bestuursverslag 2013
23
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
Voor de berekening van het verzuimpercentage zijn de verzuimgevallen geteld exclusief het verlof vanwege zwangerschap Er zijn twee locaties die eruit springen (De Schouw en Lucas Batau) in beide gevallen wordt het hoge percentage veroorzaakt door een aantal langdurige ziektegevallen. De rest van de locaties zit onder of ruim onder de landelijke cijfers. Ook is de gemiddelde meldingsfrequentie en de gemiddelde ziekte duur ruim onder het landelijke niveau. Uiteraard heeft er op het persoonlijke als organisatorische vlak een analyse plaats gevonden om nader te duiden wat de oorzaken zijn en hoe die binnen de stichting zo goed mogelijk opgelost kunnen worden. Zeker de plekken waar langdurig verzuim aan de orde is heeft de aandacht van de leiding van de locatie en de staffunctionaris P&O. Met name daar waar eer mogelijk sprake is van langdurig ziekteverzuim waarbij de werkomstandigheden een negatieve rol spelen krijgen extra nadruk. In de meeste gevallen lukt het om een meest adequate oplossing te vinden waarbij ook de ARBO- dienst “Venster” een belangrijke rol speelt. In dat kader is de stichting er ook in 2013 weer in geslaagd, door bijvoorbeeld vervroegde uittreding en/of interne mobiliteit, met een aantal medewerkers afspraken te maken. vacaturestop De vacaturestop is in het schooljaar 2013 gehandhaafd evenals het beleid om tijdelijke vacatures niet meer te verlengen. Slechts door natuurlijk verloop zal er in de toekomst weer ruimte zijn om vacatures in te vullen. In 2013 zijn voor een omvang van ruim 5 formatieplaatsen RDDF- aanzeggingen gedaan. Dit was noodzakelijk om de financiën ten aanzien van personeel op orde te houden. Gevoerde beleid inzake beheersing van uitkering na ontslag De SKPON heeft in 2013 te maken gehad met een tweetal ontbindingen van de aanstelling na uitspraak van de kantonrechter.
Bestuursverslag 2013
24
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
7. Huisvesting en materiele zaken Huisvestingslasten Hoewel met de gemeente in 2012 transparantere afspraken zijn gemaakt welke huisvestingskosten voor rekening van de gemeente dan wel het bestuur zijn (de zogenaamde bolletjeslijst) blijft de notitie “grijs gebied” nog steeds in een onaf stadium. Het uitwerken van de “lijst” voorzieningen binnen de categorie “grijs gebied” was noodzakelijk, zodat een transparante opdeling kan plaatsvinden waarbij vast kwam te staan of het de verantwoordelijkheid van de gemeente of de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur zou zijn dan wel wie er voor welk deel van de voorziening financieel verantwoordelijk zou zijn. Door de - al jaren - lopende discussie blijven er nog steeds onduidelijkheden in de toewijzingen van bestuurlijke dan wel gemeentelijke verantwoordelijkheid voor voorzieningen en/of de afhandeling van onderhoudswerkzaamheden. De gemeente en schoolbesturen blijven uiteraard hierover wel met elkaar in gesprek, maar het creëert vanwege zijn onvoldragen karakter nog steeds een onduidelijke uitkomst voor de jaarlijkse vaststelling van het huisvestingsprogramma. Wel geldt dat over dit onderwerp regelmatig overleg met de gemeente nodig blijft om tot een goede en evenwichtige afstemming te blijven komen. Veel besturen constateren dat de huidige bekostiging (op basis van de “oude“ LONDO-systematiek) geen gelijke tred houdt met de te maken kosten op huisvestingsgebied. De SKPON sluit zich nadrukkelijk bij die zorg aan. Ook in het licht van de te verwachten (extra) kosten die de staat van de huidige schoolgebouwen in de nabije toekomst met zich mee nemen. Meerjarenonderhoud en bezetting De stichting stelt een meerjarenonderhoudsplan op voor de scholen. Gestreefd wordt naar een gezonde exploitatie, die de continuïteit en de beschikbare middelen van de stichting