Innoveren en Inspireren BELEIDSPLAN 2011-2015 Stichting Katholiek Primair Onderwijs Oost-Veluwe
Veluwse Scholengroep Basisonderwijs & SBO Basisonderwijs & SBO
Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011 – 2015
Innoveren en Inspireren. Vooraf. In Het Beleidsplan 2008-2010, „Excelleren en Accelereren,‟ beschreef ik doelstellingen die terug te voeren waren naar twee hoofdthema‟s. We moesten meer uitblinken en het mocht wel „een tandje meer.‟ De doelstellingen uit het vorige beleidsplan laat ik in het eerste hoofdstuk van dit nieuwe beleidsplan de revue passeren. Wat is er van terecht gekomen? Waar vraagt het bijsturing? Om een voorschot te nemen is het goed om eerst te melden dat de afgelopen drie planjaren samen te vatten zijn in slechts één woord: Groei. Groei in samenwerking; leerlingenaantallen; nieuw- en verbouw; onderwijsinhoud en profilering. Op verschillende groeimomenten kom ik op meerdere plaatsen in dit nieuwe plan terug. De Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs is een stabiele organisatie. Het is goed om hier te benoemen dat ik zeer schatplichtig ben aan een professioneel management corps. Goed geschoolde en creatieve schoolleiders die – niet onbelangrijk – in een uitmuntende sfeer van collegialiteit, humor en loyaliteit – er voor gezorgd hebben dat er belangrijke successen op de scholen behaald zijn. Een voorbeeld: In de vorige planperiode was er nog sprake van vijf zogenoemde „bedreigde‟ scholen. Scholen die moeite hadden te groeien of zelfs maar stabiel te blijven. Ze voldeden aan nagenoeg alle vormen van „bedreigd zijn.‟ Bij de Scholenschouw elders in dit beleidsplan mag blijken dat er niet één school meer deze kwalificatie draagt. Dat is niet vanzelf gegaan. Er zijn grote inspanningen geleverd om de levensvatbaarheid van de scholen weer op koers te krijgen. Er zijn directeuren en locatieleiders benoemd en in een aantal gevallen zijn er complete schoolteams opnieuw samengesteld. De cijfers wijzen uit dat de inspanningen tot resultaat hebben geleid. We zijn er nog niet. De bezuinigingen sinds de invoering van de lumpsumfinanciering hebben geleid tot drastische maatregelen op het gebied van personeelsformatie en onderhoud. Maatregelen op het gebied van het vervangen van onderwijsmiddelen en het inkrimpen van niet direct lesgebonden uren. Zonder volledig te willen of kunnen zijn noem ik nog de aanstaande invoering van Passend Onderwijs; de invoering van de functiemix; de gemeentelijke bezuinigingen op gebouwen en bezuinigingen op- of zelfs het geheel verdwijnen van onderwijsbegeleiding. We zullen dus ons beleid van creatief omgaan met de gelden moeten voortzetten. In hoofdstuk 2 worden de financiën van de Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs nader geanalyseerd. We moeten verder met innoveren en inspireren binnen de kaders van een beperkt financieel speelveld. Innoveren om de groei vast te houden. Groei die nodig is om financieel gezond te blijven en om de onderwijsinhoud scherp te houden. Om zo voorbereid te zijn op de snel veranderende wereld waar onze kinderen in opgroeien. Inspireren om niet te vervallen in getob en gemor, maar om de spirit hoog te houden. Ook als het (financieel) zwaar weer is. Innoveren en Inspireren is de vertaling en uitwerking van het Strategisch Beleidsplan 2010-2014 „Samen meer Waarde maken‟ van de Samenwerkingsstichting Veluwse Scholengroep en Christelijk Voortgezet Onderwijs. De Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs is een van de twee Stichtingen die samen de Veluwse Scholengroep vormen. Bij het tot stand komen van „Samen meer waarde maken‟ zijn alle directies primair onderwijs en een afvaardiging van de Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad nauw betrokken geweest. Dat geldt ook voor de definitieve versie van Innoveren en Inspireren. Innoveren en Inspireren is het vervolg van het beleidsplan 2008-2010 Excelleren en Accelereren (oktober-november 2007); Aanvalsplan Operatie Inverdan (oktober 2009) en Operatie Inverdan – De Uitvoering (november 2009).
Apeldoorn-Amersfoort augustus-oktober 2010.
Niek de Kruif Algemeen directeur Primair Onderwijs Veluwse Scholengroep.
1 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
Inhoudsopgave 1
DOELSTELLINGEN 2008-2010 EN HET VERVOLG VOOR 2011-2015. ............................................................................. 3
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 2
EXCELLEREN EN PROFILEREN. .......................................................................................................................... 3 BEDREIGDE SCHOLEN VERANDEREN IN KANSRIJKE SCHOLEN. .................................................................................. 3 HET PO ONTWIKKELT EEN SYSTEEM VAN KWALITEITSBELEID. ................................................................................. 4 HET PO ONTWIKKELT EEN SYSTEEM VAN PR EN COMMUNICATIE. .......................................................................... 4 SAMENWERKING PO-VO WORDT ONTWIKKELD. ................................................................................................ 4 OUDERBETROKKENHEID WORDT EEN SPEERPUNT. ............................................................................................... 5 IDENTITEIT WORDT EEN HELDER VERHAAL. ......................................................................................................... 5 INFORMATIE EN COMMUNICATIE TECHNOLOGIE (ICT) WORDT ONDERWIJSKUNDIG INGEVULD. .................................... 5
FINANCIËN. ............................................................................................................................................................... 6
2.1 2.2
DE BEZUINIGINGEN VANAF DE INVOERING VAN DE LUMPSUMFINANCIERING. ............................................................ 7 BEZUINIGINGEN VANAF 2010. ........................................................................................................................ 8
3
VISIE EN MISSIE. ........................................................................................................................................................ 9
4
STRATEGISCH BELEID 2011 – 2015. .......................................................................................................................... 10
4.1. UITGANGSPUNTEN........................................................................................................................................... 10 4.2. INNOVATIE VAN HET ONDERWIJS......................................................................................................................... 10 4.3. PROFILEREN EN PASSEND ONDERWIJS. ............................................................................................................ 11 4.4. POVO. ......................................................................................................................................................... 12 4.5. BSO. ............................................................................................................................................................ 12 4.6 OPLEIDEN IN DE SCHOOL ................................................................................................................................... 13 4.7. VOORTGANG VAN BELEID. ................................................................................................................................. 14 5
ONZE FILOSOFIE = ONZE PRAKTIJK. .......................................................................................................................... 15
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
UITGANGSPUNTEN. .................................................................................................................................... 15 OVER ONS ONDERWIJS. ............................................................................................................................... 15 OVER HET PEDAGOGISCH KLIMAAT. ............................................................................................................... 16 OVER DE LEERKRACHTEN. ............................................................................................................................. 17 OVER DE DIRECTIES. .................................................................................................................................... 18 OVER HET SERVICE BUREAU. ........................................................................................................................ 19
7
DOELSTELLINGEN 2011 – 2015 OP EEN RIJ. .............................................................................................................. 19
8
SCHOLENSCHOUW. .................................................................................................................................................. 21
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10 6.11 6.12 6.13
DE SCHAKEL, APELDOORN. DIRECTEUR: JOHAN GAARMAN................................................................................. 21 SEB@STIAAN, APELDOORN. DIRECTEUR: DRS.ING. MARTHIJN MANDERS. ............................................................ 22 ST.VICTOR, APELDOORN. DIRECTEUR: THÉRÈSE SCHOONEN. .............................................................................. 22 SBO DE VORM, APELDOORN. DIRECTEUR: DRS. RIA VROLIJK. ............................................................................ 23 DE ZEVENSPRONG, APELDOORN. DIRECTEUR: LUUK VAN DER HEIJDEN. ................................................................. 23 DE ZONNEWENDE, APELDOORN. DIRECTEUR: DRS.ING. MARTHIJN MANDERS. ...................................................... 24 DE POORT, LOENEN. DIRECTEUR: ELLEN SCHOLTEN. ......................................................................................... 24 ANNE FRANK, APELDOORN. DIRECTEUR: LUUK VAN DER HEIJDEN. ....................................................................... 25 ST.BERNARDUS, EPE. DIRECTEUR: JOHAN GAARMAN. ....................................................................................... 26 ELOY, UGCHELEN. DIRECTEUR: GERRIT VIERBOOM. .......................................................................................... 26 GERARDUS MAJELLA, VAASSEN DIRECTEUR: GERRIT VIERBOOM.......................................................................... 27 HERTOG VAN GELRE, APELDOORN. DIRECTEUR: LUUK VAN DER HEIJDEN. ............................................................. 27 DE KRUGERSTEE, VAASSEN. DIRECTEUR: GERRIT VIERBOOM. ............................................................................. 28 2
Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
6.14 6.15
1
C. VAN LEEUWEN, EERBEEK. DIRECTEUR: EMMY VOORN. .................................................................................. 28 PANCRATIUS, BRUMMEN. DIRECTEUR: DIEDERIK SCHAKELAAR. ........................................................................... 29
DOELSTELLINGEN 2008-2010 EN HET VERVOLG VOOR 2011-2015.
Vooraf. Algemene doelstelling: De vijftien scholen voor primair onderwijs worden behouden en groeien zowel kwalitatief als kwantitatief. Beide groeidoelstellingen worden gemeten op de 1 oktober teldatum en in april/mei bij de opbrengsten van de Cito Eindtoets. Stand van zaken. De hier geschetste algemene doelstelling uit 2007 is ruimschoots gehaald. Alle scholen zijn buiten de gevarenzone en zelfs de enige (in twee betekenissen) school die qua leerlingenaantal onder de opheffingsnorm is, De Poort in Loenen, is groeiend. De school is verbouwd en onder nieuw management florerend. De kwalitatieve groei vertoont een mozaïek van cijfers en interpretaties. Kijken we naar de Cito eindtoets opbrengsten dan varieert het beeld. Door de bank genomen scoren onze scholen bovengemiddeld, maar omdat we nagenoeg alle leerlingen mee laten doen met de eindtoets – en dat is niet overal gebruikelijk - is de opbrengst wel zeer afhankelijk van het feit of er voldoende leerlingen kunnen terugvallen op een intellectueel uitdagende thuissituatie. Bij een kleine groep acht worden de opbrengsten soms zeer gekleurd. De inspectie van het onderwijs heeft, op grond van de leeropbrengsten, veertien van de vijftien scholen in een basisarrangement geplaatst. Die scholen scoren vervolgens op of – soms ruim – boven de gewenste kwaliteits normen. Er is één school met een medium toezicht. Een recent geaccordeerd aanvalsplan zal resulteren in de omzetting naar een basisarrangement medio maart 2011. Tenslotte bemerken we dat een toenemend cohort kritische ouders de kwaliteit van de schoolopbrengsten benoemt om juist voor onze scholen te kiezen. Zo is de kwantitatieve groei deels te koppelen aan de kwalitatieve groei.