en/ of de individuele school kan waarborgen. Dit betekent het opzetten van een financiële systematiek, die aansluit bij het organisatorisch concept van de stichting en/of de individuele school. Vanwege het feit dat op de gebouwen van de Lucas Galecop na alle scholen onder het beheer van de gemeente vallen, daar ook voor een groot deel bepaald wordt welke gelden wanneer en waar worden besteed als het gaat om het onderhoud van de scholen. Uiteraard kunnen in overleg op dat MOP-mutaties worden aangebracht. Echter het niveau van de staat van het gebouw blijft uitgangspunt. Daartoe heeft er in 2012 een hernieuwd onderzoek (0meting) plaats gevonden en is er een nieuw MOP-schema voor 2013-2022 vastgesteld. In dat kader was het onduidelijk wat de overgang van de ene “MOP 2009-2018” vanwege de gebruikelijke herijking naar de “MOP 2013-2022” voor de besturen en scholen precies teweeg heeft gebracht. Door een financieel-technische onvolkomenheid bij de gemeente lijken een deel van de activiteiten voor 2013 stilgevallen, dan wel ontstond er onduidelijkheid over de status er van. Ook is niet helder in hoeverre er in 2014 een inhaalslag mogelijk is. Uiteraard is hierover ook overleg, hetzij met alle besturen gezamenlijk hetzij bilateraal. Integraal huisvestingsplan onderwijs (IHPO) Eind 2013 is gestart met de opstelling voor een nieuw IHPO (2014-2019). De verwachting is dat dat proces in het voorjaar van 2014 zal zijn afgerond. Samen met de Nieuwegeinse schoolbesturen voor PO, vertegenwoordigers van de gemeente (afdeling onderwijshuisvesting) en een extern adviesbureau is een eerste inventarisatie gemaakt van de wensen en verwachtingen ten aanzien van de toekomst van de onderwijshuisvesting in Nieuwegein alsook is de staat van de gebouwen onder de loep genomen. De gezamenlijke besturen opteren voor een stevige analyse van de huidige situatie en realiseren zich dat daarbij zaken als spreiding over de gemeente, verdeling van de denominaties, de levensduur van de schoolgebouwen, de aanpassingen op basis van moderne functionaliteit de revue moeten passeren om tot een gedegen IHPO te komen. Dat betekent dat zij bereid zijn verder te gaan dan de bestendiging van de huidige situatie. De SKPON deelt deze mening ook.
Bestuursverslag 2013
25
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
De koppeling met de overheveling van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen en de vaststelling van de nieuwe IHPO maakt dat er in 2014 naast helderheid van het rijk en de gemeente rond die onderwerpen ook gedegen financiële analyses nodig zijn, om te bepalen wat dat exact voor het bestuur zal betekenen. Brede school in Hoog-Zandveld/Lekboulevard De bouw van de nieuwe locatie is in 2012 is daadwerkelijk gestart en eind 2013 afgerond. De oplevering heeft begin december 2013 plaatsgevonden. Voor de kerstvakantie is met de eerste inrichtingswerkzaamheden begonnen en De Tweeklank heeft na de kerstvakantie haar plek in het gebouw ingenomen. Centrale contracten Mede op basis van een herijking van de afspraken rond “gemeenschappelijke inkoop van producten en diensten” zijn in het DirO gesprekken gevoerd en afspraken gemaakt over een meer centrale koers. In dat kader was er in 2011 al besloten om een nieuw contract af te sluiten rond de Printers en Copiers met de firma Riso dat loopt tot 2017. In 2013 zijn daar centrale afspraken bij gekomen met de schoolleverancier Rolf & Koks Gesto, de ontwerper en provider van de website (BasisOnline), het systeembeheer via WinSys (waarbij er op een aantal locaties eerst ook nog oude contracten moeten worden “uitgediend”). Er zijn gesprekken gaande met leveranciers van hardware, die begin 2014 tot concretisering zullen komen. De verwachting is ook dat in het kader van de huisvesting ook nadrukkelijker zal worden gekeken naar meer centrale aanbesteding.