Algemene doelstelling: Kwalitatieve en kwantitatieve groei zijn speerpunt.
1.1
EXCELLEREN EN PROFIL EREN.
Al onze scholen hebben de afgelopen planperiode een meer of minder pregnant profiel ontwikkeld. Dat gaat van extra aandacht voor techniek op school tot de vorming naar een nieuw Dalton concept. Een toenemend aantal scholen heeft het profiel Engels gekozen. Een succesvolle formule waarbij de vierjarigen beginnen met Engelse les die wordt gegeven door een native speaker. Vorig jaar is daar ook een gecertificeerde toetsing bij gekomen van het Anglia project. Een van onze directeuren is gecertificeerd om de toetsen af te nemen op de verschillende scholen.
Doelstelling 1: Excelleren en profileren zijn speerpunt. Voor de komende planperiode komt daar de vorming van profielscholen in het kader van Passend Onderwijs bij. Startpunt is de vorming van een tweetal begaafdheidsprofielscholen (De Zonnewende en de St.Victor).
1.2
BEDREIGDE SCHOLEN VERANDEREN IN KANSRIJKE SCHOLEN.
In het vorige beleidsplan zijn de volgende scholen aangemerkt als „bedreigd.‟: De Sebastiaan [nu: Seb@stiaan] in Apeldoorn; De Aloysiuspoort [nu: De Poort] in Loenen; De Eloy in Ugchelen; De St.Pancratius in Brummen en de C. van Leeuwen in Eerbeek. Het is verheugend te kunnen melden dat álle vijf de scholen ruimschoots uit de gevarenzône zijn. Genoemde vijf scholen zijn zonder
3 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
uitzondering onder nieuw management geplaatst. Bij de overige tien scholen zijn er overigens geen nieuwe kandidaten voor de categorie „bedreigde‟ scholen.
Doelstelling 2: Voorkomen van het ontstaan van bedreigde scholen door een strakke bovenschoolse monitoring en het gebruik van meetinstrumenten, waaronder een jaarlijkse kwaliteitsscan, om de positieve ontwikkeling van kwaliteit en kwantiteit te borgen.
1.3
HET PO ONTWIKKELT EEN SYSTEEM VAN KWALITEITSBELEID.
Uit het vorige beleidsplan: „Kwaliteitsbeleid houdt in dat we op systematische wijze en continu nagaan of we waarmaken wat we in plannen en beleidsvoornemens beloven, Naast de intrinsieke motivatie om te verbeteren is er, sterker dan voorheen, een externe motivatie voor kwaliteitsbeleid. Naarmate scholen meer autonomie krijgen om het onderwijs naar eigen inzicht in te richten en vorm te geven, ligt het voor de hand dat de overheid, maar ook de ouders, meer zicht willen hebben op onze kwaliteit.‟ In de ondernemingsplannen van onze scholen is kwaliteitsbeleid geborgd. Iedere school heeft haar kwaliteitsbeleid beschreven en dit beleid wordt uitgevoerd en geborgd. Met wisselende successen. De inspectie van het onderwijs heeft ons de kaders gegeven om kwaliteitsbeleid scherper te formuleren. Met die input en de input van de directeuren verschuiven we een belangrijk deel van de borging naar de Intern Begeleiders, die vanaf de start van dit beleidsplan moeten voldoen aan de beroepsstandaard voor de Intern Begeleider. Ze dienen te voldoen aan de geformaliseerde functieomschrijving; de opnieuw geformuleerde bekwaamheidseisen en de ethische code (Uitgave Landelijke beroepsgroep voor interne begeleiders 2009). Onder leiding van de directeur SBO/WSNS, mevrouw drs. Ria Vrolijk, wordt het IB-netwerk hiertoe uitgerust. Kwaliteitsbeleid wordt zo ook een Stichtingsbreed gedragen beleidsonderwerp. Gezien de verscherpte kaders een noodzakelijke stap.
Doelstelling 3: Directie en Interne Begeleiders borgen kwaliteitsbeleid waarbij de eerste toetsing wordt gedaan door de leden van het IB-netwerk onder gemandateerde leiding van de directeur SBO/WSNS. Eerste beleidsvaststelling gebeurt door directeur SBO/WSNS en de bovenschoolse directeur PO.
1.4
HET PO ONTWIKKELT EEN SYSTEEM VAN PR EN COMMUNICATIE.
Sinds 2007 heeft het PO een communicatieplan, dat regelmatig een update krijgt. Onder de bezielende leiding van het hoofd PR & Communicatie, Mariëlle Wolthuis wordt de invulling van PRbeleid per school professioneel aangepakt. De schoolgids cyclus is daar een mooi voorbeeld van. Voor alle scholen wordt in de komende planperiode een presentatie DVD gemaakt voor nieuwe ouders. De afdeling PR & Communicatie borgt ook de te gebruiken huisstijl. De rol van goede PR zal de komende planperiode toenemen. In de drie gemeenten waar de Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs actief is, is sprake van, soms zeer grote (Brummen) terugloop van leerlingen. Deze negatieve demografische ontwikkelingen vragen om nog grotere inzet om de deelname percentages per school te vergroten. Daartoe is kwaliteit nodig. Kwaliteit die we nog beter moeten verkopen aan onze toekomstige ouders. Voor onze scholen moet je willen omrijden.
Doelstelling 4: PR & Communicatie blijven belangrijk om de scholen fris en alert te kunnen (blijven) presenteren.
1.5
SAMENWERKING PO-VO WORDT ONTWIKKELD.
4 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
De POVO commissie heeft de afgelopen planperiode een aantal belangrijke resultaten bereikt. Er is een digitaal onderwijskundig rapport gemaakt en ingevoerd. De „harde overgang‟ van PO naar VO zal in de toekomst zo sneller en adequater verlopen. In 2010 zijn de meeloopdagen voor het voortgezet onderwijs gestroomlijnd, m.u.v. het openbaar onderwijs dat zich nog beraad op deze stap. Tenslotte zal er nog maar één onderwijsmarkt per jaar worden georganiseerd voor de directies en de leerkrachten groep 8. En dat is een grote besparing in tijd en efficiëntie voor velen. De inhoudelijke overgang voor de vervroegd Engels scholen is nog onderwerp van gesprek en zal de komende planperiode worden geborgd.
Doelstelling 5: De samenwerking PO-VO wordt verder uitgebouwd, waarbij we ons richten op kleine, organische stappen.
1.6
OUDERBETROKKENHEID WORDT EEN SPEERPUNT.
De ouderbetrokkenheid middels het gremium GMR heeft de afgelopen planperiode gestalte gekregen. Er is een vakkundige (ouder)voorzitter benoemd en er is secretariële ondersteuning. Het aantal leden van de GMR is van dertig teruggebracht naar 16 (SBO heeft twee afgevaardigden) en de documentenstroom is, qua timing, nu voor alle betrokkenen te overzien. De stukken zijn nu ook middels een portal op een afgeschermde internetsite te raadplegen. Nagenoeg alle scholen hebben inmiddels ouderenquêtes afgenomen, die hebben geresulteerd in grotere betrokkenheid en openheid. Ouders zijn en blijven core business als het gaat om de opvoeding en de ontwikkeling van kinderen. We zijn partners in deze.
Doelstelling 6: Ouderbetrokkenheid blijft een speerpunt. De Veluwse Scholengroep primair onderwijs zal ieder jaar middels een schoolscan een school uitlichten waarbij nadrukkelijk de relatie ouder -school zal worden onderzocht en waarbij de verbeterpunten bovenschools zullen worden gemonitord. Het fenomeen `Mystery Guest` blijft jaarlijks toetsen op alle scholen hoe de omgang met nieuwe ouders in de praktijk uitpakt. Er bestaat de mogelijkheid deze activiteit uit te breiden.
1.7
IDENTITEIT WORDT EEN HELDER VERHAAL.
De onderwijskundige identiteit van onze scholen is dusdanig neergezet dat het een helder verhaal is. Iets anders is de levensbeschouwelijke identiteit. In het strategisch beleidsplan 2010-2014 wordt het omgaan met de katholieke identiteit van de basisscholen niet ingekaderd. Er wordt ruimte gecreëerd om de levensbeschouwelijke identiteit ruimhartiger en misschien zelfs wel meer realistisch in te zetten. In de komende planperiode is het van belang dat CvB en CMT heldere uitspraken doen over het verruimen van de levensbeschouwelijke identiteit.
Doelstelling 7: Op termijn zullen de scholen van de Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs de levensbeschouwelijke identiteit waar mogelijk, c.q. wenselijk,verder verruimen naar katholiek & christelijk onderwijs.
1.8
INFORMATIE EN COMMUNICATIE TECHNOLOGIE (ICT) WORDT ONDERWIJSKUNDIG INGEVULD.
Op iedere school van onze Stichting is er op ICT gebied een grote ontwikkeling geweest. De invoering van smartboards heeft een hoge vlucht genomen en veel leerkrachten zijn inmiddels geschoold om hier een goede onderwijskundige inhoud aan te geven. Er is een inhaalslag geweest op het gebied van de hardware. Flatscreens werden aangeschaft en nieuwe netwerken werden aangelegd. Met deze vlucht naar voren zijn er ook beperkingen aan het licht gekomen. De samenwerking met Station tot Station heeft niet geleid tot de gewenste resultaten en ook de eigen ICT afdeling is nog niet in staat om aan alle vragen gehoor te geven. Bezien we de kosten per werkplek dan moet er voor de komende planperiode anders gewerkt worden. Het contract met
5 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
Station to Station zal niet worden verlengd. Met de afdeling ICT worden gesprekken gevoerd om de expertise zelf in huis te halen. Tevens is, naast een strakkere klachten afhandeling, een significante kostenreductie nodig (Zie hoofdstuk 2, financiën). Ook scholen zullen moeten investeren in een beter computergebruik. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat niet alle scholen een adequaat gebruik van computers hebben georganiseerd. Het gebruik kan kwantitatief worden gemeten door onze ICT afdeling en de opbrengsten van deze metingen worden meegenomen naar de directies om verbeteringen te bespreken. Zelfs bij scholen die zich ICT voorhoede scholen noemen is er, in een enkel geval, sprake van opereren in de achterhoede.
Doelstelling 8: ICT wordt in de komende planperiode anders georganiseerd. Het lopende contract met Station to Station wordt per 1 januari 2012 niet verlengd. In 2011 wordt de kennis in eigen huis gehaald en worden de werkplektarieven gereduceerd.
Doelstelling 9: Het computergebruik op de scholen wordt vooreerst kwantitatief en vervolgens kwalitatief bovenschools gemonitord teneinde efficiënter om te kunnen gaan met het gebruik er van.
2
FINANCIËN.
De afgelopen planperiode is er op financieel gebied veel gebeurd en veel omgebogen. De regie van het financieel beleid is geheel in handen gekomen van de directeur PO en dat heeft geleid tot – bij het verschijnen van dit nieuwe vierjarenplan – een hoopvolle start zonder rode cijfers. Dat heeft veel gekost. Er is middels een ratio ingreep zwaar op de schoolformaties bezuinigd (bijna tien volledige arbeidsplaatsen). Een operatie die ook de volgende planperiode door zal moeten gaan, maar in iets minder heftige vorm (5Fte). De meest in het oog springende bezuiniging heeft plaatsgevonden bij het groot onderhoud van de scholen. Voor 2011 is er nog geen ruimte voor welke vorm van groot onderhoud ook (daarvoor moet er eerst een personeelsreductie van 5 Fte zijn bereikt) . Vanaf 2010 zal er, aan de hand van een nu in gang gezet MOP (meerjaren onderhouds plan) weer met beleid aan groot onderhoud kunnen worden gewerkt. De bezuinigingen op de scholen hebben geleid tot veel discussie en intensieve gesprekken met directieleden. Dat de operaties geslaagd zijn is te danken aan een groeiend besef van iedereen dat de bekostiging van het primair onderwijs structureel onvoldoende is. Dat besef is er ook bij ons CvB. Op het servicebureau (4% van het PO budget) is al gekort en het CvB heeft plannen aangekondigd om ook op management niveau stappen te maken. Een en ander heeft er toe geleid dat we aan de ene kant ons financieel beleid op orde zullen houden door verder te bezuinigen, maar het heeft ons aan de andere kant overtuigd van het feit dat we op politiek niveau duidelijker zullen moeten maken dat de kwaliteit van het onderwijs in het geding is. Omdat de financiering in de komende planperiode een speerpunt blijft, worden in dit hoofdstuk de problemen inzichtelijk gemaakt en vooral gekwantificeerd. Een goede informatie leidt immers tot meer begrip. Onderstaand wordt een overzicht van de percentages van ons bruto nationaal product dat we besteden aan het onderwijs gegeven. In 2006 zaten we nog op een niveau van 5,5% en daarmee voldeden we aan een gemiddelde van 5,3%. Voor 2010 is daar nog 4,7 % van over en de trend is een verder daling (cijfers sbo, Sectorbestuur Onderwijsmarkt) Een vergelijking met bijvoorbeeld Zweden: 6,5%. De cijfers zijn in zoverre diffuus dat het hele onderwijsveld in beeld is gebracht. Zeker is dat het basisonderwijs in de volle breedte nauwelijks de begroting dekkend kan krijgen, terwijl VO, MBO en HBO daar, door de bank genomen, wel in slagen. En daarbij dient in aanmerking te worden genomen dat de bekostiging van het management in die sectoren onderwerp van gesprek is geweest bij een aantal onderzoeken in het kader van de overschrijding van de Balkenende norm. Die discussie kennen we in het basisonderwijs niet.
6 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
8,4 8,3
Investeringen in het Onderwijs naar BNP % t.o.v. OESO gemiddelde 2006 5,3 % 8
8,2 7,7
5,3
5,3 5,4 5,5
5,5
5,3 5,3 5,4
5,4 5,4 5,3
5,7
6 6 6
6,2
5,5
6,7
6,4 6,3 6,1
7,2
4,2
5,1
2005 2006
4,6 4,5 4,4
4,7
5,2 5,2
5,2
2004
Recentere cijfers uit een, qua standaards vergelijkbaar land als Zweden, geven aan dat het verschil tussen de uitgaven die het land doet per leerling per jaar er grote verschillen zijn waar te nemen. De bedragen (in dollars per leerling) liggen voor het primair onderwijs in Zweden op $ 4967 en in Nederland op $ 4325. Een verschil van $ 642 per leerling per jaar. Ruim $ 5.000 per leerling per schoolperiode. Voeg daarbij het verschil in schoolgrootte en het ontbreken van een verzuild schoolaanbod en de conclusie is helder. Nog één pregnante vergelijking met Zweden. Op een bevolking van 9 miljoen inwoners heeft het Zweedse ministerie van onderwijs rond de 250 ambtenaren. Op een bevolking van 16 miljoen heeft Nederland er bijna 2000 (CFI nog niet meegerekend). Als eerder gezegd: er moet een politieke discussie volgen.
Doelstelling 10: De Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs zal een actieve rol blijven spelen in de discussie over de bekostiging van het basisonderwijs. Hiertoe zullen de contacten met de PO raad worden voorgezet en contacten met de vakbonden worden geïnitieerd. De directeur PO neemt hiertoe het initiatief.
2.1
DE BEZUINIGINGEN VANAF DE INVOERING VAN DE LUMPSUMFINANCIERING.
Een overzicht. 1. 2. 3.
Bij de invoering van de lumpsum in 2006-2007 is ons bestuur met € 143.654 gekort. Dat is 1.64% van de personele bekostiging als gevolg van de overgangsregeling van het declaratiestelsel naar de lumpsum financiering. In 2007-2008 werd om dezelfde reden nogmaals gekort, maar nu met € 47.300, zo‟n 0.54%. De invoering van de lumpsum kostte de Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs dus € 190.954 om te beginnen. De bekostiging van de materiële middelen blijven structureel onder de inflatie. Als we naar de laatste 4 kalenderjaren kijken dan zien we daarin per jaar een aanpassing van de bekostiging van 1.56% voor 2007 (inflatie: 1.6%); 1.6% voor 2008 (inflatie 2.5%); 3.9% voor 2009 (inflatie: 1.2%) en een negatieve aanpassing voor 2010 van 0.17% ten opzichte van het vorige jaar. Als we het jaar 2009 buiten beschouwing laten omdat in deze aanpassing naast een prijseffect ook een beleidsaanpassing is verwerkt dan komen we in drie kalenderjaren 2.13% tekort ofwel 0.71% per jaar.
7 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
4.
5.
6.
2.2 1. 2. 3.
4. 5.
6.
7.
8.
9.
De bekostigingsbedragen voor schoonmaak en energie geven al lang geen reële afspiegeling meer weer van de daadwerkelijk gemaakte kosten. Gas, water en elektriciteit worden bekostigd op het niveau van de invoering van de lumpsum in 2006-2007. Volgens de PO raad levert dit een structureel tekort op van 25% op diezelfde kosten. De overheid geeft aan besturen voor elke leerkracht hetzelfde bedrag om de salariskosten te dekken. Oudere leerkrachten verdienen significant meer dan de starters. Indien een bestuur gemiddeld veel oudere leerkrachten in dienst heeft kan het tekort oplopen tot enkele tonnen. Voor de Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs is dit (nog) te overzien, maar voor onze katholieke zusterstichting in Zutphen levert dit jaarlijks al een tekort op van € 500.000. Ons voorland? Onnodig te constateren dat scholen er alles aan doen om het team zo jong mogelijk te houden, met mogelijke gevolgen voor de druk op de oudere werknemers. Leeftijdgebonden personeelsbeleid wordt zo onmogelijk. Om de arbeidsdeelname van leerkrachten ouder dan 52 jaar te bevorderen (zie het spanningsveld met 5.) is er een bapo regeling in de CAO opgenomen. Leerkrachten kunnen vanaf die leeftijd 20 dagen en vanaf 56 jaar zelfs 40 extra vrije dagen kopen. De leerkracht betaalt een derde deel van de kosten, de Stichting twee derde deel. Van de laatste kosten vergoed de overheid maar 65%. Dat kost onze Stichting bij benadering € 100.000 per jaar
BEZUINIGINGEN VANAF 2010. Vanaf januari 2010 vindt geen compensatie plaats van de stijging van de sociale lasten van 0.3% per jaar. Vanaf 1 augustus 2010 is het budget voor bestuur en management komen te vervallen. Voor ons bestuur gaat het over een tekort van € 187.000 ofwel 1.56% van de totale bekostiging. Vanaf 1 augustus 2010 is ook de bekostiging voor de LGF-middelen van het speciaal onderwijs fors naar beneden bijgesteld. Voor de Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs betekent dit een teruggang van € 42.000 ofwel 0.35% van de totale bekostiging op jaarbasis. De lastenstijging per 1 augustus als gevolg van de aanpassingen in de pensioen- en de fpupremies zijn niet gecompenseerd. Gezien de nullijn die de regering wil aanhouden mogen we hier ook niet op rekenen. Negatief effect op jaarbasis: 0.4%. Met ingang van het schooljaar 2010-2011 vindt de bekostiging voor groeitellingen niet meer plaats op brinnummer (schoolniveau) maar op bestuursnummer (bestuursniveau). Wat het effect hiervan is kunnen we nog niet precies berekenen, maar zeker is dat de regering met deze maatregel een jaarlijkse besparing voor ogen heeft van € 46.000.000. De invoering van de functiemix, die door het rijk maar voor 75% wordt vergoed, zal voor de Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs de volgende kosten met zich meebrengen: 1 augustus 2010: + € 21.682 i.v.m. het later invoeren van de functiemix. We verwachten dit bedrag te moeten terugbetalen. 1 augustus 2011: - € 2.938. 1 augustus 2012: - € 21.176. 1 augustus 2013: - € 39.413. 1 augustus 2014: - € 64.033. Op 1 augustus 2014 heeft de functiemix ons bestuur € 127.560 gekost. Vervolgens zal er een jaarlijks structureel tekort ontstaan van € 64.033. Er van uitgaande dat er tot 1 augustus 2014 in de CAO PO geen procent loonkostenverhoging zal plaatsvinden. De Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs heeft door het uitstellen van onderhoudswerkzaamheden aan haar gebouwen en door de jaarlijkse toename van de leerlingenaantallen de pijn van de bezuinigingen enigszins weten te verzachten. Desondanks is het vermogen van de Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs de afgelopen 5 jaren met 33% afgenomen. De invoering van passend onderwijs in 2012 zal leiden tot verdere tekorten. De LGF gelden worden vastgesteld op het niveau van 2008, terwijl in de LGF groei heeft plaatsgevonden in de jaren 2009 en 2010. Omdat er regionaal in verhouding veel leerlingen het speciaal onderwijs bezoeken volgt er een, nu nog niet in te schatten, vereveningskorting. De bezuinigingen die de Gemeenten krijgen op het Gemeente fonds worden ook doorberekend naar het onderwijs. Voorbeeld is het afschaffen van onderwijsbegeleidingsgelden in de gemeente Epe en het over een jaar afschaffen van de begeleidingsgelden in de gemeente Brummen. De gemeente Apeldoorn zal volgen. Een nog nader te bepalen percentage van de vergoedingen zal direct naar de scholen gaan. Provinciale subsidies, bijvoorbeeld de bekostiging van een non-segregatie coördinator op DokZuid verdwijnt per 1 januari 2011.
8 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
10.
In het vigerende vierjarenplan wordt veel aandacht geschonken aan de bekostiging. Ten eerste om transparantie te bewerkstelligen naar directeuren en schoolteams – maar ook naar ouders en GMR leden. Ten tweede omdat de bekostigingsproblematiek van invloed is op het dagelijkse werk in de scholen. De groepen zullen groter worden en later gesplitst dan nu. Er zullen voor onbepaalde tijd géén nieuwe directeuren meer worden benoemd, maar uitsluitend locatieleiders die onder een meerschoolse directeur zullen functioneren. De begrotingen staan onder druk en de investeringen worden teruggeschroefd. Groot onderhoud blijft nog minstens een jaar bevroren. Daarom deze transparantie en aandacht.