Bestuursverslag 2013
26
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
8. Kwaliteit en communicatie Onderwijs- en kwaliteitsbeleid Elke school gaat uit van de volgende uitgangspunten: De school ontwikkelt intern en extern beleid op profilering en professionalisering. De school richt zich nadrukkelijk op participatie van ouders. De school besteedt van het gekozen schoolconcept expliciet aandacht aan de inrichting. Talenten van de leerling zijn richtinggevend. Door de gedifferentieerde aanpak staat de leerling zelf centraal. De leerling is, afhankelijk van het onderwerp, onderdeel van wisselende groepen. De leerkracht draagt verantwoordelijkheid voor een groep/klas. Voor een klas/ groep kan meer dan één leraar kan verantwoordelijk zijn. Elke school vertaalt het model “lerende organisatie” concreet in activiteiten. Binnen het kader van de stichting als lerende organisatie worden meer uitwisselingsbijeenkomsten voor groepsleraren en schoolbezoeken bevorderd (bottomup-werkwijze). INK-model De stichting gebruikt het INK-model als onderlegger om de samenhang tussen beleidswerk, werkprocessen, resultaten en waarderingen voor ogen te hebben en houden. Het model wordt zowel gebruikt op het niveau van de stichting als op het niveau van elke school. In het model speelt de waardering door medewerkers, klanten (leerlingen en hun ouders/verzorgers), leveranciers en de maatschappij een belangrijke rol. De stichting verzamelt daartoe gegevens bij die groepen o.a. ook door middel van het afnemen van enquêtes bij de medewerkers, ouders en de leerlingen in de hogere groepen. Inspectie van het onderwijs De inspecteur heeft dit schooljaar een aantal scholen een bezoek gebracht: Lucas Batau en het Vogelnest waren onderwerp van een regulier onderzoek. De twee scholen behielden het predicaat: “basistoezicht”. In oktober heeft het jaarlijkse bestuursgesprek met de inspecteur plaats gevonden, alle scholen hebben het predicaat “basistoezicht”. Zoals gebruikelijk heeft de inspecteur wel een aantal aandachtpunten, ook op locatieniveau, aangegeven. In de gesprekken tussen de bestuurder en de directies worden die punten aangegeven en gaan de scholen met die aanwijzingen aan de slag. Technologie Dit jaar was er werkgroep aan de slag die de website, zowel op stichtings- als schoolniveau onderhanden heeft genomen. Dit heeft geresulteerd in een vernieuwde website voor nagenoeg alle locaties, waarbij er ook gezocht is naar een meer eenduidig format , met behoud van de eigenheid van de school. Op basis van die websites zal een centralere website worden ontwikkeld. Van hieruit zal de koppeling van intra- en extranetvoorzieningen worden vormgegeven, waarbij de communicatie mogelijkheden op alle niveaus verbeterd kunnen worden. Informatiebulletin In 2013 is tweemaal het informatiebulletin “Digi:Dubbelpunt” voor alle medewerkers gepubliceerd. Daarnaast verzorgen alle scholen (vooral digitaal) hun informatie middels een schoolkrant/ informatiebulletin. Ook is de schoolgids en het schoolplan voor alle ouders/verzorgers beschikbaar. Afhandeling van klachten In 2011 is er binnen de SKPON geen officiële klacht ingediend bij de klachtencommissie voor het katholiek onderwijs.
Bestuursverslag 2013
27
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
9. Zaken met een politiek en/of maatschappelijke impact BSM De vertegenwoordigers van de schoolbesturen komen regelmatig (5 á 6 maal per jaar) bij elkaar in een bovenschools management overleg (BSM) om te komen tot afstemming op gemeentelijk gebied dan wel om gezamenlijk beleid te formulieren als basisscholen. In dat overleg kunnen op verzoek maatschappelijke instanties aanschuiven om toelichting te geven op hun initiatieven dan wel hun beleidsvoornemens kenbaar te maken. De vertegenwoordigers van de afdeling onderwijs van de gemeente en het VO worden op structurele basis uitgenodigd. Agenda punten in dit overleg zijn: huisvesting, communicatie, inzet combinatiefunctionarissen, kunst – en cultuurbeleid, gebruik