Doelstelling 11: Voor de komende vier jaar worden, om de financiële tegenslagen op te vangen, een achttal bezuinigingen doorgevoerd.
11a
Er worden in de komende planperiode geen directeuren benoemd. Open plaatsen worden ingenomen door meerschoolse directeuren. Scholen worden vervolgens geleid door locatieleiders (de term locatiecoördinator verdwijnt per direct). Locatieleiders komen versneld in aanmerking voor een LB procedure. Losse toelagen voor locatieleiders verdwijnen op het moment dat er een LB benoeming wordt gerealiseerd.
11b
In het cursusjaar 2010-2011 wordt een ratio besparing van “overall” 5 Fte doorgevoerd.
11c
Groot onderhoud wordt in het kalenderjaar 2011 minimaal uitgevoerd. Vanaf 2012 wordt voorzichtig begonnen met de invoering van het M(eerjaren) O(nderhouds) P(lan).
11d
De onderwijsdag, de laatste woensdag voor de herfstvakantie, wordt definitief geschrapt. De dag voor de Talen blijft (in samenwerking en met co-financiering van het VO).
11e
Investeringsbegrotingen blijven maximaal op het niveau van de totale begroting van 2009 (laatste investeringsbegroting).
11f
Gestreefd wordt om in de planperiode de overhead kosten van 4% terug te brengen naar 3,75% van de totale begroting voor het PO.
11g
Het contract met Station to Station wordt op 1 januari 2012 niet verlengd. Vanaf die datum worden de taken van Station to Station ingevuld door onze eigen ICT-afdeling tegen 90% van de kosten die eerder door Station to Station werden berekend. In 2011 worden er geen nieuwe computers of beeldschermen aangeschaft.
11h
Vervanging voor de eigen rekening van de school wordt definitief niet meer vergoed. Er wordt geen uitzondering gemaakt (voor bijvoorbeeld BHV). Deze vervangingen worden vervolgens ondergebracht in het taakbeleid en de 1e 80 nascholingsuren (van de 160) die ook buiten de lesgevende schooltijd kunnen worden gepland.
3
VISIE EN MISSIE.
Juist na het lezen van hoofdstuk 2 is het zaak te focussen op wat er gedaan moet worden. We opereren binnen de geschetste financiële bandbreedte en zullen dat, als tevoren, met elan en creativiteit blijven doen. In het Strategisch beleidsplan 2010 – 2014 „Samen meer Waarde maken,‟ hebben alle betrokkenen van de Samenwerkingsstichting Veluwse Scholengroep en CVO geïnvesteerd om de kaders waar dit vierjarenplan een direct uitvloeisel van is vast te stellen. Het grote kader benoemen we in de Visie en de Missie. Cruciaal als gemeenschappelijk uitgangspunt is dit als volgt verwoord: Visie. Wij zien elke school op zich en de organisatie in haar geheel als een lerende organisatie, gericht op de optimale ontplooiing van kinderen tot zelfstandige en verantwoordelijke burgers. Het hart van onze onderwijsvisie is “het leren van elke leerling”, het gaat om zijn of haar ontwikkeling. Die ontwikkeling is ondenkbaar zonder een vergelijkbare ontwikkeling van onze medewerkers; geen lerende leerling zonder lerende docent [of leerkracht]. Dit vergt een uitdagende en veilige leeromgeving. De scholen en de organisatie zoeken daarbij een actieve verbinding met hun maatschappelijke omgeving.
9 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
Missie. Ons hoogste doel is de ontplooiing van elke leerling als geheel mens tot het niveau van zijn of haar potenties. Daarbij is er aandacht voor een goede balans tussen individuele ontplooiing en maatschappelijke verantwoordelijkheid. De school biedt excellent onderwijs, hierdoor krijgt iedere leerling een goede basis en de kans om een diploma of startkwalificatie te behalen. We streven naar een praktische vertaling van christelijk geïnspireerde waarden en normen, zoals respect voor ieders uniciteit, zorgzaamheid voor de ander en de leefomgeving, en persoonlijke verantwoordelijkheid in een pluriforme samenleving. Binnen de kaders van onze visie en missie zijn onze scholen uitgedaagd om eigen accenten te leggen en om een richting te kiezen die, passend bij het Strategisch Plan, maatwerk leveren voor de school, de kinderen, de ouders, de omgeving en de geschiedenis. In de jaarlijkse schoolgids en het tweejaarlijkse ondernemingsplan staan deze uitwerkingen verwoord.
4
STRATEGISCH BELEID 2011 – 2015.
4.1. UITGANGSPUNTEN. Alle uitgangspunten beginnen met het leidend beginsel, zoals we dat voor het eerst in 2007 als volgt hebben geformuleerd: ‘Alle plannen en handelingen staan in dienst van slechts één zaak: Het dienen van het primaire proces in de scholen en de groepen.’ We zijn een pedagogische, didactische, ontwikkelingspsychologische en onderwijskundige omgeving waar kinderen – het meest kostbare dat onze maatschappij kan „produceren‟ – opgroeien tot goed toegeruste en waarde(n)volle mensen. Als we dit uit het oog verliezen, verliezen we de toekomst. Het leidend beginsel staat onder druk door een aantal maatschappelijke ontwikkelingen die vaak een financiële component dragen. Zie hiervoor hoofdstuk 2. Laten we in herinnering roepen wat de uitgangspunten waren, zijn en blijven: -
-
Ons onderwijs is op een zo groot mogelijke ontplooiing van de leerling op sociaal, emotioneel, cultureel en creatief terrein gericht. Onze school is behalve een leer- ook een leefomgeving. Onze scholen zijn gericht op het overdragen van kennis en vaardigheden aan leerlingen van groep 1 tot en met het voortgezet onderwijs in een leeromgeving die ordelijk en attractief is. Een volgende stap is het verder ontwikkelen van een doorgaande leerlijn vanaf de voorschoolse opvang. Het bereiken van goede leerresultaten en een persoonlijke ontwikkeling is in alle jaren van belang.
Samengevat: Onze scholen willen, passend bij onze identiteit, een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van leerlingen tot autonome en verantwoordelijke deelnemers aan de maatschappij. Leerlingen leren reflecteren op zichzelf, maar ook op de wereld om hen heen. De Veluwse Scholengroep streeft ernaar op meerdere locaties in Apeldoorn en ruime omgeving onderwijs op die schaal te bieden waarbij de leerlingen zich gekend en erkend voelen.
4.2. INNOVATIE VAN HET ONDERWIJS. Het voortdurend scherp blijven op de ontwikkelingen en het anticiperen op veranderende behoeftes houdt ons alert. In een heviger wordende „strijd om de leerling‟ komt daar extra aandacht voor PR en marketing bij. We moeten ons steeds bewust zijn dat ouders niet meer kiezen voor een levensbeschouwelijke identiteit (hoe belangrijk die ook is), maar voor enerzijds het gemak van de nabijheid van een school en anderzijds de uitstraling en het bijzondere karakter van een school. Het is daarom dat wij aandacht blijven schenken aan onze profilering. Alle scholen van de Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs onderscheiden zich door het excelleren in één of meerdere vak- en vormingsgebieden. De kwaliteit van profilering is nog heel
10 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
divers. Bij de Scholenschouw wordt per school de stand van zaken besproken. In z‟n algemeenheid kan gesteld worden dat de mate van ontwikkeling geheel kan worden teruggevoerd op de aansturing ter plaatse – door directeur en/of locatieleider. In hoofdstuk 4c wordt de profilering met de wettelijk verplichte ontwikkeling van de profielschool in het kader van passend onderwijs gecombineerd. Innovatie is echter meer. Innovatie is ook het „out of the box‟ kijken naar wie je bent, wat je doet en of je het goede doet. Innovatie kan ook zijn dat je zaken die je altijd deed nu niet meer doet, of anders doet. Het is als de gelijkenis van de talenten. Wat de derde slaaf deed kunnen we allemaal. Wat de eerste deed – daar gaat het om! [Matteüs 25:14-30] Strategisch beleid is vooral afhankelijk van de kwaliteit van de mensen die dat beleid bedenken en uitvoeren. Over die kwaliteit in hoofdstuk 4 meer.
Doelstelling 12 : Voor innovatie wordt in 2011 een innovatiebudget van € 30.000,-opgenomen
4.3. PROFILEREN EN PASSEND ONDERWIJS. In het kader van Passend Onderwijs zullen al onze scholen in 2011 (afhankelijk van de definitieve besluitvorming over de financiering) een specifiek profiel moeten hebben ontwikkeld. Dit profiel staat naast het onderwijskundige profiel dat we in hoofdstuk 2b schetsten. Dit profiel is een wettelijke eis om straks in staat te zijn ieder kind op de eigen school passend onderwijs te geven. Alle scholen beginnen met een basisprofiel, dat medio 2011 in de steigers moet staan. In het basisprofiel geeft de school aan welke specifieke opvang- en toelatingsmogelijkheden zij kan bieden. Daarnaast worden er, in samenspraak met de samenwerkingsverbanden WSNS en het regionale Netwerk afspraken gemaakt over de bijzondere profielen. De Veluwse Scholengroep is dit jaar, 2010, voor twee scholen (de Zonnewende en de St.Victor) bezig het profiel te ontwikkelen van begaafdheidsprofielschool. Hier kunnen straks kinderen worden opgevangen die geïndiceerd hoogbegaafd zijn, met daarnaast mogelijke storingen in het autistische spectrum. Met het verdwijnen van de zogenaamde rugzakjes en het ontstaan van een andere bekostigingssystematiek staat het basisonderwijs voor een nieuwe, ingrijpende uitdaging. We zijn medio 2012 verplicht om leerlingen aan te nemen die nu nog naar een Speciaal Basis Onderwijs vestiging zouden gaan. Alleen met een stevig onderbouwde argumentatie en bij uitzondering kan er straks nog een SBO verwijzing volgen. In Apeldoorn e.o. is een bestuurlijk convenant gesloten, waarbij PO, VO en de REC-scholen vastgelegd hebben zich uit te spreken voor: huisnabij onderwijs geen thuiszitters een dekkend onderwijsaanbod Wat betekent dit nu de komende 4 jaar voor onze scholen? Primair het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs op onze scholen. 1. Op Klassenniveau niet de verschillen tussen leerlingen maar de verschillen in instructie en begeleiding is belangrijk. Van onze leerkrachten wordt verwacht hiernaar te handelen door: * opbrengstgericht werken, a.d.h.v. trendanalyses op het gebied van deskundigheid vergroten * referentieniveaus worden geïmplementeerd * investeren in competenties van leerkrachten, denk hierbij aan kennisvergroting en deskundigheidsvergroting in vaardigheden en attitude 2. Op Schoolniveau * alle scholen hebben een duidelijke doelgerichte aanpak * alle scholen stellen toetsbare doelen * alle scholen scholen op vergroten didactische- en attitude vaardigheden * alle scholen bieden een basiszorg. Deze basiszorg zal worden uitgewerkt. De zorgprofielen van de scholen zijn in kaart gebracht. * samenwerken tussen scholen wordt bevorderd * de rol van de IB‟er verandert naar die van coach
11 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
3. Op Bestuursniveau * monitoring van het resultaatgericht werken * scholingsbeleid gericht op leerkrachtgedrag. Vaardigheden afstemmen * scholing / personeelsbeleid Weer samen naar school, WSNS Oost-Veluwe speelt een belangrijke verbindende rol. Dit geldt voor alle hiervoor genoemde niveaus Daarnaast specifiek: * afstemmingsafspraken en regie voeren op gebied van: - geïndiceerde leerlingen - samenwerken met CJG * verbinden met: - informatievoorziening voor effectief onderwijs - specifieke ondersteuning Het laat zich aanzien dat de bekostiging op termijn een struikelblok gaat vormen. Er komt voor Apeldoorn en omgeving een vereveningstoeslag omdat er procentueel gezien „teveel‟ leerlingen SO volgen en de rugzakgelden van nu worden geïndexeerd op de uitgaven van 2008, terwijl het aantal rugzakleerlingen inmiddels fors is gegroeid. Twee bezuinigingen van formaat om het onderwijs „passend‟ te krijgen. De Veluwse Scholengroep zal de komende planperiode stevig inzetten op één samenwerkingsverband, zo mogelijk met het voortgezet onderwijs. Alleen door de krachten te bundelen is wellicht een deel van de maatregelen op te vangen.
Doelstelling 13 : Onafhankelijk van de financiële ontwikkelingen wordt passend onderwijs, in nauwe samenwerking met de WSNS-verbanden, in de komende planperiode ingevoerd.
4.4. POVO. De commissie POVO (Primair Onderwijs – Voortgezet Onderwijs) heeft de afgelopen planperiode een paar duidelijke successen weten te behalen. De meest in het oog springende is de invoering van een nieuw onderwijskundig rapport in twee varianten. Een beknopte waar het kan en een uitgebreide waar het nodig is. Voorts heeft POVO voor de komende planperiode bereikt dat er één presentatiedag van het gehele VO komt en is er één gezamenlijke meeloopdag. Voor het laatste is het openbaar onderwijs in 2010 nog niet beschikbaar, maar er is inmiddels goede hoop op participatie van het openbaar onderwijs in 2011. De aansluiting PO-VO, en daarmee de commissie, vraagt nog veel tijd en inspanning, maar lijkt inmiddels een blijvend gremium te zijn.
Doelstelling 14: In de komende planperiode zal POVO door alle schoolorganisaties in Apeldoorn verder vorm worden gegeven.
4.5. BSO. Vroeg- en voorschoolse opvang; tussenschoolse opvang; kinderopvang voor de jongsten en naschoolse opvang. Het zijn allemaal fenomenen die op het onderwijspad zijn gekomen na aanname van de motie Aartsen – Bos van 22 september 2005. Het eerste Lustrum kan worden gevierd. De Veluwse Scholengroep onderkent het belang van de buitenschoolse- en kinderopvang ten volle. Scholen die deze voorzieningen (of onderdelen er van) niet bieden zijn minder interessant voor de werkende ouders. Op al onze scholen zijn inmiddels buitenschoolse voorzieningen in vele varianten die worden verzorgd door kwalitatief zeer verschillende spelers. De Veluwse Scholengroep onderzoekt of het zinvol is om zelf deze voorzieningen in de nabije toekomst op te zetten. Op een aantal van onze scholen is de samenwerking kwalitatief van hoog niveau. Basisschool De Schakel heeft al jaren een inhoudelijke samenwerking om een ononderbroken leerlijn tussen „Het Druivelaartje‟ en De Schakel te waarborgen. Inmiddels geldt dat ook voor de
12 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
St.Victor en „Mams‟ kinderopvang. Op meerdere scholen wordt inmiddels gewerkt aan doorgaande leerlijnen met de verschillende spelers.
Doelstelling 15: In de komende planperiode onderzoekt de Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs of BSO in eigen beheer kan en /of moet worden uitgevoerd.
4.6 OPLEIDEN IN DE SCHOOL
Geschiedenis. Opleiden in de school is een project van de overheid met als doel praktijk en opleiders (PABO‟s) beter met elkaar verbinden teneinde de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Kennis stroomt van de opleiders naar de scholen toe. Coachen. Het coachen van nieuwe leerkrachten binnen de stichting lijkt onderdeel van opleiden in de school. Dat is niet zo! Dit is een uitvloeisel van de eerste gedachten over opleiden in de school. In de opleiding van de opleiders zit een leergang coaching. Die had als doel om de opleiders te leren hoe ze collega‟s die stagiaires hebben, te coachen. Binnen de stichting is toen het idee ontstaan om startende leerkrachten allemaal te gaan coachen. Daartoe zijn toen drie coaches opgeleid die dat op alle scholen zijn gaan doen naast het begeleiden/beoordelen van studenten op alle scholen binnen de stichting. Opleidingsscholen. De overheid streeft naar een keurmerk voor opleidingsscholen. In het stuk kwaliteitskenmerken is te zien wat de eisen zijn om een dergelijke school te kunnen worden. Voordelen: een meer constante stroom studenten naar de opleidingsscholen continue stroom aan nieuwe adequate informatie vanuit de PABO naar de opleidingsschool. de opleider kan een kwalitatief hoogwaardige bijdrage leveren in beleidsmatige zaken op school. „10-„11 gratis opleiding van opleiders door de PABO prikkels in de school voor collega‟s om zich te laten bijscholen ook als mentoren. meer zelf in de hand hebben hoe toekomstige collega‟s opgeleid worden. Eisen van de PABO: opleiders moeten worden opgeleid. een relatiebeheerder wordt vanuit de PABO aangesteld en daartoe moet een derde deel van de scholingsgelden retour naar de PABO. er kunnen ‟10-„11 slechts drie scholen deelnemen aan het project vanwege een groot aantal aanmeldingen in de regio. Er kan wel aangemeld worden voor de opleiding vanuit scholen die nu niet mee gaan doen. ‟10-‟11: drie scholen doen mee: de Krugerstee, de Gerardus Majella en de Zonnewende omdat daar al opgeleide opleiders zitten. andere scholen kunnen mensen opgeven die als opleider opgeleid kunnen worden. consequent mentoren naar de mentorenopleiding sturen. Voldoen aan de eisen van de PABO in beleidsmatig opzicht t.a.v. opleidingsscholen. Contact zoeken met “Arnhem” en “Zwolle” om te verkennen wat zij samen met ons willen op dit gebied.
13 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
4.7. VOORTGANG VAN BELEID.
700
Leerlingontwikkeling SKPOOV 2005-2009
650
681
650
600 550
550
500 450
450
400
2009
381
386
350
350
300
257
250 200
173
150
97
138
100 50
157 162
146
163
195 158 142
101
13
9
0
13 17
2005 150
111
77 23
19
250
groei/ krimp
3
50
0 -50
-14
-2 -34
-4
-7
-50
In de vorige planperiode luidde de algemene doelstelling als volgt:” De vijftien scholen voor primair onderwijs worden behouden en groeien zowel kwalitatief als kwantitatief”. Beide groeidoelstellingen worden gemeten op de teldatum van 1 oktober en in april/mei bij de opbrengsten van de Cito eindtoets. Na vier jaar mag de conclusie worden getrokken dat de kwantitatieve groeidoelstelling overall ruimschoots is gehaald. Die groei is mede te danken aan de kwalitatieve groei van de scholen. Op het gebied van management hebben veel veranderingen plaatsgevonden. Ontslag, natuurlijk verloop, overplaatsing, emigratie – het is allemaal gebeurd. Hieruit vloeit voort dat de directeuren van de Veluwse Scholengroep inmiddels een niveau hebben bereikt waar nog meer opbrengsten van te verwachten zijn. Dit laat onverlet dat we scherp moet blijven werken aan kwaliteitsbeleid. Dat dit wel eens mis gaat bewijst het feit dat we nog één school hebben die onder medium verscherpt toezicht van de inspectie staat. Dit toezicht zal naar verwachting rond maart 2011 weer vierjaarlijks of „at random‟ worden.
14 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
5
ONZE FILOSOFIE = ONZ E PRAKTIJK.
5.1
UITGANGSPUNTEN.
De Veluwse Scholengroep streeft ernaar op meerdere locaties in Apeldoorn en omgeving onderwijs op die schaal aan te bieden waarbij de leerlingen zich gekend en erkend voelen. De schaalgrootte van een school moet de leerlingen genoeg keuzemogelijkheden en faciliteiten bieden en tegelijkertijd een stimulerend en uitdagend klimaat scheppen om onze missie te verwerkelijken en op die manier een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van onze leerlingen. De realisatie van deze missie vindt plaats in een sfeer van wederzijds respect, tolerantie en betrokkenheid van leerlingen, ouders en medewerkers. Daarbij wordt een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid en wordt naar saamhorigheid gestreefd. De Veluwse Scholengroep zoekt op verschillende niveaus de dialoog met alle deelnemers in de school om invulling te geven aan het functioneren van de school als gemeenschap. De school hecht grote waarde aan samenwerking en een open communicatie met ouder(s)/verzorger(s) van leerlingen. Voor haar medewerkers wil de Veluwse Scholengroep een goed werkgever zijn. We streven ernaar bekwaam personeel te vinden en te behouden voor onze organisatie. Dit betekent dat we aandacht hebben voor ons personeel. We willen ervoor zorgen dat elke medewerker optimaal functioneert. Het personeelsbeleid van de Veluwse Scholengroep richt zich op het verkrijgen van voldoende gekwalificeerd personeel. Kwaliteit en kwaliteitsontwikkeling van onze mensen staan centraal. Leerkrachten zijn vakkundig en bevoegd. Deze competenties dienen te passen bij de visie en de missie van de Veluwse Scholengroep. Om de bekwaamheid op peil te houden stelt de Veluwse Scholengroep haar medewerkers in staat zich te ontwikkelen. Dit vertaalt zich in gericht scholingsbeleid, waarbij de school in medewerkers investeert. Het scholingsbeleid zelf is erop gericht de onderwijskundige en organisatorische processen in school te versterken. In functionerings- en beoordelingsgesprekken zullen leerkrachten op de scholingsactiviteiten bevraagd en beoordeeld worden. Gerichte klassenbezoeken verstrekken bovendien de benodigde informatie om competenties te toetsen en daarop mogelijke scholing af te stemmen. In het IPB is vastgesteld dat er minimaal jaarlijks een functioneringsgesprek dient plaats te vinden, met ieder derde jaar een beoordelingsgesprek. Klassenbezoeken vinden minimaal jaarlijks plaats. Het College van Bestuur, de directeur PO en de schoolleiders achten het van groot belang dat leerkrachten zich verbonden weten met de school. Het betreft de binding met de school waar men werkt, maar ook nadrukkelijk de binding met de Veluwse Scholengroep als geheel. In het DO (Directie Overleg) is een en ander al vanzelfsprekend, op de werkvloer van de diverse scholen vraagt dit nog aandacht.