leskisten, gemeenschappelijke activiteiten zoals bv. de avondvierdaagse. Lokale Educatieve Agenda (LEA) Schoolbesturen, gemeente en overige betrokken instellingen worden meer en meer gezamenlijk verantwoordelijk voor kansen voor kinderen en jongeren. Nieuwe wet- en regelgeving leidt er toe dat de handen ineen geslagen worden en dat de partners samen een agenda voor de jeugd bepalen en uit voeren: de lokale educatieve agenda. In 2012 is het NEA (Nieuwegeinse Educatieve Agenda) gestart. In dit NEA overleg worden tenminste tweemaal per jaar onder meer de volgende onderwerpen besproken: activiteiten van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), Passend onderwijs, VVE, veiligheid in en om de scholen, onderwijs huisvestingsprogramma, w.o. beveiligingsinstallaties en binnenklimaat, agenda gemeente en provincie, verzuimbegeleiding PO en VO, tegengaan segregatie en het bevorderen van integratie en afspraken. Bij bijna alle genoemde onderwerpen ligt er een regierol voor de gemeente Nieuwegein maar blijven de diverse partners verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van het beleid Project Wisselgeld Dit project behelst een intensieve begeleiding voor multi-probleem gezinnen met een ROMA achtergrond. Wisselgeld beschrijft een aanpak met betrekking tot maatwerk en een combinatie van zorg en repressie. De aanpak van "voor wat hoort" wat wordt wisselgeld genoemd. Het schoolverzuim onder de Roma is nog steeds (te) hoog. De inschatting van bureau leerplicht is dat ongeveer 60% van de Roma leerlingen onderwijs volgt. Hoe ouder de kinderen hoe lager de deelname. Vanaf de twaalf jarige leeftijd worden vooral meisjes van school gehaald omdat ze volgend de Roma opvattingen niet meer in contact mogen komen met jongens, omdat ze reeds 'beloofd' zijn aan een huwelijkspartner uit de eigen gemeenschap. Het doel van de voorgestelde aanpak voor het onderwijs is te investeren in preventieve acties gericht op het voorkomen van schooluitval en het vergroten van participatie in de samenleving van deze groep mensen. De gemeente Nieuwegein is steeds op zoek naar nieuwe en effectievere methodieken waarbij de verschillende modaliteiten gebundeld worden tot een eenduidige integrale aanpak van probleemjongeren en het problematische gezin waar zij uitkomen. Kortom een sluitend systeemgerichte aanpak die én repressief én preventief werkt. De verwachting is dat deze aanpak zich in de toekomst zal ontwikkelen naar MP (multi- problem) gezinnen in zijn algemeenheid waar de “aandacht voor ROMA-gezinnen-” wordt geïntegreerd. School’s cool Nieuwgein Het initiatief is gestart in 2011. De eerste pilot was vooral gericht op kinderen uit het centrum. School´s cool is gericht op kinderen die de stap zetten van basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs en die door gezinsomstandigheden of persoonlijke aanleg meer risico lopen om in de brugklas niet of onvoldoende te presteren. Deze leerlingen worden
Bestuursverslag 2013
28
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
aangemeld door hun leraar van groep acht op de basisschool. Als de kinderen aan de criteria van School´s cool voldoen, krijgen ze een mentor toegewezen. Deze goed-opgeleide vrijwilliger komt elke week op een vaste tijd bij de leerling thuis en geeft anderhalf jaar lang aandacht en ondersteuning aan zijn/haar pupil. Dit kan praktische hulp zijn bij de aanpak van het huiswerk, het ondersteunen van de leerling bij het plannen daarvan, het zorgen voor een rustige, eigen werkplek thuis. De thuismentor betrekt ook de ouder of ouders van de leerling bij het gesprek; de ouders zijn volgens afspraak altijd thuis bij het wekelijks bezoek. De mentor kan de ouders ook helpen bij het leggen van contact met de mentor en de school voor voortgezet onderwijs, maar de ouders zijn en blijven daarvoor verantwoordelijk. De SKPON informeert zich (hetzij rechtstreeks, het zij via het bovenschools management overleg Nieuwegein) van de ontwikkelde initiatieven.
Bestuursverslag 2013
29
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
10. Jaarverslag 2013 Raad van Toezicht Inleiding Na de benoeming op 6 november 2012 van de voormalige bestuursleden tot leden van de Raad van Toezicht is het jaar 2013 feitelijk het eerste jaar waarin de Raad van Toezicht zijn werkzaamheden verricht. De omschakeling van het werken, denken en handelen als bestuurslid naar functioneren als toezichthouder is een groeiproces. Dat uit zich bijvoorbeeld in het al dan niet agenderen van agendapunten, waarbij steeds de vraag gesteld wordt: is dit een onderwerp voor de bestuurder of voor de RvT. Het vaststellen van het reglement RvT is hierbij een belangrijke stap in het reguleren en formaliseren van de werkzaamheden. Het jaarverslag 2013 Raad van Toezicht is definitief vastgesteld tijdens de vergadering van 8 april 2014. Samenstelling van de Raad van Toezicht (zie ook hoofdstuk 2) Binnen de raad is sprake van ruime bestuurlijke ervaring en expertise op inhoudelijke werkgebieden waarover de toezichthoudende werkzaamheden zich dienen uit te strekken. In 2013 heeft de raad gewerkt in volledige samenstelling . Met ingang van april 2013is een ambtelijk secretaris in de persoon van Henk Valkenet aan de Raad van Toezicht toegevoegd. Door de benoeming van Selma van Gorsel als lid B (afgevaardigde op voordracht van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) is in deze vacature voorzien. Aftredend voorzitter Jacques Beemer is bereid gevonden om gedurende een tweede termijn het voorzitterschap te vervullen. RvT-lid Edwin van der voort kondigt zijn vertrek op 1 januari 2014 aan. Hij biedt aan om als adviseur voor de stichting op gebied van schoolhuisvesting op te treden. De stichting neemt dit aanbod in dank aan. Werkzaamheden van de raad in 2013 1. Algemeen In het verslagjaar is de raad acht keer in formele vergadering bijeen geweest. Deze vergaderingen werden alle bijgewoond door de bestuurder (= de voorzitter van het College van Bestuur). De onderwerpen van bespreking zijn te verdelen over de verschillende werkgebieden van de raad: 2. Werkgeverschap De raad heeft gesproken over de bezoldiging van de bestuurder. Hierbij is gekozen voor een omzetting van de vroegere inschaling volgens de CAO-PO naar een naast-hoger-liggende schaal die hoort bij de CA-PO voor bestuurders. Tevens is een cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken opgesteld met bijbehorende functiewaardering. Deze gesprekkencyclus zal in 2014 worden gestart. 3. Functioneren van de raad van toezicht Conform de stichtingsstatuten heeft de raad een reglement RvT opgesteld. Op 4 juni 2013 is dit vastgesteld. Ook de raad zal zich op de moderne media moeten profileren. Er is inmiddels een e-mailadres op het bestuurskantoor beschikbaar. Er wordt gewerkt aan een bijdrage van de raad op de stichtingswebsite. Hierin zal naast de algemene informatie over de taak van een RvT ook een profielschets van een RvT-lid worden opgenomen. Door de benoeming van een ambtelijk secretaris zijn de informatiestromen al gereguleerd. 4. Toezicht Bestuurlijke zaken De hoofdlijnennotitie SKPON 2012-2016 “Maatgevend in Onderwijs” geldt als leidraad voor de werkzaamheden van de bestuurder en vormt derhalve ook het uitgangspunt voor de taak van de raad. Voortvloeiend uit de hoofdlijnennotitie is per 1 augustus 2013 de fusie tussen Christoffel en Lucas Batau tot stand gekomen. De RvT heeft hieraan zijn goedkeuring verleend. Bestuursverslag 2013
30
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
Daarnaast is de raad vertegenwoordigd in gesprekken met onderwijsbesturen in Nieuwegein en omgeving om de mogelijkheden voor een (bestuurlijke) samenwerking (verder) te verkennen. Aan het einde van het verslagjaar heeft een eerste gesprek plaatsgevonden met de Stichting “Lek en IJssel”. De resultaten van die bespreking zijn zodanig dat in 2014 een verkenner (een soort informateur) wordt benoemd die de (on)-mogelijkheden verder verkent. Inhoudelijke zaken De raad heeft veel vergadertijd besteed aan de ontwikkelingen op Lucas Galecop. Deze ontwikkelingen hadden te maken met het ziekteverlof en vertrek van de vorige directeur, de waarneming van de directie, communicatie en besluitvorming, de rol van de medezeggenschapsraad (MR) en die van de bestuurder. Naast onrust onder ouders leidde een en ander vlak voor de zomervakantie tot een geschil tussen de bestuurder en MR van de school. De Landelijke Commissie voor Geschillen WMS heeft op 9 december hierover een oordeel gegeven. De raad heeft zich in deze problematiek vooral gedragen als adviseur en klankbord. Ontwikkelingen op het gebied van passend onderwijs (gaat in op 1 augustus 2014) en veranderingen m.b.t. onderwijshuisvesting (ingaande 1 januari 2015) zijn besproken. Hier laat de raad zich uitgebreid informeren door de bestuurder over de voortgang van deze ontwikkelingen in het algemeen en specifiek welke consequenties dit heeft voor (de scholen van) de SKPON. 