5.2
OVER ONS ONDERWIJS.
In onze visie hebben we een duidelijk doel over ons onderwijs geformuleerd: De Veluwse Scholengroep levert toegankelijk kwaliteitsonderwijs gericht op optimale zelfontplooiing in een sociaal veilig klimaat. In dit hoofdstuk geven we aan hoe we dit doel bereiken. We geven de algemene kaders voor onderwijskundige beleidsontwikkeling, die van toepassing zijn op alle scholen Primair Onderwijs van de Veluwse Scholengroep. Daarnaast zetten we de doelstellingen voor de komende jaren op een rij en geven we aan hoe we ons onderwijs verder gaan vernieuwen. We sluiten daarbij aan op de doelstellingen die zijn vastgelegd in het Strategisch Plan 2006-2010. Kinderen leren in principe graag. De Veluwse Scholengroep zorgt dat aan deze leerbehoefte recht gedaan wordt. We streven er daarbij naar dat een schooldag een afwisselende dag is. Een afwisselende schooldag kenmerkt zich door variatie in lesvormen waarbij ook met de verschillende leerstijlen van onze leerlingen rekening gehouden wordt. Op deze manier levert leren het beste resultaat en wordt het rendement van een les/lesdag verhoogd. Om leerlingen kansen te bieden zich te ontplooien maakt de school ruimte voor kinderen die bovenpresteren en voor kinderen die onderpresteren.
15 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
Er zijn vijftien scholen voor Primair Onderwijs aangesloten bij de Veluwse Scholengroep, waarvan één school een SBO school is. De scholen bepalen, in overleg met de directeur PO, het onderwijskundig beleid. Dat is deels maatwerk en deels wettelijk bepaald in de eindtermen die ruim gehaald dienen te worden. Vooralsnog is de Cito eindtoets de toetssteen van de onderwijs opbrengsten. We onderzoeken of een gedegen onderwijskundig rapport in de toekomst de eindtoets overbodig maakt. Op alle scholen PO van de Veluwse Scholengroep: krijgen de leerlingen een vorm van activerend onderwijs. We bieden op alle scholen activerend onderwijs waarin aan actief lerende leerlingen ook individuele mogelijkheden geboden worden. Activerend onderwijs is een manier van lesgeven waarbij de leerling op actieve wijze kennis en vaardigheden verwerft. Daarbij is de leerkracht verantwoordelijk voor het aangeven van de vraag/probleemstelling, het bewaken van de procedures en het resultaat van het leerproces, waarbij leerlingen steeds (meer) verantwoordelijk zijn voor de keuze van de leeractiviteiten. Het geboden onderwijs dient leerlingen uit te dagen. leren leerlingen vaardigheden toe te passen. Er wordt structureel aandacht besteed aan het verkrijgen van vaardigheden om meer verantwoording te nemen voor het eigen leerproces. Deze vaardigheden zijn: Leervaardigheden; Sociale vaardigheden (o.a. luisteren, afspraken maken, elkaar aanmoedigen, conflicten oplossen); Regulerende vaardigheden en leren (o.a. oriënteren, plannen, aanpak kiezen, evalueren, reflecteren); Motorische vaardigheden. Leerlingen moeten later hun verworven kennis en inzicht toe kunnen passen in een voortdurend veranderende situatie. De school dient leerlingen daarop voor te bereiden. Daartoe dient ons onderwijs zinvol, contextrijk en betekenisvol te zijn. In dit kader worden vakoverstijgende aspecten bewust gezocht en in ons onderwijs ingebouwd. wordt recht gedaan aan verschillen tussen leerlingen. Dit kader wordt in de praktijk van alledag o.a. zichtbaar in de volgende aspecten: -
Er wordt rekening gehouden met verschillende leerstijlen van leerlingen. Er wordt gevarieerd in werkvormen in de les(sen). Er zijn verschillende tempo‟s van leren mogelijk. Leerlingen krijgen gelegenheid achterstanden in te halen. Er is een keuze in leerstof. Er wordt rekening gehouden met de ontwikkeling van specifieke talenten.
is het onderwijs vormend. Dit kader is herkenbaar in de identiteit van de school (waarden en normen, morele maatstaven, ethisch bewustzijn), burgerschapsontwikkeling en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Wij willen in het primair onderwijs een doorlopende leerlijn in de schoolloopbaan van onze leerlingen bieden. Deze doorlopende leerlijn zorgt ervoor dat leerlingen op gedifferentieerd niveau en binnen een duidelijke structuur groeien naar een vorm van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid, die aansluit bij de levens- en ontwikkelingsfase waarin de leerlingen zich bevinden. Op termijn streven we naar leerlijnen die óók doorlopen in het VO.
5.3
OVER HET PEDAGOGISCH KLIMAAT.
Het pedagogisch klimaat op onze scholen wordt vormgegeven op basis van de uit Christelijke traditie stammende waarden. Hiertoe worden gerekend: -
respect hebben voor en het betrokken zijn bij de medemens; geloof hebben in de groei van mensen;
16 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
-
zorg hebben voor de leefomgeving; oog hebben voor het immateriële; het nemen van eigen verantwoordelijkheid; het nastreven van saamhorigheid; het invullen van de eigen rol in de samenleving; het maken van verantwoorde keuzes.
Vanuit deze waarden streven we naar een positief werkklimaat, dat voor alle betrokkenen motiverend en stimulerend werkt. Onze scholen zijn scholen voor hoofd, hart en handen. Behalve onze leerlingen te laten leren en te helpen bij het leren, willen we leerlingen ook leren leven. Onze scholen zijn voor de leerlingen een voorbeeld voor een rechtvaardige samenleving en nodigt haar leerlingen nadrukkelijk uit daaraan mee te werken. Een school van onze Scholengroep is een school waar onze leerlingen zich mee verbonden voelen. Een leefgemeenschap waarin saamhorigheid nagestreefd wordt. Vanuit het respect voor de medemens wordt aan goede omgangsvormen op onze scholen grote waarde gehecht. Van alle betrokkenen in school wordt verwacht dat zij elkaar op een fatsoenlijke manier tegemoet treden. Problemen zijn er om opgelost te worden waarbij altijd het principe van hoor en wederhoor toegepast wordt. Alle betrokkenen dienen zich in te zetten voor het handhaven of herstel van een goede relatie. Om deze pedagogische visie te verankeren in de praktijk van alle dag hanteren onze scholen de volgende kaders: -
Alle leerlingen worden gelijk behandeld. Pesten wordt niet getolereerd. In alle pedagogische situaties wordt hoor- en wederhoor toegepast. Ouders worden tijdig en adequaat geïnformeerd en betrokken.
De bovenstaande waarden vormen ook de basis waarop normen geformuleerd worden, die hun weerslag vinden in de “schoolregels”. Een structuur met duidelijke en vaste regels en werkwijzen geeft leerlingen houvast en een gevoel van veiligheid en daarmee de basis voor een goed leerklimaat. Met schoolregels geven we grenzen aan. Grenzen stellen betekent ook grenzen bewaken. Hierbij heeft het collectieve belang een hogere waarde dan het individuele belang. Onze scholen achten het hun taak leerlingen, wanneer noodzakelijk te confronteren met grenzen en verwacht dat ze het “nee” leren aanvaarden en respecteren. Onze scholen geloven in de groei van mensen. Dat betekent dat bij het bewaken van de pedagogische grenzen niet rigide te werk gegaan wordt. Leerlingen op onze scholen krijgen de kans zich zo goed mogelijk te ontwikkelen, waarbij voortdurend een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de leerling gedaan wordt. Aan leerlingen en/of ouders wordt, afhankelijk van de ontwikkelingsfase van het kind, de gelegenheid geboden keuzes te maken. In de ontwikkeling van een veilig pedagogisch klimaat voor leerlingen en medewerkers spelen reflectie en bezinning een belangrijke rol. Zo wordt er bijvoorbeeld van zowel leerling als medewerker gevraagd te reflecteren op hun eigen handelen in een conflictsituatie. De scholen van de Veluwse Scholengroep hebben als uitgangspunt dat de school als leefgemeenschap een opvoedkundige taak heeft in de huidige maatschappij, maar stelt nadrukkelijk dat de school de opvoedkundige taak van de ouders niet kan en mag overnemen. Ouders en school dienen elkaar in hun pedagogische taak aan te vullen en te versterken. Ook op pedagogisch gebied hechten onze scholen grote waarde aan een continu verbeteringsproces van de kwaliteit van de school. Juist hierin spelen reflectie en bezinning een belangrijke rol. Zelfreflectie van medewerkers is daarbij van het hoogste belang, maar ook reflectie op het functioneren als pedagogische organisatie is voor onze scholen van doorslaggevend gewicht. Daarbij wordt de inbreng van leerlingen en ouders van groot belang geacht. Door middel van MR; ouderraden; ouderverenigingen en driejaarlijkse enquêtes onder de ouders wordt de inbreng van de ouders geborgd.
5.4
OVER DE LEERKRACHTEN.
17 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
Onze organisatie is er steeds weer in geslaagd om aantrekkelijk te zijn als werkgever voor onze leerkrachten. Dat betekent, om te beginnen, dat we geen problemen ervaren in het aantrekken van gekwalificeerde mensen. We hebben geen tekort aan leerkrachten en verwachten dat ook in de toekomst er voldoende aanbod van vakmensen zal zijn. In het hoofdstuk „onze filosofie‟ hebben we al stilgestaan bij de mensen die voor ons werken. In dit deel gaat het over de veranderingen die nodig zijn om het kernbegrip „innoveren‟ verder inhoud en vorm te geven. We vatten het samen in de volgende doelstellingen:
Doelstelling 16: Leerkrachten worden gestimuleerd om met een zekere regelmaat van school te veranderen. Mobiliteit levert prikkels op om de eigen expertise aan te scherpen, te verbeteren en uit te dragen.
Doelstelling 17: Om de eigen expertise op peil te houden en op een hoger niveau te brengen zullen de wettelijk verplichte 160 uur nascholing jaarlijks door de eigen directeur op significantie en opbrengsten getoetst worden en een vast onderdeel uitmaken van het functionerings/beoordelingsgesprek.
We zullen, nadrukkelijker dan in de vorige planperiode, werken aan de kwaliteit van onze mensen. Bovengenoemde doestellingen zullen daar bij helpen, maar er is meer. De onderwijsmantra: „Maar we werken zo hard‟ moge waarheidsgehalte hebben maar is geen exclusief gegeven voor het onderwijsveld. We zullen een kwaliteitsslag moeten maken die in de vorige planperiode reeds is ingezet. Als gemeld: We gaan – geheel binnen de CAO kaders – zo ver om schoolteams opnieuw samen te stellen wanneer dat de kwaliteit ten goede komt. Op de Eloy en de Sebastiaan zijn daar al meetbaar goede resultaten mee bereikt. Onderdeel van de kwaliteitsslag is ook een betere beloning. Vanaf 1 januari 2011 voeren we de functiemix in. Bovengemiddeld presterende leerkrachten, IB-ers en locatieleiders kunnen in aanmerking komen voor een LB schaal en daarmee is er voor het eerst sinds het invoeren van de wet op het basisonderwijs in 1985 een financiële prikkel voor het basisonderwijs beschikbaar. Innoverende, inspirerende en creatieve vermogens zullen leidend zijn bij de implementatie van de LB schalen.
5.5
OVER DE DIRECTIES.
Een directeur kan de school maken en breken. We hebben de afgelopen planperiode zeer veel aandacht geschonken aan de kwaliteitsontwikkeling van directeuren. Dit heeft er toe geleid dat de directeuren van De Poort; De Bernardus; De Eloy; de C.van Leeuwen; de Pancratius; en de Sebastiaan zijn vervangen. Voor de tweede keer op rij organiseerden we een „Directeurencarrousel‟ waarbij alle directeuren gedurende maximaal een week elkaars scholen overnamen. Dit heeft bijvoorbeeld geleid tot een definitieve directeurenwissel waarbij de directeur van de Zonnewende heeft geruild met de directeur van onze twee scholen in Vaassen, de Krugerstee en de Gerardus Majella. Het functiebouwwerk rond directies is aan het veranderen. Mede door de financiële ontwikkelingen is de Stichting overgegaan tot het clusteren van scholen onder leiding van meerschoolse directeuren. Er zijn inmiddels vier meerschoolse directeuren actief en dat aantal zal in de komende planperiode toenemen. Per school is daar een locatieleider aanspreekpunt voor de ouders en de kinderen. Vanaf 2006 leiden we twee „high potentials‟ per twee jaar op in een schoolleiders opleiding. De afgestudeerden zijn inmiddels werkzaam als directeur of locatieleider. Alle directeuren hebben een schoolleiders opleiding met goed gevolg voltooid. Voor de komende planperiode zal de Stichting (nog) meer gebruik maken van de specifieke expertise van schoolleiders. Zo is er een directeur die Stichtingsbreed de schoolscans kan uitvoeren; een directeur die Anglia gecertificeerd is om de Anglia (Engels) examens af te nemen en zal de directeur SBO/WSNS het IB netwerk verder professionaliseren om de toetsingskaders van de inspectie in de zorgstructuur verder te implementeren. De laatste directeur vertegenwoordigd ook
18 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
de Stichting in het Regionaal Netwerk in het kader van Passend Onderwijs. Tenslotte zullen de directeuren in toenemende mate de OOGO‟s bezoeken en ons daarin vertegenwoordigen. Professionaliseren van directeuren betekent ook „je blik verruimen.‟ We zullen vaker onderzoeken hoe het onderwijs elders is georganiseerd om daar vervolgens van te leren. Zo bezochten we in de afgelopen planperiode een Iederwijs school en met het team van De Schakel een school in Amersfoort (De Vuurvogel). In de nieuwe planperiode zullen we een bezoek brengen aan opbrengstgerichte en inclusieve scholen in Zweden. Twee van onze directeuren participeren in een internationaal onderwijs netwerk en tenslotte is het goed te melden dat een directeur vigeert in het hoofdbestuur van de AOB. De Stichting stimuleert deze ondernemingen van harte en het is goed om te merken dat deze activiteiten een duidelijke en vooral inhoudelijk sterke spin-off hebben.
5.6
OVER HET SERVICE BUR EAU.
Een onderwijsstichting kan niet zonder een goed functionerend Service Bureau. Ons Service Bureau heeft de eerste planperiode blootgestaan aan nogal wat, soms forse, kritiek. Na mutaties bij de functies van de directeur bedrijfsvoering; het hoofd personeelszaken en het hoofd financiën zijn er significante verbeteringen waargenomen. In het spanningsveld tussen kwaliteit en de prijs die de scholen daarvoor betalen is er een verschuiving waar te nemen naar een betere prijs-kwaliteit verhouding. Er moet nog veel gebeuren, maar we zijn op de goede weg. Het is ronduit positief te noemen dat de door de directeur bedrijfsvoering ingestelde klachtenmail al zes maanden niet meer gebruikt is.
7
DOELSTELLINGEN 2011 – 2015 OP EEN RIJ.
Algemene doelstelling: Kwalitatieve en kwantitatieve groei zijn speerpunt. Doelstelling 1: Excelleren en profileren zijn speerpunt. Voor de komende planperiode komt daar de vorming van profielscholen in het kader van Passend Onderwijs bij. Startpunt is de vorming van een tweetal begaafdheidsprofielscholen (De Zonnewende en de St.Victor). Doelstelling 2: Voorkomen van het ontstaan van bedreigde scholen door een strakke bovenschoolse monitoring en het gebruik van meetinstrumenten, waaronder een jaarlijkse kwaliteitsscan, om de positieve ontwikkeling van kwaliteit en kwantiteit te borgen. Doelstelling 3: Directie en Interne Begeleiders borgen kwaliteitsbeleid waarbij de eerste toetsing wordt gedaan door de leden van het IB-netwerk onder gemandateerde leiding van de directeur SBO/WSNS. Eerste beleidsvaststelling gebeurt door directeur SBO/WSNS en de bovenschoolse directeur PO. Doelstelling 4: PR & Communicatie blijft de komende planperiode een speerpunt. Doelstelling 5: De samenwerking PO-VO wordt verder uitgebouwd, waarbij we ons richten op kleine, organische stappen. Doelstelling 6: Ouderbetrokkenheid blijft een speerpunt. De Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs zal ieder jaar middels een schoolscan een school uitlichten waarbij nadrukkelijk de relatie ouder -school zal worden onderzocht en waarbij de verbeterpunten bovenschools zullen worden gemonitord. Het fenomeen `Mystery Guest` blijft jaarlijks toetsen op alle scholen hoe de omgang met nieuwe ouders in de praktijk uitpakt. Er bestaat de mogelijkheid deze activiteit uit te breiden.
19 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
Doelstelling 7: Op termijn zullen Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs scholen de levensbeschouwelijke identiteit waar mogelijk, c.q. wenselijk, verruimen naar katholiek & christelijk onderwijs. Doelstelling 8: ICT wordt in de komende planperiode anders georganiseerd. Het lopende contract met Station to Station wordt per 1 januari 2012 niet verlengd. In 2011 wordt de kennis in eigen huis gehaald en worden de werkplektarieven gereduceerd naar een maximum van 90% van het in 2010 geldende tarief. Doelstelling 9: Het computergebruik op de scholen wordt vooreerst kwantitatief en vervolgens kwalitatief bovenschools gemonitord. Doelstelling 10: De Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs zal een actieve rol blijven spelen in de discussie over de bekostiging van het basisonderwijs. Hiertoe zullen de contacten met de PO raad worden voorgezet en contacten met de vakbonden worden geïnitieerd. De directeur PO neemt hiertoe het initiatief.
Doelstelling 11: Voor de komende vier jaar worden, om de financiële tegenslagen op te vangen, een achttal bezuinigingen doorgevoerd. Doelstelling 12 : Voor innovatie wordt in 2011 een innovatiebudget van € 30.000,-- opgenomen Doelstelling 13 : Onafhankelijk van de financiële ontwikkelingen wordt passend onderwijs, in nauwe samenwerking met de WSNS- verbanden, in de komende planperiode ingevoerd. Doelstelling 14: In de komende planperiode zal POVO door alle schoolorganisaties in Apeldoorn verder vorm worden gegeven. Doelstelling 15: In de komende planperiode onderzoekt de Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs of BSO in eigen beheer kan en /of moet worden uitgevoerd. Doelstelling 16: Leerkrachten worden gestimuleerd om met een zekere regelmaat van school te veranderen. Mobiliteit levert prikkels op om de eigen expertise aan te scherpen, te verbeteren en uit te dragen. Doelstelling 17: Om de eigen expertise op peil te houden en op een hoger niveau te brengen zullen de wettelijk verplichte 160 uur nascholing jaarlijks door de eigen directeur op significantie en opbrengsten getoetst worden en een vast onderdeel uitmaken van het functionerings/beoordelingsgesprek.
20 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
8
SCHOLENSCHOUW.
6.1
DE SCHAKEL, APELDOORN. DIRECTEUR: JOHAN GAARMAN.
De Schakel is een stabiele school, strak geleid en ondanks een negatieve demografische ontwikkeling in de wijk De Maten toch in staat gebleken groei door te maken. Extra bijzonder, omdat de bovenbouw groepen relatief groot waren. De school heeft de doorgaande leerlijn als speerpunt, maar onderscheidt zich ook door accenten op drama en Engels.
Citoscores De Schakel 2001-2010 Normscore 1 school
537,8
Landelijk gem. 2010
535,8
De Schakel 01-10
De Schakel 01-10
537,6
De Schakel 2010
535,7
534
535
536
De Schakel 2010
Landelijk gem. 2010 Normscore 1 school
537
538
Leerlingontwikkeling de Schakel 405
410 400 390
392
392
395
384
381
380
372
375
370 360 350
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009 1-mrt-10
21 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
6.2
SEB@STIAAN, APELDOORN. DIRECTEUR: DRS.ING. MARTHIJN MANDERS.
De Sebastiaan is een goed geleide school die aan het terugkeren is. ICT is het speerpunt. De school is sinds vorig jaar gehuisvest in het MFC DokZuid. Er zijn nog aanloopproblemen met het gebouw, maar de instroom van, met name, kleuters is goed voor een stevige ontwikkeling.
Citoscore Seb@astiaan 2001-2010 Normscore 2 school
536,5
Landelijk gem. 2010
Seb@stiaan 2010
535,8
Seb@stiaan 01-10 Seb@stiaan 01-10
531,7
Landelijk gem. 2010
Seb@stiaan 2010
535,6
528
530
532
534
536
Normscore 2 school
538
Leerlingontwikkeling Seb@astiaan 140 120
118
108
101
100
101
94 79
104
88
80 60 40 20 0
2003
6.3
2004
2005
2006
2007
2008
2009 1-mrt-10
ST.VICTOR, APELDOORN. DIRECTEUR: THÉRÈSE SCHOONEN.
Een van de twee scholen met een wachtlijst, en dat is kenmerkend voor de Victor. De Victor heeft een schier onverwoestbaar imago en het bewaken daarvan gaat de school schijnbaar moeiteloos af. Groei is zeer wel mogelijk. De Victor hoopt binnen afzienbare tijd in het vrijgekomen gebouw van de Ambelt te komen, samen met Mam‟s Kinderopvang. Met de laatste partner wordt ook de ononderbroken ontwikkelingslijn van kinderen in gang gezet.