5. Financiële zaken De raad heeft de jaarrekening 2012 en het jaarverslag 2012 vastgesteld. Ook de begroting 2014 is akkoord bevonden. Op 17 december vond op verzoek van de raad een gesprek plaats tussen accountant, bestuurder en een vertegenwoordiging van de raad. De leden van de raad hebben unaniem besloten geen aanspraak te maken op enige bezoldiging en af te zien van het uitkeren van een onkostenvergoeding. 6. Contact met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad GMR Op 9 april heeft onderwijsinspecteur Dhr. Joustra een inleiding verzorgd over het thema “de (nieuwe) taken en rollen van de RvT, GMR en bestuur in het huidige governance-model” . Deze bijeenkomst is bijgewoond door leden van de GMR, de RvT en het BM (bovenschools management). Overige bijeenkomsten Een drietal keren heeft de raad, voorafgaand aan de reguliere vergadering, in afwezigheid van de bestuurder vergaderd. Onderwerpen van gesprek waren de bezoldiging van de bestuurder en de situatie op Lucas Galecop. Naast de formele vergaderingen zijn er enkele bijeenkomsten geweest waarbij naast de bestuurder ook een afvaardiging van de RvT aanwezig was:
de informatiebijeenkomst op 3 september over de ontwikkelingen op bs Lucas Galecop. een oriënterend gesprek in het kader van bestuurlijke samenwerking. een gesprek op 17 december 2013 met de accountant.
Bestuursverslag 2013
31
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
11. Continuïteitsparagraaf In mei 2013 is een meerjarenbegroting opgesteld. Echter door de recente financiële ontwikkelingen, vanwege het nationale onderwijs akkoord (NAO) en de resultaten van het herfstoverleg zijn de cijfers uit die begroting niet meer valide en daarom niet relevant. Hieronder is de begroting van 2014 opgenomen, afgezet tegen de realisatie van de drie jaren ervoor. Begroting 2014
Leerlingen aantallen Baten Rijksbijdragen OC&W Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Nettoresultaat (peildatum 01-04-2014)
Realisatie 2011
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Begroting 2014
1738
1636
1559
1552
7.445.714 92.141 110.905 7.648.760
7.494.031 81.381 117.216 7.692.628
7.560.668 77.869 89.176 7.727.713
6.912.985 62.582 17.000 6.992.567
6.532.816 180.906 528.539 622.673 7.864.934
6.402.492 173.033 552.035 639.080 7.766.640
6.279.098 146.892 524.677 670.712 7.612.879
5.954.439 133.723 536.905 583.789 7.195.356
-216.174
-74.012
106334
-216.289
42.365
38.722
25.405
24.600
-173.809
-35.290
131.739
-191.689
Risico’s Ondanks dat de stichting momenteel het opstellen van een meerjarenbegroting op dit moment niet opportuun vindt gezien de onduidelijk en onzekerheden zoals hierboven geschetst, is er wel alertheid en zicht op mogelijke (financiële) risico’s. Een belangrijk risico in de personele begroting is dat de gelden uit het nationale onderwijs akkoord (NAO) en de resultaten van het herfstoverleg niet in die mate zoals voorspeld worden toegekend, dan wel dat de gelden nagenoeg volledig opgaan aan verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden. De stichting zet juist in op zoveel mogelijk behoud van werkgelegenheid, bij onvoldoende ruimte voor volume in het personeel komt ons inzien de kwaliteit van het onderwijs onderdruk of zijn we onvoldoende in staat om het natuurlijk verloop op te vangen middels goed ingewerkte junior leerkrachten. Een risico in de materiele sfeer is de overgang vanaf 1 januari 2015 naar eigen verantwoordelijkheid voor ook buiten onderhoud. Het onderwijs in Nieuwegein (en ook de SKPON) heeft de beschikking over een groot deel van de schoolgebouwen die 30 tot 35 jaar oud zijn, de vraag of de toekomstige financiering in evenwicht is met de staat van oplevering en de noodzaak tot onderhoud. De bedragen waar het uiteindelijk om gaat zijn nog onduidelijk. Om die risico’s zo klein mogelijk te maken vinden uitvoerige gesprekken met de gemeente plaats.
Bestuursverslag 2013
32
Jaarrekening 2013 61517 / Stichting Katholiek Primair Onderwijs Nieuwegein te Nieuwegein
In kader van de vermindering van de risico’s streeft de stichting er naar om langjarige contracten (> 5 jaar) zoveel mogelijk te beperken. Met met name schoolleveranciers, ondersteuners van ICT, het administratiekantoor worden steeds meer juist kortlopende afspraken gemaakt om zo alerter op de ontwikkelingen te kunnen reageren. Voor 2014 staat ook op het programma om alle procuratierollen opnieuw onder de loep te nemen en de stand van zaken rond investeringen en afschrijvingen grondig te analyseren. Meerjarenbegroting 2014-2017 Op basis van de nu beschikbare gegevens en rekening houdend met de onzekerheden zoals hierboven is een meerjarenbegroting opgesteld tot 2017. We gaan hierin uit van een lichte leerlingendaling en toekenning van de verwachte gelden vanuit het nationale onderwijs akkoord (NAO) en de resultaten van het herfstoverleg en houden rekening met een geringe indexering van de uitgaven. SKPON Exploitatie meerjarenbegroting 2014-2017 Realisatie Begroting 2013 2014
Prognose 2015
Prognose 2016
Prognose 2017
Baten Rijksbijdrage OC&W 7.560.668 Overige overheidsbijdragen 77.869 Overige Baten 89.176 Totaal Baten 7.727.713
6.912.985 62.582 17.000 6.992.567
7.000.000 70.000 61.000 7.131.000
6.800.000 70.000 61.000 6.931.000
6.650.000 70.000 61.000 6.781.000
Lasten Personele Lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal Lasten
6.279.098 146.892 524.677 670.712 7.612.379
5.954.439 133.723 536.905 583.789 7.195.356
5.900.000 110.000 550.000 585.000 7.145.000
5.800.000 110.000 560.000 600.000 7.070.000
5.650.000 110.000 570.000 610.000 6.940.000
106.334
-216.289
14.000
-139.000
-209.000
25.405
24.600
25.000
25.000
25.000
131.739
-191.689
11.000
-114.000
-134.000
Totaal baten en lasten Financiële Baten en Lasten Totaal
Als er meer helderheid is over de verdere invulling van de te verwachte gelden en de gevolgen van de nieuwe CAO is het voornemen om in het najaar van 2014 een integrale meerjarenbegroting op te stellen samen met de begroting voor 2015.
Bestuursverslag 2013
33
SKPON Balans Activa
31-12-2013
31-12-2014
31-12-2015
31-12-2016
Materiële vaste activa
628.593
631.736
625.419
672.325
Financiële vaste activa
18.600
18.600
18.600
18.600
588.345
582.462
576.637
570.871
Liquide middelen
1.797.608
1.577.098
1.608.694
1.458.935
Totaal activa
3.033.146
2.809.895
2.829.350
2.720.731
31-12-2013
31-12-2014
31-12-2015
31-12-2016
1.979.449
1.787.760
1.798.760
1.684.760
143.069
122.095
126.395
127.518
Langlopende schulden
2.646
1.138
798
539
Kortlopende schulden
907.982
898.902
903.397
907.914
3.033.146
2.809.895
2.829.350
2.720.731
Vorderingen
Passiva Eigen vermogen Voorzieningen
Totaal passiva
De balanscijfers 2014 t/m 2016 zijn gebaseerd op de meerjarenbegroting. De te verwachten verliezen 2014 t/m 2016 zijn in de meerjarenbalans ten laste van de algemene reserve verantwoord.
12.Toekomst SKPON In het kort zijn een aantal zaken te noemen die de komende periode extra aandacht krijgen, een aantal ervan zijn al eerder in gang gezet:
De verdere uitvoering van strategisch beleidsplan 2012-2016 met als “grote” thema’s: professionalisering, profilering en mobiliteit De invoering van Passend Onderwijs Evaluatie van het nieuwe managementconcept (één directeur voor tenminste twee locaties met op ieder locatie een locatieleider) Het verder optimaliseren van het ISO (Inter Scholair Overleg) als drager van gemeenschappelijke stichtingsactiviteiten Voorbereiding op de verzelfstandiging van het buitenonderhoud van de gebouwen. Uitwerken van het initiatief tot meer bestuurlijke en/of facilitaire samenwerking met een stichting uit de regio.