Citoscore St. Victor 2001-2010 Normscore 1 school
537,8
Landelijk gem. 2010
St. Victor 2010
535,8
St. Victor 01-10
St. Victor 01-10
535,5
St. Victor 2010
Landelijk gem. 2010 536,1
534
535
536
537
Normscore 1 school
538
22 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
Leerlingontwikkeling St. Victor 280 270
272 264
262
261
258
260 248
250
257
244
240 230 2003
6.4
2004
2005
2006
2007
2008
2009 1-mrt-10
SBO DE VORM, APELDOORN. DIRECTEUR: DRS. RIA VROLIJK.
Stevige school met, qq, een sterk pedagogisch klimaat. Omdat de school een SBO school is, proberen we deze school niet te hard te laten groeien. De Vorm is ook de thuishaven van het samenwerkingsverband Oost-Veluwe en de directeur van de school is tevens coördinator van het samenwerkingsverband.
Leerlingontwikkeling De Vorm 140 120
103
100
94
96
2003
2004
2005
2006
100
110
111
2007
2008
111
116
80 60 40 20 0
6.5
2009 1-mrt-10
DE ZEVENSPRONG, APELDOORN. DIRECTEUR: LUUK VAN DER HEIJDEN.
Na een uitgebreide verbouwing is deze school klaar voor groei. Dat gaat nog niet zo snel als we zouden wensen,maar dat heeft ook te maken met het uitblijven van woningbouw in Zuidbroek.
Citoscore Zevensprong 2001-2010 Normscore 5 school Landelijk gem. 2010
533 Zevensprong 2010
535,8
Zevensprong 01-10 Zevensprong 01-10 Zevensprong 2010
537,6
Landelijk gem. 2010 539,9
Normscore 5 school
528 530 532 534 536 538 540 542
23 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
Leerlingontwikkeling Zevensprong 210
202
202
200
200 195
192
190 185
190 176
180 170 160
2003
6.6
2004
2005
2006
2007
2008
2009 1-mrt-10
DE ZONNEWENDE, APELDOORN. DIRECTEUR: DRS.ING. MARTHIJN MANDERS.
De wijk Ossenveld groeit niet meer en dat heeft z‟n weerslag op het boegbeeld van onze Stichting. Inmiddels zijn er twee grote vestigingen (de tweede Zonnewende werd vorig jaar in gebruik genomen) en er is een nieuwe directeur. Met name onderwijs inhoudelijk moet er het nodige gebeuren en dat is inmiddels goed in gang gezet. Speerpunt: Dalton.
Citoscore Zonnewende 2001-2010 Normscore 2 school
536,5
Landelijk gem. 2010
Zonnewende 2010
535,8
Zonnewende 01-10 Zonnewende 01-10
531,3
Landelijk gem. 2010
Zonnewende 2010
536,2
528
530
532
534
536
Normscore 2 school
538
Leerlingontwikkeling Zonnewende 800 700 600 500 400 300 200 100 0
453
646
655
2006
2007
2008
681
712
523
359
2003
6.7
626
2004
2005
2009 1-mrt-10
DE POORT, LOENEN. DIRECTEUR: ELLEN SCHOLTEN.
Onze kleinste school qua leerlingenaantallen, maar wel geheel klaar voor de toekomst. Groei wordt voorzien. De Poort is onze leading School op het gebied van vroegtalig Engels. In 2011 verschijnen website en schoolgids in twee talen. De school werkt dan ook samen met een Secondary School in Engeland.
24 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
Citoscores de Poort 2001-2010 Normscore 2 school
536,5
Landelijk gem. 2010
De Poort
535,8
De Poort 01-10 De Poort 01-10
537
De Poort
Landelijk gem. 2010 Normscore 2 school
534
532 533 534 535 536 537 538
Leerlingontwikkeling de Poort 120 100
98
91
84
82
76
73
2005
2006
2007
2008
80
77
86
60 40 20 0
2003
6.8
2004
2009 1-mrt-10
ANNE FRANK, APELDOORN. DIRECTEUR: LUUK VAN DER HEIJDEN.
De aanvankelijke terugloop van de school is nu tot staan gebracht. De school wordt gestript en gerenoveerd. Medio 2011 volgt de oplevering. De Anne Frank is op de terugweg naar het segment waar het hoort: het bovenste.
Citoscore Anne Frank 2001-2010 Normscore 1 school
537,8
Landelijk gem. 2010
Anne Frank
535,8
Anne Frank 01-10
Anne Frank 01-10
536,8
Anne Frank
Landelijk gem. 2010
535
Normscore 1 school
533 534 535 536 537 538 539
Leerlingontwikkeling Anne Frank 200
191 184
190
187 180
180
173
172
170
163
165
2007
2008
160 150 140
2003
2004
2005
2006
2009 1-mrt-10
25 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
6.9
ST.BERNARDUS, EPE. DIRECTEUR: JOHAN GAARMAN.
Over deze school is nog zorg. Na stilstand en achteruitgang wordt er nu met verve gewerkt aan het herstelplan. De school is verbouwd en de ruimte rondom de school ondergaat een metamorfose. De schoolscan van 2010 was niet positief. Er moet dus ook inhoudelijk (zorg!) nog flink gewerkt worden.
Citoscores Bernardus 2001-2010 School 1 norm
537,8
landelijk gem 09
score 2010
534,9
gemiddeld
gemiddeld
538,1
landelijk gem 09 score 2010
540,8
530
532
534
536
538
540
School 1 norm
542
Leerlingontwikkeling St. Bernardus 200 148
2003
150
140
144
141
2004
2005
2006
165
152
163
175
100 50 0
6.10
2007
2008
2009 1-mrt-10
ELOY, UGCHELEN. DIRECTEUR: GERRIT VIERBOOM.
Nieuwe directeur, nieuwe locatieleider en nieuwe kansen. De school komt van ver, maar ontwikkelt zich nu naar volle tevredenheid. Dalton school in oprichting.
Citoscores Eloy 2001-2010 Norm score 1 school Landelijk gem 2010 Gemiddeld 2001-2010 Eloy 2010
537,8 535,8
Eloy 2010 Gemiddeld 2001-2010 539,4 540,3
Landelijk gem 2010 Norm score 1 school
532 534 536 538 540 542
26 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
Leerlingontwikkeling Eloy 200
190
180
172
167
150
141
2007
2008
150
138
145
100 50 0
2003
6.11
2004
2005
2006
2009 1-mrt-10
GERARDUS MAJELLA, VAASSEN DIRECTEUR: GERRIT VIERBOOM.
De Gerardus is door de inspectie weer in een regulier arrangement gezet, na een korte periode van verscherpt toezicht. Er is veel gebeurd en alles ten positieve. Alleen de instroom van vierjarigen baart nog zorgen. Hier wordt middels een PR plan hard aan gewerkt.
Citoscores Gerardus M 2001-2010 Normscore 2 school
536,5
Landelijk gem. 2010
Gerardus
535,8
Gerardus M 01-10
Gerardus M 01-10
532,6
Gerardus
Landelijk gem. 2010 535,6
530
532
534
536
Normscore 2 school
538
Leerlingontwikkeling Gerardus Majella 157
160 155 150 145
145
148
152
150 144
146
140
140 135 130
2003
6.12
2004
2005
2006
2007
2008
2009 1-mrt-10
HERTOG VAN GELRE, APELDOORN. DIRECTEUR: LUUK VAN DER HEIJDEN.
wachtlijst. Na nieuwbouw en verbouw zijn de groeimogelijkheden uitgeput. Er wordt gewerkt met vijf (!) kleutergroepen. De school telt inmiddels meer dan 400 leerlingen op een plek waar dat bijzonder genoemd moet worden.
27 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
Citoscores HvG 2001-2010 Normscore 2 school
536,5
Landelijk gem. 2010
HvG
535,8
HvG 01-10
HvG 01-10
536
Landelijk gem. 2010 HvG
537,3
Normscore 2 school
535 535,5 536 536,5 537 537,5
Leerlingontwikkeling Hertog van Gelre 500 400 300
340
283
288
289
310
2003
2004
2005
2006
386
370
414
200 100 0
6.13
2007
2008
2009 1-mrt-10
DE KRUGERSTEE, VAASSEN. DIRECTEUR: GERRIT VIERBOOM.
Stabiel in een demografisch zwaar negatieve omgeving. De groei telt hier a.h.w. „dubbel‟.
Citoscore Krugerstee 2001-2010 Normscore 2 school
536,5
Landelijk gem. 2010
Krugerstee
535,8
Krugerstee 01-10
Krugerstee 01-10
535
Landelijk gem. 2010
Krugerstee
539,2
532
534
536
538
Normscore 2 school
540
Leerlingontwikkeling De Krugerstee 200 150
139
127
134
136
137
147
2004
2005
2006
2007
2008
157
162
100 50 0
2003
6.14
2009 1-mrt-10
C. VAN LEEUWEN, EERBEEK. DIRECTEUR: EMMY VOORN. 28
Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
Kwantitatief goede school waar kwalitatief nog veel te doen valt. Binnenkort wordt de uitslag van de schoolscan bekend gemaakt zodat we doelgericht aan verbeterpunten kunnen gaan werken. Het team komt in aanmerking voor een vervroegde aanpak van de samenstelling.
Citoscore C.v.Leeuwen 2001-2010 Normscore 1 school
537,8
Landelijk gem. 2010
C.v. Leeuwen 2010
535,8
C.v. Leeuwen 01-10
C.v. Leeuwen 01-10
537,1
C.v. Leeuwen 2010
Landelijk gem. 2010 537,9
534
535
536
537
538
Normscore 1 school
539
Leerlingontwikkeling C. van Leeuwen 180 175 170 165 160 155 150 145
175 166
162
162
2006
2007
165
162
157
2003
6.15
166
2004
2005
2008
2009 1-mrt-10
PANCRATIUS, BRUMMEN. DIRECTEUR: DIEDERIK SCHAKELAAR.
Prima school met goede instroom, terwijl de demografische ontwikkeling in Brummen niet gunstig is. De schoolt bloeit ook door de neergang van andere scholen. Een effect wat we als Stichting op meerdere plaatsen meemaken.
Citoscore Pancratius 2001-2010 Normscore 1 school
537,8
Landelijk gem. 2010
Pancratius 2010
535,8
Pancratius 01-10
Pancratius 01-10
536,7
Pancratius 2010
Landelijk gem. 2010
535,9
534
535
536
Normscore 1 school
537
538
29 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
Leerlingontwikkeling Pancratius 200 150
111
117
2003
2004
129
126
129
131
2005
2006
2007
2008
142
151
2009
1-mrt-10
100 50 0
542
citoscores basisscholen SKPOOV 2010 t.o.v. landelijk gemiddelde 2010
541
hoogte citoscorel
540 539 538 537 536
2010
535 534
gem 2010
533
30 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015
Groeitelling PO v.a. 1 oktober 2009 maandelijks 800 700 600 500 1-10-2009 400 300 200 100
1-11-2009 1-12-2009 1-1-2010 1-2-2010 1-3-2010
0
PS. De totale leerlingentoename tussen de teldata 2009 en 2010 geeft een groei aan van 3.270 naar 3.284 leerlingen
1 Vierjarenplan Veluwse Scholengroep Primair Onderwijs 2011-2015